1 I QNZE Uit de Pers. Onze nachtegaal. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Dinsdag 6 Mei 1924 Den Haag vooraan in bekrom penheid. En nu lezen we nog wel in de bladen als Volgt Onze bedrijfsorganisatie en medezeggenschap. Engelsche persstemmen over de besprekingen tusschen MacDonaid en de Belgische ministers en over België's bemiddeling tusschen Frankrijk en Engeland. De voorloopige resultaten der Duitsche verkiezingen. Een rede van Péret vóór de Poincaristische politiek. Onder de Radio-berichten: De voorloopige officieele uitslag der Duit sche verkiezingen. De nieuwe Rijksdag. Geen verandering van buiten- landsche politiek. De tegenstand tegen intrekking der McKenna-rechten in Engeland. KANDEL EN NIJVERHEID. Uitlotingen. met f 100. De volgende met f 25.- Serie No. Serie No. Serie No. Serie No. 541 33 541 45 541 48 687 3 687 9 687 25 687 48 1751 24 1751 39 2178 2 2178 12 2178 13 2289 6 2289 31 2289 44 2870 1 2870 15 2870 27 2937 17 2937 24 2937 38 3244 6 3244 22 3278 32 3278 50 3594 3 3594 43 4351 1 4351 6 4351 7 4351 30 4413 6 4413 9 4413 21 4413 35 4413 36 4589 1 4589 13 4589 23 4609 2 4609 7 6282 11 6282 22 6282 29 6282 32 6599 9 6715 27. Overige aandeelen met f 15.— GEM. BUITENL. BERICHTEN. RECHTSZAKEN Doodslag. Onder dit opschrift schrijft de „Residen liebode" „Rotterdam is getroefd Wie gemeend mocht hebben, dat de be faamde Bioscoopcommissie te Rotterdam, die met de slaapmuts op den kop naar huis gestuurd werd, eenig in den lande was, heeft buiten Den Haag gerekend. De Haagsche Commissie heeft nu na al wat Rotterdam moest hooren, nog den moed gehad, de be^ roemde film „Credo" voor kinderen bene den 18 jaar af te keuren. In een der liberale bladen lezen we zelfs, dat ze met „de noodige meerderheid van twee derden" afkeurde, maar dat moet abuis zijn. Immers nauwelijks 1/3 keurde af. Maar het effect is er hetzelfde door de film blijft voor jongelui verboden Den Haag toonde in zóóver toch beter begrip dan Rotterdam, wijl hier ter stede slechts 7 leden bekrompen genoeg waren om hier het „ongeschikt" uit te spreken. Maar Den Haag haalt toch de victorie, om dat daar geen burgemeester rijk is die breed genoeg is om de kleinzieligheid den kop in te drukken. Er is tot nog toe hier geen motief gepu bliceerd. Het behoeft ook niet meer, omdat na Rotterdam genoeg bekend is, dat er van geen motief sprake kan zijn. Dat er een katho lieke tendens aan de film ten grondslag ligt, moge voor sommigen niet aangenaam zijn, het kan geen reden wezen om de film te ver bieden. Dat enkele antipapistisch „ange^ hauchte" elementen in de commissie zich daardoor toch lieten beinvloeden en even als in de koopstad zich wel eenige „motie ven" zullen uitvinden is begrijpelijk. Maar dat een burgemeester eener groote stad zóó jets met zijn gezag dekt, daar staan wij toch van te kijken. En dat nog wel een burge meester, die anders zoo goed als alles laat passeeren, die zich zelfs niet ontzag om m den Stadsschouwburg Duitsche schunnig heid te laten passeeren, die bij alle wei- denkenden afschuw verwekte. „De burgemeester heeft deze uitspraak der commissie gehandhaafd in zooverre, dat hij de film niet geschikt heeft verklaard voor niet-katholieke personen beneden 18 jaar voor katholieke kinderen beneden 18 jaar mag de film worden vertoond mits besloten voorstelling." Hoe nu Geeft de burgemeester hier zelf toe, dat het 'm alleen zit in het katholiek karakter Dat zou wel het toppunt zijn en van verre strekking voor andere films. Dan ook geen films meermet Christelijke tendens- alleen loszinnige tendens schijnt steeds ver oorloofd. Hoe 't zij, de zaak is ergerlijk. Zoo ooit, dan is er hier reden, den burge meester eens te vragen, welke motieven hem hier tot verbod noopten. En eens na te gaan, wat voor onbevoegden er in die keurcom- missie zetelen. Mr. L. G. Kortenhorst schrijft in „De R.K. Werkgever", naar aanleiding van een artikel van prof. Aengenent in het „Kath. Soc. Weekblad" over bedrijfsorganisatie en medezeggenschap Het zal voor ieder wel duidelijk geworden zijn, met welke enorme moeilijkheden de R.K. Werkgevers te kampen hebben gehad, toen zij vijf jaren geleden en enkele jaren daarna geheel te goeder trouw en bezield met de beste bedoelingen eerst getracht hebben aan de solidaristische wereldbeschouwing vas- teren vorm te schenken en daarna van den R.K. Centralen Bond van Bedrijven een in stelling te maken, die wel verre van be stemd te zijn, om sommige politieke aspira ties te dienen door een bezielend voorbeeld poogde den bedrijfsvrede naar best vermo gen te dienen. Wat Prof. Veraart thans openlijk belijdt, bezielde hem reeds vijf jaren geleden. De eerste opzet van het Paaschmanifest en het eerste concept van de statuten van den R.K. Centralen Bond van Bedrijven waren niet verschillend van hetgeen hij op 7 April j.l. onthulde. Telkens gedwongen tot terugtrek ken en prijsgeven van eigen standpunt, heeft hij geen gelegenheid verzuimd zijn stelling te hernemen. Helaas hebben de leiders der R. K. Vak beweging der arbeiders hem daarbij onvol doende geremd en zoo is het onoverbrugbaar verschil van inzicht tusschen Prof. Veraart en de R.K. Werkgevers, een twistappel ge worden ook tusschen de R.K. Arbeiders en de R.K. Werkgevers. Thans gaan ook bij mannen, als Prof. Aen genent en bij de Roomsche pers de oogen open. De R.K. Werkgevers-beweging heeft van den beginne af niet anders dan met de grootste reserve en het grootste wantrouwen de akties van Prof. Veraart en zijn geestver wanten gadegeslagen. Nimmer ook niet in 1919 heeft Prof. Veraart het vertrouwen der R.K, Werkgevers gehad. Toen het R.K. verbond van Werkgeversvakvereenigingen in 1921, met de verkiezingen van 1922 in het Zicht, terwijl Prof. Veraart en de zijnen meer omzichtig, meer verscholen, doen met minder krachtdadig met een beroep op vermeende eensgezindheid in den R.K. Cen tralen Bond van Bedrijven, streefde naar ver wezenlijking van dezelfde politieke aspiraties, die hij op 7 April 1.1. wereldkundig tnaakte, aspiraties, die thans in 1924 door een bezadigd man als Prof. Aengenent genoemd worden „een staalkaart van meeningen," „een tooverwoord," „een leuze", een hope loos probleem," „een onvolgroeid en onrijp denkbeeld," „een hersenschim", toen heeft dat R.K. Verbond na rijp beraad het niet lan ger verantwoord geacht mede te werken aan het instandhouden van een instituut, dat lang zamerhand was losgeraakt van zijn basis, en met groote vaart dreef naar de woelige wate ren eener avontuurlijke politiek, die ten doel had het Roomsche schip in socialistische- en vrijzinnig-democratische haven binnen te loodsen. Nu moge men het ons, persoonlijk, kwa lijk nemen, dat wij dit tijdig hebben doorzien het is niet de eerste maal, dat helderziend heid met ondank wordt beloond en dat wij, zoowel bij het totstandkomen van hét Paaschmanifest en bij het ontwerpen der Sta tuten van den R.K. Centralen Bond van Be drijven, als bij het zich terugtrekken van het R.K. Verbond, telkens weer zorg hebben ge dragen, dat een spaak in het Veraartsche wiel werd gestoken, wij hebben alle smaad en ver dachtmaking met gelatenheid weten te ver dragen. Wij vreezen, het oordeel der historie allerminst en willen wel eerlijk bekennen, dat wij niet hadden durven hopen, dat de vol strekte en openlijke rechtvaardiging van ons beleid reeds zoo spoedig en nog wel op den dag van het eerste lustrum van het Paasch manifest komen zou. Wij hopen van ganscher harte, dat verdere ongelukken zullen uitblijven en dat de lei ders der R.K. Arbeidersbeweging die eerst niet naar ons hebben willen luisteren thans het oor zullen leenen aan de heeren Aalberse en Aengenent, die nu precies hetzelfde zeg gen, als wij van de voorbesprekingen over het Paaschmanifest en door alle instanties heen, ruim vijf jaren lang hebben betoogd. Hetzelfde meeningsverschii, dat prof. Veraart en ons verdeeld hield in de vergade ring der Katholieke Wetenschappelijke Ver eeniging van 1918 derhalve vóórdat er sprake was van eenig manifest of van eenigen Centralen Raad van Bedrijven, bestaat nog steeds, precies zooals het toen bestond. De leiding in de R.K. Werkgevers-bewe ging was in 1919 bezield met den ernstigen wil mee te bouwen aan een nieuwe maatschap pij zij heeft alles beproefd, om te voorko men, dat van den edelen opzet van 1919 ge maakt zou worden een „leuze", „een toover woord", een „staalkaart van meeningen", ,,een hersenschim" doch toen het eenmarl vast stond, dat er .niets meer te redden viel, toen anderen tekort schoten in begrip om trent den werkelijken toestand en de conse quenties van de Veraartsche denkbeelden, toen heeft die leiding niet geaarzeld in het meest volmaakt besef van wat zij tegenover de Katholieke gemeenschap verplicht was en zich harer verantwoordelijkheid volkomen bewust een eind te maken aan een verhou ding, waaraan prof. Veraart en zijn geestver wanten het recht meenden te ontleeiten, om de politieke organisatie der Katholieken hun eischen voor bepaalde wettelijke maatregelen op te dringen. Waren de R.K. Werkgevers in 1922 vóór de Kamerverkiezingen niet op hun qui- vive geweest, dan zouden de grootste onge lukken onvermijdelijk zijn geworden. En hadde prof. Veraart op 7 April 1.1. naï- velijk niet les qualités de ces défauts getoond, dan zou Katholiek Nederland thans nog niet ingezien hebben, wat er in de achter ons lig gende jaren op het spel heeft gestaan en wie het geweest zijn, die op de bres stonden voor de Katholieke eenheid. Noord-Hollandsche Vereeniging Het Witte Kruis. Bij de op 1 Mei gehouden trekking zijn uit geloot de volgende 20 seriën 541 687 1561 1751 2178 2289 2737 2870 2937 3244 3278 3594 3974 4351 4413 4589 4609 6282 6599 6715. Bij de opvolgende premietrekking zijn uit geloot van serie 4413 no. 39 premie f 15.000, serie 541 no. 32 met f 250, serie 1751 no. 46 Na de besprekingen op Chequers zijn Theunis en Hymans, de Belgische pre mier en de Minister van Buitenlandsche Zaken, Zondag naar België teruggekeerd. Wijzende op het feit, dat er tijdens de besprekingen, die plaats vonden tusschen de Belgische ministers en MacDonaid, geen deskundigen van de schatkist aanwezig waren, zegt (naar de Britsche draadlooze dienst meldt) de „Observer." „De bespre kingen waren een conferentie, waarop geen gedetailleerde politiek werd besproken of overeenkomsten werden bereikt. Theunis is zelf de voornaamste Belgische expert inzake het schadevergoedingsvraagstuk en het valt licht te begrijpen dat de bespre kingen in technische details verstrikt zou den geraakt zijn indien niet MacDonaid in staat was geweest juist door de afwezig heid van de Britsche deskundigen der schat kist slechts algemeene beginsel-quaesties toe te laten. De "moeilijkheid zoowel voor België als voor Groot-Brittannië is, dat de Fransche regeering zich tot dusver nog niet bereid heeft getoond het Ruhrgebied op te geven, zooals het plan van Dawes duidelijk voor opstelt zonder een „quid pro quo" te eischen en voor de Belgische regeering is er nog de moeilijkheid, dat zij zich verbonden heeft de Fransche eischen te steunen. Ver nomen wordt dat Theunis met zijn grootere kennis van hetgeen Frankrijk wenscht, nauw keurig heeft uiteengezet wat Frankrijk zou voldoen. Het beste, dat aangeteekend kan worden van Theunis' bezoek aan Londen is dat het aanleiding geeft tot de hoop, dat de Fransche regeering er toe zou kunnen worden gebracht het Ruhrgebied te ontrui men, enkele weken nadat het plan van Da wes in werking komt, op voorwaarde dat zij eenigen waarborg heeft gekregen dat Duitsch- land het plan zal uitvoeren. Eén voorbehoud blijft echter een ernstig struikelblok. Dat Frankrijk er op blijft staan dat de spoor weg-regie in het Ruhrgebied gehandhaafd blijft en gedetailleerde (sancties eischt, vindt de Britsche regeering moeilijk zoo niet onmogelijk te aanvaarden. MacDonaid heeft bij verschillende gele genheden in het openbaar verklaard, niet te gelooven in het vooraf opstellen van een gedetailleerde code van strafmaatregelen met het oog op onaangename gebeurlijkheden daar hij gelooft dat dergelijke maatregelen het doel verijdelen, waarvoor zij opgetsteld zijn. Intusschen is het al iets, dat men hét contact heeft hersteld tusschen de hoofden der betrokken regeeringen en daarvoor ver dient, aldus besluit het blad, Theunis onzen dank. In een hoofdartikel zegt hetzelfde blad: „België zoowel als wij zelf hebben het plan van Dawes aanvaard zonder voorbehoud. Het moet evenals wij bezorgd zijn een weg te vinden om het plan uit te voeren zonder tegelijkertijd een geheel tegengesteld pro gram van garanties te aanvaarden. Het rapport bevat zijn eigen garanties. Daar achter zal staan de algemeene nadrukkelijke waarborg van een eendrachtig internationaal besluit. De beloften waartegen het Ruhr gebied zal worden geruild liggen op tafel. Het is niet de vraag of de Ruhr-politiek effectief beëindigd zal worden, doch hoe spoedig. Anders is het rapport scheurpapier. Hoezeer wij ook in ander opzicht het Bel gische aandeel in het Ruhr-onderneming heb ben betreurd, het geeft bijzondere waarde aan iederen raad van verzoening, dien Bel gië belang heeft aan te bieden nu de tijd is gekomen om er een eind aan te maken. De „Sunday Times" zegt „Het bezoek van de Belgische ministers is welkom en be langrijk geweest. Zij hebben zichzelf tot een soort diplomatiek „clearing house" gevormd om de geallieerde standpunten inzake het herstelvraagstuk te behandelen. Zij hebben zich tot taak gesteld te trachten inzake deze standpunten overeenstemming te bereiken of tenminste daarin voldoenden gemeen- schappelijken grond te vinden voor het mogelijk maken van een eendrachtige en practische politiek. De Belgen, die loyale deelgenooten van Frankrijk zijn geweest in de Ruhronderneming zonder op te houden de vriendschap van Groot-Brittannië te ge nieten en te wenschen, bevinden zich in een mooie positie om het contact en de samen werking tusschen Whitehall en de Quai d'Orsay opnieuw te vestigen. Indien de Fransche en Duitsche verkiezingen achter den rug zijn, en de Belgische ministers hun bezoek aan Italië gebracht zullen hebben, dan zal Europa vol verwachting het oog ge richt houden op Brussel, om een reddenden en leidenden wenk te krijgen. Officieele mededeelingen over de gevoer de besprekingen worden niet gedaan, maar dat het onderwerp dier besprekingen een po ging gold om een brug te slaan tusschen de Fransche en Britsche opvattingen in zake de uitvoering van het plan der deskundigen, is wel zeker. Meer nog dan de kwestie van het voortduren van de militaire bezetting in het Ruhrgebied, waar de Belgen ook wel af willen, maar waaraan Poincaré blijft vast houden en waarin tenslotte misschien wel een compromis mogelijk zou zijn, geeft het verlangen van Poincaré tot het behoud van de spoorwegregie in het bezette gebied en geeft de kwestie van de vaststelling van even tueele sancties, moeilijkheden. Want in En geland beseft men volkomen, dat die beide Fransche verlangens met het plan-Dawes in strijd zijn. In dit plan vormen de Duitsche spoorwegen een geheel en zal dus de regie moeten verdwijnen wat komt er anders ook terecht van de fiscale en economische eenheid, en de vaststelling van sancties al bij voorbaat, zou met den geest van het rapport der deskundigen die juist op samen werking en verzoening doelen, ten zeerste in strijd zijn. Of de heeren Theunis en Hijmans nu er in geslaagd zijn een vorm te vinden voor een compromis ook in dezen en hoe dan zulk een compromis in Duitschland weer zou wor den begroet, zijn vragen, waarvan de oplos sing nog moet blijken. Trouwens Duitschland's houding inzake de uitvoering der rapporten was, voornamelijk ook wat betreft de omzetting van het Staats- spoorwegbedrijf in een Naamlooze Vennoot schap, eenigszins afhankelijk van de Zondag in Duitschland gehouden verkiezingen, die naar gemeld wordt, vrijwel zonder inci denten verloopen zijn. De opkomst was veel grooter dan men, te oordeelen naar het over het algemeen zeer rustige verloop van den verkiezingsstrijd, had verwacht. Gemiddeld zal ongeveer 75 der kiezers hebben gestemd. Aan de hand der tot dusver bekende re el taten kan men nog slechts onder het groot- s 1 voorbehoud iets omtrent de politieke ge volgen van de verkiezingen zeggen. Over .het algemeen heeft men den indruk, dat de groote verwachtingen der völkischen niet verwezenlijkt zijn. Het verlies der Duitsch- nationalen naar rechts is blijkbaar slechts ge ring. Daarentegen hebben de Duitsch-na- tionalen ongetwijfeld gewonnen ten koste van de Duitsche Volkspartij, die ook een deel van haar aanhangers aan de democraten heeft moeten afstaan. De nederlaag van de Duit sche Volkspartij zoo mag men het wel noe men komt des te onverwachter, daar haar leider, dr. Stresemann, in de laatste weken door persoonlijke propaganda bijna het bo- venmenschelijke heeft gedaan. Maar de split sing der partij door de vorming van de na- tionaal-liberale vereeniging heeft de partij toch meer geschaad dan zij zelf meende. Het Centrum heeft zich, tegen alle verwachting in, in zijn oude sterkte kunnen handhaven, het heeft hier en daar zelfs stemmen, en daar door wellicht ook mandaten gewonnen. Dat de sociaal-democraten zouden verlie zen, stond reeds van te voren vasthet was slechts de vraag, hoeveel stemmen zij aan de communisten zouden moeten afstaan. Maar ook hier blijkt tenminste voor zoover reeds thans met eenige zekerheid een oordeel kan worden uitgesproken dat de communis ten, evenals de völkischen, hun stoute ver wachtingen niet vervuld zullen zien, ofschoon erkend moet worden, dat zij sterk zijn voor uitgegaan. De sociaal-democraten schijnen voornamelijk in Berlijn en in Opper-Silezie aan stemmen verloren te hebben. Met eenige belangstelling mocht men dit maal het lot der vele nieuwe partijen en par tijtjes tegemoet zien. Met uitzondering van de Wirtschaftspartei", waarop hier en daar een groot deel van den middenstand heeft ge stemd, en de Duitsch-sociale partij, hebben de nieuwe partijen nergens ook maar een „succes d'estime" bereikt. Ook de republi- keinsche partij, die in de laatste dagen met geweldige geldsommen en propagandamate riaal getracht heeft de kiezers op haar lijst te vereenigen, is er overal treurig afgekomen. Het aantal op haar uitgebrachte stemmen is bij honderden te tellen soms was het zelfs nog minder. Concludeerend kan gezegd worden, dat de radicalen van rechts en links in de verste verte niet bereikt hebben wat zij hoopten te bereiken. Zelfs in München hebben de Völkischen, in vergelijking met de Landdag verkiezingen, één vijfde van hun aantal stem men verloren, die aan de Duitsch-nationale lijst-von Tirpitz ten goede kwamen. Over de stemmenverhouding in den nieu wen Rijksdag kan op het oogenblik natuur lijk nog weinig gezegd worden. De definitieve uitslagen, die eerst heden in den loop van den dag bekend zullen zijn, zullen moeten aan- toonen, of een regeeringsvorming der groote coalitie naar het voorbeeld van Pruisen, dat wil dus zeggen Volkspartij, democraten, cen trum en sociaal-democraten, mogelijk is. Het heeft den schijn, alsof er daarvoor een, zij het kleine, meerderheid te vinden zal zijn. Ofschoon uit vele plaatsen berichten ko men, dat de verkiezingen over het algemeen een rustig verloop hebben gehad, hoort men toch ook volgens latere gegevens zoowel uit Berlijn als uit de provincie van meer of min der ernstige botsingen waarin vooral rechts- radicalen en communisten betrokken zijn. De actie voor de nu volgende algemeene verkiezingen in Frankrijk, is thans in vollen gang. De officieele candidaatstelling heeft, zoo als van overheidswege wordt medegedeeld, tot resultaat, dat 2765 candidaten, voorko mende op 429 lijsten, zullen moeten vechten om de 584 beschikbare kamerzetels. Thans heeft ook Péret, die na veel strub belingen zijn candidatuur in de Vienne hand haaft, een groote verkiezingsrede uitgespro ken. En natuurlijk.... ter verdediging en aanbeveling van de politiek van Poincaré in buiten- enin binnenland 1 Péret, een der kopstukken van het radicale links ook al een rad van den wagen van het nationale blok 1 'it Kan verkeeren, inderdaad. Maar men begint zich zoo langzamerhand af te vragen, wien men zand in de oogen wil strooien. Natuurlijk den Katholieken in de eerste plaats. Die moeten nu zooveel stem men geven aan de zoogenaamde Poincaris tische meerderheidscandidaten, dat zij er de linksche oppositie onder kunnen houden en op hun beurt eenmaal gekomen, zich onder de leuze van de laiciteit terdege tegen de Ka tholieke eischen kunnen verzetten, zooals dat de laatste wetgevende periode telkens weer gebeurd is. Met al dat binnenhalen van rasechte radi calen maakt het nationale bloc zich niet ster ker. Doch dat is juist de opzet van Poincaré c.s., die er de groote linksche middenpartij van willen maken, sterk genoeg om te regee- ren en om de Katholieken kort te houden. En daarvoor hebben zij in de eerste plaats noodig de.... Katholieken. De vraag is maar, of ook de kiezers aan dat geknoei meedoen. Na een verdediging van Poincaré's politiek inzake de Roerbezetting als een gevolg van Duitschlands in gebreke blijven wilde Péret er op wijzen, dat Frankrijk een accoord met zijn schuldenaars en een terugtrekken zijner troepen wenschte, mits andere garanties het in staat zouden stellen tot hartelijke relaties met het Reich te komen. De rapporten der deskundigen benevens de beslissingen der commissie van herstel en die der mogendheden schenen hem gelukkige symptomen van een nabijen triomf der recht vaardigheid. Vervolgens wees Péret erop, dat de vraag stukken der financiën en ontwapening af hingen van de oplossing van de kwestie van herstel. Na de hervorming der parlementaire me thodes dienen volgens Péret de economische kracht van Frankrijk ontwikkeld en de ar beidsvoorwaarden verbeterd te worden ter wijl de instellingen voor industrie-, handels- en landbouwcredieten tot ontwikkeling moes ten worden gebracht. Ten slotte sprak Péret zich uit voor den religieuzen vrede door een liberale toepas sing van leekenwetten, voor een uitbreiding der sociale hulp in het bijzonder ten gunste van de groote gezinnen voor betere loonen der arbeiders ter voorkoming van klassen strijd. HET DREIGEND CONFLICT IN DE ENGELSCHE BOUWVAKKEN. De uitslag van het referendum over ge heel Engeland onder de bouwvakarbeiders over het aanbod der werkgevers van een halve penny per uur tegenover de gevraagde twee pence zal heden worden meegedeeld aan het comité van actie te Londen. Verno men wordt, dat de uitslag er op wijst, dat de voorwaarden der werkgevers zijn verwor pen, doch dat het bestuur der federatie wordt gemachtigd de onderhandelingen voort te zetten. HIJ OOK. Parvenu (met zelfvoldoening) „Ik ben een selfmade man. Ik ben mijn leven barre voets begonnen." Vriend „Ik ook denk je, dat ik met laar zen aan op de wereld gekomen ben DAT HINDERT NIET. Schilder „U hebt mijn schilderij Zons ondergang onderst-boven uitgestald 1" Kunsthandelaar „O, dat hindert niet dan noemen we 't maar Zonsopgang 1" EEN RAAK ANTWOORD. Mej. Praatgraag ging tusschen twee oudere heeren inzitten en zei: Een roosje tusschen twee doornen. Nee, antwoordde een van hen. „zegt u maar: een sandwich met tong!" DE GALANTE RECHTER. Rechter (tot vrouwelijk getuige zacht): „Juffrouw, aangenomen, dat u festig jaar oud wordt, hoe lang hebt u dan nog te le ven?" Getuige (luid): „Vijf-en-twintig jaar." de weinige conservatieven, die voorstemden, zich bevonden de heeren Amery, Ormsby- Gore, Sir Burton Chadwick, Sir A. Morri son-Bell, kolonel Moore-Brabazon en Lord Wolmer. LABOUR EN DE LIBERALEN Fenner Brockway, de secretaris der onaf hankelijke arbeiderspartij, zeide te Newcastle sprekend, dat de liberalen, die geloofden, dat er bij de volgende verkiezingen een overeen komst tusschen Labour en liberalen zou zijn, een vergeefsche hoop koesterden. Labour zou het recht uitoefenen de liberale candidaten te bestrijden Labour wilde een verandering der maatschappij op socialistischen grondslag en daarom stonden de liberalen ondanks hun instemming met de Labourmaatregelen van dit oogenblik, even vijandig tegenover La bour als de conservatieven. In een rede, te Leeds gehouden zeide dt Atorney-generaal Slesser, dat de rechtsge leerden der kroon nauwkeurig de positie der Britsche fascisten onderzoeken, daar zij van meening zijn, dat deze zich kunnen ontwik kelen tot een oproerige en gevaarlijke orga nisatie. EEN ERNSTIGE ONTPLOFFING DE GRENS VAN TYRONE. OP Zaterdagavond om elf uur had een hevigt ontploffing plaats op de graanmarkt van Strabane, op de grens van Tyrone, waardoor de heele stad op haar grondvesten schudde. De ontploffing werd drie mijlen ver gehoord. DE OPSTANDIGE BEWEGING OP CUBA. Een telegram uit Havana via New York meldt, dat de president van Cuba, dr. Zayas, Santa Clara, het centrum van den opstand heeft verlaten, waar een hevige strijd woedt, De opstandelingen verklaren, dat zij 5000 man in het veld hebben. DE BONUS VOOR AMERIKAANSCHB OUDSTRIJDERS. Uit Washington meldt een draadloos N. T. A.-bericht, dat president Coolidge zijn veto heeft uitgesproken over de ver hooging der militaire pensioenen. Hij heef' zich voor belastingverlaging verklaard. i EEN FRANS CH-SPAANSCH INCI DENT IN TANGER. De „Temps" meldt dat er in den zetel van een te Tanger volgens de Fransche wet gevestigde maatschappij een ernstig incident heeft plaats gehad. In Maart 1923 was de maatschappij geliquideerd. De directeur van een Spaansche bank, welke schuldeischerec kwan dezer dagen op het kantoor der maatschappij, vergezeld van eenige zijner landgenooten, en sommeerde een bediende hem bepaalde fondsen, welke hij daar had liggen, te overhandigen. De bediende wei gerde, waarop hij werd vastgegrepen en ge bonden. De Spanjaarden openden de brand kast en verwijderde zich met een aanta! fondsen ter waarde van één millioen. Het Fransche consulaat is er van in ken nis gesteld. DE VERWERPING DER E. V. Met een meerderheid van 94 stemmen heeft, naar gemeld werd, het Lagerhuis het liberale initiatief-voorstel tot invoering van evenredige vertegenwoordiging verworpen. De stemmen der ministers waren daarbij vrijwel gelijkelijk verdeeld. De premier was afwezig ten gevolge van de besprekingen met de Belgische ministers vóór hebben ge stemd de heeren Snowden, Thomas, Tre- velyan, Leach, Ammon, Shinweil, juffrouw Bondfield en de heer Alexander. Tegen stemden de ministers Wheatley, Gosling, Greenwood, Sidney Webb, Law- son, Fred Hall en Tom Kennedy, bij wie zich 80 a 100 leden der Labourpartij aan sloten. Slechts één liberaal, Sir George Croydon Marks, stemde tegen, terwijl onder Donderdag stond voor de Rechtbank in Den Bosch terecht A. A. van L., 24 jaar, landbouwer te Uden, beklaagd dat hij op 1 Jan. 1924 doodslag heeft gepleegd op W. van der Heijden te Vorstenbosch. Bekl. be kende het hem ten laste gelegde. Hij had ru zie gekregen met den verslagene, omdat deze niet voor zijn fiets had willen uitwijken, v.d. W. had hem toen gedreigd in het water te zullen gooien en had hem een klap gegeven, waardoor hij zoo kwaad was geworden, dat hij zijn mes greep een groot slagersmes dat hij wel eens voor de veiligheid bij zich droeg Daarna was v. d. H. gestoken, die dood neer zeeg. Wegens aware mishandeling, den dood ten gevolge hebbende, eischte het O. M. een gevangenisstraf van 5 jaren. Mr. Hengst, de verdediger, betoogde dat bekl. uit noodweer heeft gehandeld. (Vervolg en Slot.) Het was geen ontgoocheling. Ginder aan len rand van het bosch, dat aan den akker jrensde, kwam de gestalte van een slanken jongen man te voorschijn. Hij wenkte leven dig met de hand. Nu bemerkte hem ook Agatha een hoog rood bedekte haar gelaat, sikkel ontgleed aan haar handen, zij ijlde °P hem toe en stak hem de handen toe. De manier, waarop zij elkaar begroetten, was *eer hartelijk en getuigde van groote ver- Jouwelijkheid, zooveel kon Eva wel gewaar 0rden. Wat had zij niet willen geven om e/gesprek te kunnen afluisteren 1 te n' hiw te staan en uit de verte te moe- k l°ekijken, dat hield Eva niet uit. Als een s oop j-jj weg kings de boomen om achter een stam verborgen zooveel mogelijk af te uis eren. Doch toen zij kort genoeg bij was, twee van elkander en zij kon S e°r SJi 'aatste woorden van Agatha hooren „uo.d zegen je, lieve Bernard. Ik heb nu geen tijd meer. Ook zouden wij licht gezien kunnen worden. Maar vanavond precies ne gen uur ben ik weer op deze plaats Zorg maar, dat je niet te laat komt." Daarmee ging Agatha terug naar haar ar- beid, terwijl de jonge man, die nog herhaalde malen omkeek, in de schaduw van het bosch verdween. Op Eva's gele wangen gloeiden twee roode vlekken, haar oogen schitterden van boos aardige vreugde, een valsche lach gleed over haar leelijk gelaat en zegevierend mompelde zij in zich zeiven.: „Heb ik je daar, eindelijk, valsche huiche laarster met je schijnheilig engelengezicht. Nu zult ge mij niet ontsnappen. Ik breng de rechte lui op je spoor en jaag ze je op den hals, hoor 1" De avondschemering week voor het duis ter van den nacht en in het dorp was alles reeds in rust. Alleen op den Berghof flikkerde nog een licht. Dit was in de kamer van den ouden man. Agatha ging stil rond en bracht alles in orde. Zij maakte het bed van den zieke wat op, schudde de kussens op, streek de dekens glad en verzorgde den grijs aard met alle liefde. „Zie zoo, vadertje," sprak zij ten laatste op haar eigenaardig weeken toon, „voor het oogenblik is alles zooals ge het noodig hebt. Ik heb iets te doen, dat geen uitstel kan lij den, daarna kom ik nog eens kijken." Spoedig daarop knarste even de huisdeur, Agatha trad naar buiten en sloeg het voetpad in, dat naar het bosch leidde. Ook op den Rotherhof werd eenig geruisch vernomen als het kraken van zand onder zware schreden. Een man trad naar buiten en volgde het meis je op eenigen afstand. Op dezelfde plaats als 's morgens kwam de jonge man Agatha tegemoet en geen van bei den bemerkte in de vreugde van het weder zien de donkere schaduw, die achter een boom verdween. „Gelukkig, dat je daar bent" zei de jonge man met een zucht van verlich ting. „Het is mij altijd zoo angstig om het hart en de vrees verlaat mij niet, dat ge om mijnentwil in ongelegenheid zult geraken of zelfs verdacht zoudt kunnen worden. Van daag ben ik bijzonder ongerust, het is mij of een ongeluk je bedreigt." „Kom, kom, Bernard. Het is toch niet anders en het is niet de eerste maal dat wij elkaar hier treffen. En nog nooit is mij iets overkomen. Niemand heeft eenig vermoeden. Daar zal de goede Hemelvader wel voor zorgen, die weet dat alles uit liefde geschiedt, uit liefde voor mijn eenigen broeder. Maar zie hier, nu komt de hoofdzaak. Zie eens wat een aardig hoopje geld. De boerin betaalt mij mijn loon op mijn verzoek per half jaar en ik krijg meer dan eens een fooi, als er een stuk vee verkocht wordt. Hier heb je alles, ik zelf heb niets noodig, voor jou is het echter kostelijke hulp bij je zware studies." „God zal je er voor loonen, Agatha, wat je voor mij doet, al de zusterlijke liefde en trouw en het offer dat ge voor mij brengt, om mij den weg mijner roeping te doen gaan. Als ik mijn doel bereikt heb, zal ik je er voor danken, maar geheel kan ik dit nooit." „Wil je wel eens ophouden, broertje. Wie zal er de grootste vreugde van hebben, denk je Of is het geen groot geluk te denken, dat iemand priester wordt en veel zielen voor den hemel wint. En wat dan als de toekom stige priester mijn eigen broer is Zie, Ber nard, het is mij nu al zoo zalig in het hart en ik voorzie, dat thuis alles weer in orde komt. Onze stiefvader zal stellig tot beter inzicht komen, wanneer ge eens als priester voor hem staat, en dan zal het hem berou wen je zoo hardvochtig de deur gewezen en je de middelen geweigerd te hebben om te studeeren, omdat je zijn zin niet hebt willen volgen en boer worden. Mij zal hij ook wel vergeven, dat ik hem de schande aangedaan heb, mij als stalmeid te verhuren om je met mijn loon te helpen. En moeder krijgt daarna ook weer gelukkige dagen en vergeet het doorgestane leed in de groote vreugde, dat de wensch van onzen overleden vader ver vuld is, die geen vuriger verlangen kende dan jou priester te zien worden. Ik geloof ook dat alleen zijn voorbede het bewerkt heeft, dat ik zoo word gezegend en dat niemand nog er achter gekomen is dat ik een boeren dochter uit Zeil ben. Nog een paar jaren en de nachtegaal vliegt weer weg over de bergen vanwaar ze gekomen is, en jij, Bernard, zijt dan een priester Gods." „Zooals God wil, Agatha, maar nu moeten wij scheiden van moeder en Lena en de kleine moet ik je vele groeten doen. Ze ver langen allen naar je. Vaarwel, zuster, je hebt rust noodig en voor tnij heet het flink aan stappen, de weg naar de boschwachters- woning is lang. Morgen vroeg verlaat ik het gastvrije huis waar ik dezen nacht een vrien delijk onderkomen vond. Tot weerziens met de vacantie, en nogmaals, God loone het je." Een innige handdruk nog en zij scheidden. Toen Agatha's snel wegijlende gestalte in het donker van den nacht verdween, verliet ook de luisteraar zijn post en sloeg den zelfden weg in als het meisje. „Eva," fluisterde hij, „ditmaal hebt ge mis geschoten. Je weet niet wat je mij vandaag voor een grooten dienst bewezen hebt, nu ken ik eerst goed de waarde van dat gouden hart. Wat is de nachtegaal toch een lief, edel meisje Jou echter, slang, zal ik de gifttanden uitbreken, ge zult je niet voor niets aan dat meisje gewaagd hebben." IV. In den vroegen morgen van den volgenden dag streed de oude man den laatsten, zwaren strijd zijn adem ging zwaar en rochelend, het oog stond star en verglaasd, onder na- melooze smarten bevrijdde zich de ziel van de boeien des lichaams. Maar de stervende was niet alleen in dit moeilijke uur, een lief derijke engel stond hem ter zijde. Agatha ondersteunde zijn vermoeid hoofd, droogde het doodszweet van zijn voorhoofd, drukte telkens weer het kruisbeeld aan zijn bleeke lippen, sprak woorden vol heilig geloof en kinderlijk vertrouwen en wekte in de ziel des stervenden het verlangen naar den hemel, naar de eeuwige Woningen, tot eindelijk het arme hart stilstond en de grijsaard den strijd had uitgestreden na een laatsten dank baren blik op Agatha, zijn trouwe verpleeg ster. i Het meisje was diep ontroerd, toen de majesteit van den dood op het bleeke voor hoofd van den overledene troonde. Het waren tranen van oprechte smart, die Agatha om den haar dierbaar geworden grijsaard stortte en zij beval zijn ziel in een innig gebed aan de barmhartigheid Gods. In huis begon het levendig te worden, de dienstboden gingen aan hun werk, uit de kamer klonken de stemmen van de boerin

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5