Van Wet en Wetgeving.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Donderdag 17 Juli 1924
GEMENGiTnIEUWS.
Ingezonden Mededeelingen
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
L_r RADIO-
OPROEP
Ontdekte misdaad.
PRIMA RADIO
CONCERTTOESTELLEN
De laatste man van den
„Grooten Trek" overleden.
De opening der intergeallieerde conferentie te Londen. In Frankrijk
is men over de te verwachten resultaten pessimistisch gestemd: men
voelt, dat het Fransche standpunt tegenover Duitschland thans ernstiger
in 't gedrang gaat komen dan ooit.
Onder de Radio-berichten: MacDonald's openingsrede ter intergeal
lieerde conferentie en zijn benoeming tot voorzitter. De Duitsche wetten
in verband met het rapport-Dawes gereed. De behandeling in den Rijksdag.
stations
DAGELIJKS
FEUILLETON.
c*}a, dat begrijp ik," antwoordde Edmond,
Mni niets van hetgeen gij mij zegt, komt mij
moeilijk of onuitvoerbaar voor; maar wanneer
ik den oppasser vastgebonden heb, ben ik
flog niet vrij. De deuren zijn goed gesloten
en buiten staan ongetwijfeld schildwachten."
Desverlangd vanaf f 6.per maand.
Bureau Meijer - Haarlem,
Kampervest 23 - Telef. 3620.
POLITIE TEN PLATTELANDE.
II.
De Staatscommissie, ingesteld bij Kon. Be-
iuit van 6 Dec. 1918 met dc opdracht te
mderzoeken, welke wijzigingen in de ge
meentewet behooren te worden aangebracht,
heeft ook het politievraagstuk onder de
oogen gezien. En de Staatscommissie heeft
caarbij zich zelve de vraag gesteld of de
oplossing van het vraagstuk niet moest wor-
ien gezocht in het doen opgaan van de ge
meente-politic in de rijkspolitie, zoodat de
gemeentepolitie zoude worden opgeheven en
de rijkspolitie voortaan in den politiedienst
oer gemeenten zoude voorzien. Maar
naar de Staatscommissie in haar rapport
constateert heeft zij dit denkbeeld al
spoedig prijsgegeven. Wel heeft het beeld
van het ééne, aaneengeslotene rijkspolitie-
gezag in theorie veel bekoorlijks, wel zijn
zelfstandigheid, eenheid en centralisatie
voor dc goede werking der politie factoren
van groot belang en schijnen deze het best
rerzekerd als de geheele politie berust
ander één gezag, maar daartegenover staat
eén nadeel. En dit ééne nadeel slaat de
Staatscommissie veel hooger aan, dan alle
oordeelen, die uit de invoering van ééne
gecentraliseerde rijkspolitie zouden kunnen
voortvloeien. Dit nadeel is, dat door een
dergelijke reorganisatie van den politiedienst
de zelfstandigheid der gemeenten zoude
worden in gevaar gebracht.
Onomwonden geeft de Staatscommissie
'oe, dat de gemeentelijke zelfstandigheid
voor een richtige uitoefening van den poli
tiedienst van onberekenbaar voordeel is.
Bergens meer aldus het rapport der Com
missie misschien dan bij deze stof is het
aoodzakelijk, dat rekening kan worden ge-
ïouden met plaatselijke verschillen en
eigenaardigheden. Op geen ander gebied is
het, op dal volgzaamheid verzekerd en ver
vet gekeerd worde, in die mate noodig dat
liet optreden en de bevelen der ambtenaren
'vorde gesteund en gedekt door het zedelijk
gezag, dat de burgemeester, hoofd der poli
tic, daaraan geeft. En alweder nergens meer
dan bij dezen tak van gemeentezorg is het
noodig, dat het ambtenarencorps niet
vreemd zij aan de gemeente, aan hare inge
zetenen en de plaatselijke belangen.
Dc Staatscommissie heeft voorts overwo
gen of niet een tusschenstelsel aanbevelens
waardig ware, zóó uitgewerkt, dat dc ge
meentepolitie wordt gehandhaafd voor de
groote gemeenten en opgeheven voor het
platteland. Maar na omstandige overweging,
kwam zij tot de conclusie, dat handhaving
van de gemeentepolitie ook voor het plat
teland een absolute eisch was. Terecht
overwoog de Commissie daarbij, dat het van
groot plaatselijk belang is dat de handhaving
der openbare rust berust bij den burgemees
ter, die volkomen kennis bezit van perso
nen en toestanden en het vertrouwen geniet
Vail de ingezetenen, met wie hij dagelijks bij
de behartiging van de meest uiteenloopende
belangen in aanmerking komt. Bij vervan
ging van gemeentepolitie door rijkspolitie
zoude uiteraard het gezag van den burge
meester worden ondermijnd, tenzij wat
allerminst te verwachten is de organisatie
der rijkspolitie op geheel anderen leest werd
geschoeid.
De Commissie concludeert dan ook tot
onverzwakte handhaving der gemeentelijke
politie, daar zij er allerminst van overtuigd
is, dat verandering in deze verbetering zai
Orengen.
Een enkele verandering wenscht de Com
missie evenwel in den bcstaanden toestand
te brengen. En wel deze, dat dc verordenin-
gen. regelende de bezoldiging, de samenstel
ling en de eischen van benoembaarheid der
gemeentelijke" politie voortaan zullen móéten
worden goedgekeurd door dc Kroon. De
Commissie is blijkbaar beducht voor dc zui-
nigbeidsmanie die sommigen vroeden vade
ren ten platte lande eigen is en vreest, dat
tengevolge van een verkeerd toegepaste zui
nigheid dc politie hier en daar xal worden
bezoldigd op eene wijze, die haar onafhan
kelijkheid schade doet, dan wil dat het corps
Van het politiepersoneel zoo beperkt zal
zijn samengesteld, dat in den dienst onvol
doende wordt voorzien.
De Commissie heeft zich hier wel wat te
veel door vrees voor de bekrompenheid der
plattelandsgemeenteraden laten leiden en
zoo is zij er toe gekomen een voorstel te
formuleeren, dat ongetwijfeld een slag toe
brengt aan de gemeentelijke zelfstandigheid,
die overigens door de Staatscommissie zoo
teer wordt verdedigd.
Zeker wij geven toe dat sommige platte
landsgemeenteraden wel eens wat te be
krompen zijn in hun opinie over de salariee-
ring en dat de dienst daaronder lijdt, maar
In hel algemeen loopt het toch nog al los.
En voorzoover de bezoldiging der politie
onvoldoende is geregeld is toch immer de
Veiligheidsklep aanwezig. Want als voor de
Balarieering der politie onvoldoende bedra
gen zijn uitgetrokken, dan weigeren een
voudig Gedeputeerde Staten de begrooting
goed te keuren. Dit komt veelvuldig voor en
het slot van het lied is steeds dat de Ge
meenteraad noodgedwongen bijdraait. Als de
Burgemeester met klem van gegronde rede
nen bij de provinciale autoriteiten betoogt,
Jat uitbreiding der politie noodzakelijk is,
vindt hij steeds een gewillig oor. Inmenging
rechtstreeks van de Kroon in deze aangele
genheden zooals door de Staatscommissie
voorgesteld is uit den booze. Het bevor
dert de bureaucratie en lijdt ongetwijfeld
tot een al te ruim omspringen met dege
meentelijke geldmiddelen, hetgeen vooral in
den tegenwoordigen tijd zeer zeker niet ge-
wenscht is. Ook de Staatscommissie voelt
dit en daarom beveelt zij in haar rapport
Ban, dat het Rijk de gemeente in de kosten
der politie zal tegemoet komen. De Staats
commissie had intusschen dienen te begrij
pen, dat er van eene tegemoetkoming van
net. Rijk in dc kosten der gemeentelijke po
litie geen sprake kan zijn. Het Rijk zit zelf
in zak en asch en is zelf druk doende om
allerlei lasten van zich af te wentelen, voor
een deel op de schouders der gemeenten. De
intrekking der subsidie in de kosten der ver
pleging van behoeftige krankzinnigen is er
een der jongste voorbeelden van.
Door de Regeering is thans bij de Tweede
Kamer een ontwerp tot wijziging van de Ge
meentewet ingediend. Natuurlijk nam dc
Regeering het voorstel der Staatscommissie,
om Koninklijke goedkeuring te eischen op
de verordeningen, regelende de samenstel
ling in dc bezoldiging der politie, dankbaar
over. Ofschoon door allerlei rijksmaatrege
len de financieele wagen ook in som-
mige gemeenten danig in het moeras is
vastgeraakt, grijpt de Regeering elke gele
genheid, die er zich voordoet om de
macht der gemeentebesturen te beknotten
gretig aan.
Bleef het hier intusschen nog bij, maar de
regeering gaat in haar ontwerp veel verder.
Zij stelt niets meer of minder voor dan de
volgende bepaling in de Gemeentewet op te
nemen:
„Naar regelen, te stellen bij algemeenen
„maatregel van bestuur, kan door ons
„worden bepaald, dat in een gemeente be-
„neden de 5000 zielen, tegen een bijdrage
„door die gemeente in de kosten in den
„politiedienst door rijkspolitie zal worden
„voorzien. De rijkspolitie, die in den dienst
„der gemeentepolitic voorziet, voldoet aan
,,dc vorderingen van den burgemeester,
„aangaande dc uitoefening der gemeente-
„lijke politiezorg, voor zooveel de belan-
„gen der verdere politiezorg dit toelaten."
Ondanks de bezwaren der Staatscommis
sie, tegen dc opheffing der gemeentelijke po
litie, ondanks het betoog der Staatscommis-
sier dat de rijkspolitie niet den waarborg
geeft, dat de bevolking ten plattelande, met
het daar vooral zoo onmisbare beleid en
met waardeering harcr speciale behoeften
zal worden behandeld, dient de regeering
een voorstel in, krachtens hetwelk zij de be
voegdheid heeft in alle gemeenten beneden
de 5000 zielen d. i. in 60 pCt. der Neder-
landsche gemeenten de gemeentepolitie
aan den kant te zetten en te doen vervangen
door de rijkspolitie. Iedere rijksveldwachter
kan dan naar hartelust koninkje spelen in
zijn rayon; de burgemeester die nu nog den
staf voert over de gemeenteveldwachters,
heeft dan heelemaal niets meer te vertellen.
O zeker, er staal in de wet, dat de rijkspo
litie voldoet aan de vorderingen van den
burgemeester, maar er is tevens aan toege
voegd: voor zooveel de belangen der verde
re politiezorg, welke aan de rijkspolitie is
opgedragen, dit toelaten.
Is de burgemeester thans geen chef van de
plaatselijke rijkspolitie en staan de rijksveld
wachters dus niet rechtstreeks onder zijn be
velen, toch oefent de aanwezigheid van den
burgemeester als hoofd der gemeentelijke
politie een goeden invloed op de rijkspoli
tie uit. De rijksveldwachters weten zeer
goed, dal het voor hun onaangename gevol
gen kan hebben, als zij het met den burge
meester aan den stok krijgen. Maar waar
blijft de invloed van den burgemeester op
de gedragingen der rijkspolitie, als de
gemeentepolitie verdwijnt en daardoor de
burgemeester als hoofd der gemeentepolitie
wordt uitgeschakeld?
Voor zoover in gemeenten beneden de
5000 zielen in den politiedienst van rijkswe
ge wordt voorzien, mogen de gemeenten 'n
bijdrage in de kosten betalen. Natuurlijk!
Het rijk doet niets voor niets. Van een bij
drage van het rijk in de kosten der gemeen
telijke politiezorg, is natuurlijk geen sprake.
Hetgeen dc Staatscommissie daarom schrijft,
wordt eenvoudig genegeerd. Maar als 't rijk
voor de gemeente politiedienst doet, dan
volgt vanzelf dat zulks betaald moet wór
den. De Kroon bepaalt in welke gemeente
in den politiedienst van rijkswege zal wor
den voorzien en wat deze gemeenten heb
ben te betalen. Zelfs van een hooren der be
trekkelijke gemeentebesturen blijkt niets. Er
wordt gedecreteerd en daarmee uit.
Heeft de regeering met haar systeem om
te centraliseeren nog niets geleerd? Geeft de
Postcheque- en Giro-chaos geen afschrik-
wekend voorbeeld van te ver doorgevoerde
centralisatie; is de gecentraliseerde onder-
wijs-wetgeving niet een ramp voor vele ge
meenten? Is de fusie of centralisatie der
spoorwegmaatschappijen met de daaruit ge
volgde garantie der leeningen door den Staat
niet een financieel débacle van den eersten
rang? Dat de regeering op hare hoede zij en
meer naar menschen uit de praktijk dan
naar bureau-ambtenaren luistere!
Als wij de regeering een raad mochten
geven tot oplossing van het politievraagstuk,
dan zouden wij zeggen: Laat de gemeentepo
litie intact; ruim het zeer dure corps rijks
veldwachters langzamerhand op; breidt met
den.besten van dit corps den rijksrecherche
dienst uit; bestem een gedeelte voor admi
nistratieve- en bode-diensten op de parket
ten, die zij thans reeds verrichten een een
ander deel tot versterking der marechaus
see en laat dc overigen in functie tot den
tijd hunner pensionneering. Maar vul geen
enkele vacature aan. Besteed het vrij geko
men geld tot steun aan de gemeenten voor
de politiediensten die zij verrichten of des
noods tot versterking van het Staatsbedrijf.
Dit is practische bezuiniging, waardoor o.i.
geen groote belangen worden geschaad.
Johannes Zietsman, dc laatste overgeble
vene der mannen, die te zamen met Piet
Rotief in het midden der vorige eeuw aan
den „Grooten Trek" deelnamen, is alhier
overleden in den ouderdom van 107 jaar.
Hij nam deel aan den slag bij de Bloedri
vier en aan tal van binnenlandsche gevech
ten. De overledene had vier zoons en 14
dochter#.
Naar tnen weet is gistermorgen
de intergeallieerde con
ferentie te Londen
geopend. Enkele minuten voor eiven reden
de afgevaardigden naar de conferentie naar
het departement van buitenlandsche zaken
en begaven zich langs de gebruikelijke
batterij van camera's naar het vertrek van
den minister van buitenlandsche zaken.
Er ging eenige tijd heen met vriendschap
pelijke begroetingen vóór de zitting begon.
Aan het hoofd der tafels, in hoef-ijzervorm
opgesteld, zat de Britsche premier, rechts
van hem zat Herriot, vergezeld van Clé
mente!, generaal Noliet en Peretti della
Rocca, en links de verdere leden der Brit
sche delegatie, Philip Snowden, de kanselier
der schatkist, en Sir Eyre Crowe, permanent
onderminister van buitenlandsche zaken.
Naast de Fransche delegatie zat de Italiaan-
sche met de Stefani aan het hoofd, en in de
volgende zetels de Belgische premier Theu-
nis en de Belgische minister van buitenland
sche zaken Hijmans. Aan het eind van de
rechtertafel zat de Portugeesche ambassa
deur Norton de Mattos. Naast de Britsche
gedelegeerden links van MacDonald zaten
de Amerikaansche ambassadeur en kolonel
Logan, met de beide Japanzche gedelegeer
den naast hem en vervolgens de Grieksche,
de Roemeensche en de Zuid-Slavische ge
zant. Er waren aldus tien landen vertegen
woordigd.
De zitting werd geopend met een wel
komstrede van den Britschen premier en
daarna ging men over tot de werkzaamheden
voor de verkiezing van een voorzitter der
conferentie, de overweging der quaesties
nopens den vorm waarin publiciteit zal wor
den gegeven aan de beraadslagingen en de
vragen aan het personeel en het secretariaat,
en den vorm en de volgorde der agenda.
In Frankrijk is men op de resultaten der
conferentie nu niet zoo heel gerust, als men
de berichten en de persbeschouwingen na
gaat.
Het zal lang duren in
Londen.
dat blijft te Parijs de algemeene opvatting,
die berust zoowel op de moeilijkheid van de
te regelen problemen als op de uitlating,
vóór zijn vertrek door Herriot gedaan, dat
hij niet van plan is te overhaasten. Een en
ander geeft den meesten correspondenten der
bladen, die Herriot vergezeld hebben, aan
leiding de moeilijkheden, die de conferentie
zal hebben op te lossen, nog eens extra-
breed uit te meten. Zelfs de „Petit Parisien,"
die er anders een nogal geforceerden toon
van optimisme op nahoudt, schrijft dat er
menige botsing komen zal, waarvan de eerste
en voornaamste reeds zeer spoedig te wach
ten zou zijn. Waarschijnlijk kan men dit
bericht in verband brengen met het feit, dat
men te Berlijn er vrijwel zeker van schijnt dat
Duitschland terstond tot deelneming zal
worden uitgenoodigd en Herriot zich daar
tegen zal verzetten.
Het zwaartepunt van alles blijft voor de
Franschen de naar hun meening overdreven
macht, die men in Engeland aan de houders
der eerste 800 millioen obligaties wil toeken
nen. Wat is 800 millioen zegt men te Pa
rijs, in vergelijking met de minstens 80 mil
liard, die Duitschland zelfs na het rapport-
Dawes zal moeten betalen Het is een klein
beginnetje, dat Duitschland in staat stelt
er wat boven op te komen. Wanneer nu
nu daarvoor al geëischt wordt dat we ook po
litiek de macht uit handen geven, komt het
ons voor dat onze belangen waarlijk met te
veel nonchalance worden beschouwd.
De Commissie van Herstel, die heeft be
raadslaagd overeenkomstig de opdracht,
welke haar bij de Parijsche overeenkomst
der beide premiers wordt gegeven, heeft be
paald dat het, om te kunnen constateeren dat
Duitschland aan zijn verplichtingen heeft
voldaan, hetgeen het herstel der economi
sche eenheid moet medebrengen, noodig is
dat de vijf volgende voorwaarden worden
vervuld De vorming van de Goldnoten-
bank, de oprichting eener maatschappij der
rijksspoorwegen, het organiseeren van het
stelsel der industrieele obligaties, het af
stand doen van de obligaties (die der spoor
wegen en de industrieele) aan een trustee
door de Commissie van Herstel aan te wij
zen en de plaatsing der buitenlandsche lee
ning van 800 millioen. Dit laatste punt gaf
aanleiding tot veel discussie met Bradbury,
die van oordeel was dat de plaatsing der lee
ning onmogelijk is indien niet eerst de Duit
sche eenheid hersteld is. Barthou en Dela
croix wisten hem echter eindelijk te over
tuigen ten aanzien van de andere kwestie,
waaromtrent de beide premiers de Commis
sie van Herstel het advies voor de Londen-
sche conferentie hadden gevraagd, nl. (Ie
overgang in Duitschland van het eene sys
teem op het andere, verklaarde de Com
missie datj^de vraag niet duidelijk genoeg
was gesteld en werden daarom nadere in
structies gevraagd.
Met tevredenheid begroet men wel in
Frankrijk het bericht, dat
Owen Young totfagent-ge-
neraal der schadevergoe
dingsbetalingen benoemd
is, de man, die zoo groot aandeel heeft gehad
in het tot stand komen van het rapport Da
wes, welke benoeming officieel door hem is
aanvaard.
Zooals men weet, zal een soort kas worden
gevormd, waarin de in Duitschland bijeenge
brachte gelden voor het herstel zullen worden
gestort, terwijl een speciale commissie van
overdracht dan, volgens de voorstellen der
deskundigen, zou zorgen voor de moeilijke
taak die gelden over te hevelen in de kassen
der schuldeischers zonder ontwrichting van
de wisselmarkt, welke speciale commissie,
waarvan dan nu de heer Owen Young de lei
der wordt, de remises zou moeten regelen en
eventueel de betalingen zou moeten stop zet
ten, wanneer mocht blijken, dat een zeker
bedrag niet kan worden overgemaakt.
Behalve het gewicht van de benoeming in
dit opzicht, is zij ook van belang, omdat er
sprake van is, nu de Vereenigde Staten niet
gezind blijken een Amerikaan officieel zit
ting te doen nemen in de Commissie van Her
stel, als neutraliseering van het Fransche
overwicht daarin bij een eventueel vaststellen
van een fragrant in gebreke blijven door
Duitschland, den commissaris van overdracht
daarbij te betrekker, waarbij dan
het meeningsverschil tus-
schen Parijs en Londen
loopt over de bevoegdheid van dit officieuse
vijfde lid, n.l. een adviseerend of arbitrale
bevoegdheid, welke laatste van Engelsche
zijde wordt ge wenscht. Een nieuwe mogelijk
heid van oplossing van de allesbeheerschende
quaestie, op welke wijze een niet-éénzijdige
beslissing te verkrijgen is, inzake eventueele
Duitsche tekortkomingen, heeft Maandag de
conservatieve leider Baldwin nog aan de hand
gedaan, n.l. de benoeming van een commissie
var herstel ad hoc, in denzelfden trant als de
eigenlijke commissie-Dawes. Wellicht dat de
conferentie in deze richting een oplossing zal
zoeken.
Uit de berichten uit Parijs blijkt, dat
men vooral over dit punt langen en heftigen
strijd verwacht, hetgeen niet te verwonderen
valt, als men bedenkt, dat Herriot, evenals
Poincaré, er op staat, dat het gezag van de
C. v. H. intact blijft en dit lichaam de laatste
stem zal hebben; dat Frankrijk in geen geval
gediend is van beroep van uitspraken van de
C. v. H. op het Haagsche hof als anders
zins en dat de Fransche premier Frank-
rijk's vrijheid van handelen opeischt. Een
andere vrij groote zekerheid op conflict ligt
in het meeningsverschil tusschen Frankrijk
en Engeland over
het tijdstip van het begin
der ontruiming van het
Rijnland,
dat gedurende 15 jaren door de geallieerden
zou blijven. Volgens het standpunt van Her
riot en Poincaré is die termijn nog steeds
niet beginnen te loopen wegens het in ge
breke blijven van Duitschalnd, terwijl En
geland van oordeel is, dat a.s. Januari de
zóne van Keulen moet worden ontruimd.
Intusschen is het Fransch-Britsche dis
puut nu overgebracht in een meer alge
meene atmosfeer, n.l. die der intergealli
eerde conferentie. Ook andere stemmen van
belanghebbenden zullen zich doen hooren-
En daarbij zal met belangstelling uitgezEm
mogen worden naar de houding van den gede
legeerde van de Vereenigde State*., die ten
•slotte toch groot belang hebber oij een her
stel van de rust en welvaart- van het Euro-
peesch afzetgebied. In wvtk verband de brief
van belang is van den Amerikaanschen oud
commissaris in het Rijnland aan generaal
Dawes, om aan te dringen op een krachtige
houding van Amerika inzake Frankrijk's
vasthouden aan de Ruhrpolitiek.
Pierrepont Noyes, de Amerikaansche oud
commissaris in het Rijnland, voorspelt n.l.
in een brief aan Dawes, dat
het doode punt tusschen
Frankrijk en Duitschland
Zal blijven bestaan, tenzij de Amerikaansche
vertegenwoordiger ter Londensche confe
rentie de lastgeving ontvangt, Frankrijk
mede te deelen, dat Amerika verlangt dat
Frankrijk zijn politiek van zelfstandigheid
in het Ruhrgebied prijs geeft en zoodanige
concessies doet als noodig zijn om met
Britannië een eerlijke en doeltreffende po
ging in het werk te stellen voor uitvoering
van het Dawes-plan.
De schrijver spoort Dawes aan zijn nieuwe
positie in de republikeinsche partij aan te
wenden om te bewerken dat Kellogg zoo
danige instructies krijgt.
De opstand in Brazilië.
Voor zoover is op te maken uit de na
tuurlijk sterk gecensureerde en propagan
dise!^ berichten over hetgeen in Brazilië ge
beurt, schijnt te kunnen worden gezegd, dat
de republiek wel de ernstige opstandige be
weging sinds haar vestiging in 1889 door
maakt. Het is hoofdzakelijk een actie van het
leger uitgaande uit Montevideo wordt ge
meld, dat volgens de laatste berichten uit
Sao Paolo een militaire junta met steun der
bevolking de leiding in handen zou heb
ben genomen om de misbruiken der regee
ring van president Bernades te bestrijden.
De „Manch. Guard.", herinnert eraan, hoe
deze al spoedig na zijn aan het bewind ko
men bijna een militairen opstand had uitge
lokt wegens het afzetten van den comman
dant van een der forten van Riojde Janeiro,
welke commandant at zoon was van den
oud-president, maarschalk da Fonseca. Af
kondiging van den staat van beleg gedurende
eenige maanden voorkwam toen erger. De
genen, die meenden persoonlijke redenen van
rancune te hebben tegen de regeering, von
den steun bij hen, die ontevreden waren over
de zware belastingen, noodig voor het in
evenwicht brengen van de begrooting. Als
resultaten van een en ander kan de hui
dige beweging worden beschouwd, die in
ieder geval niet geschikt lijkt de zoo noodi-
ge welvaart in het land te bevorderen.
De aanslag op Zaghloel
Pasja.
De correspondent van de „Times" te Kaï-
ro meldt, dat de autoriteiten blijkbaar het be
staan vermoeden van een ietwat wijdvertakte
samenzwering daar zij een aantal actieve leden
hebben gearresteerd van de Hasb al Watani,
of nationalistische partij, onder wie zich
gelijk reeds met een enkel woord werd ge
meld Abdel Aziz Sjeik Sjawisj bevindt,
die hoogleeraar in het Arabisch is geweest te
Cambridge en vóór den oorlog een berucht
agitator in Egypte was. De laatste tien jaar
had hij grootendeels in Berlijn gewoond
vervolgens was hij naar Konstantinopel en
Angora gegaan, vanwaar hij onlangs nogal
geheimzinnig naar Egypte terugkeerde. Hij
stichtte de Egyptische vereeniging te Berlijn
die als een afdeeling wordt beschouwd van
de Hasb al Watani.
Onder degenen, die gearesteerd zijn, zijn
mannen, die vroeger verdacht werden van
medeplichtigheid aan de jongste samenzwe-
rings-zaak het wordt dan ook mogelijk ge
acht, dat het huidige onderzoek zal leiden tot
de ontdekking van hen, die achter de jongste
aanvallen der Engelschen stonden. De drie
broeders van den aanvaller, van wie er een
onderwijzer is, terwijl de beide anderen stu
dent zijn, zijn eveneens gearresteerd, terwijl
er bij hen huiszoeking is gedaan.
Er is een belooning uitgeloofd voor het
vinden van de revolver, die in de verwarring,
op den aanslag volgend, op geheimzinnige
wijze verdwenen is.
De aanvaller verklaart thans, dat hij Zagh
loel niet heeft willen dooden, maar alleen
heeft willen voorkomen, dat hij onderhande
lingen aanknoopte met de Britsche regeering
door hem bang te maken en dat hij hem een
les had willen geven, omdat hij toegelaten
had, dat Lord Allenby wijziging had gebracht
in de troonrede van koning Foead en de Brit
ten „geachte tegenstanders" had genoemd.
Hij verklaart, dat hij alleen heeft gehandeld,
maar er is weinig twijfel aan, dat dit een vooraf
beraamde en geen spontane daad is.
WAT ONZE POES EET.
Muizen. (Nooit.)
De kaas uit de muizenval. (Altijd).
De kanarie. (Eenmaal.)
De goudvisch. (Vier maal.)
Het vleesch uit de kast. (Veel te dikwijls.)
De melk uit de melkkan. (Als ze er di
kans toe ziet.
Het eten voor den hond.. (Als de hond er
niet is).
De knoppen van de azalea. (Als ze uif
komen).
Afval op straat. (lederen nacht.)
voorstel zou verwerpen. Het Lagting zal,
naar men verwacht, tot het einde van de
week over het voorstel beraadslagen en ver
moedelijk zal dan hier hetzelfde resultaat
worden verkregen. Het ministerie zal dan
aftreden en Mehwinckel zal worden uitger
noodigd het nieuw Kabinet te vormen.
GROOTE OVERSTROOMINGEN IN
HET NOORDEN VAN CHINA.
Een regenval van veertien dagen veroor
zaakt ernstige overstroomingen in geheel
Noord-China. Het verkeer op de Peking
Hapgkow en de PekingSuadyuan spoor
wegen is stopgezet. Een groot deel der stad
Kalgan staat onder water. De schade wordt
tot nu toe geschat op een millioen dollar.
NIEUWE ONLUSTEN IN DELNI.
Er zijn zes personen gedood en meer dan
honderd gewond bij Dinsdag te Delhi plaats
gehad hebbende onlusten van godsdienst'.gen
aard tusschen Hindoes en Mohammedanen,
uitgelokt door de houding der laatsten.
cn doorzitten bij fietsen (zadelpijn)
UCr Qi^kunt gij gemakkelijk eo> dadelijk
- verhelpen met den alom geprezen
loopen akkers kloosterbalsem.
DE INTERGEALLIEERDE SCHULDEN
Volgens sommige berichten zullen de
Franschen en Italiaansche regeeringen zich
met de Amerikaansche ministers Hughes
en Mellon, tijdens hun verblijf in Europa,
in verbinding stellen teneinde te onder
handelen over het vraagstuk der intergealli
eerde schulden. Het doel der onderhande
lingen zal vooral zijn om de betaling der
jaarlijksche termijnen gemakkelijker te ma
ken, wat in de praktijk op een vermindering
dezer schulden zou neerkomen.
Ook wordt gezegd, dat het Amerikaansche
departement van financiën een plan heeft
uitgewerkt volgens hetwelk de intergealli
eerde schulden aan de Ver. Staten, ook die
van Frankrijk, binnen een termijn van 30
jaar zullen worden afgelost.
DREIGENDE MINISTERCRISIS IN
OOSTENRIJK?
Naar de Weensche bladen melden, zou
de Groot-Duitsche fractie van den Oosten-
rij kschen Nat. Raad Dinsdag hebben be
sloten om, indien de regeering haar starre
houding ten aanzien van de vraag, of de
salarisregeling ook den gepensionneerden
ten goede zal komen, niet laat waren, tegen
de door de regeering ingediende salariswet
te stemmen en haar ministers uit de regeering
terug te roepen.
De „Wiener Allg. Ztg." verklaart even
wel, dat het niet tot een regeeringscrisis zal
komen en dat de heden en morgen te houden
besprekingen tot een vergelijk zullen voeren.
Ook in de quaestie van het douanetarief
is nog geen overeenstemming bereikt, wes
halve de Nat. Raad de zitting vermoedelijk
zal verlengen.
EEN ERNSTIG SPOORWEGONGELUK
Uit Zittau wordt aan de „Voss. Ztg." ge
meld, dat Dinsdagavond op het traject
WarnsdorffBodenbach een ernstig spoor
wegongeluk heeft plaats gehad.
Er raakten 27 wagons van een goederen
trein los, die met een snelheid van 120 km
naar het station Warnsdorff terugreden.
Een remmer op een der wagons deed op het
laatste oogenblik al zijn best den trein tot
stilstand te brengen en remde zoo krachtig,
dat de wielen gingen gloeien en de wagons
in brand vlogen.
Nadat deze in razende vaart door het
station waren gevlogen en een stootblok
hadden vernield, stortten zij zich in een dal,
waar zij werden verpletterd. De remmer
werd onder zijn wageon gedood.
HET ALCOHOLVERBOD IN NOOR
WEGEN.
Het Noorsche Odelsting heeft Woensdag
beraadslaagd over de wet tot afschaffing van
het alcoholverbod.
Berge, de eerste minister, zeide dat het
het Kabinet niet langer de verantwoorde
lijkheid voor het bestuur kan dragen, indien
het wetsvoorstel verworpen zou worden.
Mehwinckel, die betoogde dat de verbods-
wet alleen door een nieuwe volksstemming
afgeschaft kan worden, antwoordde hierop,
dat indien het tegenwoordige Kabinet af
treedt, de linkerzijde bereid is een nieuw
Kabinet te vormen.
Men verwacht dat het Odelsting hetwets-
van de voor ons
land belangrijkste
Nieuwsberichten (Vas Dias) Amsterdam
P. C. F. F. Golflengte 2000 M.
Dagelijks (uitgezonderd Zondag) 8,15-
8,30 v.m.; 10—10.12 v.m.j 11.30—11.55 v.nv,
12,15—12,30 n.m.; 1,05—1,20 n.m.; 3—3,30
n.m.; 4,154,28 n.m.
Tijdseinen: 10.15 v.m. en 4.30 n.m.
Effecten en Geldkoersen (Vaz Diaz, zie
hierboven) te 1,301.4522.152.30 eE
2.45 n.m. (uitgezonderd Zondag en vacan-
tiedagen en Zaterdag alleen 10.3011-30
v.m.)
Weerberichten Vossegat Bé 1050
M.: 11.10 v.m. en 12.30 n.m. en 8 run. (Ge
meenlijk Morseseinen in langzaam tempo,
waarop men zich oefenen kan).
Londen 2 L.O. golflengte 365 M.
Somtijds 3.205.20 n.m., dames half uurtje,
5.50 kinderuurtje, 7,5010.50 (of later) con
cert, opera of Popul. avond.
Tijdseinen 7.20 en 9.50 n.m. Maandag,
Donderdag en Zaterdag Dansmuziek (Jaz-
band) van uit het Savoy Hotel te Londen
na 10.20 n.m
Diverse Engelsche stations hebben onge
veer dezelfde zenduren en wel:
Cardiff 5 W. A. op 350 M
Manchester 2 Z. Y. op 375 M.
Bournemouth 6 B M. op 385 M.
New Castle 5 N. O. op 400 M
Glasgow 5 G. S. op 420 M.
Birmingham 5 I. T. op 475 M.
Aberdeen 2 B. D. op 495 M.
Radio Paris S. F. R. 1780 M. Con
cert (Tzigane orkest) 1.05 n.m. dito te 5.0f
n.m. (vocaal of instrumentaal) dito te 9.2C
n.m., als 5.05 of aansluiting op opera o
anderszins (voorafgegaan te 8.50 n.m. door
Nieuwsberichten).
Gemeenlijk Donderdag en Zondag Dans
muziek tot ruim elf uur. event afgewisseld
door chansons of causeriën.
Eiif el toren F. L. 2600 M. 7 en 11
uur v.m., 7.20 en 10.35 n.m. Weerbericht
3.50 n.m. Beursverslag 6.307.15 n.m.
concert, 11.2011,25 n.m. en 12.04 Tijdsei
nen.
Ecole Supp. P. T. T. 450 M.: Dage
lijks, behalve Maandag te 9.20 n.m., voor
drachten, enz.
Petit Parisien 340 M.: Gemeenlijk
Dinsdag, Donderdag en Vrijdag 8.50 n.m.
concert
Brussel S. B. R. 265 M. 5.20—6.20
n.m. en 8.351020 n.m. concert.
Haren (Brussel) B. A- V. 1100 M. 5.1?
n.m. Weerbericht
Königswusterbausen L. P. 4000 M.
7.20 v.m.6 n.m, berichten (ongeregeld)
Maandag en Vrijdag 8.209.20 n.m. concert
op 2700 M. Zondag alleen 11.20 v.m.
1.20 n.m.
Eberswalde 2700 M. Gemeenlijk
Dinsdag en Donderdag concert 8.209.2G
n.m.
Chelmsiord 1600 M. Concert of toe
spraak 11.50—12.50; 4.20—5.20; 7.50—8.50.
(Daar het proefzendingen betreft dient wij.
ziging te worden voorbehouden).
Programma.
Donderdag 16 Juli. Alleen Buitenland.
sche stations.
Vrijdag 17 Juli Hilvers. Draadloos Om
roep 1050 M. Event. Lezing, gevolg»
door concert der Vagelaars.
Ï6
„Handelen, zegt gij
„Ja zeker. Gij begrijpt wel, dat een man,
die geen voet verzetten kan, niet heel streng
zal worden bewaakt. Gij zult tot één ure na
middernacht wachten. Op dat uur is elk in
den diepsten slaap gedompeld. Dan zult
gij u ontdoen van uwe ketenen en zachtjes
opstaan. Gij zult den oppasser een prop in
den mond duwen en stevig aan zijne krib
vastbinden, zonder hem echter leed te doen
gij?"
TIENDE HOOFDSTUK.
„Gij moet ook niet door de deur ont-
enappen."
„Waardoor dan?"
„Door het venster. De traliën met het
plaatje doorvijlen zal het werk van een oogen
blik zijn. Daarna zult gij een touw maken
van de lakens van uw bed, dat beteekent
biets, en sii zult u laten afzakken in een
lang smal binnenplaatsje, dat door een groo
ten muur in tweeën is gescheiden en geslo
ten wordt door een hek, dat de galeien van
de kazerne der marine afscheidt
„Dan kom ik van de eene gevangenis in de
andere, wanneer die plaats door een hek is
afgesloten."
„Waarachtig, kameraad, ge zijt onbegrij
pelijk onnoozel. Wat duivel praat gij nog
van een hek Hekken zijn immers gemaakt,
om er over te klimmen."
„En de schildwacht?"
„Daar de galeien hier geen uitgang heb
ben, staat er geen schildwacht. Ik weet het.
Ik heb zes weken lang corvee gehad op die
plaats."
„En de kleederen, die ik aan moet trek
ken
„Geef wel acht op hetgeen ik u zal zeggen
en onthoud het, woord voor woord.
„O, wees gerustgeen woord zal mij ont
gaan."
„Ik veronderstel nu, dat gij op de binnen
plaats zijt en uw gelaat naar de kazerne ge
keerd houdt."
„Heel goed."
„Gij zult dan, steeds rechtuit loopende,
vooruitgaan, totdat gij den hoek van het
groote gebouw hebt bereiktdaar maakt gij
rechtsomkeer en gaat vijf en twintig stappen
terug. Gij hoort mij wel, vijf en twintig niet
meer en niet minder, en ik bedoel gewone
stappen, zooals iemand van uwe grootte
doet, wanneer hij loopt, zonder dat hij zich
haast."
„Ja, ja, ga maar voort, bid ik u."
„Bij den vijf en twintigsten stap zult gij
ophouden en uwe hand op manshoogte tegen
den muur brengen. Daar zult gij zoeken,
totdat gij een beweegbaren ring vindt, die
in een grooten steen gemetseld is."
„Ja," zeide Edmond, „en die ring?...."
„Ik weet niet hoe hij daar komt en waar
toe hij dient. Voor u is hij een teeken. On
middellijk daaronder zult gij een vierkanten
steen vinden, waarin twee gaten zijn ge
boord, op ongeveer een duim afstands van
elkander. Gij moet uwe vingers in die gaten
steken cn den steen naar u toe trekken. Hij
zal gemakkelijk loslaten en eene holte openen,
waarin zich de kleederen, het mes en het
touw bevinden. Gij moet de kleederen weg
nemen en het geld in de plaats leggen. Ver
volgens brengt gij den steen weder op zijne
plaats en sluit de opening. En wanneer de
duivel u maar een weinig in bescherming
neemt, zult gij een zoo goed begonnen onder
neming ook goed ten einde brengen. Wat
zegt gij daar nu van, kameraad Gelooft
gij niet, dat ik mijn geld wel verdiend zal
hebben
„O," fluisterde de gevangene aangedaan,
„gij zult mijn redder zijn. Ik weet niet waar
aan gij u schuldig hebt gemaakt, maar wan
neer gij groote misdaden op uw geweten
hebt, worden die door uwe goede daad van
heden honderdvoudig uitgeboet."
De galeiboef begon te lachen.
„Drommels, kameraad," zeide hij, „weet
gij wel, dat gij spreekt als een eerzaam huis
vader. Gij hebt uwe roeping gemist."
Na eenige minuten zwijgens ging hij voert:
„Wanneer gij nu eenmaal uit de gevange
nis en in de stad zijt, loopt gij ieder oogen
blik gevaar, u tegenover eene patrouille te
bevinden. Wees onbevreesd en houd u
flink, wanneer gij eene gevaarlijke ontmoe
ting hebt. Als gij blijk geeft van te willen
wegloopen of u te willen verbergen, zijt gij
verloren."
„Maar hoe moet ik dan doen
„Gij moet doen, alsof gij inderdaad een
matroos waart. Houd u dronken, loop zwaai
end en alsof de straat niet breed genoeg voor
u was, en zing op galmende toon het refrein
van een drinkliedje. Kent gij drinkliedjes
kameraad
„Ik heb er ten minste vroeger gekend."
„Welnu, tracht ze u dan weder te herin
neren.
„O, stel u gerustkoelbloedigheid of
tegenwoordigheid van geest zullen mij niet
ontbreken."
„Dit is nog niet alles. Doe uw best, om,
voordat de dag aanbreekt, buiten de stad
te zijn, en zelfs een goed eindje weegs te
hebben afgelegd. Loop altijd maar voort en
houd u onder geen voorwendsel hoegenaamd
op, zoolang uwe beenen u kunnen dragen.
Zoodoende hebt gij kans om aan dc jacht
te ontsnappen, die door de galeiboeven
jagers terstond op u zal worden gemaa.kt,
zoodra zij het Itanonschot zullen hebben ge
hoord, want ik denk wel, dat zij voor u,
evenals voor een van on*, zullen schieten."
„O," sprak Edmond, „God zal mij kracht
geven; zij zullen mij niet krijgen."
„Wanneer gij door een enkel man achter
haald wordt, vervolgde de misdadiger,
„dan trekt gij uw mes."
„Een man dooden,' antwoordde de werk
tuigkundige met onbegrensden afkeer; nooit,
nooit! Ik zou mij liever opnieuw laten ge
vangennemen, dan een druppel bloeds te
vergieten; ik zou mij liever laten dooden."
„Nu, dat is uw zaak. Doch hoor eens,
kameraad, vergeet de vijf louis d'or niet,
die gij mij schuldig zijl. Wanneer gij mocht
trachten, mij te bedriegen, zult gij uzelf het
eerst straffen. Ik zou zorgen, dat gij binnen
vier-en-twintig uren weer hier waart, zoo
waarachtig als ik een goeden jongen ben."
„Ziedaar", antwoordde Edmond, „daar hebt
gij uw vijf goudstukken."
„Dat zie ik ook wel zoo gaarne," dacht
de misdadiger; „wanneer ik vooruit betaald
wordt, dan loop ik geen gevaar"
ELFDE HOOFDSTUK
Zoodra de avond gevallen was, nam
Edmond het fleschje, dat hij dien morgen
ontvangen had, goot den inhoud in zijne
hand uit en wreef er lang en hard zijn knie
mede. Daarna legde hij zich neder en
wachtte ongeduldig den uitslag af.
Hij behoefde niet lang te wachten. Na
verloop van een uur gevoelde hij een eigen
aardige, doch niet zeer pijnlijke gewaarwor
ding. Het was hem als of in het vel met
duizende naalden werd geprikt, zonder dat
die echter diep in het vleesch drongen. Een
hevig, bijna ondragelijk gloeien volgde daar
op en maakte spoedig plaats voor een ge
heele gevoelloosheid en verstijving. Zijn
knie scheen geheel dood en het was hem
onmogelijk, zijn been te buigen.
Een grenzelooze vrees maakte zich van
hem meester.
„Die man heeft zichzelf of mij bedrogen,"
dacht hij. „De uitwerking van dit vocht is
verschrikkelijk en ik zal nu wellicht voor
mijn gansche leven door een ongeneeslijk
gebrek getroffen zijn. Ach, dat is de laatste
en vreeselijkste slag, want zoodoende gaat
zelfs de kleinste hoop op vrijheid voor altijd
voor mij verloren."
Edmond was te voorbarig, want die stijf
heid verdween spoedgi en de spieren en
peezen werden weder buigzaam.
Nadat hij hiervan overtuigd was, viel hij
in een diepen slaap en ontwaakte eerst
toen de klok luidde, die iedereen in de ga
leien op de been riep.
Zijn eerste gedachte, zijn eerste blikken
waren op zijn knie gericht, die hij met beidt
handen betastte.
Dc jonge galeiboef had hem niet bedro
gen. Een buitengewoon groote, doch niet
pijnlijke zwelling was ontstaan. Edmond
wachtte, totdat de bewaarder in zijn cel
kwam. Toen heston hij te kermen en te kla«
gen,
(Wordt vervolgd).