Zf-VROUWEM-
fgïf RUBRIEK.
Voor ouders en opvoeders.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Vrijdag 20 Juni 1924
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De Handelsprijzen
De uitkomsten der laatste
volkstelling.
Suppletoire Onderwijs-
begrooting voor 1924.
De luchtv er binding met
Kopenhagen.
Het kapsel. Hoe droog
#n hoe vet haar behandeld
moet worden.
De sterkste vrouw ter
wereld.
Het gevaar der hoog©
hakken.
De waarde van Bouillon.
Wenken voor de wasch.
Zeepbesparing.
Ivoor.
Nuttige wenken.
Recepten.
XXII
DE GROOTE WAARDE DER
GODSDIENSTIGE OPVOEDING.
De waarde eener godsdienstige opvoeding
Is met geen woorden te beschrijven. Zij is
de grootste schat, dien men iemand kan
geven.
Door de goede opvoeding schenken de
Ouders aan hun spruiten een schat van on
gekende waarde, ze geven dien echter niet
slechts een de kinderen alleen, maar ook aan
zichzelf en aan vele anderen.
I. De goede opvoeding brengt den mensch
tot zijn levensbestemming God te dienen
en daardoor in den hemel te komen. De
goed opgevoede zal alles doen ter eere Gods
de deugd beoefenen en de zonde vermijden.
Al zijn werken zal hij God opdragen „Hetzij
gij eet, hetzij gij drinkt, hetzij gij iets anders
doet, doet alles ter eere Gods". Hij zal zijn
troost, zijn geluk zoeken in God en hij zal
tevreden zijn, want 's menschen hart is
rustig, als het rust in God.
De godsdienstige mensch zoekt eerst het
Rijk Gods en zijn gerechtigheid en hij onder
vindt, dat het overige hem wordt toegewor
pen. Met David zal hij kunnen getuigen
„Ik ben jong geweest, want nu ben ik oud,
doch nooit heb ik den rechtvaardige, den
waarlijk deugdzame verlaten gezien, nooit heb
Ik zijn kinderen het brood zien bedelen." 1),
II Is het geen onschatbaar geluk brave
kinderen te hebben Geen mensch ter we
reld, die hieraan twijfelt. Deugdzame kinde
ren bewijzen hun ouders eerbied, liefde en
gehoorzaamheid. Hun geheele gedrag ge-
t ligtVader en moeder eeren we hooger dan
welk mensch ook op deze wereld hun een
pleizier te doen is onze lust en ons leven
hen bij te staan in geestelijken of tijdelijken
nood is ons een genot, waar we alles voor over
hebben. Hun hartewensch, hun hartebede
is Mogen vader en moeder lang blijven le
ven. De brave kinderen ziin de eerekroon
der Ouders, hun sieraad en hun steun in het
leven, maar vooral op den ouden dag, en
bovenal op het sterfbed. Met groote gerust
heid kunnen de Ouders dan de oogen ten
hemel slaan en met Christus de woorden
tot den Hemelschen Vader richten „Ik heb
u verheerlijkt op aarde het werk, dat Gij
mij hebt opgelegd, is volbracht. Deze dier
bare kinderen, die ik van U ontvangen heb,
heb ik voor U opgevoed. Ik heb hun geloof
bewaard, zij kennen U, zij beminnen U en
zij willen U slechts dienen. Ik heb ze be
waard, geen is verloren gegaan." Mocht
hieraan toegevoegd moeten worden „Behal
ve de zoon des verderfs". Troost u, Ouders,
de tranen over dezen zoon gestortde gebe
den en verstervingen voor hem verrichtde
goede raadgevingen, hem geschonken het
verdriet, om hem geleden zijn voor U vrucht
baar geweest. De Engel des Heeren heeft
al deze werken verzameld en ze voor den
troon van den eeuwigen God neergelegd.
Heft vrij uw hoofd op en beschouwt de kroon
der gerechtigheid, die u weldra zal sieren.
En zullen eens uw kinderen, geheiligd door
uw voorbeeld en uw woord, zich bij u voegen
en uw geluk vergrooten voor de geheele
eeuwigheid 1 (2)
III De godsdienstig opgevoede is een steun
voor zijn naaste. Hij bemint zijn naaste gelijk
zich zelf uit liefde tot God. Hij gunt hem alle
goed en behandelt hem, zooals hij zelf
wenscht behandeld te worden.Zijn niet-katho-
lieke medemenschen heeft hij hartelijk lief en
houdt niet op, veel voor hen te bidden. Hij
raagt nooit„Ben ik dan de bewaker mijns
broeders V' Hij is met den H. Joannes Chry
sostomus overtuigd, dat hij rekenschap moet
afleggen niet alleen van zijn eigen zaligheid,
maar van het gansch heelal.
IV De brave Christen bemint zijn Kerk,
die in hem steeds een steun en verdediger
vindt en die ai haar geboden stipt onder
houdt. Hij jubelt, wanneer hij van den in-
of uitwendigen bloei der Kerk hoorthij
treurt, als zijn Moeder verdrukt, tegenge
werkt of vervolgd wordthij boet mede, wan
neer God beleedigd wordthij trilt mede van
verontwaardiging, wanneer zijn Kerk ge
krenkt wordt. Zijn katholieke actie toont hij
door voorbeeld en woord voor de Missie,
de school, de pers, den socialen arbeid,
kortom door alle middelen, waarover hij
beschikt. Hij blijft katholiek in vreugd en
nood, Gods Kerk getrouw tot aan den dood.
V De godsdienstig opgevoede is een goed
staatsburger, een echt vaderlander. Een goed
begrepen vaderlandsliefde is de vrucht cener
Christelijke opvoeding en is door Christelijke
gevoelens sterker en steviger. Ware vader
landsliefde ontspruit uit liefde voor God en
den naaste. Buiten de Christelijke gevoelens
wordt vaderlandsliefde zoo gemakkelijk egoïs
me of een heidensch gevoel van haat en
minachting tegen andere volkeren.
VI De niet-godsdienstige opvoeding lijdt
aan een schromelijk tekort, werd in het artikel
over „De Opvoeding moet Roomsch-Katho-
iiek zijn" gezegd en aangetoond. Zij kan
zelfs het tijdelijk geluk niet bevorderen.
Zonder den godsdienst bestaat geen echte
zelf- en naastenliefdegeen volhardende
trouw aan vorst en vaderland geen oprechte
belangelooze samenwerking. Het christen
dom bindt menschen, wijl het allen.met God
verbindt, en de vruchten hiervan zijn
liefde, vrede, geduld, welwillendheid, zacht
moedigheid, trouw, zedigheid, onthouding,
kuischheid. Hoe minder het Christendom
invloed heeft op den mensch, des te verwoes
tender openbaren zich de werken des vlee-
sches, door den Apostel Paulus in zijn brief
aan de Galaten en door den Apostel Jacobus
in zijn schrijven genoemd. En wie durft het
loochenen, dat door deze werken des vlee
sches, zoowel het eeuwige, als het tijdelijke
welzijn van de menschen verwoest wordt
De waarheid hiervan moet ieder inzien, die
met een aandachtig oog den huidigen toe
stand der wereld beschouwt.
De katholieke opvoeding het word1"
hier herhaald schenkt aan het kind alles
waarop de ongeloovigen zich beroemen.
Het Ratinalisme beoogt verstandsontwik
keling. De katholieke opvoeding streeft niet
alleen naar wetenschappelijke vorming, maar
behoedt bovendien, door middel des geloofs,
het verstand tegen elke dwaling en opent
voor den menschelijken geest een geheel
bovennatuurlijke wereld met haar diepste
geheimen (3). Het Humanisme stelt tot doel
den volmaakten mensch. Met loochening der
Openbaring zoekt het in de natuur en de
geschiedenis naar idealen en middelen. De
katholieke opvoeding versmaadt geen na
tuurlijke middelen, maar wijst bij voorkeur
op het volmaakt toonbeeld van den God-
mensch en wijst de goddelijke genademidde
len aan, waardoor het mogelijk wordt naar
het voorbeeld van Christus te leven. Het
Eudaemonisme zoekt het aardsch geluk der
gemeenschap en wil het kind vormen tot
een nuttig lid der maatschappij. Dc katho
lieke opvoeding is eveneens bezorgd voor
het aardschc welzijn, maar stelt boven alles
de eeuwige zaligheid. Zij voedt het kind op
tot Christelijke liefde en rechtvaardigheid,
de twee hechts te grondslagen van het maat
schappelijk welzijn. Het Patriotisme stelt als
hoogste doel de vorming van het kind tot
staatsburger door de beoefening der liefde
tot het vaderland. De katholieke opvoeding
leert het kind zijn vaderland beminnen,
het is in dit artikel reeds gezegd maar niet
met een heidensche liefde, die het natuur
recht vertrapt en geschreven verdragen ver
scheurt. In de eerste tijden van het Christen
dom werd aan de Katholieken al verweten,
dat zij hun vaderland niet beminden, maar
schitterend was hun verdediging.
Ouders, gij kunt uw kinderen gelukkig
maken door hun een zorgvuldige opvoeding
te schenken. Ge kunt niet allen uw spruiten
rijk, geleerd, groot maken in de wereld, maar
deugdzaam wel, dit althans kunt ge in hooge
mate. Of uw kind deugdzaam wezen zal,
hangt grootendeels af van de opvoeding,
die het van vader en moeder krijgt. Zij mogen
derhalve niet zeggen „Mijn kinderen gaan
naar school en katechismus, laat nu de pas
toor en de meester maar zorgen, dat zij ge
hoorzaam, ordelijk, vlijtig, spaarzaam, gods
dienstig enz. worden. Dit is een schromlijke
dwaling, een zondige ontduiking van heilige
plichten. Daar een der volgende artikelen
gaat over Oudergezag, ouderplicht, ouder
lijke opvoeding, zuilen we hierover thans niet
verder uitweiden. Het is gewenscht, met het
oog op dit volgende artikel, dit artikel te
bewaren.
Treurig is heden de toestand der wereld,
misschien is hij zelden zoo droevig geweest.
Redding is alleen te verwachten van een op
voeding volgens dc Roomsch Katholieke be
ginselen, die alleen het menschdom den weg
uit het moeras kan wijzen naar de heuvelen,
waar het weer veilig is en het rustig zijn weg
kan vervolgen.
Slaan wij, Kathholieken, eendrachtig de
hand aan den ploeg en redden we, wat nog
te redden is.
Utrecht J- BERGMANS.
St. Gregoriushuis.
(1) Over de Opvoeding der Kinderen door
Mgr. W.. v. d. Ven.
(2.) Devoirs des Parents envers leurs Enfants
par S. G. Mgr. Rosset.
(3) Verklaring van den Katechismus door
P. Potters.
BOND VAN EDELMETAAL-
VEREENIGINGEN.
ARNHEM, 18 Juni. Hedenmiddag werd
in „Musis Sacrum" hei congres gehouden van
den Bond van Edelmetaalvereenigingen.
De bondsvoorzitter, de heer C. H. v. d.
Velden, opende de vergadering met een
kort woord van welkom.
Spr. herdenkt in sympathieke bewoording
de sinds het vorig congres overleden leden,
de heeren H. C. Jedeloo, P. Aitema en
Karei Citroen.
De voorzitter deelde vervolgens mede, dat
de gedurende de ochtenduren gehouden ver
gaderingen der drie vercenigingen gekozen
zijn:
Winkeli-rsvereeniging. Als voorzitter, de
heer G. A. Zeeman, Den Haag, als nieuw
bestuurslid dc heer Bolle, Den Haag en
als afgevaardigden naar het bondsbesiuur,
de heeren C. H. v. d. Velden, Amsterdam, en
S. Citroen, Den Haag.
Grossiersafdeeling. Als lid naar h ;t Bonds
besiuur de heer P. Bierenbroodspot; als af
gevaardigde naar dit bestuur de heeren S.
J. Trybits en C. Teulings en als plaatsver
vangers de heeren A. van Esso en J. Bosman.
Fabrikantenverceniging. Als lid van het
Fondsbestuur de heer A. Kapsenberg en
als plaatsvervangers de heeren J, J. We-
fers Bettink en J. Attema.
In de algemcene vergadering, daarna ge
houden, werd door de afgevaardigden tot
bondsvoorzitter gekozen de heer Carel J.
A. Begeer.
Ten slotte dankte spr. voor het vertrou
wen, dat hij steeds heeft mogen genieten.
Hierna reikte spr. zijnen opvolger den hamer
over.
De heer Car. Begeer, den voorzittershamer
overnemende, dankte allereerst zijn voor
ganger voor hetgeen deze voor den Bond
heeft gedaan en hoopte, dat deze ook in
het vervolg zijn steun niet aan de organi
satie zal willen onthouden.
Vervolgens richt spr. hel woord lot de
Arnh. collega's, die hij hartelijk dank zegt
voor de vriendelijke ontvangst den congres
sisten bereid.
Op voorstel van den voorzitter wordt be
sloten aan II. M. de Koningin een tele
gram van hulde te zenden.
In verband met zijn benoeming, wilde de
voorzitter allereerst een ernstig woord tot
de aanwezigen richten. Spr. meent nl.dat
op grond van de bij voortduring moeilijke
tijdsomstandigheden eensgezindheid in vak
kringen vooral naar buiten meer dan
ooit geboden is. Spr. meende daarom te
moeten wijzen op de noodzakelijkheid, dat
de uitspraken der vergaderingen ook door
de minderheden worden aanvaard en ver
zoekt* den bestuursleden der vereenigingen
ook in de vergaderingen hierop de aandacht
te willen vestigen.
Hierna kwamen aan he woord dc heer
K. Schone, van Amsterdam, tot het houden
van zijn inleiding „De behandeling der
lavuur."
Spr. schetste in het kort dc verschillen
de methodes, waarbij door het samenvoe
gen van edele en onedele metalen, het edel
metaal als goud, zilver en platina met de
grootst mogelijke zekerheid hieruit gehaald
kan worden. Spr. liet vooral uitkomen, dat
bij vele goud- en zilversmeden de meening
heeft postgevat, dat de kwatntiteit lavuur,
welke men zendt invloed uitoefent op het
resultaat. Niets is echter minder waar dan,
dat; wanneer 100 K.G. lavuur slechts 10 gr.
edelmetaal hevat, kan er ook niet meer dan
10 gram uitkomen. Spr. behandelde daarna
de verschillende methoden voor bet afdrijven
van edelmetalen en stond ten slotte stil
bij het zoutzuurproces, waarbij hij in bet
licht stelde, dat de zwavelzuur-methode
veel billijker is, dan dit proces.
Vervolgens werd het woord gevoerd door
den heer J. Mandersloot, tot het uitbrengen
van het verslag der Commissie voor het
Vakonderwijs over de Nijverheidsschool te
Schoonhoven.
De Bondssecretaris, de heer W. van Ros-
sum du Chattel, las daarna zijn jaarverslag
voor.
Onder algemeene instemming werd in dit
verslag melding gemaakt van het rigoureus
optreden tegen de schatplichtigen door den
Inspecteur van den Waarborg n enkele
ambtenaaren. De nadruk werd gelegd op
het feit, dat door het* plotseling toepassen
der Waarborgwet niet naar den geest,
gelijk vele jaren geschiedt, is doch naar de
letter - vele slachtoffers vielen onder de
winkeliers, die maar al meermalen het
slachtoffer werden van een te ambtelijke
opvatting dezer wet! Spr. eindigde met ver
trouwen uit te spreken in de toezegging van
Minister Colijn, op 15 Mei j.l. gedaan in
de Tweede Kamer, dat ook hij overtuigd
was, dat er een nieuwe wet moest komen
en hij daarom een daartoe strekkend wets
ontwerp bij de Kamer zou indienen.
Ten slotte nam dc heer Van Rossum du
Chattel nog het woord om namens het
Keichsvcrband Deutsche!* Gold- und Silbcr-
schmiedc bij ontstentenis van den eersten
voorzitter,, den heer G. Wilm uit Berlijn,
die niet tijdig aanwezig kon zijn zich van
de taak te kwijten, den heer Carel Begeer,
namens dit Verband, een bronzen eere
penning te overhandigen.
De heer Begeer is tot nu toe dc eenige
buitenlander, dien een dergelijke onderschei
ding te beurt valt.
Na de rondvraag, werd het congres ver
daagd tot Donderdagmorgen 0'A uur.
Een bondsdiner in Musis Sacrum besloot
dezen eersten congresdag.
Bij een beschouwing der indexcijfers met
basis 1913, blijkt dat evenals in April j.l. dc
daling van het algemeen indexcijfer in Mei
in hoofdzaak voor rekening van een groot
aantal voedingsmiddelen komt en wel voor
namelijk ten gevolge van de prijsdaling der
artikelen alcohol, thee, varkens en rund-
vleesch. Daarnaast wordt echter gewezen
op de sterke stijging van het indexcijfer
voor aardappelen (met 23 punten) terwijl
de artikelen boter en eieren evenzeer merk
baar in prijs stegen.
Tegenover een prijsdaling van 20 artike
len met in totaal 164 punten staat een prijs
stijging van 13 artikelen met in totaal 109
punten. Met meer dan 10 punten daalden
de artikelen kalfsvleesch (12), varkens-
vdeesch (17), tin (17), thee (20) en alcohol
(29). Daarentegen stegen met meer dan 10
punten: boter (11), steenen (17) en aardap
pelen (23).
Van het Centraal bureau voor de Statis
tiek ontvangen we de Inleiding tot de uit
komsten der 10de algemeene volkstelling op
31 December 1920. Daaruit blijkt dat de to
tale bevolking op dien dag bedroeg 3,410,262
mannen en 3,455,052 vrouwen, totaal
6,865, 314, zijnde een vermeerdering met
1,007,139 sedert de 9de algemeene volkstel
ling op 31 December 1900.
Uit de cijfers betreffende de groepen van
gemeenten blijkt de voortdurende en be
langrijke concentratie der bevolking in de
groote bevolkingscentra, een verschijnsel,
dat ook in de meeste andere landen gecon
stateerd wordt. Het aandeel der 4 voor
naamste gemeenten is het sterkst gestegen
van 14.32 pet. in 1830, met een geringe da
ling in 1840, tot 24,17 pet. in 1920.
Het aantal gemeenten met minder dan
500 inwoners is tusschen de beide laatste
volkstellingen in van 40 op 30 verminderd,
dat van 5011000 inwoners van 175 op 167,
dat van 10012000 van 293 op 269, dat van
20015000 van 376 op 375; het aantal ge
meenten met 5001—10,000 inwoners is toe
genomen van 153 tot 160, dat van '10,001
20,000 inwoners van 53 tot 67, dat van
20,00150,000 inwoners van 21 tot 30, dat
van 50,001100,000 inwoners van 6 tot 8 en
dat van meer dan 100.000 inwoners is con
stant gebleven (4). Het totale aantal ge
meenten is van 1121 tot 1110 teruggeloopen.
Wordt dc bevolking in 1830 is 100 gesteld,
dan bedroeg zij op 31 December 1920 262.69,
een toeneming dus met 162.69 pet. Na 1869
is de toeneming bij elke volkstelling grooter
geweest en wel van pl.m. 8 pet., in 1849/69
steeds stijgende tot ruim 17 pet. in 1910/20.
Wat de groepen van gemeenten betreft,
zijn het sterkst toegenomen de allergroot
ste steden (343 pet.), waarop de kleinere
groot-steden (van 2050.000 inwoners) vol
gen met ruim 274 pet. Opmerkelijk is, dat
waar in de laatste periode in alle andere
geweest, in de grootste steden die toene
ming iets is achteruitgegaan.
De bevolkingsdichtheid per vierk. K.M.
bedroeg op 31 December 1920 voor het ge
heele Rijk 210.57 (572.30 in Zuid-Holland,
78,78 in Drente.) In de steden boven 100,000
inwoners bedroeg zij 8488,94.
Per 10,000 inwoners bleken 4117 Nederd.
Hervormden voor ie komen, 3561 roomsen-
katholieken, 168 Israëlieten en 778 die tot
geen gezindte behoorden.
De gemiddelde leeftijd van den Neder
lander, die sedert 1830 alleen in de periode
1859/69 boven de 28 jaar was gekomen (28
jaar en 1 dag) heeft in het tijdvak 1909/192C
28 jaar cn 3 maanden bedragen.
Het verhoudingscijfer van blinden er.
doofstommen bedroeg op elke 10,000 man
nen resp. 5.7 en 6.8; op elke 10,000 vrou
wen 5.4 en 5.8.
Een wetsontwerp is ingediend tot verboo
ging cn wijziging van hoofdstuk Va der
Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1924.
Blijkens de memorie van toelichting strekt
dit wetsontwerp om gevolg te kunnen ge
ven aan dc uitnoodiging aan Nederland door
de ïransche regeering tot deelneming aan
de in 't voorjaar van 1925 te Parijs te hou
den internationale tentoonstelling van mo
derne sier- en nijverheidskunst. Hiermede
zal tenminste 100,000 gemoeid zijn. De mi
nister zoude hiervan ten hoogste f 50,000
voor rekening van het rijk willen nemen.
Het meerdere zou van particuliere zijde
moeten worden bijeengebracht. Tengevolge
van inkrimping van personeel kan een an
der bcgrootingsartikel (personeel rijksar
chieven) met 20,000 worden verminderd,
zoodat het eindcijfer van de begrooting
ware te verhoogen met 30.000.
De passagiersluchtdienst Kopenhagen
Rotterdam blijkt dit seizoen een groot suc
ces te zijn en de machines vliegen steeds
geheel met passagiers bezet.Woensdag moest
uit Kopenhagen een extra-vliegtuig vertrek
ken en ook dit was geheel bezet. Gisteren
moest met een extra-toestel toch nog ev
passagier achterblijven.
UIT HET KLEERMAKSR5BEDRIJF.
In het orgaan van den Ned. R. K. Naai-
MCrSü Peedermakersbond „St. Gerardus
o.ajella komt een beschouwing voor over
de toekomst van het bedrijf, waarvan 'iet
volgende is ontleend:
De concurrentiezucht onder de werkgevers
c,r ioe' bet publiek den indruk
uu v?,4 sommiëe groepen werkgevers, dri
behoorlijk hun werk door kleermakers later,
maken, veel te hoog in prijs zijn en als zoo-
doende te veel zullen verdienen. Niet dal
wij dc rekening van deze werkgevers wilier
opmaken, verre van dien; zij behooren ech
ter een behoorlijke winstmarge te berekenen
om hun zaken staande te houden.
Maar anderen, die het laten voorkomen
alsof zij den strijd tegen de duurte hebben
aangevat, zij zijn de bedervers van ons vak.
Geen behoorlijk gemaakt kleeaingstuk is
voorhanden: van de goedkoopste tot de
meer duurdere prijzen, overal proeft men er
het fabriekswerk uit. Dit zijn de knoeiers en
juist voor dezulken willen wij de kleerma
kers waarschuwen, want ook wij staan in
onmiddellijk verband met deze knoei-maar-
raak-taktiek.
Het publiek wil goedkooper koopen, wil
allicht eens van zoo'n koopje profiteeren,
met gevolg, dat onze bonafide werkgevers
cr naast staan.
Nu weten wij wel, dat zulk een spelletje
nooit lang duurt, want dergelijke kleeding-
stukken hangen de menschen binnen een
maand als een zak om het lichaam, maar
toch wordt dit artikel, al zij het dan maar
voor één maal, gaarne door het publiek ge
kocht, waarna het spoedig zal bemerken dal
het bekocht is.
Geen enkele factor is zóó belangrijk voor
de goedgekleede vrouw als een welverzorgd
kapsel. Maar al te dikwijls wordt een Iraai
tollet on-interessant en zelfs niet opge
merkt, als de coiffure niet voldoet aan de
eischcn der schoonheidsleer, die aan de
meeste individuen een persoonlijke charme
weet te verleenen.
Het is niet ons doel een overzicht te ge
ven van de veranderingen, die het kapsel
onzer vrouwen door alle tijden heeft onder
gaan, noch van de excessen, die het heeft
moeten doormaken, om het tot de simpele
verfijning der kapperskunst van onze dagen
te brengen. Wij wenschen onzen lezeressen,
die zich ten doel stellen de haarverzorging in
eigen hand te houden eenige wenken te ge
ven, allicht van belang voor haar lokken
pracht, hetzij die nog ongerept of gekort
wiekt is.
De groote lijn van het kapsel van heden
is eenvoud. Eenvoud van lijn, contour en
vorm die ons onwillekeurig de veertiger ja
ren in de herinnering brengt. Ook toen, ge
lijk nu, overeenkomst tusschen de simpele lij
nen van kleeding en hoeden, doch nu dooi-
verfijning van schoeisel, kousen en van alle
toiletaccessoires, een eenvoud van.... be
rekende charme.
Het haar is altijd een der voornaamste
charmes van de vrouw geweest.
Reeds Boedha citeerde het haar bij de
112 speciale kenmerken der schoonheid,
Beschrijvingen uit dichtermond vormen een
veelzijdige schoonheidsvariatie, van raven
zwarte glanslokken, naar een krullenpracht,
glinsterend als pauwenveeren in zilver ol
goudglans, of naar een kopje in vlammen
gloed, waarvoor zich vorsten ter aarde bogen;
In oude tijden beteekende het verlies
van het haar voor de vrouw een straf van
een beleedigde godheid. Koningin Berenice
offerde haar haren uit dankbaarheid soar ucn
zegenrijken terugkeer van haar gemaal uit
Syrië en bracht ze naar den tempel van Ve
nus, op het eiland Cyprus.
Met de haren werd in overoude tijden
reeds het idee van kracht .geïdentificeerd en
ziehier het nauwe verband met de vrouw',
wier werkelijke kracht in haar schoonheid
zetelt.
Een bekende schrijver heeft beweerd, dat
er wéinig leelijke vrouwen bestaan, doch
dat de meesten niet sveten, hoe ze zichzelf
°P 1 v°ord®e''sSst kunnen doen uitkomen,
en bij zijn wijze svoorden moeten we beden
ken dat het de haardracht is, ie een groote
rol speelt.
Het haar eischt verzorging en verpleging,
evengoed als ons geheele lichaam. Vaste
regels zijn hier niet te stellen, want de
groote variëteit van het menschdom herhaalt
zich in de verschillende soorten van haar.
Haar en gezondheid staan met elkaar In
het nauwste verband. Het gezonde haar.
d.w.z. het haar dat in goede conditie is,
bevindt zich op een individu, dat zich ook in
een goede gezondheid verheugt.
Gezond haar is niet te vet, niet te droog
en vertoont natuurlijken glans, bij een fris-
schen geur.
Haar, dat spoedig na het wasschen weer
vettig wordt, een algemeen verspreide
klacht,, heden ten dage door doctoren aan
overmatigen zenuwachtigen arbeid toege
schreven, moet vaker gewasschen worden.
Hiervoor, het klinkt vreemd, moet zeep ge
bruikt worden, die olijfolie als hoofdbestand
deel bevat. Het haar wordt hierdoor dro
ger, daar de olie het vet van de huid absor
beert. Het haar wordt spoedig weer nor
maal, doch als extra wenk zou ik willen op
merken, de zeep ongeveer 20 minuten op de
hoofdhuid te laten zitten. Een naspoeling
met azijn heeft een heerlijke, verfrissclien-
de, doch ook desinfecteerende nawerking op
het haar. En daarbij is deze behandeling
goedkoop.
Het haar, dat te snel gedroogd wordt, zal
spoedig splijten. Als het hoofd volmaakt
droog is, verdient het aanbeveling een meng
sel van 10 gram borax en 5 gram aluin met
een zachten tandenborstel op de hoofdkruin
te strijken, en daarna uit te borstelen.
Zij wier haar lijdt aan overmatige droogte
of splijten, bedenke dat men dit ongemak
heeft, door gebruik van scherpe zeep of
soda. Het haar verliest zijn glans, breekt af,
en begint uit te vallen. Toch verdient het,
evenals voor de vette haren, ook nu aan
beveling zeep met olijfolie als basis te ge
bruiken, doch met toevoeging van lanoline
cn teer. Ook hierbij mengsel van olijfolie en
bergamotolie.
Dat. sa! zeker wel een 30-jarige Hindoe-
dame zijn, welke Tarabi genaamd is en zeer
zeker een iewat eigenaardige opvoeding heeft
genoten, daar zij van af haar zevende levens
jaar te midden van de Fakirs heeft geleefd.
Ze was steeds als een jongen gekleed en leer
de van hen al hunne eigenaardige kunsten,
zooals de beheersching harer ademhaling en
de discipline over hare geestelijke en licha
melijke krachten een opvoeding in-
tusschen welke geen andere Indische vrouw
heeft gehad en het resultaat is daarvan ge
worden, dat juffrouw Tarabi allengs in het
bezit gekomen is van voor eene vrouw zeer
ongewone krachten.
Ze heeft zich het eigenaardige vermogen, der
Fakirs eigen gemaakt om het lichaam te
beheerschen en om hare krachten op be
paalde lichaamsdeelen te concentreeren en
wel in zoo'n groote mate, dat zij niet haar
hoofd steunende op een stoel en met hare
voeten steunende op een anderen stoel en zon
der dat hare lichaamsdeelen gesteund wor
den, op haar borst een steen ter gewicht
van 1500 K.G. kan dragen en tegelijk 2
mannen met zware hamers op dien steen
kan laten slaan, zonder dat ze daarvan het
minste letsel ondervindt.
Verder kan zij op den grond liggen en
een wagen, waarin vele volwassen menschen
gezeten zijn, over haar lichaam laten rijden
Zij kan 120 K.G. met haar haar omhoog
heffen.
Men begrijpt, dat juffrouw Tarabi eene
zeer buitengewone vrouw is en het is allicht
ook. te begrijpen, dat nog niemand den moed
had om met haar te trouwen.
S**-
London's vrouwelijke politiechef, comman
dant Mary S, Allan, die in Engeland 1100
politiedienaressen onder hare bevelen heeft,
vertoeft te New York om de daar gebruike
lijke werkmethodes te bestudeeren.
Er was voorspeld, dat de hakken der da
mes lager zouden worden, naar wie rond
ziet ontdekt nog niet veel van de verbete
ring. Een paar jaar geleden waarschuwde
een Fransch dokter ernstig tegen de hooge
hakken en hun slechte gevolgen voor de
spijsvertering. Thans vinden wij weer in
de „Manchester Guardian" een beschou
wing over het onderwerp in denzelfden
geest door dr. Ethel Bentham. Ook zij wijst
er op, dat de hooge hakken leiden tot ver
moeienis, omdat de voet in zijn geheel
wordt neergezet, en de last rust op het voor
gedeelte van den voet. De voet verliest alle
elasticiteit, maar niet alleen de spieren van
voet en beenen worden niet behoorlijk ont
wikkeld, ook de dijspieren en die van den
onderbuik worden niet in beweging gehou
den, met als gevolg verplaatsing van de in
wendige organen en storing van de spijs
vertering.
Deze heeft opnieuw tot gevolg verslap
ping van de spierwerking en zoodoende alge
meene verzwakking, zenuwstoring en'pijn.
Zoogenaamde rheumatische aandoeningen,
ontstoken teenen staan veelal in verband met
deze indigestie.
De vrouwelijke dokter betreurt het dat
de beschaving nog zoo weinig gevorderd
is, dat de mode wordt gesteld boven ge
riefelijkheid en gezondheid en zij vraagt
zich af of wij wel veel verwijderd zijn van
den wilde, die ringen door den neus boort.
Zeer veel menschen verkeeren nog steeds
in de meening, dat bouillon voedzaam is.
Toch is dit niet zoo. Bouillon bevat enkel
de geurige stoffen van het vleesch. Deze
geurige stoffen wekken den eetlust op, doch
voeding zit er niet in. Als men bouillon van
beenen en speciaal van kalfsbeenen kookt,
zit er lijmstof in, die van groote beteekenls
is voor het organisme, speciaal van kinde
ren. Daarom kookt men al voor zuigelingen
(leeftijd ongeveer 8 maanden, maar dat is
verschillend naar gelang het kind en een
moeder mag haar zuigeling geen nieuw voed
sel geven, zonder dokter of consultatie
bureau te vragen) slappe bouillon van kalfs-
beentjes.
Soep moet niet geschuimd worden, in het
schuim zit een beetje eiwit en het is niet
aan te raden dit weg te gooien.
Als uw badhanddoeken, waschlapjes en
overige dingen, die van z.g. sponsdoek zijn
gemaakt, grauw en hard uit de wasch komen,
is dat een bewijs, dat zij bij den bleeker niet
goed behandeld worden. Want dit materiaal
is juist uiterst sterk en ge kunt er jaren mee
doen zonder dat het leelijk wordt, maar.
het eischt een speciale zorg, waar niet alle
menschen voldoende rekening mee houden.
Sponsdoek mag nooit gelijk met het overige
goed gewasschen worden. Het moet eerst
een nacht te weeken staan in een lauw zeep-
sopje. Als het geen gekleurde doeken zijn,
moet u er wat zeeppoeder of soda aan toe
voegen is de stof met een rand, dan mag
dit natuurlijk niet. Den dag daarop wascht
u het goed uit in schoon, warm zeepsop en
spoelt het daarna eerst tweemaal in lauw en
dan tweemaal in koud water. Dit overvloedig
spoelen dient om alle zeep te verwijderen,
die anders zoo licht in de draadjes der stof
zou blijven vastzitten. Druk vervolgens de
gewasschen doeken uit, niet wringen, en
laat ze snel drogen, bij de kachel bijv. of in
de zon. Deze stof kunt u niet mangelen of
strijken; dus door 't recht hangen bij het
drogen rekt u ze meteen uit. Door kloppen
en rekken der gedroogde doeken blijft het
weefsel mooi en los.
In iedere huishouding zijn er stukjes toi
letzeep die overblijven, te klein worden voor
het gebruik en dan voor de keuken, in den
zeep klopper opgemaakt worden. Dit is
eigenlijk groote verspilling. Verzamel uw
stukjes toiletzeep in een busje totdat men
ongeveer een half pond heeft. Doe ze dan
in een steenen inmaakpotje, doe er een half
ons (ruim) glycerine bij en 25 gram citroen
sap en laat het in den oven smelten. Wanneer
alles goed vloeibaar is, roer het dan goed
door elkaar met een houten lepel en giet het
in kleine cakevormpjes of dekseltjes van
busjes en ge zult ongeveer een half dozijn
uitstekende stukjes verkregen hebben.
Voor liet schoonmaken van ivoor bestaat
een hoogst eenvoudig en doeltreffend mid
del. Men doopt een dotje watten in een
oplossing van gelijke deelen spiritus en wa
ter en wrijft daarmede het ivoren voorwerp
af. Hierdoor wordt alle vuil verwijderd; dit
is ook een zeer goed middel om de toetsen
van de piano schoon te maken, die zoo
licht geel en onooglijk worden. Een middel,
dat nog beter helpt is een mengsel van één
deel vcrsche chloorkalk met vier deelen
water. Waar het afwrijven met spiritus niet
meer voldoende is, zal dit mengsel zeker
nog wel helpen. Geel geworden ivoor bleekt
ook, wanneer men het met water bevochtigt
en onder een glazen stolp in de felle zon
zet.
Om ivoor te lijmen, moet men de breuk
plaatsen terdege schoonmaken, het best met
spiritus. Daarna maakt men uit een deel
eiwit, drie deelen water en gips een dunne
brij, waarmee men lijmt.
Oud ivoor wordt weer als nieuw, als men
het met een in melk gedoopt penseel be
strijkt, Het stof gaat weg en het voorwerp
krijgt een nieuwen glans.
Als men ivoor wil verven, bev. rood, als
biljartballen, legt men het in water, waarin
anilinerood is gemengd. Moet dc kleur hooS-
rood ziin, dan neemt men koraline of kar
mijn. Als de' kleur goed is, neemt men de
voorwerpen er uit, poetst ze met zeepwater
af en wrijft ze droog.
Bloemen kunnen de kamer een gezellig
aanzien geven of haar ontsieren en een ver
keerd gekozen vaas of bak kan den heelen
indruk bederven.
Het ideaal, waarna gestreefd moet wor
den, is de illusie te geven, dat de bloemen
bloeien, en dat kan niet verkregen worden,
wanneer niet een practisch model vaas of
bak gebruikt wordt en de bladen bij de
bloemen behoorend, bijgevoegd worden.
Amandelbloesem en groen staan het mooist
in een houten bak, anjelieren in tin, tulpen
in aardewerk. Violen, sleutelbloemen,sneeuw
klokjes, anemonen en alle voorjaarsbloemen
met korten steel, zullen beeldig staan, ge
schikt in lage bakken, overdekt met mos.
Vooral moet op kleur en vorm gelet wor
den rose moet beslist weggelaten worden
in een kamer waar de hoofdkleur geel is,
en blauwe bloesem moet niet geplaatst
worden in roode omgeving.
Om koperwerk tegen aanslag te bescher
men en daarmede het herhaaldelijk poetsen
te voorkomen, penseele men het volkomen
droge metaal met collodium. Kleine voor
werpen legge men in collodium, dat met
.houtoecat vardjind is.
Eiercroketten. Eieren zacht koken,
in koud water afkoelen, en ze voorzichtig
pellen. De gepelde eieren in gesmolten bo
ter wentelen, dan in paneermeel, vervol
gens in een geklopt eiwit, en daarna weer
in paneermeel.
Vet laten smelten, tot er een blauwach
tige damp afkomt en daarin de eieren vlug
bruin bakken. Deze op grauw papier laten
uitlekken en vervolgens opdienen op een
schaaltje van een vingerdoekje voorzien.
Men garneere het schoteltje met gefruite
peterselie of jonge slablaadjes.
HARTIGE RIJSTPUDDINKJES.
Dit is 'n schotel, die zeer goed bij een warm
twaalfuurtje of als tusschengerecht bij den
avondmaaltijd dienst kan doen.
We hebben er voor noodig een portie koude
gekookte rijst van den vorigen dag en een
kaassaus. Voor de kaassaus smelten we op
'n zacht vuur twee afgestreken eetlepels bo
ter, roeren daar drie eetlepels bloem door en
voegen langzamerhand een halve liter melk
bij. Wordt de saus te dun, dan voegen we nog
meer meel toe, daar deze kaassaus goed dik
moet zijn. Een groote portie geraspte kaas
wordt nu door de saus geroerd en dan laten
we alles samen even doorkoken. Nadat de
saus afgekoeld is, doen we de rijst er door
heen en, indien noodig, nog 'n beetje zout.
Van dit deeg vormen we kleine, puntig uit-
loopende puddinkjes. Deze bestrooien we
geheel met paneermeel en zorgen goed dat elk
plekje geraakt wordt. Daarna worden ze ge
heel overgoten met ei, dat we even los ge
klopt hebben en met 'n paar lepels water ver
mengd. Na dit bad overdekken we ze nogmaals
met paneermeel en bakken ze daarna in een
pan met kokend vet, tot ze mooi goud-bruin
zien. We dienen ze op met takjes peterselie.
SCHUIFRAMEN.
Koorden van schuiframen moeten minstens
eens in 't jaar met een vetten doek worden ity
gewreven,
HELDER GLAS.
Een kleine hoeveelheid van aluin in poe-
dervorm bij het water gevoegd, waarin men
de glazen wascht, deet deze glinsteren aIr
kristal.
BEHANDELING DER BEDDEN.
Veeren bedden, die gedurende het ruwe
jaargetijde zelden voldoende gelucht wor
den, kan men op warme voorjaarsdagen in de
buitenlucht brengen.
Hoewel het bed dagelijks geschud wordt,
zijn de veeren op het laatst toch in elkaar
gaan zitten door dc inwerking van warme
lucht en zonneschijn gaan zij uit elkaar en
winnen aan elasticiteit.
Men lucht de bedden liefst in den voor
middag, nadat de ochtenddauw is opgetrok
ken. De brandende middagzon werkt te sterk
op het beddetijk, dat hierdoor licht zacht
wordt.
Bij het naar buiten dragen der bedden
langs trappen en gangen moet men oopassen
dat ze niet in aanraking komen met 'stoffige
rnuren enz. Wanneer de bedden aan beide
zijden goed door de zon beschenen zijn,
neemt men een kleinen leeren mattenklopper
of een rieten stokje en klopt ze goed uit, waar
bij men geen plekje overslaat, en liefst aan
beide kanten.