Brieven uit Frankrijk.
Ontdekte misdaad.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Maandag 16 Juni 1924
de olympische spelen.
Mr. P. v. S.
Fransche en Duitsche persstemmen over de verkiezing van Doumergue
tot Fransch president. Geen sterke wijziging in de internationale poli
tiek verwacht. De ministers van Herriot's kabinet. Samenwerking
tusschen de Duitsche socialisten en burgerlijke partijen.
Onder de Radio-berichten: De houding van het nieuwe Fransche
kabinet tegenover Duitschland. Binnenkort verwacht men in Enge
land weer algemeene verkiezingen.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
ARRESTATIE VAN VALSCHE MUN
TERS.
KUNST EN KENNIS
Intern. Bakkerij-tentoonstelling
te 's-Hertogenbosch.
I
Typhus en dysenterie in Japan
De filmkeuring in het Zuiden.
Thom. Denijs.
De straal des doods gefilmd.
Maatschappij voor Ned-
Letterkunde.
Het oude Saksische huis.
FEUILLETON.
Het was voor den eersten maal op den Twee
den Pinksterdag, dat wij het Stadion Colom-
bes tot in de uiterste hoekjes gevuld hebben
gezien. Tot nu toe was de belangstelling
voor de Olympische spelen uiterst gering ge
weest en zelfs bij de vele belangrijke voetbal
wedstrijden in de plaatste weken gehouden,
waren de tribunes zeer matig bezet. Wat be
duiden immers een 10.000 toeschouwers voor
een wereldstad als Parijs, waar Amsterdam
voor een internationalen wedstrijd gemakke
lijk een 30.000 .personen in het Stadion weet
samen te brengen Het waren niet alleen de
spelers zelf, die zich over een dergelijk gemis
aan belangstelling verwonderden, men be
gon zich ook in breederen kring af te vra
gen, of de Olympische spelen inderdaad zulk
een stroom van vreemdelingen naar Parijs
zou voeren, als maanden te voren was voor
speld. Hotels en restaurants, die gerekend
hadden op een plaatsgebrek en daarmede in
verband hun prijzen hadden geregeld, begon
nen reeds te twijfelen aan die voorspellingen.
Aan klagers geen gebrek. De een wierp de
schade op de al te hooge entreeprijzen, in
derdaad voor bescheiden beurzen wel wat
overmatig, 4 frs. een niet al te beste staan
plaats een ander op de ongunstige ligging
van het stadion Colombes, dat voor vervoer
niet geringe uitgaven met zich brengt.
Hoe het zij, de verwachtingen op de Olym
pische spelen gebouwd, liepen gevaar niet te
worden vervuld en menigeen verzekerde
reeds, dat de tentoonstelling van 1925 heel
wat meer vreemdelingen zal trekken en ze
ker een klasse van personen die het zoo be
geerde geld vlotter zullen laten rollen.
Hoewel wij dit laatste geheel met de pessi
misten van het oogenblik eens zijn, de sport,
enkele takken als tennis, zeilen en schermen
daargelaten, vindt nu eenmaal haar beoefe
naars onder de groote, niet steeds kapitaal
krachtige massa, hun oordeel is wel Wat
voorbarig. Eerst den 5en Juli vindt de offici-
cele opening der spelen plaats. De vacanties
zijn nog niet begonnen en wat tot nu toe
ons is geboden mag slechts als een voor
proef worden beschouwd.
De 2e Pinksterdag heeft trouwens getoond,
dat ook zulk een voorproef in breeden kring
de aandacht heeft getrokken. Een zestig dui
zend toeschouwers hebben het stadion Co
lombes gevuld en wie zal de duizenden tel
len, die te vergeefs een reis hebben gemaakt
en vruchteloos hebben getracht het beloofde
voetballand binnen te treden De finale van
het Olympische Voetbaltournooi, waaraan
22 nationaliteiten hebben deelgenomen, is een
glansrijke apotheose geworden van de reeks
wedstrijden, die, de een meer, de ander min
der, de voetbalenthousiasten menig uur van
Sportief genoegen hebben geschonken.
Wij zullen ons niet wagen aan technische
beschouwingen over het spel van al die elf
tallen, die hun beste krachten hebben gege
ven om de eer van hun vaderland op dit ge
bied hoog te houden.
Allen loopen in den renbaan, één slechts
die den prijs behaalt.
Hoe gaarne wij ook de Nederlandsche
vlag bij den eindwedstrijd in den mast had
den zien geheschen, het was reeds lang te
voren te voorzien, dat het Hollandsche elf
tal, in de kleurige Oranjetruien, daarvoor
niet in aanmerking zou komen.
Dit neemt niet weg, dat onze landgenooten
zich kranig hebben gehouden en, volgens het
algemeen oordeel der deskundigen, spel heb
ben gegeven dat hen tot de geduchtste te
genstanders heeft gemaakt van de eindover
winnaars uit Uruguay.
Dit land moge al als champion uit den
kampstrijd zijn te voorschijn getreden, blijk
hebben gegeven, het sterkste elftal in het veld
te hebben gebracht, niet minder bewonde
ring verdienen de Hollanders, de Zwitsers en
de Zweden, die tot het laatste toe hebben
stand gehouden om de 2e 3e en 4e plaats te
veroveren.
Indien Holland op de 4e plaats is gekomen,
is dit meer aan bijkomstige omstandigheden
toe te schrijven, dan wel aan de techniek
van hun spel, die goede hoedanigheden ver
toonde.
Sneller in hun bewegingen dan de Zwe
den, hebben zij dezen den lauwertak niette'
min moeten afstaan, na herhaalden kamp
strijd, waar de eerste onbeslist bleef; maar
hieruit de gevolgtrekking te maken, dat zij
niet tegen deze zijn opgewassen, zou onjuist
zijn.
De Hollanders zijn en blijven, ondanks
den uitslag in dezen internationalen wed
strijd, gevaarlijke tegenstanders voor de
allerbeste voetbalspelers uit alle oorden
der wereld.
Het duidelijkst hebben zij dit getoond in
hun spel tegen de mannetjesputters uit
Uruguay, die een ieder terecht
als favoriet beschouwde, maar hun
zwaarsten strijd tegen onze landgenooten
hadden te voeren, die slechts moesten wij
ken voor een strafschop, waarvan de billijk
heid alleen door den scheidsrechter werd in
gezien. Was dit niet het geval geweest,
hoe geheel anders zou wellicht het verloop
der eindwedstrijden zijn geweest. Hierover
kan echter geen verschil van meening be
staan, dat het sterkste elftal de eindoverwin
ning heeft behaald en deze alleszins is ver
diend, wat betreft technische bekwaamheid,
schitterend uithoudingsvermogen en een
rapheid van bewegingen, die het enthousias
me der toeschouwers wisten te ontketenen.
Zoo behooren dan deze voetbalwedstrijden
tot het verleden en zullen de poorten van
het stadion Colombes en de andere minder
officieele sportvelden zich geleidelijk openen
voor andere takken van niet minder be
zienswaardige sport. De belangstelling voor
deze Olympische spelen is ongetwijfeld het
grootste in de sportkringen van ons vaderland.
Geen land had in verhouding zooveel sport-
correspondenten afgevaardigd als Neder
land, om getuigen te zijn van deze voetbal
demonstraties. Hieraan is zeker niet vreemd
het feit, dat de volgende Olympiade in Ne
derland zal plaats vinden. Mogen zij in de
komende maanden menige overwinning heb
ben te boeken, althans wereldkundig hebben
te maken, dat ons land een belangrijke plaats
inneemt in het rijk der physieke ontwikke
ling. Want ook op sportgebied geldt, d;.t
niet de uitkomst alleen dient geteld, maar
vooral het doel. Een doel, dat wel eens uit
het oog wordt verloren door overmatige
krachtsinspanning, en al te groot verlangen
een prijs weg te dragen.
Vergeten wij niet, dat, hoe streelend voor
de eigenliefde en ook voor den nationalen
trots, het zegevieren is, de hoofdzaak is van
iedere sport: de gezondheid van het lichaam
te bevorderen.
Te toonen het hierin tot een prijzenswaar
dige hoogte te hebben gebracht, gaat verre
uit boven een zegepalm, die nog niet altijd
het bewijs is, dat een land uitmunt in een
sportbeoefening, die als algemeen belang
dient beschouwd, „Mens sana, in corpore
sano," een gezonde geest in een gezond li
chaam.
Alleen wanneer dit bewaarheid wordt, in
dien het gezonde verstand leiding geeft aan
het beoefenen van de sport om het lichaam
te sterken en niet wat vaak het geval is
de overwinningszucht een lichamelijke af
matting ten gevolge heeft, heeft de sport
aanspraak op aller wiardeering.
In dit teeken mogen de Olympische spe
len te Parijs-staan en daarmee bewijzen een
instelling te zijn van algemeen nut.
Parijs, 11 Juni 1924.
'✓L, -
De Franscljjs presidents
verkiezing.
'Zooals te verwachten was streeft de Fran
sche pers van verschillende richting er naar
om de resultaten der verkiezing van Dou
mergue te vergrooten. Voor de rechterzijde
is de nederlaag van Painlevé niets minder
dan het begin van het einde van de eenheid
van het linkerblok, omdat de eerste spleet
zich gevormd heeft tusschen de radicale
die eventueel Doumergue ook wel gewil
hadden, en de socialisten, die tot het laatst
oogenblik niets ,an hem wilden weter
Voor de linkerzijde is Doumergue plotselin
weer de oude, echte radicaal geworden, i-
wiens handen de Constitutie en de Republic;
zoo veilig zijn als bij wien ook.
Het is wel grappig daartegenover op
op te merken dat de rechtsche elementen, die-
thans vóór Doumergue hebben gestemd,
vóór de verkiezingen van 11 Mei ongetwij
feld woedend zouden zijn geworden bij het
denkbeeld dat zulk een sectair president
zou kunnen worden, en dat ze toen geen
woorden genoeg hadden om hem te hoonen.
Erg groot kan men hun overwinning dus op
het oogenblik niet noemen. Anderzijds heb
ben de verbonden linker groepen de laatste
dagen zóó fel gevochten tegen Doumergue's
candidatuur en zijn politiek van góedkeuring
van Poincaré's optreden in het Ruhrgebied
dat ze wat laat komen door plotseling te
merken dat Doumergue toch eigenlijk een
der hunnen is.
Men kan dus zeggen dat Doumergue aan
hangers zoowel als vijanden heeft in beide
kampen. Dit is misschien wel de allergun
stige omstandigheid omdat het een garantie
vormt voor de toezegging reeds dadelijk
door den nieuwen president gedaan, n.l.
dat hij zal staan boven de partijen om tus
schen hen een onpartijdig arbiter te zijn,
zooals het een president der republiek be
taamt.
Geconcludeerd kan worden dat de uit
slag der heele crisis thans is, dat er een meer
waarlijk democratische geest gekomen is in
het Fransche regeerstelsel, zonder dat het
verloopen is in de wat overdreven Jacobijn-
sche vermeestering van alle hooge politieke
posten voor de meest uitgesproken linksche
partijmannen, hetgeen de radicalen en so
cialisten hadden gewild.
In het algemeen wordt daarom de verkie
zing van Domergue in de pers zeer gunstig
ontvangen. Rechts verheugd men zich er
over dat thans de hoofdlijnen der buiten-
landsche politiek waarschijnlijk onveranderd
zullen blijven en althans de maatregelen
tegen het zijn verplichtingen niet nakomen
de Duitschland niet zullen worden gedes
avoueerd, hetgeen te meer noodzakelijk
wordt geacht omdat men in rechtsche krin
gen de nieuwe bewapening van Duitsch
land uiterst somber inziet. Pertinax zin
speelt op een rapport van generaal Noliet,
wiens onthullingen ook bij de Belgische
regeering zooveel ongerustheid gewekt zou
den hebben en waarvan, zonder détails te
geven, kan worden gezegd, dat de generaal
het mogelijk schijnt te achten dat binnen
zes maanden Duitschland opnieuw sterk ge
noeg zou zijn, natuurlijk niet om aan te
vallen, maar om te weigeren verder iets te
doen en af te wachten in hoeverre men het
het lastig maken kan.
Daarom, schrijft Pertinax, is het zoo goed
dat Herriot nog niet onmiddellijk naar Lon
den zal gaan, maar eerst over een tiental da
gen, omdat hij thans de gelegenheid heeft
eerst dergelijke documenten nog te bestu
deeren en daarnaar zijn toekomstige hou
ding te bepalen.
Links komt men ervoor uit dat men liever
Painlevé gehad had als meer uitgesproken
partijman, maar toont men zich toch over
het algemeen reeds verzoend met het optre
den van Doumergue. De accolade, die Pain
levé hem gisteren na zijn verkiezing te Ver
sailles gaf, wordt zeer uitgebuit om te ver
zekeren, dat de twee het toch feitelijk geheel
eens zijn. De „Ere Nouvelle" en de „Quoti-
dien" mopperen nog wat na, en het laatste
blad, dat zoo sterk stelling genomen had,
spreekt zijn spijt uit dat thans gebleken is
dat, als beide Kamers vereenigd zijn, het
reactionnaire element nog domineert. Maar
ook deze bladen leggen zich toch ten slotte
neer bij de gebeurtenissen, en betoogen dat
er reeds heel wat gewonnen is nu de rechter
zijde, om de keus van Painlevé te verhinde
ren, stemmen moest op een man, dien zij
zoo verfoeit als Doumergue. Dat geeft goe
den moed voor de toekomst.
De „Matin" verklaart gemachtigd te zijn
te verklaren dat Painlevé aanblijft als Ka
merpresident en geen andere plannen heeft
zoodat het gerucht dat hij als minister van'
Oorlog zou optreden, niet bevestigd wordt.
Dat belooft nog menige rumoerige Kamer
zitting 1
Het nieuwe Fransche Ka
binet.
De officieele samenstelling van het kabi
net is als volgt
Premier en buitenl. zaken Herriot.
Justitie of oorlog René Renoult.
Binnenlandsche Zaken Chautemps.
Financiën Clémentel.
Oorlog Generaal Noliet.
Marine Dumesnil.
Handel Reynaldy.
Openbare Werken Peytral.
Onderwijs Frangois Albert.
Arbeid en Gezondheid Justin Godari-
Koloniën Daladier.
Pensioenen Bovier Lapierre.
Landbouw Queuille.
Bevrijde gebieden Dalbiez.
Er zijn vier onder-staatssecretariaten in
gesteld posterijen Pierre RobertKoop
vaardij Meijer LuchtvaartLaurent
rent Eynac technisch onderwijs More
Giafferi.
De Duitsche pers over
Doumergue's verkiezing-
De „Vorwarts" is over de verkiezing van
Doumergue tot president der Fransche Re
publiek natuurlijk teleurgesteld en beschouwt
de keus als een „empfindliche Schlappe"
/oor de linkerzijde in Frankrijk.
Het blad meent, dat de positie van Herriot
r door zal worden bemoeilijkt.
Ook het „Berl. Tag." is niet bizonder ver-
ïeugd over het resultaat. Plet blad is echter
van meening, dat in de buitenlandsche j o
iek van Frankrijk, vooral ten opzichte
Duitschland, voorloopig geen mindere
neigdheid om tot een oplossing te komen be
hoeft te worden gevreesd, maar kan misschien
een vertraging van het tempo worden ver
wacht. Hoofdzaak vindt het ,,B. T.", dat Her
riot bereid is zich ook door Doumergue tot
minister-president te laten benoemen.
Het congres v. d. Duitsche
sociaal-dem ocratische
partij
heeft een zeer belangrijk besluit genomen.
Met groote meerderheid besloot het congres
om aan het partijbestuur en de rijksdagfractie
volmacht te verleenen om eventueel coalities
met burgerlijke partijen aan te gaan. Dat ver
gemakkelijkt natuurlijk ten zeerste mogelijke
toekomstige onderhandelihgen over wat men
in Duitschland gewoon is „de verbreeding
van de regeeringsbasis" te noemen. En teeke
nend vooral ook is, dat men geen enkele be
perking hierbij aan partijbestuur en rijksdag
fractie heeft opgelegd en van een eventueele
samenwerking al bij voorbaat geen enkele
partij heeft uitgesloten. Deze houding van
de Duitsche sociaal-democraten is wel een
geheel andere dan die van de Fransche socia
listische partij, die zelfs, ondanks de gemeen
schappelijk bij de verkiezingen bevochten
overwinning, niet kon besluiten tot edn sa
menwerking met de burgerlijke partijen,
waarmede ze verbonden den verkiezingsstrijd
voerde En bleef staan op het standpunt van
het al vele jaren oude Amsterdamsche be
sluit, dat samenwerking met burgerlijke par
tijen verbood. De Duitsche sociaal-demo
craten hebben zich aan dit verouderde be
sluit van een internationaal congres niet
gestoord en hebben al herhaaldelijk met
burgerlijke partijen samengewerkt of
werken, als in Pruisen, daar nog mee samen
maar met deze blanco volmacht aan de lei
ders zijn ze nu nog weer een stapje verder
gegaan.
EEN AANVAL VAN LLOYD GEORGE
OP DE BRITSCHE REGEERING.
In een redevoering te Llandrindod deed
Lloyd George een aanval op de regeering.
Hij zeide dat ze geen ervaring heeft en daar
om met veel zelfvertrouwen het bewind over
nam en beloofde, millioenen armen, de wer
kelijke grieven hadden, te helpen. Ze was
echter in haar taak te kort geschoten, waar
om het land zal vragen om een regeering van
de oude partij, die vier eeuwen lang nimmer
een taak op zich genomen heeft, welke zij
niet kon vervullen.
DE LONDENSCHE UNDERGROUND.
De treindiensten van den Underground
waren Zaterdagmorgen weer geheel nor
maal.
DE DREIGENDE DUITSCHE SPOOR
WEGSTAKING.
Men verkeert te Berlijn, evenals overal in
Duitschland, nog steeds in het onzekere om
trent de resultaten van de besprekingen met
het spoorwegpersoneel, dat in verband met
eischen betreffende de loonen en den dienst
tijd met staking dreigt.
De onderhandelingen met den rijkskanse
lier en andere minister hebben Zaterdag plaats
gehad. Daarover werd evenwel tot Zaterdag
avond 9 uur nog het diepste stilzwijgen be
i waard.
Slechts de „Vossische Zeitung" meent te
weten, dat het tot een schikking gekomen is.
Is echter dit bericht onjuist en zijn de par
tijen niet meer tot elkander te brengen, dan
zal de staking hedennacht 12 uur beginnen.
De machinisten zullen zich dan uit solidariteit
daarbij aansluiten.
De TOESTAND IN TIET RUHRGE
BIED MINDER GESPANNEN.
Volgens de „Frankf. Ztg." zijn er tee
kenen, die er op wijzen, dat de toestand in
het bezette gebied voor de bevolking minder
gespannen wordt. Aan een aantal uitgezette
gemeente-ambtenaren is de terugkeer toe
gestaan. Zoo heeft de regeeringspresident
Rombach zijn ambt weder kunnen aanvaar
den en men ver-wacht ook, dat aan den re
geeringspresident Haenisch zal worden toe
gestaan zijn functie te hervatten.
De Rijnlandcommissie onderzoekt stel
selmatig elk speciaal geval van de ballingen,
die verlof Vragen om naar het bezette gebied
in de Belgische zone terug te keeren. Aan
1575 hunner is dit reeds toegestaan
Ter gelegenheid van de opening der
Mittelrheinische Industrie-Aausstellung is
het besluit tot verbanning van een aantal
industrieelen, alsmede van den Oberprasi-
dent der Rijnprovincie en den regeerings
president te Koblenz, ingetrokken.
TREINBOTSING OP HET POTSDAM
MER STATION TE BERLIJN.
Zaterdagmorgen heeft er op het Pots
dammer station te Berlijn een Botsing plaats
gehad tusschen een vertrekkenden trein en
een trein, die buiten het station stond te
wachten. Enkele wagons werden gedeelte
lijk in elkaar geschoven en vielen om. De
reddingsbrigade en de brandweer snelden
terstond te hulp om den gewonden, die vrij
talrijk waren, de eerste hulp te verleenen en
naar de ziekenhuizen over te brengen.
Gebleken is, volgens latere berichten,
dat door een verkeerde volgorde bij het stel
len van de signalen de personentrein uit
Maagdenburg op een stilstaanden voor-
stadtrein inliep, zoodat enkele wagons in
elkander schoven. Er zijn twee dooden, 16
waar- en 20 of meer lichtgewonden.
Ofschoon het ongeval ongeveer 500 meter
van een der grootste stations plaats had,
duurde het 20 minuten eer de eerste techni-
s hz en medische hulp kon worden verleend.
De beambte aan wiens nalatigheid waar
schijnlijk het ongeluk aan het Potsdammer
station te wijten isj werd in hechtenis ge
nomen.
Wegens het in omloop brengen van valsche
regiefrancs heeft de Fransche crimineele
politie in de Palts ca. 100 personen gearres
teerd.
AGEERENDE SLAGERS.
De „Oberschles. Kurier" meldt uit War
schau De stad is reeds sedert vijf dagen ge
heel zonder vleesch, doordat de slagers lijde
lijk verzet plegen. Hun actie is gericht tegen
de verlaging der vleeschprijzen, De voorzit
ter van den Warschauschen slagershond en
tieb andere slagerspatroons zijn gearresteerd.
MATTEOTTI'S LIJK GEVONDEN.
Draadloos wordt gemeld, dat het lijk van
het ontvoerde Italiaansche socialistische Ka
merlid Majteotti op den straatweg bij Basano
di Sutri gevonden. De dood werd vermoede
lijk veroorzaakt door stokslagen op het hoofd
en dolksteken.
De bladen noemen als aanstichter der ont
voering den Toscanischen fascistischen leider
Dumini. De oorzaak van den aanslag zou
zijn het feit dat Matteotti in het bezit was
van compromitteerende papieren tegen ver
scheidene hooge regeeringsambtenaren.
ACTIE TEGEN AMERIKAANSCHE
ZENDELINGEN IN JAPAN.
De ontstemming van het Japansche volk
tegen de nieuwe Amerikaansche immigratie-
wetten heerscht onder alle klassen der be
volking en zoekt uiting naar alle kanten
Zij richt zich thans ook tegen de Amerikaan
sche zendelingen, die zich in Japan bevin
den. De „Japansche Onafhankelijke Chris
tenen" hebben volgens een telegram uit
Tokio aan de „Times" een circulaire ver
spreid, waarin zij eischen dat de Amerikaan
sche zendelingen zich zullen laten naturali-
seeren, of anders het land verlaten, terwijl
te Kobe en elders gehouden vergaderingen
resoluties aannemen waarin tot den boycot
van de zendelingen wordt aangespoord.
NOODLOTTIGE WOLKBREUK.
Groote verwoestingen zijn aangericht in
de omgeving van Johnson door een wolk
breuk, die volgens telefonische berichten, de
steden Cartersbluff en Hunter heeft ver
nield, waarbij tal van menschenlevens zijn
verloren gegaan.
Volgens de jongste opgaaf, wordt het aantal
dooden op 16 geschat. Vele dorpen zijn over
stroomd en talrijke boerderijen verwoest.
DE DIEFSTAL VAN LADY LUDLOW'S
JUWEELEN.
Lady Ludlow, in wier woning te Londen
Donderdagnacht een zeer groot deel harer
juweelen en andere kostbaarheden is ont
vreemd, die haar eerste echtgenoot Sir Julius
Werhner haar had nagelaten, heeft voor op
sporing en terugbrenging een belooning uit
geloofd van 5000 pond. Men vermoedt, dat
de kostbaarheden, althans voor een groot
deel, hun weg naar het vasteland zullen vin
den. Inmiddels is de politie, ook in de ver
schillende Amerikaansche havensteden, tele
grafisch voorzien van een beschrijving der ver
miste voorwerpen. Terwijl de waarde aan
goud, paarlen en juweelen afzonderlijk ver
moedelijk niet veel meer is dan 50.000 pond,
wordt de waarde der voorwerpen in onge
schonden staat op minstens een kwart mil-
lioen geschat.
12—20 Juli 1924.
De werkzaamheden voor de inrichting der
terreinen en gebouwen voor de van 1220
Juli te 's-Hertogenbosch te houden Interna
tionale Bakkerijtentoonstelling, zijn reeds
aangevangen.
Dank zij de medewerking, welke het ac
tieve Uitvoerend Comité van regeeringsper-
sonen, fabrieken en organisaties in binnen- en
buitenland mag ondervinden, zal Brabant's
hoofdstad eene bakkerij-tentoonstelling te
zien geven, die haars gelijke in den lande nog
niet heeft gehad.
Den gasten van heinde en verre uit ons
land en uit België en Duitschland te ver
wachten, zal een ontvangst bereid worden
Den Bosch als stad waar de gastvrijheidszin
nog hoog in eere staat, waardig.
De exposanten en genoodigden zullen vóór
de opening officieel door het gemeentebe
stuur ten Stadhuize worden ontvangen. Van
daar zullen zij, voorafgegaan door het alom
bekende Kon. Muziekkorps van Goulmy
Baar, naar het tentoonstellingsterrein trek
ken, waar de Commissaris der Koningin in de
provincie Noord-Brabant het openingswoord
zal spreken. Vermoedelijk zal Z.Exc. Minis
ter Aalberse bij deze plechtigheid tegen
woordig zijn.
De verschillende wedstrijden beloven eene
enorme deelname, vooral de wedstrijd „Ons
Dagelijksch Brood" mag zich in eene buiten
gewone beslangstelling verheugen. Maatrege
len zijn getroffen voor een geregeld ver
loop, zoodat zelfs de meest afgelegen plaat
sen daaraan kunnen deelnemen.
De inschrijvingstermijn is op verzoek
van velen, uit alle deelen des lands, verlengd
tot 1 Juli a.s., waarna de gelegenheid tot in
schrijving onherroepelijk gesloten wordt.
De klassen'welke aanvankelijk uitgeschre
ven waren op Zondag, n.l. de klassen Sun
Maid, N.V. Ned. Bakkerij-Centrale en L. van
HIJ WIST HET NIET.
Weet gij niet, hoe laat we hier begin
nen te werken? vroeg de vertoornde pa
troon aan den kantoorbediende, die altijd te
laat kwam.
Neen; mijnheer, ik kan het niet te
weten komen. Altijd als ik kom, zijn de an
deren al bezig.
NIET VLEIEND.
„Juffrouw, ik wou graag een lijstje heb
ben voor dit portret van me."
„Juist, mijnheer. Wenscht u matglas'"
OP HET EXAMEN.
Examinator: Is er soms een vraagstuk
dat u bijzondere moeilijkheden baart?
Examinandus: „Dat niet, t zijn meer be
paald de antwoorden die ik lastig vind.
VLEIEND.
„Wat, je wilt toch niet zeggen, dat C.
je voor een ezel uitschold?"
„Nu, 't kwam er vrijwel op neer. Hij zei,
dat jij en ik één potnat waren."
Loon, Tilburg, worden niet gehouden op
Zondag 20, doch op Zaterdag 19 Juli a.s.
Het aantal prijzen voor deze tentoonstel
ling geschonken is zeer groot en daarondei
zijn er vele van groote waarde. De zilveren
bekers zijn niet als wisselbekers bedoeld,
doch blijven eigendom van de winnaars. Het
uit te reiken diplomais gemaakt naar een ont
werp van den bekwamen kunstenaar Andrf
Verhorst.
Sedert de aardbeving in Japan is het aan
tal gevallen van typhus en dysenteriê te Tokio
sterk toegenomen, ten gevolgÉ van den on-
gunstigen sanitairen toestand. Uver het alge
meen heerschen deze ziekten in Japan nogfcn
sterke mate. In de laatste negen jaren sterven
te Tokio gemiddeld 73 menschen aan cho
lera, 2770 aan dysenterie en 3720 aan typhus.
De cholera komt uit China en wordt in de
havenplaatsen tegengehouden. Ter vergelij
king met een Europeesch beschaafd land
geeft „The Japan Medical World" de sterfte
cijfers per 10.000 inwoners aan typhus ge
durende 1912 te Berlijn, Hamburg en Mün-
chen (n.l. resp. 0.19, 0.32 en 0.13) en die te
Tokio, Osaka, Kobe, Kyoto, Nagaya er
Yokohama (n.l. resp. 4.01, 3.73. 1.99, 4.67.
1.49, en 3.35). Er is een vergadering gehou
den om te overleggen, op welke wijze het
best de vliegenplaag kan worden bestreden,
waaraan de sterke verspreiding van den buik-
typhus wordt toegeschreven.
(N. T. v. G.)
Omtrent de filmkeuring in het Zuidei
wordt vernomen, dat in de verder te keuren
films (dus van 1 Juni 1.1. af) geen coupures
meer worden toegestaan. Er zal derhalve uit
sluitend gekeurd worden „geschikt" of „on
geschikt".
Op den gala-avond ter eere van Thom. De
nijs, welke Donderdag 3 Juli in de Kurzaal
te Scheveningen zal plaats hebben zal de heer
Willem Andriessen uit Den Haag als pianist
medewerken. Hij zal niet alleen de liederen
welke Denijs zal zingen, begeleiden, doch ook
enkele pianosoü ten beste geven.
Grindell Matthews, die niet in staat is ge
weest de Britsche regeering (welke niet vol
daan was over zijn proeven) te bewegen, om
zijn ontdekking van den straal des dóóds te
koopen, is vandaag naar Parijs gegaan, om
demonstraties met zijn straal te laten filmen.
Hij zegt dat hij zal vertoonen, hoe zijn straal
een vliegtuig in vlammen gehuld kan neer
halen, dieren bewusteloos kan maken en op
alle oorlogstuig zijn invloed kan laten gelden.
Over drie weken zou, volgens de „Star", de
film in alle groote bioscoopen te Londen ver
toond worden.
Door de dezer dagen te Leiden gehouoen
algemeene vergadering van de Maatschappij
voor Ned. Letterkunde zijn o.m. tot nieuwe
leden benoemd Dr. J. A. J. Barge, hoogleeraar
te Leiden Dr. Th, Goossens, rector der
R. K. Leergangen te Tilburg en de zeereerw.
beer W. Nolet, professor aan het Groot-
Seminarie te Warmond.
Uit Lichtenvoorde wordt gemeld He;
oude Saksische huis van hier wordt nagr het
Openluchtmuseum te Arnhem overgebracht.
Men is reeds met de afbraak begonnen. In-
tusschen hebben verschillende ingezetenen
er oude voorwerpen voor ter beschikking ge
steld, waardoor het huis zijn oorspronkelijk
voorkomen zal herkrijgen. Zoo zijn er reeds
voor ontvangen een bijenkorf, karn, boter
ton, navelijzer, spinnewiel met krukje, panne-
koekijzer, houten pannekoekschotel, dorsch-
vlegel en roskam. De inboedel is nog niet vol
ledig. Men rekent echter op de offervaardig
heid der dorpsbewoners om de inrichting te
voltooien.
31
Nu bevond Eduard zich in tegenworrdig-
heid van den rechter van instructie, aan wien
zijn zaak was opgedragen, en die, voorzien
van de meest uitgestrekte, w#ekeurige
macht, na een eerste verhoor de invrijheid
stelling of gevangenhouding kon bevelen.
der kamer overschreed, voelde Edmond
een zenuwachtige spanning> die hem over
al zijn leden deed beven. Hij bemerkte deze
zwakte met een gevoel van angst.
„M'n God," dacht hij, „ik beef als een
misdadiger. De rechter die mij zal onder
vragen, kan dat voor vrees aanzien en dat
zal een nieuwe beschuldiging tegen mij zijn,
de ernstigste van alle wellicht. Alles spant
samen, om mij in het verderf te storten."
Daarop aan een plotselingen en onweer
staanbare aandrang toegevende, riep hij uit:
„Mijnheer, ik vraag recht van u Voor
anderen moogt u een rechter zijn, voor mij
zijt ge een redder. Nimmer heeft een mis
dadiger de folteringen ondervonden, die ik
j sinds heden lijd. En toch ben ik onschuldig,
De rechter was een man van ongeveer vijf-
tig jaren, met een kalm, ernstig maar ondoor- j Ja,'"bi*j den lêvënden God, b7j" mijn vróuw én
dringbaar gelaat. Zijn hoog voorhoofd wees j mijn kind, die ik bemin, zweer ik u mijnheer,
op een groot verstand en een diep inzicht.
Op het oogenblik, dat Edmond en zijn
bewaker binnentraden, nam de rechter achter
zijn lessenaar plaats, waarop zich verschil
lende voorwerpen bevonden, onder anderen
de graveerstift, een touw met knoopen en
een ijzeren haak, een in vieren gevouwen
bankbriefje, een klein, rood juweeldoosje,
eenige gezegelde papieren en het uitge
breide rapport van den Commissaris van
politie, aan wien de gevangenneming was
dat ik onschuldig ben
ZES EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
De rechter van instructie antwoordde niet.
Met een snelle beweging, die hem door de
gewoonte eigen was geworden, zette hij zijn
bril recht en gedurende eenige oogenblikken
beschouwde hij aandachtig de trekken van
Edmond de Bellenoise.
Die man heeft inderdaad geen slecht
opgedragen. De secretaris van den rechter voorkomen," mompelde hij. Hij trok uit
zette zich tegelijkertijd aan een tafel bij het die eenvoudige aanmerking echter volstrekt
aim en legde een inktkoker, pennen en geen gevolg ten gunste van den gevangene,
verscheidene groote vellen papier in behcor- In den loop van zijn lar.ge ambtsbediening,
Uike orde voor zich. Toen hij den drempel i had hij zoo vaak de afschuwelijkste schur
ken gezien, die de eerlijkste gezichten had
den, dat hij volstrekt op het uiterlijk niet
vertrouwde. De uitroep van den werktuig
kundige was inderdaad hartroerend en scheen
uit zijn hart te zijn voortgekomen. Doch
het bewees niets, misschien kreeg men den
indruk dat Edmond een even groot komedi
ant ais misdadiger was.
De betrhande oogen van den werktuig
kundige hoopten eenig teeken van mede
lijden op het gelaat van den rechter te vin
den hij vond niets dan koude onbeweeg
lijkheid, die van louter ongeloovigheid be
wijs gaf. Het hart van Edmond kromp ineen
en de zwakke hoop, die hem een oogenblik
had bezield, verdween, om opnieuw voor on
beschrijfelijke mismoedigheid plaats te ma
ken.
„Kom naderbij," zeide de rechter op den
koelen toon, dien hij zich aangewend had
en die hem gedurende de verhooren eigen
geworden was.
Ednfend wilde gehoorzamen, maar bi;
wankelde.
„U schijnt ongesteld te zijn," hernam de
rechter. „U kunt gaan zitten."
De werktuigkundige nam plaats, of liever
liet zich neervallen op den stoel, die bij den
lessenaar stond. Alleen de breedte van den
lessenaar scheidde hem van den magistraat.
Deze vervolgde
„Uw verwarring, uw ontroering zijn blijk
baar en ik wil gelooven, dat ze oprecht zijn.
Herstel u. Ik zal wanneer het noodig is, eenige
minuten wachten, voordat ik u ondervraag-
De beschuldigingen die op u drukken, zijn
van dien aard, dat u al uw bedaardheid, al
uw vastberadenheid en geestkracht noodig
Zult hebben, om mij te antwoorden."
Ofschoon op koele, eentonige wijze uit
gesproken, schenen deze woorden toch wel
willendheid te kennen te geven, en waren
op z'n minst genomen geruststellend. Ed
mond voelde zich een weinig versterkt en
wendde een krachtige poging aan, om zijn
ontroering meester te worden. Hij slaagde
daarin na eenige oogenblikken en wist zich-
zeiven zoodanig te beheerschen, dat hij op
Zwakken toon kon zeggen
„Ik ben tot uw dienst, mijnheer. Ik geloof
nu in staat te zijn op de vragen te antwoorden,
die u mij zult stellen."
De rechter van instructie had dezen korten
tijd gebruikt, om het rapport van den com
missaris van politie nogmaals snel over te
lezen, ofschoon hij het bijna van buiten ken
de, en eenige notities op een stukje papier te
maken.
„Matthieu," sprak hij tot den secretaris,
„ik begin."
De jonge beambte doopte zijn pen in den
inkt en maakte zich gereed om te schrijven.
„Uw naam vroeg de rechter.
„Edmond de Bellenoise."
„Uw ouderdom?"
„Zesentwintig en een half jaar.
„Bent u gehuwd?"
„Ja."
„Hebt u kinderen?"
-Een dochtertje."
„Wat is uw beroep?"
„Werktuigkundige."
„Heeft u nog andere middelen van be
staan dan de opbrengst van uw arbeid
„Op het oogenblik niet."
„Op het oogenblik, zegt u Waarop rekent
u dan voor de toekomst?"
„Op twee belangrijke uitvindingen, die
mij groote sommen zullen opbrengen."#;
„Bent^ u vrpeger nooit voor het gerecht
geweest Heeft u nog nimmer een veroor
deeling ondergaan
Deze vraag, alleen voor demyorm gedaan,
en die elk beschuldigde worat voorgelegd,
deed Edmond van verontwaardiging beven.
„Nooit," sprak hij met kracht, „neen,
nooitEn ik dacht altijd te leven en te ster
ven zonder dat de justitie zich van mijn be
staan bewust was."
Na deze algemeene en voorloopige vragen,
hield de rechter eenige oogenblikken stil.
Hij scheen na te denken en eenige uitdruk
kingen in het rapport, dat voor hem lag,
te overwegen.
Eindelijk hief hij het hoofd op. Hij richtte
een doordringenden blik op den beschuldig
de en vroeg eensklaps
„Bent u bekend met d^misdaden, waar
van men u beschuldigt en me uw tegenwoor
digheid hier veroorzaken?"
Edmond werd nog bleeker dan hij een
oogenblik te voren was geweest. Hij ant
woordde echter zonder aarzeling
„Neen mijnheer, honderdmaal neen 1
Die mis da dm ken ik niet 1 De Commissaris
van pólitie, die mij hedenmorgen te midden
van mijn gezin gearresteerd heeft, zeide mij
dat ik beschuldigd werd van twee moorder
en een diefstal. Dat is alles wat ik weet. It
heb met rechtmatige verontwaardiging die
monsterachtige beschuldiging van me afge
worpen en zelfs thans weet ik de namen
nog niet van de voorgewende slachtoffers."
„Die'slachtoffers," viel de rechter hem in
de rede, „zijn een nog jeugdige vrouw en
een zieke grijsaard."
Edmond maakte een gebaar van afschuw.
„Een vrouw 1" riep hij uit, „en een grijs
aard En daarvan wil men mij beschuldi
gen
Hij wilde zijn handen opheffen, om er
zijn gezicht mede te bedekken, doch evenals
een uur te voren in zijn cel, wogen de hand
boeien zwaar aan zijn polsen en zijn handen
vielen slajf langs zijn lichaam neer, terwijl
groote tranen langs zijn wangen biggelden.
De rechter vervolgde
„Die grijsaard, een buurman, heette baron
Vilandry. Het andere slachtoffer was all
huishoudster bij hem in dienst en heette
Hélène Renoir. Kende u baron de Vilan-
dry?"
„Ik wist dat hij het huis bewoonde, naast
mijn woning en ik had hem twee of drie maal
in zijn rijtuig voorbij zien gaan."
„Bent u nooit persoonlijk met hem in aan
raking geweest -
„Neen looit 1'
Wordt vervolgd.