VOOR DE m EEN VROUW HEEFT „TOCH ONS DAMBORD. NUMMER 4£ DERDE JAARGANG 1924 •Iwi# i.«fife»" 7 MURIEL'S VLUCHT ONBETAALBAAR. Een hoofd dat nadenken kan, een tong die zwijgen kan, een gelaat dat blozen kan, OP HET KAZERNEPLEIN. Sergeant„Kerel, wat zet jij een leelijk gezicht." Recruut„De ransel drukt me zoo, sergeant." „Natuurlijk, jullie luilakken valt alles zwaar. Je zoudt misschien wel commies brood van aluminium willen- eten." PROFESSORAAL. Het was bij een der colleges, gegeven aan de aanstaande artsen, dat de professor aan het auditorium vroeg, wat het beroep was der aanwezige patiënte, met het verzoek toe te lichten, waarom de studenten haar dat beroep toedachten. Er kwam van alles te hooren werkster, om haar krom men rug, waschvrouw om haar zachte huid enz. enz. Doch geen der antwoorden was juist. Eindelijk zei de scherpzinnige hooggeleerde „Deze vrouw heet Neeltje Verboonr, is waschvrouw, want haar on dergoed is gemerkt A. R." BEMOEDIGEN^.- 'n Jonggehuwd paar maakt met H ouwen zeerob in '11 roeiboot 'n tochtje op zee. Er is plotseling storm opgekomen. Hij (haar in z'n armen nemend) „Het is onstuimig op het water. Wij zullen zinken en verloren gaan." Ouwe zeerob„Nou, van verloren gaan is in elk geval geen sprake. Na een of twee dagen wordt je lijk hier of daar wel weer teruggevonden." OP SCHOOL, Onderwijzer „Wat is het tegenover gestelde van groot, Annie?" Annie „Klein." Onderwijzer „En van dik Annie „Dun." Onderwijzer „En van vrij Annie„Maar, meneer." Onderwijzer „Wat nou? Ik wil weten wat het tegenovergestelde is van vrij." Annie (beschaamd) „Bezet 1" PROMOTIE. Mevrouw „Je korporaal mag hier niet meer in de keuken komen." Keukenmeid„Dat treft net goed, mevrouw. Vandaag is-ie serzant geworre!" GELIJK". Zij „Manlief heb je al gelezen, dat er zoo'n vreeselijke moord is gebeurd? Een man heeft zijn vrouw met een schaar zoo levensgevaarlijk gewond dat ze aan de gevolgen is overleden." Hij „Ja, dat heb ik gelezen, maar het gebeurde niet met een schaar maar met een broodmes 1" „Neen man, met een schaar." „Kom, kom, met een mes, vrouwtje." „Weineen, man, met een schaar." „Och, zanik toch niet, het gebeurde met een mes „Ik zeg je met een schaar." „Met een mes daarmee uit," „Met een schaar." „Met een mes „Met een schaar." „Met een mes 1" Zij begint te huilen en onder haar tra nen roept ze snikkend „Met een schaar geef mij nu toch ook eens gelijk". „Met een mes" klonk het onverbidde lijk en tot laat in den nacht werd er heen en weer maar voortdurend hetzelfde her haald in steeds sneller tempo en grooter geluidsontwi kkeling. Eindelijk verhitten de gemoederen zich dusdanig dat de vrouw besloot zich te verdrinken. Hij ging haar achterop, haar „met een schaar" steeds beantwoordend met zijn „met een mes". Ten slotte sprong de vrouw te water en ook hij verkoos niet langer te leven en ter wijl een laatste maal over het rimpelende water weerklonk „Met een mes", ver dween ook zijn lioofd onder de opper vlakte. Toen men de volgende week de lijken opvischte, vond men de vrouw nog met handen en vingers gekruist in den vorm van éen schaar. KUNSTWAARDEERING. De kunstenaar, wiens etsen zeer be wonderd werden, leidde een dame in zijn atelier rond. De dame was in extase over het werk van den meester en viel bijna in aanbid ding neer voor een van zijn etsen. De kunstenaar was daardoor getroffen en spontaan als kunstenaars kunnen zijn, bood hij de bezoekster de ets aan. „O dank u," kweelde de dame, geheel ontdaan. „Welk een heerlijk kunstwerk." Toen vouwde zij de ets in achten en stopte die in haar handtaschje. WA. Stand in cijfers Wit 11 schijven op 15, 24, 32, 34, 36, 37, 38, 39, 41, 42 en 43. Zwart 12 schijven op 4, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 18, 21, 22, 23 en 28. Wit speelt en maakt remise Partij no. 2. Wit Zwart. Mr, A, Visser P, G. van Hout. 1. 3430, 2025; (Het tegenwoordig veel gebruikte antwoord.) 2. 32—28, 25 34; 3. 39—30, 18—23; 4. 3732. (Wij prefereeren hier 4439, 4137, 3732, 4641 enz., waarmee schijf 46 op behoorlijke wijze in het spel wordt gebracht.) 1520 5. 3025. 2024; 6. 41—37, 12—18; 7.44—39,17—218.47—41,7—12; 9. 40—34, 21—26; 10. 34—30, 11—17; 11. 50—44, 17—21; 12. 44—40, 1—7; 13. 39—34, 7—11; 14. 49—44, 10—15; 15. 44—39, 14—20; (4—10 of 2—7 is sterker. De tekstzet geeft Wit nu gelegenheid het spel geruimen tijd te forceeren.) 16. 25 14, 9 20; 17. 2822 18 27; 18. 31 22. (Deze afruil is zeer sterk. Ten eerste krijgt Wit's lange vleugel gelegenheid zich goed op te lossen. Ten tweede vormt deze schijf op 22, nu een bedreiging. Op 12—18 volgt 3228, ge volgd door 3025, met schijfwinst. Op 2025, volgt 2218, en 3228. Op 1217 zou Wit uitstekend spel krijgen door 30—25.) 11—17 19. 22 11, 6 17; 20. 3227, 21 32, 21. 38 27. (Wederom een bedrei ging met de zetten 27—21, 37—31 enz. Op 17—21 zou 3025 volgen.) 2631 (Offert tijdelijk een stuk) 22. 37 26, 24—29 23. 33 24, 20 29 (De stand is nu dat Zwart altijd zijn stuk moet terugwinnen). 24. 2621, (geeft het vrijwillig terug en behoudt hiermede zijn thans verkregen voordeel op Zwart's langen vleu gel.) 17—26 25. 36—31, 26 37; 26. 41 32, 4—9; 27. 4238, 914; (Zwart staat eenigszins gedrongen op zijn langen vleugel, waar hij nu tracht los te komen met 2328. Wit verhinderd dat voorloopig), 28. 27—21, 16 27; 29. 32 21. 5—10; 30. 30—25 (Juist.) 12—17 31. 21 12, 8 17; 32. 34—30, 23—28; 33. 4034, 29 40; 34. 45 34. (De 32ste zet van Zwart is niet geheel van gevaar ontbloot. Wit komt nu aan vallen en tracht deze schijf te omsingelen.) 13—18 35. 3833, 1722 (Wegloopen door 2832 zou deze schijf spoedig verloren doen gaan) 36. 4842, 3—8; 37. 46—41, 8—12; 38. 41—37, 12—17; 39. 30— 24, 19 30; 40. 35 34, 17—21 41. 34—29. (Fout.) Wit speelde in dezen stand 3429 met de bedoeling blijkbaar Zwart tot 1419 te dwingen. Hij vergat echter, dat hij dan eenige zetten later een combinatie moest toelaten, welke hem niets meer dan remise zou brengen. Nu is het merkwaardige, dat, als Wit één zet wacht en eerst 4338 speelt, Zwart wel in een ver loren stelling komt. B.v, Wit 4338, 3429 en Zwart moet schijf 14. Zwart 2127a. verliezen, daar op 14—19, 18 9 Wit laat volgen 3832, 2924, 25 5 met winst. a) Op 28 of 7, volgt weer 3429,813 gedwongen. Wit 38—32. Op 18—23 krijgt men het volgende afspel. Wit 24—19 37—31 31—26. 42—37 26—21 Zwart: 18—23, 2—8, 21—27b. 15—20 27—31c. en Zwart verliest. b. Zwart21—26, (42—37) 8—12, (19—13) 12—17 (138) gewonnen. c. Zwart 812 (3732) wint twee stukken, vol doende overwicht om te winnen). 14—19; 42. 24 13, 18 :9; 43. 43—38, 10—14-, 44. 38—32, 9—13; 45. 32 :23, 13—18; 46. 23:12, 22—28; 47. 33:22, 2—8; 48. 12 :3. 21—26; 49. 3 1 20, 15 44. Remise. „Hbd." Alle correspondent deze rubriek betreffende te adresseeren aan W. N. Stuifbergen, adres Bureau van dit blad. EINDSPEL No. 10. Ik zou den lezer aanraden deze mooie positiepartij na te spelen. DAMSLAG No. 12. Hoe kan wit in onderstaande stand een mooie danv- slag nemen Stand in cijfers Wit 12 schijven op 27, 28, 30, 32, 34, 35, 37, 38, 40, 45, 47 en 48. Zwart 12 schijven op 3, 8, 9, 10, 13, 14, 16, 18, 19* 21, 24 en 25. Eindstelling van Mr. C. Blankenaar, No. 13, Stand Zwart 1 schijf op 45. Wit3 dammen op 2, 5 en 36. Oplossing Het is eigenaardig zooals wit in deze schijnbare remise-stelling de winst weet af te dwingen. Wit Zwart 1 5—28! 45—50 2 36—22 50—45 3 28—50 45—23 1) l) Of een der overige velden van de lijn 145. 4 2—7 23 1 5 50—45 1—6 6 45—50 en wintN. Ct. Goede oplossingen binnen 14 dagen in te zanden •an den Damredacteur. Stand in cijfers Wit 1 schijf op 9. Zwart 2 schijven op 6 en 20. Wit Zwart 1 9—3 20—24 2 3—17 24—30 3 17—39 30—35 4 3944 611 5 44 6 35—40 6 628 wint. Niet op 50, dan zou zwart remise maken door 40—45; wit moet dan 50 verlaten en zwart speel 4550. Dit laatste is zeer eenvoudig en toch kwam het wel eens op een wedstrijd voor, dat een speler van 6 op 50 speelde en verbaasd opkeek, toen zwart 4045 antwoordde en de partij remise werd. Men ziet, dat men zelfs tot den laatsten zet uiterst voorzichtig moet zijn. Injdezen stand kan wit ook op andere wijze win.- tt&n. Het systeem is wel de moeite waard. I 9—4 6—11 g 4—22 11—16 9 22—33 20—25 i 33—39 16—21 5 39—43 21—26 6 4348 wint. Nog andere speelwijzen zijn mogelijk, maar deze Zuilen wij trfet behandelen, daar zij weinig verschil len met de beide vorige. PROBLEEM No. 11. Auteur A. H. v. d. Geest, Lisse. a a." O» O T"' 3 P Q. Q-. r a i o z* ►-tQU-t.OO»! r— I I HUISKAMER NAAB MET ENSELSCH VAN GAY THORNE DOOR M T. VIJFDE HOOFSTUK. „Waar ik graag verzekerd van zou willen wezen, beste jongen, is, ben je wel heel zeker, dat je geen fout gemaakt hebt?!' „Op wat voor 'n manier, bedoelt 11 precies, vader?" „Houd je misschien niet een gril, een voorbijgaande attractie voor liefde? Heb je jezelf goed onderzocht?" „Ik heb heel wat fouten gemaakt in mijn leven, dat weet ik," zei Charles Atlee. „Ik ben impulsief geweest, toen ik voorzichtig had moeten zijn, ik heb me in dirfgen gestort, zonder eerst goed na te denken. Maar dit is anders. Dit is voor eens en altijd. Ik weet vader, zonder mogelijkheid van een vergissing, dat, indien ik dit meisje niet trouw, ik er geen een zal trouwen." Het was tien dagen, nadat Charles zijn vader in Kensington Gardens ontmoet had. Nu kende Maison Juliette hem niet meer. Hij had daar zijn laatste week uit gediend, dezelfde ernstige, bescheiden bediende, die hij altijd geweest was. Niets, wat Madame Juliette ook mocht zeggen, kon hem daar houden. Zijn eenige verklaring voor zijn vertrek was „drin gende persoonlijke zaken," en hij ver trok, zonder dat iemand iets meer van hem te weten kwam dan in het begin. Juffrouw Simpson kon smachten en eenige tranen storten, Madame kon ge- sticuleeren en zweren, dat ze nooit meer zoo'n goeden lakei zou kunnen krijgen, Charles Smith verdween uit Tracy Street, stil en eerbiedig tot het laatst. De verloren zoon was terug gekomen. Charles was weer een bewoner van Zijns vaders huis in Belgrave Square, akten voor de vennootschap werden klaar gemaakt want hij was in de rechten ge promoveerd en Charles literaire ambi tie behoorde tot het verleden. Hij had nu een andere ambitie ervoor in de plaats geen wettelijke. De twee heeren in avondkostuum zaten in de mooie ouderwetsche eetkamer met een glaasje port. Sir Augustus rookte een sigaar, zijn zoon een sigaret, en juist had deze zijn vader van zijn liefde verteld. Het was een groote verlichting voor hem dit te doen, en nu was er een ver trouwen tusschen hen, zooals het er vroe ger niet geweest was. De jonge man voelde, dat er nu niets was, wat zijn vader niet met hem zou meevoelen. „Je zou," zei Sir Augustus, „iedereen kunnen trouwen, met het geld, dat van jou zal zijn, en met je andere voordeelen Zijn er slechts weinig meisjes in Londen, waar je niet naar zou kunnen dingen. Maar mijn hoop en wensch in het leven is, jou gelukkig te zien. Nu je tot me bent teruggekomen en ik weet, dat het kantoor onder jouw zorg zal blijven voortbestaan, is de rest van geen belang. Als je je hart onherroepelijk aan die jonge dame. hebt gegeven, dan zij het zoo. Weet, dat ik haar, door een vreemd toeval, Ontmoet heb en eenige uren met haar alleen ben geweest. Ik, op mijn leeftijd, ben niet de man nm. me in een meisje te vergissen. Zij is een goed en onschul dig meisje. En ik zou zeggen, ver boven het middelmatige ontwikkeld." Charles lachte even. „Maar dat is een heele catalogus, va der," zei hij. „Het klinkt zoo koud. Wel, zij is het liefste meisje in Engeland." „Ja, ze ziet er werkelijk lief uit," zei de oude heer nadenkend, „een echte doch ter der goden Hij wipte aan zijn glas port en keek er over heen naar Charles. „Alles goed en wel," zei hij, „wordt nu maar niet boos, beste jongen, het zou toch meer voldoening geven, als we wisten wiens dochter ze is, zou het niet?" Het was heel kiescli gezegd en Charles stelde dit op prijs. Hij wist heel goed, dat hij de inschikkelijkheid van een man als zijn vader nogal ver uitbuitte, door zijn voorstel om een meisje zonder be kende ouders, tot de toekomstige Lady Atlee te maken. „Dank u," antwoordde hij. „Ik weet heel goed, dat, als men de zaak goed be kijkt, ik een heel dwaas iets lijk te willen doen," „Zoo zouden de meeste van mijn vrienden en tijdgenooten, mannen van mijn leeftijd en stand het zeggen," merkte Sir Augustus op, „Dat weet ik, en daarom stel ik uw houding des te meer op prijs. Er is een buitengewoon geheim rondom juffrouw St. Pierre. Maar geheimen zijn gemaakt om opgelost te worden." „Ik ben tenminste blij," zei Sir Au gustus, „dat de jonge dame niet meer in dien verschrikkelijken hoedenwinkel in Bond Street is. Advocaten hooren vreem de dingen, zooals je weet, Charles. Die plaats heeft al een zeer slechten naam onder degenen, die er werkelijk wat van weten." Charles knikte. „Ik ben daar niet zes maanden geweest," zei hij, „zonder dat me meermalen de oogen geopend zijn, en ik ben meer dan blij, dat Muriel" hij zei den naam met een kleine aarzeling en een lichte blos „daar weggegaan is om bij Lady Stonehaven te gaan wonen, al ben ik nooit meer verbaasd geweest in mijn leven, dan toen ik daarvan hoorde. Het lijkt weer een deel van het groote raadsel te zijn. Zij schijnt het slachtoffer te wezen van donkere en verborgen krachten." Hij sprak zeer ernstig en Sir Augustus knikte toestemmend. „Heb je haar daarna nog gezien, als ik vragen mag?" „Neen, vader, maar ik heb geschreven. Zij weet niets van mijn werkelijk gevoel voor haar, maar we zijn vrienden, daar ben ik zeker van. Zij weet, dat ik Maison Juliette verlaten heb en dat ik hier terug gekomen ben. Over veertien dagen on geveer, zullen we elkaar ontmoeten, en dan zal het niet mijn schuld zijn, als ik mijn lot niet zoo spoedig mogelijk ken." Hij zuchtte, toen hij dit zei. „En waarom over veertien dagen, Charles „Om deze reden," antwoordde hij, terwijl hii lachend op zijn boveniin wwt, Daar kon men reeds een beginnende niet den minsten twijfel, dat Viping heel donkere snor zien opkomen, eenvoudig uit den weg is geruimd „Ziet u," ging hij door, „ik kan niet trouwens geen groot verlies. Wat ons goed glad geschoren uitgaan. Op iedere betreft, dient het alleen om onze opinie partij, overal, zou ik iemand kunnen van Mr. Radney te bevestigen." ontmoeten, voor wien ik de deur geopend „Er is nog iets, wat we moeten beden- heb in die ellendige plaats. Geef me nog ken," zei Charles. „Juffrouw St. Pierre veertien dagen goddank ben ik don- kwam heel toevallig in Maison Juliette. ker en groeit mijn haar vlug en ik zal Zij vertelde me er alles van. Zij kwam een respectabele snor hebben, die een op een advertentie en werd direct aaa- goede vermomming zal zijn, vooral als genomen. Nu komen we er achter, dat ik mijn haar anders doe. Het zal dan bij Radney met Madame Juliette in ver- niemand ook maar voor een oogenblik binding staat. Als het waar is, wat we opkomen om Charles den lakei te zoeken denken, dan is het heel duidelijk, dat de in Charles Atlee. Op z'n meest zouden ze kerel een oud vriend en bondgenoot is niets anders zien dan een toevallige ge- van die vrouw. We moeten daar ook aan lijkenis." denken." „Natuurlijk, daar dacht ik heelemaal „Ja zeker. Ziezoo, dit zijn dan de fei- niet aan. Wel jongen dan kunnen we den ten, en die vormen voor ons een vraag- tijd niet beter gebruiken dan door onze stuk van het grootste belang." hoofden bij elkaar te steken en te zien „Wat leidt u uit de feiten af, vader?" wat we van het raadsel kunnen maken. „We kunnen niet veel verder gaan, Natuurlijk ligt het min of meer op mijn zonder verdere informatie, maar een weg, en ik ken wel manieren om dingen ding is duidelijk. Op de eerste plaats, uit te vinden, die niet iedereen weet." toen juffrouw St. Pierre het klooster Hij gaf de karaf met port aan zijn verliet, werd ze, klaarblijkelijk met een zoon, leunde achterover in zijn stoel en bedoeling, naar Marshlands gezonden, keek naar het plafond, diep in gedachten Dat wil zeggen, men moet de overste van verzonken. het klooster toch verteld hebben, wat „Eenige dagen geleden," zei hij, „liep voor een betrekking er op het meisje juffrouw St. Pierreeen Fransche naam, wachtte. Nu moeten we uit zien te vinden al is ze door en door Engelsche ineen wie haar dat verteld heeft. Het is duidelijk uiterst opgewonden toestand uit een genoeg, van wat het meisje jou verteld afgelegen landhuis weg." Charles gaf hier heeft, dat het geen gewone betrekking een teeken van medegevoel. was. Ze was voor haar gemaakt. Het was „Gedurende drie jaar," ging de kalme de bedoeling, dat ze daar zou komen en stem door, „gedurende drie jaar is dit nu komen we dadelijk op de vraag, wat meisje opgesloten geweest in dat dorp. het motief ervoor was." Haar schijnbare positie was gezelschaps- „Dat begrijp ik, maar het is alles nog dame van de vrouw des huizes. In wer- zeer duister." kelijkheid had ze haast geen enkelen „Zeker, Charles. Maar één ding is plicht. Het eenige, wat van belang scheen, duidelijk. Zekere persoon of personen was, dat ze in afzondering gehouden zou wenschen dit meisje af te zondereu, haar worden, nergens zou heengaan en zoo uit het gewone leven te houden. Om een weinig mogelijk menschen van de bui- reden, die we niet kunnen raden, wilden tenwereld zou zien. Dit alles heeft ze deze onbekende menschen haar eigenlijk me zelf verteld." gevangen houden. Het moet voor hen „Ik kan nergens een lichtpunt zien," wel van groot belang zijn geweest, dat zei Charles hopeloos. te doen. Alles toont dat aan. Waarom?" Sir Augustus ging door, geen acht „Ja, we mogen zeker wel vragen slaande op de interruptie. waarom „Toevallig heb ik zelf den man gezien, „Het kan geen wraak geweest zijn. Dat van wien ze wegvluchtte, een man, die, kunnen we dadelijk uit ons hoofd zetten, denk erom, geen enkel wettig recht op Juffrouw St. Pierre was een jong meisje, haar had, die gebruik maakte van haar die niemand ooit kwaad had gedaan, onwetendheid van het feit, dat ze geheel ook niet kon doen. Nee, maar haar ver- vrij was hem te verlaten, indien Ze dat schijning kon misschien iemand bedrei- wenschte. Ik heb dien man gezien Char- gen, een of ander plan in de war gooien, les, en als ik ooit een gemeenen schurk of buitengewoon gevaarlijk zijn voor de gezien heb, dan was die man het. Ik heb belangen van degenen, die haar bespied- al verschillende menschelijke duivels ont- den en haar levenswijze bepaalden." moet. Ik ben erin geslaagd twee of drie „Natuurlijk vader, en daaruit volgt van de grootste deugnieten die er ooit dat die persoon of personen absoluut geen in de straten van Londen rondgeloopen geweten hebben en een of ander oneerlijk hebben, te laten ophangen. Maar ik zeg geheim te verbergen hebben." je," ging hij met nadruk voort, „dat die „Als je de woede, vermengd met schrik dikke kerel, die Radney, van Marsh- had gezien van dien dikken schurk, lands, zelfs mij met al mijn ondervinding toen juffrouw St. Pierre van hem weg deed huiveren. Onze opinie van dien liep, zou je daaromtrent heelemaal geen kerel wordt duidelijk bevestigd, door twijfel hebbenWe hebben tenminste wat je me verteld hebt van den dood van iets, al is het ook weinig, om op af te dien dronken geldafperser, den man van gaan, en er zijn drie manieren om nu die Fransche vrouw. Ik heb zeer zorg- te gaan onderzoeken. Je moet het adres vuldig het rapport van het onderzoek in van het klooster in Frankrijk te weten het plaatselijk blad gelezen en het is heel komen en dan moet er iemand naar de duidelijk, hoe het gebeurd is, ofschoon overste gestuurd worden en haar alles natuurlijk noch de lijkschouwer noch de laten vertellen, wat ze weet. Zij is na- jury iets verdacht vonden. Madame Ju- tuurlijk geheel onschuldig aan alles en liette eu deze Radney-bende speelden ze zal vrijuit spreken. Het kan zijn, dat hun rollen zeer handig. Toch heh ik we in het begin van ons onderzoek nog

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9