BINNENLAND.
STOOMVAARTLIJNEN.
GEMENGD NIEUWS.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Het laatste Oostenrijksche
Kindertransport vertrokken.
1921 227.757.80 401.298.42%
1922 60.816.75 94.192.37%
1923 38.810.15 57.765.24
1924 1.677.23 5.023.82
1919 4 3 53 242.000
1920 22 10 217 1.172.000
RECHTSZAKEN.
De stranding van het S. S.
Amsterdam
MANUFACTURENDIEFSTAL TE AM
STERDAM.
De vermiste vakvereenigings-
bestuurder terecht.
Door den bliksem.
De doodgeschoten inbreker.
Schrikaanjagende vlinders.
Bij het zwemmen verdronken.
Faillissementen in Nederland.
SOCIALISTISCHE OPVOEDING
Vroeger waren liberalen en socialisten
het er over eens, dat aan de kinderen neutraal
onderwijs behoorde gegeven te worden.
Nu weten wij, katholieken, heel goed, dat
neutraal onderwijs alleen mogelijk zou zijn,
als de onderwijzer geen persoonlijkheid, maar
ren machine, een automaat was.
Neutraal onderwijs bestaat niet.
We hebben dan ook gezien, wat er van dat
z.g. neutraal onderwijs terecht komt. In de
openbare school valt men over de socialis
tische en communistische onderwijzers, om
trent wier „neutraal" onderwijs men zoo
heel gerust niet behoeft te wezen.
Met de socialisten gaat dat nu anders
worden. Ze gaan nu hun kinderen op school
socialistisch opvoeden.
Otto Felix Kant geeft daar in de „Sozialis-
tische Erzichung" een staaltje van.
Hij laat een opvoeder met kinderen van
11 tot 14 jaar het onderwerp behandelen
Wat willen de sociaal-democraten?
De kinderen, zegt hij, interesseeren zich
zeer levendig voor deze vraag, en men ver
baast zich over de juiste gedachten, die de
kinderen daarover hebben.
Van juiste gedachten gesproken, wat zegt
men van het volgende gesprek tusschen op
voeder en kinderen
Opvoeder: „Gaat het de arbeiders slecht?"
Kinderen: „Ja."
O.: „Hoe dan?"
K.: „Weinig loon Werkloosheid
O.: „Waarom ontvangt de arbeider weinig
loon?"
K.: „Omdat de baas (fabrikant de rij
ken) hem niet meer betaalt."
O.: „Waarom betalen die dan niet meer?"
K.: „Omdat zij zelve veel verdienen wil
len."
O.: „Hoe kunnen dan toch de fabrikanten
iets verdienen; werken zij dan?"
K.: „Neen."
O.: „Nu, menigeen leidt het bedrijf en
werkt er ook wel in mee. Dan zijn. er ook
zeer zeker velen, die werken weinig of niets.
Waarom verdienen zij dan toch?"
K.: „Omdat zij de heeren zijn, omdat hun
de fabriek behoort."
Wij breken hier het gesprek af.
Uit het vervolg blijkt, dat de kinderen
van oordeel zijn, dat de fabriek van den fa
brikant moet worden afgenomen en aan de
arbeiders gegeven, die dan „zooveel zouden
voortbrengen als alle menschen noodig
hadden, met meer en niet minder."
Deze manipulatie met de fabrieken, ver
klaart de opvoeder, heet socialiseeren, en de
menschen, die dit doel nastreven, noemt men
socialisten.
Hiermee is de les uit.
Het „Huisgezin" teekent hierbij raak aan:
„Nu zouden wij, niet aan katholieken,
maar aan nuchtere sociaal-democraten als
Schaper of Gerhard willen vragen, wat zij
van dezen poespas denken.
Hoe ze een dergelijke „les" vinden, en
of ze niet ergerlijk van oppervlakkigheid is.
Ons dunkt zoo, dat een man als de heer
Schaper van zulke „socialistische opvoeding
niets moet hebben.
Als wij zóó een katholieke opvoeding
gaven, zouden we ons hebben te schamen."
Donderdagmiddag om 4 uur vertrok met
's-Hertogenbosch als uitgangspunt het laatste
kindertransport van het Ned. R. K. Huis-
vestings-Comité naar Weenen. Bij het ver
trek waren de leden van het Dagelij ksch
Bestuur en leden van plaatselijke comités,
die de kinderen begeleidden, aanwezig. Het
was ditmaal wel een roerend afscheid zoo
wel voor kinderen als voor pleegouders en
bestuur. Dit vertrek beteekende immers het
definitieve einde van de Oostenrijksche actie
van het R. K. Huisvestings-Comité. Voor het
bestuur van het R. K. Huisvestings-Comité
was het eene voldoening de kinderen in bla
kende gezondheid aan de ouders te Weenen
te mogen teruggeven, zooals er reeds tiendui
zenden in voorgaande jaren waren voorge
gaan. Voor kinderen en pleegouders waren
het moeilijke en droeve oogenblikken. Want
onder de ongeveer 700 kinderen, die thans
terugkeerden, waren juist degenen, waaraan
men het meest was gaan hechten, kinderen
die drie, vier en meer jaren bij hun Holland-
sche pleegouders hadden vertoefd, dezen als
't ware als hun eigen ouders waren gaan be
schouwen, terwijl de Hollandsche families
slechts ongaarne de kinderen, die zij tot hun
eigen gezin waren gaan rekenen, afstonden.
Er werd dan ook menige traan gestort. Zal
men elkaar nog ooit weerzien? De pleeg
ouders hadden het vertrek der kinderen zoo
lang mogelijk uitgesteld, maar nu was toch het
oogenblik gekomen, dat aan het verblijf in
Holland onverbiddelijk een einde moest ko
men. Na deze vertrekt er van wege het co
mité geen enkele trein meer naar Weenen
en zonder uitdrukkelijke toestemming der
Weensche ouders, die daarvoor een geze
gelde verklaring hadden te teekenen, moes-
ten]alle nog in het land vertoevende Oosten
rijksche kinderen met deze laatste gelegen
heid naar hun vaderland terugkeeren. Onge
veer een 300-tal kinderen blijven met toe
stemming hunner ouders in Nederland. De
pleegouders hebben, door onderteekening
eener verklaring, alle verplichtingen en alle
verantwoordelijkheid voor deze kinderen
van het R. K. Huisvestings-Comité overge
nomen.
Het bestuurslid, de heer Eugène Goulmy
had bij het vertrek de aardige attentie om
door zijn bekend Kon. Muziekkorps door het
spelen der verschillende volksliederen een
laatsten afscheidsgroet van Holland te doen
brengen aan de vertrekkende Oostenrijkers
en daardoor aan Oostenrijk zelf. Er werden
verschillende foto's genomen.
Nu hierdoor de werkzaamheden voor
wat Oostenrijk betreft, definitief zijn geëin
digd, moge hier een beknopt voorloopig
overzicht over deze werkzaamheden volgen.
De Oostenrijksche Kinderactie begon in
1918, toen 500 kinderen naar ons land
werden gebracht. In totaal heeft het comité
sedert dien in 60 kindertreinen 27.118 kin
deren in ons land ondergebracht, n.l.
1918.... 500 kinderen
1919.... 4100 kinderen
1920...12255 kinderen
19216245 kinderen
1922.... 3086 kinderen
1923.... 932 kinderen
Totaal ..27.118 kinderen.
In December 1920 werd het Kinderheim
Faniteum te Weenen geopend, in Mei 1921
het Kinderheim te Gablitz en in Juni 1921
dat te Göllersdorf. Deze drie Kinderheimen
zijn geregeld vanwege het comité geëxploi
teerd. Voor de verpleging van circa 1000
kinderen heeft het comité daaraan f 57.528.50
ten koste gelegd.
De totale ontvangsten en uitgaven in geld
hebben bedragen
1919-20 f 252.844.70% f 175.554.49%
f 581.906.64 f 736.834.35%
Wat meer is uitgegeven dan ontvangen is
geput uit de giften, die zonder bestemming
zijn gegeven.
Onder de ontvangen gelden zijn f 44757.43
van particulieren, f 317.943.24 door tusschen-
komst der comité's, f 26869.17 van v.ereeni-
gingen en instellingen (kloosters e. d.),
f 98976.29% van pleegouders als tegemoet
koming in reiskosten, f 57.107.16 voor Kit>
derheime f 12594.51 voor vrachten en
f 23657.83% diversen.
Bovendien werden de volgende wagons
levensmiddelen verzonden
Liefde- Klee- diverse Aard. Waarde
gaven ding levensm.
1918 2 f 12.000
1921 23 138.000
1922 22 1 175 184.810
1923 9 1 8 61.200
1924 2 12.000
Totaal 84 14 271 183 f 1.822.010
In het geheel dus 552 wagons ter waarde
van f 1.822.010.—.
Teneinde de geheele hulpverleening onder
cijfers te kunnen brengen, heeft het bestuur
voor de verplegings kosten der kinderen door
pleegouders als gemiddelde aangenomen
f 150, wat zeker niet te veel is, als men be
denkt, dat de groote meerderheid der kin
deren langer dan 3 maanden en zeer vele
meerdere jaren in ons land hebben vertoefd
en niet alleen gevoed werden, maar ook op
nieuw gekleed, onderwijs ontvingen, enz. De
gaven, die zij bij hun vertrek medebrengen,
worden ingevolge steekproeven gemiddeld
op f 50 geraamd, wat degenen, die de kin
deren hebben zien vertrekken met manden
en pakken, die zij nauwelijks konden dra
gen, en daarbij meestal met een goed ge
vulde portemonnaie of een zakje met geld,
dat op de borst was gehangen, evgneens
als een laag cijfer zullen erkennen. Men komt
dan voor de 27.118 kinderen tot een totaal
van f 5.423.600.—.
Ongerekend datgene, wat rechtstreeks bui
ten de administratie van het comité om, uit
Nederland naar Weenen werd gezonden, wat
door afdeelingen rechtstreeks in Weenen is
besteed ingevolge het verlangen der schen
kers en waarvan niet altijd opgave gedaan
is aan het hoofdbestuur niet te vergeten
wat rechtstreeks is verzonden geworden door
de pleegouders, die nog steeds met de Ween
sche ouders in connectie staan, eh van het
geen te Weenen door Nederlanders zelf is
geschonken, komt men derhalve tot de vol
gende cijfers.
27118 kinderen...f 5.423.600.
552 wagons levensmiddelen f 1.822.010.
Uitgaven in geldf 736.834.35
Weef tien dagen vastzitten en bekwam vrij
ernstige schade.
Door den inspecteur voor de scheepvaart
was naar aanleiding van deze stranding een
aanklacht ingediend tegen den gezagvoerder
en den derden stuurman.
Zij werden dus gehoord „op daad of na
latigheid". Bij dit onderzoek bleek, dat de
tweede stuurman geregeld te laat afloste. Ook
in den bewusten nacht is dit gebeurd. Boven
dien verklaarde de derde stuurman, dat de
tweede na het overnemen van de wacht in
de kaartenkamer op een sofa is gaan zitten,
in plaats van op de brug te gaan staan.
De Raad besloot toen ook den tweede
stuurman „op daad of nalatigheid" te hoo-
ren.
Deze verzocht daarop, de zitting te schor
sen, ten einde een rechtskundig adviseur te
kunnen raadplegen. De Raad willigde dit ver
zoek in en Donderdag had onder zeer groote
belangstelling de voortzetting van deze zaak!
een gevangenisstraf van twee jaren en zes
maanden.
De verdedigers, mr. Koldewijn en mr.
Hingst, pleitten vrijspraak, subs, clementie.
Vervolgens stond de kleermaker terecht.
De man was blijkbaar zoo doof dat de bode
hem alle vragen van den president in de ooren
moest schreeuwen, tot vermaak van het pu
bliek op de tribune.
Bekl. ontkende. Hij was heusch te goeder
trouw geweest, had niet aan diefstal gedacht.
Pas nadat de heeren havenarbeiders wegge
gaan waren, had hij namen en adressen op de
zakken gelezen en toen was hij doodsbang
geworden voor de politie.
Pres. Men koopt toch geen manufactu
ren van havenarbeiders
Bekl. Neen, maar ze vertelden mij dat, ze
't geruild hadden voor tabak, thee en sigaren.
Pres.Bovendien worden manufacturen
plaats. j toch niet in kolenzakken verpakt
d,D^dX Lw.„d schui-
oefend op het overnemen van de wacht. ^2 en knikte zielig met zijn grijze hoofd
Tv 1 11 J 1. 1I1 - I\ 7T«« rr fl. rtCYI T T Hlll IIP f r/tf/A a/Ji(YOP
De kapitein antwoordde, dat hij heel vaak
bij het overgeven van de wacht aanwezig is
geweest. Van te laat komen door den tweede
stuurman was dan nooit sprake
Mr. v. Gigch Jr., die als verdediger op
trad, verzette zich tegen 't hooren van een der
havenarbeiders. Spr. lichtte dit verzoek uit
voerig toe en wees op de opvatting dienaan-
De tweede stuurman bleef bij zijn verlda- gaande in de juristenwereld.
ringen zooals hij die reeds had afgelegd. Hij Rechtbank besliste na raadkamer dat de
is tien minuten over twaalf op de brug ge ko- s
Totaalf 7.982.444.35
Een cijfer, dat wel heel duidelijk spreekt
van den liefdadigheidszin der Nederlandsche
Katholieken
De aanklacht tegen de officieren.
Veertien dagen geleden deed de Raad voor
de scheepvaart onderzoek naar de stranding
van het s.s. „Amsterdam", van de Kon. Ned.
Stoomboot Mij., op de Zuidkust van San
Domingo op 16 .Oct. 1923. Aan boord waren
47 man equipage en 11 passagiers, het schip
was geladen met ijzer en cement en onderweg
van Antweren naar Kingston. Het schip
men en toen nog even naar de kaartenkamer
gegaan om naar de kaarten te kijken. Een
oogenblik later hoorde hij „branding" in de
nabijheid.
Beide stuurlieden gingen toen naar buiten.
Even later, 12.20, liep het schip vast.
De derde stuurman herhaalde zijn verkla
ringen, dat de tweede steeds te laat kwam
aflossen, soms wel een uur of drie kwartier.
De „tweede" is op de sofa gaan zitten, in
plaats van naar de brug te gaan, volgens get.
Dit bleef zoo, tot de stranding plaats vond.
De stuurmansleerling, die bij het ongeval
op de brug was, werd vervolgens als getuige
gehoord. Hij verklaarde, dat hij om twaalf
uur op de brug kwam. De derde stuurman
was toen in de kaartenkamer. Om over
twaalven is get. naar de hut van de tweede
stuurman gegaan om hem te „porren." Die
was toen evenwel reeds op. De derde stuur
man Devond zich in de kaartenkamer toen
de leerling hem dat melddè.
Get. bevestigde dat de tweede stuurman al
tijd te laat afloste. Dikwijls kwam hij een
half uur, een enkele maal drie kwartier te
laat. Hij werd dan om het „kwartier gepord."
De tweede geeft toe, dat hij eens wat laat
kwam, maar dikwijls werd hij slecht gepord.
Vervolgens werd de roerganger gehoord.
Zij verklaringen wierpen geen nieuws op de
zaak.
De Inspecteur voor de Scheepvaart, de
heer Bouwman, merkte op, dat de 3de stuur
man de brug niet had mogen verlaten, voordat
de wacht was overgegeven.
Ook de tweede stuurman was tekortgescho
ten. Het prestige van de stuurlieden gaat ver
loren als de stuurlui steeds te laat komen.
Spr. meende dat bij behoorlijke contróle
een en ander niet mogelijk was geweest.
Wanneer alles gedaan was wat gedaan had
moeten worden had deze stranding niet plaats
behoeven te vinden.
Spr. heeft in het journaal vergeefs naar
een Sterbestek gezocht. De fout ligt bij den,
gezagvoerder. Hier is een zorgelooze naviga
tie gevoerd. Het was een onordelijke boel
zeide spreker.
Spr. vroeg schorsing zoowel voor den kapi
tein als voor den tweede en derde stuurman.
Kapitein Tit bracht hier tegen in dat con
tróle niet altijd mogelijk was. Hij veronder
stelde dat zijn officieren hun plicht deden
zooals hij dit zelf deed.
Als hij aanwezig was werd de wacht op
tijd overgenomen, was van een onordelijke
boel geen sprake. Wat de stranding zelf be
treft, het is mogelijk dat er een stuurfout is
gemaakt of dat de stroom het schip parten
heeft gespeeld.
Maar zeer wel mogelijk was het ook dat
atmosferische storingen zijn opgetreden.
De derde stuurman zegt altijd zijn plicht
te hebben gedaan als hij op wacht was.
De tweede stuurman J. J. C. de Lange, ver
dedigde mr. Seret, die meende dat de tweede
stuurmanin het geheel geen schuld had. Hem
wordt slechts ten laste gelegd het feit van het
te laat komen op de brug.
PI. betwistte dat het te laat komen de
stranding mede heeft veroorzaakt. Op grond
van het verwijt dat tot den tweede stuurman
was gericht, kan volgens pl. geen disciplinaire
maatregel worden genomen. Dat hij in de
kaartenkamer is gegaan, kan hem niet ver
weten worden. Dit kan men wel een derde
stuurman doen. Diens nonchalance was oor
zaak van de stranding. Hij had op de brug
moeten blijven tot de tweede daar was aan-
gelonjen.
De derde stuurman A. Koch, had den
tweede niet gewezen op gevaar. Pl. verzocht
daarom geen tuchtmiddel tegen den tweede
stuurman te nemen.
De raad zal later uitspraak doen.
De Vierde Kamer der Rechtbank te Am
sterdam behandelde Donderdag de zaak tegen
twee havenarbeiders beschuldigd van heling.
Op 27 Maart 1.1. verdween uit een loods
aan de Amsterdamsche Handelskade een
massa manufacturen, voor een waarde van
omstreeks f 5000. Van de dieven was geen
spoor te vinden. Maar de twee broeders, de
havenarbeiders, die de gestolen goederen ten
huize van een 57-jarigen kleermaker brach
ten, werden gevat. Deze helers ontkenden
ter terechtzitting. Een onbekende had hen
die opdracht gegeven. Wel gaven zij toe dat
zij op 28 Maart 1.1. en daarvoor reeds eenige
malen, manufacturen aan den kleermaker, be
woner van de Oude Waal, bezorgd hadden.
Zij gebruikten daarvoor een sleeperswagen.
In 't geheel waren een zeventien balen manu
facturen bezorgd, verpakt in kolenzakken.
De kleermaker kocht de partij voor f 2500
en betaalde daarvan eens f 600 en later nog
eens f 680.
Het O. M. waargenomen door mr. Mas-
sink, requireerde tegen ieder der beklaagden
get. geen medebekl. was en dus gehoord kon
worden. De get. legde vervolgens eenige be
zwarende verklaringen af.
Mr. Massink betoogde in zijn requisitoir
dat de advocaten zich verzetten tegen het
hooren onder eede als getuigen van mede-
beklaagden, niet zoozeer terwille van de alge-
meene moraliteit, dan uit de eeuwige vrees dat
de waarheid aan het licht zou komen.
Spr. eischte tegen bekl. een gevangenisstraf
van twee jaar. Want, zeide spr., bekl. heeft
het feit herhaaldelijk gepleegd en een blanco
strafregister zegt niets ten aanzien van de
kwestie of bekl. niet vroeger meer strafbare
handelingen zou gepleegd hebben.
Mr. van Gigch meende dat zeker van opzet
telijke heling geen sprake was, misschien van
schuldheling Pl. vroeg echter vrijspraak,
subs, een clemente straf en de onmiddellijk
invrijheidstelling van beklaagde.
De Rechtbank ging in raadkamer en wees
daarna dit verzoek af.
Uitspraak 27 Mei a.s.
BINNENLANDSCHE HAVENS.
MAASSLUIS, aangekomen 16 Mei. West-
land st. Galveston. Damsterdiep st. Kings
nn. Jannakis st. Hamburg. Borgeshad st.
Liverpool. Antonios Jannoulatos st. A'dam.
Cavalla st. Hamb. Bernisse st. id. Bendi st.
id. Venus st. A'dam. Tynehome st. Sunder
land. Sir James Bell st. New Castle. St.
George st. Harwich. Felixtowe st. id. Am.
L'Hermite st. Duinkerken. Nyroca st.
Southampton. Aldabi st. Antwerpen. Bata
vier IV st. Londen.
Vertrokken, 15 Mei. Biri st. Arendal.
Trinton st. Harwich. Archangel st. id.
16 Mei. Alkaid st. Montreal. S. N. A. III
st. Rouaan Fleswick st. Londen. Kapella
st. Riga. Braune st. Aalborg. Nivose st.
Genua. Texas st. Argentinië.
MAASSLUIS. Aangekomen 15 Mei:
Grimgerde v. Stettin, Ary Scheffer V. Ha
vre, Sierra Morena v. Blyth. Jacques Car-
tier v. Antwerpen Lightfood v. New Castle,
Aachen v. Oost Azië, Commespeak v. Hous
ton.
Vertrokken Guernica n. Genua, Trito
n. Cork, Belbro n. Leith, Hertha Maersk
n. Middelsbro. Mey n. Malmö.
MAASSLUIS. Aangekomen 16 Mei. Al
pha v. Alexandrië. Effie Gray v. Londen.
Marken v. Narvik. Zwijndrecht v. Amster
dam. Olge v. Felixtowe. Depute Josselin
de Rohan v. New Castle.
Vertrokken Zukunft en Kosmos (lich
ters) beide naar Hamburg per sleepboot
Diana. Flensburg n. Narvik. Danae n. Rouen.
Wind West.
MAASSLUIS. Aangekomen 16 Mei. Rus-
seth Collignon van Onton, Westerner van
Baltimore, laatst van Antwerpen. Tenning-
ton van Methi. Saltmorshe van Goole.
Vertrokken: Oreon naar New Castle. Me-
rak naar Narvik. Werta naar Ancona.
NEDERLANDSCHE STOOMVAART
LIJNEN.
ARIADNE (K. N. S. M.) 15/5 v. Genua te
Barcelona.
ADONIS (K. N. S. M.) 15/5 v. Oran n. Pa
tras.
AURORA (K. N. S. M.) 15/5 v. Alicante te
Carthagena.
ALDABI (R. Z. A. lijn) 16/5 v. West Afrika
te A'dam.
ALMELO (W. I. M.) 15/5 v. Mollendo n.
Area.
BILDERDIJK (H. A. L.) 15/5 v. Boston te
Philadelphia.
BANKA (JavaNew-Yorklijn) JavaNew-
York p. 15/5 Perim.
BANDOENG (R. Lloyd) uitreis p. 15/5
Ouessant.
BERENICE (K. N. S. M.) v. San Carlos n.
Valencia.
CLIO (K. N. S. M.) 15/5 v. Valencia n.R'dam
R'dam.
DEUCALION (K. N. S. M.) 15/5 v. Malta
n. Alexandrië.'
DE GREVE (Paket) 14/5 v. New Castle
N.Z.W. naar Singapore.
DARDANUS (Oceaan) Yokohama-R'dam
14/5 te Tientsin.
DJOCJA (H. W. Afr. lijn) thuisreis p. 15/5
Las Palmas.
EURYADES (Oceaan) Liverpool-Soerabaya
15/5 v Port Swettenham.
EMMAUES (Oceaan) Japan-R'dam 15/5 v.
Port Swettenham.
EMMAEUS (Oceaan) Japan-R'dam 14/5 v.
Singapore.
ERATO (K. N. S. M.) 15/5 v. Kopenhagen
n. A'dam.
FLANDRIA (H. Lloyd) uitreis 15/5 v. Cher
bourg.
HERCULES (K. N. S. M.) 15/5 v. Algiers te
Piraeus.
HAARLEM (W. I. M.) A'dam-Chili p. 15/5
Lizard.
KAMBANGAN (Nederl.) 15/5 v. Java te
A'dam.
KENNEMERLAND (H. Lloyd) 14/5 v.
Buenos Ayres n. Valparaiso.
LOCH KATRINE (H. A. L.) R'dam-Pacific
16/5 v. Cristobal.
MERIONES (Oceaan) Japan-R'dam 14/5
te Londen.
MEERKERK (Br. Ind. lijn) uitreis p. 15/5
Gibraltar.
MONTFERLAND (H. Lloyd) uitreis 15/5
v. Las Palmas.
NIEUW AMSTERDAM (H.A.L.) R'dam-
New York 15/5 van Halifax.
NIEUW AMSTERDAM (H.A.L.) R'dam-
New York p. 14/5 Sable Island.
NEREUS (K.N.S.M.) Valencia-A'dam p.
15/5 Ouessant.
OBERON (K.N.S.M.) Algiers-A'dam p. 15/5
Ouessant.
PATROCLUS (Oceaan) 14/5 van Shanghai
naar Rotterdam.
RIJNLAND <H. Lloyd) thuisreis 15/5 van
Bahia.
PRIAM (Oceaan) Liverpool-Batavia p. 16/5
Gibraltar.
RADJA (Nederl.) thuisreis 14/5 v. Colombo.
SATURNUS (K.N.S.M.) 15/5 van Vigo n.
Lissabon.
STELLA (K.N.S.M.) 14/5 van Smyrna n.
Valo.
STRABO (K.N.S.M.) 15/5 van Passages te
Bilbao.
SUMATRA (Nedetl.) 16/5 van Narvik naar
R'dam.
ULYSSOS (K.N.S.M.) 14/5 van Constan-
tinopel naar Bourgas.
VENUS (K.N.S.M.) 16/5 van A'dam te Rot
terdam.
ZEUS (K.N.S.M.) 13/5 v. R'dam te Bilbao.
BREEDIJK (H.A.L.) thuisreis p. 15/5 8.20
uur n.m Lizard.
INSULINDE (R. Lloyd) uitreis p. 15/5
Kaap del Armi-.
LE MAIRE (Paket) 9/5 van Rangoon naar
Sumatra.
MERAUKE (R. Lloyd) 14/5 van R'dam te
Batavia.
MODJOKERTO (R. Lloyd) thuisreis 13/5
van Port Said.
OOSTKERK (H.O.A. lijn) 15/5 van Shangai
naar Antwerpen.
STADSDIJK (H.A.L.) thuisreis p. 15/5
5.35 u. n.m. Ouessant.
IJSELSTROOM (H. W.-Afr. lijn) 15/5 te
Gr. Bassam, ladende voor Amsterdam,
BUITENLANDSCHE HAVENS.
ALCOR Barry-Buenos-Ayres 15/5 te Las
Palmas.
ALGORAB 15/5 van Buenos Ayres naar
Montevideo.
ARIADNE 13/5 van Setubal naar Antwer
pen.
BEURSPLEIN 15/5 van Kqpervick naar
Rotterdam.
CERES 14/5 van R'dam te Abo.
CONDOR 14./5 van Narvik naar R'dam.
EVEREST 8/5 van Rotterdam te Riga.
GAASTERLAND 15/5 van Blyth te Bou
logne.
GELDERLAND 16/5 van Immingham te
Hamburg.
HEINRICH HUGO STINNES 15/5 van
Narvik naar Rotterdam.
INDUSTRIA 15/5 van Antwerpen te Havre.
LISBETH CORDS 15/5 van Dantzig naar
Rotterdam.
NEUTRAAL 15/5 van Bordeaux te Passages.
NIEUWLAND 15/5 van Harlingen te Gooie.
OERNE p. 15/5 Brunsbuttel v. Oxlesund n.
Rotterdam.
SCH1ELAND 14/5 van Hamburg te New
Castle.
ST. JANSLAND 14/5 van IJmuiden te New
Castle.
ST. PHILIPSLAND 15/5 van Cardiff te
Rouaan.
THEANO 15/5 van Ayr naar Amsterdam.
URSULA van Stettin naar Rotterdam p.
15/5 Brunsbtittel.
WESTLAND 15/5 van Amsterdam te Leith.
Naar uit Almelo aan „Tubantia" wordt be
richt, is de heer Van O., wiens vermissing
gemeld werd, in zijn woning aldaar terugge
keerd.
Woensdagavond is de bliksem ingeslagen
in de landbouwschuur van C. Verhagen te
Zuid-Zande bij Oostburg (Z.), welke een
prooi der vlammen werd. Het vee kon geted
worden Alles was verzekerd.
Naar aanLiding van het doodschieten van
den brutalen inbreker te Vlodrop (Limb.)
meldt men nog, dat de schoenen van den
overledene gevonden zijn in den winkel van
Maessen. Tevens stond daar zijn rugzak,
gevuld met in den winkel gestolen pakken
koffie. Vermoedelijk heeft de dief zich laten
insluiten.
De huisgenooten hadden reeds toen Maes
sen nog niet thuis was, gestommel gehoord.
Toen hij eenigen tijd te bed lag hoc: M.
iemand door zijn woning loopen hij sprong
het bed uit en toog met een geweer gewa
pend op onderzoek uit. In een der kamers
naast de slaapvertrekken zag hij een man en
hij loste dadelijk een schot, met het bekende
gevolg.
De woning van M. ligt vlak, aan de grens
en de dief zou bij het heengaan dadelijk op
Duitsch gebied geweest zijn.
Op last van de Justitie is het lijk naar Roer
mond overgebracht. Ook de Duitsche grens
politie is met het geval in kennis gesteld.
POGING TOT OPLICHTING VAN EEN
BANK.
De dader aangehouden.
Eenigen tijd geleden werd bij een bank
te Amsterdam een chèque, groot f 58, aan-,
geboden, welke werd uitbetaald, doch later
valsch bleek te zijn. De aanbieder van de
chèque was aanvankelijk onbekend, doch
uit enkele aanwijzingen kwam men tot de
conclusie, dat de man in Den Haag woon
achtig was. In samenwerking met de Haag-
sche recherche werd door de politie een on
derzoek ingesteld, waaruit bleek, dat de aan
bieder van de. chèque was de 44-jarige M.
J. F., die zeer ongunstig staat aangeschreven
De man werd in het oog gehouden en de po
litie kwam te weten, dat hij de aanbieding
van een tweede valsche chèque voorbereidde.
Toen hij Donderdag weer naar Amsterdam
reisde, werd hij vervolgd. Men zag hem naar
de Incassobank op de Heerengracht gaan,
doch hij durfde blijkbaar het gebouw niet
binnen te treden en bleef heen en weer wan
delen. Het spelletje duurde, tot de politie,
hem op vermoeden van een poging tot op
lichting te willen doen, arresteerde.
Op hem werd gevonden een valsche chèque
van f 1160, maar zoo onbeholpen nagemaakt,
dat uitbetaling wel niet zou zijn gevolgd.
Dat er een groot aantal insecten zijn, die
uiterst getrouw hun natuurlijke omgeving
nabootsen, is algemeen bekend.
Er zijn er ook vele, die van een ander soort
nabootsing gebruik maken, om zich tegen
hun natuurlijke vijanden te beschermen.
Deze zien er zeer gevaarlijk uit, terwijl he:
toch volkomen weerlooze schepseltjes zijn.
Het Insectarium van „Artis" herbergt er
eenige.
De wespvlinder met zijn doorschijnende
smalle vleugels en zijn zwart en geel gerin
geld lijf, is ook in zijn bewegingen precies
een groote gevreesde wesp. Wie hem buiten
tegen den stam van een populier opmerkt,
meent zeer zeker een wesp te zien en zal
zich wel wachten het gevaarlijke beest aan te
raken, uit vrees een gevoelige steek te krijgen.
Toch kan hij mensch noch dier, ook niet in
het minst deeren.
De Pauwoogpijlstaart rust gewoonlijk tegen
de stammen van populieren. Daar ziet men
hem niet gemakkelijk, doordat alles, wat
van vleugels en lijf zichtbaar is, in teekening
en kleur wilgeschors lijkt. Maar raak het
diertje eens even aan. Plotseling komen de
verborgen achtervleugels voor den dag, ge-
teekend met een paar onheilspellende oogen.
Daarbij beweegt het heele lichaam, op en neer,
zoodat een vogeltje, dat van plan was hem
weg te pikken, verschrikt het veege lijf redt,
alsof het door een roofdier, dat tot den sprong
gereed is, wordt bedreigd.
Van een gelijksoortige dubbele vermom
ming, maakt de Rouwoog uit Amerika ge
bruik. Deze vlinder slaapt des daags, terwijl
het door middel van de pootjes aan een tak
hangt. Zoo lijkt hij sprekend een dor blad.
Doorschijnende vlekjes, die van vóór en
achtervleugels precies op elkaar liggep, ver
beelden een gaatje in het dorre blad, waardoor
men heenzien kan. Wordt hij toch opgemerkt
en verontrust, dan laat hij zich vallen en
spreidt plotseling zijn vleugels uit. Zijn blad
nabootsing kan hem niet meer dienen, hij
is toch gezien. Maar op zijn achtervleugels
komen een paar donker omzoomde oogen
voor den dag, die het diertje een schrikwek
kend aanzien geven. Daarbij springt hij woest
heen en weer en laat zijn oogen verdwijnen
en plotseling weer te voorschijn komen, wa'
zijn aanvaller snel doet afdeinzen.
P., die de landstormoefeningen te Breda
had bijgewoond, was nog in uniform gekleed.
Hoewel niet van plan 't water in te gaan, daar
hij niet zwemmen kon, kwam hij op dit be
sluit terug. Hij bleef kort aan den oever, en
na even aan den kant geweest te zijn, ging hij
nogmaals te water, met het noodlottig gevolg,
dat hij plotseling in de diepte verdween, meldt
het „D. 'v. N.B."
Direct dook z'n vriend O. enkele malen,
echter zonder resultaat, waarna hij om hulp
riep. Enkele in de nabijheid zijnde menschen
schoten toe, waartoe o.a. behoorden de brug
wachter en res.-luit. G., uit Breda, met z n
afdeeling landstorm uit Terheijden. Direct
ging men aan 't dreggen en na ongeveer 10
minuten haalde voornoemde G. den ongeluk
kige op. Door hem werden direct al'° hulp
middelen voor drenkelingen toegepa. Het
mocht echter niet baten. En ofscho. n de
kunstmatige ademhaling werd voortgezet tot
de dokter uit Terheijden aanwezig was, kon
deze slechts den dood constateeren. Het lijk
werd naar Terheijden overgebracht.
BRAND TE HENGELO (G.)
Een doode.
Tijdens een hevig onweder sloeg dè blik
sem in de boerderij van J. Hoenink nabij
Hengelo (G.) Onmiddellijk stond alles in
lichte laaie. De vrouw en de moeder van H.
liepen het huis uit en de 40-jarige Hoonink
werd door een buurman met levensgevaar
uit de woning gedragen. H. was reeds be
wusteloos. Na vergeefsche pogingen om de
levensgeesten op te wekken, kon de genees
heer slechts den dood constateeren.
Twee koeien, acht varkens, één geit,
eenige kippen en al het meubilair verbrandde.
Alles was laag verzekerd.
Volgens mededeeling van het Handels
informatiebureau van Van der Graaf Co.'s
Bureaux voor den Handel zijn over de af-
geloopen week, eindigende 16 Mei, in Neder
land uitgesproken 85 faillissementen teget
66 faillissementen in dezelfde week van he:
vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 16 Mei 1924 174!
faillissementen tegenover 1540 over hetzelfdi
tijdperk van het vorige jaar.
„Maar geloof mij, mijnheer, verlaat dan ook
uw huis en verberg u goed, want ik ben er
zeker van dat Mahler en Cie. de zaak tot
het uiterste zullen doordrijven. Ik ken hen
daarvoor, zij zullen kosten noch moeiten
ontzien."
Edmond hief het hoofd op.
„Neen, mijnheer Baudier," sprak hij, ter
wijl hij met zijn hand naar de aangrenzende
kamer wees, „neen, ik zal dit huis niet ver
laten, ik zal mij niet verbergen. Mijn vrouw
en mijn kind zijn daar, mijn vrouw Is ster
vende, en mijn kind is doodziek.
Wanneer men mij hier komt halen zal
men mij tusschen hen beiden vinden, men
zal hun beiden den dood aandoen, wan
neer men mij wegvoert, en mijn schuld
eiseher zal mijn moordenaar zijn!"
De deurwaarder gaf geen antwoord.
De droefheid en verontwaardiging van
Edmond schenen hem zeer rechtvaardig toe.
„Die inhalige man," vervolgde de werk
tuigkundige, „zoekt bovendien zijn eigen
nadeel, evenzeer als het mijne. Hij vernie
tigt de schuldvordeing, juist op het oogen-
bÜk, dat ik het doel zou hebben bereikt.
Hij werp mij neer op het oogenblik, waar
op ik zou overwinnen, want ik heb thans
de zekerheid, dat mijn groote uitvinding ge
heel voltooid is, en niets wereld kan het
welslagen er van beletten."
„Is u daar inderdaad zeker van, mijn
heer," vroeg de deurwaarder.
,,Ik zweer het u op mijn eer."
„Welnu, hoor dan naar 'n goeden raad en
volg hem op. Zet uw eigenliefde op zijde.
Ga naar Mahler toe: hij zal u slecht ont
vangen, maar dat komt er niet op aan. Bid
hem, smeek hem en laat u door geen eerste
weigering wegjagen. Spiegel hem de hoop
op een spoedige betaling voor. Beloof hem
des nooids een aandeel in uw toekomstige
winsten. Tracht van hem door aanhouden
cn smeeken uitstel van betaling te krijgen,
al is het maar voor een maand. Wellicht is
u in dien tusschentijd geslaagd."
„Ik ben u voor dien raad hartelijk dank
baar, mijnheer Baudier, ik zal hem volgen
en naar Mahler toegaan."
Wanneer hij toestemt, laat hij u dan een
bewijs geven, dat ik voorloopig de ver.
volgingen staken moet en zend mij dat."
„Ja, mijnheer Baudier, ik zal bij u aan
komen."
De deurwaarder drukte Edmond de hand
en verliet de woning.
„Komaan," dacht de werktuigkundige,
•hoe vernederend die stap ook is ik zal
het toch wagen. Ik moet; ik heb het recht
niet, terug te reden. Daarom moed gehou
den en voorwaarts!"
Wij zullen in geen bijzonderheden treden
omtrent 't onderhoud van Edmond met den
fabrikant. Het is voldoende, dat wij onzen
lezers mededeelen, dat de schuldenaar met
neerhangend hoofd, tranen in de oogen en
een blos van schaamte en vernedering op
de wangen, het kantoor van zijn schuld-
eischer verliet. Hij had niets verkregen dan
een brutale weigering, vergezeld van be-
leedigende verwijten. Hij had zijn eerlijk
heid, zoowel als zijn goede trouw en zijn
bekwaamheid als werktuigkundige, ja, zelfs
het bestaan van zijn uitvindingen in twijfel
hooren trekken.
„Bedriegelijk lokaas! Mooie praatjes!" die
alleen dienen om de menschen op te lich
ten!" had Mahler uitgeroepen.
Met gloeiende wangen, een gewond hart
en een gekwetst gemoed, begaf Edmond
zich op weg naar huis.
Terwijl hij geheel in sombere gedachten
verdiept, voortliep, hoorde hij het volgende
gesprek:
„Waarom werkt hij niet meer?"
„Hij is nu zoo rijk als een bankier.'
„Hoe komt hij aan al dat geld?"
„Hij heeft het gewonnen!"
,Met werken? Nu nog mooier. Er is geen
luier mensch dan hij."
„Er is geen sprake van werken. Hij heetf
zijn geheele fortuin met spelen gewonnen,
met niets meer dan een eenvoudig vijf
francs-stuk, dat alles was, dat hij van zijn
weekgeld had overgehouden."
„Waar heeft' hij dan gespeeld?"
„In het Palais Royal."
„Nou, dan heeft hij veel 'geluk gehad."
„Je zoudt evenveel geluk hebben, en ik
ook. Iedereen weet, dat iemand, die voor het
eerst van zijn leven speelt, altijd en onver
anderlijk wint."
„Dan is de kans voor mij verkeken. Ik
heb vroeger als jongen veel met knikkers
gespeeld. Ik zal dus mijn geld maar niet wa-
gen.
De beide mannen verhaastten hun stap.
Edmond hoorde hen niet meer en keeroe
naar huis terug. Doch in den namiddag, ter
wijl hij, geheel door verdriet overstelpt, zat
te peinzen, kwam de herinnering aan het ge
sprek, dat hij des morgens had gehoord, met
verwonderlijke nauwkeurigheid in zijn ge
dachten terug. Tegen zes uur in den avond, i
trok Edmond zijn beste kleeren aan, de
eenige die hij, uitgezonderd zijn daagsche,
nog bezat.
„Waar ga je heen, Edmond?" vroeg
Louise.
„Ik kom terstond terug, kindlief," ant
woordde hij, om een nadere verklaring te
ontwijken, „en dan hoop ik goede tijding
mede te brengen."
Vervolgens verliet hij het huis en begaf
zich naar Palais Royal.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
„Ga heen, daar komt hij aan," had Rodille
gezegd.
In een oogwenk was Longjumeau spoor
loos verdwenen. Langzaam ging Edmond on
der de galerij door. Rodille sloop den tuin
binnen en volgde dezelfde richting als de
werktuigkundige, dien hij niet uit het oog
verloor, doch van wien hij door het hek ge
scheiden werd.
Op het oogenblik dat Edmond den uitgang
aau de zijde der straat Valois bereikte,
zorgde Rodille dat hij hem voor was en
verdween tusschen de menschenmenigte.
Een paar seconden daarna kwam hij weer
te voorschijn, doch nu in tegenovergestelde
richting. Hij liep met opgeheven hoofd, als
iemand, die erg me zich zeiven ingenomen
is. Met uitdagende blikken zag hij om zich
heen, terwijl hij dikke rookwolken omhoog
blies.
De beide mannen waren acht of tien
schreden van elkaar verwijderd. De werk
tuigkundige, overstelpt door gewaarwordin
gen van vreugde, liep met het hoofd voor
over gebogen, alsof hij geheel alleen was,
zonder eenige aandacht te schenken aan de
menschen om hem heen.
Rodille van zijn kant, veinsde niet minder
afgetrokkenheid, maar van heel anderen
aard. Nog drie stappen van weerszijden en
ze moesten onvermijdelijk tegen elkander
aanloopen. Rodille bleef eensklaps stilstaan
en deed, alsof hij naar een rookwolk,
dien hij uitblies, stond te kijken.
Edmond liep door en botste pardoes tegen
den man aan, die hem den weg versperde.
Hoewel de schok niet hevig was, wankelde
Rodille als iemand, die onverwachts op
ruwe wijze werd aangerand, maar hij her
stelde zich onmiddelijk, pakte Edmond met
een vlugge beweging bij zijn kraag en ter
wijl hij hem hevig door elkander schudde,
riep hij uit:
„Ezel! stommeling! domkop! kan je niet
voor je uitkijken?!..moet ik je nog lpe-
ren loopen"
Edmond voelde dat het bloed hem van
woede naar het aangezicht steeg. Het edele
bloed der trotsche Bellenoise's stroomde
door zijn aderen. Hij had evenwel de noo-
dige zelfbeheersching om zich in te houden.
Na jaren van duisternis en lijden was ten
laatste een lichtstraal door den donkeren
hemel gedrongen; wanhoop en ontmoedi
ging waren verdwenen en hadden plaats ge
maakt voor nieuwe hoop en nieuw ver
trouwen.
Daarbij kwam, dat Edmond, die niet wist
dat deze botsing opzettelijk was voorbereid,
wel eenigszins van zijn ongelijk overtuigd
was en zich verweet zonder opzet en onwil
lekeurig zijn onbeschoften tegenstander te
gen het lijf te hebben geloopen.
Daarom bracht hij zijn toorn, welke diep
in zijn hart hevig woedde, zoo goed en zoo
kwaad als het ging, tot stilzwijgen. Hij
groette Rodille, die de blufferige houding
van een vechtersbaas had aangenomen, be
leefd en zeide op kalmen toon:
Wordt ycrvolrjd).