UTÏÏ2*!
VOOR OUDERS EN OPVOEDERS.
RADIO-
OMROEP
Ontdekte misdaad.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT,
Tweede Blad - Maandag 7 Juli 1924
HANDEL EN NIJVERHEID.
Rotter dam-Antwerp en en
Hamburg.
AI heldert zich het misverstand tusschen Engeland en Frankrijk
eenigszins op, toch blijkt nog steeds, dat de Fransche politiek, ook onder
Herriot, wiens handigheid in Frankrijk weinig wordt geroemd, nog steeds
veel behoudender blijft dan de Engelsche.
Onder de Radio-berichten: Herriot's politiek van samenwerking met
Engeland in het herstel-vraagstuk, Te Berlijn verwacht men het af
treden van den minister-van Binncnlandsche zaken, Dr. Jarres.
GEM. BUI7ENL. BERICHTEN.
OOK MUSSOLINI NAAR GENEVE?
DE BEMANNING VAN DEN
DEENSCHEN SCHOENER „TEDDY"
TERECHT
DAGELIJKS
PRIMA RADIO
CONCERTTOESTELLEN
Desverlangd vanaf f 6.— per maand.
Bureau Meijer - Haarlem.
Kampervest 23 - Teief. 3620.
FEUILLETON.
DE EUCHARISTIE EN DE KINDEREN.
Veel wordt er in onze dagen voor het kind,
oor de jeugd gedaan; en het resultaat?
Monseigneur A. F. Diepen schreef in den
vastenbrief van 1922:
1 ot de keuze om over de opvoeding te
schrijven, voert ons de bedroevende en
r 'stwekkendc alom te constateeren, verru-
v mg, verontchrislelijking en verontzedelij-
k:ng der jeugd; zelfs reeds in die jaren, waar.
i'i haar aangeboren eigenschappen en behoef-
ien haar als van natuur in beminnelijke on
derwerping aan het gezag, in lieftallige be-
heidenheid en onschuld, in eenvoud, tevre-
i cnheid en godsdienstigheid plegen te doen
irtmunten. Hoe dikwijls en van hocvele
oivders en anderfen hoort men juist in dezen
zin de klacht: „Er zijn haast geen kinderen
r'eer. Enkele jaren vroeger teekende Mgr,
Y on Keppler op: „En nu moet nog het al-
1 .treurigste geconstateerd worden; zelfs de
1, ndsheid en de jeugd, aan wie men in alle
L.den een voorrecht en vreugde toekende,
voor wie de vreugde even noodzakelijk is als
het dagelijksch brood, zoo noodzakelijk als
zonneschijn voor de bloemen, en stuifmeel
voor de bijen, zélfs zij lijden heden ten dage
zwaar onder het gebrek aan vreugde.
Wie iets van de kinderziel begrijpt, wie
liet leven en het gedoe in deze kleine we
reld, ook maar vrij aandachtig gadeslaat, wie
"i kindergezichtjes en jongelingen-oogen kan
lezen, hij weet dat het zoo is. Wie zijn hart
aan de kinderen en de jeugd verpand heeft,
zal het met de diepste droefheid bcweenen,
cal men in onze treurige tijden, zoo opval
lend dikwijls, zooveel vaker dan nog weinig
tientallen jaren geleden in de jonge wereld
i rocgrijpe geblaseerdheid, ontevredenheid,
i erbittering ontmoet, ja ruwheid, schaamte
loosheid, gemeenheid, ver boven den leeftijd,
relfs wan- en misdaden, tot zelfmoord toe.
Daartegen, hoe wc weinig zonnige vroolijk-
heid en levenslust, van oog tot oog, van hart
lot hart sprekend. 1)
Waaraan zou men dit bankroet der opvoe-
'ing moeten wijten? De Aartsbisschop en
■Ie Bisschoppen van Nederland schreven in
hun gezamenlijk vastenamendement 1924:
„De opvoeding der kinderen is thans veel
weekelijker en ziekelijker dan vroeger. Wel
wordt er voor het lichaam veel zorg gedra
gen, helaas, te weinig voor de onsterfelijke
tiel.
„Er zijn helaas tal van huisgezinnen, waar
de kinderen nooit een woord over God of
godsdienst hooren."
De ware reden van het mislukken der op
voeding geeft de profeet Jeremias op.
„Zij hebben God verlaten, de bron van
levend water en zij hebben zich regenbakken
gegraven, gescheurde bakken, die geen water
kunnen houden." (Jeremias 2. 13.)
God is uit de opvoeding verbannen. De
kinderen zijn niet meer gebracht tot Jezu^,
die zoo vriendelijk verzoekt: „Laat de kinde
ren tot Mij Komen." Tijdens Zijn sterfelijk
leven heeft Hij het kind zoo lief gehad. Hij
gaat voort met het te beminnen in de God
delijke Eucharistie. Hij wijst op zijn taberna
kel en zegt: „Laat de kinderen tot Mij ko
nen. Hij spreekt tot de ouders: „Uw hart,
lat Ik geschapen heb, kan niet teederder zijn
Jan het Mijne. Uwe waakzaamheid beschermt
uw kinderen niet zoo goed als de schaduw
van mijn altaar. Uw liefkoozingen zijn niet
zoo streelend als de mijne. Brengt de kinde
en dan tot Mij." Hij spreekt tot de priesters:
van het kind is een vruchtbare grond, waarop
al wat een Goddelijke kiem heeft, gemak
kelijk ontwikkelt en ontluikt. Wilt gij later
overvloedig oogsten, kweekt dan die jeugdige
bloemen eerst. Wilt gij een volk van vurige
Christenen aan 's Hoeren tafel zien aanzitten,
vergadert dan eerst om Mijn altaar die kleine
engelen," „Laat de kinderen tot Mij komen."
De groote Paus Pius X begreep die vriende
lijke uitnoodiging van den grootén kinder
vriend en schreef in zijn beroemd Decreet
over de Communie der kinderen voor:
„Laat de kleine kinderen tot Jezus ko
men."
Christus zegt als het ware tot het kind
zelf: „Ik heb u een zuiver hart geschonken,
opdat gij Mij meer zoudt liefhebben. Ik heb
u een eenvoudige ziel gegeven, om Mij beter
met ti te kunnen onderhouden. Ik heb u
een welsprekende tong geschonken, omdat
uw lofliederen Mij behagen. Ik wil nu de
melk en de honing der Eucharistie op uw
lippen plaatsen, opdat gij smaken moogt,
hoe zoet Ik ben! Ik vraag u, tot Mij te
komen, vlucht Mij niet." 2),
Niet zelden heeft Jezus in reine kinder
zielen een onweerstaanbaar verlangen naar
de H. Communie doen ontbranden! In het
leven van den H. Alfonsus Maria de Liguori,
door J. A. F, Kroonenburg lezen wc,
dat een tante met haar nichtje van drie jaar
bij den Heilige kwam en hem toesprak:
„Monseigneur, dit kind geqft mij vee] be
zorgdheid. Het verlangt zoo vurig naar de
H. Communie, dat het die aan alle priesters
vraagt en eindelijk heeft er een aan haar
verlangen voldaan! En wat antwoordde de
Heilige, die zelf door een zoo brandend ver
langen naar de H. Communie werd verteerd
Cn zoo diep was doorgedrongen in de gehei
men van Jezus' H. Hart? „0, hoeveel beter
is het, de H. Communie te geven aan dezen
engel dan aan zoovele Christenen wier hart
Vol ongerechtigheid is." „O, mijn kind,"
>prak de goede grijsaard van vijf-cn-tachtig
ear, „hecht u aan niemand behalve aan uw
lierbaren Jezus. Zie eens, welk een eer Hij
bewijst, wanneer Hij in uwe ziel komt. Zoo
de Paus bij u kwam, zoudt ge niet uitgaan,
maar bij hem blijven; zoo moet gij.er uw ge
luk in stellen, bij Jezus te zijn."
Zulke wonderen heeft Jezus meermalen
gewrocht, en daardoor getoond, hoe vurig
Hij verlangt, de spijze der reincn van harte
te worden.
Kinderen moeten tot Jezus gebracht
worden en er aan gewend worden, dikwijls
tot de Tafel des Hecren te naderen.
Paus Pius X z.g. heeft uitdrukkelijk ver
klaard, dat de dagclijksche Communie niet
aan de jeu£d mag worden geweigerd; zij moet
daartoe aangespoord worden. Jezus heerscht
nog in die jeugdige harten en Hij moet er blij
ven heerschen. De goddelijke genade moet
die harten geheel bezitten, voordat de drif
ten er ontwaken eit dezen er meester woor
den. Het bederf voorkomen is gemakkelijker,
dan het verdrijven. Bij de eerste Communie
heeft Jezus het kind wel overladen met Zijn
gaven, maar hij heeft ze niet uitgeput. Elke
Communie vermeerdert de godsvrucht van
het Hart, de sterkte van den wil en het licht
van het verstand. In de kracht der Spijze,
die het kind voortdurend nuttigt, zal het
overwinnaar blijven in den steeds zwaarder
wordenden strijd tegen de vijanden zijner
ziel en zijn jeugd 'in heilige onschuld door.
brengen.
„Dit verhevenste en hoogwaardigste Sa
crament is het heilmiddel voor ziel en li
chaam, de artsenij voor alle geestelijke kwa
len. Daardoor worden mijn fouten genezen,
mijn driven beteugeld, de bekoringen over
wonnen of verzwakt, een groote genade in
gestort, de ontluikende deugd vermeerderd,
het geloof bevestigd, de hoop versterkt en
dc liefde ontvlamd en verruimd." 3).
M'e't recht schreef Mgr. Von Ketteler, bis
schop van Maiz:
„lot dq opvoedingsmiddelen, die ons Chris
tus in de leer, in de genademiddelen en in
de inrichting der Kerk aanbiedt, om de kin
deren, tot ware Christenen en daardoor tot
goede en gelukkige menschcn tc maken,
behoort op de eerste plaats de H. Communie.
Wanneer zij in de jaren der jeugd dikwijls
ontvangen wordt, dan is zij het verheven
ste, het waarlijk Goddelijk opvoedingsmid
del, dat zoo vast en innig met' Christus
vereenigt, dat de wereld deze verceniging
niet meer verbreken kan."
„Moeders aldus vermanen de Bisschop,
pen van Nederland in hun jongste vasten-
mandement „leert en helpt uwe kin
deren zich niet groote zorg voor te bereiden
on'vanÊen der H. H. Sacramenten.
Ouders, gaat met uw kincjeren te Communie.
BedenM, wat dc kinderen van vader en
moeder leeren, dat blijft hun bij, geheel hun
volgend leven."
Mogen de kinderen dan van hun ouders
cercn dagelijks of ten minste veelvuldig tot
de latei des Heeren te naderen! Men zegt:
„De tijden zijn zoo slecht, de gevaren zijn
zoo groot en menigvuldig." Welnu, wanneer
vroeger het heerscbend zedenbederf de
maatschappij aan het wqnkelen bracht, richt
ten alle waarlijk groote denkers hun blikken
op de jeugd, de Iftop der toekomst. Zij
toch is de nog onaangetaste, krachtige spruit
der ten ondergang neigende maatschappij.
Volgen we dit voorbeeldt
Utrecht, St. Gregoriusihuis.
J. BERGMANS.
1) Meer vreugde.
2) De Eucharistie en het Christelijk leven
door Mgr. de Ia Bouillerie, Bisschop van
Carcasonne,
3) Thomas a Kempis. IV. Vierde hoofd
stuk Vertaling L. B. Mulder. Uitgave Eiec-
Utrecht j van hei Sl' Gregoriushuis,
1MPR1MATEUR.
Culemborg, 27 Juni 1924.
H. J. Koopmans.
Libr. Censor.
15 mct deti scheepvaart van den nieuwen
Waterweg in het eerste halfjaar van 1924
voortdurend beter gegaan. Volgens de opgave
van cte N. R. Crt., met herleiding van de
Antwerpsche tonnemaat in overeenstemming
met de meting in Rotterdam en Hamburg,
zijn er in dit halfjaar binnengekomen in
to uwen Waterweg 5430 schepen
i7-535 ton (waarvan in Rotterdam
4758 schepen met 6.984.142 ton) tegen 4279
5.979.734 ton (3776 -5 mill.
j ln eerste halve jaar van 1923
Zijnde een vermeerdering met 1151 schepen
en 1.867.801 ton (977—1.613.165).
Antwerpen 4722 schepen met 7.864.571
ton, tegen 4616 met 7.176.344 ton in Jan.-
Juru 1923, zijnde een vermeerdering met
106 schepen en 688.Mr7 ton.
Hamburg 5874 schepen en 7.516.880 ton
tegen 6568 schepen en 7.517.312 ton in
Jan.-Jum 1923, zijnde een vermindering
met 694 schepen en 432 ton.
Antwerpen overtrof den Nieuwen Water
weg dus maar met 17.036 ton (Rotterdam
ïwiJton)> tegen een verschil van
1.196.610 ton (1.805.367 met Rotterdam)
in Jan.-Junui 1923.
In de afgeloopen maand Juni kwamen den
Nieuwen Waterweg binnen 952 schepen met
1. 335.365 (Rotterdam 845 1.249.030) en
in Antwerpen 773 schepen met 1.297.134
ton, d. i. 38.231 ton minder dan in den
Nieuwen Waterweg.
v .r.;_
In Frankrijk vooral was de laatste
dagen nogal opschudding verwekt, gelijk
men gelezen heeft, door een
misverstand tusschen
Frankrijk en Engeland
inzake de door de Engelsche regeering ver
zonden uitnoodigingen voor de tusschen
MacDonald en Herriot op the Chequers
vastgestelde intergeallieerde conferentie op
16 Juli ter bespreking van het rapport-
Dawes.
Onder onze Radio-berichten van Zater
dag heeft men kunnen zien, dat hierin thans
echter eenig licht gekomen is. Niet in de
uitnoodiging voor de Londensche conferen
tie zelf, maar in een voor de Britsche gezan
ten bijgevoegde nota schijnt de Britsche
regeering haar program voor de conferentie
te hebben ontwikkeld. Zij heeft dus slechts
haar eigen meening gegeven en geen der ge
allieerden is hierdoor gebonden.
Intusschen echter heeft Herriot het, blij
kens zijn mededeelingen, noodig geacht nog
eens uitdrukkelijk te Londen te doen weten,
dat Frankrij'k zich al zijn rechten voorbe
houdt, wat volgens latere berichten dan ook
reeds is geschied.
Herriot, die al zoo duchtig door de natio
nalisten wordt aangevallen, omdat hij zich
door Mac Donald in de luren zou hebben
laten leggen, heeft tevens medegedeeld, dat
hiervan geen sprake is geweest. Hij heeft
MacDonald maar laten praten, maar zich
tot niets verbonden. Dat geeft wel een eigen-
aardigen kijk op de conferentie der beide
staatslieden. Zij komt dus hierop neer, dat
MacDonald zijn standpunt heeft uiteengezet,
dat Herriot verklaard heeft het niet heelemaal
hiermee eens te zijn, zonder echter in bij
zonderheden af te dalen en dat men de eigen
lijke discussie, ook de onderlinge, dus heeft
uitgesteld tot nader order, d.w.z. tot de con
ferentie te Londen.
In die omstandigheden heeft, wat in het
Fransche communiqué het „moreele pact
tot bestendige samenwerking" werd ge
noemd, niet z<K> heel veel beteekems.
Elkander genaderd schijnt
men al heel weinig
en men moet er dan ook rekening mee hou
den, dat de Londensche conferentie zal wor
den uitgesteld. Te meer trouwens, nu er in
Duitschland geen sprake zal zijn van een
onmiddelijke behandeling der voor de uit
voering van het plan-Dawes noodige wetten
in den Rijksdag en er in Frankrijk meer én
meer verzet komt tegen besprekingen van de
geallieerden, zoolang men omtrent de hou
ding van Duitschland geen zekerheid heeft.
Men leeft te Parijs ook nu weer in de oude
vrees, dat de Duitschers speculeeren op ver
deeldheid onder de geallieerden en daarvan
hun houding zullen laten afhangen.
Wat in Frankrijk vooral ontstemming heeft
gewekt, is dat de Britsche regeering aan de
Commissie van Herstel een dëel van haar be
voegdheden wil ontnemen en voor de con
trole op de uitvoering van het plan der des
kundigen een nieuw lichaam in het leven
wil roepen.
De Britsche regeering grondt dit op haar
opvatting, dat het plan der deskundigen
verder gaat dan het Vredesverdrag en dus
de door dit verdrag in het leven geroepen
Commissie van Herstel niet competent is.
Nu wordt het te Parijs niet onmogelijk
geacht het hieromtrent eens te worden, al zijn
de opvattingen, dat het verdrag van Versailles
gehandhaafd moet blijven of dat er een eind
aan komen moet, bezwaarlijk te vereenigen.
Men zou bijvoorbeeld aan de C. v. H.
kunnen voorschrijven in bepaalde gevallen
internationale deskundigen te raadplegen
alvorens zich uit te spreken, maar de vraag
is, in hoeverre Herriot zich op Chequers ver
bonden heeft. En die vraag geeft te Parijs
weer aanleiding tot
felle aanvallen op den
nieuwen Franschen pre
mier.
Het verst gaat Pertinax, die Herriot ronduit
beschuldigt zijn vrijheid prijs gegeven te
hebben. Hij heeft daar, schrijft dc rechtsche
journalist, dingen gezegd, die MacDonald
wel moesten doen denken, dat hij het geheel
eens was met de vier punten van het protocol
en na een uitvoerige opsomming van de punt
ten waarop Herriot niet geprotesteerd heeft
tegen MacDonald's eischen, besluit hij
„Feitelijk heeft in al deze quaesties Herriot
toegegeven. Hij heeft alleen zijn best gedaan
om een zekeren oppervlakkiger) schijn te
redden, bestemd om de nieuwe richting voor
het Fransche volk dragelijk te maken of ver
borgen te houden. Zeker, noch Frankrijk
noch de Fransche regeering zijn door de ge
sprekken op Chequers geboflden, maar
Herriot persoonlijk is niet meer vrij. Wanneer
men hem' 16 Juli naar Lpnden laat gaan zal
zijn geketend zijn weldra een vastleggen wor
den van de Fransche regeering en het Fran
sche volk."
Deze opvatting vindt men in verschillende
rechtsche Fransche bladen terug, want de
heele geschiedenis is natuurlijk een prachtige
aanleiding om Herriot van die jijde aan te
vallen. Maar ook in andere kringen spreekt
men de meening uit, dat de nieuwe premier,
nog niet zoo aan onderhandelen gewoon, te
vlug geweest is om zijn volkomen overeen
stemming met MacDonald te proclameeren
en dat hem dit thans bij de verdere bespre
kingen duchtig in den weg zal zitten. Trou
wens er is ongetwijfeld waarheid in hetgeen
vandaag Bainville schrijft in de „Action
Franqaise" dat Herriot eerst thans bemerkt,
welke moeilijkheden hij zich veroorzaakt heeft
door eenerzijds vrede en toenadering tot
Engeland en Duitschland te beloven en an
derzijds trouw aan het verdrag van Versail
lesal behoeft men de oplossing van deze
onvereenigbaarheid niet te vinden in de
richting waarin de royalistische schrijver ze
zoekt.
Ook Romier van de „Journée Industrielle"
slaat den spijker op den kop door op te mer
ken dat Herriot, bijna een nieuweling in het
ministerschap en geheel een nieuweling als
diplomaat, te veel zijn optimistische neiging
heeft gevolgd van te meenen, dat een gesprek
onder vier oogen schriftelijke voorzorgs
maatregelen vervangen kon. Door zijn te
groot vertrouwen riskeert hij thans niet alleen
het voorrecht der sympathie te verliezen,
dat bij bij onze bondgenooten had gewekt,
maar nog wat meer.
Om echter nog even terug te komen op het
Britsche verlangen, waarvan wij boven spra
ken om
een nieuw lichaam naast
dc Commissie van Herstel
in het leven te roepen er zit meer achter
dit denkbeeld, dan alleen dat de Commissie
van Herstel niet competent zou zijn voor de
controle op de uitvoering van het plan der
deskundigen, met name het rapport-Dawes.
Althans de Franschen zien er meer ach
ter. In de Commissie van Herstel hebben zij
nu de Vereenigde Staten er niet in verte
genwoordigd zijn en België steeds met hen
samenwerkt, een overheerschende positie,
dank zij de beslissende stem van den Fran
schen voorzitter. Steeds kon de Fransche
wil dus in deze commissie worden doorge
dreven. Dat de Britsche regeering aan
een onpartijdig lichaam
de vaststelling van mogelijke Duitsche te
kortkomingen wenscht over te dragen, is
dus even onbegrijpelijk, als het verzet van
Fransche zijde tegen dat denbeeld. Niet
Frankrijk maar anderen zouden dan immers
hebben te beslissen of Duitschland in ge
breke blijft of niet.en of sancties zul
len kunnen en moeten worden genomen.
Die macht wil Frankrijk niet uit handen
geven. Mag het in elk geval niet uit handen
geven, zoo houden de nationalistische bladen
den Franschen premier voor.
Nu het van woorden tot daden moet ko
men, zitten we dus weer volop in moeilijk
heden, die er zeker niet op verminderen, nu
het de meening van den Duitschen minister
van buitenlandsche zaken is, die nu Zaterdag
onder onze Laatste Radioberichten heeft
kunnen vinden, dat Duitschland eerst zal
kunnen medewerken aan het plan der des
kundigen als ook de militaire ontruimimg
van het Ruhrgebied zeker is.
Zoo is er zeker reden te over om de ver
wachtingen niet al te hoog te spannen.
Matthes en de separatis
tische beweging.
Bij de mededeeling van de uitstooting van
den separatistenleider Matthes uit zijn eigen
stichting, den Rijnsch-Westfaalsche Volks
bond;" waarvan wij Zaterdag melding maakten,
teekent de „Köln. Z." aan, dat Matthes heeft
afgedaan en dat zijn tijd voorbij is.
Matthes, die het gevaar van den nieuwen
koers voor zijn separatistische bedoelingen
inzag en den laatsten tijd sterk ijverde voor
het denkbeeld van een zelfstandig Rijnland
onder den Volkenbond, hield zich bezig met
de vorming van een verdedigingsmacht, de
„Reinische Notwehr", georganiseerd in hon
derdschappen, terwijl hij tevens in de pers
en in vergaderingen propaganda maakte voor
een referendum, als in Hannover plaats gehad
heeft met 't bekende gevolg. Hij werkte daarbij
samen met Bley, den opvolger van den ver
moorden Heinz Orbis. Zijn tactiek was, zoo
vertelt de Keulsche correspondent van de
„Manch. Guard.", gebruik te maken van den
toestand der werkloozen om hen door belof
ten van allerlei voordeelen over te halen zich
bij hem aan te sluiten. Ook was bij hem aan
gesloten de „Interessengemeinschaft Rhei-
nischer Eisenbahner", waarvan het doel was
Duitsch spoorwegpersoneel van de regie te
winnen voor de separatistische beweging. Tc
Oberhausen hebben de separatisten de ,,Rep-
ko" of „Republikeinsche Polizeitruppe" ter
sterkte van ongeveer 300 man gevormd.
Uit den aard der zaak was het treven van
Matthes c.s. verloren moeite. De groote mas
sa van de Rijnlandsche bevolking, die over
het algemeen vast overtuigd is van de nood-
Zakelijkheid van volkomen aanvaarding van
het rapport-Dawes, staat beslist vijandig er
tegenover. Grooter^ steun voor zijn politiek
dan Rijnland, het bolwerk van het centrum,
heeft de rijkskanselier Marx, zelf een Rijn
lander, waarschijnlijk niet.
De „Kölz. Z." voorziet dan ook, dat de
scheuren in en het verval van de separatis
tische beweging onder de gegeven omstandig
heden steeds grooter zullen worden.
Na den moord op Mattcotti-
De correspondent van de „Temps" te Ro
me meldt, dat Mussolini besloten heeft niet
met vacantie te gaan. Hij zal den zomer be
steden om de „normaliseering" van het land
in gang te zetten.
Het blad „El Sereno" weet te vertellen,
dat generaal De Bono, opperbevelhebber van
de fascistische militie en oud-directeur gene
raal der recherche, binnenkort door de magis
traten met de instructie in de zaak-Matteotti
belast, zal worden ondervraagd over de vol
gende punten
lo. Waarom heeft, zoodra de misdaad
tegen Matteotti bekend werd, de algemeene
directie der recherche de taak op zich geno
men zelf het onderzoek te leiden ter opspo
ring der misdadigers
2o. Waarom heeft zij den prefect van poli
tie, Bertini, uigenoodigd, alleen de bevelen
uit te voeren, welke hem zouden geworden,
aldus gedurende twee dagen belettend, dat
door zijn dienst rechtstreeksche nasporingen
werden gedaan
3o. Welke waren de betrekkingen tus
schen generaal De Bono en den heer Filip-
pelli, oud-directeur van de „Corriere d'Ita-
lia"
4o. Waarom heeft de heer Dumini een
kaart gekregen van opsporingsambtenaar der
algemeene directie van de recherche?
5o. Welke sommen heeft generaal De Bono
betaald aan den heer Dumini en aan de an
dere personen, bij de zaak-Matteotti be
trokken
DE VERHOUDING VAN FRANKRIJK
TOT HET VATIC A AN.
Senator Jonnart, oud gezant bij het Vati-
caan, heeft te kennen gegeven, dat hij zijn in
terpellatie inzake de opheffing van het gezant
schap bij den Heiligen Stoel niet heeft inge
trokken, doch'dezeriij deJberaadslagingen|over
de begrooting voor 1925 zal houden.
Z H. DE PAUS GEKWETST.
Draadloos wordt uit Rome gemeld, dat
de Paus in een der vertrekken van het Vati-
caan door het dichtslaan van een deur, tenge
volge van den tocht, aan het hoofd is gekwetst.
EEN VERKLARING DER RUHR-
INDUSTRIEELEN.
De industrieelen uit het Roergebied heb
ben een verklaring gepubliceerd, waarin zij
zeggen, dat het niet verlengen der Micum-
contracten niet moet worden toegeschreven
aan onwil hunnerzijds om met Frankrijk
tot een regeling te komen, doch dat zij door
deze wijziging alleen willen pogen de ten
uitvoerlegging van het rapport der des
kundigen zooveel mogelijk te bespoedigen.
Volgens een bericht uit Genève, zijn de
vertegenwoordigers der Italiaansche re
geering in Zwitserland officieus uitgenoodigd
te Genève een appartement voor den heer
Mussolini te zoeken, die voornemens zou
zijn de Septembervergadering van den
Volkenbond bij te wonen, tegelijk met Mac
Donald en Herriot.
DE INBESLAGNEMING DER REGEE-
RINGSGEBOUWEN TE DUSSELDORF
Volgens mededeeling van den regeerings-
president te Dusseldorf) is het stopzetten der
bestuurszaken tijdelijk onvermijdelijk ten
gevolge van de inbeslagneming van een groot
deel van de regeeringsgebouwen door de
bezetting. De bladen bevestigen, dat in ver
band met deze inbeslagneming de Duitsche
gezant te Parijs zich tot de Fransche regeering
heeft gewend en ten antwoord heeft gekre
gen, dat aan generaal Degoutte om inlich
tingen is gevaagd.
VOOR ZEVEN MILLIOEN FRS. GE
STOLEN.
Een B. T. A.-telegram uit Aken maakt
melding van berooving van de militaire post
in een trein uit Aken enkele dagen geleden.
Behalve de correspondentie werd voor een
waarde van zeven millioen frs. gestolen. Een
der dieven en een postambtenaar zijn reeds
gearresteerd. De militaire recherche zoekt
het spoor van twee andere dieven. Een
cheque van ongeveer 100.000 frs. is reeds
aangeboden bij een bank in de Belgische
DE STAKING VAN BOUWVAKARBEI
DERS IN ENGELAND BEGONNEN.
Zaterdag is de aangekondigde staking van
bouwvakarbeiders in Engeland begonnen,
doch op verscheidene plaatsen in de provin
cie zouden patroons bereid zijn loonsver-
hooging toe te staan, teneinde het stopzetten
van den arbeid te voorkomen,
v
HET ZUID-AFRIK A ANSCHE PARLE
MENT.
De Zuid-Afrikaansche regeering heeft
bekend gemaakt, dat de aanstaande zitting
van het Parlement vijf weken zal duren.
Daarna zal het parlement tot Januari op
reces gaan.
EEN SCHEEPSBRAND.
Het s.s. „Three Rivers", dat van Baltimore
uit naar de Chesapeake-baai met 350 passa
giers is vertrokken, is in den nacht van 4 Juli
totaal afgebrand. Verschillende passagiers
sprongen over boord en werden door andere
schepen opgepikt. Gevreesd wordt, dat er
talrijke levens verloren zijn gegaan.
In Juni 1923 vertrok de schoener „Tedd y'
van de maatschappij Oost-Groenland ui
Kopenhagen voor een expeditie naar de oost
kust van Groenland. Sedert werd niet mee:
van h»t schip vernomen. Den 29en Juni var;
dit jaar vertrok een Deensche boot uit Kopen
hagen om naar de „Teddy" te zoeken.
Volgens een bericht van den Deenschen
draadloozen dienst heeft blijkens een officieel
bericht, te Kopenhagen ontvangen, het Noor
sche departement van buitenlandsche zaken
telegrafisch bericht ontvangen van een
Noorsch schip, dat de bemanning van 21
koppen van den vermisten Deenschen schoe
ner „Teddy" zich te Angmagsalik aan de
Oostkust van Groenland bevindt. Geen
verdere onlichtingen zijn uit Christiania
ontvangen in antwoord op vragen van het
Deensche departement van buitenlandsche
zaken. Er bestaat nog eenige onzekerheid en
er is geen aanwijzing of het schip zelf te
Angmagsalik is of de bemanning daar is aan
gekomen van een andere plaats, waar het
schip vergaan of in het ijs bekneld is. Even
min is er eenige officieele inlichting omtrent
den naam van het schip, dat het telegram
naar Noorwegen heeft gezonden of dat dit
telegram een draadloos bericht is of uit eenig
ongenoemd centrum per kabel gekomen is.
Volgens berichten van particuliere zijde
zou het bericht afkomstig zijn van het Noor-
sche schip de „Quest", dat op een jacht-
expeditie is.
Het schip, dat 29 Juni uit Kopenhagen is
vertrokken om de „Teddy" te zoeken en dat
nu nabij Groenland moet zijn, heeft draad
loos opdracht ontvangen rechtstreeks naaf
Angmagsalik te gaan cn een onderzoek in te
stellen.
van de voor ons
land belangrijkste
stations.
Nieuwsberichten (Vas Dias) Amsterdam
P. C. F. F. Golflengte 2000 M.
Dagelijks (uitgezonderd Zondag) 8,15—
8,30 v.m.; 10—10.12 v.m.; 11.30—11.55 v.m.;
12,15—12,30 n.m.; 1,05—1,20 n.m.; 3—3,30
n.m.j 4,154,28 n.m.
Tijdseinen: 10.15 v.m. en 4.30 n.m.
Eifecten en Geldkoersen (Vaz Diaz, zie
hierboven) te 1,301.4522.152.30 en
2.45 n.m. (uitgezonderd Zondag en vacan-
tiedagen en Zaterdag alleen 10.3011.30
v.m.)
Weerberichten Vossegat Bé 1050
M.: 11.10 v.m. en 12,30 n.m. en 8 n.m. (Ge
meenlijk Morseseinen in langzaam tempo,
waarop men zicb oefenen kan).
Londen 2 L.O. goiilengte 365 M.
Somtijds 3.205.20 n.m., dames half uurtje,
5.50 kinderuurtje, 7,5010.50 lof later) con
cert, opera of Popul. avond
Tijdseinen 7.20 en 9.50 n.m. Maandag.
Donderdag en Zaterdag Dansmuziek (Jaz-
band) van uit het Savoy Hotel te Londen
na 10.20 n.m
Diverse Engelsche stations hebben onge
veer dezelfde zenduren en wel:
Cardiff 5 W A. op 350 M.
Manchester 2 Z. Y. op 375 M.
Bournemouth 6 B M. op 385 M.
New Castle 5 N. O. op 400 M
Glasgow 5 G. S. op 420 M.
Birmingham 5 I. T. op 475 M-
Aberdeen 2 B D op 495 M.
Radio Paris S. F. R. 1780 M, Con
cert (Tzigane orkest) 1.05 n.m. dito te 5.0f
n.m. (vocaal of instrumentaal) dito te 9.2(
n.m., als 5.05 of aansluiting op opera o
anderszins (voorafgegaan te 8.50 n.m. doo;
Nieuwsberichten).
Gemeenlijk Donderdag en Zondag Dans
muziek tot ruim elf uur. event afgewisseld
door chansons of causcriën.
Eiffel toren F. L. 2600 M. 7 en 11
uur v.ntf., 7.20 en 10.35 n.m. Weerbericht
3.50 n.m. Bcursverslag 6.307.15 njn.
concert. 11.2011.25 n.m. en 12.04 Tijdsei
nen.
Ecole Supp. P. T. T. 450 M.: Dage
lijks, behalve Maandag te 9.20 n.m., voor
drachten, enz.
Petit Parisïen 340 M.r Gemeenlijk
Dinsdag. Donderdag en Vrijdag 8.50 n.m.
concert.
Brussel S. B. R. 265 M. 5.206.20
n.m. en 8.351020 n.m. concert.
Haren (Brussel) B. A. V. - 1100 M. 5.1P
n.m. Weerbericht
Königswusterhausen L. P. 4000 M.
7.20 v.m.6 n.m. berichten (ongeregeld)
Maandag cn Vrijdag 8.209.20 n.m. concert
op 2700 M. Zondag alleen 11.20 v.m.
1.20 n.m.
Eberswalde 2700 M. Gemeenlijk
Dinsdag en Donderdag concert 8.209.2c
PROGRAMMA.
Maandag 7 Juli, 7.158.30 u.
Hilvers. Draadl. Omroep. 1050 M.
Kinderuurtje door mevr. Antoin v. Dijk.
Ned. Radio Industrie, Den Haag. 8.30
11 u. 1050 M. Concert door „de Bata
vieren," gevolgd door bespreking van Cor
respondentie.
Dinsdag 8 Juli, 810 u.
Labarat. Heussen, Den Haag. 1050 M.
Concert of Instrumentsoli.
<7.
•Mijne heeren," voegde hij er ten laalste
«h. „de menschelijke gerechtigheid, waarvan
gij de vertegenwoordigers zijt, zou huiveren,
xelfs den grootsten misdadiger zulk een straf
op te leggen. Welnu, de man, dien gij ge
roepen zijt, tc beoordcelen, de man, die op
zulk een wijze naar ziel cn lichaam heeft
geleden, die man is onschuldig, ik zweer het
u, en ik neem den gekruisigden, wiens beel
tenis gij hier allen aanschouwt, tot getuige:
Edmond de Bcllenoise is rein van elke mis
daad! Met mijn eer sta ik voor de zijne in
en ik vraag u niet slechts zijn leven en zijn
vrijheid, maar ik verwacht van u,~dat hij len
rolle in zijn eer hersteld zal worden.
De advocaat zweeg-
j Groote tranen vloeiden, zonder dat hij het
self bemerkte, langs zijn oogen.
Edmond, met het hoofd in zijne handen,
sniekte. i
De aandoening en verteedering van het
publiek waren onbegrijpelijk; de vrouwen,
die, zooals we reeds zeiden, in groot aan
tal aanwezig waren, weenden, evenals bij de
opvoering van een roerend drama, de leden
der Jury werden, 'niettegeaftaajjjU. het bui
tengewone gewicht hunner roeping, in het
algemeen gevoelen medegesleept en keerden
hun hoofden om, terwijl zij in stilte een
traan wegveegden.
Werkelijk was in dal oogenblik de zaak
van den werktuigkundige voor het publiek
gewonnen.
Eene algeheele omkeering had cr in de
openbare meening plaats gevonden; zelfs
aan dc meest vooringenomen personen
scheen de onschuld van den gevangene nu
duidelijk toe en wanneer de jury terstond
geroci>cn was geworden, om het oordeel ui'
te spreken, zou volgens ieders overtuiging
dc uitspraak „niet schuldig" zijn geweest.
Ongelukkig kon het niet zoo zijn; het
woord was aan het openbaar ministerie
voor de repliek en de prokureur des konings
stond op.
Gedurende de weinige minuten, die cr ver
liepen tusschen het pleidooi van den advo
caat cn de eerste woorden van den proku
reur des konings, wenkte Edmond zijn ver
dediger, bij hem te komen.
De jonge man haastte zich, aan dat ver
zoek te voldoen, en zich tot den beschuldig
de vooroverbuigende, vroeg bij fluisterend:
„Welnu, zijt gij over mij tevreden?"
„O mijnheer, wees gezegend! Gij hebt een
wonder verricht, gij bebt licht gebracht in
c!c duisternis, mijn dochter zal u het behoud
"an haren vader te danken hebben. Ik ben
gered, gered door u!"
„Helaas!" dacht de advocaat, „nog niet,"
De prokureur-des konings ving zijn rede
aan. Deze hooggeplaatste magistraatsper
soon, diep doordrongen van de schuld van
Edmond. wendde bovcnmenschelijke pogin
gen aan, om te verhinderen, dat de man, dien
hij als een groot misdadiger beschouwde,
aan den wrekenden arm van het gerecht zou
ontkomen.
De advocaat van den beschuldigde was
geslaagd door op het gevoel zijner hoorders
te werken. Dc prokureur des konings richtte
zich 'tot het gezonde verstand.
Nauwelijks was hij begonnen te spreken of
eene geheel terugwerking vond plaats;
de geestdrift bekoelde, de aandoening hield
op.
Hij bracht' openlijk hulde aan hel buiten
gewone talent van den jeugdigen verdediger,
maar betreurde tegelijkertijd hel gevaarlijke
en schadelijke gebruik, dat hij van een wel
sprekendheid had gemaakt, waarop, in een
tegenovergesteld geval, de balie met recht
"trotsch had kunnen zijn.
Daarna kwam hij tot de zaak zelf, en weer
legde woord voor woord de gansche pleit
rede van den jongen advocaat.
Toen hij zijn taak geëindigd had, waren
al dc feiten der akte van beschuldiging, die
door den verdediger ontzenuwd waren, op
nieuw in hunne kracht hersteld en het scheen
meer dan ooit onmogelijk, die tegen te
spreken.
Een diepe, doodelijke stille hcerschfe ge
durende enkele oogenblikken in de zaal.
Die stilte werd door dof gekerm afgebroken.
Ieders oog vestigde zich op Edmond. De
ongelukkige hield met beide handen de leu
ning voor hem krampachtig omvat; zijn gan
sche lichaam beefde zenuwachtig, zijn gelaal
was doodsbleek en nat van zweet. Hij ge
leek op iemand, die den dood nabij is.
Vreeselijk waren de gewaarwordingen van
Edmond op dat oogenblik. Nadat hij zijn
hart voor de hoop had opengezet, viel hij
thans van het toppunt zijner blijde verwach
tingen eensklaps in den afgrond van wan
hoop en duisternis terug, waarin hij reeds
zoo lang vruchteloos geworsteld had, Dat
was te veel voor iemand, die reeds zooveel
beproevingen had doorstaan. De krachten
begaven hem naar ziel en lichaam en hij zou
ongetwijfeld ineengezonken zijn, wanneer hij
zich niet aan de leuning had vastgehouden.
Getroffen door dien toestand van hevig
zielclijden, vergat' de president den beschul
digde, om in hem slechts den mensch te zien,
en gaf bevel, hem een glas water te brengen.
„Wanneer gij eenige oogenblikken noodig
hebt om u te herstellen," sprak de president
daarop, „zal ik de zitting schorsen."
„Ik dank u, mijnheer de president," sprak
Edmond, na gedronken te hebben, „ik ge
voel mij reeds beter. God zal mij ongetwijfeld
den moed geven, tot hpt einde toe te vol
harden; hij zal mij toestaan...."
De ongelukkige kon niet eindigen; hij viel
bewusteloos op den grond.
Een dof gemompel deed zich onder het
publiek hooren bij dit onverwaqjjie xaojtyaJ
waardoor de zitting noodzakelijk voor een
bepaalden tijd werd geschorst'.
Het was intusschen donker geworden. De
lampen waren aangestoken en verspreidden
in de ruime zaal een somber, twijfelachtig
licht, waardoor de naargeestigheid van het
tooneel nog werd verhoogd.
Op bevel van den president droegen de
beide gendarmes het beweginglooze lichaam
van Edmond naar de getuigenzaal, terwijl
twee geneeskundigen benoemd werden, om
'adelijk een onderzoek naar :.-'in toestand
in te stellen en oogenblikkelijk rapport uit
te bi;engen.
Een kwartier daarna kwamen beide dok
toren terug en verklaarden eenstemmig, dat
de gevangene door gepaste geneeskundige
hulp nog zou te redden zijn, doch dat een
beroerte te vreezen was. In elk geval zou
hij dien nacht' tusschen leven en dood zwe
ven, in de bepaalde onmogelijkheid, om iets
te hooren of te begrijpen van wat er zou
gesproken of gedaan worden.
Tegenover zulk een geval was het on
mogelijk, de behandeling der zaak verder
voort te zetten. De verdediger van Edmond
stond op en vroeg de verdaging van het pro
ces tot de volgende zitting.
Deze verdadiging, die toegestaan werd,
stond gelijk met een uitstel van drie maan
den.
„Dat is een overwinning," dacht de ad
vocaat bij zich zelf, „wie w^ef, Wat er in -
dien tijd nog kan gebeuren. i
TWEEDE GEDEELTE.
EERSTE HOOFDSTUK.
„Moet ik u danken, voor hetgeen gij gis
teren voor mij hebt gedaan?" sprak Edmond
met zwakke stem, terwijl hij zich in zijn
bed oprichtte en zijn verdediger de hand
drukte, toen deze hem den volgenden dag
een bezoek kwam brengen. „Zullen de drie
maanden, die tot de volgende zitting moe
ten verloopen, iets anders ten gevolge heb
ben dan eene verlenging van mijn lijden?
Moet ik niet liever dc zwakheid verwen-
schen, die mij op het beslissende oogenblik
ineen deed zinken, en de oorzaak is, dat
mijn lot op eens is beslist?"
„Gij moet integendeel het toeval zege
nen, Edmond," antwoordde de advocaat.
„Ik koester dc beste verwachtingen van 't
uitstel, dat ons is geschonken."
„Wat hoopt gij dan toch in 's hemels
naam? Waarop rekent gij?"
„Ik reken op hef toeval. Ik hoop, dat een
lichtstraal de duisternis, die ons omringt,
zal verdrijven. Van waar die komen zal,
weet ik niet, maar toch verwacht ik hem.
Ik heb nog hoop, dat de ware moordenaar
zich door de eene of andere onvoorzichtig-
heid zal verraden of door een zijner mede
plichtigen overgeleverd zal worden. Dat is
reeds duizende malen geschied en zal nog
duizende malen geschieden."
(Wordt vervolgd).