lüTUM Van Wet en Wetgeving. Ontdekte misdaad. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Dinsdag 17 Juni 1924 Rooilijnen. President Doumergue. Wet nieuwe Fransche ministerie. -De moord op Matteotti Onder de Radio-berichten: De hoofdpunten der Fransche regeerings- verklaring, die heden wordt voorgelezen. De indruk in Duitschland over de te verwachten politicly van het nieuwe Fransche kabinet. GEM. BUITENL. BERICHTEN. KERK EN SCHOOL. Het gouden priesterfeest van Kardinaal van Rosum. Internationaal Eucharistisch Congres. FEUILLETON. Hij, aie een gebouw wil gaan opricht e„ moet, alvorens tot oprichting over te gaan vergunning hebben van het gemeentebestuur* Een daartoe strekkende aanvrage moet bij het plaatselijk bestuur worden ingediend onder overlegging van een teekening en om schrijving. Burgemeester en Wethouders toetsen deze teekening en omschrijving aan de plaatselijke bouwverordening, met name ■constateeren zij of bij den voorgenomen bouw de rooilijnen zullen worden in acht genomen die door den Gemeenteraad zijn vastgesteld. De rooilijn is de lijn, die moet worden in acht genomen bij de plaatsing van de gevels der gebouwen voor zoover die aan den open baren weg belenden. De Woningwet eischt nadrukkelijk, dat de vaststelling der rooi lijnen geschiedt door den Gemeenteraad. In de steden is dit gfeen bezwaar, daar wordt, gewoonlijk gebouwd, hetzij aan bestaande straten, waar de rooilijn zich als 't ware van zel£ aanteekent, hetzij volgens een uitbrei dingsplan, waarin de rooilijnen zijn opgeno men. Maar ten plattelande, waar de bestaande aan den weg gelegen gebouwen dikwijls echóts en scheef door elkander staan of waar nu en dan een huis wordt opgericht langs een overigens weinig bebouwden weg, is het vaak moeilijk om te voren een vaste lijn «aan te geven, die bij het bouwen moet worden ge volgd. Veeleer dient hier in elk bijzonder geval de rooilijn te worden bepaald. Het geeft intusschen tot eigenaardige bezwaren aanleiding, dat voor elke rooilijnbepaling de Gemeenteraad moet worden bijeengeroepen. Op de eerste plaats hebben de bouwers ge woonlijk niet veel tijd om te wachten en op de tweede plaats moeten de Gemeenteraden niet al te dikwijls bij elkaar worden geroe pen. Dat werkt onwillekeurig de praatlust en politieke tinnengieterij in de hand en is niet bevorderlijk aan de belangen der Gemeente. Men heeft er daarom wat anders op gevon- den. Voor de wegen, waarvan door bijzonde re omstandigheden, de rooilijn moeilijk te voren kan worden bepaald, geeft de Raad een algemeene ruime-rooilijn aan,'b.v. 8 Me ter gemeten uit het hart van den weg, roet bevoegdheid aan B. en W. om hiervan ont heffing te verkenen. Praktisch komt dit fei telijk hierop neer, dat in elk bijzonder geval B. en W. de rooilijn bepalen. Dit is onge twijfeld in strijd met de bedoeling van den wetgever, die uitdrukkelijk de geméenteraad als hef ter zake competent collego heeft aan gewezen, maar van hooger hand wordt tegen het aldus handelen geen bezwaar gemaakt. Er was een tijd, dat het nog al eens voor kwam dat de Raad een bepaalde rooilijn vaststelde en dat, als iemand 05 de eenmaal vastgestelde rooilijn wilde gaan bouwen, de Raad een ander besluit nam en een nieuwe rooilijn vaststelde, waarvan dan de bouwer de dupe werd. Dit was mogelijk omdat naar de gangbare jurisprudentie de be sluiten tot samenstelling van rooilijnen geen hoogere goedkeuring behoefden en de Raad dus ter zake geheel autonoom was. Die tijd ligt nog betrekkelijk kort achter ons. Een frappant staaltje daarvan leverde de gemeente Tilburg. Door zekere H. v. S. werd op 11 Augustus ,1922 tot B. en W. van Tilburg een verzoek gericht ter verkrijging van een vergunning tot het oprichten van een gebouw op een perceel gelegen aan den Bredaschen weg en de Korenbloemstraa', bij welk verzoek was in acht genomen de op 8 Mei 1912 vastge stelde rooilijn. Toen dit verzoek was ingekomen werd door B. en W. van Tilburg bij den Raad een voordracht ingediend, waarbij de breedte der Korenbloemstraat van 10 op 30 Meter werd gebracht. Bij besluit van 22 September 1922 ging de Raad met deze voordracht ac toord. B. en W. van Tilburg weigerden daarop bij hun besluit van 20 October 1922 de ge vraagde bouwvergunning, omdat zoude wor den gebouwd met overschrijding der rooilijn, zooals die door den Raad op 22 September 1922 was vastgesteld. Bepaald verheffend was die handelwijze niet. Toen. de verzoeker het verzoek indiende, voldeed hij aan alle eischet», maar men ging die eischen gauw veranderen .jn weigerde de gevraagde vergunning omdat niet voldaan was aan de inmiddels gewijzigde eischen. H. v. S. nam met de afwijzende beschik king van B. en W. geen genoegen-en ging in beroep bij den Gemeenteraad. Begrijpelijker wijze zonder succes. De raad en B. en W. van Tilburg speelden te samen hetzelfde^ spel. Bij besluit van den Gemeenteraad van Tilburg van 8 Januari 1923 werd aan H. v. S., de gevraagde bouwvergunning in hooger beroep geweigerd. De door de gemeentelijke bestuurderen van Tilburg zoozeer verongelijkte H. v. S. liet het er echter niet bij zitten. Hij wendde zich tot de Kroon. Etr de Kroon deed hem recht. Bij Kon. Besluit van 12 November 1923 (Stbl. no. 516) werd het besluit van den Gemeenteraad van. Tilburg, waarbij aan H. v. S. in hooger beroep de gevraagde bouwvergunning werd geweigerd, vernietigd, als zijnde in strijd met het algemeen belang en met de wet. In dit Kon. Besluit werd o.m- overwogen dat aan de rechtszekerheid te kort wordt gedaan, indien een verzoek om bouwvergun ning wordt afgegeven op grond van na de in diening daarvan, door het gemeentebestuur in het leven geroepen bepalingen, tenzij de schade, die daardoor wordt geleden, ten volle wordt vergoed dat op dezen grond het besluit van den gemeenteraad van Tilburg moet worden geacht te zijn in strijd met het algemeen belang dat krachtens art. 3 der Woningwet door den gemeenteraad voorschriften worden vast gesteld, betreffende onder meer de plaatsing van de gebouwen ten opzichte van den open baren weg; dat art. f van die wet die voorschriften onderwerpt aan de goedkeuring van Gede puteerde Staten dat dus door het hooger gezag getoetst moeten worden de regelen, die gelden zoo wel -voor de bebouwing als voor de beschik king over de belangen van hen, die grond bezitten dat een besluit, waarbij een rooilijn wordt vastgesteld, is een besluit, waarbij wordt geregeld de plaatsing van gebouwen ten op zichte van den openbaren weg, en derhalve is onderworpen aan de goedkeuring van Ge deputeerde Staten dat het raadsbesluit van Tilburg van 22 September 1922 niet is goedgekeurd door G:d. Staten, dat de bouwvergunning niet op grond van dat besluit had mogen worden geweigerd en het besluit van den gemeente raad van Tilburg, waarbij deze het beroep tegen de weigering ongegrond verklaarde, in. strijd is met art. 5 der Woningwet. Dat Tiet raadsbesluit van Tilburg vernietig baar was wegens strijd met het algemeen belang lag voor de hand. Het algemeen belang is niet gediend met een optreden van over heidswege als te Tilburg geschiedde. Zeer terecht schreef daarvan „De Gemeentestem". Het verzuim van den gulden regel „Regeeren is vooruitzien" is bij het bestuur eener ge meente niet door een handigheid te herstellen, laat staan, dat een gemeentebestuur in het algemeen zijne autoriteit slechts kan schaden door toepassing van „handigheden". Doch door de vernietiging van het Til- burgsche besluit, tevens wegens strijd met de wet, werd afgeweken van de. tot heden op dit gebied bestaande jurisprudentie. Alge meen werd tot heden aangenomen, dat een raadsbesluit tot vaststelling eener rooilijn geen hoogerfe sanctie behoefde. In zeer vele ge meenten misschien wel in de meeste zijn de rooilijnen niet in de bouwverordenin gen vervat en derhalve niet door G:d. Staten goedgekeurd. Het gevolg der voormelde Koninklijke beslissing is, dat alle rooilijn- besluiten op losse schroeven zijn komen te staan, dat de naleving er van niet is te hand haven, voor zoover zij niet alsnog door G~d. Staten zijn goedgekeurd. Toen de inhoud van het voormeld Ko ninklijk Besluit bekend werd, hebben vele gemeentebesturen zich gehaast, om hunne rooilijnbesluiten aan de goedkeuring van de Kroon te onderwerpen. Verschillende ge meentebesturen zijn ten deze nog nalatig gebleven, met gevolg dat zij bij onwil van de bouwers de vastgestelde rooilijn moge lijk niet kunnen handhaven, hetgeen zeer tot schade van het algemeen belang kan strek ken. Gzdeputeerde Staten van Zeeland en Gelderland hebben het daarom wenschelijk geacht aan de gemeentebesturen in hun ge west te. verzoeken nauwkeurig 11a te gaan, of zich in het archief der gemeente rooilijn- besluiten bevinden, die Zonder goedkeuring van Gedeputeerde Staten zijn tot stand geko men en in dat geval die besluiten alsnog ter goedkeuring in te zenden. Zooals uit het vorenstaande blijkt, hebben de gemeentebesturen het recht rooilijn- besluiten uit te vaardigen om zoodoende bij 1 i :uwbouw te komen tot een behoorlijk bree- cden weg, die zich eenigszins aansluit bij de eischen van het verkeer. Die bevoegdheid beperkt zich echter tot het geval, dat er iets gebouwd, verbouwd of opgericht moet wor den, dat er dus eene vergunning krachtens de plaatselijke bouwverordening benoodigd is. Dit is een groote leemte in onze wetgeving. Onze landwegen waren vroeger wellicht van voldoende constructie voor het verkeer, tegenwoordig laten zij alles te wenschen over. Verbetering is haast overal dringend noodig, op de eerste plaats voor de openbare veilig heid. Doch hoe daartoe te geraken, indien de eigenaar van den belendenden grond niet medewerkt 1 Dan schiet er voor de overheids organen niets over dan den duren en lang- zamen weg van onteigening. Een wet, die de aangelanden aan den, openbaren weg dwingt om zonder schadeloosstelling enkele meters van hunne perceelen of te staan voor het publiek verkeer, is dringend noodig. Wij schrijven zonder schadeloosstelling omdat de eigenaar in den regel er groot bel; nbij heeft dat zijn perceel aan een flinken en ruimen weg komt te liggen. Een van de eerste openbare daden van Gaston Doumergue, den nieuwen president der Fransche republiek, is geweest het leggen van een krans op het graf van den. Onbekenden Soldaat. Zater dagochtend heeft hij zich irv gezelschap van Franfois Marsal, toen nog minister-presi dent, na^ir de Are de Triomphe begeven. Dc Place de l'Etoile zag zwart van de menschen, en voor de triomfboog stonden alle ministers van het kabinet-Marsal, als mede een groot aantal militaire autoriteiten, opgesteld. De muziek speelde de Marseil laise, terwijl de president naar het graf' schreed, gevolgd door een ordonnance offi cier met een krans van irissen cn roode an jers, waaraan eén lint in de nationale kleuren met de woorden Le président de la Ré- publique. De plechtigheid duurde nauwelijks één minuut. President Doumergue heeft Jules Michel, tot dusver directeur van het kabinet van het presidentschap van den Senaat, tot secretaris-generaal van het presidentschap der republiek benoemd. Doumergue, die naar men weet in Aigües- Vives, een dorpje van 1640 inwoners, in het dep. du Gard is geboren, is dus een echte méridional. Opgevoed in de sfeer van het zuiden, in de nabijheid van Tarascon en de kust' der Middellandsche Zee, heeft hij ook de eigenschappen van den zuiderling meege kregen. Zijn familie, calvinistisch, woont sedert vele eeuwen in het dorpje, welks be volking hoofdzakelijk uit Wijnbouwers be staat. Gaston Doumergue heet feitelijk Pierre, Paul, Henri, Gaston, evenals zijn vader, grootvader en overgrootvader, maar is sedert zijn prille jeugd steeds Gaston ge noemd. Zijn vader stierf toen hij nog aan het begin van zijn carrière stond, doch zijn moeder, die.93 jaar is geworden, was getuige van zijn politieke loopbaan. De oudste zuster van den president. Mme Combes, die een medewerker van de Temps" heeft ontvangen, sprak er haar droefheid over uit, dat hij de laatste der Doumergue's zal zijn. Hij heeft nooit willen huwen, zoodat het familiehuis in Aigues- Vives eens, na vele jaren, geen Doumergue meer bevatten zal. Zelfs onder normale omstandigheden heeft ,,le départ de l'Elysée" van een president der republiek na zeven jaren van zwaren, officieelen arbeid iets ontroerends het ver trek van Millerand had dit' te meer nu hij vóór het verstrijken van zijn diensttijd uit zijn ambtswoning in de-Faubourg Saint- Honoré verdreven werd. Tegen half drie 's middags reden twee auto's voor, waarop verscheidene koffers werden geladen. Het militaire en civiele personeel schaarde zich aan beide zijden van het groote bordes om den vertrekkenden chef een eerbiedigen groet te brengen. Mille rand, gevolgd door Mme Millerand, zijn dochters Alice en Marthe, en zijn zoons Jean en Jacques, namen na een kort afscheid in de auto's plaats, die in sneT tempo verdwe nen. Voor de poort van het Elysée stonden een vijftigtal menschen, die Leve Millerand! riepen. Twee dames boden mevr. Millerand bloemen aan. Te Versailles aangekomen deed de afgetre den president weten dien dag niemand te willen ontvangen. In *de anti-chambre van zijn villa in de Rue Mansart stonden eenige fraaie bloemstukken. Enkele uren later reed Doumergue in triomf het Elysée binnen, onder het gejuich der menigte en het trompetgeschal der troepen. Wederom stond het militaire en civiele personeel en haie opgesteld. Onder dc aanwezigen, Aic den nieuwen president het eerst hun opwachting kwamen maken, behoorde ook Jean Millerand, de oudste zoon en secretaris van den afgetreden presi dent. Achter de palmen in de vestibule stonden nog koffers en meubelen van Mille rand.... Generaal Dubail bood Doumergue het grootkruis van het Legioen van Eer en de onderscheidingsteekenen van den Grand- Maitre de l'Orde aan. De troepen kregen een extra rantsoen wijn de schoolkinderen en ambtenaren der openbare diensten hadden gisterochtend vrij. Zaterdag ontving de heer Herriot van pre sident Doumergue opdr'acht een kabinet te vormen en Zondagmorgen reeds was ook de samenstelling van het nieuwe Fransche mi nisterie bekend. Dat kan niet verwonderen, want de heer Herriot heeft allen tijd van voorbereiding gehad en dezen niet ongebruikt laten voorbij gaan. Ook Herriot zal behalve A premier. als minister van buiten.'a'icische zaken, het in de huidige omstandigheden meest belang rijke departement, optreden. Onder de na rt e 1 van de nieuwe ministers trekt vooral de aandacht, die van generaal Noliet, tot dusver chef van de geallieerde missie te Berlijn voor de militaire contróIéTn Duitschland. Het optreden van generaal Noliet, als mi nister van oorlog, toont dat de nieuwe Fransche regeering, in de militaire quaestie onwrikbaar zal vasthouden aan de bepalingen van het Vredesverdrag. Het is een waarschu wing voor de nationalistische'heeren in Duitschland die het liefst het zoo willen voorstellen, alsof dank zij hun grooten mond de Franschen tot tegemoetkoming bereid zouden zijn, dat ze zich in deze opvatting leelijk zullen vergissen. Blijkens een telegram onder onze Radio-berichten van gisteren trouwens heeft de heer Herriot op deze bc- teekenis van de benoeming.van Noliet tot minister van oorlog, in een verklaring aan de pers, nog eens nadruk gelegd. De nieuwe Fransche regeering is tegen over Duitschland tot een verzoenende poli tiek bereid. Maar dan toch alleen tegenover een democratisch Duitschland. Het Duitschc nationalisme en de Duitsche reactie zullen ook het ministerie-Herriot tegenover zich vinden cn tegenover een Duitschland, dat zou willen trachten in strijd met de bepalin gen van het Vredesverdrag, zich te wapenen voor de revanche, zal ook door dit Fransch kabinet met uiterste gestrengheid warden opgetreden. In zijn verklaring herinnert Herriot aar. het gebeurde na den vrede van Tilsit (1807), toen Napoleon I meende door beperkende bepalingen de militaire kracht van Pruisen te kunnen knotten, maar luttele jaren later moest ondervinden, dat hij door Scharnhorst sluw om den tuin was geleid. Bij den vrede van Tilsit was bepaald, dat Pruisen niet meer dan 42.000 man onder d? wapenen mocht houden. Om nu echter meer mannen te kunnen oefenen, werden de recru- ten (spottend Krümper genoemd) 11a een opleiding van eenige maanden naar huis ge zonden en dbor nieuwe vervangen. Zoo had, toen in 1813 de bevrijdingsoorlog uitbrak, elk regiment vijf- a zesduizend vrijwel ge oefende mannen ter beschikking, uit wie nieuwe eenheden konden worden geformeerd. Het vredesverdrag van Versailles stelde dc sterkte van Duitschlands leger op 100.000 man vast, maar men vreest ook nu weer voor soortgelijke methoden als door Scharnhorst zijn toegepast. Vandaar de toespeling op Tilsit van den heer Herriot, die overigens wel het verschil in de omstandigheden van toen en nu zal inzien en geen verdediging van de Napoleontische politiek en veroor deeling van den Duitschen bevrijdingsoorlog zal hebben bedoeld. Integendeel. Hij wil juist een politiek van verzoening, zoodat geen bevrijdingsoorlog noodig zal zijn.maar dan ook een politiek, die een revanche-oorlog onmogelijk zal ma ken. En zeker heeft hij gelijk, dat hij daar mede niet alleen' het belang van Frankrijk maar dat van heel de wereld zal dienen. Door den aan de „jeugdige Duitsche demo cratie" aangeboden steun zal dit doel zeer zeker het best bereikt worden. Die democratie is betere waarborg, dan alle nog zoo zorgvuldige controle ooit zal kunnen geven. Dat ze nog veel steun behoeft, leeren wel de berichten over telkens weer nieuwe mili taire demonstraties en militaire herinnerings- dagen in Duitschland, welkj, met den zegen van Hohenzollernen keizerlijke generaals, den oorlogsgeest in het Duitsche volk moeten prikkelen en levendig houden. Het optreden der Mexi caansche regeering tegen den Britschen vertegen woordiger. Volgens een telegram uit Mexico h£eft het Mexicaansche departement van buitenland- sche zaken een verklaring het licht doen zien, waarin de Britsche vertegenwoordiger Cum mins er van wordt beschuldigd, dat hij op zettelijk onjuiste mededeelingen heeft ge daan aan de Bntsche regeering bij het rap porteeren over plaatselijke incidenten. In de verklaring wordt er aan toegevoegd, dat Mexico verlangend is de vriendschappelijke betrekkingen met Brittanniè te hervatten, maar dat er een aannemelijk vertegenwoor diger moet zijn, die de diplomatieke ge woonten in acht neemt. In de mededeeling der Mexicaansche re- gcering over de kwestie-Cummings wordt nog gezegd, dat aan de Britsche regeering werd verzocht Cummings terug te roepen waarop werd geantwoord, dat Sir Thomas. Hohler spoedig Mexico zou bereiken, waar na de Britsche agent zou vcrtrek-ken. Dc Mexicaansche regeering stelde daarop vóór dat Engeland zekere mededeelingen'zou des- avoueeren, welke door Cummings waren ge daan, doch de Britsche regeering stelde zich aan de zijde van haren vertegenwoordiger, hetgeen de Mexicaansche regeering als „een beleediging van haar waardigheid" be schouwde. Sir Thomas Hohler heeft Engeland nog niet verlaten. (Sir Thomas Hohler Britsch gezant te Boedapest, zou in opdracht van de Britsche regeering een onderzoek in stellen in Mtr xico. In Mexico City wordt volgens een later bericht de toestand, veroorzaakt door de order van President Obregon tot uit zetting van den Britschen zaakgelastigde, ernstig geacht. Cummings is zoo goed als 'gevangen in het gebouw van de Britsche legatie. Het ge bouw is omgeven door leden van de g - heime politic, die opdracht hebben Cummings te arresteeren, zoodra hij op straat komt en hem over de grens te'zetten. Zaterdag hebben de hoefden der diploma tieke zendingen vergaderd en besloten den minister van buitenlandsche zaken een pas poort voor Cummings te vragen, opdat hij vrij het land kan verlaten. De moord op het I taliaan- sche Kamerlid Matteotti. De gruwelijke wijze waarop het Italiaan- sche socialistische Kamerlid Matteotti klaar blijkelijk door dc leden van het geheim fascis- is :h genootschap om het leven is gebracht, heeft groote beroering gewekt. Men weet dat Mussolini in'de Kamer heeft verklaard alles in het werk te stellen om de daders ge straft te krijgpn. In de zitting van Zaterdag is de geheele oppositie als protest weggeble ven. De motieven, die tot den.moord hebben geleid, zijn zuiver politiek geweest. Twee jaar geleden is Matteotti eveneens in een hinderlaag gelokt door de fascisten en in deerniswekkenden toestand achtergelaten. Matteotti was een man van ruime geldmid delen, die zich geheel aan de zaak van het socialisme wijdde. Hij was 'secretaris der socialistisch-reformistische partij en één der krachtigste tegenstanders der fascisten in het nieuwe'lferlement. Tengevolge van de ruwe methoden der fascisten was hij niet in staat in zijn geboorteprovincie Rovigo te wonen van tijd tot tijd begaf hij er zich vermomd heen om zijn moeder te bezoeken. Zijn laatste rede in de Kamer was een felle aanklacht tegen de onregelmatigheden, wel ke er tijdens de jomgste verkiezingen zouden zijn voorgevallen. DE DREIGENDE STAKING OP D^ ENGELSCHE SPOORWEGEN. Het referendum onder de leden van de Associated Society of Locomotive Engeersi and Firemen (den bond van spoorwegmachi nisten en stokers) over het geschil met dc directies nopens de classificatie en den Zon dagsdienst, zaj het onvermijdelijk worden gehouden. De algemeene seéretaris Bromley heeft namelijk verklaard, dat hoewel een re ferendum meer of minder onvermijdelijk was wegens de instructies van de gedelegeer den confrentie, het b stuur, alvorens ver der te gaan, het laat ;te woord der directies zal afwachten. DE MOSKEE VAN OMAR. Uit Jeruzalem wordt gemeld, dat koning Hoessein van Hedjas op zich heeft genomen de kosten te dragen van het herstel der moskee van Omar te Jeruzalem, waarvan de kosten meer dan 100.000 bedragen. NOODLOTTIGE DEMONSTRATIE. Een draadloos N.T.A. bericht meldt, dat te Santiago in Californië een rechter wilde de- monstreeren hoe bij een schietpartij een re volver was gebezigd, door den loop er van aan zijn oor te plaatsen en den trekker over te halen. Hij stierf onmiddellijk. Aangenomen wordt, dat hij meende, dat de patronen er uitgehaald waren door personeel der recht-' bank. DE TREINROOF BIJ CHICAGO. Volgens een telegram uit Chicago is er een man aangehouden wegens deelneming aan den treinroof bij Rondout. Hij noemde de namen van andere medeplichtigen onder wie een vrouw, die volgens hem het eerste schot zou hebben gelost. De politie gelooft, dat de buit, geraamd op twee millioen dollars, met een vliegtuig is weggevoerd. Zij beweert een spoor te hebben van de plaats, waar de buit verborgen is. DE ZENDELINGEN UIT KWEILIN VRIJ Een gropt gezelschap zendelingen, dat de afgeloopen twee maanden opgesloten was in Kweilin, het middenpunt der gevechten tusschen de twee Chineesche legers, is thans blijkbaar vrij, daar een bericht uit Sjanghai meldt, dat de Zendelingenbond aldaar een telegram heeft ontvangen, waarin wordt me degedeeld, dat Bisschop Holden met zijn oezelschap uit Kweilin naar Yingchow is v rtrokken. Uit Rome wordt gemeld: Zondag droeg in de kerk der Propaganda Zijn Em. Kardinaal Van Russum een plcch- tgie H. Mis op, geassisteerd door Holland- sehe priesters, o.a. dr. Asseldonk cn di. Féron. De zangen werden uitgevoerd door leerlingen der Propaganda, Nederlanders, die aan het- college studeeren, assisteerden aan het aitaar. Na de H. Mis had in de zaal der Propaganda de aanbieding van het, huldeblijk EEN SCHOON PLEONASME: De onderwijzeres van een school van lager onderwijs geeft zich moeite om de kinderen het begrip van een pleonasme (overbodige herhaling van een kwaliteit reeds door het woord zelf uitgedrukt! door voorbeelden toe te lichten: Een pleo nasme is b.v.: „oude grijsaard'„witte schimmel"; „ronde kringWie van jul lie kan me nu nog een voorbeeld noemen? Alle kinderen denken zenuwachtig na en eindelijk steekt 'n klein, blond meisje schuchter haar vinger op. „Wel, Marietjc? En de kleine kindermond zegt heel zacht, Lieve moeder. OP SCHOOL. Een onderwijzer was bekend om ziju vaderlandsliefde, cn op zekeren dag, toen hij weer in een zeer geestdriftige stemming verkeerde, vroeg hif een van zijn leerlingen een jongen van 12 jaar: „Wel Piet, wat zou je bij je zclj, denken, wanneer je onze driekleur, onze Nederland- sche vlag, trotsch op het slagveld zag wap peren?" „Ik zou denken, dat 't woei," antwoord- de Piet. EENVOUDIGER. „Wordt je wel eens geplaagd door slape loosheid?" „Ja. Er zijn nachten, dat ik maar dri' uur slaap." „Dan beklaag ik je, want ik weet wa het zeggen wil. Ik heb er nu al twee jaai last van. De dokter noemt het ncuris in somnia paralaxitis. „Ik heb het al achttien maanden, maai wij noemen het „Marietje." der Hollandsche geestelijken in Rome plaats een album en een envelop met inhoud. Pa ter Broeken sprak een rede uil én felici teerde den Kardinaal namens allen. Hi wenschte Zijn Em. geluk met zijn vijftigjari gen arbeid als goed zoon van St. Alfonsus getrouw aan dc leuze zijner CJongregatie. Hi' dankte den Kardinaal voor zijn hulp aan alk landgenooten - te Rome voor zijn vriend schappelijke 'trouw en bereidwillige hulp- vaardigheid ook na zijn verheffing tot hc' Kardinalaat. De gift der landgenooten was een bewijs van hun hartelijken dank. Diep ontroerd nam daarop Zijn Em. hef yvoord; dankte allen voor hun belangstellin; en .vroeg hun met hem God en Maria U danken. De Kardinaal was zich niet bcwusi zoon groot geschenk te hebben verdiend. Maar Z.Em. dankte en wenschte reguliercr en scculieren priesters een vruchtbaren werkkring. 's Avonds had er in dc salons der Propa ganda een groote receptie plaats voor dc Nederlandsche kolonie. VAANDELS BUITEN DE MUREN VAN HET STATION. Het komt ons geweiTscht voor, de aandaent van onze sociale en charitatieve veree; i "ingen nogmaals te vestigen op onze mededeeling van 27 Mei in de Kath. Pers. De ingekomen correspondentie doet ons vermoeden, dat aan bedoeld bericht niet de noodige aandacht is gewijd. Wij herhalen daarom nog eens, dat zij, die met hun vaandel en eenige mannén (vrouwen) zich willen opstellen buiten de mu ren van het Stadion, waarlangs de groote pro cessie zaj gaan in dén namiddag van de.n slui tingsdag op 27 Juli, daarvan zoo spoecig mo gelijk mededeeling doen aan den eersten on- dergeteekende, Raadhuisstraat 4, uiterlijk vóór 22 Juni men vermelde hierbij uitdruk kelijk, of het vaandel "wordt medegebracht ofwel vooruit wordt gezonden. In het laatste geval zal na 22 Juni door ons worden bericht aan welk adres de kist met het vaandel kan worden gezonden. Vaandeldragers ontvangen een gratis deel nemerskaart vercerigingsleden die hun vaan del willen vergezellen, moeten in het bezit zijn van een kaart van 50 cent, welke aan het algemeen Congresbureau (en dus niet bij ons) moet worden aangevraagd. Namens het Sub-Comité voor SoC, en Char. Vereeniging, - J. W. SMIT. W. STEINMET^Z (Officieel). 't Blijkt noodig tfogmaals zoowel leeken als geestelijken er op te wijzen, dat med:- werken aan muziekuitvoeringen, tooneel- spelen en tentoonstellingen gedurende de dagen van het komend Internationaal Eucha ristisch Congres te Amsterdam hetzelfde i als werken tegen de traditie der Internatio nale Eucharistische Congressen, zooals Mgr. Heijlen, de voorzitter van het permanent Comité, uitdrukkelijk heeft verklaard in zijn schrijven van 1 Maart 1924. Onder de uitdrukkelijke verzekering, dat geen enkel muziekgezelschap, geen enkele tooneelclub, geen enkele organisator van tentoonstellingen met toestemming, veel min der nog in opdracht van het locaal comité handelt, moge aan alle goedgezinden nog eens dringend worden gevraagd hun mede werking aan die lichamen gedurende de da gen van het Congres te onthouden. DEKEN P. STROOMER. Voorzitter van het PI. Comité' gebracht, heeft onmiddellijk den dood ten gevolge moeten hebben." r „O, riep Edmond uit, „dat is afschuwe lijk „Inderdaad afschuwelijk, want de wijze waarop deze dubbele moord is voorbereid, schijnt een plan aan te duiden, dat kunstig samengesteld, langzaam tot rijpheid gekomen ,,U wist tóch wel dat hij een groot ver- en met de meest terugstootende koelbloedig- mógen bezat?" heid 1S uitgevoerd. De man, die in staat is, „Ik had het hooren zeggen overigens 'zulk een schanddaad uit te denken en uit te wist een ieder in dc buurt, dat de baron de voeren, is een monster, door de hel uitge- 31 Vilandry als een rijk man leefde." „Kende u Hélène Renoir?" „Neen." „Zelfs niet van aanzien „Neen mijnheer, zelfs niet van aanzien." Na een paar seconden stilte, gedurende welken tijd de rechter zich scheen te beden ken, zonder echter zijn oog van Edmond af te wenden, ging hij voort met de vraag „Kunt u mij ook zeggen hoe de baron en zijn huishoudster vermoord zijn?" „Hoe zou ik dat kunnen Ik weet niets van de geheele zaak, waarover u mij on dervraagt." „Dan zal ik het u zeggen. De huishoud ster is gedood door een sterke dosis vergif, waarvan men de bestanddeelen nog niet heeft onderzocht maar waarschijnlijk was het blauwzuur. Toen deze eerste misdaad vol bracht was, is dè moordenaar naar de kamer van den grijsaard gegaan en heeft hem met een scherp werktuig midden in de borst ge stoken. De stoot, die met vaste hand is toe worpen, wiens naam aan den kant en de ver achting van het nageslacht behoort te wor den prijsgegeven." „Voor zulk een monster," riep de werk tuigkundige uit „zou de dood op het schavot een veel te zachte straf wezen. „Denkt u er inderdaad zoo over „Mijnheer, ik zweer het u, ik smeek u, daaraan niet te twijfelen." De rechter nam van zijn lessenaar een der voorwerpen die zich daarop bevonden, en plaatste het onder de oogen van Edmond, zonder hem evenwel gelegenheid te geven, het al te nauwkeurig te beschouwen. „Wat is dat vroeg hij. „Dit," antwoordde de beschuldigde oogen- blikkelijk, is een graveernaald. „Herkent u die?' „Alle graveernaalden zien er zoo uit. „Bezie,dan eens met aandacht het handvat van deze graveernaald. vervolgde de rech ter. „Ziet u er niets bijzonders aan Edmond kon een gebaar van verwonde ring niet weerhouden. „Aha," sprak de rechter, „het komt mij voor, dat dit werktuig u niet onbekend is. De twee letters die erop gegraveerd staan, zijn nogal merkwaardig, een E en een B meen ik." Hoe is uw doopnaam ook weer „Edmond." „De E. en de B. z'11 dus de voorletters van uw naam. Zou die naald u wellicht oo>k toebe hoord hebben „Ik zie in het geheel geen reden om dit te ontkennen." „Ze is bijna nieuw. Door welk toeval is zij uit uw handen geraakt, wanneer zij tenminste daaruit geraakt is?" „Dat is niet bij toeval geschied. Daar ik erg om geld verlegen was, heb ik dit stuk;i met meer' andere bij een uitdrager verkocht." „O zoo 1 U hebt het verkocht?" „Ja mijnheer." „Wanneer „Eergisteren." „Bij wien." „Louraine." „Waar woont hij „Pas de la Mule in het benedengedeelte van hetzelfde huis waarin ik woon." De rechter van instructie nam een papier, schreef haastig eenige woorden, tee kende het en wenkte een der gendarmes, die eerbiedig naderbij kwam. v Hij overhandigde hem het vel papier, dat niets anders was dan een bevelschrift, om •oor den rechter te verschijnen. „Neem een rijtuig, ga den persoon opzoe ken, die hierop is aangewezen en zorg dat hij zijn register medebrengt." De gendarme groette op militaire wijze en ging heen. ZEVEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. Edmond werd'door zooveel opeenvolgende schokken verbijsterd en zijn denkvermogen begon langzamerhand verward en onbe stemd te worden. Hij was nog in staat om te hooren en te spreken, maar zijn gedachten- gang werd steeds trager. Zoo drohg het niet tot hem door, waarom de graveernaald, die hij aan Louraine ver- kocht had, zich op het bureau van den rech ter bevond. Het kwanm niet bij hem op, dat die naald ongetwijfeld gediend had, om den moord te begaan hij beefde niet bij het denk beeld, dat dit werktuig, uit zijn handen ge komen, een vreeselijk wapen tegen hem kon worden in de handen van hem, die de ver tegenwoordiger was van het menschelijk recht. 1 De rechter van instructie bladerde nog maals in het rapport van den commissaris. Vervolgens doorzag hij den hoop gezegeld papier en zette zijn ondervraging voort. „U hadt schulden." „Ja, mijnheer." ti „Vele en belangrijke?' „Neen, mijnheer, evenwel, de minste schuld wordt belangrijk, wanneer moeilijke omstan digheden niet toelaten, die zoo spoedig te vol- doen, als men wel zou wenschen, „Kunt u mij zeggen hoeveel uw schuld be droeg?" De werktuigkundige dacht een oogenblik n? en noemde een som, die hem bij benade ring voorkwam, het juiste bedrag uit te ma ken. ,U hebt daarvoor wissels geteekend?" vervolgde de rechter. „Slechts één." „Ik heb hier voor mij een wisselbrief van tweeduizend francs, ten voordeele van Mahler en Co., machinefabrikanten, voor wie de deur waarder Baudier u moest vervolgen. Is het die wissel, dien u bedoelt „Ja, mijnheer." „De kosten waren zeer aanzienlijk,on geveer tweehonderdvijfenzeventig ifrancs." „Ja, dat is zoo." „Dit stuk was invorderbaar bij lijfdwang. Wist u dat „Ik wist het." „Gisteren werd het bevel tot in hechtenis neming beteekend." „Ja, mijnheer." „Dus u wist dat men u vandaag naar de gijzeling kon brengen „Ja, mijnheer." „Nooit was een toestand bczwarender dan de uwe, want de gevangenis was reeds ge opend, om u te ontvangen. Hoe komt het dan, dat u tot het laatste oogenblik gewacht hebt, om die schuld te voldoen „Het was mij onmogelijk het vroeger te doen." 1 „Hadt u het bedrag van de wissel met in de loop van den dag of des avonds kunner voldoen „Neen mijnheer." „Toen de commissaris u hieromtrent ondef vroeg, heeft u gezegd, dat het gejd eerst hedennacht in uw bezit is gekomen. Blijft u bij die verklaring?" „Ja mijnheer, want dat is de waarheid." „Hoeveel heeft u ontvangen „Vier duizend francs." „Van wien „Van een man, dien ik niet kan." Edmond beefde, toen hij deze woorden uitsprak. Hij begreep dat hier een groot ge vaar schuilde. Het voorgevallene van den vo- rigen nacht kwam hem zelf zóó vreemd dat het geheel en al onmogelijk moest schij- nen. u De rechter en de commissaris wisselden een dergelijken blik als de commissaris dien mor gen met zijn helpers gewisseld had. „Edmond de Bellenoice," hernam de rech ter van instructie, in uw eigen belang meen ik u opmerkzaam te moeten maken, dat u goed inoef nadenken, alvorens u antwoordt. Ge loof mij, geef een stelsel van verdediging,.da* onhoudbaar is, op. Wees oprecht, dat zal t geweten verlichten en u ten goede aangere kend worden." „Helaas, mijnheer," antwoordde de werk tuigkundige, „ik zie maar al te goed, dat u aan mijn woorden twijfelt. Wat ik u echter zeg is waar, ik zweer het u. ik kan jaietliegen Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5