Zie vervolg „Stadsnieuws" Pag. 4, tweede Mad. Personalia. Het einddiploma Hoogere Handelsschool. De VOORZITTER merkt op, dat voor verlaging van tarieven niet met dit voor- ;tel begonnen moet worden. Eerst moeten de belastingen voor de inw. zelf verlaagd kunnen worden. Spr. zou met een moge lijke verlaging der haven- en bruggelden willen wachten, tot de begrooting, opdat lan de financieele toestand in zijn gehee" tan beschouwd worden. Spr. gelooft verder, dat het auto-verkeer het scheepvaartverkeer vermindert. Wat het verkeer te land betreft, acht spr. het wel juist, als de schipper buiten de stad ontlaadt. De burgerij heeft belang bij bruggen. Het belang van de bruggen voor de schippers is, dat zij opengedraaid worden en daar voor moet iets betaald worden. De mededeeiingen van den heer Van Liemt in een vorige vergadering, dat de schippers Haarlem mijden, berusten groo- tendeeis op fantasie. Spr. noemt eenige cijfers over het eerste half jaar van 1924, welke overeenkomen met de vaarten in 1923. Van der Steen's motorboot uit Rot terdam komt werkelijk niet meer hier, maar die firma bestaat niet meer. Het havengeld is hier niet 6 cent per ton. Men kan abonnement afsluiten, te be ginnen bij 53 abonnementen tegen 1.80, 105 abonnementen tegen ongeveer 2ct., enz. Die abonnementen, vergeleken met andere gemeenten, is Haarlem zoo slecht niet. Spr. noemt vaste klanten als Bus, Kaarseladeveer, Vogelpoel en Noorwegen, enz., die allen betalen 2 ets. per ton. De abonnementen leveren het meeste op. De heer JOH VISSER C. H.: „En de anderen blijven weg." De VOORZITTER: „Neen, die blijven niet weg." In 1921 kwam een tonnenmaat binnen van 1.684.000, in 1922 1.480.000, in 1923 1.523.000 en in het eerste half jaar van 1924 734 000 De opbrengst was in 1920 40.000, in 1921 48 000, in 1922 77.800, in 1923 77.800, in de eerste helft van 1924 47.500 Spr. raadt nog maals aan, met een voorstel tot verlaging der tarieven te wachten tot de begrooting. De heer JOH. VISSER C. H. bestrijdt den voorzitter, maar vindt het wel aan nemelijk, te wachten tot de begrooting. Ook de heer VAN LIEMT wil wel zoo lang wachten. Maar de voorzitter had niet moeten zeggen, dat men met een dergelijk /oorstel niet moet komen midden in een begrootingsjaar. Het voorstel is al ingediend het vorige jaar October. Spr. voelt er ove rigens wel voor, te wachten tot de begroo ting voor 1925; dan heeft ook hij nieuwe gegevens. Spr. trekt zijn voorstel in. De VOORZITTER heeft den voorstellers geen verwijt willen maken van hun voor stel. De discussies worden gesloten Vastgesteld wordt dan de verordening tot wijziging de.' verordening tot heffing van havengelden. Hierna gaat de raad in geheime zitting. Na de heropening der openbare verga dering is aan de orde het volgende voor stel'. en Buitengewone school voor L. O. B. en W. bieden ter vaststelling aan een tweetal verordeningen voor de Buiten gewone school voor lager onderwijs. Dit geschiedt om de verordeningen in overeen- ming te brengen met het Koninklijk besluit betreffende de scholen voor Buitengewone scholen. B. en W. profiteeren van deze ge legenheid om het personeel dier scholen een meerder salaris te geven boven het ander onderwijspersoneel in den vorm van premievrij pensioen. Vastgesteld. Vergoeding Vakonderwijs. B. en W. stellen voor, te besluiten I. het gemiddeld bedrag per wekelijksch lesuur per jaar over 1923, dat ten laste der gemeente is gekomen voor het gegeven vak onderwijs, vast te stellen voor a. de scholen voor gewoon lager onder wijs op 160.04 b. de school voor uitgebreid Jager onder- wits op 172.66 II. de vergoeding voor de vakonderwijzers over 1923 toe te kennen voor ten hoogste 9.5 unr voor de scholen onder I a, en voor ten hoogste 72 uur voor die onder I b ver meld III. de vergoeding over 1923 voor de vakonderwijzers(essen), bedoeld in art. 101, 9e lid. der 1. o. wet 1920, vast te stellen op het bedrag, zooals in een staat achter elk der scholen is genoemd IV. B. en W. te machtigen over het jaar 1924 een voorschot op de vergoeding, be doeld in art. 101, 9e lid der Lo. wet 1920, toe te kennen aan de Besturen der bijzon dere lagere scholen, die daarvoor in aan merking wenschen te komen, tot ten hoogste 80% van het toegekende bedrag over 1923 V. te bepalen, dat bovenvermelde vergoe dingen, respectievelijk voorschotten, worden verleend onder voorwaarde, dat aan de ge meente zal worden terugbetaald al hetgeen eventueel te veel of ten onrechte mocht zijn genoten. De heer KEESEN kan niet begrijpen, waarom aan de scholen aan de Jacobijne- straat geen vergoeding toegekend wordt. B. enW. schijnen alleen te willen vergoeden de werkelijk uitgegeven bedragen aan sa larissen. Dat lijkt spr. verkeerd. Art. 9 der L. O. wet 1920 geeft geen vorm voor de vergoeding. Er wordt o.m. bij belastinghef fing wel gelet op de kosten van onder houd. Spr. meent, dat B. en W. ook hierin re kening er mte hadden moeten houden. Wethouder BRUCH zegt. dat inderdaad B. en W. meenden, alleen de salarissen te moeten vergoeden. Eerst na uitzending van het raadsstuk heeft men een bedrag ge noemd, nL 800 per leerkracht aan reis penning, vacantiegelden, enz. Dit bedrag komt B en W. niet hoog voor, integendeel zeer laag. B. en W. stellen voor, de 3 scholen aan de Jacobijnestraat uit dit voorstel te lichten. Hieromtrent zullen B. en W. dan later met een voorstel komen, waarschijnlijk in de volgende vergadering reeds. De heer GERRITSZ vraagt naar den tijd van indiening der verzoeken. Wethouder BRUCH deelt mede, dat de verzoeken in moesten komen in Januari. Een is ingekomen 14 Februari. Het was wel tijdig ingekomen maar er moest iets in gewijzigd worden. Daardoor werd de in diening iets later. Het gewijzigde voorstel van B. en W. wordt dan aangenomen. De heer De Boer is ter vergadering ge komen. Wijziging jaarweddenregeling. B. en W. bieden ter vaststelling aan een wijziging der jaarweddenregeling van het onderwijzend en bedienend personeel aan de inrichtingen voor Hooger en Middelbaar Onderwijs. Den heer GERRITSZ komt het voor, dat de verordening thans niet in zoo'n rui me mate gewijzigd moet worden. Wel kan dit z. i. voor den rector van het gymnasium, maar niet voor de directeuren der H. B. S. Ten gevolge van den minderen toeloop naar het middelbaar onderwijs, zal reeds op leerkrachten bezuinigd moeten worden. Spr. meent, dat voor de nadeelen geen uit zonderingspositie voor de directeuren moet gemaakt worden. Spr. verzoekt B. en W-, deze voordracht terug te nemen. Wethouder BRUCH antwoordt, dat inwilliging van dit verzoek zou inhouden, dat, wanneer iets minder floreert, de sa larissen zouden moeten worden vermin derd. Dat zou tornen zijn aan het vaste salaris van iemand. Het zou beteekenen een novum in de salarieering. Indertijd moest de foutieve regeling gehandhaafd worden ter verkrijging van het rijkssubsi die. Thans moet die fout echter hersteld worden en spr. meent, niet alleen ten op zichte van den rector van het gymnasium. Het is hier voorgekomen aan een school het vorige jaar, dat, wanneer een leerling overging de klas zou moeten gesplitst wor den en er 10 klassen kwamen. Ging hij niet over, dan was er geen splitsing noo- dig en bleef het aantal klassen 9, waar door het hoofd 500 minder salaris zou krijgen. Spr. acht het verkeerd, iemands salaris van dergelijke omstandigheden af hankelijk te stellen. De heer GERRITSZ is van oordeel, dat er bijzondere omstandigheden voor den raad zijn, af te wijken ten opzichte van den rector van het gymnasium, maar niet ten opzichte van de directeuren der H. B. S. Het voorstel van B. en W. acht spr. niet billijk ten opzichte van anderen, voor wie ook de druk der tijden geldt. Het aangehaalde voorbeeld door den wethouder moest niet in het debat ge bracht worden volgens spr. Daarenboven besliste niet de individu persoonlijk, maar de vergadering. Punt 1 van het voorstel van B. en W. wordt dan aangenomen met 1810 stem men. Punt 2 en daarna het geheele voor stel worden zonder stemming aangenomen. Grond in erfpacht. B. en W. stellen voor, aan J. H. Gott- mer Jr. in voortdurende erfpacht uit te geven, een stuk grond ter oppervlakte van pl.m. 10 M2 gelegen aan de Brakenburg-h straat en bestemd om als achteruitgang van het perceel aan de Molijnstraat no. 34 te worden gebruikt, en zulks tegen een erf pachtscanon van 0.97% per M2 per jaar. Goedgekeurd. B. en W stellen voor, aan mej. J. P. Blei en M. Edam in voortdurende erfpacht uit te geven pl.m. 361 M2 grond aan de Molijnstraat en de Deckerstraat tegen een erfpachtscanon van 0.97% per M2 per jaar. Goedgekeurd. B. en W stellen voor, aan J. Verha gen in voortdurende erfpacht uit te geven pl.m. 624 M2 grond, gelegen ten zuiden van de Twijnderslaan, tegen een erfpachts canon van 1.17 'per M2 per jaar. Teruggenomen. B. en W. stellen voor aan S. L. Blom en Tj. de Vries, bouwgrond in erfpacht uit te geven, aan de Karei van Mander- straat, voor het bouwen van acht woon huizen en een kantoor met magazijn, met bovenwoning, en de erfpachtscanon te stel len op 0.90 per M2 per jaar. Goedgekeurd. Verkoop grond. B. en W. stellen voor, aan P. D. Mar- gadant te verkoopen 581 M2 g'ond, gelegen aan de noordzijde van de Jan Steenstraat, tegen 15 per M2. Goedgekeurd. B. en W. stellen voor, aan J. H Gottmer Jr. te verkoopen pl.m 356 M2 grond, ge legen aan de Meester Cornelisstraat, tegen 15 per f42. Goedgekeurd - Brug over de Zomervaart. B. en W. vragen een crediet van 43.000 aan voor het bouwen van een brug over de Zomervaart. Het crediet wordt verleend. Vergunning leggen blusleiding. B. en W stellen voor, aan de Maat schappij Franco-Egyptienne te Amsterdam voor zoover de rechten der gemeente Haarlem betreft, tot wederopzeggers ver gunning te verleenen: tot het leggen en hebben van pijpleidin gen in den Spaa-ndamscheweg, kadastraal bekend gemeente Scholen sectie B No. 416, voor het transporteeren van petroleum en benzine van den te maken steiger naar het in aanbouw zijnd petroleum- en benzine depot aan dien weg en voor afvoer van damp in tegengestelde richting; tot het maken en hebben van een steiger boven den oostelijken berm van den Spaarndamscheweg; een en ander zooals op de bij dit besluit behoorende teekening is aangegeven en onder enkele voorwaarden. Goedgekeurd. Antcmobiel-gereedschapswagen brandweer. B. en W. vragen een crediet van 8200 aan voor de aanschaffing van een auto- mobiel-gereedschapswagen voor de brand weer. De heer GERRITSZ vraagt, of een be paald type de voorkeur gegeven wordt. Spr. zou willen, dat een Ned. firma gele genheid gegeven wordt, offerte te doen. De VOORZITTER antwoordt, dat het een speciaal brandweer-chassis moet zijn, waar om B. en W geen aanleiding vinden, niet in het buitenland te bestellen. De heer GERRITSZ zou willen, dat een Ned. firma de gelegenheid gegeven wordt, een dergeliiken gereedschapswagen te le veren. Sprekers bezwaar is, dat vooruit de keuze gedaan is en de Ned. industrie zelfs niet de gelegenheid gegeven wordt, een dergelijk en gereedschapswagen te geven. Spr. is van oordeel, dat er in Nederland best een firma is, die een dergelijk chas sis kan leveren. De VOORZITTER verklaart namens het college van B. en W. dat, indien het moge lijk is, de nationale industrie zeker niet voorbijgegaan zal worden. Het voorstel van B. en V/. wordt dan aangenomen. Leggen bmsleiding. B. en W. stellen voor, voor zooveel de rechten der gemeente Haarlem betreft, aan het Rijk tot wederopzeggens vergunning te verleenen, om in het jaagpad langs den rijksweg Amsterdam—Haarlem 6 afvoerlei- dingen te doen leggen en te doen uitloozen in de Amsterdamsche Vaart, onder enkele voorwaarden. De heer MIEZéRUS zegt, dat het hem verbaasd heeft, dat het rijk niet bij de Amsterdamsche Poort begint met de ver breeding van de vaart, maar eerst bij de Norftzaamstraat. Het voorstel wordt aangenomen. Verpachting aanplakken Gemeenfezuilen. B. en W. stellen voor, wederom aan A. Russ, voor den tijd van 3 jaren, voor 200 per jaar, tc verpachten het uitslui- td recht van aanplakken op 8 aanplakzui len op verschillende punten der stad. Goedgekeurd. - Aankoop nerceel. Met het oog op de verbreeding van den openharen weg, stellen B. en W. voor, voor 8001 aan tc koooen eenige percee- len aan de Dubbele Buurt, waarvoor zij een crediet van 8300 aanvragen. Goedgekeurd. Aantal ambtenaren Burg. Stand. B. en W. bieden ter vaststelling aan, een verordening, regelende het aantal amb tenaren van den Burgerlijken Stand, de verdeeling hunner werkzaamheden en de openstelling van het bureau aan den Bur gerlijken Stand. Tevens stellen B en W. voor over te gaan tot benoeming van twee onbezoldigde ambtaren, n.l. van G." J. Kok en J. C. Luitingh. Vastgesteld. De voorgestelden worden benoemd. Indeeling klassen scholen L. O. B. en W. schrijven den raad, dat zi) zich voorstellen: A. voor wat de zesklassige scholen aan gaat, te weten de Nos 17, 18, 19 20, 21 en 22: le. School No. 20 niet op te heffen; 2e. van school No 20 wordt de 3e klasse gevoegd bij die van school No 19, met desnoodig overplaatsing v. eenige leerlingen. 3e. school No. 22 geen nieuwe le klasse te geven: B. voor wat de scholen nos. 1, 2, 3, 4, 23, 24, 25, 26 en 31 aangaat (z.g voorma lige U. L. O. scholen): lo. van de 69 klassen worden 59 klassen geformeerd; 2o. aan school no. 26 wordt in 1924 geen le klasse geformeerd; 3o. de scholen nos. 1. 2, 3, 4 en 31 zul len elk 7 klassen tellen en de scholen nos. 23, 25 en 26 in 1924 elk 6 klassen. C. voor wat betreft de scholen nos. 9 en 10: school no. 10 zal in 1924 geen nieuwe le klasse krijgen, D. voor wat de scholen nos. 29 en 30 aan belangt: lo. school no. 30 wordt niet opgeheven; 2o. slechts zullen in 1924-25 aan school no. 30 overblijven het 3e, 4e en 5e leerjaar; E. voor wat betreft de scholen nos. 27 en 28: Aan school no. 28 wordt in 1924 geen nieuwe le klasse geformeerd. De heer LOOSJES dankt B. en W. voor de wijze, waarop deze moeilijke materie behandeld is. Spr. wil alleen nog de aan dacht vestigen op de wijziging betreffende de vroegere Ulo-scholen. Spr vraagt, zoo min mogelijk kinderen van de eene naar de andere school over te hevelen. De heer PEPER merkt op, dat degene, die het onderwijs verslechtert, zich ver grijpt aan de toekomst van het kind. Een verslechtering in dit voorstel is de,v»rhoo- ging van het aantal leerlingen per klasse. De overwegingen welke Burgemeester en Wethouders tot dit voorstel geleid heb ben, kunnen volgens spr. niet anders dan financieele zijn. Spr. becijfert, dat de ge meente in zeer korten tijd zich zeer vrij gevig betoond voor het middelbaar onder wijs. Er wordt thans een 250 000 meer per jaar uitgegeven voor het M. O. dan wanneer de besluiten ten opzichte van het M. O. niet genomen waren. Daarbij komt nog. dat nog steeds de kans bestaat on indiening van een voorstel voor den bouw van een nieuwe H B. S. Spr. ontwikkelt verder bezwaren tegen het voorstel van B. en W., o.m. tegen dat deel, waar van inoerking der klassen op de voormalige Ulo-scholen sprake is. Spr. he kelt het, dat het geheele college van P. en W. unaniem die verergeringen bij het onderwijs wil. Men wil den faillieten toe stand zoo spoedig mogelük in het reine hebben en de wensch, dat men knanoe regecrders wil hebben, leidt er nu toe, dat het onderwijs voor de arbeiderskinderen verslechtert Mr. Bruch heeft zich steeds als verde diger van 't openbaar onderwijs getoond en dat thans dit voorstel komt, is volgens spr. een bewijs, hoever een burgerlijk regeer der kan komen, Spr. gelooft, dat de wet houder van financiën achter deze zaak zit. De toelichting is, volgens spr., ook niet van den wethouder van onderwijs; daar is zij te flauw en te slap voor. Spr. gelooft, dat de raad deze voorstellen af moet wij zen. Geld, dat uitgespaard wordt op het onderwijs, moet aangewend worden tot ver betering van datzelfde onderwijs. Spr. dient een motie in, waarin uitgesproken wordt, dat financieele voordeelen bij het onder wijs ten voordeele van dat onderwijs wor den aangewend en het aantal leerlingen per klasse ten hoogste 30 wordt. De motie wordt niet ondersteund en komt derhalve niet in behandeling. De heer JOOSTEN merkt op, dat de sociaal-democraten erkennen, dat het moei lijk is, niet tot verslechtering bij het on derwijs ovet te gaan. Zonder het onderwijs ernstig te schaden, moet men zien, wat men doen kan voor de gemeente-financiën. Spr. vraagt zich af, waarom dit voor stel bij den raad komt. Het eenigste prac- tische is. dat het aantal leerlingen per klasse gewijzigd wordt en voor de eerste drie klassen 40 wordt Krachtens de ver ordening hebben B. en W. het recht daar toe. Het aantal 40 is buitengewoon groot voor de eerste klassen, waar dikwijls juist veel moeielijkheden zün. Het is een troost, dat vele lokalen niet geschikt zijn, 40 kin deren per klasse te bergen, waardoor prac- tisch in niet veel klassen bet aantal leer lingen zoo hoog opgevoerd zal worden. Wil men het aantal klassen terug bren gen, dan moet men gaan distribneeren Spr. zal dit deel van het voorstel niet aanvallen, maar zou gaarne willen, dat ook over de distributie van klassen de onderwijzers- organisaties gehoord worden. Wethouder BRUCH dankt de heeren Loosjes en Jonsten voor de welwillende ontvangst van dit stuk. Het voorstel is, de heer Peper heeft daar gelijk in, min of meer mat. Het is niet prettig, een ander tempo te moeten gaan volgen, waar men in principe tegen is, doch men ontkomt er niet aan Er is geen aanslag mee bedoeld op het volksonderwijs. Dit voorstel is den raad medegedeeld, oredat het aantal leerlingen per klasse verhoogd moet worden. Al hebben B. en W. formeel de bevoegdheid tot de voor gestelde wijzigingen, B. en W, meenen, dat de raad in de gelegheid moet gesteld worden, desnoods preventieve maatregelen te treffen. Het is moeilijk, een toezegging te doen, om voor overleg de oudercommissies en de onderwijzers-organisaties te hooren, om dat bij een groot aantal personen de moei- lükheden niet van de lucht zullen zijn. Wel wil snr. toezeggen, dat zooveel moge lijk met de belangen van allen rekening zal gehouden worden. Spr. neemt geen woord terug, van wat hij in den loop der jaren ten voordeele van het onderwijs gezegd heeft, maar de economische omstandigheden dwingen thans tot verandering. Te kleine klassen acht spr. paedagogisch onjuist: daarover hee'scht we! communis opinio. Uit het Dalton-stel sel biiv. blijkt, dat men wil gaan in de richting van zelfwerkzaamheid, wat, naar sur. meent, bij kleine klassen niet moge lijk is. Spr. erkent, dat het vorige jaar er een buitengewoon zwaar offer geëischl is ten opzichte van het M. O. Maar men leefde onder suggestie van de nul; er was geen gemeente-belasting. Er was kans voor heengaan van leeraren. Er was een grijp baar nadeel en daarom was er reden voor dat offer. Of in deze omstandigheden een dergelijk offer gevraagd zou worden, weet spr. nie4. Het M. O. blijft niet buiten bezui niging; netto is wel een 40.000 bezuinigd. Spr. betwijfelt, of de M. O.-scholen al leen voor beter gesitueerden zijn. Sinds dc nieuwe schoolgeldregeling is dit zeker niet zoo, terwijl voor de allerminst gesitu eerden de beurzen zijn. Spr. komt dan tot de Ulo-scholen, waar bij een verhooging van het aantal leerlin gen met 25 pet. te constateeren is. Daarom meenen B en W„ dat de ééne onderwijzer, die zou kunnen afvloeien, niet heen zou moeten gaan. Spr. wijst er verder op, dat de regeling, de vacatures vóór 1 Juli aan te vullen, onmogelijk was. Het systeem van Amster dam kan spr. dan ook niet loven. Spr. acht het niet juist, menschen eerst hier te lokken, die later toch moeten afvloeien. Spr. gaat na, hoe voor de lagere scholen het gemiddelde per klasse is in Amsterdam 31, in Rotterdam 31, in Leiden voorheen 30, maar men wil het daar opvoeren tot 48, in Dordrecht 39 a 40. Tc Haarlem zal het tusschen 30 en 31 zijn We blijven dus be neden dc genoemde plaatsen. Bij 37 klas sen bii het bijzonder onderwijs hier is het aantal leerlingen per klasse boven de 40, Waarvan er rijn klassen met 48, met 50, met 44 leerlingen Spr. kent slechts één klasse met 41 leerlingen. Spr. hoopt, dat de raad dit voorstel aanneemt. De heer PEPER repliceert, waarbij hij wel voorgetrokken wordt, wat wel bewijst er nogmaals op wijst dat z, i. het M. O het laten varen van het rijkssubsidie ver leden jaar, om de leeraren bij het M O hun salaris te laten behouden. In zijn nadere toelichting merkt wethou der BRUCH nog op, dat hij, waar de be langen van het onderwijzend personeel steeds voorgestaan worden, dit personeel ook van zijn kant niet zal schromen, wat meer arbeid te verrichten, in casu het les geven aan grootere klassen De discussies worden gesloten en het schrijven van B en W. wordt dan voor kennisgeving aangenomen. Benoemingen. Benoemd worden: tot lid van het bestuur der Vereeniging voor Ambachts- en Midd. Techn. Vakonderwijs de heer J. v d. Ban; tot regenten van het St Elisabeth's ol Groote Gasthuis de heeren mr. H. Ph. Vis ser 't Hooft en D A. C. v. d Hoorn; ter wijl voorts een aantal leeraren wederom lijdelijk wordt benoemd aan de Gemeente lijke avondschool voor nijverheidsonder wijs. De vergadering wordt dan geschorst tot des avonds 8 uur. Avondzitting. Om 8 uur kwam de raad in geheime zit ting bijeen, ter bespreking van het tweede deel van het zgn Verkeersrapport Bij deze bespreking waren ook aanwezig de architecten dr. H. P Berlage en Jos Cuy- pers en de directeur van Openbare Wer ken, de heer L. C. Dumont Bij heropening der vergadering te onge veer kwart over 9 blijken afwezig te zijn de heeren dr. Adrian, Reinalda, De Zeeuw, Klein, Wolzak en Loosjes. Overgegaan wordt tot de rondvraag. Gemengde Baden. In antwoord op een in de vorige verga dering door den heer Keesen g dane vraag omtrent het gelegenheid geven tot het ne men van gemengde of zgn, familiebaden in de gcm°entelijke bad- en zweminrichting aan de Kleverlaan, deelt wethouder BRUCH mede, dat eenigen tijd geleden een schrij ven van den Inspecteur van Lichamelijke Opvoeding int wam bij B. en W„ vermel dende, dat vele ouders aandrongen op het instellen van familiebaden. Na de proef op voorstel van den Inspecteur van Lichame lijke Opvoeding ingesteld te hebben, kwa men de bezwaren los in de „Nieuwe Haarl Courant", alsmede in een brief aan B, en W. gericht door de vereeniging „Voor Eer en Deugd". Ook in de rechtsche Raadsclub kwamen groote bezwaren voor den dag, alhoewel deze zaak toch niet er eene is van rechts tegen links. Spr. vindt geen reden tot klachten over de proef Wel is gebleken, dat van het nemen van baden door ouders gezamerlük met hun kinderen niet veel te recht komt, doch dat het meest jongelui zijn. die van deze gemengde baden ge bruik maken Mr Heerkens Thiissen en spr. zijn ten slotte van oordeel, dat, omdat in vele kringen groote bezwaren zijn, men hieraan dient tegemoet te komen. De twee andere wethouders zien deze bezwaren niet zoo, en meenen de proef wel voorloopig te kunnen doen doorgaan. Uit sportieve overwegingen zijn er mede bezwaren tegen. Het gaat noch bij mr. Heerkens Thijssen, noch bij spr. om de principe-kwestie, m^ar om practische ethiek. Het principieels bezwaar van den heer KEESEN gaat tegen het gemengde bad. Spr, had verwacht, dat de wethouder de noodzakelijkheid van het gemengde bad zou aangetoond hebben. Bij de bespreking van dit verzoek had allereerst moeten gel den, dat B. en W zouden weten, dat door de instelling van het gemengde bad een groot deel der bevolking is gegriefd. Spr. acht een gemengd bad niet noodza kelijk en komt dan tot de principe-kwestie. Er is een zedelijke verwording waar te nemen. Spr. noemt de slechte mode, too- neel, bioscoop en sport, vooral de gemeng de baden. Gemengde baden werken op de hartstochten der menschen. Mevr. MAARSCHALL: „In het water." De heer KEESEN merkt op, dat de ze deloosheid door prikkeling aangewakkerd wordt. Die prikkelig moet juist vermeden worden. De taak der overheid is o.m. be scherming der goede zeden en de sport in goede banen te leiden. Daarom is het de plicht der gemeente, geen gemengde baden in te stellen. De gemeente doet alles, om de zwem- sport te bevorderen, maar spr. is van oor deel, dat nu het gebruik der badinrichting minder zal worden, omdat vele ouders hun kinderen niet naar het gemengde bad zul len willen sturen. Volgens spr. is het ge mengde bad geen algemeen belang en geen belang, rit een oogpunt van sport bezien, De heer JOH. VISSER C. H. zegt, dat er wel een deel der bevolking voor den omgang tusschen beide geslachten is, maar spr hoopt, dat dit deel toch maar klein vertegenwoordigd is in den raad. Spr. heeft het gemengd bad bezocht en daar geruimen tijd vertoefd. Wat hem op gevallen is, is, dat aan familiebaden blijk baar geen behoefte is. Er was zeer weinig belangstelling Van families heeft spr. niets bemerkt. Misschien, dat met den naam be doeld wordt, dat de menschen, die daar komen, later familie van elkaar worden of dat zij zijn familie van Adamswege. Spr. begrijpt niet, dat zoo iets op het kantje af, door de gemeente geopend is. Het gaat niet om het zwemmen. De groote at tractie is het zien van wat daar te zien is. Waarom moet de gemeente hierin het voor beeld geven? Enkele leden lachen. De heer JOH. VISSER C. H.: „Ik begrijp niet, dat ernstige daines hierom lachen De VOORZITTER verzoekt mevr. Maar schalk ernstig deze zaak te behandelen en niet te interrumpeeren. De heer JOH. VISSER C. H. begrijpt werkelijk niet, waarom de gemeente der gelijke zaken in de hand werkt Het is volkomen verkeerd gezien, om te probee- ren, of deze zaak iets verkeerds uitwerkt, Spr. had ook wel verwacht, dat vele leden hier deze zaak niet ernstig zouden be schouwen. Er komen in het gemengd bad juist jonge menschen en geen families Het gemengd bad is een prikkeling en juist in de ge vaarlijke jaren. De heer JOOSTEN meent, dat de zaak buiten de beginselkwestie moet blijven, anders zou de indruk gewekt kunnen wor den, dat menschen van een bepaalde rich ting meer zedelijk zijn dan die van een andere richting. Wilde men de proef eindigen, dan zou er reden loe moeten zijn De heer Visser is er geweest, maar spr. vermoedt, dat de heer Visser niets gezien heeft, anders had men het wel gehoord Spr. gelooft niet, dat er bezwaar tegen is, dat men naar mooie lichaamsvormen kijkt Als we aan die be zwaren toegeven, gaat men straks nog ver der. Men spreekt hier ook al van de mode, bioscoop, enz Dan krijgt men straks nog, dat de dames-raadsleden hier moeten ver schijnen met een kleed met large mouwen en hooge boorden. Snr. noemt (le bezwaren ziekelijk Spr gelooft niet, dat de men schen nog met onzedelijke gedichten kijken naar een vrouw, die volgens de mode ge kleed is Juist door het vro> gere te veel „ingepakte" kreeg men prikk» I tot het on geziene. Men moet zich tot aan zekere grenzen er aan wennen, lichi amsvormen te zien. Dat bevordert volgens spr. meer de redelijkheid Den heer GERRITSZ heeft het ook ver baasd, dat degenen, die den wethouder bij gevallen zijn, de principe-kw» stie naar vo ren hebben gebracht, Spr. wijst cp vreemde landen, o.a. Dene marken, hoe daar het zwemmen beoefend wordt. En men neemt er geen aanstoot aan. In Zandvoort zijn thans ook gemengde ba den. En er gebeurt niets, dal hangt heele- maal van de personen zelf af De motie ven van den heer Keesen worden niet be vestigd door de werkelijkheid, Het Sta tistisch materiaal bevestigt niet dc zede- lijkheidsverwording. De tegenwoordige stu denten bijv staan op veel hooger peil dan vroeger. Dat komt, omdat er een vrijere omgang tusschen de beide geslachten is, zooals een anti-revolutionnair burgemeester spr. verzekerde. De sexualiteit is op hoo ger peil gekomen. De sexueele criminali teit is afnemende Dr. KOENEN: „En de geslachtsziekte?" De heer GERRITSZ constateert, dat er geen zedelijke verwording is. Men zou het familiebad kunnen beperken tot de fami lies zelf. Het is aardig, als de families kun nen baden. Het is ook mogelijk, dat de moeder niet mee kan gaan en wel de va der. Het is alleen de vraag, of de Woens dagmiddag goed is voor de familiebaden. Spr. zou de proef met de gemeiig:le baden willen voortzetten, als alleen familiekaar- ten beschikbaar gesteld worden en dient daartoe een voorstel in. Wethouder HEERKENS THIJSSEN sluit zirh volkomen aan bij de meening van der heer Bruch. Spr. heeft het woord gevraagd, toen gelachen werd bij de serieuze rede van den heer Visser. Daar protesteert spr. ernstig tegen. Men moet elkanders meening respecteeren Er werd naar voren ge bracht, dat in het gemengde bad personen komen, die nauwelijks de kinderschoenen ontwassen zijn en elkanders omgang zoe ken. Spr. meent, dat men ernstig moet zijn en laat daarom nogmaals een ernstig pre test hooren, dat men lacht bij een serieuse rede als van den heer Visser. Mevr. WÏLLEKES MACDONALD siu't ziel' bij dit protest aan. Wat de zaak zelf betreft, men moet haar niet vergelijken met wat in het buitenland gebeurt. Spr. ziet er zeker bezwaar in, dat de gemeente een dergelijke instelling opem als het samen baden van verschillende ge slachten, Dr KUENEN is pijnlijk getroften door wat de heer Joosten gezegd heeft H:j hef ft gezegd, dat vroeger je „ingepakte menschen meer reden tot onzedelijkheid gaven. Maar spr. vraagt, of Je heer Joos ten zijn 16-jarigen zoon ol dochter naar hei gemengde bad stuur. De heer JOOSTEN: „Och, kim!" Dr. KUENEN bespreekt, wat de beer Gerritsz gezegd heett en wijst er op, dat het aantal geboorten afneemt, omc'at de weg naar den -provocateur zoo bekend is. Ook het aantal geslachtsziekten is na den oorlog zeer sterk toegenomen. Spr meent oat het gemengde bad m geen geval mag voortduren. De heer DE BRAAL schaart zich in het a>gemeen aan de zijde van de heeren Keesen en Visser. De heer Keesen heeft er c!e aandacht op gevestigd, wat de heer Schmidt in de „Nieuwe Haariemsche Cou rant" heeft gezegd over de gemengde ba den. Spr. juicht toe, wat de wethouders Bruch en Heerkens Thijssen willen. De heet PEPER meent, dat er op een fa briek, waar men meisjes lang laat werken, meer zedelijke verwildering ontstaat, dan in 10 jaar van gemengd bad. Spr. wijst er op, dal in de gemeentelijke zweminrichting gemengde zwemwedstrij den worden gehouden. De heer JOOSTEN: „Onder leiding van den burgemeester." De heer PEPER zegt, dat de wethouder van Onderwijs de zweminrichting aafl de Kleverlaan geopend heeft Als het gemengd bad gewoonte is gewor den, is de zaak uit en kijkt men niet meer naar lichaamsvormen. Groote ongedwon genheid tusschen de geslachten bevordert de zedelijkheid. Het voorstel-Gerritsz is er zoo'n beet je tusschen in Dat is wel prettig, want dan trek je van beide zijden menschen. De heer KEESEN dient een motie in, waarin de raad als zijn meening uit spreekt, dat het niet- wenschelijk is, dat in de gemeentelijke bad- en zweminrichtin gen de gelegenheid wordt geboden tot het nemen van gemengde baden öf zooge naamde familiebaden en dat derhalve de gelegenheid tol het nemen van gemengde baden in de gemeentelijke bad- en zwem inrichting aan de Kleverlaan opgeheven dient te worden. De heer GROENENDAAL voelt er wei nig voor, met het lidmaatschap van „Voor Eer en Deugd" rond te loopen en te doen „alsof". Men kan toch we! van eer en deugd zijn Men moet elkanders opinie res pecteeren, zegt wethouder Heerkens Thijs sen, maar dan moet de rechterzijde dit ook doen van de linkerzijde. Slechts 4 uur in de week is ei in één inrichting ge legenheid voor gemengd baden. Doen die 4 uur per week zooveel kwaad. Spr. is niet gaan kijken zooals de heer Visser.... De heer JOH. VISSER (C. HJ: „Ik ben wel vader." De heer GROENENDAAL meent, dat de proef bestendigd moet blijven, ondanks de meening van „Voor Eer en Deugd" en andere goede vereenigingen. Spr. is ook niet voor hel voorstel-Gerritsz, Spr. ziet den tijd nog komen, dat er in de straten een scheidingsmuur komt, waarvan aan beide zijden mannen en vrou wen afgescheiden blijven. Mevr MAARSCHALL herinnert- er aan, dat zij meermalen gevraagd heeft gele genheid te openen voor meer baden voor vrouwen. Doch dan vond zij steeds Dr. v. d. Berg tegenover zich. En nu constateert dr. v. d. Berg in het verslag van „Het Witte Kruis", dat de proef van baden door mannen en vrouwen op hetzelfde uur uitstekend geslaagd is. Spr. houdt vast, aan wat mr. Bruch ge zegd heeft, dat er niets gebeurd is. Spr. steunt het voorstel-Gerritsz, omdat dit nog eenige redding geeft. De heer VAN LIEMT merkt op, dat de voorstanders van gemengde baden de tegenstanders bij een zekere politieke richting indeelen Maar dat is toch juist. Steeds heeft spr. hier kunnen constateeren, dat men de zaak der familiebaden van één zijde belachelijk maakt. De voorstanders van de familie-baden zijn bang, dat die familie-baden den nek omgedraaid wordt De Vereeniging „Voor Eer en Deugd" zou nooit opgericht zijn, als dit niet nood zakelijk geweest was Mejuff. BERDENIS VAN BERLEKOM vraagt naar de beteekenis van familie-ba den. Dit is h. i., dat dan alleen de families zelf komen baden. De heer v. d KAMP uit zijn ontevreden heid, dat B. en W. het familie-bad op eigen houtje ingesteld hebben. Dat had de raad moeten doen, Spr is voor het voorstel-Gerritsz. Men moet spr. niet beletten met zijn familie te gan zwemmen. De heer KINGMA sluit zich aan bij den heer Groenendaal. De heer KEERWOLF begrijpt de be zwaren van de tegenstanders der familie baden niet. Den VOORZITTER heeft den loop der debatten verwonderd, omdat het een zaak van rechts tegen links is geworden ,Er is een rechtsche meerderheid in het col lege van B en W., en het besluit tot het invoeren van familiebaden is door B. en W, unaniem genomen, waaruit blijkt, dat het geen principe-kwestie is, anders zouden de rechtsche leden van bet college van B, en W. er zich we) tegen verzet heben. Spr. heeft in het katholieke Oostenrijk gemengd zien zwemmen en zich niet geër gerd Op den toren van de badinrichting aan de Kleverlaan ziet men ook dames in badcostuum. Spr zou voor de bezwaren van de heeren Keesen en Visser uit den weg gaan, als de geestverwanten van hen gedwongen werden er aan deel te nemen. Dit is niet het geval. Men moet hun, die familiebaden voorstaan, die gelegenheid niet ontnemen. Er worden wel degelijk fa miliebaden genomen. Spr. is voor het be houd van den tegenwoordigen toestand, maar wil als concessie aan de tegenpartij wel het voorstel-Gerritsz steunen. Wethouder BRUCH vindt de zaak ern stig. Daarom moet mij zich onthouden van interrupties. Volgens spr. is de zaak er een van practische ethiek en niet van religieuse zijde of politieke richting. Anders zouden noch mr. Heerkens Thijssen, noch spr. deze zaak hebben kunnen désavoneeren. Spr. noch Mr. Heerkens Thijssen geloo- ven, dat de familiebode de onzedelijkheid in de hand werken. Hier is zuiver gevraagd naar het zwemmen en niet naar demonstra ties. Er wordt een schut geplaatst, om de omgang buiten het bad te voorkomen. Spr. begrijpt niet, dat, als bijv. dr Kuenen er zoo'n bezwaar tegen had, hij niet onmid dellijk getracht heeft het familiebad te voorkomen. Waar gezamenlijk betaald wordt, moet rekening gehouden worden met de groote strooming. Spr. brengt naar voren, dat de anti-rev. bijv. de schouwburgkwestie hebben, doch zich nooit verzet hebben tegen de meer derheid. Sprekers meening en die- van Mr. Heer kens Thijssen is, dat, nu zoo'n groot deel der bevolking zich gegriefd gevoelt, in deze de gemeente zich verder heeft te onthou den en die zaak niet verder moet sanctio- neeren. Sprekers meening is, dat iemand van na ture tot verkeerd is en dat de omstan digheden daarop inwerken. Het kwaad zit van binnen en dit wil spr. als principe voor op stellen. Het zou spr. buitengewoon aangenaam zijn, als de geheele raad momenteel met de b??waren van de tegenstanders van het fa miliebad meeging, omdat hieruit de waar deering voor elkanders gevoelen zou blij ken. De heeren KEESEN en JOHè VISSER, fC.-H.) verdedigen hun meening, waarbij de laatste vraagt, of er eerst iets verkeerds moet gebeuren. De heer GERRITSZ meent, dat de mofie- Keesen gesplitst moet worden, opdat de raad zich uit kan spreken over het ge mengd baden en over familiebaden. Voor wie familiebaden wenschen, zouden persoon Hik kae-' iiifdp-eikt k"nnen wooden. Dr. KUENEN bespreekt het verwijt van mr. Bruch aan zijn adres. Zeker, hij had zich moeten verzetten tegen het besluit der com missie, maar spr. heeft een excuse. Het ver wijt, dat spr. er een principe-kwestie van ge maakt heeft, is niet juist. Het is geen kwestie van katholiek of niet-Katholiek. Er gebeurt wel wat in de gemengde baden. Een voor name zaak voor het zedelijkheidsgevoel is het aankweeken van het schaamtegevoel. En dat gebeurt niet in de gemengde baden. De algemeene discussies worden dan geslo ten. De motie-KEESEN komt dan in stemming en wordt verworpen, met 16—13 stemmen. Tegen de S, D. A. P. en de leden v. d. Kamp, Boes, Willekes Macdonald, De Boer, Berdenis van Berlekom, Slingenberg en Peper. Het voorstel-GERRITSZ wordt aangeno men met 227 stemmen. Tegen de heeren Kuenen, Groenendaal, J. H. Visser (R.-K.), Slingenberg, Peper, Kingma en Joosten. In antwoord op de vraag van mevr. Maar schalk in een vorige vergadering gedaan, deelt wethouder BRUCH mede, dat binnen kort B, en W. met een voorstel zullen komen, bij wijze van proef te beginnen met de op richting van een Montessori-school. Tot den bouw van een nieuwe school kunnen B. en W. echter niet overgaan. Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM vraagt, wat de bedoeling is der school. Wethouder BRUCH deelt mede, dat 't de bedoeling is, een school voor voorbereidend onderwijs te stichten. De heer KINGMA klaagt er over, dat de politie-motorbrigf 'e zoo snel rijdt. De VOORZITTER zal hierover met den Commissaris van politie spreken. Verder zegt de heer KINGMA, dat de op lossing van het melkconflict tot gevolg heeft gehad, dat de huismoeders een paar cen ten meer moeten betalen. De VOORZITTER antwoordt, dat deze be middeling niet door B. en W. getroffen is en zij dus buiten de zaak staan. Mevr. VAN LOOY vraagt, of de Lange Veerstraat niet van beide zijden bereden mag worden. De maatregel van thans, (ver bod van inrijden vanaf de Oude Groenmarkt) is te lastig voor het verkeer. De VOORZIT TER belooft de zaak te zul len onderzoeken, Dr. KUENEN vraagt, ook de Kleine Hout straat in de verkeersregeling te betrekken. De heer GROENENDAAL vraagt, hoe het mogelijk is, dat de melkprijs verhoogd is. De VOORZITTER antwoordt dat bij de behandeling van het ineikrapport de kwes tie besproken kan worden. Hierna sluiting der vergadering tegen half twaalf. Heden behaalden het diploma voor ty piste (45 lettergr. in de minuut) de jonge dames: C. van Nieuwenhoven en F. Liebl, beiden leerlingen der St. Theresiaschoolj K. Houtweg. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen brengt ter algemeene ken nis, dat aan het einddiploma der erkende hoogere handelsscholen de navolgende fa ciliteiten verbonden zijn ten opzichte van verschillende functies. a. het recht om mede te dingen naar eene plaatsing bij de opleiding voor officier van administratie bij de Kon. Marine; b. het recht op toelating tot het vergelij kend examen voor surnumerair der registra tie en domeinen; c. het recht op toelating tot het examen A vocv surnumerair der directe belastingen in voerrechten en accijnzen; d. het recht op toelating tot het examen voor surnumerair der grondbelasting; e. het recht op toelating tot het examen A voor ajspirant-verificateur der invoerrech ten en accijnzen; f. het recht tot toelating tot het notarii cel examen; g. he recht op deelneming aan het schif- lingsonderzoek voor candidaat-ambtenaren voor Chineesche en Japansche zaken. h. het recht op deelneming aan hst schif- tingsonderzoek voor candidaat-ambtenaren bij den diehst der in -en uitvoerrechten en accijnzen in Ned. Indië. i. het recht op deelneming aan het schif- tingsonderzoek voor candidaat-gezaghebber bij het Binnenlandsch bestuur in Ned, In dië; k. het recht op vrijstelling van de toela tingsexamens voor en voorrang bij benoe ming tot de navolgende betrekkingen bij do administratie van den dienst der posterije, telegrafie en telefonie; kantoorbediende, telegrafist, telefoonnist, bureelambtenaar. 1. vrijstelling van het examen voor klerk bij de depatrementen van algemeen bestuur; m. het recht op toelating op he texamen voor klerk bij 's Rijks werk; n. vrijstelling van het examen voor klerk te gemeentesecretarie te Amsterdam. o. vrijstelling van het examen voor leer ling klerk ter secretarie, Amsterdam. p. vrijstelling van het examen voor tijde» lijk klerk bijderijkspostspaarbank.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 2