1
I
QNZE
Uit de Pers.
Onze nachtegaal.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Dinsdag 6 Mei 1924
Den Haag vooraan in bekrom
penheid.
En nu lezen we nog wel in de bladen als
Volgt
Onze bedrijfsorganisatie en
medezeggenschap.
Engelsche persstemmen over de besprekingen tusschen MacDonaid en
de Belgische ministers en over België's bemiddeling tusschen Frankrijk en
Engeland. De voorloopige resultaten der Duitsche verkiezingen. Een
rede van Péret vóór de Poincaristische politiek.
Onder de Radio-berichten: De voorloopige officieele uitslag der Duit
sche verkiezingen. De nieuwe Rijksdag. Geen verandering van buiten-
landsche politiek. De tegenstand tegen intrekking der McKenna-rechten
in Engeland.
KANDEL EN NIJVERHEID.
Uitlotingen.
met f 100.
De volgende met
f 25.-
Serie No.
Serie
No.
Serie
No.
Serie No.
541 33
541
45
541
48
687
3
687 9
687
25
687
48
1751
24
1751 39
2178
2
2178
12
2178
13
2289 6
2289
31
2289
44
2870
1
2870 15
2870
27
2937
17
2937
24
2937 38
3244
6
3244
22
3278
32
3278 50
3594
3
3594
43
4351
1
4351 6
4351
7
4351
30
4413
6
4413 9
4413
21
4413
35
4413
36
4589 1
4589
13
4589
23
4609
2
4609 7
6282
11
6282
22
6282
29
6282 32
6599
9
6715
27.
Overige aandeelen
met f
15.—
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
RECHTSZAKEN
Doodslag.
Onder dit opschrift schrijft de „Residen
liebode"
„Rotterdam is getroefd
Wie gemeend mocht hebben, dat de be
faamde Bioscoopcommissie te Rotterdam,
die met de slaapmuts op den kop naar huis
gestuurd werd, eenig in den lande was, heeft
buiten Den Haag gerekend. De Haagsche
Commissie heeft nu na al wat Rotterdam
moest hooren, nog den moed gehad, de be^
roemde film „Credo" voor kinderen bene
den 18 jaar af te keuren. In een der liberale
bladen lezen we zelfs, dat ze met „de noodige
meerderheid van twee derden" afkeurde,
maar dat moet abuis zijn. Immers nauwelijks
1/3 keurde af. Maar het effect is er hetzelfde
door de film blijft voor jongelui verboden
Den Haag toonde in zóóver toch beter
begrip dan Rotterdam, wijl hier ter stede
slechts 7 leden bekrompen genoeg waren
om hier het „ongeschikt" uit te spreken.
Maar Den Haag haalt toch de victorie, om
dat daar geen burgemeester rijk is die
breed genoeg is om de kleinzieligheid den
kop in te drukken.
Er is tot nog toe hier geen motief gepu
bliceerd. Het behoeft ook niet meer, omdat
na Rotterdam genoeg bekend is, dat er van
geen motief sprake kan zijn. Dat er een katho
lieke tendens aan de film ten grondslag ligt,
moge voor sommigen niet aangenaam zijn,
het kan geen reden wezen om de film te ver
bieden. Dat enkele antipapistisch „ange^
hauchte" elementen in de commissie zich
daardoor toch lieten beinvloeden en even
als in de koopstad zich wel eenige „motie
ven" zullen uitvinden is begrijpelijk. Maar
dat een burgemeester eener groote stad zóó
jets met zijn gezag dekt, daar staan wij toch
van te kijken. En dat nog wel een burge
meester, die anders zoo goed als alles laat
passeeren, die zich zelfs niet ontzag om
m den Stadsschouwburg Duitsche schunnig
heid te laten passeeren, die bij alle wei-
denkenden afschuw verwekte.
„De burgemeester heeft deze uitspraak
der commissie gehandhaafd in zooverre,
dat hij de film niet geschikt heeft verklaard
voor niet-katholieke personen beneden 18
jaar voor katholieke kinderen beneden 18
jaar mag de film worden vertoond mits
besloten voorstelling."
Hoe nu Geeft de burgemeester hier zelf
toe, dat het 'm alleen zit in het katholiek
karakter Dat zou wel het toppunt zijn en
van verre strekking voor andere films. Dan
ook geen films meermet Christelijke tendens-
alleen loszinnige tendens schijnt steeds ver
oorloofd. Hoe 't zij, de zaak is ergerlijk.
Zoo ooit, dan is er hier reden, den burge
meester eens te vragen, welke motieven hem
hier tot verbod noopten. En eens na te gaan,
wat voor onbevoegden er in die keurcom-
missie zetelen.
Mr. L. G. Kortenhorst schrijft in „De
R.K. Werkgever", naar aanleiding van een
artikel van prof. Aengenent in het „Kath.
Soc. Weekblad" over bedrijfsorganisatie en
medezeggenschap
Het zal voor ieder wel duidelijk geworden
zijn, met welke enorme moeilijkheden de
R.K. Werkgevers te kampen hebben gehad,
toen zij vijf jaren geleden en enkele jaren
daarna geheel te goeder trouw en bezield met
de beste bedoelingen eerst getracht hebben
aan de solidaristische wereldbeschouwing vas-
teren vorm te schenken en daarna van den
R.K. Centralen Bond van Bedrijven een in
stelling te maken, die wel verre van be
stemd te zijn, om sommige politieke aspira
ties te dienen door een bezielend voorbeeld
poogde den bedrijfsvrede naar best vermo
gen te dienen.
Wat Prof. Veraart thans openlijk belijdt,
bezielde hem reeds vijf jaren geleden. De
eerste opzet van het Paaschmanifest en het
eerste concept van de statuten van den R.K.
Centralen Bond van Bedrijven waren niet
verschillend van hetgeen hij op 7 April j.l.
onthulde. Telkens gedwongen tot terugtrek
ken en prijsgeven van eigen standpunt, heeft
hij geen gelegenheid verzuimd zijn stelling te
hernemen.
Helaas hebben de leiders der R. K. Vak
beweging der arbeiders hem daarbij onvol
doende geremd en zoo is het onoverbrugbaar
verschil van inzicht tusschen Prof. Veraart
en de R.K. Werkgevers, een twistappel ge
worden ook tusschen de R.K. Arbeiders en
de R.K. Werkgevers.
Thans gaan ook bij mannen, als Prof. Aen
genent en bij de Roomsche pers de oogen
open. De R.K. Werkgevers-beweging heeft
van den beginne af niet anders dan met de
grootste reserve en het grootste wantrouwen
de akties van Prof. Veraart en zijn geestver
wanten gadegeslagen. Nimmer ook niet in
1919 heeft Prof. Veraart het vertrouwen
der R.K, Werkgevers gehad. Toen het R.K.
verbond van Werkgeversvakvereenigingen
in 1921, met de verkiezingen van 1922 in het
Zicht, terwijl Prof. Veraart en de zijnen
meer omzichtig, meer verscholen, doen met
minder krachtdadig met een beroep op
vermeende eensgezindheid in den R.K. Cen
tralen Bond van Bedrijven, streefde naar ver
wezenlijking van dezelfde politieke aspiraties,
die hij op 7 April 1.1. wereldkundig tnaakte,
aspiraties, die thans in 1924 door een bezadigd
man als Prof. Aengenent genoemd worden
„een staalkaart van meeningen," „een
tooverwoord," „een leuze", een hope
loos probleem," „een onvolgroeid en onrijp
denkbeeld," „een hersenschim", toen heeft
dat R.K. Verbond na rijp beraad het niet lan
ger verantwoord geacht mede te werken aan
het instandhouden van een instituut, dat lang
zamerhand was losgeraakt van zijn basis, en
met groote vaart dreef naar de woelige wate
ren eener avontuurlijke politiek, die ten doel
had het Roomsche schip in socialistische- en
vrijzinnig-democratische haven binnen te
loodsen.
Nu moge men het ons, persoonlijk, kwa
lijk nemen, dat wij dit tijdig hebben doorzien
het is niet de eerste maal, dat helderziend
heid met ondank wordt beloond en dat
wij, zoowel bij het totstandkomen van hét
Paaschmanifest en bij het ontwerpen der Sta
tuten van den R.K. Centralen Bond van Be
drijven, als bij het zich terugtrekken van het
R.K. Verbond, telkens weer zorg hebben ge
dragen, dat een spaak in het Veraartsche wiel
werd gestoken, wij hebben alle smaad en ver
dachtmaking met gelatenheid weten te ver
dragen. Wij vreezen, het oordeel der historie
allerminst en willen wel eerlijk bekennen, dat
wij niet hadden durven hopen, dat de vol
strekte en openlijke rechtvaardiging van ons
beleid reeds zoo spoedig en nog wel op den
dag van het eerste lustrum van het Paasch
manifest komen zou.
Wij hopen van ganscher harte, dat verdere
ongelukken zullen uitblijven en dat de lei
ders der R.K. Arbeidersbeweging die eerst
niet naar ons hebben willen luisteren thans
het oor zullen leenen aan de heeren Aalberse
en Aengenent, die nu precies hetzelfde zeg
gen, als wij van de voorbesprekingen over het
Paaschmanifest en door alle instanties heen,
ruim vijf jaren lang hebben betoogd.
Hetzelfde meeningsverschii, dat prof.
Veraart en ons verdeeld hield in de vergade
ring der Katholieke Wetenschappelijke Ver
eeniging van 1918 derhalve vóórdat er
sprake was van eenig manifest of van eenigen
Centralen Raad van Bedrijven, bestaat nog
steeds, precies zooals het toen bestond.
De leiding in de R.K. Werkgevers-bewe
ging was in 1919 bezield met den ernstigen
wil mee te bouwen aan een nieuwe maatschap
pij zij heeft alles beproefd, om te voorko
men, dat van den edelen opzet van 1919 ge
maakt zou worden een „leuze", „een toover
woord", een „staalkaart van meeningen",
,,een hersenschim" doch toen het eenmarl
vast stond, dat er .niets meer te redden viel,
toen anderen tekort schoten in begrip om
trent den werkelijken toestand en de conse
quenties van de Veraartsche denkbeelden,
toen heeft die leiding niet geaarzeld in het
meest volmaakt besef van wat zij tegenover
de Katholieke gemeenschap verplicht was en
zich harer verantwoordelijkheid volkomen
bewust een eind te maken aan een verhou
ding, waaraan prof. Veraart en zijn geestver
wanten het recht meenden te ontleeiten, om
de politieke organisatie der Katholieken hun
eischen voor bepaalde wettelijke maatregelen
op te dringen.
Waren de R.K. Werkgevers in 1922 vóór
de Kamerverkiezingen niet op hun qui-
vive geweest, dan zouden de grootste onge
lukken onvermijdelijk zijn geworden.
En hadde prof. Veraart op 7 April 1.1. naï-
velijk niet les qualités de ces défauts getoond,
dan zou Katholiek Nederland thans nog niet
ingezien hebben, wat er in de achter ons lig
gende jaren op het spel heeft gestaan en wie
het geweest zijn, die op de bres stonden voor
de Katholieke eenheid.
Noord-Hollandsche Vereeniging Het
Witte Kruis.
Bij de op 1 Mei gehouden trekking zijn uit
geloot de volgende 20 seriën 541 687 1561
1751 2178 2289 2737 2870 2937 3244 3278
3594 3974 4351 4413 4589 4609 6282 6599
6715.
Bij de opvolgende premietrekking zijn uit
geloot van serie 4413 no. 39 premie f 15.000,
serie 541 no. 32 met f 250, serie 1751 no. 46
Na de besprekingen op
Chequers
zijn Theunis en Hymans, de Belgische pre
mier en de Minister van Buitenlandsche
Zaken, Zondag naar België teruggekeerd.
Wijzende op het feit, dat er tijdens de
besprekingen, die plaats vonden tusschen
de Belgische ministers en MacDonaid, geen
deskundigen van de schatkist aanwezig
waren, zegt (naar de Britsche draadlooze
dienst meldt) de „Observer." „De bespre
kingen waren een conferentie, waarop geen
gedetailleerde politiek werd besproken of
overeenkomsten werden bereikt. Theunis
is zelf de voornaamste Belgische expert
inzake het schadevergoedingsvraagstuk en
het valt licht te begrijpen dat de bespre
kingen in technische details verstrikt zou
den geraakt zijn indien niet MacDonaid
in staat was geweest juist door de afwezig
heid van de Britsche deskundigen der schat
kist slechts algemeene beginsel-quaesties
toe te laten.
De "moeilijkheid zoowel voor België als
voor Groot-Brittannië is, dat de Fransche
regeering zich tot dusver nog niet bereid
heeft getoond het Ruhrgebied op te geven,
zooals het plan van Dawes duidelijk voor
opstelt zonder een „quid pro quo" te
eischen en voor de Belgische regeering is er
nog de moeilijkheid, dat zij zich verbonden
heeft de Fransche eischen te steunen. Ver
nomen wordt dat Theunis met zijn grootere
kennis van hetgeen Frankrijk wenscht, nauw
keurig heeft uiteengezet wat Frankrijk zou
voldoen. Het beste, dat aangeteekend kan
worden van Theunis' bezoek aan Londen is
dat het aanleiding geeft tot de hoop, dat
de Fransche regeering er toe zou kunnen
worden gebracht het Ruhrgebied te ontrui
men, enkele weken nadat het plan van Da
wes in werking komt, op voorwaarde dat zij
eenigen waarborg heeft gekregen dat Duitsch-
land het plan zal uitvoeren. Eén voorbehoud
blijft echter een ernstig struikelblok. Dat
Frankrijk er op blijft staan dat de spoor
weg-regie in het Ruhrgebied gehandhaafd
blijft en gedetailleerde (sancties eischt,
vindt de Britsche regeering moeilijk zoo niet
onmogelijk te aanvaarden.
MacDonaid heeft bij verschillende gele
genheden in het openbaar verklaard, niet te
gelooven in het vooraf opstellen van een
gedetailleerde code van strafmaatregelen met
het oog op onaangename gebeurlijkheden
daar hij gelooft dat dergelijke maatregelen
het doel verijdelen, waarvoor zij opgetsteld
zijn.
Intusschen is het al iets, dat men hét
contact heeft hersteld tusschen de hoofden
der betrokken regeeringen en daarvoor ver
dient, aldus besluit het blad, Theunis onzen
dank.
In een hoofdartikel zegt hetzelfde blad:
„België zoowel als wij zelf hebben het plan
van Dawes aanvaard zonder voorbehoud.
Het moet evenals wij bezorgd zijn een weg
te vinden om het plan uit te voeren zonder
tegelijkertijd een geheel tegengesteld pro
gram van garanties te aanvaarden. Het
rapport bevat zijn eigen garanties. Daar
achter zal staan de algemeene nadrukkelijke
waarborg van een eendrachtig internationaal
besluit. De beloften waartegen het Ruhr
gebied zal worden geruild liggen op tafel.
Het is niet de vraag of de Ruhr-politiek
effectief beëindigd zal worden, doch hoe
spoedig.
Anders is het rapport scheurpapier.
Hoezeer wij ook in ander opzicht het Bel
gische aandeel in het Ruhr-onderneming heb
ben betreurd, het geeft bijzondere waarde
aan iederen raad van verzoening, dien Bel
gië belang heeft aan te bieden nu de tijd
is gekomen om er een eind aan te maken.
De „Sunday Times" zegt „Het bezoek
van de Belgische ministers is welkom en be
langrijk geweest. Zij hebben zichzelf tot een
soort diplomatiek „clearing house" gevormd
om de geallieerde standpunten inzake het
herstelvraagstuk te behandelen. Zij hebben
zich tot taak gesteld te trachten inzake deze
standpunten overeenstemming te bereiken
of tenminste daarin voldoenden gemeen-
schappelijken grond te vinden voor het
mogelijk maken van een eendrachtige en
practische politiek. De Belgen, die loyale
deelgenooten van Frankrijk zijn geweest in
de Ruhronderneming zonder op te houden
de vriendschap van Groot-Brittannië te ge
nieten en te wenschen, bevinden zich in een
mooie positie om het contact en de samen
werking tusschen Whitehall en de Quai
d'Orsay opnieuw te vestigen. Indien de
Fransche en Duitsche verkiezingen achter
den rug zijn, en de Belgische ministers hun
bezoek aan Italië gebracht zullen hebben,
dan zal Europa vol verwachting het oog ge
richt houden op Brussel, om een reddenden
en leidenden wenk te krijgen.
Officieele mededeelingen over de gevoer
de besprekingen worden niet gedaan, maar
dat het onderwerp dier besprekingen een po
ging gold om een brug te slaan tusschen de
Fransche en Britsche opvattingen in zake
de uitvoering van het plan der deskundigen,
is wel zeker. Meer nog dan de kwestie van
het voortduren van de militaire bezetting in
het Ruhrgebied, waar de Belgen ook wel
af willen, maar waaraan Poincaré blijft vast
houden en waarin tenslotte misschien wel
een compromis mogelijk zou zijn, geeft het
verlangen van Poincaré tot het behoud van
de spoorwegregie in het bezette gebied en
geeft de kwestie van de vaststelling van even
tueele sancties, moeilijkheden. Want in En
geland beseft men volkomen, dat die beide
Fransche verlangens met het plan-Dawes
in strijd zijn. In dit plan vormen de Duitsche
spoorwegen een geheel en zal dus de regie
moeten verdwijnen wat komt er anders
ook terecht van de fiscale en economische
eenheid, en de vaststelling van sancties
al bij voorbaat, zou met den geest van het
rapport der deskundigen die juist op samen
werking en verzoening doelen, ten zeerste
in strijd zijn.
Of de heeren Theunis en Hijmans nu er
in geslaagd zijn een vorm te vinden voor
een compromis ook in dezen en hoe dan zulk
een compromis in Duitschland weer zou wor
den begroet, zijn vragen, waarvan de oplos
sing nog moet blijken.
Trouwens Duitschland's houding inzake de
uitvoering der rapporten was, voornamelijk
ook wat betreft de omzetting van het Staats-
spoorwegbedrijf in een Naamlooze Vennoot
schap, eenigszins afhankelijk van
de Zondag in Duitschland
gehouden verkiezingen,
die naar gemeld wordt, vrijwel zonder inci
denten verloopen zijn.
De opkomst was veel grooter dan men, te
oordeelen naar het over het algemeen zeer
rustige verloop van den verkiezingsstrijd, had
verwacht. Gemiddeld zal ongeveer 75 der
kiezers hebben gestemd.
Aan de hand der tot dusver bekende re
el taten kan men nog slechts onder het groot-
s 1 voorbehoud iets omtrent de politieke ge
volgen van de verkiezingen zeggen. Over
.het algemeen heeft men den indruk, dat de
groote verwachtingen der völkischen niet
verwezenlijkt zijn. Het verlies der Duitsch-
nationalen naar rechts is blijkbaar slechts ge
ring. Daarentegen hebben de Duitsch-na-
tionalen ongetwijfeld gewonnen ten koste van
de Duitsche Volkspartij, die ook een deel van
haar aanhangers aan de democraten heeft
moeten afstaan. De nederlaag van de Duit
sche Volkspartij zoo mag men het wel noe
men komt des te onverwachter, daar haar
leider, dr. Stresemann, in de laatste weken
door persoonlijke propaganda bijna het bo-
venmenschelijke heeft gedaan. Maar de split
sing der partij door de vorming van de na-
tionaal-liberale vereeniging heeft de partij
toch meer geschaad dan zij zelf meende. Het
Centrum heeft zich, tegen alle verwachting
in, in zijn oude sterkte kunnen handhaven,
het heeft hier en daar zelfs stemmen, en daar
door wellicht ook mandaten gewonnen.
Dat de sociaal-democraten zouden verlie
zen, stond reeds van te voren vasthet was
slechts de vraag, hoeveel stemmen zij aan de
communisten zouden moeten afstaan. Maar
ook hier blijkt tenminste voor zoover reeds
thans met eenige zekerheid een oordeel kan
worden uitgesproken dat de communis
ten, evenals de völkischen, hun stoute ver
wachtingen niet vervuld zullen zien, ofschoon
erkend moet worden, dat zij sterk zijn voor
uitgegaan. De sociaal-democraten schijnen
voornamelijk in Berlijn en in Opper-Silezie
aan stemmen verloren te hebben.
Met eenige belangstelling mocht men dit
maal het lot der vele nieuwe partijen en par
tijtjes tegemoet zien. Met uitzondering van de
Wirtschaftspartei", waarop hier en daar een
groot deel van den middenstand heeft ge
stemd, en de Duitsch-sociale partij, hebben
de nieuwe partijen nergens ook maar een
„succes d'estime" bereikt. Ook de republi-
keinsche partij, die in de laatste dagen met
geweldige geldsommen en propagandamate
riaal getracht heeft de kiezers op haar lijst te
vereenigen, is er overal treurig afgekomen.
Het aantal op haar uitgebrachte stemmen is
bij honderden te tellen soms was het zelfs
nog minder.
Concludeerend kan gezegd worden, dat
de radicalen van rechts en links in de verste
verte niet bereikt hebben wat zij hoopten te
bereiken. Zelfs in München hebben de
Völkischen, in vergelijking met de Landdag
verkiezingen, één vijfde van hun aantal stem
men verloren, die aan de Duitsch-nationale
lijst-von Tirpitz ten goede kwamen.
Over de stemmenverhouding in den nieu
wen Rijksdag kan op het oogenblik natuur
lijk nog weinig gezegd worden. De definitieve
uitslagen, die eerst heden in den loop van den
dag bekend zullen zijn, zullen moeten aan-
toonen, of een regeeringsvorming der groote
coalitie naar het voorbeeld van Pruisen, dat
wil dus zeggen Volkspartij, democraten, cen
trum en sociaal-democraten, mogelijk is. Het
heeft den schijn, alsof er daarvoor een, zij
het kleine, meerderheid te vinden zal zijn.
Ofschoon uit vele plaatsen berichten ko
men, dat de verkiezingen over het algemeen
een rustig verloop hebben gehad, hoort men
toch ook volgens latere gegevens zoowel uit
Berlijn als uit de provincie van meer of min
der ernstige botsingen waarin vooral rechts-
radicalen en communisten betrokken zijn.
De actie voor de nu volgende
algemeene verkiezingen
in Frankrijk,
is thans in vollen gang.
De officieele candidaatstelling heeft, zoo
als van overheidswege wordt medegedeeld,
tot resultaat, dat 2765 candidaten, voorko
mende op 429 lijsten, zullen moeten vechten
om de 584 beschikbare kamerzetels.
Thans heeft ook Péret, die na veel strub
belingen zijn candidatuur in de Vienne hand
haaft, een groote verkiezingsrede uitgespro
ken. En natuurlijk.... ter verdediging en
aanbeveling van de politiek van Poincaré
in buiten- enin binnenland 1
Péret, een der kopstukken van het radicale
links ook al een rad van den wagen van het
nationale blok 1 'it Kan verkeeren, inderdaad.
Maar men begint zich zoo langzamerhand af
te vragen, wien men zand in de oogen wil
strooien. Natuurlijk den Katholieken in de
eerste plaats. Die moeten nu zooveel stem
men geven aan de zoogenaamde Poincaris
tische meerderheidscandidaten, dat zij er de
linksche oppositie onder kunnen houden en
op hun beurt eenmaal gekomen, zich onder
de leuze van de laiciteit terdege tegen de Ka
tholieke eischen kunnen verzetten, zooals
dat de laatste wetgevende periode telkens
weer gebeurd is.
Met al dat binnenhalen van rasechte radi
calen maakt het nationale bloc zich niet ster
ker. Doch dat is juist de opzet van Poincaré
c.s., die er de groote linksche middenpartij
van willen maken, sterk genoeg om te regee-
ren en om de Katholieken kort te houden.
En daarvoor hebben zij in de eerste plaats
noodig de.... Katholieken.
De vraag is maar, of ook de kiezers aan dat
geknoei meedoen.
Na een verdediging van Poincaré's politiek
inzake de Roerbezetting als een gevolg van
Duitschlands in gebreke blijven wilde Péret
er op wijzen, dat Frankrijk een accoord met
zijn schuldenaars en een terugtrekken zijner
troepen wenschte, mits andere garanties het
in staat zouden stellen tot hartelijke relaties
met het Reich te komen.
De rapporten der deskundigen benevens
de beslissingen der commissie van herstel en
die der mogendheden schenen hem gelukkige
symptomen van een nabijen triomf der recht
vaardigheid.
Vervolgens wees Péret erop, dat de vraag
stukken der financiën en ontwapening af
hingen van de oplossing van de kwestie van
herstel.
Na de hervorming der parlementaire me
thodes dienen volgens Péret de economische
kracht van Frankrijk ontwikkeld en de ar
beidsvoorwaarden verbeterd te worden ter
wijl de instellingen voor industrie-, handels-
en landbouwcredieten tot ontwikkeling moes
ten worden gebracht.
Ten slotte sprak Péret zich uit voor den
religieuzen vrede door een liberale toepas
sing van leekenwetten, voor een uitbreiding
der sociale hulp in het bijzonder ten gunste
van de groote gezinnen voor betere loonen
der arbeiders ter voorkoming van klassen
strijd.
HET DREIGEND CONFLICT IN DE
ENGELSCHE BOUWVAKKEN.
De uitslag van het referendum over ge
heel Engeland onder de bouwvakarbeiders
over het aanbod der werkgevers van een
halve penny per uur tegenover de gevraagde
twee pence zal heden worden meegedeeld
aan het comité van actie te Londen. Verno
men wordt, dat de uitslag er op wijst, dat de
voorwaarden der werkgevers zijn verwor
pen, doch dat het bestuur der federatie
wordt gemachtigd de onderhandelingen voort
te zetten.
HIJ OOK.
Parvenu (met zelfvoldoening) „Ik ben
een selfmade man. Ik ben mijn leven barre
voets begonnen."
Vriend „Ik ook denk je, dat ik met laar
zen aan op de wereld gekomen ben
DAT HINDERT NIET.
Schilder „U hebt mijn schilderij Zons
ondergang onderst-boven uitgestald 1"
Kunsthandelaar „O, dat hindert niet
dan noemen we 't maar Zonsopgang 1"
EEN RAAK ANTWOORD.
Mej. Praatgraag ging tusschen twee
oudere heeren inzitten en zei:
Een roosje tusschen twee doornen.
Nee, antwoordde een van hen. „zegt
u maar: een sandwich met tong!"
DE GALANTE RECHTER.
Rechter (tot vrouwelijk getuige zacht):
„Juffrouw, aangenomen, dat u festig jaar
oud wordt, hoe lang hebt u dan nog te le
ven?"
Getuige (luid): „Vijf-en-twintig jaar."
de weinige conservatieven, die voorstemden,
zich bevonden de heeren Amery, Ormsby-
Gore, Sir Burton Chadwick, Sir A. Morri
son-Bell, kolonel Moore-Brabazon en Lord
Wolmer.
LABOUR EN DE LIBERALEN
Fenner Brockway, de secretaris der onaf
hankelijke arbeiderspartij, zeide te Newcastle
sprekend, dat de liberalen, die geloofden, dat
er bij de volgende verkiezingen een overeen
komst tusschen Labour en liberalen zou zijn,
een vergeefsche hoop koesterden. Labour zou
het recht uitoefenen de liberale candidaten
te bestrijden Labour wilde een verandering
der maatschappij op socialistischen grondslag
en daarom stonden de liberalen ondanks hun
instemming met de Labourmaatregelen van
dit oogenblik, even vijandig tegenover La
bour als de conservatieven.
In een rede, te Leeds gehouden zeide dt
Atorney-generaal Slesser, dat de rechtsge
leerden der kroon nauwkeurig de positie der
Britsche fascisten onderzoeken, daar zij van
meening zijn, dat deze zich kunnen ontwik
kelen tot een oproerige en gevaarlijke orga
nisatie.
EEN ERNSTIGE ONTPLOFFING
DE GRENS VAN TYRONE.
OP
Zaterdagavond om elf uur had een hevigt
ontploffing plaats op de graanmarkt van
Strabane, op de grens van Tyrone, waardoor
de heele stad op haar grondvesten schudde.
De ontploffing werd drie mijlen ver gehoord.
DE OPSTANDIGE BEWEGING OP
CUBA.
Een telegram uit Havana via New York
meldt, dat de president van Cuba, dr. Zayas,
Santa Clara, het centrum van den opstand
heeft verlaten, waar een hevige strijd woedt,
De opstandelingen verklaren, dat zij 5000
man in het veld hebben.
DE BONUS VOOR AMERIKAANSCHB
OUDSTRIJDERS.
Uit Washington meldt een draadloos
N. T. A.-bericht, dat president Coolidge
zijn veto heeft uitgesproken over de ver
hooging der militaire pensioenen. Hij heef'
zich voor belastingverlaging verklaard.
i
EEN FRANS CH-SPAANSCH INCI
DENT IN TANGER.
De „Temps" meldt dat er in den zetel
van een te Tanger volgens de Fransche wet
gevestigde maatschappij een ernstig incident
heeft plaats gehad. In Maart 1923 was de
maatschappij geliquideerd. De directeur van
een Spaansche bank, welke schuldeischerec
kwan dezer dagen op het kantoor der
maatschappij, vergezeld van eenige zijner
landgenooten, en sommeerde een bediende
hem bepaalde fondsen, welke hij daar had
liggen, te overhandigen. De bediende wei
gerde, waarop hij werd vastgegrepen en ge
bonden. De Spanjaarden openden de brand
kast en verwijderde zich met een aanta!
fondsen ter waarde van één millioen.
Het Fransche consulaat is er van in ken
nis gesteld.
DE VERWERPING DER E. V.
Met een meerderheid van 94 stemmen
heeft, naar gemeld werd, het Lagerhuis het
liberale initiatief-voorstel tot invoering van
evenredige vertegenwoordiging verworpen.
De stemmen der ministers waren daarbij
vrijwel gelijkelijk verdeeld. De premier was
afwezig ten gevolge van de besprekingen met
de Belgische ministers vóór hebben ge
stemd de heeren Snowden, Thomas, Tre-
velyan, Leach, Ammon, Shinweil, juffrouw
Bondfield en de heer Alexander.
Tegen stemden de ministers Wheatley,
Gosling, Greenwood, Sidney Webb, Law-
son, Fred Hall en Tom Kennedy, bij wie
zich 80 a 100 leden der Labourpartij aan
sloten. Slechts één liberaal, Sir George
Croydon Marks, stemde tegen, terwijl onder
Donderdag stond voor de Rechtbank in
Den Bosch terecht A. A. van L., 24 jaar,
landbouwer te Uden, beklaagd dat hij op
1 Jan. 1924 doodslag heeft gepleegd op W.
van der Heijden te Vorstenbosch. Bekl. be
kende het hem ten laste gelegde. Hij had ru
zie gekregen met den verslagene, omdat deze
niet voor zijn fiets had willen uitwijken, v.d.
W. had hem toen gedreigd in het water te
zullen gooien en had hem een klap gegeven,
waardoor hij zoo kwaad was geworden, dat
hij zijn mes greep een groot slagersmes dat
hij wel eens voor de veiligheid bij zich droeg
Daarna was v. d. H. gestoken, die dood neer
zeeg. Wegens aware mishandeling, den dood
ten gevolge hebbende, eischte het O. M. een
gevangenisstraf van 5 jaren.
Mr. Hengst, de verdediger, betoogde dat
bekl. uit noodweer heeft gehandeld.
(Vervolg en Slot.)
Het was geen ontgoocheling. Ginder aan
len rand van het bosch, dat aan den akker
jrensde, kwam de gestalte van een slanken
jongen man te voorschijn. Hij wenkte leven
dig met de hand. Nu bemerkte hem ook
Agatha een hoog rood bedekte haar gelaat,
sikkel ontgleed aan haar handen, zij ijlde
°P hem toe en stak hem de handen toe. De
manier, waarop zij elkaar begroetten, was
*eer hartelijk en getuigde van groote ver-
Jouwelijkheid, zooveel kon Eva wel gewaar
0rden. Wat had zij niet willen geven om
e/gesprek te kunnen afluisteren 1
te n' hiw te staan en uit de verte te moe-
k l°ekijken, dat hield Eva niet uit. Als een
s oop j-jj weg kings de boomen om achter
een stam verborgen zooveel mogelijk af te
uis eren. Doch toen zij kort genoeg bij was,
twee van elkander en zij kon
S e°r SJi 'aatste woorden van Agatha hooren
„uo.d zegen je, lieve Bernard. Ik heb nu
geen tijd meer. Ook zouden wij licht gezien
kunnen worden. Maar vanavond precies ne
gen uur ben ik weer op deze plaats Zorg
maar, dat je niet te laat komt."
Daarmee ging Agatha terug naar haar ar-
beid, terwijl de jonge man, die nog herhaalde
malen omkeek, in de schaduw van het bosch
verdween.
Op Eva's gele wangen gloeiden twee roode
vlekken, haar oogen schitterden van boos
aardige vreugde, een valsche lach gleed over
haar leelijk gelaat en zegevierend mompelde
zij in zich zeiven.:
„Heb ik je daar, eindelijk, valsche huiche
laarster met je schijnheilig engelengezicht.
Nu zult ge mij niet ontsnappen. Ik breng de
rechte lui op je spoor en jaag ze je op den hals,
hoor 1"
De avondschemering week voor het duis
ter van den nacht en in het dorp was alles
reeds in rust. Alleen op den Berghof flikkerde
nog een licht. Dit was in de kamer van den
ouden man. Agatha ging stil rond en
bracht alles in orde. Zij maakte het bed van
den zieke wat op, schudde de kussens op,
streek de dekens glad en verzorgde den grijs
aard met alle liefde.
„Zie zoo, vadertje," sprak zij ten laatste
op haar eigenaardig weeken toon, „voor het
oogenblik is alles zooals ge het noodig hebt.
Ik heb iets te doen, dat geen uitstel kan lij
den, daarna kom ik nog eens kijken."
Spoedig daarop knarste even de huisdeur,
Agatha trad naar buiten en sloeg het voetpad
in, dat naar het bosch leidde. Ook op den
Rotherhof werd eenig geruisch vernomen als
het kraken van zand onder zware schreden.
Een man trad naar buiten en volgde het meis
je op eenigen afstand.
Op dezelfde plaats als 's morgens kwam de
jonge man Agatha tegemoet en geen van bei
den bemerkte in de vreugde van het weder
zien de donkere schaduw, die achter een
boom verdween. „Gelukkig, dat je daar bent"
zei de jonge man met een zucht van verlich
ting. „Het is mij altijd zoo angstig om het
hart en de vrees verlaat mij niet, dat ge om
mijnentwil in ongelegenheid zult geraken of
zelfs verdacht zoudt kunnen worden. Van
daag ben ik bijzonder ongerust, het is mij
of een ongeluk je bedreigt."
„Kom, kom, Bernard. Het is toch niet
anders en het is niet de eerste maal dat wij
elkaar hier treffen. En nog nooit is mij iets
overkomen. Niemand heeft eenig vermoeden.
Daar zal de goede Hemelvader wel voor
zorgen, die weet dat alles uit liefde geschiedt,
uit liefde voor mijn eenigen broeder.
Maar zie hier, nu komt de hoofdzaak. Zie
eens wat een aardig hoopje geld. De boerin
betaalt mij mijn loon op mijn verzoek per
half jaar en ik krijg meer dan eens een fooi,
als er een stuk vee verkocht wordt. Hier
heb je alles, ik zelf heb niets noodig, voor
jou is het echter kostelijke hulp bij je zware
studies."
„God zal je er voor loonen, Agatha, wat
je voor mij doet, al de zusterlijke liefde en
trouw en het offer dat ge voor mij brengt,
om mij den weg mijner roeping te doen gaan.
Als ik mijn doel bereikt heb, zal ik je er
voor danken, maar geheel kan ik dit nooit."
„Wil je wel eens ophouden, broertje. Wie
zal er de grootste vreugde van hebben, denk
je Of is het geen groot geluk te denken,
dat iemand priester wordt en veel zielen voor
den hemel wint. En wat dan als de toekom
stige priester mijn eigen broer is Zie, Ber
nard, het is mij nu al zoo zalig in het hart
en ik voorzie, dat thuis alles weer in orde
komt. Onze stiefvader zal stellig tot beter
inzicht komen, wanneer ge eens als priester
voor hem staat, en dan zal het hem berou
wen je zoo hardvochtig de deur gewezen en
je de middelen geweigerd te hebben om te
studeeren, omdat je zijn zin niet hebt willen
volgen en boer worden. Mij zal hij ook wel
vergeven, dat ik hem de schande aangedaan
heb, mij als stalmeid te verhuren om je met
mijn loon te helpen. En moeder krijgt daarna
ook weer gelukkige dagen en vergeet het
doorgestane leed in de groote vreugde, dat
de wensch van onzen overleden vader ver
vuld is, die geen vuriger verlangen kende
dan jou priester te zien worden. Ik geloof ook
dat alleen zijn voorbede het bewerkt heeft,
dat ik zoo word gezegend en dat niemand
nog er achter gekomen is dat ik een boeren
dochter uit Zeil ben. Nog een paar jaren en
de nachtegaal vliegt weer weg over de bergen
vanwaar ze gekomen is, en jij, Bernard, zijt
dan een priester Gods."
„Zooals God wil, Agatha, maar nu moeten
wij scheiden van moeder en Lena en de
kleine moet ik je vele groeten doen. Ze ver
langen allen naar je. Vaarwel, zuster, je hebt
rust noodig en voor tnij heet het flink aan
stappen, de weg naar de boschwachters-
woning is lang. Morgen vroeg verlaat ik het
gastvrije huis waar ik dezen nacht een vrien
delijk onderkomen vond. Tot weerziens
met de vacantie, en nogmaals, God loone
het je."
Een innige handdruk nog en zij scheidden.
Toen Agatha's snel wegijlende gestalte in
het donker van den nacht verdween, verliet
ook de luisteraar zijn post en sloeg den
zelfden weg in als het meisje.
„Eva," fluisterde hij, „ditmaal hebt ge mis
geschoten. Je weet niet wat je mij vandaag
voor een grooten dienst bewezen hebt, nu
ken ik eerst goed de waarde van dat gouden
hart. Wat is de nachtegaal toch een lief, edel
meisje Jou echter, slang, zal ik de gifttanden
uitbreken, ge zult je niet voor niets aan dat
meisje gewaagd hebben."
IV.
In den vroegen morgen van den volgenden
dag streed de oude man den laatsten, zwaren
strijd zijn adem ging zwaar en rochelend,
het oog stond star en verglaasd, onder na-
melooze smarten bevrijdde zich de ziel van
de boeien des lichaams. Maar de stervende
was niet alleen in dit moeilijke uur, een lief
derijke engel stond hem ter zijde. Agatha
ondersteunde zijn vermoeid hoofd, droogde
het doodszweet van zijn voorhoofd, drukte
telkens weer het kruisbeeld aan zijn bleeke
lippen, sprak woorden vol heilig geloof en
kinderlijk vertrouwen en wekte in de ziel
des stervenden het verlangen naar den hemel,
naar de eeuwige Woningen, tot eindelijk
het arme hart stilstond en de grijsaard den
strijd had uitgestreden na een laatsten dank
baren blik op Agatha, zijn trouwe verpleeg
ster. i
Het meisje was diep ontroerd, toen de
majesteit van den dood op het bleeke voor
hoofd van den overledene troonde. Het
waren tranen van oprechte smart, die Agatha
om den haar dierbaar geworden grijsaard
stortte en zij beval zijn ziel in een innig gebed
aan de barmhartigheid Gods.
In huis begon het levendig te worden, de
dienstboden gingen aan hun werk, uit de
kamer klonken de stemmen van de boerin