lüTUM
Van Wet en Wetgeving.
Ontdekte misdaad.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Dinsdag 17 Juni 1924
Rooilijnen.
President Doumergue. Wet nieuwe Fransche ministerie. -De moord
op Matteotti
Onder de Radio-berichten: De hoofdpunten der Fransche regeerings-
verklaring, die heden wordt voorgelezen. De indruk in Duitschland
over de te verwachten politicly van het nieuwe Fransche kabinet.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
KERK EN SCHOOL.
Het gouden priesterfeest van
Kardinaal van Rosum.
Internationaal Eucharistisch
Congres.
FEUILLETON.
Hij, aie een gebouw wil gaan opricht e„
moet, alvorens tot oprichting over te gaan
vergunning hebben van het gemeentebestuur*
Een daartoe strekkende aanvrage moet bij
het plaatselijk bestuur worden ingediend
onder overlegging van een teekening en om
schrijving. Burgemeester en Wethouders
toetsen deze teekening en omschrijving aan
de plaatselijke bouwverordening, met name
■constateeren zij of bij den voorgenomen
bouw de rooilijnen zullen worden in acht
genomen die door den Gemeenteraad zijn
vastgesteld.
De rooilijn is de lijn, die moet worden in
acht genomen bij de plaatsing van de gevels
der gebouwen voor zoover die aan den open
baren weg belenden. De Woningwet eischt
nadrukkelijk, dat de vaststelling der rooi
lijnen geschiedt door den Gemeenteraad.
In de steden is dit gfeen bezwaar, daar wordt,
gewoonlijk gebouwd, hetzij aan bestaande
straten, waar de rooilijn zich als 't ware van
zel£ aanteekent, hetzij volgens een uitbrei
dingsplan, waarin de rooilijnen zijn opgeno
men. Maar ten plattelande, waar de bestaande
aan den weg gelegen gebouwen dikwijls
echóts en scheef door elkander staan of waar
nu en dan een huis wordt opgericht langs een
overigens weinig bebouwden weg, is het vaak
moeilijk om te voren een vaste lijn «aan te
geven, die bij het bouwen moet worden ge
volgd. Veeleer dient hier in elk bijzonder
geval de rooilijn te worden bepaald. Het
geeft intusschen tot eigenaardige bezwaren
aanleiding, dat voor elke rooilijnbepaling de
Gemeenteraad moet worden bijeengeroepen.
Op de eerste plaats hebben de bouwers ge
woonlijk niet veel tijd om te wachten en op
de tweede plaats moeten de Gemeenteraden
niet al te dikwijls bij elkaar worden geroe
pen. Dat werkt onwillekeurig de praatlust en
politieke tinnengieterij in de hand en is niet
bevorderlijk aan de belangen der Gemeente.
Men heeft er daarom wat anders op gevon-
den. Voor de wegen, waarvan door bijzonde
re omstandigheden, de rooilijn moeilijk te
voren kan worden bepaald, geeft de Raad
een algemeene ruime-rooilijn aan,'b.v. 8 Me
ter gemeten uit het hart van den weg, roet
bevoegdheid aan B. en W. om hiervan ont
heffing te verkenen. Praktisch komt dit fei
telijk hierop neer, dat in elk bijzonder geval
B. en W. de rooilijn bepalen. Dit is onge
twijfeld in strijd met de bedoeling van den
wetgever, die uitdrukkelijk de geméenteraad
als hef ter zake competent collego heeft aan
gewezen, maar van hooger hand wordt tegen
het aldus handelen geen bezwaar gemaakt.
Er was een tijd, dat het nog al eens voor
kwam dat de Raad een bepaalde rooilijn
vaststelde en dat, als iemand 05 de eenmaal
vastgestelde rooilijn wilde gaan bouwen, de
Raad een ander besluit nam en een nieuwe
rooilijn vaststelde, waarvan dan de bouwer
de dupe werd. Dit was mogelijk omdat
naar de gangbare jurisprudentie de be
sluiten tot samenstelling van rooilijnen geen
hoogere goedkeuring behoefden en de Raad
dus ter zake geheel autonoom was. Die tijd
ligt nog betrekkelijk kort achter ons. Een
frappant staaltje daarvan leverde de gemeente
Tilburg.
Door zekere H. v. S. werd op 11 Augustus
,1922 tot B. en W. van Tilburg een verzoek
gericht ter verkrijging van een vergunning
tot het oprichten van een gebouw op een
perceel gelegen aan den Bredaschen weg en
de Korenbloemstraa', bij welk verzoek was
in acht genomen de op 8 Mei 1912 vastge
stelde rooilijn.
Toen dit verzoek was ingekomen werd
door B. en W. van Tilburg bij den Raad een
voordracht ingediend, waarbij de breedte
der Korenbloemstraat van 10 op 30 Meter
werd gebracht. Bij besluit van 22 September
1922 ging de Raad met deze voordracht ac
toord.
B. en W. van Tilburg weigerden daarop
bij hun besluit van 20 October 1922 de ge
vraagde bouwvergunning, omdat zoude wor
den gebouwd met overschrijding der rooilijn,
zooals die door den Raad op 22 September
1922 was vastgesteld.
Bepaald verheffend was die handelwijze
niet. Toen. de verzoeker het verzoek indiende,
voldeed hij aan alle eischet», maar men ging
die eischen gauw veranderen .jn weigerde
de gevraagde vergunning omdat niet voldaan
was aan de inmiddels gewijzigde eischen.
H. v. S. nam met de afwijzende beschik
king van B. en W. geen genoegen-en ging in
beroep bij den Gemeenteraad. Begrijpelijker
wijze zonder succes. De raad en B. en W.
van Tilburg speelden te samen hetzelfde^
spel. Bij besluit van den Gemeenteraad van
Tilburg van 8 Januari 1923 werd aan H. v. S.,
de gevraagde bouwvergunning in hooger
beroep geweigerd.
De door de gemeentelijke bestuurderen
van Tilburg zoozeer verongelijkte H. v. S.
liet het er echter niet bij zitten. Hij wendde
zich tot de Kroon. Etr de Kroon deed hem
recht. Bij Kon. Besluit van 12 November 1923
(Stbl. no. 516) werd het besluit van den
Gemeenteraad van. Tilburg, waarbij aan
H. v. S. in hooger beroep de gevraagde
bouwvergunning werd geweigerd, vernietigd,
als zijnde in strijd met het algemeen belang
en met de wet.
In dit Kon. Besluit werd o.m- overwogen
dat aan de rechtszekerheid te kort wordt
gedaan, indien een verzoek om bouwvergun
ning wordt afgegeven op grond van na de in
diening daarvan, door het gemeentebestuur
in het leven geroepen bepalingen, tenzij de
schade, die daardoor wordt geleden, ten
volle wordt vergoed
dat op dezen grond het besluit van den
gemeenteraad van Tilburg moet worden
geacht te zijn in strijd met het algemeen
belang
dat krachtens art. 3 der Woningwet door
den gemeenteraad voorschriften worden vast
gesteld, betreffende onder meer de plaatsing
van de gebouwen ten opzichte van den open
baren weg;
dat art. f van die wet die voorschriften
onderwerpt aan de goedkeuring van Gede
puteerde Staten
dat dus door het hooger gezag getoetst
moeten worden de regelen, die gelden zoo
wel -voor de bebouwing als voor de beschik
king over de belangen van hen, die grond
bezitten
dat een besluit, waarbij een rooilijn wordt
vastgesteld, is een besluit, waarbij wordt
geregeld de plaatsing van gebouwen ten op
zichte van den openbaren weg, en derhalve
is onderworpen aan de goedkeuring van Ge
deputeerde Staten
dat het raadsbesluit van Tilburg van 22
September 1922 niet is goedgekeurd door
G:d. Staten, dat de bouwvergunning niet
op grond van dat besluit had mogen worden
geweigerd en het besluit van den gemeente
raad van Tilburg, waarbij deze het beroep
tegen de weigering ongegrond verklaarde, in.
strijd is met art. 5 der Woningwet.
Dat Tiet raadsbesluit van Tilburg vernietig
baar was wegens strijd met het algemeen
belang lag voor de hand. Het algemeen belang
is niet gediend met een optreden van over
heidswege als te Tilburg geschiedde. Zeer
terecht schreef daarvan „De Gemeentestem".
Het verzuim van den gulden regel „Regeeren
is vooruitzien" is bij het bestuur eener ge
meente niet door een handigheid te herstellen,
laat staan, dat een gemeentebestuur in het
algemeen zijne autoriteit slechts kan schaden
door toepassing van „handigheden".
Doch door de vernietiging van het Til-
burgsche besluit, tevens wegens strijd met
de wet, werd afgeweken van de. tot heden op
dit gebied bestaande jurisprudentie. Alge
meen werd tot heden aangenomen, dat een
raadsbesluit tot vaststelling eener rooilijn geen
hoogerfe sanctie behoefde. In zeer vele ge
meenten misschien wel in de meeste
zijn de rooilijnen niet in de bouwverordenin
gen vervat en derhalve niet door G:d. Staten
goedgekeurd. Het gevolg der voormelde
Koninklijke beslissing is, dat alle rooilijn-
besluiten op losse schroeven zijn komen te
staan, dat de naleving er van niet is te hand
haven, voor zoover zij niet alsnog door G~d.
Staten zijn goedgekeurd.
Toen de inhoud van het voormeld Ko
ninklijk Besluit bekend werd, hebben vele
gemeentebesturen zich gehaast, om hunne
rooilijnbesluiten aan de goedkeuring van de
Kroon te onderwerpen. Verschillende ge
meentebesturen zijn ten deze nog nalatig
gebleven, met gevolg dat zij bij onwil van
de bouwers de vastgestelde rooilijn moge
lijk niet kunnen handhaven, hetgeen zeer
tot schade van het algemeen belang kan strek
ken. Gzdeputeerde Staten van Zeeland en
Gelderland hebben het daarom wenschelijk
geacht aan de gemeentebesturen in hun ge
west te. verzoeken nauwkeurig 11a te gaan, of
zich in het archief der gemeente rooilijn-
besluiten bevinden, die Zonder goedkeuring
van Gedeputeerde Staten zijn tot stand geko
men en in dat geval die besluiten alsnog ter
goedkeuring in te zenden.
Zooals uit het vorenstaande blijkt, hebben
de gemeentebesturen het recht rooilijn-
besluiten uit te vaardigen om zoodoende bij
1 i :uwbouw te komen tot een behoorlijk bree-
cden weg, die zich eenigszins aansluit bij
de eischen van het verkeer. Die bevoegdheid
beperkt zich echter tot het geval, dat er iets
gebouwd, verbouwd of opgericht moet wor
den, dat er dus eene vergunning krachtens
de plaatselijke bouwverordening benoodigd
is. Dit is een groote leemte in onze wetgeving.
Onze landwegen waren vroeger wellicht van
voldoende constructie voor het verkeer,
tegenwoordig laten zij alles te wenschen over.
Verbetering is haast overal dringend noodig,
op de eerste plaats voor de openbare veilig
heid. Doch hoe daartoe te geraken, indien
de eigenaar van den belendenden grond niet
medewerkt 1 Dan schiet er voor de overheids
organen niets over dan den duren en lang-
zamen weg van onteigening. Een wet, die
de aangelanden aan den, openbaren weg
dwingt om zonder schadeloosstelling enkele
meters van hunne perceelen of te staan voor
het publiek verkeer, is dringend noodig.
Wij schrijven zonder schadeloosstelling omdat
de eigenaar in den regel er groot bel; nbij
heeft dat zijn perceel aan een flinken en
ruimen weg komt te liggen.
Een van de eerste openbare daden van
Gaston Doumergue,
den nieuwen president der
Fransche republiek,
is geweest het leggen van een krans op het
graf van den. Onbekenden Soldaat. Zater
dagochtend heeft hij zich irv gezelschap van
Franfois Marsal, toen nog minister-presi
dent, na^ir de Are de Triomphe begeven.
Dc Place de l'Etoile zag zwart van de
menschen, en voor de triomfboog stonden
alle ministers van het kabinet-Marsal, als
mede een groot aantal militaire autoriteiten,
opgesteld. De muziek speelde de Marseil
laise, terwijl de president naar het graf'
schreed, gevolgd door een ordonnance offi
cier met een krans van irissen cn roode an
jers, waaraan eén lint in de nationale kleuren
met de woorden Le président de la Ré-
publique.
De plechtigheid duurde nauwelijks één
minuut.
President Doumergue heeft Jules Michel,
tot dusver directeur van het kabinet van
het presidentschap van den Senaat, tot
secretaris-generaal van het presidentschap
der republiek benoemd.
Doumergue, die naar men weet in Aigües-
Vives, een dorpje van 1640 inwoners, in het
dep. du Gard is geboren, is dus een echte
méridional. Opgevoed in de sfeer van het
zuiden, in de nabijheid van Tarascon en de
kust' der Middellandsche Zee, heeft hij ook
de eigenschappen van den zuiderling meege
kregen. Zijn familie, calvinistisch, woont
sedert vele eeuwen in het dorpje, welks be
volking hoofdzakelijk uit Wijnbouwers be
staat. Gaston Doumergue heet feitelijk
Pierre, Paul, Henri, Gaston, evenals zijn
vader, grootvader en overgrootvader, maar
is sedert zijn prille jeugd steeds Gaston ge
noemd. Zijn vader stierf toen hij nog aan
het begin van zijn carrière stond, doch zijn
moeder, die.93 jaar is geworden, was getuige
van zijn politieke loopbaan.
De oudste zuster van den president. Mme
Combes, die een medewerker van de
Temps" heeft ontvangen, sprak er haar
droefheid over uit, dat hij de laatste der
Doumergue's zal zijn. Hij heeft nooit willen
huwen, zoodat het familiehuis in Aigues-
Vives eens, na vele jaren, geen Doumergue
meer bevatten zal.
Zelfs onder normale omstandigheden heeft
,,le départ de l'Elysée" van een president
der republiek na zeven jaren van zwaren,
officieelen arbeid iets ontroerends het ver
trek van Millerand had dit' te meer nu hij
vóór het verstrijken van zijn diensttijd uit
zijn ambtswoning in de-Faubourg Saint-
Honoré verdreven werd.
Tegen half drie 's middags reden twee
auto's voor, waarop verscheidene koffers
werden geladen. Het militaire en civiele
personeel schaarde zich aan beide zijden van
het groote bordes om den vertrekkenden
chef een eerbiedigen groet te brengen. Mille
rand, gevolgd door Mme Millerand, zijn
dochters Alice en Marthe, en zijn zoons Jean
en Jacques, namen na een kort afscheid in
de auto's plaats, die in sneT tempo verdwe
nen. Voor de poort van het Elysée stonden
een vijftigtal menschen, die Leve Millerand!
riepen. Twee dames boden mevr. Millerand
bloemen aan.
Te Versailles aangekomen deed de afgetre
den president weten dien dag niemand te
willen ontvangen. In *de anti-chambre van
zijn villa in de Rue Mansart stonden eenige
fraaie bloemstukken.
Enkele uren later reed Doumergue in
triomf het Elysée binnen, onder het gejuich
der menigte en het trompetgeschal der
troepen. Wederom stond het militaire en
civiele personeel en haie opgesteld. Onder
dc aanwezigen, Aic den nieuwen president
het eerst hun opwachting kwamen maken,
behoorde ook Jean Millerand, de oudste
zoon en secretaris van den afgetreden presi
dent. Achter de palmen in de vestibule
stonden nog koffers en meubelen van Mille
rand.... Generaal Dubail bood Doumergue
het grootkruis van het Legioen van Eer en
de onderscheidingsteekenen van den Grand-
Maitre de l'Orde aan.
De troepen kregen een extra rantsoen
wijn de schoolkinderen en ambtenaren der
openbare diensten hadden gisterochtend vrij.
Zaterdag ontving de heer Herriot van pre
sident Doumergue opdr'acht een kabinet te
vormen en Zondagmorgen reeds was ook de
samenstelling van
het nieuwe Fransche mi
nisterie
bekend. Dat kan niet verwonderen, want de
heer Herriot heeft allen tijd van voorbereiding
gehad en dezen niet ongebruikt laten voorbij
gaan. Ook Herriot zal behalve A premier.
als minister van buiten.'a'icische zaken, het
in de huidige omstandigheden meest belang
rijke departement, optreden. Onder de na
rt e 1 van de nieuwe ministers trekt vooral de
aandacht, die van generaal Noliet, tot dusver
chef van de geallieerde missie te Berlijn voor
de militaire contróIéTn Duitschland.
Het optreden van generaal Noliet, als mi
nister van oorlog, toont dat de nieuwe
Fransche regeering, in de militaire quaestie
onwrikbaar zal vasthouden aan de bepalingen
van het Vredesverdrag. Het is een waarschu
wing voor de nationalistische'heeren in
Duitschland die het liefst het zoo willen
voorstellen, alsof dank zij hun grooten mond
de Franschen tot tegemoetkoming bereid
zouden zijn, dat ze zich in deze opvatting
leelijk zullen vergissen. Blijkens een telegram
onder onze Radio-berichten van gisteren
trouwens heeft de heer Herriot op deze bc-
teekenis van de benoeming.van Noliet tot
minister van oorlog, in een verklaring aan de
pers, nog eens nadruk gelegd.
De nieuwe Fransche regeering is tegen
over Duitschland tot een verzoenende poli
tiek bereid. Maar dan toch alleen tegenover
een democratisch Duitschland. Het Duitschc
nationalisme en de Duitsche reactie zullen
ook het ministerie-Herriot tegenover zich
vinden cn tegenover een Duitschland, dat
zou willen trachten in strijd met de bepalin
gen van het Vredesverdrag, zich te wapenen
voor de revanche, zal ook door dit Fransch
kabinet met uiterste gestrengheid warden
opgetreden.
In zijn verklaring herinnert Herriot aar.
het gebeurde na den vrede van Tilsit (1807),
toen Napoleon I meende door beperkende
bepalingen de militaire kracht van Pruisen te
kunnen knotten, maar luttele jaren later moest
ondervinden, dat hij door Scharnhorst sluw
om den tuin was geleid.
Bij den vrede van Tilsit was bepaald, dat
Pruisen niet meer dan 42.000 man onder d?
wapenen mocht houden. Om nu echter meer
mannen te kunnen oefenen, werden de recru-
ten (spottend Krümper genoemd) 11a een
opleiding van eenige maanden naar huis ge
zonden en dbor nieuwe vervangen. Zoo had,
toen in 1813 de bevrijdingsoorlog uitbrak,
elk regiment vijf- a zesduizend vrijwel ge
oefende mannen ter beschikking, uit wie
nieuwe eenheden konden worden geformeerd.
Het vredesverdrag van Versailles stelde dc
sterkte van Duitschlands leger op 100.000
man vast, maar men vreest ook nu weer voor
soortgelijke methoden als door Scharnhorst
zijn toegepast. Vandaar de toespeling op
Tilsit van den heer Herriot, die overigens
wel het verschil in de omstandigheden van
toen en nu zal inzien en geen verdediging
van de Napoleontische politiek en veroor
deeling van den Duitschen bevrijdingsoorlog
zal hebben bedoeld.
Integendeel. Hij wil juist een politiek van
verzoening, zoodat geen bevrijdingsoorlog
noodig zal zijn.maar dan ook een politiek,
die een revanche-oorlog onmogelijk zal ma
ken. En zeker heeft hij gelijk, dat hij daar
mede niet alleen' het belang van Frankrijk
maar dat van heel de wereld zal dienen.
Door den aan de „jeugdige Duitsche demo
cratie" aangeboden steun zal dit doel zeer
zeker het best bereikt worden.
Die democratie is betere waarborg, dan
alle nog zoo zorgvuldige controle ooit zal
kunnen geven.
Dat ze nog veel steun behoeft, leeren wel
de berichten over telkens weer nieuwe mili
taire demonstraties en militaire herinnerings-
dagen in Duitschland, welkj, met den zegen
van Hohenzollernen keizerlijke generaals,
den oorlogsgeest in het Duitsche volk moeten
prikkelen en levendig houden.
Het optreden der Mexi
caansche regeering tegen
den Britschen vertegen
woordiger.
Volgens een telegram uit Mexico h£eft het
Mexicaansche departement van buitenland-
sche zaken een verklaring het licht doen zien,
waarin de Britsche vertegenwoordiger Cum
mins er van wordt beschuldigd, dat hij op
zettelijk onjuiste mededeelingen heeft ge
daan aan de Bntsche regeering bij het rap
porteeren over plaatselijke incidenten. In de
verklaring wordt er aan toegevoegd, dat
Mexico verlangend is de vriendschappelijke
betrekkingen met Brittanniè te hervatten,
maar dat er een aannemelijk vertegenwoor
diger moet zijn, die de diplomatieke ge
woonten in acht neemt.
In de mededeeling der Mexicaansche re-
gcering over de kwestie-Cummings wordt
nog gezegd, dat aan de Britsche regeering
werd verzocht Cummings terug te roepen
waarop werd geantwoord, dat Sir Thomas.
Hohler spoedig Mexico zou bereiken, waar
na de Britsche agent zou vcrtrek-ken. Dc
Mexicaansche regeering stelde daarop vóór
dat Engeland zekere mededeelingen'zou des-
avoueeren, welke door Cummings waren ge
daan, doch de Britsche regeering stelde zich
aan de zijde van haren vertegenwoordiger,
hetgeen de Mexicaansche regeering als
„een beleediging van haar waardigheid" be
schouwde.
Sir Thomas Hohler heeft Engeland nog
niet verlaten.
(Sir Thomas Hohler Britsch gezant te
Boedapest, zou in opdracht van de Britsche
regeering een onderzoek in stellen in Mtr
xico.
In Mexico City wordt volgens een later
bericht de toestand, veroorzaakt door
de order van President Obregon tot uit
zetting van den Britschen zaakgelastigde,
ernstig geacht.
Cummings is zoo goed als 'gevangen in het
gebouw van de Britsche legatie. Het ge
bouw is omgeven door leden van de g -
heime politic, die opdracht hebben Cummings
te arresteeren, zoodra hij op straat komt en
hem over de grens te'zetten.
Zaterdag hebben de hoefden der diploma
tieke zendingen vergaderd en besloten den
minister van buitenlandsche zaken een pas
poort voor Cummings te vragen, opdat hij
vrij het land kan verlaten.
De moord op het I taliaan-
sche Kamerlid Matteotti.
De gruwelijke wijze waarop het Italiaan-
sche socialistische Kamerlid Matteotti klaar
blijkelijk door dc leden van het geheim fascis-
is :h genootschap om het leven is gebracht,
heeft groote beroering gewekt. Men weet dat
Mussolini in'de Kamer heeft verklaard alles
in het werk te stellen om de daders ge
straft te krijgpn. In de zitting van Zaterdag
is de geheele oppositie als protest weggeble
ven.
De motieven, die tot den.moord hebben
geleid, zijn zuiver politiek geweest. Twee
jaar geleden is Matteotti eveneens in een
hinderlaag gelokt door de fascisten en in
deerniswekkenden toestand achtergelaten.
Matteotti was een man van ruime geldmid
delen, die zich geheel aan de zaak van het
socialisme wijdde. Hij was 'secretaris der
socialistisch-reformistische partij en één der
krachtigste tegenstanders der fascisten in het
nieuwe'lferlement. Tengevolge van de ruwe
methoden der fascisten was hij niet in staat
in zijn geboorteprovincie Rovigo te wonen
van tijd tot tijd begaf hij er zich vermomd
heen om zijn moeder te bezoeken.
Zijn laatste rede in de Kamer was een felle
aanklacht tegen de onregelmatigheden, wel
ke er tijdens de jomgste verkiezingen zouden
zijn voorgevallen.
DE DREIGENDE STAKING OP D^
ENGELSCHE SPOORWEGEN.
Het referendum onder de leden van de
Associated Society of Locomotive Engeersi
and Firemen (den bond van spoorwegmachi
nisten en stokers) over het geschil met dc
directies nopens de classificatie en den Zon
dagsdienst, zaj het onvermijdelijk worden
gehouden. De algemeene seéretaris Bromley
heeft namelijk verklaard, dat hoewel een re
ferendum meer of minder onvermijdelijk
was wegens de instructies van de gedelegeer
den confrentie, het b stuur, alvorens ver
der te gaan, het laat ;te woord der directies
zal afwachten.
DE MOSKEE VAN OMAR.
Uit Jeruzalem wordt gemeld, dat koning
Hoessein van Hedjas op zich heeft genomen
de kosten te dragen van het herstel der
moskee van Omar te Jeruzalem, waarvan
de kosten meer dan 100.000 bedragen.
NOODLOTTIGE DEMONSTRATIE.
Een draadloos N.T.A. bericht meldt, dat te
Santiago in Californië een rechter wilde de-
monstreeren hoe bij een schietpartij een re
volver was gebezigd, door den loop er van
aan zijn oor te plaatsen en den trekker over te
halen. Hij stierf onmiddellijk. Aangenomen
wordt, dat hij meende, dat de patronen er
uitgehaald waren door personeel der recht-'
bank.
DE TREINROOF BIJ CHICAGO.
Volgens een telegram uit Chicago is er een
man aangehouden wegens deelneming aan
den treinroof bij Rondout. Hij noemde de
namen van andere medeplichtigen onder wie
een vrouw, die volgens hem het eerste schot
zou hebben gelost. De politie gelooft, dat de
buit, geraamd op twee millioen dollars, met
een vliegtuig is weggevoerd. Zij beweert een
spoor te hebben van de plaats, waar de buit
verborgen is.
DE ZENDELINGEN UIT KWEILIN VRIJ
Een gropt gezelschap zendelingen, dat de
afgeloopen twee maanden opgesloten was in
Kweilin, het middenpunt der gevechten
tusschen de twee Chineesche legers, is thans
blijkbaar vrij, daar een bericht uit Sjanghai
meldt, dat de Zendelingenbond aldaar een
telegram heeft ontvangen, waarin wordt me
degedeeld, dat Bisschop Holden met zijn
oezelschap uit Kweilin naar Yingchow is
v rtrokken.
Uit Rome wordt gemeld:
Zondag droeg in de kerk der Propaganda
Zijn Em. Kardinaal Van Russum een plcch-
tgie H. Mis op, geassisteerd door Holland-
sehe priesters, o.a. dr. Asseldonk cn di.
Féron. De zangen werden uitgevoerd door
leerlingen der Propaganda, Nederlanders, die
aan het- college studeeren, assisteerden aan
het aitaar. Na de H. Mis had in de zaal der
Propaganda de aanbieding van het, huldeblijk
EEN SCHOON PLEONASME:
De onderwijzeres van een school van
lager onderwijs geeft zich moeite om de
kinderen het begrip van een pleonasme
(overbodige herhaling van een kwaliteit
reeds door het woord zelf uitgedrukt!
door voorbeelden toe te lichten: Een pleo
nasme is b.v.: „oude grijsaard'„witte
schimmel"; „ronde kringWie van jul
lie kan me nu nog een voorbeeld noemen?
Alle kinderen denken zenuwachtig na en
eindelijk steekt 'n klein, blond meisje
schuchter haar vinger op.
„Wel, Marietjc?
En de kleine kindermond zegt heel zacht,
Lieve moeder.
OP SCHOOL.
Een onderwijzer was bekend om ziju
vaderlandsliefde, cn op zekeren dag, toen
hij weer in een zeer geestdriftige stemming
verkeerde, vroeg hif een van zijn leerlingen
een jongen van 12 jaar:
„Wel Piet, wat zou je bij je zclj, denken,
wanneer je onze driekleur, onze Nederland-
sche vlag, trotsch op het slagveld zag wap
peren?"
„Ik zou denken, dat 't woei," antwoord-
de Piet.
EENVOUDIGER.
„Wordt je wel eens geplaagd door slape
loosheid?"
„Ja. Er zijn nachten, dat ik maar dri'
uur slaap."
„Dan beklaag ik je, want ik weet wa
het zeggen wil. Ik heb er nu al twee jaai
last van. De dokter noemt het ncuris in
somnia paralaxitis.
„Ik heb het al achttien maanden, maai
wij noemen het „Marietje."
der Hollandsche geestelijken in Rome plaats
een album en een envelop met inhoud. Pa
ter Broeken sprak een rede uil én felici
teerde den Kardinaal namens allen. Hi
wenschte Zijn Em. geluk met zijn vijftigjari
gen arbeid als goed zoon van St. Alfonsus
getrouw aan dc leuze zijner CJongregatie. Hi'
dankte den Kardinaal voor zijn hulp aan alk
landgenooten - te Rome voor zijn vriend
schappelijke 'trouw en bereidwillige hulp-
vaardigheid ook na zijn verheffing tot hc'
Kardinalaat. De gift der landgenooten was
een bewijs van hun hartelijken dank.
Diep ontroerd nam daarop Zijn Em. hef
yvoord; dankte allen voor hun belangstellin;
en .vroeg hun met hem God en Maria U
danken. De Kardinaal was zich niet bcwusi
zoon groot geschenk te hebben verdiend.
Maar Z.Em. dankte en wenschte reguliercr
en scculieren priesters een vruchtbaren
werkkring.
's Avonds had er in dc salons der Propa
ganda een groote receptie plaats voor dc
Nederlandsche kolonie.
VAANDELS BUITEN DE MUREN VAN
HET STATION.
Het komt ons geweiTscht voor, de aandaent
van onze sociale en charitatieve veree; i "ingen
nogmaals te vestigen op onze mededeeling
van 27 Mei in de Kath. Pers. De ingekomen
correspondentie doet ons vermoeden, dat
aan bedoeld bericht niet de noodige aandacht
is gewijd. Wij herhalen daarom nog eens, dat
zij, die met hun vaandel en eenige mannén
(vrouwen) zich willen opstellen buiten de mu
ren van het Stadion, waarlangs de groote pro
cessie zaj gaan in dén namiddag van de.n slui
tingsdag op 27 Juli, daarvan zoo spoecig mo
gelijk mededeeling doen aan den eersten on-
dergeteekende, Raadhuisstraat 4, uiterlijk
vóór 22 Juni men vermelde hierbij uitdruk
kelijk, of het vaandel "wordt medegebracht
ofwel vooruit wordt gezonden. In het laatste
geval zal na 22 Juni door ons worden bericht
aan welk adres de kist met het vaandel kan
worden gezonden.
Vaandeldragers ontvangen een gratis deel
nemerskaart vercerigingsleden die hun vaan
del willen vergezellen, moeten in het bezit
zijn van een kaart van 50 cent, welke aan het
algemeen Congresbureau (en dus niet bij ons)
moet worden aangevraagd.
Namens het Sub-Comité voor SoC,
en Char. Vereeniging,
- J. W. SMIT.
W. STEINMET^Z
(Officieel).
't Blijkt noodig tfogmaals zoowel leeken
als geestelijken er op te wijzen, dat med:-
werken aan muziekuitvoeringen, tooneel-
spelen en tentoonstellingen gedurende de
dagen van het komend Internationaal Eucha
ristisch Congres te Amsterdam hetzelfde i
als werken tegen de traditie der Internatio
nale Eucharistische Congressen, zooals Mgr.
Heijlen, de voorzitter van het permanent
Comité, uitdrukkelijk heeft verklaard in
zijn schrijven van 1 Maart 1924.
Onder de uitdrukkelijke verzekering, dat
geen enkel muziekgezelschap, geen enkele
tooneelclub, geen enkele organisator van
tentoonstellingen met toestemming, veel min
der nog in opdracht van het locaal comité
handelt, moge aan alle goedgezinden nog
eens dringend worden gevraagd hun mede
werking aan die lichamen gedurende de da
gen van het Congres te onthouden.
DEKEN P. STROOMER.
Voorzitter van het PI. Comité'
gebracht, heeft onmiddellijk den dood ten
gevolge moeten hebben." r
„O, riep Edmond uit, „dat is afschuwe
lijk
„Inderdaad afschuwelijk, want de wijze
waarop deze dubbele moord is voorbereid,
schijnt een plan aan te duiden, dat kunstig
samengesteld, langzaam tot rijpheid gekomen
,,U wist tóch wel dat hij een groot ver- en met de meest terugstootende koelbloedig-
mógen bezat?" heid 1S uitgevoerd. De man, die in staat is,
„Ik had het hooren zeggen overigens 'zulk een schanddaad uit te denken en uit te
wist een ieder in dc buurt, dat de baron de voeren, is een monster, door de hel uitge-
31
Vilandry als een rijk man leefde."
„Kende u Hélène Renoir?"
„Neen."
„Zelfs niet van aanzien
„Neen mijnheer, zelfs niet van aanzien."
Na een paar seconden stilte, gedurende
welken tijd de rechter zich scheen te beden
ken, zonder echter zijn oog van Edmond af
te wenden, ging hij voort met de vraag
„Kunt u mij ook zeggen hoe de baron
en zijn huishoudster vermoord zijn?"
„Hoe zou ik dat kunnen Ik weet niets
van de geheele zaak, waarover u mij on
dervraagt."
„Dan zal ik het u zeggen. De huishoud
ster is gedood door een sterke dosis vergif,
waarvan men de bestanddeelen nog niet heeft
onderzocht maar waarschijnlijk was het
blauwzuur. Toen deze eerste misdaad vol
bracht was, is dè moordenaar naar de kamer
van den grijsaard gegaan en heeft hem met
een scherp werktuig midden in de borst ge
stoken. De stoot, die met vaste hand is toe
worpen, wiens naam aan den kant en de ver
achting van het nageslacht behoort te wor
den prijsgegeven."
„Voor zulk een monster," riep de werk
tuigkundige uit „zou de dood op het schavot
een veel te zachte straf wezen.
„Denkt u er inderdaad zoo over
„Mijnheer, ik zweer het u, ik smeek u,
daaraan niet te twijfelen."
De rechter nam van zijn lessenaar een der
voorwerpen die zich daarop bevonden, en
plaatste het onder de oogen van Edmond,
zonder hem evenwel gelegenheid te geven,
het al te nauwkeurig te beschouwen.
„Wat is dat vroeg hij.
„Dit," antwoordde de beschuldigde oogen-
blikkelijk, is een graveernaald.
„Herkent u die?'
„Alle graveernaalden zien er zoo uit.
„Bezie,dan eens met aandacht het handvat
van deze graveernaald. vervolgde de rech
ter. „Ziet u er niets bijzonders aan
Edmond kon een gebaar van verwonde
ring niet weerhouden.
„Aha," sprak de rechter, „het komt mij
voor, dat dit werktuig u niet onbekend is.
De twee letters die erop gegraveerd staan,
zijn nogal merkwaardig, een E en een B
meen ik." Hoe is uw doopnaam ook weer
„Edmond."
„De E. en de B. z'11 dus de voorletters van
uw naam. Zou die naald u wellicht oo>k toebe
hoord hebben
„Ik zie in het geheel geen reden om dit te
ontkennen."
„Ze is bijna nieuw. Door welk toeval is zij
uit uw handen geraakt, wanneer zij tenminste
daaruit geraakt is?"
„Dat is niet bij toeval geschied. Daar ik erg
om geld verlegen was, heb ik dit stuk;i met
meer' andere bij een uitdrager verkocht."
„O zoo 1 U hebt het verkocht?"
„Ja mijnheer."
„Wanneer
„Eergisteren."
„Bij wien."
„Louraine."
„Waar woont hij
„Pas de la Mule in het benedengedeelte
van hetzelfde huis waarin ik woon."
De rechter van instructie nam een papier,
schreef haastig eenige woorden, tee kende het
en wenkte een der gendarmes, die eerbiedig
naderbij kwam. v
Hij overhandigde hem het vel papier, dat
niets anders was dan een bevelschrift, om
•oor den rechter te verschijnen.
„Neem een rijtuig, ga den persoon opzoe
ken, die hierop is aangewezen en zorg dat hij
zijn register medebrengt."
De gendarme groette op militaire wijze en
ging heen.
ZEVEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Edmond werd'door zooveel opeenvolgende
schokken verbijsterd en zijn denkvermogen
begon langzamerhand verward en onbe
stemd te worden. Hij was nog in staat om te
hooren en te spreken, maar zijn gedachten-
gang werd steeds trager.
Zoo drohg het niet tot hem door, waarom
de graveernaald, die hij aan Louraine ver-
kocht had, zich op het bureau van den rech
ter bevond. Het kwanm niet bij hem op, dat
die naald ongetwijfeld gediend had, om den
moord te begaan hij beefde niet bij het denk
beeld, dat dit werktuig, uit zijn handen ge
komen, een vreeselijk wapen tegen hem kon
worden in de handen van hem, die de ver
tegenwoordiger was van het menschelijk
recht. 1
De rechter van instructie bladerde nog
maals in het rapport van den commissaris.
Vervolgens doorzag hij den hoop gezegeld
papier en zette zijn ondervraging voort.
„U hadt schulden."
„Ja, mijnheer." ti
„Vele en belangrijke?'
„Neen, mijnheer, evenwel, de minste schuld
wordt belangrijk, wanneer moeilijke omstan
digheden niet toelaten, die zoo spoedig te vol-
doen, als men wel zou wenschen,
„Kunt u mij zeggen hoeveel uw schuld be
droeg?"
De werktuigkundige dacht een oogenblik
n? en noemde een som, die hem bij benade
ring voorkwam, het juiste bedrag uit te ma
ken.
,U hebt daarvoor wissels geteekend?"
vervolgde de rechter.
„Slechts één."
„Ik heb hier voor mij een wisselbrief van
tweeduizend francs, ten voordeele van Mahler
en Co., machinefabrikanten, voor wie de deur
waarder Baudier u moest vervolgen. Is het
die wissel, dien u bedoelt
„Ja, mijnheer."
„De kosten waren zeer aanzienlijk,on
geveer tweehonderdvijfenzeventig ifrancs."
„Ja, dat is zoo."
„Dit stuk was invorderbaar bij lijfdwang.
Wist u dat
„Ik wist het."
„Gisteren werd het bevel tot in hechtenis
neming beteekend."
„Ja, mijnheer."
„Dus u wist dat men u vandaag naar de
gijzeling kon brengen
„Ja, mijnheer."
„Nooit was een toestand bczwarender dan
de uwe, want de gevangenis was reeds ge
opend, om u te ontvangen. Hoe komt het dan,
dat u tot het laatste oogenblik gewacht hebt,
om die schuld te voldoen
„Het was mij onmogelijk het vroeger te
doen." 1
„Hadt u het bedrag van de wissel met in
de loop van den dag of des avonds kunner
voldoen
„Neen mijnheer."
„Toen de commissaris u hieromtrent ondef
vroeg, heeft u gezegd, dat het gejd
eerst hedennacht in uw bezit is gekomen.
Blijft u bij die verklaring?"
„Ja mijnheer, want dat is de waarheid."
„Hoeveel heeft u ontvangen
„Vier duizend francs."
„Van wien
„Van een man, dien ik niet kan."
Edmond beefde, toen hij deze woorden
uitsprak. Hij begreep dat hier een groot ge
vaar schuilde. Het voorgevallene van den vo-
rigen nacht kwam hem zelf zóó vreemd
dat het geheel en al onmogelijk moest schij-
nen. u
De rechter en de commissaris wisselden een
dergelijken blik als de commissaris dien mor
gen met zijn helpers gewisseld had.
„Edmond de Bellenoice," hernam de rech
ter van instructie, in uw eigen belang meen ik
u opmerkzaam te moeten maken, dat u goed
inoef nadenken, alvorens u antwoordt. Ge
loof mij, geef een stelsel van verdediging,.da*
onhoudbaar is, op. Wees oprecht, dat zal t
geweten verlichten en u ten goede aangere
kend worden."
„Helaas, mijnheer," antwoordde de werk
tuigkundige, „ik zie maar al te goed, dat u
aan mijn woorden twijfelt. Wat ik u echter zeg
is waar, ik zweer het u. ik kan jaietliegen
Wordt vervolgd.