RADIO-OMROEP
ELCK WAT WILS.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde Blad Zaterdag 21 Juni 1924
KUNST EN KENNIS.
UIT BOEK EN BLAD.
KERK EN SCHOOL.
SPORT EN SPEL.
VOETBAL.
D. H. V. B.
van de voor ons land be^
langrijkste stations.
DAGELIJKS
PRIMA RADIO
CONCERTTOESTELLEN
Desverlangd vanaf f 6,per maand
Bureau Meijer - Haarlem
Kampervest 23 - Telef. 3620.
■at
CRICKET.
TREKJES 351.
VAN TWEE ZIJDEN.
Van twee zijden tegelijk word ik be
sprongen over het artikeltje van verleden
week: vrienden in dén nood.... En beiden
beroepen er zich op, dat zij de meening van
zeer velen vertolken.
Als dat zoo stellig wordt beweerd, dan is
er voor mij geen reden om daaraan te twij
felen, maar toch geloof ik niet, dat ik wer
kelijk aanleiding lot deze critiek heb gege
ven; wat ik hoop aan te toonen.
Eerste bezwaar: ik heb te veel de zwakte
van de organisaties naar voren geschoven,
terwijl we wel-is-waar numeriek verzwakt
zijn, doch uit niets is gebleken, dat we min
der prestecren, waarvan ten overvloede de
strijd in Twente bet tastbaar bewijs levert.
Tweede bezwaar: ge klaagt dat de arbei-
lersbeweging geen verdedigers meer heeft,
naar zijn het niet in vele gevallen de arbei
ders zélf. die bij het minste of geringste hun
beste vrienden in den steek laten en al wei
nig vertrouwen toonen in menschen, die den
arbeiders en hun beweging een goed hart
toedragen en steeds daarvoor op de bres
stonden.
Ziedaar dan de bezwaren, die ik, hoewel
verkort, bij dezen weergeef en waaruit dan
zou moeien blijken dat ik een onjuiste voor
stelling van zaken heb gegeven.
Om de onjuistheid van het eerste bezwaar
aan te toonen is, dunkt mij, al heel gemak
kelijk. Nergens heb ik ook maar met een
enkel woord doen blijken, dat de innerlijke
kracht van onze beweging zou verloren
zijn geraakt. Maar al wil men erkennen, dat
er verschillende personen door ons op de
ledenlijst zijn geplaatst, die er om het
heel zacht te zeggen beter af hadden
kunnen blijven, dat neemt toch niet weg,
dat we wel méér'verloren hebben dan die
z.g. zelfkant.
We zijn van 160 duizend teruggeslagen
op honderduizend leden en d a t niet te wil
len erkennen, dat we aan invloed en kracht
hebben ingeboet, is struisvogelpolitiek zon
der meer. Want dat weet iedereen. Wie de
jaarverslagen van onze vakbonden leest kan
het vernemen en wie het Jaarboek van ons
R. K. Vakbureau koopt, weet het van alle
bonden afzonderlijk en te zamen.
Moet daaruit nu worden afgeleid dat we
onze paraatheid hebben verloren of dal we
in dezelfde evenredigheid aan innerlijke
kracht hebben ingeboet? Geen denken aan.
En behalve Twente zijn er bewijzen te over
om te bewijzen dat zulks niet het geval is.
Bovendien is het ledenverlies niet op alle
plaatsen hetzelfde.
Maar en dit is nu eenmaal een der
kenteekenen van de vakorganisatie zij
kan, zoolang de sociale verhoudingen zijn
zooals ze zijn, haar massaal karakter niet
zonder schade verloochenen. Van het leden
tal mag dan wel niet alles afhangen, maar
toch is dat van zeer groote, soms van be
slissende beleekenis, vooral in een tijd als
de onze, nu er zoovelen zijn wier beslissing
omtrent het al of niet overleggen of samen
werken met de arbcidersvakvereeniging af
hangt van de sterkte der vereeniging.
Men zal wellicht willen gelooven dat ik
daaromtrent wel eenige ondervinding heb
kunnen opdoen en het heeft geen zin dat te
willen wegdoezelen; de ongeorganiseerden
en zij die vaandelvlucht pleegden, mogen 't
ook gerust zoo nu en dan eens vernemen,
dat, zij hel zijn, die een beletsel vormen
voor betere sociale verhoudingen; dat zij
het zijn, die samenspannen met allen, die
door hun weigering tot samenwerking met
onze arbeidersvakvereenigingen, feitelijk
den geest van het communisme onder de
massa vaardig maken.
Wie dat gering wil achten moet het zelf
maar weten, doch dat het weigeren van sa
menwerking met de georganiseerde arbei
ders en de zucht tot reactie tegen alle so
ciale maatregelen versterkt wordt door de
vaak het hardst kankerende groep on
georganiseerden en dat daardoor een men
taliteit wordt opgeroepen waarvan we noch
uit zedelijk, noch uil maatschappelijk oog
punt eenig goéd kunnen verwachten, staat
m.i. als een paal boven water.
Daarmede kom ik dan tevens aan het
tweede bezwaar. Als ik dat nu eens ten volle
zou onderschrijven, waartoe ik vooralsnog
niet genegen ben, dan blijft mijn bezwaar
toch nog in zijn geheel bestaan.
Toegegeven, dat hier en daar de arbei
ders zich wat al te gemakkelijk van hun
vrienden zouden afkeeren om weer anderen
te velgen, die 't heel wat minder goed met
hen meenen: kan dat en mag dat aanleiding
zijn, om nu van houding te veranderen?
Kan het den arbeiders werkelijk zoo heel
kwalijk genomen worden als ze wat had
den overgenomen van datgene wat tegen
woordig zoo ongeveer gemeengoed schijnt te
zijn?
Waarmede ik bedoel te zeggen, dat zij
betrekkelijk maar heel weinig hooren of
lezen wat het ontzag voor of het vertrouwen
in anderen kan bevorderen.
Het zijn niet de communisten alléén, die
alles wat boven hen staat neerhalen tot in
de modder. Het misstaat tegenwoordig
blijkbaar menschen, die zeggen niets met het
communisme van doen te hebben, zelfs niet,
om de leiders van de arbeiders als verwaan
de egoïsten voor te stellen; en bleef het
daar bij, dan was het nog om te doen, maar
men ontziet niets en niemand, zelfs de meest
hoogstaande personen niet.
Zoodat er welhaast geen functie meer ver
vuld wordt, of men kwalificeert dat als het
bevredigen van eigenbelang; t zij deze dan
bestaat uit eer- of geldzucht.
Als men zoo, zonder blikken of blozen,
iedereen een dergelijke gouddieven-moraal
in de schoenen schuift, al dan niet met een
brevet van onbenulligheid vergezeld - wat
nog iets anders is als kritiek op daden en te
kortkomingen, kan men dan bij een dergelijk
vrij algemeen voorbeeld den arbeiders wel al
te zwaar aanrekenen, dat zij dat voorbeeld
volgen?
Maar men kan dat in algemeenen zin van
de georganiseerde arbeiders niet eens zég
gen, Want zoo ergens nog eerbied is voor
gezag en waardeering voor het werk van
anderen, dan is het te vinden in onze orga
nisaties.
De leden plaatsen zich onder het bren
gen van zware offers vrijwillig onder
plaatselijke leiding én onder leiding van hun
hoofdbestuur, waaraan de consequentie ver
bonden is, zich óók onder de leiding van de
Kerkelijke Overheid te stellen.
Zoodat zij, die onze R. K. Arboidersbewe.
ging versterken of op ©enigerlei wijze steu
nen. tevens een der hechtste bolwerken van
de maatschappelijke orde beschermen. Al
zou dan ook de billijkheid het niet onafwijs
baar vorderen, dan moest het gezond ver
stand er toe leiden, dat ieder die belang
heeft bij goede maatschappelijke verhoudin
gen, er het zijne toe bijdraagt, dat onze
organisaties niet op onredelijke wijze wor
den aangevallen, maar dat men met haar
naar overleg en samenwerking streeft.
Dat dit te weinig geschiedt, was de klacht,
die ik verleden week heb geuit, zonder
aan bepaalde personen te denken. En het
staat voor mij vast, dat als men voor
eenige jaren terug, over onze arbeiders
beweging en haar leiders had durven spre
ken en schrijven, zooals dat nu vaak pleegt
te geschieden, dat men, ook buiten onze be
weging, zulke menschen voor ontoerekenbaar
had verklaard, terwijl daarvan nu maar wei
nig wordt vernomen.
Met den besten wil kan ik dan ook niet
inzien, dat mijn klacht onjuist gesteld is;
want hoe men zich ook de oplossing van
de tegenwoordige moeilijkheden voorstelt:
van verwijdering kan zij zéker niet komen.
Al het gebazel over kapitaalvorming,
over langer werken, lager loon en wat
daarom heen ligt. él het afknabbelen van de
organisaties, brgl ons geen stap verder; in
tegendeel: voert verder van hét doel.
Wat zou men bijv. bereiken, als men de
Arbeidswet eens had „weggewerkt", de loo-
nen verlaagd en de organisaties machteloos
had gemaakt mét de wiskundigste zekerheid,
dat we ons dan op een maatschappelijken
vulkaan bewogen, wiens uitbarsting we elk
oogenblik moesten vreezen.
Alleen in een meer rëeel overleg én een
breedere samenwerking tusschen de verschil
lende groepen, kan ik eenig heil zien en
zoolang deze er niet zijn, blijven alle maat
regelen zonder eenig resultaat,
Omdat we dit resultaat echter noodig heb
ben, moest er een algemeen verzet komen
tegen alles wat de toenadering tusschen de
groepen kan schaden.
Maar niet de arbeiders alleen. En dat kan,
ook al ontkent men. dat de arbeiders vrij
van gebreken zijn.
Wat ik verleden week hierover schreef,
meen ik te kunnen handhaven en ten on
rechte ontleent men daaraan, dat ik een te
donker beeld van de organisaties heb ge
schetst.
Dat haar invloed is verminderd is aan geen
twijfel onderhevig, maar dat stemt mij
althans niet tot moedeloosheid; wan ik ben
te stellig overtuigd, dat we ook dezen
terugslag noodig hadden om ons weer met
nieuwe kracht te kunnen ontplooien.
Dat we in die crisis, die wij doormaken,
wel wat anders mochten verwachten, dan
we practisch ondervinden, zal men echter
moeilijk kunnen ontkennen; doch niet de
vrees voor de beweging als zoodanig die
toch altijd maar middel en nooit doel kan
zijn deed mij de gewraakte klacht uiten,
doch de stellige overtuiging, dat al die ver
wijdering, welke daardoor wordt opgeroepen,
den toestand steeds verwarder en slechter
zal maken.
A. J. L.
ONJUISTE VOORSTELLING.
Het weekblad van den N. L. B. geeft in
het nummer van 31 Mei j.l. een beschou
wing over de waarde van den arbeid.
Veel van wat daarin wordt gezegd zal
men gaarne onderschrijven. Zoo zal b.v.
niemand ontkennen, dat de Kerk steeds de
arbeid in hooge eere heeft gehouden en dat
zij steeds ook de cultureele waarde daar
van heeft voorgesteld.
Al is de arbeid als straf ons opgelegd, hij
bevat in zich ook alle goeds en wie zich
aan arbeid onttrekt zal zeker zijn geluk, in
de breedste beteekenis van het woord, niet
vinden.
Daarover kan men het, dunkt me, spoe
dig eens zijn. maar daarom is elke methode
om dat voor te stéllen nog niet goed. En
als dit orgaan van onze R.-K. Boeren een
tegenstelling construeert tusschen boeren en
arbeiders, waarbij de dagdieverij voor de
arbeiders bijzonder wordt belicht en daar
naast, dat de arbeidsschuwheid in den boe
renstand nog weinig heeft ingevreten, dan is
die voorstelling van zaken absoluut onjuist
en mist zij bovendien elke opvoedende
kracht
Tijdsgebrek is oorzaak, dat' ik daarop niet
eerder de aandacht vestigde, doch het lijkt
mij te belangrijk om het onbesproken te la-
ten.
Ter beoordeeling laat ik hier een citaat,
uit dat artikel volgen waarmede ik onmo
gelijk kan instemmen.
„Of is het' niet waar, dat men overal ter
wereld ontevredenheid ontmoet, afgunst,
haat en.... arbeidsschuwheid?
Zou de dagdieverij veel zijn afgenomen,
terwijl toch wettelijk de achturendag is in
gevoerd?
Zou men niet mogen zeggen, dat door
niet weinigen - de goeden natuurlijk niet
te na gekomen op misbruikende wijze
gestreefd wordt naar een maximum van loon
voor een minimum van arbeid?
De liefde voor den arbeid is verdwenen;
maar bijna onvermijdelijk is daarmede óók
verdwenen een bron van vrede en tevreden
heid, een bron van eer en deugd, een bron
van geluk.
Helaas, onze moderne wereld toont dat
overduidelijk aan.
In menige plaats heeft bij het te werk
stellen van werkloozen de arbeidsschuwheid
tot scherpe conflicten aanleiding gegeven.
En toch blijft' het een Roomsche stelling:
Wat de mensch noodig heeft, om in zijn le
vensonderhoud te voorzien, wordt niet zon
der arbeid verkregen, en daarom is krach
tens het vijfde gebod de plicht tot den ar
beid een zedelijke plicht der menschheid.
En deze zedelijke plicht laat zich zoo
maar niet straffeloos overtreden.
Het heeft bitter weinig zin, te jeremiëcren
over malaise, als het grootste geneesmiddel
niet wordt ter hand genomen: de arbeid!
Arbeid en arbeid alleen kan helpen om te
herstellen, hetgeen voor zoovelen verloren
ging.
Gelukkig heeft de droevige kwaal der ar
beidsschuwheid nog maar weinig of niet in
gevreten in onzen boerenstand.
Er wordt nog gearbeid op het platteland,
vlijtig en vroolijk, fluitend en zingend in
Gods heerlijke natuur."
Zooals hel hier gesteld wordt is de voor
stelling volstrekt' onjuist.
Mijn eerste bezwaar is, dat het orgaan
geschreven wordt voor landbouwers en dat
er dus geen enkel nul in is gelegen om aan
hen voor te stellen alsof z ij over 't algemeen
hard werken en de arbeiders met een vloek
op de lippen hun arbeid verrichten, want
dat is in zijn algemeenheid onjuist.
't Is jammer genoeg waarheid, dat er zul
ke arbeiders zijn, maar voor het gewest
waarvoor dat orgaan bestemd is, zou er ook
wel iets in die richting van de landbouwers
gezegd kunnen worden, vooral in het meer
westelijk deel.
Mijn tweede bezwaar is, dat het orgaan
de arbeidsschuwheid en haat onder de arbei
ders signaleert' in een orgaan voor hoofd
zakelijk werkgevers, dat de arbeiders dus
niet bereikt en daardoor den haat, die er on
getwijfeld onder de landbouwers tegen de
„stadsmenschen" al is, zonder reden ver
groot.
De tendenz van het artikel is valsch en
dient tot niets goed. Het' verwijdert in plaats
van toenadering te zoeken, zoodat het niet
alleen feitelijk onjuist is, maar ook zeer
schadelijk.
Wie de arbeiders wil verbeteren, moet
een andere methode volgen, dan zonder
eenige aanleiding te verbitteren en wie de
landbouwers in een betere richting wil drij
ven, kan met eenigen goeden wi wel een
meer doeltreffende methode vinden, dan hen
te suggereeren dat zij zoo hard werken en
de arbeiders eigenlijk maar arbeidschuwe
wezens zijn.
Er zijn verschillende streken, waar inder
daad de landbouwers hard werken, doch
daar doen zij het niet alleen, maar er zijn
ook streken, waar 100 landbouwers precies
het dubbele gewicht hebben van 100 land-
aroeiders, zoodat men daar misschien tot
een andere conclusie kan komen.
Zulke artikelen zullen er weinig toe bij
dragen om de sociale verhoudingen te ver
beteren en daarom kunnen zij beter achter
wege blijven, dacht ik zoo.
A. J. L.
VREEMD.
In „Het Volk van 12 Juni, klaagt Je
Overijselsche correspondent van dat blad
onder het opschrift „zóó niet" als volgt
„De arbeiders aan de reiniging maakten
het marktplein op Woensdag en Zaterdag
avond na afloop van de markt, om beur
ten schoon.
1 ot heden werd dit werk in overuren
uitgevoerd en met 50 pCt. overgeld betaald.
Na de invoering van de 48-urige werkweek
hebben B. en W. een andere regeling ge
troffen. De schoonmaak der markt- valt nu
binnen de 48 uur, wordt dus niet meer ex
tra betaald.
In een adres aan B. en W. heeft het be
stuur van de afd. Hengelo van den Bond
van Werklieden in Overheidsdienst op ver
andering aangedrongen zij wenscht den
ouden toestand weer in te voeren overu
ren en extra betaling.
Deze kwestie zal nu in het Georganiseerd
Overleg worden behandeld."
Laat ik beginnen met te verklaren dat
ik van dat bericht niet veel begrijpen kan.
Mij dunkt, het is verkeerd of onvolledig ge
steld, ofwel we hebben hier te doen met
een vreemde houding van den Modernen
Bond van Overheidspersoneel op die plaats
te doen.
We hebben altijd menschen gehad die
voor een 48-urige werkweek ijverden, doch
graag langer werkten als er maar wat mee
te verdienen was, doch de overgroote meer
derheid van de georganiseerde arbeiders
wenschte werkelijk een goed geregelden
arbeidsdag. Zij hebben altijd gevoeld dat
geregeld overwerk tenslotte een verlengden
arbeidsdag beteekende.
Maar dat men georganiseerd op overwerk
gaat aandringen en feitelijk vraagt om een
langoren werkdag is toch wel het nieuwste
op dat gebied.
Het is zeer wel mogelijk dal de loonen
in Hengelo zóó laag zijn, dat de gezinnen
dat overwerkgeld onmogelijk kunnen mis
sen maar dan blijkt des te duidelijker dat
we op een dergelijke wijze, n.l. door per
manent overwerk het vraagstuk geheel ver
plaatsen naar de loonafdeeling, waarmede
het steeds verband hield, maar daarnaast
toch nog een eigen karakter had.
Het is wel van belang te weten of we
hier met een koersverandering te doen heb
ben, want tot heden is van socialistische
zijde ieder die geen socialist was en aan
der, arbeidsdag kwam, zonder genade aan
den schandpaal genageld.
A. J. L.
MAANDBERICHT OVER MEI 1924.
Voor rekening van „Herwonnen Levens
kracht" werden uitgezonden:
Naar het sanatorium „Berg en Bosch te
Apeldoorn:
1 Mei een lid uit Buitenveldert en een kind
van een lid uit Amersfoort; 2 Mei een kind
van een lid uit Mook (L.); 5 Mei een kind
van een lid uit Amsterdam; 8 Mei een vrouw
van een lid uit Amsterdam; 26 Mei een kind
van een lid uit Amsterdam; 28 Mei een kind
uit Groenlo, een kind uit Amersfoort en een
kind van een lid uit Velsen
Naar het R.K. Herstellingsoord „Maria
Auxiliatrix" te Venlo: 7 Mei een kind van
een lid uit Maastricht.
Deze ontleenden hunne rechten als volgt:
1 als aangesloten bij den Ned. R.K. Bond van
Bakkers enz., 1 van Bouwvakarb,, 2 van Fa-
brieksarb 1 van Lederbewerkers, 2 van Meu
belmakers enz., 1 van Spoor- en Tramp., 1
van Transportarbeiders, 1 van Dioc. Bonden
Bisd. Haarlem.
Op 31 Mei 1924 waren in totaal voor reke
ning van „Herwonnen Levenskracht 64 pa
tiënten in behandeling
DE WERKLOOSHEID.
Volgens de opgave van den Rijksdienst
hebben in de week van 12 tot 17 Mei, 90
werkloozenkassen met in totaal 259217 léden
opgaven verstrekt. Van deze leden waren
16735 personen geheel en 3971 gedeeltelijk
werkloos. Het percentage is dus respectieve
lijk 6.5 en 1.5. In het overeenkomstige tijdvak
van 1923 waren deze cijfers 8.7 en 2.2.
Hierbij dient opgemerkt, dat de kassen van
de landarbeiders in den zonier te rekenen
vanaf Mei geen gegevens verstrekken.
Werden ook daardoor gegevens verstrekt,
dan zouden de verhoudingscijters nog gunsti
ger afsteken bij verleden jaar. wijl toen
nog beduidende werkloosheid in den land
bouw voorkwam, waarvan dit jaar in Mei niet
meer kon gesproken worden.
SCHADELIJKE WERKING VAN ZOUT.
„Avicultura" vestigt de aandacht op de
schadelijke werking van keukenzout zoodra
dit in eenigszins groote hoeveelheden aan
dieren wordt toegediend.
Meermalen bijv. wordt aan kippen kruim
gevoerd van aardappelen. Men weet, dat in
kruim het meeste zout blijft zitten en zulk
kruim kan zeer nadeelig werken op de dieren,
vooral wat ook kan gebeuren wanneer
de aardappelen wat hartig zijn gekookt. Vol
gens onderzoek van de Rijksserum-inrichting
stierven 13 van de 15 kippen, die gevoed
waren met aardappelen, welke 5 tot 6 pCt.
keukenzout bleken te bevatten, en bij var
kens werd groote zwakte en verlamming
geconstateerd, daardoor het voeder een
voederzout werd vermengd wat veel bij
varkenshouders wordt gedaan, welk voeder-
zout hoofdzakelijk keukenzout en krijt bleek
te bevatten.
Ook moet gewaarschuwd worden voor het
voederen van garnalen en mosselen, welke
dikwijls, wat door onderzoek is gebleken,
14 tot 15 pet. zout schenen te bevatten.
Daar voor een varken 125 tot 150 gram
keukenzout voldoende is om den dood te
veroorzaken, volgt vanzelf, dat dit voor
konijnen aanmerkelijk veel minder is. Zonder
zout mag 't voeder ook weer niet zijn, maar
toch moet gewaarschuwd worden wees niet
te roekeloos met het zout in voeder.
ONZE VERHOUDING TOT HET
TOONEEL Extra nummer van
„Opgang," Crist, tijdschrift voor
kunst en letteren, onder redactie
van Joh. Luytenaar Francken.
Dit bundeltje bevat eenige korte beschou
wingen van vooraanstaande Protestanten,
naar aanleiding van een enquête, waarin
hun de vraag werd voorgelegd een korte
formuleering te geven van hun meening
over het tooneel als cultuurverschijnsel en
in zijn huidigen vorm. Opmerkelijk is het,
hoezeer de houding van deze personen,
meerendeels predikanten, parallel gaat met
de houding, die wij Katholieken, tegenover
het tooneel dienen aan te nemen. Hier en
daar merken wij een scheeve voorstelling
op, die echter voor den critischen lezer geen
afbreuk zal doen aan de waarde van dit in
teressante werkje. Zoo is o.a. een zin als
deze: „Toen het maatschappelijk leven in
de middeleeuwen al meer ontaardde, vond
de geestelijkheid in het tooneel het redmid
del om door bijbelsche tooneelvoorstellin-
gen bet volk van ijdele vermaken af te hou
den," een bewijs van een volkomen verT
keerd aanvoelen der Middeleeuwsche too-
neéllitteratuur, die toch zeker geen „maak
werk" is, zooals men uit het bovenstaande
zou moeten opmaker.
Toch mogen deze onvolkomenheden voor
hen, die belang stellen in de Sturm und
Drang-periode, die ons tooneel in deze da
gen doormaakt, geen reden zijn om deze
uitgave voorbij te gaan.
WAAR LIGT „ST. AELBRECHT?"
De meer en meer oplevende, godsdien
stige belangstelling in het „Herlevend Ken-
nemerland" vestigt van zelf de aandacht op
den naderenden feestdag van den H. Adel-
bertus (den 25en Juni a.s.) die bijzonder in
het. „Historische" Egmond gevierd wordt.
Van meer dan een zijde is de verwachting
reeds uitgesproken dat het niet alleen de
Egmonders zullen zijn, die op dien dag zullen
pelgrimeeren om vooral op dien dag bij het
eerste graf van den Kennemer Geloofsver
kondiger te komen bidden voor de bekee
ring van Nederland Maar velen vragen:
„waar ligt St. Aelbrecht?"
Bezoekers uit het zuidelijk gedeelte van
N. H. die hetzij fietsend, rijdend of loopend
de H. plaats willen bezoeken, kunnen wij
aanbevelen aan het station Heilo af te stap
pen ên langs den Westerweg, langs de R.K.
kerk te gaan tot aan den Vennewatersweg,
waar een wegwijzer „Naar Egmond" de
richting naar Egmond-Binnen aanwijst. Daar
vlak tegenover dc laan, welke naar het
oude Protestantsche kerkje voert, de oude
Abdij-laan, is de St. Adelbertsweg. Het ge
meentebestuur zorgde voor een duidelijk
naambord. Men kan ook van Alkmaar per
stoomtram naar Egmond a, d. Hoef gaan en
van daar naar Rinnegom. waar men de Pa
rochiekerk, aan St Adelbert gewijd, kan
binnengaan, den weg te volgen, tot men aan
een dwarsweg komt, die parallel met der,
St. Adelbertsweg ook naar de akker voert.
Een duidelijke wegwijzer: „Naar St. Ael
brecht" wijst dien weg aan. Mogen velen
een dier beide wegen gaan om onder St.
Adelbcrts schutse bij den wonderbaren put
Zijn zegen te vragen voor het volk dat Hij
kerstende en lief had.
VERGADERING VAN DE W. E. K.
Donderdagavond hebben dc Westelijke
eerste klassérs vergaderd in Terminus te
's-Gravenhage.
De bespreking gold hoofdzakelijk de com
petitie-indeeling voor het a.s. seizoen.
Na langdurige besprekingen, waarbij ver
schillende ideeën naar voren kwamen, werd
besloten geen enkel verzoek tot het bonds-
bestuur te richten. Dit komt er dus op
neer dat geen enkele principieele wijziging
zal worden voorgesteld.
Een ander punt, dat ter sprake kwam,
was de hoofdelijke omslag, waarbij werd
overeengekomen het B. B. in overweging
te geven de grondslagen van den hoofde-
lijken omslag te herzien en de contributie
te verhoogen.
Vervolgens werd een motie aangenomen,
houdende de bepaling dat bij het overgaan
van een speler van de eene vereeniging
naar de andere, naar de reden van deze
verandering zal geinformeerd moeten wor
den.
Door verschillende afgevaardigden werd
de wenschelijkhcid bepleit van een nauwer
CGnlacl tusschen de verschillende le klas
sérs. In verband hiermede zal binnenkort
een bespreking plaats hebben tusschen de
verschillende besturen.
PROMOTIE- EN DEGRADATIE
COMPETITIE.
Zooals bekend is, worden er promotie-
en degradatie-wedstrijden gespeeld voor 2
plaatsen in de federatieve 2e klassen K.
L.
Aan deze competitie namen aanvankelijk
deel Damiaten, A. D. O., Zwaluwen en L.
en S. De laatste heeft zich echter terug
getrokken, zoodat de strijd gaat tusschen
de drie eerstgenoemden.
Deze competitie nadert haar einde
Reeds werden gespeeld ZwaluwenA. D.
O. en ZwaluwenDamiaten, die beiden
eindigden in overwinningen voor Zwaluwen
resp. met 30 en 1U.
De Amsterdammers zijn dus definitief
gepromoveerd. De stand luidt:
Zwaluwen 2 2 0 0 4 40 2.00
Damiaten 1 0 0 1 0 01 0.00
A. D. O. 1 0 0 1 0 0—3 0.00
Het blijkt dat onze Haarlemmers hun
huid zoo duur mogelijk willen verkoopen,
daar zij slechts met 10 man spelende, een
kleine nederlaag leden.
Morgen speelt Damiaten tegen A. D. O.
op het W. F. C.-terrein te Wijkeroog.
Een gelijk spel is voldoende om Damia
ten voor de Federatie te behouden.
Kom Damiaten, laat den moed niet zak
ken. Werk van het begin tot het einde.
Wij verwachten een kleine zege, doch
met een puntenverdeeling zijn wij ook te
vreden.
Nieuwsberichten (Vas Dias) Amsterdam
P. C. F. F Golflengte 2000 M.
Dagelijks (uitgezonderd Zondag) 8.15—
8,30 v.m.; 10—10.12 v.m.; 11.30—11.55 v.ro.
12,15—12,30 n.m.; 1,05—1,20 n.m.; 3—3,31
n.m.; 4,15—4,28 n.m.
Tijdseinen: 10.15 v.m. en 4.30 n.m.
Effecten en Geldkoersen (Vaz Diaz, zi'
hierboven) te 1,301.4522.15 2.30 er
2.45 n.m. (uitgezonderd Zondag en vacan-
iiedagen en Zaterdag alleen 10.3011.30
v m
Weerberichten Vossegat Bé 105C
M.: 11.10 v.m. en 12,30 n.m en 8 n.m. (Ge
meenlijk Morseseinen in langzaam tempo
waarop men zich oefenen kan).
Londen 2 L.O. golflengte 365 M
Somtijds 3.20—5.20 n.m., dames half uurtje
5.50 kinderuurtje, 7,50—10.50 (of later) con
cert, opera of Popul. avond.
Tijdseinen 7.20 en 9.50 n.m. Maandag
Donderdag en Zaterdag Dansmuziek (Jaz
band) van uit het Savoy Hótel te Londé
na 10.20 n.m
Diverse Engelsche stations hebben onge
veer dezelfde zenduren en wel:
Cardiff 5 W. A. op 350 M.
Manchester 2 Z. Y. op 375 M.
Bournemouth 6 B M. op 385 M
New Castle 5 N. O. op 400 M-
Glasgow 5 G. S. op 420 M.
Birmingham 5 1. L op 475 M.
Aberdeen 2 B. D. op 495 M.
Radio Paris S. F. R. 1780 M. Con
cert (Tzigane orkest) 1.05 n.m. dito te 5.0J
n.m (vocaal of instrumentaal) dito te 9.26
n.m., als 5.05 of aansluiting op opera ol
anderszins (voorafgegaan te 8.50 n.m. dooi
Nieuwsberichten).
Gemeenlijk Donderdag en Zondag Dans
muziek tot ruim elf uur, event, afgewisseld
door chansons of causcriën.
Eiiieltoren F. L. 2600 M. 7 en 11
uur v.m., 7.20 en 10.35 n.m. Weerbericht
3.50 n.m. Beursverslag 6.307.15 n.m-
concert, 11.20—11.25 n.m. en 12.04 Tijdsei
nen.
Ecole Supp. P. T. T. 450 M.: Dage
lijks, behalve Maandag te 9.20 n.m.. voot-
drachten, enz.
Petit Parisien 340 M.: Gemeenlijk
Dinsdag, Donderdag en Vrijdag 8.50 n.m.
concert.
Brussel S. B. R. 265 M. 5.20—6.20
n.m. en 8.351020 n.m. concert.
Haren (Brussel) B. A. V. 1100 M. 5.10
n.m. Weerbericht.
Königswusterhausen L. P. 4000 M.
7.20 v.m.6 n.m. berichten (ongeregeld)
Maandag en Vrijdag 8.20—9.20 n.m. concert
op 2700 M. Zondag alleen 11.20 v.m.
1.20 n.m.
Eberswalde 2700 M. Gemeenlijk
Dinsdag en Donderdag concert 8.209,20
PROGRAMMA:
Zaterdag zr Juni. 8.3010.30. Middelraad
IJmuiden, 1050 M. Concert (event. Edison
Phonograph).
Zaterdag 21 Juni: 8.30—10.30 uur.
Middelraad, IJmuiden, 1050. M. Con
cert (event. Edison Phonograph).
Zondag 22 Juni: 3—6 uur.
Ned. Radio Industrie, den Haag, 1050 M.
Concert door de Mandolineclub ,,1 Estu-
diantina," den Haag. Directeur J. J. v. d
Bosch. De nummers van het programma
worden telkens voor den aanvang aang»
kondigd.
Radio-Paris, 1780 M.
Als boven vermeld en na 10.20 dansmu
ziek
Hilversumsche Draadl. omroep. 1050 M.
810.30 uur. Concert met medewer
king van mevr, Fr. de Wilde, zang; mevr.
Greta KoolhovenLe Coultre, piano; de
de heer Frans Le Coultre, viool. Na
9.30 wordt het programma voortgezet door
het vaste omroep orkest „Dc V ogelaars.
De namen der nummers worden telken;
medegedeeld.
Maandag 23 Juni, 7.158.15 uur.
Hilvers. Draadl. omroep 1050 M.:
Kinderuurtje door mevr. Antoinette van
Dijk.
Ned. Radio-Industrie, den Haag, 1050 M.
8.3010.30 uur. Dubbel Dameskwartet,
Directeur A. Best, afgewisseld door Dub
bel concert voor 2 violen, uit te voeren
door den heer en mevr. Lasch, viool en
mevr. v. d. Wissel, piano. Opgave der
nummers geschiedt telkenmale voor den
aanvang.
Voor Zondag zijn de volgende wedstrijder
vastgesteld:
le klasse.
V V. V.Hilversum.
H D. V. S—V. R. A.
V. O. C—H. C. C
Rood en WitAjax,
2e klasse.
b. H. C. C. 2Haarlem 2.
De WervePhoenix.
c. V. R. A. 2Vleermuizen.
C. V. H—Rood en Wit 2.
Albion—V. V, V. 2.
Rechtszaal-herinnering
In de nachtstraat klinkt alleen de stap van
'n politie-man.
't Is 'n stille ambtenaarsbuurt met op enke
le hoeken 'n winkel.
Als de stap wegsterft lijkt alles dood, bui
ten en in de huizen, 'n Kat, waarvan bijna al
leen de groene oog-lichtjes zijn te zien, sluipt
langs 'n dakgoot, zoekend naar 'n opening
voor nachtverblijf.
Heel ver bronst 'n torenklok twee slagen.
In 'n kamer van een der weinig winkel-
ruizen zitten een man en een vrouw bij ge
dempt licht.
De man zit gebogen.
Z'n hoofd steunt zwaar in de beenige vuist
handen.
De vrouw bet haar oogen met 'n zakdoek,
die nat is. Zonder zijn hoofd of zijn staar-oo-
gen te bewegen begint hij schor te spreken.
„Nou, hoe mot 't Je weet, dat 'r geen an
dere uitweg is
Het bleeke gezicht van de vrouw ver
krampt in smart-rimpels.
„Ik ben zoo bang, dat 'tdat 't...."
Haar fluister-geluid stokt in 'n snik.
,,'t Mot 'r op gewaagd worden" zegt hij
na'n lange stilte in dezelfde houding....
„Wat wou je anders Zoo dóór blijven leven?
Wat zeg 'kleven 't Is geen leven zoo.
dat geef je toch zaker wel toe, hè
„Ja.... ja.... maar verbeel je...."
„Verbeel je, verbeel je Laten we nou asje
blieft niet beginnen met ons 't allerergste te
gaan verbeelden.want dan zie ik er wéér
niks van komme. Of.,., wéér niks van
komme 't Mot.'t mot, vrouw.'t is
de laatste kans. de laatsteDenk niet,
dat ik 't doe uit winstbejag.... d'r zal niet
veel over blijven als alles
,,'t Is zoo vreeselijk.zoo vreeselijk.
Als 't es bekend wordt.'t kan toch.
't zou de eerste keer niet zijn dat 'r.
Weer smoort haar stem in 'n zenuw
scheut. ze huivert van 'n naar toekomst
visioen.
„En als we 't niet doen" zegt hij lang
zaam, elk woord apart accentueerend „als
we 't niet doen, dan komt die andere schan
de.en die zal dan vast en zeker komen.
En wat jij bedoelt is nog niet zeker.... We
moeten van twee kwade zijden dus de minste
kiezenen dat is deze't Is nou een
maal zoo
Hij staat op en loopt nerveus de kamer op
en neer, de handen diep in de zakken geplant,
't hoofd naar beneden gericht.
„Je weet, vrouw, dat we van alles hebben
geprobeerd om uit de ellende te raken....
Wat heb 'k eesjouwd, dag in dag.zonder
r s iltaat.D'r is geen geld meer onder de
menschen lijkt 't welen die 't hebben
geven 't niet.ze laten je gewoon..-. Of
néé, laat 'k daar nou maar niet meer aan
denkenan al die troostelooze pogin
gen.... We motte nou tot de daad kom
me. 't Kan niet anders. Over tien dagen
't accept van Willemsonover veertien-
dagen de hypotheek, en dan al dat andere
al dat andere, wat niet eens is te overzien
waar 'k bijna gek van wor als 'k er an denk
waar 'k heele nachten van wakker blijf, en
wat me met elk uur méér benauwt. En ga je
eigen maar na.... Wou jij nog langer zoo
tobbenWéér telkens nieuwe smoesies
verzinnen, om de schuldeischers an 't lijntje
te houwen, om ze uit de winkel weg te krij
gen, die gaan opspelen, zelfs als 'r klanten bij
staan Opnieuw die angsten, die vernede
ringen Néé, hoor.dan liever d'r op of
d'r onder.... 't Is de eenige weg...."
't Is weer 'n heele poos stil in de half
duistere kamer....
De vrouw slaakt zuchten, die geen bevrij
ding brengen.
De man staat op eens rechtKijkt haar
zijdelings aan en vraagt kort„Nou.mot
't dan maar
Ze knikt starend.
„Afgesproken dan.... Ga jij boven voor
de kinderen zorgen. Je weet wat 'k gezegd
heb. Ik zoek hier de papieren en dingen
bij-elkaar, die we niet kunnen latendie
we niet in huis kunnen laten...."
De vrouw staat moe op en gaat naar boven,
terwijl de man in de buffet-laden gaat schar
relen.
In de slaapkamer van de kinderen aarzelt ze
nog
Haar hoofd bonst en ze rilt als in 'n koorts.
„Hij vindt 't minder erg, dan ik...."
fluistert ze„Maar hij is ook...."
Ze spreekt 't niet uit.
Doch haar gedachten vliegen in bange
jacht terug naar heel vroeger
Haar ouders hadden toen óók zorgen
zware zorgen. Maar ze hadden hun geloof,
hun godsdienst als steun. Ze wisten, dat er
'n God was, Die hen beproefdeen
hadden de gelukkige kracht om te berusten,
om te zeggen, met volle overgave, dat het
Zijn wil was.
En bij die zorgen kwam toen het groote ver
driet, dat hun dochter 'n verkeering aanging
met iemand, die niks was.- die O, o,
wat had ze in deze laatste tijden van achter
uitgang in zaken het gemis gevoeld van wat
ze vroeger bezatEn wat voelde ze nu de
wroeging.... de nijpende wroeging, die
blijven zoublijven, ook na de daad
Ze zou nu willen huilen, heel hard en heel
lang. Maar ze durfde niet.voor hem
en voor de kinderen, die niets mochten mer
ken van
En 't was nu toch te laat om er over te kla
genZe moest nu meegaan met zijn idee
ën over wat kwaad en goed wasmeegaan
met hem, die niet geloofde aan 'n verant
woording.... later.... Mee moest ze met
de beginselen, die ze moedwillig tot de hare
had gemaakt.... gemaakt., tegen beter
weten in.
In de nachtstraat komt weer duidelijker te
hooren de regelmatige stap van de politie
agent.
De handhaver der orde, die rustig z'n ron
de wil vervolgen, blijft opeens staan en kijkt
naar boven.
Hij gaat snel naar de overzijde en ziet
nauwkeuriger naar 't dakvenster van 't win
kelhuis.
Er stuwt rook door de kieren en achter het
venster ziet hij 'n donkerroode gloed.
Hij vliegt naar de deur, schelt en rukt aan
de handgreep.
Tot z'n verbazing constateert hij, dat de
deur niet gesloten is.Hij snelt naar binnen
en naar boven en ziet daar.
Ook voor brandstichting staat men in 't
openbaar terecht.
De wet schrijft nou eenmaal voor, dat al
léén zeden-misdrijven met gesloten deuren
moeten worden behandeld.
Al het andere wordt zóó berecht, dat ieder
een, die er genoegen in heeft, de rechtszaak
van begin tot eind kan meemaken en de be
klaagde van kop tot teen kan bekijken.
De wet kan hard en meedoogenloos zijn.
Hij zat ineengezakt op 't beklaagdenbankje,
grauw van tint en met oogen als van 'n ang--
stig dier.
De vrouw zat in de getuigenbank, heel waf
ouder dan ze was.
Alleen hem had men vervolgd en de echtge-
noote was er voor 't geven van inlichtingen-
't Was stil op de publieke tribune.
'n Geval van brandstichting is niet zoo alle»
daagschdat wil men wel eens haarfijn
hooren behandelen.
Eén erg schril moment was er tijdens die
rechtszaak.
Dat kwam toen de politie-agent als getuige
zijn verklaringen deed.
Deze vertelde, dat, toen hij op een der
slaapkamers kwam, de eerste de beste welk»
hij was binnengevlogen, de kinderen aange
kleed en wel in bed lagen
Hij was er dus te vroeg bij geweest.
Toen de politieagent dat vertelde daverde
er een homerisch gelach door de rechtszaal.
De heele publieke tribune lachten...,
lachte hard.
Ik keek op dat oogenblik toevallig dt
vrouw aan.
En zag, dat ze in elkaar kromp alsof ze
werd eezeeseld.