UTÏÏ2*! VOOR OUDERS EN OPVOEDERS. RADIO- OMROEP Ontdekte misdaad. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT, Tweede Blad - Maandag 7 Juli 1924 HANDEL EN NIJVERHEID. Rotter dam-Antwerp en en Hamburg. AI heldert zich het misverstand tusschen Engeland en Frankrijk eenigszins op, toch blijkt nog steeds, dat de Fransche politiek, ook onder Herriot, wiens handigheid in Frankrijk weinig wordt geroemd, nog steeds veel behoudender blijft dan de Engelsche. Onder de Radio-berichten: Herriot's politiek van samenwerking met Engeland in het herstel-vraagstuk, Te Berlijn verwacht men het af treden van den minister-van Binncnlandsche zaken, Dr. Jarres. GEM. BUI7ENL. BERICHTEN. OOK MUSSOLINI NAAR GENEVE? DE BEMANNING VAN DEN DEENSCHEN SCHOENER „TEDDY" TERECHT DAGELIJKS PRIMA RADIO CONCERTTOESTELLEN Desverlangd vanaf f 6.— per maand. Bureau Meijer - Haarlem. Kampervest 23 - Teief. 3620. FEUILLETON. DE EUCHARISTIE EN DE KINDEREN. Veel wordt er in onze dagen voor het kind, oor de jeugd gedaan; en het resultaat? Monseigneur A. F. Diepen schreef in den vastenbrief van 1922: 1 ot de keuze om over de opvoeding te schrijven, voert ons de bedroevende en r 'stwekkendc alom te constateeren, verru- v mg, verontchrislelijking en verontzedelij- k:ng der jeugd; zelfs reeds in die jaren, waar. i'i haar aangeboren eigenschappen en behoef- ien haar als van natuur in beminnelijke on derwerping aan het gezag, in lieftallige be- heidenheid en onschuld, in eenvoud, tevre- i cnheid en godsdienstigheid plegen te doen irtmunten. Hoe dikwijls en van hocvele oivders en anderfen hoort men juist in dezen zin de klacht: „Er zijn haast geen kinderen r'eer. Enkele jaren vroeger teekende Mgr, Y on Keppler op: „En nu moet nog het al- 1 .treurigste geconstateerd worden; zelfs de 1, ndsheid en de jeugd, aan wie men in alle L.den een voorrecht en vreugde toekende, voor wie de vreugde even noodzakelijk is als het dagelijksch brood, zoo noodzakelijk als zonneschijn voor de bloemen, en stuifmeel voor de bijen, zélfs zij lijden heden ten dage zwaar onder het gebrek aan vreugde. Wie iets van de kinderziel begrijpt, wie liet leven en het gedoe in deze kleine we reld, ook maar vrij aandachtig gadeslaat, wie "i kindergezichtjes en jongelingen-oogen kan lezen, hij weet dat het zoo is. Wie zijn hart aan de kinderen en de jeugd verpand heeft, zal het met de diepste droefheid bcweenen, cal men in onze treurige tijden, zoo opval lend dikwijls, zooveel vaker dan nog weinig tientallen jaren geleden in de jonge wereld i rocgrijpe geblaseerdheid, ontevredenheid, i erbittering ontmoet, ja ruwheid, schaamte loosheid, gemeenheid, ver boven den leeftijd, relfs wan- en misdaden, tot zelfmoord toe. Daartegen, hoe wc weinig zonnige vroolijk- heid en levenslust, van oog tot oog, van hart lot hart sprekend. 1) Waaraan zou men dit bankroet der opvoe- 'ing moeten wijten? De Aartsbisschop en ■Ie Bisschoppen van Nederland schreven in hun gezamenlijk vastenamendement 1924: „De opvoeding der kinderen is thans veel weekelijker en ziekelijker dan vroeger. Wel wordt er voor het lichaam veel zorg gedra gen, helaas, te weinig voor de onsterfelijke tiel. „Er zijn helaas tal van huisgezinnen, waar de kinderen nooit een woord over God of godsdienst hooren." De ware reden van het mislukken der op voeding geeft de profeet Jeremias op. „Zij hebben God verlaten, de bron van levend water en zij hebben zich regenbakken gegraven, gescheurde bakken, die geen water kunnen houden." (Jeremias 2. 13.) God is uit de opvoeding verbannen. De kinderen zijn niet meer gebracht tot Jezu^, die zoo vriendelijk verzoekt: „Laat de kinde ren tot Mij Komen." Tijdens Zijn sterfelijk leven heeft Hij het kind zoo lief gehad. Hij gaat voort met het te beminnen in de God delijke Eucharistie. Hij wijst op zijn taberna kel en zegt: „Laat de kinderen tot Mij ko nen. Hij spreekt tot de ouders: „Uw hart, lat Ik geschapen heb, kan niet teederder zijn Jan het Mijne. Uwe waakzaamheid beschermt uw kinderen niet zoo goed als de schaduw van mijn altaar. Uw liefkoozingen zijn niet zoo streelend als de mijne. Brengt de kinde en dan tot Mij." Hij spreekt tot de priesters: van het kind is een vruchtbare grond, waarop al wat een Goddelijke kiem heeft, gemak kelijk ontwikkelt en ontluikt. Wilt gij later overvloedig oogsten, kweekt dan die jeugdige bloemen eerst. Wilt gij een volk van vurige Christenen aan 's Hoeren tafel zien aanzitten, vergadert dan eerst om Mijn altaar die kleine engelen," „Laat de kinderen tot Mij komen." De groote Paus Pius X begreep die vriende lijke uitnoodiging van den grootén kinder vriend en schreef in zijn beroemd Decreet over de Communie der kinderen voor: „Laat de kleine kinderen tot Jezus ko men." Christus zegt als het ware tot het kind zelf: „Ik heb u een zuiver hart geschonken, opdat gij Mij meer zoudt liefhebben. Ik heb u een eenvoudige ziel gegeven, om Mij beter met ti te kunnen onderhouden. Ik heb u een welsprekende tong geschonken, omdat uw lofliederen Mij behagen. Ik wil nu de melk en de honing der Eucharistie op uw lippen plaatsen, opdat gij smaken moogt, hoe zoet Ik ben! Ik vraag u, tot Mij te komen, vlucht Mij niet." 2), Niet zelden heeft Jezus in reine kinder zielen een onweerstaanbaar verlangen naar de H. Communie doen ontbranden! In het leven van den H. Alfonsus Maria de Liguori, door J. A. F, Kroonenburg lezen wc, dat een tante met haar nichtje van drie jaar bij den Heilige kwam en hem toesprak: „Monseigneur, dit kind geqft mij vee] be zorgdheid. Het verlangt zoo vurig naar de H. Communie, dat het die aan alle priesters vraagt en eindelijk heeft er een aan haar verlangen voldaan! En wat antwoordde de Heilige, die zelf door een zoo brandend ver langen naar de H. Communie werd verteerd Cn zoo diep was doorgedrongen in de gehei men van Jezus' H. Hart? „0, hoeveel beter is het, de H. Communie te geven aan dezen engel dan aan zoovele Christenen wier hart Vol ongerechtigheid is." „O, mijn kind," >prak de goede grijsaard van vijf-cn-tachtig ear, „hecht u aan niemand behalve aan uw lierbaren Jezus. Zie eens, welk een eer Hij bewijst, wanneer Hij in uwe ziel komt. Zoo de Paus bij u kwam, zoudt ge niet uitgaan, maar bij hem blijven; zoo moet gij.er uw ge luk in stellen, bij Jezus te zijn." Zulke wonderen heeft Jezus meermalen gewrocht, en daardoor getoond, hoe vurig Hij verlangt, de spijze der reincn van harte te worden. Kinderen moeten tot Jezus gebracht worden en er aan gewend worden, dikwijls tot de Tafel des Hecren te naderen. Paus Pius X z.g. heeft uitdrukkelijk ver klaard, dat de dagclijksche Communie niet aan de jeu£d mag worden geweigerd; zij moet daartoe aangespoord worden. Jezus heerscht nog in die jeugdige harten en Hij moet er blij ven heerschen. De goddelijke genade moet die harten geheel bezitten, voordat de drif ten er ontwaken eit dezen er meester woor den. Het bederf voorkomen is gemakkelijker, dan het verdrijven. Bij de eerste Communie heeft Jezus het kind wel overladen met Zijn gaven, maar hij heeft ze niet uitgeput. Elke Communie vermeerdert de godsvrucht van het Hart, de sterkte van den wil en het licht van het verstand. In de kracht der Spijze, die het kind voortdurend nuttigt, zal het overwinnaar blijven in den steeds zwaarder wordenden strijd tegen de vijanden zijner ziel en zijn jeugd 'in heilige onschuld door. brengen. „Dit verhevenste en hoogwaardigste Sa crament is het heilmiddel voor ziel en li chaam, de artsenij voor alle geestelijke kwa len. Daardoor worden mijn fouten genezen, mijn driven beteugeld, de bekoringen over wonnen of verzwakt, een groote genade in gestort, de ontluikende deugd vermeerderd, het geloof bevestigd, de hoop versterkt en dc liefde ontvlamd en verruimd." 3). M'e't recht schreef Mgr. Von Ketteler, bis schop van Maiz: „lot dq opvoedingsmiddelen, die ons Chris tus in de leer, in de genademiddelen en in de inrichting der Kerk aanbiedt, om de kin deren, tot ware Christenen en daardoor tot goede en gelukkige menschcn tc maken, behoort op de eerste plaats de H. Communie. Wanneer zij in de jaren der jeugd dikwijls ontvangen wordt, dan is zij het verheven ste, het waarlijk Goddelijk opvoedingsmid del, dat zoo vast en innig met' Christus vereenigt, dat de wereld deze verceniging niet meer verbreken kan." „Moeders aldus vermanen de Bisschop, pen van Nederland in hun jongste vasten- mandement „leert en helpt uwe kin deren zich niet groote zorg voor te bereiden on'vanÊen der H. H. Sacramenten. Ouders, gaat met uw kincjeren te Communie. BedenM, wat dc kinderen van vader en moeder leeren, dat blijft hun bij, geheel hun volgend leven." Mogen de kinderen dan van hun ouders cercn dagelijks of ten minste veelvuldig tot de latei des Heeren te naderen! Men zegt: „De tijden zijn zoo slecht, de gevaren zijn zoo groot en menigvuldig." Welnu, wanneer vroeger het heerscbend zedenbederf de maatschappij aan het wqnkelen bracht, richt ten alle waarlijk groote denkers hun blikken op de jeugd, de Iftop der toekomst. Zij toch is de nog onaangetaste, krachtige spruit der ten ondergang neigende maatschappij. Volgen we dit voorbeeldt Utrecht, St. Gregoriusihuis. J. BERGMANS. 1) Meer vreugde. 2) De Eucharistie en het Christelijk leven door Mgr. de Ia Bouillerie, Bisschop van Carcasonne, 3) Thomas a Kempis. IV. Vierde hoofd stuk Vertaling L. B. Mulder. Uitgave Eiec- Utrecht j van hei Sl' Gregoriushuis, 1MPR1MATEUR. Culemborg, 27 Juni 1924. H. J. Koopmans. Libr. Censor. 15 mct deti scheepvaart van den nieuwen Waterweg in het eerste halfjaar van 1924 voortdurend beter gegaan. Volgens de opgave van cte N. R. Crt., met herleiding van de Antwerpsche tonnemaat in overeenstemming met de meting in Rotterdam en Hamburg, zijn er in dit halfjaar binnengekomen in to uwen Waterweg 5430 schepen i7-535 ton (waarvan in Rotterdam 4758 schepen met 6.984.142 ton) tegen 4279 5.979.734 ton (3776 -5 mill. j ln eerste halve jaar van 1923 Zijnde een vermeerdering met 1151 schepen en 1.867.801 ton (977—1.613.165). Antwerpen 4722 schepen met 7.864.571 ton, tegen 4616 met 7.176.344 ton in Jan.- Juru 1923, zijnde een vermeerdering met 106 schepen en 688.Mr7 ton. Hamburg 5874 schepen en 7.516.880 ton tegen 6568 schepen en 7.517.312 ton in Jan.-Jum 1923, zijnde een vermindering met 694 schepen en 432 ton. Antwerpen overtrof den Nieuwen Water weg dus maar met 17.036 ton (Rotterdam ïwiJton)> tegen een verschil van 1.196.610 ton (1.805.367 met Rotterdam) in Jan.-Junui 1923. In de afgeloopen maand Juni kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 952 schepen met 1. 335.365 (Rotterdam 845 1.249.030) en in Antwerpen 773 schepen met 1.297.134 ton, d. i. 38.231 ton minder dan in den Nieuwen Waterweg. v .r.;_ In Frankrijk vooral was de laatste dagen nogal opschudding verwekt, gelijk men gelezen heeft, door een misverstand tusschen Frankrijk en Engeland inzake de door de Engelsche regeering ver zonden uitnoodigingen voor de tusschen MacDonald en Herriot op the Chequers vastgestelde intergeallieerde conferentie op 16 Juli ter bespreking van het rapport- Dawes. Onder onze Radio-berichten van Zater dag heeft men kunnen zien, dat hierin thans echter eenig licht gekomen is. Niet in de uitnoodiging voor de Londensche conferen tie zelf, maar in een voor de Britsche gezan ten bijgevoegde nota schijnt de Britsche regeering haar program voor de conferentie te hebben ontwikkeld. Zij heeft dus slechts haar eigen meening gegeven en geen der ge allieerden is hierdoor gebonden. Intusschen echter heeft Herriot het, blij kens zijn mededeelingen, noodig geacht nog eens uitdrukkelijk te Londen te doen weten, dat Frankrij'k zich al zijn rechten voorbe houdt, wat volgens latere berichten dan ook reeds is geschied. Herriot, die al zoo duchtig door de natio nalisten wordt aangevallen, omdat hij zich door Mac Donald in de luren zou hebben laten leggen, heeft tevens medegedeeld, dat hiervan geen sprake is geweest. Hij heeft MacDonald maar laten praten, maar zich tot niets verbonden. Dat geeft wel een eigen- aardigen kijk op de conferentie der beide staatslieden. Zij komt dus hierop neer, dat MacDonald zijn standpunt heeft uiteengezet, dat Herriot verklaard heeft het niet heelemaal hiermee eens te zijn, zonder echter in bij zonderheden af te dalen en dat men de eigen lijke discussie, ook de onderlinge, dus heeft uitgesteld tot nader order, d.w.z. tot de con ferentie te Londen. In die omstandigheden heeft, wat in het Fransche communiqué het „moreele pact tot bestendige samenwerking" werd ge noemd, niet z<K> heel veel beteekems. Elkander genaderd schijnt men al heel weinig en men moet er dan ook rekening mee hou den, dat de Londensche conferentie zal wor den uitgesteld. Te meer trouwens, nu er in Duitschland geen sprake zal zijn van een onmiddelijke behandeling der voor de uit voering van het plan-Dawes noodige wetten in den Rijksdag en er in Frankrijk meer én meer verzet komt tegen besprekingen van de geallieerden, zoolang men omtrent de hou ding van Duitschland geen zekerheid heeft. Men leeft te Parijs ook nu weer in de oude vrees, dat de Duitschers speculeeren op ver deeldheid onder de geallieerden en daarvan hun houding zullen laten afhangen. Wat in Frankrijk vooral ontstemming heeft gewekt, is dat de Britsche regeering aan de Commissie van Herstel een dëel van haar be voegdheden wil ontnemen en voor de con trole op de uitvoering van het plan der des kundigen een nieuw lichaam in het leven wil roepen. De Britsche regeering grondt dit op haar opvatting, dat het plan der deskundigen verder gaat dan het Vredesverdrag en dus de door dit verdrag in het leven geroepen Commissie van Herstel niet competent is. Nu wordt het te Parijs niet onmogelijk geacht het hieromtrent eens te worden, al zijn de opvattingen, dat het verdrag van Versailles gehandhaafd moet blijven of dat er een eind aan komen moet, bezwaarlijk te vereenigen. Men zou bijvoorbeeld aan de C. v. H. kunnen voorschrijven in bepaalde gevallen internationale deskundigen te raadplegen alvorens zich uit te spreken, maar de vraag is, in hoeverre Herriot zich op Chequers ver bonden heeft. En die vraag geeft te Parijs weer aanleiding tot felle aanvallen op den nieuwen Franschen pre mier. Het verst gaat Pertinax, die Herriot ronduit beschuldigt zijn vrijheid prijs gegeven te hebben. Hij heeft daar, schrijft dc rechtsche journalist, dingen gezegd, die MacDonald wel moesten doen denken, dat hij het geheel eens was met de vier punten van het protocol en na een uitvoerige opsomming van de punt ten waarop Herriot niet geprotesteerd heeft tegen MacDonald's eischen, besluit hij „Feitelijk heeft in al deze quaesties Herriot toegegeven. Hij heeft alleen zijn best gedaan om een zekeren oppervlakkiger) schijn te redden, bestemd om de nieuwe richting voor het Fransche volk dragelijk te maken of ver borgen te houden. Zeker, noch Frankrijk noch de Fransche regeering zijn door de ge sprekken op Chequers geboflden, maar Herriot persoonlijk is niet meer vrij. Wanneer men hem' 16 Juli naar Lpnden laat gaan zal zijn geketend zijn weldra een vastleggen wor den van de Fransche regeering en het Fran sche volk." Deze opvatting vindt men in verschillende rechtsche Fransche bladen terug, want de heele geschiedenis is natuurlijk een prachtige aanleiding om Herriot van die jijde aan te vallen. Maar ook in andere kringen spreekt men de meening uit, dat de nieuwe premier, nog niet zoo aan onderhandelen gewoon, te vlug geweest is om zijn volkomen overeen stemming met MacDonald te proclameeren en dat hem dit thans bij de verdere bespre kingen duchtig in den weg zal zitten. Trou wens er is ongetwijfeld waarheid in hetgeen vandaag Bainville schrijft in de „Action Franqaise" dat Herriot eerst thans bemerkt, welke moeilijkheden hij zich veroorzaakt heeft door eenerzijds vrede en toenadering tot Engeland en Duitschland te beloven en an derzijds trouw aan het verdrag van Versail lesal behoeft men de oplossing van deze onvereenigbaarheid niet te vinden in de richting waarin de royalistische schrijver ze zoekt. Ook Romier van de „Journée Industrielle" slaat den spijker op den kop door op te mer ken dat Herriot, bijna een nieuweling in het ministerschap en geheel een nieuweling als diplomaat, te veel zijn optimistische neiging heeft gevolgd van te meenen, dat een gesprek onder vier oogen schriftelijke voorzorgs maatregelen vervangen kon. Door zijn te groot vertrouwen riskeert hij thans niet alleen het voorrecht der sympathie te verliezen, dat bij bij onze bondgenooten had gewekt, maar nog wat meer. Om echter nog even terug te komen op het Britsche verlangen, waarvan wij boven spra ken om een nieuw lichaam naast dc Commissie van Herstel in het leven te roepen er zit meer achter dit denkbeeld, dan alleen dat de Commissie van Herstel niet competent zou zijn voor de controle op de uitvoering van het plan der deskundigen, met name het rapport-Dawes. Althans de Franschen zien er meer ach ter. In de Commissie van Herstel hebben zij nu de Vereenigde Staten er niet in verte genwoordigd zijn en België steeds met hen samenwerkt, een overheerschende positie, dank zij de beslissende stem van den Fran schen voorzitter. Steeds kon de Fransche wil dus in deze commissie worden doorge dreven. Dat de Britsche regeering aan een onpartijdig lichaam de vaststelling van mogelijke Duitsche te kortkomingen wenscht over te dragen, is dus even onbegrijpelijk, als het verzet van Fransche zijde tegen dat denbeeld. Niet Frankrijk maar anderen zouden dan immers hebben te beslissen of Duitschland in ge breke blijft of niet.en of sancties zul len kunnen en moeten worden genomen. Die macht wil Frankrijk niet uit handen geven. Mag het in elk geval niet uit handen geven, zoo houden de nationalistische bladen den Franschen premier voor. Nu het van woorden tot daden moet ko men, zitten we dus weer volop in moeilijk heden, die er zeker niet op verminderen, nu het de meening van den Duitschen minister van buitenlandsche zaken is, die nu Zaterdag onder onze Laatste Radioberichten heeft kunnen vinden, dat Duitschland eerst zal kunnen medewerken aan het plan der des kundigen als ook de militaire ontruimimg van het Ruhrgebied zeker is. Zoo is er zeker reden te over om de ver wachtingen niet al te hoog te spannen. Matthes en de separatis tische beweging. Bij de mededeeling van de uitstooting van den separatistenleider Matthes uit zijn eigen stichting, den Rijnsch-Westfaalsche Volks bond;" waarvan wij Zaterdag melding maakten, teekent de „Köln. Z." aan, dat Matthes heeft afgedaan en dat zijn tijd voorbij is. Matthes, die het gevaar van den nieuwen koers voor zijn separatistische bedoelingen inzag en den laatsten tijd sterk ijverde voor het denkbeeld van een zelfstandig Rijnland onder den Volkenbond, hield zich bezig met de vorming van een verdedigingsmacht, de „Reinische Notwehr", georganiseerd in hon derdschappen, terwijl hij tevens in de pers en in vergaderingen propaganda maakte voor een referendum, als in Hannover plaats gehad heeft met 't bekende gevolg. Hij werkte daarbij samen met Bley, den opvolger van den ver moorden Heinz Orbis. Zijn tactiek was, zoo vertelt de Keulsche correspondent van de „Manch. Guard.", gebruik te maken van den toestand der werkloozen om hen door belof ten van allerlei voordeelen over te halen zich bij hem aan te sluiten. Ook was bij hem aan gesloten de „Interessengemeinschaft Rhei- nischer Eisenbahner", waarvan het doel was Duitsch spoorwegpersoneel van de regie te winnen voor de separatistische beweging. Tc Oberhausen hebben de separatisten de ,,Rep- ko" of „Republikeinsche Polizeitruppe" ter sterkte van ongeveer 300 man gevormd. Uit den aard der zaak was het treven van Matthes c.s. verloren moeite. De groote mas sa van de Rijnlandsche bevolking, die over het algemeen vast overtuigd is van de nood- Zakelijkheid van volkomen aanvaarding van het rapport-Dawes, staat beslist vijandig er tegenover. Grooter^ steun voor zijn politiek dan Rijnland, het bolwerk van het centrum, heeft de rijkskanselier Marx, zelf een Rijn lander, waarschijnlijk niet. De „Kölz. Z." voorziet dan ook, dat de scheuren in en het verval van de separatis tische beweging onder de gegeven omstandig heden steeds grooter zullen worden. Na den moord op Mattcotti- De correspondent van de „Temps" te Ro me meldt, dat Mussolini besloten heeft niet met vacantie te gaan. Hij zal den zomer be steden om de „normaliseering" van het land in gang te zetten. Het blad „El Sereno" weet te vertellen, dat generaal De Bono, opperbevelhebber van de fascistische militie en oud-directeur gene raal der recherche, binnenkort door de magis traten met de instructie in de zaak-Matteotti belast, zal worden ondervraagd over de vol gende punten lo. Waarom heeft, zoodra de misdaad tegen Matteotti bekend werd, de algemeene directie der recherche de taak op zich geno men zelf het onderzoek te leiden ter opspo ring der misdadigers 2o. Waarom heeft zij den prefect van poli tie, Bertini, uigenoodigd, alleen de bevelen uit te voeren, welke hem zouden geworden, aldus gedurende twee dagen belettend, dat door zijn dienst rechtstreeksche nasporingen werden gedaan 3o. Welke waren de betrekkingen tus schen generaal De Bono en den heer Filip- pelli, oud-directeur van de „Corriere d'Ita- lia" 4o. Waarom heeft de heer Dumini een kaart gekregen van opsporingsambtenaar der algemeene directie van de recherche? 5o. Welke sommen heeft generaal De Bono betaald aan den heer Dumini en aan de an dere personen, bij de zaak-Matteotti be trokken DE VERHOUDING VAN FRANKRIJK TOT HET VATIC A AN. Senator Jonnart, oud gezant bij het Vati- caan, heeft te kennen gegeven, dat hij zijn in terpellatie inzake de opheffing van het gezant schap bij den Heiligen Stoel niet heeft inge trokken, doch'dezeriij deJberaadslagingen|over de begrooting voor 1925 zal houden. Z H. DE PAUS GEKWETST. Draadloos wordt uit Rome gemeld, dat de Paus in een der vertrekken van het Vati- caan door het dichtslaan van een deur, tenge volge van den tocht, aan het hoofd is gekwetst. EEN VERKLARING DER RUHR- INDUSTRIEELEN. De industrieelen uit het Roergebied heb ben een verklaring gepubliceerd, waarin zij zeggen, dat het niet verlengen der Micum- contracten niet moet worden toegeschreven aan onwil hunnerzijds om met Frankrijk tot een regeling te komen, doch dat zij door deze wijziging alleen willen pogen de ten uitvoerlegging van het rapport der des kundigen zooveel mogelijk te bespoedigen. Volgens een bericht uit Genève, zijn de vertegenwoordigers der Italiaansche re geering in Zwitserland officieus uitgenoodigd te Genève een appartement voor den heer Mussolini te zoeken, die voornemens zou zijn de Septembervergadering van den Volkenbond bij te wonen, tegelijk met Mac Donald en Herriot. DE INBESLAGNEMING DER REGEE- RINGSGEBOUWEN TE DUSSELDORF Volgens mededeeling van den regeerings- president te Dusseldorf) is het stopzetten der bestuurszaken tijdelijk onvermijdelijk ten gevolge van de inbeslagneming van een groot deel van de regeeringsgebouwen door de bezetting. De bladen bevestigen, dat in ver band met deze inbeslagneming de Duitsche gezant te Parijs zich tot de Fransche regeering heeft gewend en ten antwoord heeft gekre gen, dat aan generaal Degoutte om inlich tingen is gevaagd. VOOR ZEVEN MILLIOEN FRS. GE STOLEN. Een B. T. A.-telegram uit Aken maakt melding van berooving van de militaire post in een trein uit Aken enkele dagen geleden. Behalve de correspondentie werd voor een waarde van zeven millioen frs. gestolen. Een der dieven en een postambtenaar zijn reeds gearresteerd. De militaire recherche zoekt het spoor van twee andere dieven. Een cheque van ongeveer 100.000 frs. is reeds aangeboden bij een bank in de Belgische DE STAKING VAN BOUWVAKARBEI DERS IN ENGELAND BEGONNEN. Zaterdag is de aangekondigde staking van bouwvakarbeiders in Engeland begonnen, doch op verscheidene plaatsen in de provin cie zouden patroons bereid zijn loonsver- hooging toe te staan, teneinde het stopzetten van den arbeid te voorkomen, v HET ZUID-AFRIK A ANSCHE PARLE MENT. De Zuid-Afrikaansche regeering heeft bekend gemaakt, dat de aanstaande zitting van het Parlement vijf weken zal duren. Daarna zal het parlement tot Januari op reces gaan. EEN SCHEEPSBRAND. Het s.s. „Three Rivers", dat van Baltimore uit naar de Chesapeake-baai met 350 passa giers is vertrokken, is in den nacht van 4 Juli totaal afgebrand. Verschillende passagiers sprongen over boord en werden door andere schepen opgepikt. Gevreesd wordt, dat er talrijke levens verloren zijn gegaan. In Juni 1923 vertrok de schoener „Tedd y' van de maatschappij Oost-Groenland ui Kopenhagen voor een expeditie naar de oost kust van Groenland. Sedert werd niet mee: van h»t schip vernomen. Den 29en Juni var; dit jaar vertrok een Deensche boot uit Kopen hagen om naar de „Teddy" te zoeken. Volgens een bericht van den Deenschen draadloozen dienst heeft blijkens een officieel bericht, te Kopenhagen ontvangen, het Noor sche departement van buitenlandsche zaken telegrafisch bericht ontvangen van een Noorsch schip, dat de bemanning van 21 koppen van den vermisten Deenschen schoe ner „Teddy" zich te Angmagsalik aan de Oostkust van Groenland bevindt. Geen verdere onlichtingen zijn uit Christiania ontvangen in antwoord op vragen van het Deensche departement van buitenlandsche zaken. Er bestaat nog eenige onzekerheid en er is geen aanwijzing of het schip zelf te Angmagsalik is of de bemanning daar is aan gekomen van een andere plaats, waar het schip vergaan of in het ijs bekneld is. Even min is er eenige officieele inlichting omtrent den naam van het schip, dat het telegram naar Noorwegen heeft gezonden of dat dit telegram een draadloos bericht is of uit eenig ongenoemd centrum per kabel gekomen is. Volgens berichten van particuliere zijde zou het bericht afkomstig zijn van het Noor- sche schip de „Quest", dat op een jacht- expeditie is. Het schip, dat 29 Juni uit Kopenhagen is vertrokken om de „Teddy" te zoeken en dat nu nabij Groenland moet zijn, heeft draad loos opdracht ontvangen rechtstreeks naaf Angmagsalik te gaan cn een onderzoek in te stellen. van de voor ons land belangrijkste stations. Nieuwsberichten (Vas Dias) Amsterdam P. C. F. F. Golflengte 2000 M. Dagelijks (uitgezonderd Zondag) 8,15— 8,30 v.m.; 10—10.12 v.m.; 11.30—11.55 v.m.; 12,15—12,30 n.m.; 1,05—1,20 n.m.; 3—3,30 n.m.j 4,154,28 n.m. Tijdseinen: 10.15 v.m. en 4.30 n.m. Eifecten en Geldkoersen (Vaz Diaz, zie hierboven) te 1,301.4522.152.30 en 2.45 n.m. (uitgezonderd Zondag en vacan- tiedagen en Zaterdag alleen 10.3011.30 v.m.) Weerberichten Vossegat Bé 1050 M.: 11.10 v.m. en 12,30 n.m. en 8 n.m. (Ge meenlijk Morseseinen in langzaam tempo, waarop men zicb oefenen kan). Londen 2 L.O. goiilengte 365 M. Somtijds 3.205.20 n.m., dames half uurtje, 5.50 kinderuurtje, 7,5010.50 lof later) con cert, opera of Popul. avond Tijdseinen 7.20 en 9.50 n.m. Maandag. Donderdag en Zaterdag Dansmuziek (Jaz- band) van uit het Savoy Hotel te Londen na 10.20 n.m Diverse Engelsche stations hebben onge veer dezelfde zenduren en wel: Cardiff 5 W A. op 350 M. Manchester 2 Z. Y. op 375 M. Bournemouth 6 B M. op 385 M. New Castle 5 N. O. op 400 M Glasgow 5 G. S. op 420 M. Birmingham 5 I. T. op 475 M- Aberdeen 2 B D op 495 M. Radio Paris S. F. R. 1780 M, Con cert (Tzigane orkest) 1.05 n.m. dito te 5.0f n.m. (vocaal of instrumentaal) dito te 9.2( n.m., als 5.05 of aansluiting op opera o anderszins (voorafgegaan te 8.50 n.m. doo; Nieuwsberichten). Gemeenlijk Donderdag en Zondag Dans muziek tot ruim elf uur. event afgewisseld door chansons of causcriën. Eiffel toren F. L. 2600 M. 7 en 11 uur v.ntf., 7.20 en 10.35 n.m. Weerbericht 3.50 n.m. Bcursverslag 6.307.15 njn. concert. 11.2011.25 n.m. en 12.04 Tijdsei nen. Ecole Supp. P. T. T. 450 M.: Dage lijks, behalve Maandag te 9.20 n.m., voor drachten, enz. Petit Parisïen 340 M.r Gemeenlijk Dinsdag. Donderdag en Vrijdag 8.50 n.m. concert. Brussel S. B. R. 265 M. 5.206.20 n.m. en 8.351020 n.m. concert. Haren (Brussel) B. A. V. - 1100 M. 5.1P n.m. Weerbericht Königswusterhausen L. P. 4000 M. 7.20 v.m.6 n.m. berichten (ongeregeld) Maandag cn Vrijdag 8.209.20 n.m. concert op 2700 M. Zondag alleen 11.20 v.m. 1.20 n.m. Eberswalde 2700 M. Gemeenlijk Dinsdag en Donderdag concert 8.209.2c PROGRAMMA. Maandag 7 Juli, 7.158.30 u. Hilvers. Draadl. Omroep. 1050 M. Kinderuurtje door mevr. Antoin v. Dijk. Ned. Radio Industrie, Den Haag. 8.30 11 u. 1050 M. Concert door „de Bata vieren," gevolgd door bespreking van Cor respondentie. Dinsdag 8 Juli, 810 u. Labarat. Heussen, Den Haag. 1050 M. Concert of Instrumentsoli. <7. •Mijne heeren," voegde hij er ten laalste «h. „de menschelijke gerechtigheid, waarvan gij de vertegenwoordigers zijt, zou huiveren, xelfs den grootsten misdadiger zulk een straf op te leggen. Welnu, de man, dien gij ge roepen zijt, tc beoordcelen, de man, die op zulk een wijze naar ziel cn lichaam heeft geleden, die man is onschuldig, ik zweer het u, en ik neem den gekruisigden, wiens beel tenis gij hier allen aanschouwt, tot getuige: Edmond de Bcllenoise is rein van elke mis daad! Met mijn eer sta ik voor de zijne in en ik vraag u niet slechts zijn leven en zijn vrijheid, maar ik verwacht van u,~dat hij len rolle in zijn eer hersteld zal worden. De advocaat zweeg- j Groote tranen vloeiden, zonder dat hij het self bemerkte, langs zijn oogen. Edmond, met het hoofd in zijne handen, sniekte. i De aandoening en verteedering van het publiek waren onbegrijpelijk; de vrouwen, die, zooals we reeds zeiden, in groot aan tal aanwezig waren, weenden, evenals bij de opvoering van een roerend drama, de leden der Jury werden, 'niettegeaftaajjjU. het bui tengewone gewicht hunner roeping, in het algemeen gevoelen medegesleept en keerden hun hoofden om, terwijl zij in stilte een traan wegveegden. Werkelijk was in dal oogenblik de zaak van den werktuigkundige voor het publiek gewonnen. Eene algeheele omkeering had cr in de openbare meening plaats gevonden; zelfs aan dc meest vooringenomen personen scheen de onschuld van den gevangene nu duidelijk toe en wanneer de jury terstond geroci>cn was geworden, om het oordeel ui' te spreken, zou volgens ieders overtuiging dc uitspraak „niet schuldig" zijn geweest. Ongelukkig kon het niet zoo zijn; het woord was aan het openbaar ministerie voor de repliek en de prokureur des konings stond op. Gedurende de weinige minuten, die cr ver liepen tusschen het pleidooi van den advo caat cn de eerste woorden van den proku reur des konings, wenkte Edmond zijn ver dediger, bij hem te komen. De jonge man haastte zich, aan dat ver zoek te voldoen, en zich tot den beschuldig de vooroverbuigende, vroeg bij fluisterend: „Welnu, zijt gij over mij tevreden?" „O mijnheer, wees gezegend! Gij hebt een wonder verricht, gij bebt licht gebracht in c!c duisternis, mijn dochter zal u het behoud "an haren vader te danken hebben. Ik ben gered, gered door u!" „Helaas!" dacht de advocaat, „nog niet," De prokureur-des konings ving zijn rede aan. Deze hooggeplaatste magistraatsper soon, diep doordrongen van de schuld van Edmond. wendde bovcnmenschelijke pogin gen aan, om te verhinderen, dat de man, dien hij als een groot misdadiger beschouwde, aan den wrekenden arm van het gerecht zou ontkomen. De advocaat van den beschuldigde was geslaagd door op het gevoel zijner hoorders te werken. Dc prokureur des konings richtte zich 'tot het gezonde verstand. Nauwelijks was hij begonnen te spreken of eene geheel terugwerking vond plaats; de geestdrift bekoelde, de aandoening hield op. Hij bracht' openlijk hulde aan hel buiten gewone talent van den jeugdigen verdediger, maar betreurde tegelijkertijd hel gevaarlijke en schadelijke gebruik, dat hij van een wel sprekendheid had gemaakt, waarop, in een tegenovergesteld geval, de balie met recht "trotsch had kunnen zijn. Daarna kwam hij tot de zaak zelf, en weer legde woord voor woord de gansche pleit rede van den jongen advocaat. Toen hij zijn taak geëindigd had, waren al dc feiten der akte van beschuldiging, die door den verdediger ontzenuwd waren, op nieuw in hunne kracht hersteld en het scheen meer dan ooit onmogelijk, die tegen te spreken. Een diepe, doodelijke stille hcerschfe ge durende enkele oogenblikken in de zaal. Die stilte werd door dof gekerm afgebroken. Ieders oog vestigde zich op Edmond. De ongelukkige hield met beide handen de leu ning voor hem krampachtig omvat; zijn gan sche lichaam beefde zenuwachtig, zijn gelaal was doodsbleek en nat van zweet. Hij ge leek op iemand, die den dood nabij is. Vreeselijk waren de gewaarwordingen van Edmond op dat oogenblik. Nadat hij zijn hart voor de hoop had opengezet, viel hij thans van het toppunt zijner blijde verwach tingen eensklaps in den afgrond van wan hoop en duisternis terug, waarin hij reeds zoo lang vruchteloos geworsteld had, Dat was te veel voor iemand, die reeds zooveel beproevingen had doorstaan. De krachten begaven hem naar ziel en lichaam en hij zou ongetwijfeld ineengezonken zijn, wanneer hij zich niet aan de leuning had vastgehouden. Getroffen door dien toestand van hevig zielclijden, vergat' de president den beschul digde, om in hem slechts den mensch te zien, en gaf bevel, hem een glas water te brengen. „Wanneer gij eenige oogenblikken noodig hebt om u te herstellen," sprak de president daarop, „zal ik de zitting schorsen." „Ik dank u, mijnheer de president," sprak Edmond, na gedronken te hebben, „ik ge voel mij reeds beter. God zal mij ongetwijfeld den moed geven, tot hpt einde toe te vol harden; hij zal mij toestaan...." De ongelukkige kon niet eindigen; hij viel bewusteloos op den grond. Een dof gemompel deed zich onder het publiek hooren bij dit onverwaqjjie xaojtyaJ waardoor de zitting noodzakelijk voor een bepaalden tijd werd geschorst'. Het was intusschen donker geworden. De lampen waren aangestoken en verspreidden in de ruime zaal een somber, twijfelachtig licht, waardoor de naargeestigheid van het tooneel nog werd verhoogd. Op bevel van den president droegen de beide gendarmes het beweginglooze lichaam van Edmond naar de getuigenzaal, terwijl twee geneeskundigen benoemd werden, om 'adelijk een onderzoek naar :.-'in toestand in te stellen en oogenblikkelijk rapport uit te bi;engen. Een kwartier daarna kwamen beide dok toren terug en verklaarden eenstemmig, dat de gevangene door gepaste geneeskundige hulp nog zou te redden zijn, doch dat een beroerte te vreezen was. In elk geval zou hij dien nacht' tusschen leven en dood zwe ven, in de bepaalde onmogelijkheid, om iets te hooren of te begrijpen van wat er zou gesproken of gedaan worden. Tegenover zulk een geval was het on mogelijk, de behandeling der zaak verder voort te zetten. De verdediger van Edmond stond op en vroeg de verdaging van het pro ces tot de volgende zitting. Deze verdadiging, die toegestaan werd, stond gelijk met een uitstel van drie maan den. „Dat is een overwinning," dacht de ad vocaat bij zich zelf, „wie w^ef, Wat er in - dien tijd nog kan gebeuren. i TWEEDE GEDEELTE. EERSTE HOOFDSTUK. „Moet ik u danken, voor hetgeen gij gis teren voor mij hebt gedaan?" sprak Edmond met zwakke stem, terwijl hij zich in zijn bed oprichtte en zijn verdediger de hand drukte, toen deze hem den volgenden dag een bezoek kwam brengen. „Zullen de drie maanden, die tot de volgende zitting moe ten verloopen, iets anders ten gevolge heb ben dan eene verlenging van mijn lijden? Moet ik niet liever dc zwakheid verwen- schen, die mij op het beslissende oogenblik ineen deed zinken, en de oorzaak is, dat mijn lot op eens is beslist?" „Gij moet integendeel het toeval zege nen, Edmond," antwoordde de advocaat. „Ik koester dc beste verwachtingen van 't uitstel, dat ons is geschonken." „Wat hoopt gij dan toch in 's hemels naam? Waarop rekent gij?" „Ik reken op hef toeval. Ik hoop, dat een lichtstraal de duisternis, die ons omringt, zal verdrijven. Van waar die komen zal, weet ik niet, maar toch verwacht ik hem. Ik heb nog hoop, dat de ware moordenaar zich door de eene of andere onvoorzichtig- heid zal verraden of door een zijner mede plichtigen overgeleverd zal worden. Dat is reeds duizende malen geschied en zal nog duizende malen geschieden." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5