tïRDE EN ARBEID.
KUNST EN KENNIS.
GEMENGD NIEUWS.
KERK EN SCHOOL
SPORT EN SPEL.
CRICKET.
DAMMEN.
LAWNTENNIS.
Algemeene R. K. Landbouw-
Bedrijfsraad.
Massa-ontslag bij Gebr. Wilton's
scheepswerf.
Visser's tweede Kara-korum
Expeditie.
RECHTSZAKEN.
Broekhuis veroordeeld.
Persdelict.
De vergiftigingszaak te
Amersfoort.
Niet noodig!
De kermis te Eindhoven.
Weer een onbewaakte overweg.
Ernstige brand te Waspik.
Inbraak in een Christelijke
School te Utrecht.
Het Textiel-conflict.
Groote hoeveelheden
aardappelen naar Duitschland.
Verdronken.
Uitzetting uit een woning.
Botsing tusschen auto en
motorfiets.
In een put gevallen.
Ongeluk.
Branden.
Botsing tram en vrachtauto.
Een bisschop in gevaar.
Merkwaardige genezing te
Lourdes.
Intern. Eucharistisch Congres.
DE HELD VAN COEVORDEN.
Op 7 Juni j.l. hield de Algem. R. K
Landbouw-Bedrijfsraad te Utrecht zijne
jaarlijksche algeraeene vergadering, onder
leiding van zijn voorzitter Prof. L. van Aken,
ord. Praem. De voorzitter wees er in zijn
openingsrede op, hoe verheugd hij was telken
jare, wanneer de Alg. R. K. Landbouw-
Bedrijfsraad weer in zijne algemeene ver
gadering bijeenkomt en hij de afgevaardigden
der werkgevers- en arbeidersorganisaties ziet
te zamen komen tot het houden van bespre
kingen over de hoogste belangen van ons
bedrijfsleven. Men ziet daaruit ieder jaar
dat de bedrijfsradengedachte nog voortleeft
en stand houdt tegen al de ongunst der tijden
in. Onze Bedrijfsraad dreigt hoe langer hoe
meer unicum te worden en een unicum is
kostbaar en daarom moeten wij al onze
krachten inspannen om het kostbare stuk
gerealiseerd solidarisme te behouden. Ten
opzichte van 't werk der zgn. Commissie-
Deckers sprak hij de hoop uit, dat de daar
gevoerde besprekingen alsnog tot eenig
resultaat zouden leiden, om de samenwerking
over de geheele linie te bewaren. Nadat de
gebruikelijke agendapunten vaststelling der
notulen, aanbieding van het Jaarverslag over
1923, goedkeuring der rekening en verant-
•woording over 1923 en vaststelling der be
grooting over 1925, waren afgehandeld,
kreeg het lid van het Bestuur, de Heer J. W.
J. van Koeverden, landbouwer te Buren (Gld.
het woord voor 't houden zijner inleiding
over „De Landbouw-Bedrijfsraden in de
praktijk". Spr. begon met de verhouding
tusschen patroon en arbeider te schetsen,
zooals deze zijn moest en zooals ze was en
beschouwde haar dan van algemeen-men-
schelijk en van privaatrechterlijk standpunt.
Dan bepleitte spr. de wenschelijkheid van
een geregeld overleg tusschen de organisaties
van beide groepen geregeld, omdat ook
de verhouding tusschen patroon en arbeiders
voortdurend was en organisatorisch, omdat
alleen dan de onevenredige machtspositie
van den patroon, als onzuiver element in
het overleg, kon worden uitgeschakeld. De
vorm, waarin dit geregeld overleg plaats
heeft, achtte spr. een zaak van secundair
belang, al scheen hem de bedrijfsradenvorm
vooralsnog de meest gewenschte. Dan ging
spr. uitvoerig na al hetgeen onze R. K.
Landbouw-Bedrijfsraden in de 4 jaren van
hun bestaan reeds hadden gedaan en spr,
meende, dat dit in de gegeven omstandig
heden een zeer belangrijke staat van dienst
mocht worden genoemd. Overgaande tot het
onderzoek, waarom de Bedrijfsraden niet
nog meer hadden gedaan, wees spr. aller
eerst op het nog onvoldoende doorleven der
Christelijke solidariteitsgedachte. De liberale
beginselen zijn door ons, Roomschen, wel is
waar verworpen in theorie, maar daarmee is
onder ons nog lang niet de praktijk van het
Roomsche Solidarisme volledig aanvaard en
toegepast. Spr. legde er den nadruk op, dat
we meer .moeten doen dan belijden met den
mond. Er worden positieve daden van ons
verwacht en geëischt, waaruit blijkt, dat we
weten wat rechtvaardigheid en naastenliefde
zijn. Op dit oogenblik is onder ons 't begrip
van het recht om zijn eigenbelang te dienen
nog sterker ontwikkeld dan het begrip van
den plicht tegenover den evenaaste. Een
tweede oorzaak noemde spr. het ontbreken
van georganiseerde verhoudingen in ver
schillende streken, waaruit volgt, dat we
ook in de richting van organisatie nog heel
wat te doen hebben. Tenslotte achtte spr.
onvoldoende bekendheid met en wantrouwen
tegenover het stelsel eveneens een oorzaak,
waarom de Bedrijfsraden nog geen hoogere
vlucht genomen hebben. Aansluitend bij
't voorgaande wees spr. een drietal middelen
aan, die hem 't meest geëigend voorkwamen
om den. verderen uitbouw van het bedrijfs-
radenstelsel in den land- en tuinbouw te
bevorderen. De rede van den heer van Koe
verden werd warm toegejuicht, waarna zich
een levendige gedachtenwisseling ontspon,
waaraan zoowel van werkgevers- als van
werknemerszijde werd deelgenomen. De
vier stellingen, door den inleider voorgesteld,
werden, met een door de vergadering ge-
tvenschte aanvulling van stelling 4, aangeno
men. Zij luiden als volgt
1. Ter bevordering van een blijvenden
locialen en economischen vrede in het land
bouwbedrijf is geregeld organisatorisch over
leg tusschen werkgevers en werknemers
noodzakelijk.
2. Voorzoover daartoe geroepen hebben
de landbouwbedrijfsraden getoond geschikte
permanente colleges te zijn tot het plegen
van geregeld overleg en het optreden als
scheidsgerecht.
3. Dat zij uit hoofde van haar taak tot
jiog toe niet meer hebben verricht en geen
Sterken invloed hebben kunnen uitoefenen
op het sociaal-economisch leven in den land
en tuinbouw ligt o. m. aan
a. het onvoldoende doorleven der Chris
telijke solidariteitsgedachte
b. het ontbreken van georganiseerde ver
houdingen in verschillende streken tê
c. onvoldoende bekendheid met en wan
trouwen tegenover het stelsel.
4. De verdere uitbouw van het bedrijfs-
radenstelsel in den landbouw kan o. m.
worden bevorderd door
a. Sterke propaganda voor de toepassing
ran de Christelijke solidariteitsgedachte zoo
wel bij het individu als bij de organisaties
b. het zooveel mogelijk organiseeren van
ooeren en tuinders en van landarbeiders
c. Een verder doorgevoerde verdeeling
van het arbeidsveld o.a. door het vormen
van plaatselijke en gewestelijke commissies,
waardoor gemakkelijker contact wordt ver
kregen en veelvuldiger zal worden gezocht
d. geregelde bijeenkomsten dezer com
missies of bedrijfsraden ten einde le toe
standen en verhoudingen in het bedrijfsleven
te bespreken. 2e tijdig het afsluiten en ver
nieuwen van contracten voor te bereiden.
Bij de rondvraag werd nog van werkne
merszijde gewezen op de wenschelijkheid,
dat er ook in de werkgeverspers het aanvaar
den van arbitrage in alle arbeidsgeschillen
ook den werkgevers als een plicht zou wor
den voorgehouden. De wijze, waarop d t
zou dienen te geschieden, kan het best door
het bestuur worden bepaald. De voorzitter
deed de toezegging, dat het Bestuur deze
aangelegenheid in zijn eerstvolgende verga
dering in overweging zou nemen. In zijn
slotwoord meende de voorzitter deze vergade
ring weer in alle opzichten geslaagd te mogen
aoemen. Daartoe heeft vooral de heer van
Koeverden veel bijgedragen. Hem in 't bij-
tonder dankte spr. dan ook voor zijn goed
loordacht en eerlijk betoog. Ten slotte wekt
spr. alle aanwezigen op tot volharding in
>ns streven naar voortdurend georganiseerd
«verleg tusschen patroons en arbeiders.
Naar wij vernemen, is bij de firma Wilton,
)e Rotterdam, in verband met de slapte, aan
•ngeveer 1000 arbeiders ontslag gegeven,
terwijl ook bij de Rotterdamsche Droogdok
Maatschappij een aantal arbeiders ontslagen
tijn.
Men kon ons niet mededeelen hoeveel ar
beiders daar zonder werk komen.
De Nederlandsche Alpen Vereenigintf
schrijft ons:
Nimmer is in ons land de belangstelling1
voor Himalaya en Kara-korum zoo algemeen
geweest als in de laatste jaren.
In couranten en tijdschriften maakte men
den tocht naar den Mount Everest mede en
Finch trok stampvolle zalen, toen hij over
zijn memorabel bestijgingsrecord kwam ver
tellen.
De geestige en boeiende reisbrieven van
Visser werden vlijtig gelezen en hij vond,
teruggekomen uit den Kara-korum en voor
dragende over zijn wederwaardigheden een
aandachtig gehoor.
Groot, ongetwijfeld, zal daarom de belang
stelling zijn voor het bericht, dat een tweede
Kara-korum expeditie door den heer en Me
vrouw VisserHooft wordt voorbereid en
zij voornemens zijn eind October of begin
November van dit jaar opnieuw naar Azië te
Vertrekken. Waarschijnlijk zullen zij als doel
kiezen het nog niet doorvorschte gebied
tusschen den hoofdketen van den Kara-ko
rum en het Noordelijk daarvan zich verhef
fende Aghil-gebergte, derhalve de streek
waar zich bevinden de geweldige massieven
der K 2-top, de met zijn meer dan 8600 M.
tweede berg der aarde. Dat is de omgeving
der Oprang-rivier, wier bovenloop nog nim
mer is vastgesteld en de Yarkand-rivier, wier
bron eerst in 1914 door de Italiaansche, de
Philippi-expeditie, werd ontdekt. De Italia
nen werden door het vergevorderde jaarge
tijde verhinderd in hun voornemen om de
Aghil-keten te exploreeren. De bekende
Kara-korum-kenner Younghusband noemt
den bovenloop der Oprang-rivier een van de
meest belangwekkende velden ter exploratie,
die in den Kara-korum overblijven. De her
tog van Abruzzen poogde destijds tevergeefs
dit gebied van het Zuiden uit te bereiken.
Doch van het Noorden uit is eveneens een
weg daarheen. Om vanuit Voor-Indië die
die Noordzijde van den Kara-korum te be
reiken, zijn twee routes mogelijk, n.l. een
Westelijke door Pamir en Chineesch Tur
kestan en een Oostelijke over Leh en den
Kara-korum pas.
Eerstgenoemde route zal wellicht een zes
tigtal dagmarschen van Srinagar in beslag
nemen, laatstgenoemde een 50-tal; waarbij
dan over een afstand van ongeveer 25 dag
marschen de route, door Visser in 1922 ge
volgd, opnieuw zou moeten worden afgelegd.
Het essentieele verschil tusschen de expe
ditie van 1922 en de voorgenomene in 1925,
zal daarin bestaan, dat in 1922 de aandacht
werd gewijd aan de gedetailleerde exploratie
van een berggroep, die wel is waar nimmer
betreden was, doch omringd werd door reeds
in kaart gebrachte deelen van het berg
land, terwijl thans de expeditie zich wil wa
gen aan de oplossing van een belangrijk geo
grafisch vraagstuk betreffende de Centraal-
Aziatische waterscheiding. Men kan met vrij
groote zekerheid aannemen, dat het te betre
den gebied wordt ingenomen door gebergten,
die door reusachtige afmetingen, hun
grootschheid en woestheid, huns gelijken nau
welijks elders zullen vinden.
Bovenstaande mededeelingen, ontleend aan
een schrijven van den heer Visser, -zullen
duidelijk maken, dat hij, steunende op de
ervaring, gewonnen bij zijn vorige expeditie,
zich sterk voelt ditmaal het te bereiken doel
hooger te stellen niet uitgedrukt in het
aantal meters dat een te beklimmen top
boog is maar in de geografische belang
rijkheid van te exploreeren gebieden, die
nog onbekend zijn en in den omvang der we
tenschappelijke waarnemings- en verzamel-
werkzaSmheid. Kans bestaat, dat een geoloog
en een topograaf medegaan en ook een deel
nemer, die op zoölogisch gebied zal kunnen
verzamelen.
Wie zal zich niet verheugen over dezen
tocht van Hollanders naar „het dak der we
reld?"
Te veel bleven wij afzijdig, wanneer het
gold de onbekende streken onzer aarde bui
ten ons Indië te doorvorschen en toch leert
de geschiedenis, dat dit onder de roemrijke
en blijvende daden van een volk wordt ge
rangschikt. Laten wij dus steunen den man,
die het vermag te doen en, in tegenstelling
met zoovelen, ook den wil heeft om het uit
te voeren.
Zijn reiskas moet gestijfd worden; niemand
die het niet begrijpen zal; maar ook door
eigen werkzaamheid wil de heer Visser daar
toe bijdragen. Het houden van voordrachten,
zoowel over de aanstaande als over zijn
vorige Kara-korum expeditie en ook over zijn
vroegere schitterende Alpentochten is
daartoe een aangewezen middel.
Van half September tot eind October heeft
hij daartoe nog tijd beschikbaar en onderge-
teekenden werden door het Bestuur er Ne
derlandsche Alpen Vereeniging aangezocht,
om in de regeling dier voordrachten den
heer Visser, die door verblijf in het buiten
land zulks behoeft, behulpzaam te zijn.
Verheugend in de hoogste mate zou het
zijn, zoo de Holanders het Engelsche voor
beeld volgden. Men leze hoe de Mount
Everest expeditie wordt gesteund, Industri-
eelen bieden hun hulp aan bij het voltooien
der uitrusting op een wijze, die hun tot eer
strekt en bovendien aan hun producten be
kendheid verschaft en voor de expeditie van
onberekenbaar nut is. De regeering gaat daar
vooraan in het beschikbaar stellen van in
strumenten en hulpmiddelen.
Zou dit alles niet ook in ons vaderland
kunnen gebeuren, waar het thans geldt den
Hoilandschen naam weder in het het veld der
geografische exploratie te brengen?
Wij gelooven van wel!
Allen, vereenigingen, officiëele en particu
liere instellingen enz., welke deze groote on
derneming willen ondersteunen en het comi
té behulpzaam willen zijn, worden verzocht,
zich zoo spoedig mogelijk betreffende het
vaststellen en organiseeren van de lezingen
in verbinding te stellen met den tweeden
ondergeteekenden, adres Palestrinastraat 11,
Amsterdam.
De Rott. Rechtbank heeft gisterenmiddag
veroordeeld W. H. Broekhuis wegens het
houden van een andere loterij dan een zooda
nige waartoe de loterijwet 1905 toestemming
verleende, tot 4 maanden hechtenis met ver
beurdverklaring van de in beslag genomen
stukken.
De 42 jarige J. B., raadslid en redacteur
van „De Nieuwe Zuid Limburger" te Vaals
had zich Maandag voor den politierechter te
Maastricht te verantwoorden terzake beleedi-
ging in het nummer van 15 Maart van den di
recteur der gasfabriek en den burgemeester
aldaar.
Eisch 14 dagen hechtenis voorwaardelijk
met een proeftijd van 3 jaar.
Uitspraak 21 Juni.
De rechtbank te Utrecht, uitspraak doende
in de zaak van B. J. Verhaaf, drogist te
Amersfoort, beklaagd van poging tot moord
tweemaal gepleegd op zijn echtgenoote, schor
ste gisteren het onderzoek en gelastte een
onderzoek naar beklaagdes geestvermogens
in te stellen.
De verdediger, mr. Van Geldrop Meddens,
had in zijn pleidooi geconstateerd, dat de po
gingen tot moord niet wettig en overtuigend
waren bewezen en verzocht een onderzoek
naar de geestvermogens van zijn cliënt te
doen instellen.
Het O.M. had tegen beklaagde de maxima
le straf van 20 jaar gevangenisstraf geëischt
TE WATER GEREDEN.
Toen gisterenavond de heer J. v. D. op
zijn rijwiel langs de Zuid-Willemsvaart te
Den Bosch rijdende, voor een andere fiets
wilde uitwijken, raakte hij het stuur kwijt
en reed in de Schutsluis Nr. O. Tewee voor
bijgangers, de heeren J. v. N. en P. B.
begaven zich onmiddellijk te water en
slaagden er in den drenkeling op het droge
te brengen. Nadat in het politie-posthuis
de eerste hulp verleend was, kon de heer
J. v. D. weder huiswaarts keeren.
GROOTE INBRAAK TE TETERINGEN.
In de woning van den heer H. de S.,
Ginnekenweg 97 te Teteringen, is tusschen
Donderdag- en Maandagnacht ingebroken
De familie S., die momenteel in België ver
toeft, had de controle over haar huis over
gelaten aan de firma van D, te Ginneken.
Toen een der formanten gisteren een bezoek
aan de woning bracht constateerde hij tot
zijn grooten schrik dat inbrekers op duch
tige wijze in het pand hadden huisgehou
den.
Telegrafisch werd de familie S. van het
gebeurde op de hoogte gebracht, die zoo
spoedig mogelijk terugkeerde.
Bij een onderzoek in de villa bleek dat
tal van antieke voorwerpen, die in de sa
lons voor het grijpen stonden, gestolen zijn.
Vooral schilderijen, zilver en koperwerk
maken deel uit van de buit. Er is voor
circa 7000 8000 gulden aan waardevolle
voorwerpen weggesleept.
Marechaussee en politie stellen een uit
gebreid onderzoek in. Van de daders is tot
heden toe nog geen spoor gevonden.
De volgende niet onvermakelijke anecdote
doet, volgens den Franschen correspondent
van de „Msb." in de Parijsche pers de ronde.
Marsal, die het congres van Versailles had
voor te bereiden, wilde ook zorgen voor
een luxe-auto, waarmee de gekozene naar
Parijs zou worden geleid. Hij reed zelf even
aan in een zeer bekende garage en gaf de
opdracht. Hij wilde even uitzoeken.
„Maak u maar niet ongerust," zeide de
garagehouder, de heer Painlevé is zelf al hier
geweest om de auto uit te zoeken....
De auto heeft werkelijk dienst gedaan,
echter niet voor Paul Prudent Painlevé.
Philips geeft geen vrijaf.
De directie der Philips Gloeilampenfa
brieken te Eindhoven heeft besloten om over
eenkomstig het vroeger bij een fabrikanten
vergadering door den heer Staal ingenomen
standpunt gedurende de kermisdagen ge
woon door te werken. De overige fabrikanten
hebben van hun vorig standpunt afgezien en
geven dus met kermis vrijaf.
De bewaking van den overweg bij wacht
post 21 aan de lijn TilburgBaarle-Nassau is
opgeheven. De afsluiting is weggenomen en
de bekende waarschuwingsborden aange
bracht.
Zaterdagnacht is door onbekende oorzaak
het huis van den Bakker Bourgondien te
Waspik met nagenoeg alles wat het bevatte
tot den grond toe afgebrand. Toen de brand
spuit verscheen, viel aan blusschen niet meer
te denken.
Toen gistermorgen het hoofd der Christe
lijke school aan de Thorbeckelaan te Utrecht
het schoolgebouw binnentrad, bemêrkte hij
onmiddellijk dat daar tusschen Zaterdagmid
dag j.l. en Maandagmorgen ingebroken was.
Bij nader onderzoek bleek dat in alle loka
len een ware chaos heerschte. Alle kasten
waren opengebroken en de inhoud ervan over
den grond en de banken verspreid.
De politie van het hulpbureau aan de
Roode brug, die onmiddellijk een onderzoek
instelde, met behulp der recherche, consta
teerde dat de inbreker alles wijst er op dat
er slechts een is geweest door een raampje
moet zijn binnengekomen. Daar dit raampje
tot de werkkamer van het hoofd der school
behoort, vond de indringer reeds dadelijk de
sleutels, die hij voor zijn nasporingen noodig
had. In de kamer van het hoofd werd uit de.
kast eenig spaargeld weggenomen dat door
kinderen was bijeengebracht. Daarna werd
aan alle schoollokalen een bezoek gebracht
en alle kasten opengebroken. De inhoud werd
over den grond verspreid. Daar alle leermid
delen e.d. weer werden teruggevonden schijnt
het den man alleen om geld te doen geweest
te zijn dat door hem dan ook in verschillende
lokalen gevonden werd in busjes waarin de
kinderen hun zendingsgeld sparen. De buit
bestaat vermoedelijk uit 60 a 80 gul.den. Zoo
brutaal is de man opgetreden dat hij na zijn
arbeid rustig een kopje koffie heeft gezet.
Door het genoemde raampje heeft hij daarna
het gebouw weer verlaten.
Tot heden toe is nog geen spoor van hem
gevonden.
Volgens mededeeling van „Unitas" be
draagt 't aantal werkwilligen 4708. Aangifte is
gedaan bij de politie dat bij een werkwilligen
textielarbeider de ruiten zijn ingegooid.
Groote partijen aardappelen die in de pro
vincie Groningen waren opgekocht zijn Za
terdag naar Duitschland uitgevoerd.
Gistermorgen is de gehuwde arbeider Harm
Walra, die aan toevallen leed, bij de zuivelfa
briek „Spoorok" alhier te water geraakt en
verdronken.
Bij een uitzetting van bewoners van een
perceel in de Blankenstraat te Amsterdam,
werd de deurwaarder, met de uitzetting be
last, ondanks politie begeleiding, zoodanig
gehinderd in de uitoefening van zijn functie
dat de politie op bevel van den aanwezigen
commissaris Heeroma van vuurwapenen ge
bruik maakte om een toegang te krijgen tot
de woning, van waaruit met stoelen en aller
lei huisraad naar den deurwaarder en de po
litiemannen geworpen werd.
Op de schoten der politie namen de buurt
bewoners, die zich in de bewuste woning had
den opgesteld om het verzet te leiden, over de
daken de vlucht.
Geruimen tijd bleef 't onrustig in de buurt.
Gistermiddag is op de Koningsbrug, bij
het Korte Voorhout te 's Gravenhage een
vrijfernstige, aanrijding gebeurd tusschen
een auto, waarvan de eigenaar in Delft
woont, en een motorfiets, bereden door
mej. J. B. uit Katwijk. Ofschoon de laatste
nog niet door de politie is gehoord, in ver
band met haar vrij ernstigen toestand, schijnt
reeds te kunnen worden geconcludeerd, dat
de motorrijdster zich bij het kruispunt niet
stipt aan de regels van den weg heeft gehou
den. Zij is met een gebroken sleutelbeen en
een hersenschudding door den geneeskundige
dienst naar het ziekenhuis vervoerd. Het
motorrijwiel werd geheel vernield.
Gistermorgen vroeg is de arbeider H.
W., werkzaam aan de zuivelfabriek te Bedum
(Gr.), te water geraakt en verdronken. Zijn
lijk is opgehaald.
Gistermiddag is afgebrand een boeren
huis aan den Veldkampsweg, bewoond door
de families Vunderink en Pol.
Het vier-jarig zoontje van den wagenmaker
H. te Princenhage is al spelende in een ce
menten put gevallen. Het arme ventje brak
den hals en overleed spoedig
Op de drukkerij van het dagblad „Tuban-
tia" te Enschede geraakte de 26-jarige druk
ker J. Bonthuis met zijn rechterarm tusschen
de walsen van een rotatiepers. De getroffene
werd naar het ziekenhuis Ziekenzorg ver
voerd, waar de amputatie van den rechter
benedenarm door dr. Van Dam werd ver
richt.
Te Oudepekela is de behuizing van H.
Mulder afgebrand. Alles is verzekerd.
Onder Lobith is de woning van H. groo-
tendeels uitgebrand. Van den inboedel kon
ongeveer niets worden gered.
De schade wordt door verzekering gedekt.
Te Santpoort is de woning van den heer
J. O. geheel uitgebrand. De oorzaak is onbe
kend.
Te Kerkrade brak brand uit in de wo
ningen, bewoond door de mijnwerkers R. en
H. Het kapitale pand verbrandde nagenoeg
geheel. Veel huisraad, kleeding en vee kwam
in de vlammen om.
Maandagmiddag kwart voor vier is in de
Van Oldenbarneveltstraat hoek Tuinders-
straat te Rotterdam een vrachtauto van de
R. M. I. tegen motorwagen 106 van lijn 8
opgebotst. Van den tramwagen werden ver
schillende ruiten vernield en het voorbalcon
beschadigd. Van de vrachtauto het stootblok
en de motor kast. Persoonlijke ongevallen
hadden niet plaats.
De oorzaak was, dat de remmen van de
vrachtauto weigerden.
De bisschop van Rijssel, mgr. Quilliet,is,
toen hij gisteren in gezelschap van zijn se
cretaris in een met twee paarden bespannen
rijtuig naar het bisschoppelijk paleis reed, ter
nauwernood aan een ernstig gevaar ontsnapt.
De paarden van zijn rijtuig sloegen name
lijk door schrik op hol. De koetsier, die van
den bok sprong om de dieren te beteugelen,
kwam te vallen, waarop het gespan zonder
menner verder voortholde.
Een ongeluk scheen onvermijdelijk, maar
de secretaris van den bisschop, abbé Bernard,
had de tegenwoordigheid van geest het por
tier te openen en, staande op het treeplankje,
te pogen de teugels te grijpen.
Het geopende portier kwam intusschen met
een stilstaande auto in aanraking en werd af
gerukt. Door den schok werd de vaart der
hollende paarden iets vertraagd.
Abbé Bernard sprong nu op straat, maar
viel. Hij richtte zich echter onmiddellijk op,
en slaagde er in, één der teugels te grijpen.
Ook dit baatte niet. De toestand werd
steeds gevaarlijker, toen er gelukkig redding
kwam opdagen. Twee mannen wisten de
paarden te vatten en tot staan te brengen.
Mgr. Quilliet stapte uit het rijtuig en dankte
bewogen zijn redders. De bisschop had slechts
enkele kneuzingen bekomen. Zijn secretaris
en de koetsier werden licht gewond.
„Msb."
Een medische verklaring.
Het is bekend, schrijft de Maasbode, hoe
nog niet lang geleden in een liberaal blad een
artikel werd gewijd aan de genezingen te
Lourdes en hoe die genezingen op één lijn
werden gesteld met merkwaardige resultaten,
door kwakzalvers en andere lieden door
middel van suggestie bereikt.
Na het vele, wat reeds door katholie e
medici en andere wetenschappelijke manne..
in verschillende landen over het vraagstuk
der Lourdes-genezingen geschreven is en
wat door sommige niet-Katholieke benden
stelselmatig schijnt te worden genegeerd,
is het haast hopeloos, om te trachten, zekere
niet-Katholieke doctoren en dagbladschrij
vers te brengen tot een objectief bestudeeren
van het uitgebreide degelijk wetenschappe
lijke en volkomen te controleeren feiten- en
bewijsmateriaal, hetwelk in den loop der
jaren door alleszins deskundige en bevoegde
personen over dit onderwerp verzameld en
gepubliceerd is.
Het eenige, wat wij kunnen doen, is telkens
wanneer er aanleiding toe is, opnieuw deze,
op zijn zachtst uitgedrukt, eigenaardige me
thode dier andersdenkenden, welke met elke
eerlijke, objectieve wetenschap in strijd is, te
signaleeren en, ondanks alle teleurstellende
ervaringen op dit punt, maar te blijven hopen,
dat eenigen hunner er ten slotte toe zullen
bewogen worden, eens onbevooroordeeld
kennis te nemen van genezingen, die door
geen medische of andere wetenschap ver
klaard kunnen worden.
De uiterste voorzichtigheid, waarmee het
bureau der medische constateeringen te
Lourdes, waartoe, naar wij meenen te weten,
de geneesheeren van allerlei gezindten toe
gang hebben, bij de onderzoeken der ge-
nezenen te werk gaat, het feit, dat de genees
heeren van het bureau geruimen tijd na de
genezingen nog na-onderzoeken verrichten
om het blijvend karakter der genezingen
vast te stellen en de groote gereserveerdheid
waarmede zij tenslotte een uitspraak om
trent het karakter der genezingen doen dit
alles moet toch voor andersdenkende geleer
den en. intellectueelen een voldoende waar
borg zijn, dat zij hun tijd niet nutteloos be
steden, als zij zich eens de moeite geven,
zich nauwkeurig van de Lourdes-genezin
gen op de hoogte te stellen.
Wij, Katholieken, zijn reeds aan de vele
merkwaardige genezingen, welke te Lourdes
plaats vonden en nog geregeld plaats vinden,
zoo gewoon geraakt, dat van nieuwe gene
zingen dikwijls maar sporadisch melding
wordt gemaakt, waardoor misschien bij
oningewijden de indruk zou worden gewekt,
alsof zulke genezingen maar uiterst zeld
zaam zouden zijn.
Misschien kan het voor dezulken en wij
hopen niemand te kwetsen, wanneer wij
zeggen wellicht ook voor dezen en genen
Katholieken geneesheer nuttig zijn er op
te wijzen, dat er heele boeken, waarin solied-
bewezen merkwaardige genezingen worden
behandeld, bestaan.
Wij zullen intusschen, schrijft het blad
verder, zonder in dit stadium te willen
uitmaken, in hoeverre hier van een onver
klaarbare en blijvende genezing kan worden
gesproken nog even melding maken van
het volgende merkwaardige geval, dat door
't bekende Engelsche weekblad „The Uni
verse" wordt vermeld
Te Middlesbrough is dezer dagen terug
gekeerd een zekere Thomas Hoy, die aan
de Engelsche bedevaart naar Lourdes had
deelgenomen.
Hoy was 15 jaar oud) toen hij, werkzaam
in een ijzerfabriek, kwam te vallen, tengevol
ge waarvan hij geen beweging meer in de
heup kon krijgen en het eene been eenige
inches korter werd dan het andere, zoodat
hij kennelijk mank liep.
Drie operaties en behandeling door een
specialist te New Castle-upon-Tyne, Sunder
land en South-Shields hadden geen resultaat
en gedurende elf jaren kon hij niet eens zijn
eigen schoenen aanrijgen. Zijn geval was
zoo ernstig, dat zijn vroegere patroons hem
jaren lang een schadeloosstelling uitkeerden
wegens het ongeluk.
De medische wetenschap stond machteloos
en toen Hoy vernam, dat er een bedevaart
naar Lourdes zou gaan, besloot hij de lange
reis te maken en de voorspraak van Onze
Lieve Vrouw van Lourdes te gaan afsmeeken
om zijn genezing te verkrijgen.
Zijn vertrouwen in Maria's voorspraak
werd beloond. Het eerste nieuws van zijn
genezing werd uit Lourdes geseind en hon
derden wachtten aan het station te Middles
brough zijn terugkeer af.
Hoy vertelde, dat hij Zondag 1 Juni te
Lourdes wachtte op het voorbijtrekken der
processie met het Allerheiligste, toen hij
opeens voelde, dat hij genezen was. Van dit
oogenblik ging alles goed en bij de thuisreis
kon hij zelfs helpen om draagbaar en bagage
aan boord te brengen.
De geneesheer, die Hoy behandeld had,
dr. W. P. Fogarty, verklaarde, dat bij het
ongeluk, den patient indertijd overkomen,
het halsstuk van het rechterdijbeen (om in
leekentermen te spreken), was gebroken.
Eerst was het been 4 inches te kort. De pa
tiënt had veel pijn en het gewricht had zijn
vermogen tot bewegen verloren.
Toen de patiënt uit het North Riding-
ziekenhuis ontslagen werd, was het lengte
verschil der beenen tot 1 y, inches terugge
bracht en kon de patiënt op krukken loopen.
„Toen de patiënt vijftien maanden geleden
onder mijn behandeling kwam," zeide dr
Fogarty, „concludeerde ik, na de geschiede
nis van het geval te hebben gehoord, dat er
niets meer gedaan kon worden, noch me
disch, noch chirurgisch, om zijn toestand te
verbeteren. Ik onderzocht hem twee dagen
vóór zijn vertrek en vond niets in zijn toe
stand, dat mij mijn opinie kan doen wijzigen
dat hij ongeneeslijk was.
„Ik ontmoette hem aan het station bij zijn
terugkeer," zoo ging de dokter voort, „en
was ten zeerste verrast, hem op normale wijze
te zien loopen en hem te zien bukken om
zijn eigen bagage te tillen, iets wat tot nu toe
onmogelijk was geweest.
„Ik beken, dat alvorens ik zijn verklaring
van het geval aanvaardde, ik hem wenschte'
te onderzoeken, omdat het mogelijk was, dat,
ofschoon hij zekere verbetering gevoelde,
deze niet voldoende zou zijn van medisch
standpunt om van een genezing te spreken.
„Ik kwam echter tot de conclusie, dat het
heupgewicht geheel genezen was.
„Er is geen behandeling bekend, noch in
de genees-, noch in de heelkunde, welke zulk
een wonderbare verbetering kon hebben te
weeg gebracht."
Officieel.
Nieuwe aflaat.
Dc secretaris deelt mede, dat de Aposto
lische Poenilentiarie 300 dagen aflaat ver
leende aan het volgend schietgebed, dat de
hoofdgedachte van het Congres weergeeft
en door den H. Vader uitdrukkelijk met het
oog op het Congres is gegeven: „Bemind, ge
loofd en geprezen zij het Eucharistisch Hart
van Jezus."
De vorige week heeft H. M. de Koningin
het standbeeld van Mijndert van de Thij-
nen, den held van Coevorden onthuld.
Misschien is het juist daarom wel interes
sant eens wat meer van dien „held van
Coevorden" te weten, dan dat hij zoo'n
beetje met biezen bruggen heeft gemanoeu
vreerd en daardoor Coevorden heeft in
genomen. De Zwolsche Crt. vertelt van hem:
Het jaar 1672 is een donker jaar in onze
geschiedenis. Oorlog met Frankrijk, Enge
land, Munster en Keulen Ons land scheen
reddeloos verloren. De bisschop van Munster
was in het Oosten van ons land gevallen en
had Coevorden genomen, een van onze
sterkste vestingen Toen Coevorden inge
nomen was, had Mijndert van der Thijnen
met vrouw en kind de vlucht genomen naar
Groningen, dat door Rabenhaupt tegen den
bisschop verdedigd was. Deze v. d. Thijnen,
koster en schoolmeester, had ook „oefenings-
of vorig beroepshalve, de kunst van den
vestingbouw geleerd." In Groningen aange
komen, bood hij dadelijk aan Rabenhaupt
zijn diensten aan. Hij ontwikkelde een plan,
en teekende kaarten om Coevorden te her
nemen. Rabenhaupt volgde geheel zijn in
zichten. Sommige geschiedschrijvers hebben
de verdienste van den bescheiden school
meester zeer verkleind. Zelfs mist men zijn
naam in een rijmpje uit dien tijd
Door Rabenhaupt zijn wijsen raet
En door Eybergens helden daet,
Vier Sickinghes van grooten moet,
Cling, Losecaet en Gruys te voet,
Hebben Coevord' met cleine magt
Dapper in een uur tijds vercragt.
Hetwelk den Bisschop dapper spiet
En Groningen op 't hoogst verblied.
De tocht, vanuit Groningen ondernomen,
was zeer gevaarlijk. In deze stad had van
der Thijnen zijn biezen bruggen gefabri
ceerd. Buiten de stad, in het Hoornsche
Diep, had men, heel in 't geheim een proef
genomen. Door de strenge vorst waren
alle wateren met ijs bedektook de stads
grachten van Coevorden en nu hoopte de
slimme schoolmeester, dat zijn bruggen goede
diensten zouden bewijzen om over de ge
hakte bijten te komen en den wal te beklim
men. Van der Thijnen koos zelf de officieren
uit, die mee zouden gaan. Luit.-kol. v.
Eijbergen werd tot aanvoerder gekozen terwijl
majoor Sickinghe en majoor Wijier ook
een afdeeling commandeerden. Den 17en
December om 1 uur ving de tocht aan. Met
de uiterste voorzichtigheid werd voorwaarts
gegaan. Twee verraders zochten het plan
te verijdelen, maar bereikten hun doel niet.
In zijn journaal, dat gevonden is, heeft v. d.
Th. dien tocht heel uitvoerig beschreven.
Met allerlei moeilijkheden][en bezwaren had
hij te kampen. Eén man, een zekere Klaas
Buter, die de bruggen zou leggen, bleek ook
nu juist niet 'n vertrouwd helper. In zijn
journaal vertelt v. d. Th. van hem: „lek
had een weynig brandewijn voor mijn pro
visie in een klein vaatjen uit Groningen mee
genomen en in een kistje gesloten, die op den
wagen stond. Ick gaf aan Klaas Buter den
sleutel om mij het vaatjen te haaien, hetwelk
hij doetIck een soopje daaruit nemende,
geeft hem het vaatjen om weder weg te slui
ten, hem zeggende, dat er nog in was, dat
soude ons te nagt wel te passé komen. Hij gaat
heen, ick wachte wel een uur op zijn weder
komst. Ick selfs na mijn wagen toe, daar
komende, vond hem daar leggen so vol als
een beest, sonder aualyck te kunnen sorec-
ken, also hij mijn klein vaatjen ganseh ge*
leegt hadde. Ick was zeer gealtereerd des
selven seinde, laat hem met twee soldaten
na het boerenhuis dragen en aldaar op stroo
leggen en mij een ander persoon opsoekende,
die de bruggen in zijn plaatse soude over»
brengen."
In den nacht van den 19en December
werd de aanval ondernomen. Heggen moestee
doorgekapt, de biezen bruggen over de
bijten gelegd en 7 bastions (die de namen der
7 prov. droegen) vervoerd worden. Van
der Thijnen was hier weer vooraan. Onder
een kogelregen van den wal bevestigde hij
de brugvakken, die los geraakt waren. Hij
kreeg zelfs daarbij een schot „door zijn rock
aan zijn rechter syde," maar verder kwam
hij „friss en gesond daaroan."
Met groote dapperheid werd gestreden en
binnen een uur was de herovering van Coe
vorden, destijds voor het model van een
volmaakte vesting gehouden, een feit. On
geveer 600 man werden gevangen genomen.
De aanvallers hadden 56 dooden en nogal
veel gewonden. Het ongeloofelijke was ge
schied en toen de tijding van de inneming
der veste in Holland doordrong, hield men
allerwege een dankdag. Van der Thijnen
besluit zijn journaal dan ook met deze
woorden „Alsoo is deeze overwinning ons
van den Hemel gegeven, daarvan Godt al
leen de eere moet hebben, en seggende,
het is van den Heere also geschiedt, en het
is een wonder in onze oogen."
Van der Thijnen ging reeds den 22 sten
Dec. naar Groningen om aan Rabenhaupt
verslag uit te brengen. Deze zond hem weer
terug om de vesting in goeden staat va£
tegenweer te brengen.
De Hooge Landsregeering wilde de helden.
ook openlijk eeren. Rabenhaupt werd tot
Drost van Drenthe en gouverneur van Coe
vorden benoemd. Aan van der Thijnen werd
een post aangeboden als kapitein van een
compagnie soldaten, maar onze schoolmeester
was niet militair aangelegd. Hij bedankte
en werd nu benoemd tot commies bij de
Landsmagazijnen te Coevorden, op een sa-
ris van f 850 (later werd dit f 1500), terwijl
hem tevens een pensioen van f 200 werd
geschonken. De Staten der Provincie van
Stad en Lande schonken hem een gouden
medaille, terwijl de Raad van State hem met 'n
zilveren bokaal vereerde, waarop het heuge
lijk wapenfeit gegraveerd was. Deze bokaal
werd later aan de Herv. Gent. geschonken
en werd bij de bediening van het H. Avond
maal aldaar gebruikt. In de plaats zijner in
woning bleef van der Thijnen algemeen ge
acht en zoowel in de burgerlijke als in de
kerkelijke gemeente bekleedde hij voorname
functies. De naam van zijn vrouw is onbe
kend een van zijn dochters trouwde met
den ingenieur Woestenhove. Deze dochter
verdronk op de Zuiderzee bij een reis naar
Amsterdam. Haar ouders moesten dat nog
beleven. De datum van de herovering van
Coevorden bleef altijd een feestdag in de
familie Van der Thijnen. Telken jare vierde
men dien „statelijk." Den 23sten van Sprok
kelmaand 1707 verwisselde onze held het tij
delijke met het eeuwige.
De eerste tostmatch tegen Zuid-AfrikaJ
hebben de Engelschen gewonnen met
18 runs
Wedstrijden om het clubkampioenschap
2de klasse van Nederland.
Zondag jl. vingen te Utrecht in Hotel
„L'Europe" de wedstrijden om het Club
kampioenschap 2de Klasse van Nederland
aan.
Onder groote belangstelling ving 's mor
gens te 10/2 uur de wedstrijd tusschen d«
Noordelijke en Geldersche Kampioenen aa%
waarvan wij den gedetailleerden uitslag hier
onder laten volgen.
Bordnr. „Haarl. Darnel." IIDamvereen.
„W.Z.D.V." I. HaarlemArnhem.
1. H. BoksJ. Lammers 02
2. J. B. SluiterG. v. Ettekoven Jr. 20
3. C. J. van WijkI. Beem 20
4. H. GreeuwG. Ruiter 20
5. J. WielengaM. Beem 02
6. J. PoppenV. Moes 02
7. C. LeibbrandtM. Hendriks Jr. 20
8. J. C. van Waard—H. W. van Gijn 0—2
9. J. P. van EijkK. Jureka 20
10. N. J. ZeetemanL. Beem 20
Totaal 128
De wedstrijd tusschen de Zuidelijke en
Noord-Brabantsche Kampioenen, de „Bos
sche Damclub" I tegen de „Vlaardingsche
Dam- en Schaakvereeniging" I eindigde in
een 137 overwinning voor den Bosch.
De wedstrijd tusschen de „Haarlemsch6
Damclub" II en de „Bossche Damclub I,
welke 's middags te 3% uur aanving, trok
begrijpelijkerwijze de grootste belangstelling
omdat een overwinning voor een dezer tien
tallen ook vrijwel het behalen van het Neder»
landsche Kampioenschap zou beteekenem
De Haarlemmers pakten in dezen wedstrijd
direct fanatiek aan, met het gevolg dat reeds
binnen twee uren de stand op 91 voor
Haarlem was gebracht. Vooral de „staart'*
van Haarlem weerde zich geduchtDe gede
tailleerde uitslag volgt hieronder
Bordnr. „Haarl. Darnel." II„Bossche
Darnel." I. Haarlem's Hertogenbosch,
1. H. Boks—Th. Kling 0—2
2. J. B. SluiterArn. Sayet 02
3. C. J. van WijkA. Sterk 20
4. H. GreeuwG. Burgerhof 0—2
5. J. WielengaC. v. d. Hoeven 20
6. J. PoppenA. v. d. Sluis 11
7. C. LeibbrandtJos. Govers 20
8. J. C. van WaardW. Kipping 2—0
9. Ph. F. AmelungG. A. Hendrickx 20
10. J. P. van EykEd. Engels 2Q
Totaal 13—7,
De wedstrijd tusschen Arnhem en Vlaar-
dingen eindigde in een 119 overwinning
voor Vlaardingen.
De stand in deze kampioenscompetiti»
is nu
„Haarlemsche Damclub" II
Haarlem 2 2 0 4 2515
„Bossche Damclub" I
den Bosch 2 1 1 2 20—20
„Vlaardingsche Dam- en
Schaakver." I Vlaarding. 2 112 18—22
Damvereeniging „W.Z.
D.V." I Arnhem 2 0 2 0 17—23
Zondag a.s. wordt de laatste ronde dezer
competitie gespeeld. Alsdan spelen te 's
Hertogenbosch den Bosch tegen Arnhem
en te 's Gravenhage Haarlem tegen Vlaar
dingen.
De reserves der „Haarlemsche Damclub" 1
hebben zich in deze wedstrijden schitterend
geweerd en het is dan ook vrijwel zeker dat
het 2de klasse kampioenschap ook dit jaar]
weder naar Haarlem zal komen.
HET INTERNATIONALE TOURNA
MENT TE WIMBLEDON. I
Deze alombekende wedstrijden worden dit
jaar gehouden op 23 Juni en volgende dagen,
Het tournament duurt meestal ongeveer 14
dagen.
Van de Hollandsche speelsters en spelers
zullen medespelen, d.w.z. afgevaardigd wor
den door den Nederlandschen L.T.B., in het
damesenkelspel: Mej. K. Bouman, kam
pioen 1924, heerenenkeknel H. Timmer.