RADIO-OMROEP ELCK WAT WILS. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde Blad Zaterdag 21 Juni 1924 KUNST EN KENNIS. UIT BOEK EN BLAD. KERK EN SCHOOL. SPORT EN SPEL. VOETBAL. D. H. V. B. van de voor ons land be^ langrijkste stations. DAGELIJKS PRIMA RADIO CONCERTTOESTELLEN Desverlangd vanaf f 6,per maand Bureau Meijer - Haarlem Kampervest 23 - Telef. 3620. ■at CRICKET. TREKJES 351. VAN TWEE ZIJDEN. Van twee zijden tegelijk word ik be sprongen over het artikeltje van verleden week: vrienden in dén nood.... En beiden beroepen er zich op, dat zij de meening van zeer velen vertolken. Als dat zoo stellig wordt beweerd, dan is er voor mij geen reden om daaraan te twij felen, maar toch geloof ik niet, dat ik wer kelijk aanleiding lot deze critiek heb gege ven; wat ik hoop aan te toonen. Eerste bezwaar: ik heb te veel de zwakte van de organisaties naar voren geschoven, terwijl we wel-is-waar numeriek verzwakt zijn, doch uit niets is gebleken, dat we min der prestecren, waarvan ten overvloede de strijd in Twente bet tastbaar bewijs levert. Tweede bezwaar: ge klaagt dat de arbei- lersbeweging geen verdedigers meer heeft, naar zijn het niet in vele gevallen de arbei ders zélf. die bij het minste of geringste hun beste vrienden in den steek laten en al wei nig vertrouwen toonen in menschen, die den arbeiders en hun beweging een goed hart toedragen en steeds daarvoor op de bres stonden. Ziedaar dan de bezwaren, die ik, hoewel verkort, bij dezen weergeef en waaruit dan zou moeien blijken dat ik een onjuiste voor stelling van zaken heb gegeven. Om de onjuistheid van het eerste bezwaar aan te toonen is, dunkt mij, al heel gemak kelijk. Nergens heb ik ook maar met een enkel woord doen blijken, dat de innerlijke kracht van onze beweging zou verloren zijn geraakt. Maar al wil men erkennen, dat er verschillende personen door ons op de ledenlijst zijn geplaatst, die er om het heel zacht te zeggen beter af hadden kunnen blijven, dat neemt toch niet weg, dat we wel méér'verloren hebben dan die z.g. zelfkant. We zijn van 160 duizend teruggeslagen op honderduizend leden en d a t niet te wil len erkennen, dat we aan invloed en kracht hebben ingeboet, is struisvogelpolitiek zon der meer. Want dat weet iedereen. Wie de jaarverslagen van onze vakbonden leest kan het vernemen en wie het Jaarboek van ons R. K. Vakbureau koopt, weet het van alle bonden afzonderlijk en te zamen. Moet daaruit nu worden afgeleid dat we onze paraatheid hebben verloren of dal we in dezelfde evenredigheid aan innerlijke kracht hebben ingeboet? Geen denken aan. En behalve Twente zijn er bewijzen te over om te bewijzen dat zulks niet het geval is. Bovendien is het ledenverlies niet op alle plaatsen hetzelfde. Maar en dit is nu eenmaal een der kenteekenen van de vakorganisatie zij kan, zoolang de sociale verhoudingen zijn zooals ze zijn, haar massaal karakter niet zonder schade verloochenen. Van het leden tal mag dan wel niet alles afhangen, maar toch is dat van zeer groote, soms van be slissende beleekenis, vooral in een tijd als de onze, nu er zoovelen zijn wier beslissing omtrent het al of niet overleggen of samen werken met de arbcidersvakvereeniging af hangt van de sterkte der vereeniging. Men zal wellicht willen gelooven dat ik daaromtrent wel eenige ondervinding heb kunnen opdoen en het heeft geen zin dat te willen wegdoezelen; de ongeorganiseerden en zij die vaandelvlucht pleegden, mogen 't ook gerust zoo nu en dan eens vernemen, dat, zij hel zijn, die een beletsel vormen voor betere sociale verhoudingen; dat zij het zijn, die samenspannen met allen, die door hun weigering tot samenwerking met onze arbeidersvakvereenigingen, feitelijk den geest van het communisme onder de massa vaardig maken. Wie dat gering wil achten moet het zelf maar weten, doch dat het weigeren van sa menwerking met de georganiseerde arbei ders en de zucht tot reactie tegen alle so ciale maatregelen versterkt wordt door de vaak het hardst kankerende groep on georganiseerden en dat daardoor een men taliteit wordt opgeroepen waarvan we noch uit zedelijk, noch uil maatschappelijk oog punt eenig goéd kunnen verwachten, staat m.i. als een paal boven water. Daarmede kom ik dan tevens aan het tweede bezwaar. Als ik dat nu eens ten volle zou onderschrijven, waartoe ik vooralsnog niet genegen ben, dan blijft mijn bezwaar toch nog in zijn geheel bestaan. Toegegeven, dat hier en daar de arbei ders zich wat al te gemakkelijk van hun vrienden zouden afkeeren om weer anderen te velgen, die 't heel wat minder goed met hen meenen: kan dat en mag dat aanleiding zijn, om nu van houding te veranderen? Kan het den arbeiders werkelijk zoo heel kwalijk genomen worden als ze wat had den overgenomen van datgene wat tegen woordig zoo ongeveer gemeengoed schijnt te zijn? Waarmede ik bedoel te zeggen, dat zij betrekkelijk maar heel weinig hooren of lezen wat het ontzag voor of het vertrouwen in anderen kan bevorderen. Het zijn niet de communisten alléén, die alles wat boven hen staat neerhalen tot in de modder. Het misstaat tegenwoordig blijkbaar menschen, die zeggen niets met het communisme van doen te hebben, zelfs niet, om de leiders van de arbeiders als verwaan de egoïsten voor te stellen; en bleef het daar bij, dan was het nog om te doen, maar men ontziet niets en niemand, zelfs de meest hoogstaande personen niet. Zoodat er welhaast geen functie meer ver vuld wordt, of men kwalificeert dat als het bevredigen van eigenbelang; t zij deze dan bestaat uit eer- of geldzucht. Als men zoo, zonder blikken of blozen, iedereen een dergelijke gouddieven-moraal in de schoenen schuift, al dan niet met een brevet van onbenulligheid vergezeld - wat nog iets anders is als kritiek op daden en te kortkomingen, kan men dan bij een dergelijk vrij algemeen voorbeeld den arbeiders wel al te zwaar aanrekenen, dat zij dat voorbeeld volgen? Maar men kan dat in algemeenen zin van de georganiseerde arbeiders niet eens zég gen, Want zoo ergens nog eerbied is voor gezag en waardeering voor het werk van anderen, dan is het te vinden in onze orga nisaties. De leden plaatsen zich onder het bren gen van zware offers vrijwillig onder plaatselijke leiding én onder leiding van hun hoofdbestuur, waaraan de consequentie ver bonden is, zich óók onder de leiding van de Kerkelijke Overheid te stellen. Zoodat zij, die onze R. K. Arboidersbewe. ging versterken of op ©enigerlei wijze steu nen. tevens een der hechtste bolwerken van de maatschappelijke orde beschermen. Al zou dan ook de billijkheid het niet onafwijs baar vorderen, dan moest het gezond ver stand er toe leiden, dat ieder die belang heeft bij goede maatschappelijke verhoudin gen, er het zijne toe bijdraagt, dat onze organisaties niet op onredelijke wijze wor den aangevallen, maar dat men met haar naar overleg en samenwerking streeft. Dat dit te weinig geschiedt, was de klacht, die ik verleden week heb geuit, zonder aan bepaalde personen te denken. En het staat voor mij vast, dat als men voor eenige jaren terug, over onze arbeiders beweging en haar leiders had durven spre ken en schrijven, zooals dat nu vaak pleegt te geschieden, dat men, ook buiten onze be weging, zulke menschen voor ontoerekenbaar had verklaard, terwijl daarvan nu maar wei nig wordt vernomen. Met den besten wil kan ik dan ook niet inzien, dat mijn klacht onjuist gesteld is; want hoe men zich ook de oplossing van de tegenwoordige moeilijkheden voorstelt: van verwijdering kan zij zéker niet komen. Al het gebazel over kapitaalvorming, over langer werken, lager loon en wat daarom heen ligt. él het afknabbelen van de organisaties, brgl ons geen stap verder; in tegendeel: voert verder van hét doel. Wat zou men bijv. bereiken, als men de Arbeidswet eens had „weggewerkt", de loo- nen verlaagd en de organisaties machteloos had gemaakt mét de wiskundigste zekerheid, dat we ons dan op een maatschappelijken vulkaan bewogen, wiens uitbarsting we elk oogenblik moesten vreezen. Alleen in een meer rëeel overleg én een breedere samenwerking tusschen de verschil lende groepen, kan ik eenig heil zien en zoolang deze er niet zijn, blijven alle maat regelen zonder eenig resultaat, Omdat we dit resultaat echter noodig heb ben, moest er een algemeen verzet komen tegen alles wat de toenadering tusschen de groepen kan schaden. Maar niet de arbeiders alleen. En dat kan, ook al ontkent men. dat de arbeiders vrij van gebreken zijn. Wat ik verleden week hierover schreef, meen ik te kunnen handhaven en ten on rechte ontleent men daaraan, dat ik een te donker beeld van de organisaties heb ge schetst. Dat haar invloed is verminderd is aan geen twijfel onderhevig, maar dat stemt mij althans niet tot moedeloosheid; wan ik ben te stellig overtuigd, dat we ook dezen terugslag noodig hadden om ons weer met nieuwe kracht te kunnen ontplooien. Dat we in die crisis, die wij doormaken, wel wat anders mochten verwachten, dan we practisch ondervinden, zal men echter moeilijk kunnen ontkennen; doch niet de vrees voor de beweging als zoodanig die toch altijd maar middel en nooit doel kan zijn deed mij de gewraakte klacht uiten, doch de stellige overtuiging, dat al die ver wijdering, welke daardoor wordt opgeroepen, den toestand steeds verwarder en slechter zal maken. A. J. L. ONJUISTE VOORSTELLING. Het weekblad van den N. L. B. geeft in het nummer van 31 Mei j.l. een beschou wing over de waarde van den arbeid. Veel van wat daarin wordt gezegd zal men gaarne onderschrijven. Zoo zal b.v. niemand ontkennen, dat de Kerk steeds de arbeid in hooge eere heeft gehouden en dat zij steeds ook de cultureele waarde daar van heeft voorgesteld. Al is de arbeid als straf ons opgelegd, hij bevat in zich ook alle goeds en wie zich aan arbeid onttrekt zal zeker zijn geluk, in de breedste beteekenis van het woord, niet vinden. Daarover kan men het, dunkt me, spoe dig eens zijn. maar daarom is elke methode om dat voor te stéllen nog niet goed. En als dit orgaan van onze R.-K. Boeren een tegenstelling construeert tusschen boeren en arbeiders, waarbij de dagdieverij voor de arbeiders bijzonder wordt belicht en daar naast, dat de arbeidsschuwheid in den boe renstand nog weinig heeft ingevreten, dan is die voorstelling van zaken absoluut onjuist en mist zij bovendien elke opvoedende kracht Tijdsgebrek is oorzaak, dat' ik daarop niet eerder de aandacht vestigde, doch het lijkt mij te belangrijk om het onbesproken te la- ten. Ter beoordeeling laat ik hier een citaat, uit dat artikel volgen waarmede ik onmo gelijk kan instemmen. „Of is het' niet waar, dat men overal ter wereld ontevredenheid ontmoet, afgunst, haat en.... arbeidsschuwheid? Zou de dagdieverij veel zijn afgenomen, terwijl toch wettelijk de achturendag is in gevoerd? Zou men niet mogen zeggen, dat door niet weinigen - de goeden natuurlijk niet te na gekomen op misbruikende wijze gestreefd wordt naar een maximum van loon voor een minimum van arbeid? De liefde voor den arbeid is verdwenen; maar bijna onvermijdelijk is daarmede óók verdwenen een bron van vrede en tevreden heid, een bron van eer en deugd, een bron van geluk. Helaas, onze moderne wereld toont dat overduidelijk aan. In menige plaats heeft bij het te werk stellen van werkloozen de arbeidsschuwheid tot scherpe conflicten aanleiding gegeven. En toch blijft' het een Roomsche stelling: Wat de mensch noodig heeft, om in zijn le vensonderhoud te voorzien, wordt niet zon der arbeid verkregen, en daarom is krach tens het vijfde gebod de plicht tot den ar beid een zedelijke plicht der menschheid. En deze zedelijke plicht laat zich zoo maar niet straffeloos overtreden. Het heeft bitter weinig zin, te jeremiëcren over malaise, als het grootste geneesmiddel niet wordt ter hand genomen: de arbeid! Arbeid en arbeid alleen kan helpen om te herstellen, hetgeen voor zoovelen verloren ging. Gelukkig heeft de droevige kwaal der ar beidsschuwheid nog maar weinig of niet in gevreten in onzen boerenstand. Er wordt nog gearbeid op het platteland, vlijtig en vroolijk, fluitend en zingend in Gods heerlijke natuur." Zooals hel hier gesteld wordt is de voor stelling volstrekt' onjuist. Mijn eerste bezwaar is, dat het orgaan geschreven wordt voor landbouwers en dat er dus geen enkel nul in is gelegen om aan hen voor te stellen alsof z ij over 't algemeen hard werken en de arbeiders met een vloek op de lippen hun arbeid verrichten, want dat is in zijn algemeenheid onjuist. 't Is jammer genoeg waarheid, dat er zul ke arbeiders zijn, maar voor het gewest waarvoor dat orgaan bestemd is, zou er ook wel iets in die richting van de landbouwers gezegd kunnen worden, vooral in het meer westelijk deel. Mijn tweede bezwaar is, dat het orgaan de arbeidsschuwheid en haat onder de arbei ders signaleert' in een orgaan voor hoofd zakelijk werkgevers, dat de arbeiders dus niet bereikt en daardoor den haat, die er on getwijfeld onder de landbouwers tegen de „stadsmenschen" al is, zonder reden ver groot. De tendenz van het artikel is valsch en dient tot niets goed. Het' verwijdert in plaats van toenadering te zoeken, zoodat het niet alleen feitelijk onjuist is, maar ook zeer schadelijk. Wie de arbeiders wil verbeteren, moet een andere methode volgen, dan zonder eenige aanleiding te verbitteren en wie de landbouwers in een betere richting wil drij ven, kan met eenigen goeden wi wel een meer doeltreffende methode vinden, dan hen te suggereeren dat zij zoo hard werken en de arbeiders eigenlijk maar arbeidschuwe wezens zijn. Er zijn verschillende streken, waar inder daad de landbouwers hard werken, doch daar doen zij het niet alleen, maar er zijn ook streken, waar 100 landbouwers precies het dubbele gewicht hebben van 100 land- aroeiders, zoodat men daar misschien tot een andere conclusie kan komen. Zulke artikelen zullen er weinig toe bij dragen om de sociale verhoudingen te ver beteren en daarom kunnen zij beter achter wege blijven, dacht ik zoo. A. J. L. VREEMD. In „Het Volk van 12 Juni, klaagt Je Overijselsche correspondent van dat blad onder het opschrift „zóó niet" als volgt „De arbeiders aan de reiniging maakten het marktplein op Woensdag en Zaterdag avond na afloop van de markt, om beur ten schoon. 1 ot heden werd dit werk in overuren uitgevoerd en met 50 pCt. overgeld betaald. Na de invoering van de 48-urige werkweek hebben B. en W. een andere regeling ge troffen. De schoonmaak der markt- valt nu binnen de 48 uur, wordt dus niet meer ex tra betaald. In een adres aan B. en W. heeft het be stuur van de afd. Hengelo van den Bond van Werklieden in Overheidsdienst op ver andering aangedrongen zij wenscht den ouden toestand weer in te voeren overu ren en extra betaling. Deze kwestie zal nu in het Georganiseerd Overleg worden behandeld." Laat ik beginnen met te verklaren dat ik van dat bericht niet veel begrijpen kan. Mij dunkt, het is verkeerd of onvolledig ge steld, ofwel we hebben hier te doen met een vreemde houding van den Modernen Bond van Overheidspersoneel op die plaats te doen. We hebben altijd menschen gehad die voor een 48-urige werkweek ijverden, doch graag langer werkten als er maar wat mee te verdienen was, doch de overgroote meer derheid van de georganiseerde arbeiders wenschte werkelijk een goed geregelden arbeidsdag. Zij hebben altijd gevoeld dat geregeld overwerk tenslotte een verlengden arbeidsdag beteekende. Maar dat men georganiseerd op overwerk gaat aandringen en feitelijk vraagt om een langoren werkdag is toch wel het nieuwste op dat gebied. Het is zeer wel mogelijk dal de loonen in Hengelo zóó laag zijn, dat de gezinnen dat overwerkgeld onmogelijk kunnen mis sen maar dan blijkt des te duidelijker dat we op een dergelijke wijze, n.l. door per manent overwerk het vraagstuk geheel ver plaatsen naar de loonafdeeling, waarmede het steeds verband hield, maar daarnaast toch nog een eigen karakter had. Het is wel van belang te weten of we hier met een koersverandering te doen heb ben, want tot heden is van socialistische zijde ieder die geen socialist was en aan der, arbeidsdag kwam, zonder genade aan den schandpaal genageld. A. J. L. MAANDBERICHT OVER MEI 1924. Voor rekening van „Herwonnen Levens kracht" werden uitgezonden: Naar het sanatorium „Berg en Bosch te Apeldoorn: 1 Mei een lid uit Buitenveldert en een kind van een lid uit Amersfoort; 2 Mei een kind van een lid uit Mook (L.); 5 Mei een kind van een lid uit Amsterdam; 8 Mei een vrouw van een lid uit Amsterdam; 26 Mei een kind van een lid uit Amsterdam; 28 Mei een kind uit Groenlo, een kind uit Amersfoort en een kind van een lid uit Velsen Naar het R.K. Herstellingsoord „Maria Auxiliatrix" te Venlo: 7 Mei een kind van een lid uit Maastricht. Deze ontleenden hunne rechten als volgt: 1 als aangesloten bij den Ned. R.K. Bond van Bakkers enz., 1 van Bouwvakarb,, 2 van Fa- brieksarb 1 van Lederbewerkers, 2 van Meu belmakers enz., 1 van Spoor- en Tramp., 1 van Transportarbeiders, 1 van Dioc. Bonden Bisd. Haarlem. Op 31 Mei 1924 waren in totaal voor reke ning van „Herwonnen Levenskracht 64 pa tiënten in behandeling DE WERKLOOSHEID. Volgens de opgave van den Rijksdienst hebben in de week van 12 tot 17 Mei, 90 werkloozenkassen met in totaal 259217 léden opgaven verstrekt. Van deze leden waren 16735 personen geheel en 3971 gedeeltelijk werkloos. Het percentage is dus respectieve lijk 6.5 en 1.5. In het overeenkomstige tijdvak van 1923 waren deze cijfers 8.7 en 2.2. Hierbij dient opgemerkt, dat de kassen van de landarbeiders in den zonier te rekenen vanaf Mei geen gegevens verstrekken. Werden ook daardoor gegevens verstrekt, dan zouden de verhoudingscijters nog gunsti ger afsteken bij verleden jaar. wijl toen nog beduidende werkloosheid in den land bouw voorkwam, waarvan dit jaar in Mei niet meer kon gesproken worden. SCHADELIJKE WERKING VAN ZOUT. „Avicultura" vestigt de aandacht op de schadelijke werking van keukenzout zoodra dit in eenigszins groote hoeveelheden aan dieren wordt toegediend. Meermalen bijv. wordt aan kippen kruim gevoerd van aardappelen. Men weet, dat in kruim het meeste zout blijft zitten en zulk kruim kan zeer nadeelig werken op de dieren, vooral wat ook kan gebeuren wanneer de aardappelen wat hartig zijn gekookt. Vol gens onderzoek van de Rijksserum-inrichting stierven 13 van de 15 kippen, die gevoed waren met aardappelen, welke 5 tot 6 pCt. keukenzout bleken te bevatten, en bij var kens werd groote zwakte en verlamming geconstateerd, daardoor het voeder een voederzout werd vermengd wat veel bij varkenshouders wordt gedaan, welk voeder- zout hoofdzakelijk keukenzout en krijt bleek te bevatten. Ook moet gewaarschuwd worden voor het voederen van garnalen en mosselen, welke dikwijls, wat door onderzoek is gebleken, 14 tot 15 pet. zout schenen te bevatten. Daar voor een varken 125 tot 150 gram keukenzout voldoende is om den dood te veroorzaken, volgt vanzelf, dat dit voor konijnen aanmerkelijk veel minder is. Zonder zout mag 't voeder ook weer niet zijn, maar toch moet gewaarschuwd worden wees niet te roekeloos met het zout in voeder. ONZE VERHOUDING TOT HET TOONEEL Extra nummer van „Opgang," Crist, tijdschrift voor kunst en letteren, onder redactie van Joh. Luytenaar Francken. Dit bundeltje bevat eenige korte beschou wingen van vooraanstaande Protestanten, naar aanleiding van een enquête, waarin hun de vraag werd voorgelegd een korte formuleering te geven van hun meening over het tooneel als cultuurverschijnsel en in zijn huidigen vorm. Opmerkelijk is het, hoezeer de houding van deze personen, meerendeels predikanten, parallel gaat met de houding, die wij Katholieken, tegenover het tooneel dienen aan te nemen. Hier en daar merken wij een scheeve voorstelling op, die echter voor den critischen lezer geen afbreuk zal doen aan de waarde van dit in teressante werkje. Zoo is o.a. een zin als deze: „Toen het maatschappelijk leven in de middeleeuwen al meer ontaardde, vond de geestelijkheid in het tooneel het redmid del om door bijbelsche tooneelvoorstellin- gen bet volk van ijdele vermaken af te hou den," een bewijs van een volkomen verT keerd aanvoelen der Middeleeuwsche too- neéllitteratuur, die toch zeker geen „maak werk" is, zooals men uit het bovenstaande zou moeten opmaker. Toch mogen deze onvolkomenheden voor hen, die belang stellen in de Sturm und Drang-periode, die ons tooneel in deze da gen doormaakt, geen reden zijn om deze uitgave voorbij te gaan. WAAR LIGT „ST. AELBRECHT?" De meer en meer oplevende, godsdien stige belangstelling in het „Herlevend Ken- nemerland" vestigt van zelf de aandacht op den naderenden feestdag van den H. Adel- bertus (den 25en Juni a.s.) die bijzonder in het. „Historische" Egmond gevierd wordt. Van meer dan een zijde is de verwachting reeds uitgesproken dat het niet alleen de Egmonders zullen zijn, die op dien dag zullen pelgrimeeren om vooral op dien dag bij het eerste graf van den Kennemer Geloofsver kondiger te komen bidden voor de bekee ring van Nederland Maar velen vragen: „waar ligt St. Aelbrecht?" Bezoekers uit het zuidelijk gedeelte van N. H. die hetzij fietsend, rijdend of loopend de H. plaats willen bezoeken, kunnen wij aanbevelen aan het station Heilo af te stap pen ên langs den Westerweg, langs de R.K. kerk te gaan tot aan den Vennewatersweg, waar een wegwijzer „Naar Egmond" de richting naar Egmond-Binnen aanwijst. Daar vlak tegenover dc laan, welke naar het oude Protestantsche kerkje voert, de oude Abdij-laan, is de St. Adelbertsweg. Het ge meentebestuur zorgde voor een duidelijk naambord. Men kan ook van Alkmaar per stoomtram naar Egmond a, d. Hoef gaan en van daar naar Rinnegom. waar men de Pa rochiekerk, aan St Adelbert gewijd, kan binnengaan, den weg te volgen, tot men aan een dwarsweg komt, die parallel met der, St. Adelbertsweg ook naar de akker voert. Een duidelijke wegwijzer: „Naar St. Ael brecht" wijst dien weg aan. Mogen velen een dier beide wegen gaan om onder St. Adelbcrts schutse bij den wonderbaren put Zijn zegen te vragen voor het volk dat Hij kerstende en lief had. VERGADERING VAN DE W. E. K. Donderdagavond hebben dc Westelijke eerste klassérs vergaderd in Terminus te 's-Gravenhage. De bespreking gold hoofdzakelijk de com petitie-indeeling voor het a.s. seizoen. Na langdurige besprekingen, waarbij ver schillende ideeën naar voren kwamen, werd besloten geen enkel verzoek tot het bonds- bestuur te richten. Dit komt er dus op neer dat geen enkele principieele wijziging zal worden voorgesteld. Een ander punt, dat ter sprake kwam, was de hoofdelijke omslag, waarbij werd overeengekomen het B. B. in overweging te geven de grondslagen van den hoofde- lijken omslag te herzien en de contributie te verhoogen. Vervolgens werd een motie aangenomen, houdende de bepaling dat bij het overgaan van een speler van de eene vereeniging naar de andere, naar de reden van deze verandering zal geinformeerd moeten wor den. Door verschillende afgevaardigden werd de wenschelijkhcid bepleit van een nauwer CGnlacl tusschen de verschillende le klas sérs. In verband hiermede zal binnenkort een bespreking plaats hebben tusschen de verschillende besturen. PROMOTIE- EN DEGRADATIE COMPETITIE. Zooals bekend is, worden er promotie- en degradatie-wedstrijden gespeeld voor 2 plaatsen in de federatieve 2e klassen K. L. Aan deze competitie namen aanvankelijk deel Damiaten, A. D. O., Zwaluwen en L. en S. De laatste heeft zich echter terug getrokken, zoodat de strijd gaat tusschen de drie eerstgenoemden. Deze competitie nadert haar einde Reeds werden gespeeld ZwaluwenA. D. O. en ZwaluwenDamiaten, die beiden eindigden in overwinningen voor Zwaluwen resp. met 30 en 1U. De Amsterdammers zijn dus definitief gepromoveerd. De stand luidt: Zwaluwen 2 2 0 0 4 40 2.00 Damiaten 1 0 0 1 0 01 0.00 A. D. O. 1 0 0 1 0 0—3 0.00 Het blijkt dat onze Haarlemmers hun huid zoo duur mogelijk willen verkoopen, daar zij slechts met 10 man spelende, een kleine nederlaag leden. Morgen speelt Damiaten tegen A. D. O. op het W. F. C.-terrein te Wijkeroog. Een gelijk spel is voldoende om Damia ten voor de Federatie te behouden. Kom Damiaten, laat den moed niet zak ken. Werk van het begin tot het einde. Wij verwachten een kleine zege, doch met een puntenverdeeling zijn wij ook te vreden. Nieuwsberichten (Vas Dias) Amsterdam P. C. F. F Golflengte 2000 M. Dagelijks (uitgezonderd Zondag) 8.15— 8,30 v.m.; 10—10.12 v.m.; 11.30—11.55 v.ro. 12,15—12,30 n.m.; 1,05—1,20 n.m.; 3—3,31 n.m.; 4,15—4,28 n.m. Tijdseinen: 10.15 v.m. en 4.30 n.m. Effecten en Geldkoersen (Vaz Diaz, zi' hierboven) te 1,301.4522.15 2.30 er 2.45 n.m. (uitgezonderd Zondag en vacan- iiedagen en Zaterdag alleen 10.3011.30 v m Weerberichten Vossegat Bé 105C M.: 11.10 v.m. en 12,30 n.m en 8 n.m. (Ge meenlijk Morseseinen in langzaam tempo waarop men zich oefenen kan). Londen 2 L.O. golflengte 365 M Somtijds 3.20—5.20 n.m., dames half uurtje 5.50 kinderuurtje, 7,50—10.50 (of later) con cert, opera of Popul. avond. Tijdseinen 7.20 en 9.50 n.m. Maandag Donderdag en Zaterdag Dansmuziek (Jaz band) van uit het Savoy Hótel te Londé na 10.20 n.m Diverse Engelsche stations hebben onge veer dezelfde zenduren en wel: Cardiff 5 W. A. op 350 M. Manchester 2 Z. Y. op 375 M. Bournemouth 6 B M. op 385 M New Castle 5 N. O. op 400 M- Glasgow 5 G. S. op 420 M. Birmingham 5 1. L op 475 M. Aberdeen 2 B. D. op 495 M. Radio Paris S. F. R. 1780 M. Con cert (Tzigane orkest) 1.05 n.m. dito te 5.0J n.m (vocaal of instrumentaal) dito te 9.26 n.m., als 5.05 of aansluiting op opera ol anderszins (voorafgegaan te 8.50 n.m. dooi Nieuwsberichten). Gemeenlijk Donderdag en Zondag Dans muziek tot ruim elf uur, event, afgewisseld door chansons of causcriën. Eiiieltoren F. L. 2600 M. 7 en 11 uur v.m., 7.20 en 10.35 n.m. Weerbericht 3.50 n.m. Beursverslag 6.307.15 n.m- concert, 11.20—11.25 n.m. en 12.04 Tijdsei nen. Ecole Supp. P. T. T. 450 M.: Dage lijks, behalve Maandag te 9.20 n.m.. voot- drachten, enz. Petit Parisien 340 M.: Gemeenlijk Dinsdag, Donderdag en Vrijdag 8.50 n.m. concert. Brussel S. B. R. 265 M. 5.20—6.20 n.m. en 8.351020 n.m. concert. Haren (Brussel) B. A. V. 1100 M. 5.10 n.m. Weerbericht. Königswusterhausen L. P. 4000 M. 7.20 v.m.6 n.m. berichten (ongeregeld) Maandag en Vrijdag 8.20—9.20 n.m. concert op 2700 M. Zondag alleen 11.20 v.m. 1.20 n.m. Eberswalde 2700 M. Gemeenlijk Dinsdag en Donderdag concert 8.209,20 PROGRAMMA: Zaterdag zr Juni. 8.3010.30. Middelraad IJmuiden, 1050 M. Concert (event. Edison Phonograph). Zaterdag 21 Juni: 8.30—10.30 uur. Middelraad, IJmuiden, 1050. M. Con cert (event. Edison Phonograph). Zondag 22 Juni: 3—6 uur. Ned. Radio Industrie, den Haag, 1050 M. Concert door de Mandolineclub ,,1 Estu- diantina," den Haag. Directeur J. J. v. d Bosch. De nummers van het programma worden telkens voor den aanvang aang» kondigd. Radio-Paris, 1780 M. Als boven vermeld en na 10.20 dansmu ziek Hilversumsche Draadl. omroep. 1050 M. 810.30 uur. Concert met medewer king van mevr, Fr. de Wilde, zang; mevr. Greta KoolhovenLe Coultre, piano; de de heer Frans Le Coultre, viool. Na 9.30 wordt het programma voortgezet door het vaste omroep orkest „Dc V ogelaars. De namen der nummers worden telken; medegedeeld. Maandag 23 Juni, 7.158.15 uur. Hilvers. Draadl. omroep 1050 M.: Kinderuurtje door mevr. Antoinette van Dijk. Ned. Radio-Industrie, den Haag, 1050 M. 8.3010.30 uur. Dubbel Dameskwartet, Directeur A. Best, afgewisseld door Dub bel concert voor 2 violen, uit te voeren door den heer en mevr. Lasch, viool en mevr. v. d. Wissel, piano. Opgave der nummers geschiedt telkenmale voor den aanvang. Voor Zondag zijn de volgende wedstrijder vastgesteld: le klasse. V V. V.Hilversum. H D. V. S—V. R. A. V. O. C—H. C. C Rood en WitAjax, 2e klasse. b. H. C. C. 2Haarlem 2. De WervePhoenix. c. V. R. A. 2Vleermuizen. C. V. H—Rood en Wit 2. Albion—V. V, V. 2. Rechtszaal-herinnering In de nachtstraat klinkt alleen de stap van 'n politie-man. 't Is 'n stille ambtenaarsbuurt met op enke le hoeken 'n winkel. Als de stap wegsterft lijkt alles dood, bui ten en in de huizen, 'n Kat, waarvan bijna al leen de groene oog-lichtjes zijn te zien, sluipt langs 'n dakgoot, zoekend naar 'n opening voor nachtverblijf. Heel ver bronst 'n torenklok twee slagen. In 'n kamer van een der weinig winkel- ruizen zitten een man en een vrouw bij ge dempt licht. De man zit gebogen. Z'n hoofd steunt zwaar in de beenige vuist handen. De vrouw bet haar oogen met 'n zakdoek, die nat is. Zonder zijn hoofd of zijn staar-oo- gen te bewegen begint hij schor te spreken. „Nou, hoe mot 't Je weet, dat 'r geen an dere uitweg is Het bleeke gezicht van de vrouw ver krampt in smart-rimpels. „Ik ben zoo bang, dat 'tdat 't...." Haar fluister-geluid stokt in 'n snik. ,,'t Mot 'r op gewaagd worden" zegt hij na'n lange stilte in dezelfde houding.... „Wat wou je anders Zoo dóór blijven leven? Wat zeg 'kleven 't Is geen leven zoo. dat geef je toch zaker wel toe, hè „Ja.... ja.... maar verbeel je...." „Verbeel je, verbeel je Laten we nou asje blieft niet beginnen met ons 't allerergste te gaan verbeelden.want dan zie ik er wéér niks van komme. Of.,., wéér niks van komme 't Mot.'t mot, vrouw.'t is de laatste kans. de laatsteDenk niet, dat ik 't doe uit winstbejag.... d'r zal niet veel over blijven als alles ,,'t Is zoo vreeselijk.zoo vreeselijk. Als 't es bekend wordt.'t kan toch. 't zou de eerste keer niet zijn dat 'r. Weer smoort haar stem in 'n zenuw scheut. ze huivert van 'n naar toekomst visioen. „En als we 't niet doen" zegt hij lang zaam, elk woord apart accentueerend „als we 't niet doen, dan komt die andere schan de.en die zal dan vast en zeker komen. En wat jij bedoelt is nog niet zeker.... We moeten van twee kwade zijden dus de minste kiezenen dat is deze't Is nou een maal zoo Hij staat op en loopt nerveus de kamer op en neer, de handen diep in de zakken geplant, 't hoofd naar beneden gericht. „Je weet, vrouw, dat we van alles hebben geprobeerd om uit de ellende te raken.... Wat heb 'k eesjouwd, dag in dag.zonder r s iltaat.D'r is geen geld meer onder de menschen lijkt 't welen die 't hebben geven 't niet.ze laten je gewoon..-. Of néé, laat 'k daar nou maar niet meer aan denkenan al die troostelooze pogin gen.... We motte nou tot de daad kom me. 't Kan niet anders. Over tien dagen 't accept van Willemsonover veertien- dagen de hypotheek, en dan al dat andere al dat andere, wat niet eens is te overzien waar 'k bijna gek van wor als 'k er an denk waar 'k heele nachten van wakker blijf, en wat me met elk uur méér benauwt. En ga je eigen maar na.... Wou jij nog langer zoo tobbenWéér telkens nieuwe smoesies verzinnen, om de schuldeischers an 't lijntje te houwen, om ze uit de winkel weg te krij gen, die gaan opspelen, zelfs als 'r klanten bij staan Opnieuw die angsten, die vernede ringen Néé, hoor.dan liever d'r op of d'r onder.... 't Is de eenige weg...." 't Is weer 'n heele poos stil in de half duistere kamer.... De vrouw slaakt zuchten, die geen bevrij ding brengen. De man staat op eens rechtKijkt haar zijdelings aan en vraagt kort„Nou.mot 't dan maar Ze knikt starend. „Afgesproken dan.... Ga jij boven voor de kinderen zorgen. Je weet wat 'k gezegd heb. Ik zoek hier de papieren en dingen bij-elkaar, die we niet kunnen latendie we niet in huis kunnen laten...." De vrouw staat moe op en gaat naar boven, terwijl de man in de buffet-laden gaat schar relen. In de slaapkamer van de kinderen aarzelt ze nog Haar hoofd bonst en ze rilt als in 'n koorts. „Hij vindt 't minder erg, dan ik...." fluistert ze„Maar hij is ook...." Ze spreekt 't niet uit. Doch haar gedachten vliegen in bange jacht terug naar heel vroeger Haar ouders hadden toen óók zorgen zware zorgen. Maar ze hadden hun geloof, hun godsdienst als steun. Ze wisten, dat er 'n God was, Die hen beproefdeen hadden de gelukkige kracht om te berusten, om te zeggen, met volle overgave, dat het Zijn wil was. En bij die zorgen kwam toen het groote ver driet, dat hun dochter 'n verkeering aanging met iemand, die niks was.- die O, o, wat had ze in deze laatste tijden van achter uitgang in zaken het gemis gevoeld van wat ze vroeger bezatEn wat voelde ze nu de wroeging.... de nijpende wroeging, die blijven zoublijven, ook na de daad Ze zou nu willen huilen, heel hard en heel lang. Maar ze durfde niet.voor hem en voor de kinderen, die niets mochten mer ken van En 't was nu toch te laat om er over te kla genZe moest nu meegaan met zijn idee ën over wat kwaad en goed wasmeegaan met hem, die niet geloofde aan 'n verant woording.... later.... Mee moest ze met de beginselen, die ze moedwillig tot de hare had gemaakt.... gemaakt., tegen beter weten in. In de nachtstraat komt weer duidelijker te hooren de regelmatige stap van de politie agent. De handhaver der orde, die rustig z'n ron de wil vervolgen, blijft opeens staan en kijkt naar boven. Hij gaat snel naar de overzijde en ziet nauwkeuriger naar 't dakvenster van 't win kelhuis. Er stuwt rook door de kieren en achter het venster ziet hij 'n donkerroode gloed. Hij vliegt naar de deur, schelt en rukt aan de handgreep. Tot z'n verbazing constateert hij, dat de deur niet gesloten is.Hij snelt naar binnen en naar boven en ziet daar. Ook voor brandstichting staat men in 't openbaar terecht. De wet schrijft nou eenmaal voor, dat al léén zeden-misdrijven met gesloten deuren moeten worden behandeld. Al het andere wordt zóó berecht, dat ieder een, die er genoegen in heeft, de rechtszaak van begin tot eind kan meemaken en de be klaagde van kop tot teen kan bekijken. De wet kan hard en meedoogenloos zijn. Hij zat ineengezakt op 't beklaagdenbankje, grauw van tint en met oogen als van 'n ang-- stig dier. De vrouw zat in de getuigenbank, heel waf ouder dan ze was. Alleen hem had men vervolgd en de echtge- noote was er voor 't geven van inlichtingen- 't Was stil op de publieke tribune. 'n Geval van brandstichting is niet zoo alle» daagschdat wil men wel eens haarfijn hooren behandelen. Eén erg schril moment was er tijdens die rechtszaak. Dat kwam toen de politie-agent als getuige zijn verklaringen deed. Deze vertelde, dat, toen hij op een der slaapkamers kwam, de eerste de beste welk» hij was binnengevlogen, de kinderen aange kleed en wel in bed lagen Hij was er dus te vroeg bij geweest. Toen de politieagent dat vertelde daverde er een homerisch gelach door de rechtszaal. De heele publieke tribune lachten..., lachte hard. Ik keek op dat oogenblik toevallig dt vrouw aan. En zag, dat ze in elkaar kromp alsof ze werd eezeeseld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9