tïRDE EN ARBEID. KUNST EN KENNIS. GEMENGD NIEUWS. KERK EN SCHOOL SPORT EN SPEL. CRICKET. DAMMEN. LAWNTENNIS. Algemeene R. K. Landbouw- Bedrijfsraad. Massa-ontslag bij Gebr. Wilton's scheepswerf. Visser's tweede Kara-korum Expeditie. RECHTSZAKEN. Broekhuis veroordeeld. Persdelict. De vergiftigingszaak te Amersfoort. Niet noodig! De kermis te Eindhoven. Weer een onbewaakte overweg. Ernstige brand te Waspik. Inbraak in een Christelijke School te Utrecht. Het Textiel-conflict. Groote hoeveelheden aardappelen naar Duitschland. Verdronken. Uitzetting uit een woning. Botsing tusschen auto en motorfiets. In een put gevallen. Ongeluk. Branden. Botsing tram en vrachtauto. Een bisschop in gevaar. Merkwaardige genezing te Lourdes. Intern. Eucharistisch Congres. DE HELD VAN COEVORDEN. Op 7 Juni j.l. hield de Algem. R. K Landbouw-Bedrijfsraad te Utrecht zijne jaarlijksche algeraeene vergadering, onder leiding van zijn voorzitter Prof. L. van Aken, ord. Praem. De voorzitter wees er in zijn openingsrede op, hoe verheugd hij was telken jare, wanneer de Alg. R. K. Landbouw- Bedrijfsraad weer in zijne algemeene ver gadering bijeenkomt en hij de afgevaardigden der werkgevers- en arbeidersorganisaties ziet te zamen komen tot het houden van bespre kingen over de hoogste belangen van ons bedrijfsleven. Men ziet daaruit ieder jaar dat de bedrijfsradengedachte nog voortleeft en stand houdt tegen al de ongunst der tijden in. Onze Bedrijfsraad dreigt hoe langer hoe meer unicum te worden en een unicum is kostbaar en daarom moeten wij al onze krachten inspannen om het kostbare stuk gerealiseerd solidarisme te behouden. Ten opzichte van 't werk der zgn. Commissie- Deckers sprak hij de hoop uit, dat de daar gevoerde besprekingen alsnog tot eenig resultaat zouden leiden, om de samenwerking over de geheele linie te bewaren. Nadat de gebruikelijke agendapunten vaststelling der notulen, aanbieding van het Jaarverslag over 1923, goedkeuring der rekening en verant- •woording over 1923 en vaststelling der be grooting over 1925, waren afgehandeld, kreeg het lid van het Bestuur, de Heer J. W. J. van Koeverden, landbouwer te Buren (Gld. het woord voor 't houden zijner inleiding over „De Landbouw-Bedrijfsraden in de praktijk". Spr. begon met de verhouding tusschen patroon en arbeider te schetsen, zooals deze zijn moest en zooals ze was en beschouwde haar dan van algemeen-men- schelijk en van privaatrechterlijk standpunt. Dan bepleitte spr. de wenschelijkheid van een geregeld overleg tusschen de organisaties van beide groepen geregeld, omdat ook de verhouding tusschen patroon en arbeiders voortdurend was en organisatorisch, omdat alleen dan de onevenredige machtspositie van den patroon, als onzuiver element in het overleg, kon worden uitgeschakeld. De vorm, waarin dit geregeld overleg plaats heeft, achtte spr. een zaak van secundair belang, al scheen hem de bedrijfsradenvorm vooralsnog de meest gewenschte. Dan ging spr. uitvoerig na al hetgeen onze R. K. Landbouw-Bedrijfsraden in de 4 jaren van hun bestaan reeds hadden gedaan en spr, meende, dat dit in de gegeven omstandig heden een zeer belangrijke staat van dienst mocht worden genoemd. Overgaande tot het onderzoek, waarom de Bedrijfsraden niet nog meer hadden gedaan, wees spr. aller eerst op het nog onvoldoende doorleven der Christelijke solidariteitsgedachte. De liberale beginselen zijn door ons, Roomschen, wel is waar verworpen in theorie, maar daarmee is onder ons nog lang niet de praktijk van het Roomsche Solidarisme volledig aanvaard en toegepast. Spr. legde er den nadruk op, dat we meer .moeten doen dan belijden met den mond. Er worden positieve daden van ons verwacht en geëischt, waaruit blijkt, dat we weten wat rechtvaardigheid en naastenliefde zijn. Op dit oogenblik is onder ons 't begrip van het recht om zijn eigenbelang te dienen nog sterker ontwikkeld dan het begrip van den plicht tegenover den evenaaste. Een tweede oorzaak noemde spr. het ontbreken van georganiseerde verhoudingen in ver schillende streken, waaruit volgt, dat we ook in de richting van organisatie nog heel wat te doen hebben. Tenslotte achtte spr. onvoldoende bekendheid met en wantrouwen tegenover het stelsel eveneens een oorzaak, waarom de Bedrijfsraden nog geen hoogere vlucht genomen hebben. Aansluitend bij 't voorgaande wees spr. een drietal middelen aan, die hem 't meest geëigend voorkwamen om den. verderen uitbouw van het bedrijfs- radenstelsel in den land- en tuinbouw te bevorderen. De rede van den heer van Koe verden werd warm toegejuicht, waarna zich een levendige gedachtenwisseling ontspon, waaraan zoowel van werkgevers- als van werknemerszijde werd deelgenomen. De vier stellingen, door den inleider voorgesteld, werden, met een door de vergadering ge- tvenschte aanvulling van stelling 4, aangeno men. Zij luiden als volgt 1. Ter bevordering van een blijvenden locialen en economischen vrede in het land bouwbedrijf is geregeld organisatorisch over leg tusschen werkgevers en werknemers noodzakelijk. 2. Voorzoover daartoe geroepen hebben de landbouwbedrijfsraden getoond geschikte permanente colleges te zijn tot het plegen van geregeld overleg en het optreden als scheidsgerecht. 3. Dat zij uit hoofde van haar taak tot jiog toe niet meer hebben verricht en geen Sterken invloed hebben kunnen uitoefenen op het sociaal-economisch leven in den land en tuinbouw ligt o. m. aan a. het onvoldoende doorleven der Chris telijke solidariteitsgedachte b. het ontbreken van georganiseerde ver houdingen in verschillende streken tê c. onvoldoende bekendheid met en wan trouwen tegenover het stelsel. 4. De verdere uitbouw van het bedrijfs- radenstelsel in den landbouw kan o. m. worden bevorderd door a. Sterke propaganda voor de toepassing ran de Christelijke solidariteitsgedachte zoo wel bij het individu als bij de organisaties b. het zooveel mogelijk organiseeren van ooeren en tuinders en van landarbeiders c. Een verder doorgevoerde verdeeling van het arbeidsveld o.a. door het vormen van plaatselijke en gewestelijke commissies, waardoor gemakkelijker contact wordt ver kregen en veelvuldiger zal worden gezocht d. geregelde bijeenkomsten dezer com missies of bedrijfsraden ten einde le toe standen en verhoudingen in het bedrijfsleven te bespreken. 2e tijdig het afsluiten en ver nieuwen van contracten voor te bereiden. Bij de rondvraag werd nog van werkne merszijde gewezen op de wenschelijkheid, dat er ook in de werkgeverspers het aanvaar den van arbitrage in alle arbeidsgeschillen ook den werkgevers als een plicht zou wor den voorgehouden. De wijze, waarop d t zou dienen te geschieden, kan het best door het bestuur worden bepaald. De voorzitter deed de toezegging, dat het Bestuur deze aangelegenheid in zijn eerstvolgende verga dering in overweging zou nemen. In zijn slotwoord meende de voorzitter deze vergade ring weer in alle opzichten geslaagd te mogen aoemen. Daartoe heeft vooral de heer van Koeverden veel bijgedragen. Hem in 't bij- tonder dankte spr. dan ook voor zijn goed loordacht en eerlijk betoog. Ten slotte wekt spr. alle aanwezigen op tot volharding in >ns streven naar voortdurend georganiseerd «verleg tusschen patroons en arbeiders. Naar wij vernemen, is bij de firma Wilton, )e Rotterdam, in verband met de slapte, aan •ngeveer 1000 arbeiders ontslag gegeven, terwijl ook bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij een aantal arbeiders ontslagen tijn. Men kon ons niet mededeelen hoeveel ar beiders daar zonder werk komen. De Nederlandsche Alpen Vereenigintf schrijft ons: Nimmer is in ons land de belangstelling1 voor Himalaya en Kara-korum zoo algemeen geweest als in de laatste jaren. In couranten en tijdschriften maakte men den tocht naar den Mount Everest mede en Finch trok stampvolle zalen, toen hij over zijn memorabel bestijgingsrecord kwam ver tellen. De geestige en boeiende reisbrieven van Visser werden vlijtig gelezen en hij vond, teruggekomen uit den Kara-korum en voor dragende over zijn wederwaardigheden een aandachtig gehoor. Groot, ongetwijfeld, zal daarom de belang stelling zijn voor het bericht, dat een tweede Kara-korum expeditie door den heer en Me vrouw VisserHooft wordt voorbereid en zij voornemens zijn eind October of begin November van dit jaar opnieuw naar Azië te Vertrekken. Waarschijnlijk zullen zij als doel kiezen het nog niet doorvorschte gebied tusschen den hoofdketen van den Kara-ko rum en het Noordelijk daarvan zich verhef fende Aghil-gebergte, derhalve de streek waar zich bevinden de geweldige massieven der K 2-top, de met zijn meer dan 8600 M. tweede berg der aarde. Dat is de omgeving der Oprang-rivier, wier bovenloop nog nim mer is vastgesteld en de Yarkand-rivier, wier bron eerst in 1914 door de Italiaansche, de Philippi-expeditie, werd ontdekt. De Italia nen werden door het vergevorderde jaarge tijde verhinderd in hun voornemen om de Aghil-keten te exploreeren. De bekende Kara-korum-kenner Younghusband noemt den bovenloop der Oprang-rivier een van de meest belangwekkende velden ter exploratie, die in den Kara-korum overblijven. De her tog van Abruzzen poogde destijds tevergeefs dit gebied van het Zuiden uit te bereiken. Doch van het Noorden uit is eveneens een weg daarheen. Om vanuit Voor-Indië die die Noordzijde van den Kara-korum te be reiken, zijn twee routes mogelijk, n.l. een Westelijke door Pamir en Chineesch Tur kestan en een Oostelijke over Leh en den Kara-korum pas. Eerstgenoemde route zal wellicht een zes tigtal dagmarschen van Srinagar in beslag nemen, laatstgenoemde een 50-tal; waarbij dan over een afstand van ongeveer 25 dag marschen de route, door Visser in 1922 ge volgd, opnieuw zou moeten worden afgelegd. Het essentieele verschil tusschen de expe ditie van 1922 en de voorgenomene in 1925, zal daarin bestaan, dat in 1922 de aandacht werd gewijd aan de gedetailleerde exploratie van een berggroep, die wel is waar nimmer betreden was, doch omringd werd door reeds in kaart gebrachte deelen van het berg land, terwijl thans de expeditie zich wil wa gen aan de oplossing van een belangrijk geo grafisch vraagstuk betreffende de Centraal- Aziatische waterscheiding. Men kan met vrij groote zekerheid aannemen, dat het te betre den gebied wordt ingenomen door gebergten, die door reusachtige afmetingen, hun grootschheid en woestheid, huns gelijken nau welijks elders zullen vinden. Bovenstaande mededeelingen, ontleend aan een schrijven van den heer Visser, -zullen duidelijk maken, dat hij, steunende op de ervaring, gewonnen bij zijn vorige expeditie, zich sterk voelt ditmaal het te bereiken doel hooger te stellen niet uitgedrukt in het aantal meters dat een te beklimmen top boog is maar in de geografische belang rijkheid van te exploreeren gebieden, die nog onbekend zijn en in den omvang der we tenschappelijke waarnemings- en verzamel- werkzaSmheid. Kans bestaat, dat een geoloog en een topograaf medegaan en ook een deel nemer, die op zoölogisch gebied zal kunnen verzamelen. Wie zal zich niet verheugen over dezen tocht van Hollanders naar „het dak der we reld?" Te veel bleven wij afzijdig, wanneer het gold de onbekende streken onzer aarde bui ten ons Indië te doorvorschen en toch leert de geschiedenis, dat dit onder de roemrijke en blijvende daden van een volk wordt ge rangschikt. Laten wij dus steunen den man, die het vermag te doen en, in tegenstelling met zoovelen, ook den wil heeft om het uit te voeren. Zijn reiskas moet gestijfd worden; niemand die het niet begrijpen zal; maar ook door eigen werkzaamheid wil de heer Visser daar toe bijdragen. Het houden van voordrachten, zoowel over de aanstaande als over zijn vorige Kara-korum expeditie en ook over zijn vroegere schitterende Alpentochten is daartoe een aangewezen middel. Van half September tot eind October heeft hij daartoe nog tijd beschikbaar en onderge- teekenden werden door het Bestuur er Ne derlandsche Alpen Vereeniging aangezocht, om in de regeling dier voordrachten den heer Visser, die door verblijf in het buiten land zulks behoeft, behulpzaam te zijn. Verheugend in de hoogste mate zou het zijn, zoo de Holanders het Engelsche voor beeld volgden. Men leze hoe de Mount Everest expeditie wordt gesteund, Industri- eelen bieden hun hulp aan bij het voltooien der uitrusting op een wijze, die hun tot eer strekt en bovendien aan hun producten be kendheid verschaft en voor de expeditie van onberekenbaar nut is. De regeering gaat daar vooraan in het beschikbaar stellen van in strumenten en hulpmiddelen. Zou dit alles niet ook in ons vaderland kunnen gebeuren, waar het thans geldt den Hoilandschen naam weder in het het veld der geografische exploratie te brengen? Wij gelooven van wel! Allen, vereenigingen, officiëele en particu liere instellingen enz., welke deze groote on derneming willen ondersteunen en het comi té behulpzaam willen zijn, worden verzocht, zich zoo spoedig mogelijk betreffende het vaststellen en organiseeren van de lezingen in verbinding te stellen met den tweeden ondergeteekenden, adres Palestrinastraat 11, Amsterdam. De Rott. Rechtbank heeft gisterenmiddag veroordeeld W. H. Broekhuis wegens het houden van een andere loterij dan een zooda nige waartoe de loterijwet 1905 toestemming verleende, tot 4 maanden hechtenis met ver beurdverklaring van de in beslag genomen stukken. De 42 jarige J. B., raadslid en redacteur van „De Nieuwe Zuid Limburger" te Vaals had zich Maandag voor den politierechter te Maastricht te verantwoorden terzake beleedi- ging in het nummer van 15 Maart van den di recteur der gasfabriek en den burgemeester aldaar. Eisch 14 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Uitspraak 21 Juni. De rechtbank te Utrecht, uitspraak doende in de zaak van B. J. Verhaaf, drogist te Amersfoort, beklaagd van poging tot moord tweemaal gepleegd op zijn echtgenoote, schor ste gisteren het onderzoek en gelastte een onderzoek naar beklaagdes geestvermogens in te stellen. De verdediger, mr. Van Geldrop Meddens, had in zijn pleidooi geconstateerd, dat de po gingen tot moord niet wettig en overtuigend waren bewezen en verzocht een onderzoek naar de geestvermogens van zijn cliënt te doen instellen. Het O.M. had tegen beklaagde de maxima le straf van 20 jaar gevangenisstraf geëischt TE WATER GEREDEN. Toen gisterenavond de heer J. v. D. op zijn rijwiel langs de Zuid-Willemsvaart te Den Bosch rijdende, voor een andere fiets wilde uitwijken, raakte hij het stuur kwijt en reed in de Schutsluis Nr. O. Tewee voor bijgangers, de heeren J. v. N. en P. B. begaven zich onmiddellijk te water en slaagden er in den drenkeling op het droge te brengen. Nadat in het politie-posthuis de eerste hulp verleend was, kon de heer J. v. D. weder huiswaarts keeren. GROOTE INBRAAK TE TETERINGEN. In de woning van den heer H. de S., Ginnekenweg 97 te Teteringen, is tusschen Donderdag- en Maandagnacht ingebroken De familie S., die momenteel in België ver toeft, had de controle over haar huis over gelaten aan de firma van D, te Ginneken. Toen een der formanten gisteren een bezoek aan de woning bracht constateerde hij tot zijn grooten schrik dat inbrekers op duch tige wijze in het pand hadden huisgehou den. Telegrafisch werd de familie S. van het gebeurde op de hoogte gebracht, die zoo spoedig mogelijk terugkeerde. Bij een onderzoek in de villa bleek dat tal van antieke voorwerpen, die in de sa lons voor het grijpen stonden, gestolen zijn. Vooral schilderijen, zilver en koperwerk maken deel uit van de buit. Er is voor circa 7000 8000 gulden aan waardevolle voorwerpen weggesleept. Marechaussee en politie stellen een uit gebreid onderzoek in. Van de daders is tot heden toe nog geen spoor gevonden. De volgende niet onvermakelijke anecdote doet, volgens den Franschen correspondent van de „Msb." in de Parijsche pers de ronde. Marsal, die het congres van Versailles had voor te bereiden, wilde ook zorgen voor een luxe-auto, waarmee de gekozene naar Parijs zou worden geleid. Hij reed zelf even aan in een zeer bekende garage en gaf de opdracht. Hij wilde even uitzoeken. „Maak u maar niet ongerust," zeide de garagehouder, de heer Painlevé is zelf al hier geweest om de auto uit te zoeken.... De auto heeft werkelijk dienst gedaan, echter niet voor Paul Prudent Painlevé. Philips geeft geen vrijaf. De directie der Philips Gloeilampenfa brieken te Eindhoven heeft besloten om over eenkomstig het vroeger bij een fabrikanten vergadering door den heer Staal ingenomen standpunt gedurende de kermisdagen ge woon door te werken. De overige fabrikanten hebben van hun vorig standpunt afgezien en geven dus met kermis vrijaf. De bewaking van den overweg bij wacht post 21 aan de lijn TilburgBaarle-Nassau is opgeheven. De afsluiting is weggenomen en de bekende waarschuwingsborden aange bracht. Zaterdagnacht is door onbekende oorzaak het huis van den Bakker Bourgondien te Waspik met nagenoeg alles wat het bevatte tot den grond toe afgebrand. Toen de brand spuit verscheen, viel aan blusschen niet meer te denken. Toen gistermorgen het hoofd der Christe lijke school aan de Thorbeckelaan te Utrecht het schoolgebouw binnentrad, bemêrkte hij onmiddellijk dat daar tusschen Zaterdagmid dag j.l. en Maandagmorgen ingebroken was. Bij nader onderzoek bleek dat in alle loka len een ware chaos heerschte. Alle kasten waren opengebroken en de inhoud ervan over den grond en de banken verspreid. De politie van het hulpbureau aan de Roode brug, die onmiddellijk een onderzoek instelde, met behulp der recherche, consta teerde dat de inbreker alles wijst er op dat er slechts een is geweest door een raampje moet zijn binnengekomen. Daar dit raampje tot de werkkamer van het hoofd der school behoort, vond de indringer reeds dadelijk de sleutels, die hij voor zijn nasporingen noodig had. In de kamer van het hoofd werd uit de. kast eenig spaargeld weggenomen dat door kinderen was bijeengebracht. Daarna werd aan alle schoollokalen een bezoek gebracht en alle kasten opengebroken. De inhoud werd over den grond verspreid. Daar alle leermid delen e.d. weer werden teruggevonden schijnt het den man alleen om geld te doen geweest te zijn dat door hem dan ook in verschillende lokalen gevonden werd in busjes waarin de kinderen hun zendingsgeld sparen. De buit bestaat vermoedelijk uit 60 a 80 gul.den. Zoo brutaal is de man opgetreden dat hij na zijn arbeid rustig een kopje koffie heeft gezet. Door het genoemde raampje heeft hij daarna het gebouw weer verlaten. Tot heden toe is nog geen spoor van hem gevonden. Volgens mededeeling van „Unitas" be draagt 't aantal werkwilligen 4708. Aangifte is gedaan bij de politie dat bij een werkwilligen textielarbeider de ruiten zijn ingegooid. Groote partijen aardappelen die in de pro vincie Groningen waren opgekocht zijn Za terdag naar Duitschland uitgevoerd. Gistermorgen is de gehuwde arbeider Harm Walra, die aan toevallen leed, bij de zuivelfa briek „Spoorok" alhier te water geraakt en verdronken. Bij een uitzetting van bewoners van een perceel in de Blankenstraat te Amsterdam, werd de deurwaarder, met de uitzetting be last, ondanks politie begeleiding, zoodanig gehinderd in de uitoefening van zijn functie dat de politie op bevel van den aanwezigen commissaris Heeroma van vuurwapenen ge bruik maakte om een toegang te krijgen tot de woning, van waaruit met stoelen en aller lei huisraad naar den deurwaarder en de po litiemannen geworpen werd. Op de schoten der politie namen de buurt bewoners, die zich in de bewuste woning had den opgesteld om het verzet te leiden, over de daken de vlucht. Geruimen tijd bleef 't onrustig in de buurt. Gistermiddag is op de Koningsbrug, bij het Korte Voorhout te 's Gravenhage een vrijfernstige, aanrijding gebeurd tusschen een auto, waarvan de eigenaar in Delft woont, en een motorfiets, bereden door mej. J. B. uit Katwijk. Ofschoon de laatste nog niet door de politie is gehoord, in ver band met haar vrij ernstigen toestand, schijnt reeds te kunnen worden geconcludeerd, dat de motorrijdster zich bij het kruispunt niet stipt aan de regels van den weg heeft gehou den. Zij is met een gebroken sleutelbeen en een hersenschudding door den geneeskundige dienst naar het ziekenhuis vervoerd. Het motorrijwiel werd geheel vernield. Gistermorgen vroeg is de arbeider H. W., werkzaam aan de zuivelfabriek te Bedum (Gr.), te water geraakt en verdronken. Zijn lijk is opgehaald. Gistermiddag is afgebrand een boeren huis aan den Veldkampsweg, bewoond door de families Vunderink en Pol. Het vier-jarig zoontje van den wagenmaker H. te Princenhage is al spelende in een ce menten put gevallen. Het arme ventje brak den hals en overleed spoedig Op de drukkerij van het dagblad „Tuban- tia" te Enschede geraakte de 26-jarige druk ker J. Bonthuis met zijn rechterarm tusschen de walsen van een rotatiepers. De getroffene werd naar het ziekenhuis Ziekenzorg ver voerd, waar de amputatie van den rechter benedenarm door dr. Van Dam werd ver richt. Te Oudepekela is de behuizing van H. Mulder afgebrand. Alles is verzekerd. Onder Lobith is de woning van H. groo- tendeels uitgebrand. Van den inboedel kon ongeveer niets worden gered. De schade wordt door verzekering gedekt. Te Santpoort is de woning van den heer J. O. geheel uitgebrand. De oorzaak is onbe kend. Te Kerkrade brak brand uit in de wo ningen, bewoond door de mijnwerkers R. en H. Het kapitale pand verbrandde nagenoeg geheel. Veel huisraad, kleeding en vee kwam in de vlammen om. Maandagmiddag kwart voor vier is in de Van Oldenbarneveltstraat hoek Tuinders- straat te Rotterdam een vrachtauto van de R. M. I. tegen motorwagen 106 van lijn 8 opgebotst. Van den tramwagen werden ver schillende ruiten vernield en het voorbalcon beschadigd. Van de vrachtauto het stootblok en de motor kast. Persoonlijke ongevallen hadden niet plaats. De oorzaak was, dat de remmen van de vrachtauto weigerden. De bisschop van Rijssel, mgr. Quilliet,is, toen hij gisteren in gezelschap van zijn se cretaris in een met twee paarden bespannen rijtuig naar het bisschoppelijk paleis reed, ter nauwernood aan een ernstig gevaar ontsnapt. De paarden van zijn rijtuig sloegen name lijk door schrik op hol. De koetsier, die van den bok sprong om de dieren te beteugelen, kwam te vallen, waarop het gespan zonder menner verder voortholde. Een ongeluk scheen onvermijdelijk, maar de secretaris van den bisschop, abbé Bernard, had de tegenwoordigheid van geest het por tier te openen en, staande op het treeplankje, te pogen de teugels te grijpen. Het geopende portier kwam intusschen met een stilstaande auto in aanraking en werd af gerukt. Door den schok werd de vaart der hollende paarden iets vertraagd. Abbé Bernard sprong nu op straat, maar viel. Hij richtte zich echter onmiddellijk op, en slaagde er in, één der teugels te grijpen. Ook dit baatte niet. De toestand werd steeds gevaarlijker, toen er gelukkig redding kwam opdagen. Twee mannen wisten de paarden te vatten en tot staan te brengen. Mgr. Quilliet stapte uit het rijtuig en dankte bewogen zijn redders. De bisschop had slechts enkele kneuzingen bekomen. Zijn secretaris en de koetsier werden licht gewond. „Msb." Een medische verklaring. Het is bekend, schrijft de Maasbode, hoe nog niet lang geleden in een liberaal blad een artikel werd gewijd aan de genezingen te Lourdes en hoe die genezingen op één lijn werden gesteld met merkwaardige resultaten, door kwakzalvers en andere lieden door middel van suggestie bereikt. Na het vele, wat reeds door katholie e medici en andere wetenschappelijke manne.. in verschillende landen over het vraagstuk der Lourdes-genezingen geschreven is en wat door sommige niet-Katholieke benden stelselmatig schijnt te worden genegeerd, is het haast hopeloos, om te trachten, zekere niet-Katholieke doctoren en dagbladschrij vers te brengen tot een objectief bestudeeren van het uitgebreide degelijk wetenschappe lijke en volkomen te controleeren feiten- en bewijsmateriaal, hetwelk in den loop der jaren door alleszins deskundige en bevoegde personen over dit onderwerp verzameld en gepubliceerd is. Het eenige, wat wij kunnen doen, is telkens wanneer er aanleiding toe is, opnieuw deze, op zijn zachtst uitgedrukt, eigenaardige me thode dier andersdenkenden, welke met elke eerlijke, objectieve wetenschap in strijd is, te signaleeren en, ondanks alle teleurstellende ervaringen op dit punt, maar te blijven hopen, dat eenigen hunner er ten slotte toe zullen bewogen worden, eens onbevooroordeeld kennis te nemen van genezingen, die door geen medische of andere wetenschap ver klaard kunnen worden. De uiterste voorzichtigheid, waarmee het bureau der medische constateeringen te Lourdes, waartoe, naar wij meenen te weten, de geneesheeren van allerlei gezindten toe gang hebben, bij de onderzoeken der ge- nezenen te werk gaat, het feit, dat de genees heeren van het bureau geruimen tijd na de genezingen nog na-onderzoeken verrichten om het blijvend karakter der genezingen vast te stellen en de groote gereserveerdheid waarmede zij tenslotte een uitspraak om trent het karakter der genezingen doen dit alles moet toch voor andersdenkende geleer den en. intellectueelen een voldoende waar borg zijn, dat zij hun tijd niet nutteloos be steden, als zij zich eens de moeite geven, zich nauwkeurig van de Lourdes-genezin gen op de hoogte te stellen. Wij, Katholieken, zijn reeds aan de vele merkwaardige genezingen, welke te Lourdes plaats vonden en nog geregeld plaats vinden, zoo gewoon geraakt, dat van nieuwe gene zingen dikwijls maar sporadisch melding wordt gemaakt, waardoor misschien bij oningewijden de indruk zou worden gewekt, alsof zulke genezingen maar uiterst zeld zaam zouden zijn. Misschien kan het voor dezulken en wij hopen niemand te kwetsen, wanneer wij zeggen wellicht ook voor dezen en genen Katholieken geneesheer nuttig zijn er op te wijzen, dat er heele boeken, waarin solied- bewezen merkwaardige genezingen worden behandeld, bestaan. Wij zullen intusschen, schrijft het blad verder, zonder in dit stadium te willen uitmaken, in hoeverre hier van een onver klaarbare en blijvende genezing kan worden gesproken nog even melding maken van het volgende merkwaardige geval, dat door 't bekende Engelsche weekblad „The Uni verse" wordt vermeld Te Middlesbrough is dezer dagen terug gekeerd een zekere Thomas Hoy, die aan de Engelsche bedevaart naar Lourdes had deelgenomen. Hoy was 15 jaar oud) toen hij, werkzaam in een ijzerfabriek, kwam te vallen, tengevol ge waarvan hij geen beweging meer in de heup kon krijgen en het eene been eenige inches korter werd dan het andere, zoodat hij kennelijk mank liep. Drie operaties en behandeling door een specialist te New Castle-upon-Tyne, Sunder land en South-Shields hadden geen resultaat en gedurende elf jaren kon hij niet eens zijn eigen schoenen aanrijgen. Zijn geval was zoo ernstig, dat zijn vroegere patroons hem jaren lang een schadeloosstelling uitkeerden wegens het ongeluk. De medische wetenschap stond machteloos en toen Hoy vernam, dat er een bedevaart naar Lourdes zou gaan, besloot hij de lange reis te maken en de voorspraak van Onze Lieve Vrouw van Lourdes te gaan afsmeeken om zijn genezing te verkrijgen. Zijn vertrouwen in Maria's voorspraak werd beloond. Het eerste nieuws van zijn genezing werd uit Lourdes geseind en hon derden wachtten aan het station te Middles brough zijn terugkeer af. Hoy vertelde, dat hij Zondag 1 Juni te Lourdes wachtte op het voorbijtrekken der processie met het Allerheiligste, toen hij opeens voelde, dat hij genezen was. Van dit oogenblik ging alles goed en bij de thuisreis kon hij zelfs helpen om draagbaar en bagage aan boord te brengen. De geneesheer, die Hoy behandeld had, dr. W. P. Fogarty, verklaarde, dat bij het ongeluk, den patient indertijd overkomen, het halsstuk van het rechterdijbeen (om in leekentermen te spreken), was gebroken. Eerst was het been 4 inches te kort. De pa tiënt had veel pijn en het gewricht had zijn vermogen tot bewegen verloren. Toen de patiënt uit het North Riding- ziekenhuis ontslagen werd, was het lengte verschil der beenen tot 1 y, inches terugge bracht en kon de patiënt op krukken loopen. „Toen de patiënt vijftien maanden geleden onder mijn behandeling kwam," zeide dr Fogarty, „concludeerde ik, na de geschiede nis van het geval te hebben gehoord, dat er niets meer gedaan kon worden, noch me disch, noch chirurgisch, om zijn toestand te verbeteren. Ik onderzocht hem twee dagen vóór zijn vertrek en vond niets in zijn toe stand, dat mij mijn opinie kan doen wijzigen dat hij ongeneeslijk was. „Ik ontmoette hem aan het station bij zijn terugkeer," zoo ging de dokter voort, „en was ten zeerste verrast, hem op normale wijze te zien loopen en hem te zien bukken om zijn eigen bagage te tillen, iets wat tot nu toe onmogelijk was geweest. „Ik beken, dat alvorens ik zijn verklaring van het geval aanvaardde, ik hem wenschte' te onderzoeken, omdat het mogelijk was, dat, ofschoon hij zekere verbetering gevoelde, deze niet voldoende zou zijn van medisch standpunt om van een genezing te spreken. „Ik kwam echter tot de conclusie, dat het heupgewicht geheel genezen was. „Er is geen behandeling bekend, noch in de genees-, noch in de heelkunde, welke zulk een wonderbare verbetering kon hebben te weeg gebracht." Officieel. Nieuwe aflaat. Dc secretaris deelt mede, dat de Aposto lische Poenilentiarie 300 dagen aflaat ver leende aan het volgend schietgebed, dat de hoofdgedachte van het Congres weergeeft en door den H. Vader uitdrukkelijk met het oog op het Congres is gegeven: „Bemind, ge loofd en geprezen zij het Eucharistisch Hart van Jezus." De vorige week heeft H. M. de Koningin het standbeeld van Mijndert van de Thij- nen, den held van Coevorden onthuld. Misschien is het juist daarom wel interes sant eens wat meer van dien „held van Coevorden" te weten, dan dat hij zoo'n beetje met biezen bruggen heeft gemanoeu vreerd en daardoor Coevorden heeft in genomen. De Zwolsche Crt. vertelt van hem: Het jaar 1672 is een donker jaar in onze geschiedenis. Oorlog met Frankrijk, Enge land, Munster en Keulen Ons land scheen reddeloos verloren. De bisschop van Munster was in het Oosten van ons land gevallen en had Coevorden genomen, een van onze sterkste vestingen Toen Coevorden inge nomen was, had Mijndert van der Thijnen met vrouw en kind de vlucht genomen naar Groningen, dat door Rabenhaupt tegen den bisschop verdedigd was. Deze v. d. Thijnen, koster en schoolmeester, had ook „oefenings- of vorig beroepshalve, de kunst van den vestingbouw geleerd." In Groningen aange komen, bood hij dadelijk aan Rabenhaupt zijn diensten aan. Hij ontwikkelde een plan, en teekende kaarten om Coevorden te her nemen. Rabenhaupt volgde geheel zijn in zichten. Sommige geschiedschrijvers hebben de verdienste van den bescheiden school meester zeer verkleind. Zelfs mist men zijn naam in een rijmpje uit dien tijd Door Rabenhaupt zijn wijsen raet En door Eybergens helden daet, Vier Sickinghes van grooten moet, Cling, Losecaet en Gruys te voet, Hebben Coevord' met cleine magt Dapper in een uur tijds vercragt. Hetwelk den Bisschop dapper spiet En Groningen op 't hoogst verblied. De tocht, vanuit Groningen ondernomen, was zeer gevaarlijk. In deze stad had van der Thijnen zijn biezen bruggen gefabri ceerd. Buiten de stad, in het Hoornsche Diep, had men, heel in 't geheim een proef genomen. Door de strenge vorst waren alle wateren met ijs bedektook de stads grachten van Coevorden en nu hoopte de slimme schoolmeester, dat zijn bruggen goede diensten zouden bewijzen om over de ge hakte bijten te komen en den wal te beklim men. Van der Thijnen koos zelf de officieren uit, die mee zouden gaan. Luit.-kol. v. Eijbergen werd tot aanvoerder gekozen terwijl majoor Sickinghe en majoor Wijier ook een afdeeling commandeerden. Den 17en December om 1 uur ving de tocht aan. Met de uiterste voorzichtigheid werd voorwaarts gegaan. Twee verraders zochten het plan te verijdelen, maar bereikten hun doel niet. In zijn journaal, dat gevonden is, heeft v. d. Th. dien tocht heel uitvoerig beschreven. Met allerlei moeilijkheden][en bezwaren had hij te kampen. Eén man, een zekere Klaas Buter, die de bruggen zou leggen, bleek ook nu juist niet 'n vertrouwd helper. In zijn journaal vertelt v. d. Th. van hem: „lek had een weynig brandewijn voor mijn pro visie in een klein vaatjen uit Groningen mee genomen en in een kistje gesloten, die op den wagen stond. Ick gaf aan Klaas Buter den sleutel om mij het vaatjen te haaien, hetwelk hij doetIck een soopje daaruit nemende, geeft hem het vaatjen om weder weg te slui ten, hem zeggende, dat er nog in was, dat soude ons te nagt wel te passé komen. Hij gaat heen, ick wachte wel een uur op zijn weder komst. Ick selfs na mijn wagen toe, daar komende, vond hem daar leggen so vol als een beest, sonder aualyck te kunnen sorec- ken, also hij mijn klein vaatjen ganseh ge* leegt hadde. Ick was zeer gealtereerd des selven seinde, laat hem met twee soldaten na het boerenhuis dragen en aldaar op stroo leggen en mij een ander persoon opsoekende, die de bruggen in zijn plaatse soude over» brengen." In den nacht van den 19en December werd de aanval ondernomen. Heggen moestee doorgekapt, de biezen bruggen over de bijten gelegd en 7 bastions (die de namen der 7 prov. droegen) vervoerd worden. Van der Thijnen was hier weer vooraan. Onder een kogelregen van den wal bevestigde hij de brugvakken, die los geraakt waren. Hij kreeg zelfs daarbij een schot „door zijn rock aan zijn rechter syde," maar verder kwam hij „friss en gesond daaroan." Met groote dapperheid werd gestreden en binnen een uur was de herovering van Coe vorden, destijds voor het model van een volmaakte vesting gehouden, een feit. On geveer 600 man werden gevangen genomen. De aanvallers hadden 56 dooden en nogal veel gewonden. Het ongeloofelijke was ge schied en toen de tijding van de inneming der veste in Holland doordrong, hield men allerwege een dankdag. Van der Thijnen besluit zijn journaal dan ook met deze woorden „Alsoo is deeze overwinning ons van den Hemel gegeven, daarvan Godt al leen de eere moet hebben, en seggende, het is van den Heere also geschiedt, en het is een wonder in onze oogen." Van der Thijnen ging reeds den 22 sten Dec. naar Groningen om aan Rabenhaupt verslag uit te brengen. Deze zond hem weer terug om de vesting in goeden staat va£ tegenweer te brengen. De Hooge Landsregeering wilde de helden. ook openlijk eeren. Rabenhaupt werd tot Drost van Drenthe en gouverneur van Coe vorden benoemd. Aan van der Thijnen werd een post aangeboden als kapitein van een compagnie soldaten, maar onze schoolmeester was niet militair aangelegd. Hij bedankte en werd nu benoemd tot commies bij de Landsmagazijnen te Coevorden, op een sa- ris van f 850 (later werd dit f 1500), terwijl hem tevens een pensioen van f 200 werd geschonken. De Staten der Provincie van Stad en Lande schonken hem een gouden medaille, terwijl de Raad van State hem met 'n zilveren bokaal vereerde, waarop het heuge lijk wapenfeit gegraveerd was. Deze bokaal werd later aan de Herv. Gent. geschonken en werd bij de bediening van het H. Avond maal aldaar gebruikt. In de plaats zijner in woning bleef van der Thijnen algemeen ge acht en zoowel in de burgerlijke als in de kerkelijke gemeente bekleedde hij voorname functies. De naam van zijn vrouw is onbe kend een van zijn dochters trouwde met den ingenieur Woestenhove. Deze dochter verdronk op de Zuiderzee bij een reis naar Amsterdam. Haar ouders moesten dat nog beleven. De datum van de herovering van Coevorden bleef altijd een feestdag in de familie Van der Thijnen. Telken jare vierde men dien „statelijk." Den 23sten van Sprok kelmaand 1707 verwisselde onze held het tij delijke met het eeuwige. De eerste tostmatch tegen Zuid-AfrikaJ hebben de Engelschen gewonnen met 18 runs Wedstrijden om het clubkampioenschap 2de klasse van Nederland. Zondag jl. vingen te Utrecht in Hotel „L'Europe" de wedstrijden om het Club kampioenschap 2de Klasse van Nederland aan. Onder groote belangstelling ving 's mor gens te 10/2 uur de wedstrijd tusschen d« Noordelijke en Geldersche Kampioenen aa% waarvan wij den gedetailleerden uitslag hier onder laten volgen. Bordnr. „Haarl. Darnel." IIDamvereen. „W.Z.D.V." I. HaarlemArnhem. 1. H. BoksJ. Lammers 02 2. J. B. SluiterG. v. Ettekoven Jr. 20 3. C. J. van WijkI. Beem 20 4. H. GreeuwG. Ruiter 20 5. J. WielengaM. Beem 02 6. J. PoppenV. Moes 02 7. C. LeibbrandtM. Hendriks Jr. 20 8. J. C. van Waard—H. W. van Gijn 0—2 9. J. P. van EijkK. Jureka 20 10. N. J. ZeetemanL. Beem 20 Totaal 128 De wedstrijd tusschen de Zuidelijke en Noord-Brabantsche Kampioenen, de „Bos sche Damclub" I tegen de „Vlaardingsche Dam- en Schaakvereeniging" I eindigde in een 137 overwinning voor den Bosch. De wedstrijd tusschen de „Haarlemsch6 Damclub" II en de „Bossche Damclub I, welke 's middags te 3% uur aanving, trok begrijpelijkerwijze de grootste belangstelling omdat een overwinning voor een dezer tien tallen ook vrijwel het behalen van het Neder» landsche Kampioenschap zou beteekenem De Haarlemmers pakten in dezen wedstrijd direct fanatiek aan, met het gevolg dat reeds binnen twee uren de stand op 91 voor Haarlem was gebracht. Vooral de „staart'* van Haarlem weerde zich geduchtDe gede tailleerde uitslag volgt hieronder Bordnr. „Haarl. Darnel." II„Bossche Darnel." I. Haarlem's Hertogenbosch, 1. H. Boks—Th. Kling 0—2 2. J. B. SluiterArn. Sayet 02 3. C. J. van WijkA. Sterk 20 4. H. GreeuwG. Burgerhof 0—2 5. J. WielengaC. v. d. Hoeven 20 6. J. PoppenA. v. d. Sluis 11 7. C. LeibbrandtJos. Govers 20 8. J. C. van WaardW. Kipping 2—0 9. Ph. F. AmelungG. A. Hendrickx 20 10. J. P. van EykEd. Engels 2Q Totaal 13—7, De wedstrijd tusschen Arnhem en Vlaar- dingen eindigde in een 119 overwinning voor Vlaardingen. De stand in deze kampioenscompetiti» is nu „Haarlemsche Damclub" II Haarlem 2 2 0 4 2515 „Bossche Damclub" I den Bosch 2 1 1 2 20—20 „Vlaardingsche Dam- en Schaakver." I Vlaarding. 2 112 18—22 Damvereeniging „W.Z. D.V." I Arnhem 2 0 2 0 17—23 Zondag a.s. wordt de laatste ronde dezer competitie gespeeld. Alsdan spelen te 's Hertogenbosch den Bosch tegen Arnhem en te 's Gravenhage Haarlem tegen Vlaar dingen. De reserves der „Haarlemsche Damclub" 1 hebben zich in deze wedstrijden schitterend geweerd en het is dan ook vrijwel zeker dat het 2de klasse kampioenschap ook dit jaar] weder naar Haarlem zal komen. HET INTERNATIONALE TOURNA MENT TE WIMBLEDON. I Deze alombekende wedstrijden worden dit jaar gehouden op 23 Juni en volgende dagen, Het tournament duurt meestal ongeveer 14 dagen. Van de Hollandsche speelsters en spelers zullen medespelen, d.w.z. afgevaardigd wor den door den Nederlandschen L.T.B., in het damesenkelspel: Mej. K. Bouman, kam pioen 1924, heerenenkeknel H. Timmer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 6