Van Wet en Wetgeving. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Donderdag 17 Juli 1924 GEMENGiTnIEUWS. Ingezonden Mededeelingen GEM. BUITENL. BERICHTEN. L_r RADIO- OPROEP Ontdekte misdaad. PRIMA RADIO CONCERTTOESTELLEN De laatste man van den „Grooten Trek" overleden. De opening der intergeallieerde conferentie te Londen. In Frankrijk is men over de te verwachten resultaten pessimistisch gestemd: men voelt, dat het Fransche standpunt tegenover Duitschland thans ernstiger in 't gedrang gaat komen dan ooit. Onder de Radio-berichten: MacDonald's openingsrede ter intergeal lieerde conferentie en zijn benoeming tot voorzitter. De Duitsche wetten in verband met het rapport-Dawes gereed. De behandeling in den Rijksdag. stations DAGELIJKS FEUILLETON. c*}a, dat begrijp ik," antwoordde Edmond, Mni niets van hetgeen gij mij zegt, komt mij moeilijk of onuitvoerbaar voor; maar wanneer ik den oppasser vastgebonden heb, ben ik flog niet vrij. De deuren zijn goed gesloten en buiten staan ongetwijfeld schildwachten." Desverlangd vanaf f 6.per maand. Bureau Meijer - Haarlem, Kampervest 23 - Telef. 3620. POLITIE TEN PLATTELANDE. II. De Staatscommissie, ingesteld bij Kon. Be- iuit van 6 Dec. 1918 met dc opdracht te mderzoeken, welke wijzigingen in de ge meentewet behooren te worden aangebracht, heeft ook het politievraagstuk onder de oogen gezien. En de Staatscommissie heeft caarbij zich zelve de vraag gesteld of de oplossing van het vraagstuk niet moest wor- ien gezocht in het doen opgaan van de ge meente-politic in de rijkspolitie, zoodat de gemeentepolitie zoude worden opgeheven en de rijkspolitie voortaan in den politiedienst oer gemeenten zoude voorzien. Maar naar de Staatscommissie in haar rapport constateert heeft zij dit denkbeeld al spoedig prijsgegeven. Wel heeft het beeld van het ééne, aaneengeslotene rijkspolitie- gezag in theorie veel bekoorlijks, wel zijn zelfstandigheid, eenheid en centralisatie voor dc goede werking der politie factoren van groot belang en schijnen deze het best rerzekerd als de geheele politie berust ander één gezag, maar daartegenover staat eén nadeel. En dit ééne nadeel slaat de Staatscommissie veel hooger aan, dan alle oordeelen, die uit de invoering van ééne gecentraliseerde rijkspolitie zouden kunnen voortvloeien. Dit nadeel is, dat door een dergelijke reorganisatie van den politiedienst de zelfstandigheid der gemeenten zoude worden in gevaar gebracht. Onomwonden geeft de Staatscommissie 'oe, dat de gemeentelijke zelfstandigheid voor een richtige uitoefening van den poli tiedienst van onberekenbaar voordeel is. Bergens meer aldus het rapport der Com missie misschien dan bij deze stof is het aoodzakelijk, dat rekening kan worden ge- ïouden met plaatselijke verschillen en eigenaardigheden. Op geen ander gebied is het, op dal volgzaamheid verzekerd en ver vet gekeerd worde, in die mate noodig dat liet optreden en de bevelen der ambtenaren 'vorde gesteund en gedekt door het zedelijk gezag, dat de burgemeester, hoofd der poli tic, daaraan geeft. En alweder nergens meer dan bij dezen tak van gemeentezorg is het noodig, dat het ambtenarencorps niet vreemd zij aan de gemeente, aan hare inge zetenen en de plaatselijke belangen. Dc Staatscommissie heeft voorts overwo gen of niet een tusschenstelsel aanbevelens waardig ware, zóó uitgewerkt, dat dc ge meentepolitie wordt gehandhaafd voor de groote gemeenten en opgeheven voor het platteland. Maar na omstandige overweging, kwam zij tot de conclusie, dat handhaving van de gemeentepolitie ook voor het plat teland een absolute eisch was. Terecht overwoog de Commissie daarbij, dat het van groot plaatselijk belang is dat de handhaving der openbare rust berust bij den burgemees ter, die volkomen kennis bezit van perso nen en toestanden en het vertrouwen geniet Vail de ingezetenen, met wie hij dagelijks bij de behartiging van de meest uiteenloopende belangen in aanmerking komt. Bij vervan ging van gemeentepolitie door rijkspolitie zoude uiteraard het gezag van den burge meester worden ondermijnd, tenzij wat allerminst te verwachten is de organisatie der rijkspolitie op geheel anderen leest werd geschoeid. De Commissie concludeert dan ook tot onverzwakte handhaving der gemeentelijke politie, daar zij er allerminst van overtuigd is, dat verandering in deze verbetering zai Orengen. Een enkele verandering wenscht de Com missie evenwel in den bcstaanden toestand te brengen. En wel deze, dat dc verordenin- gen. regelende de bezoldiging, de samenstel ling en de eischen van benoembaarheid der gemeentelijke" politie voortaan zullen móéten worden goedgekeurd door dc Kroon. De Commissie is blijkbaar beducht voor dc zui- nigbeidsmanie die sommigen vroeden vade ren ten platte lande eigen is en vreest, dat tengevolge van een verkeerd toegepaste zui nigheid dc politie hier en daar xal worden bezoldigd op eene wijze, die haar onafhan kelijkheid schade doet, dan wil dat het corps Van het politiepersoneel zoo beperkt zal zijn samengesteld, dat in den dienst onvol doende wordt voorzien. De Commissie heeft zich hier wel wat te veel door vrees voor de bekrompenheid der plattelandsgemeenteraden laten leiden en zoo is zij er toe gekomen een voorstel te formuleeren, dat ongetwijfeld een slag toe brengt aan de gemeentelijke zelfstandigheid, die overigens door de Staatscommissie zoo teer wordt verdedigd. Zeker wij geven toe dat sommige platte landsgemeenteraden wel eens wat te be krompen zijn in hun opinie over de salariee- ring en dat de dienst daaronder lijdt, maar In hel algemeen loopt het toch nog al los. En voorzoover de bezoldiging der politie onvoldoende is geregeld is toch immer de Veiligheidsklep aanwezig. Want als voor de Balarieering der politie onvoldoende bedra gen zijn uitgetrokken, dan weigeren een voudig Gedeputeerde Staten de begrooting goed te keuren. Dit komt veelvuldig voor en het slot van het lied is steeds dat de Ge meenteraad noodgedwongen bijdraait. Als de Burgemeester met klem van gegronde rede nen bij de provinciale autoriteiten betoogt, Jat uitbreiding der politie noodzakelijk is, vindt hij steeds een gewillig oor. Inmenging rechtstreeks van de Kroon in deze aangele genheden zooals door de Staatscommissie voorgesteld is uit den booze. Het bevor dert de bureaucratie en lijdt ongetwijfeld tot een al te ruim omspringen met dege meentelijke geldmiddelen, hetgeen vooral in den tegenwoordigen tijd zeer zeker niet ge- wenscht is. Ook de Staatscommissie voelt dit en daarom beveelt zij in haar rapport Ban, dat het Rijk de gemeente in de kosten der politie zal tegemoet komen. De Staats commissie had intusschen dienen te begrij pen, dat er van eene tegemoetkoming van net. Rijk in dc kosten der gemeentelijke po litie geen sprake kan zijn. Het Rijk zit zelf in zak en asch en is zelf druk doende om allerlei lasten van zich af te wentelen, voor een deel op de schouders der gemeenten. De intrekking der subsidie in de kosten der ver pleging van behoeftige krankzinnigen is er een der jongste voorbeelden van. Door de Regeering is thans bij de Tweede Kamer een ontwerp tot wijziging van de Ge meentewet ingediend. Natuurlijk nam dc Regeering het voorstel der Staatscommissie, om Koninklijke goedkeuring te eischen op de verordeningen, regelende de samenstel ling in dc bezoldiging der politie, dankbaar over. Ofschoon door allerlei rijksmaatrege len de financieele wagen ook in som- mige gemeenten danig in het moeras is vastgeraakt, grijpt de Regeering elke gele genheid, die er zich voordoet om de macht der gemeentebesturen te beknotten gretig aan. Bleef het hier intusschen nog bij, maar de regeering gaat in haar ontwerp veel verder. Zij stelt niets meer of minder voor dan de volgende bepaling in de Gemeentewet op te nemen: „Naar regelen, te stellen bij algemeenen „maatregel van bestuur, kan door ons „worden bepaald, dat in een gemeente be- „neden de 5000 zielen, tegen een bijdrage „door die gemeente in de kosten in den „politiedienst door rijkspolitie zal worden „voorzien. De rijkspolitie, die in den dienst „der gemeentepolitic voorziet, voldoet aan ,,dc vorderingen van den burgemeester, „aangaande dc uitoefening der gemeente- „lijke politiezorg, voor zooveel de belan- „gen der verdere politiezorg dit toelaten." Ondanks de bezwaren der Staatscommis sie, tegen dc opheffing der gemeentelijke po litie, ondanks het betoog der Staatscommis- sier dat de rijkspolitie niet den waarborg geeft, dat de bevolking ten plattelande, met het daar vooral zoo onmisbare beleid en met waardeering harcr speciale behoeften zal worden behandeld, dient de regeering een voorstel in, krachtens hetwelk zij de be voegdheid heeft in alle gemeenten beneden de 5000 zielen d. i. in 60 pCt. der Neder- landsche gemeenten de gemeentepolitie aan den kant te zetten en te doen vervangen door de rijkspolitie. Iedere rijksveldwachter kan dan naar hartelust koninkje spelen in zijn rayon; de burgemeester die nu nog den staf voert over de gemeenteveldwachters, heeft dan heelemaal niets meer te vertellen. O zeker, er staal in de wet, dat de rijkspo litie voldoet aan de vorderingen van den burgemeester, maar er is tevens aan toege voegd: voor zooveel de belangen der verde re politiezorg, welke aan de rijkspolitie is opgedragen, dit toelaten. Is de burgemeester thans geen chef van de plaatselijke rijkspolitie en staan de rijksveld wachters dus niet rechtstreeks onder zijn be velen, toch oefent de aanwezigheid van den burgemeester als hoofd der gemeentelijke politie een goeden invloed op de rijkspoli tie uit. De rijksveldwachters weten zeer goed, dal het voor hun onaangename gevol gen kan hebben, als zij het met den burge meester aan den stok krijgen. Maar waar blijft de invloed van den burgemeester op de gedragingen der rijkspolitie, als de gemeentepolitie verdwijnt en daardoor de burgemeester als hoofd der gemeentepolitie wordt uitgeschakeld? Voor zoover in gemeenten beneden de 5000 zielen in den politiedienst van rijkswe ge wordt voorzien, mogen de gemeenten 'n bijdrage in de kosten betalen. Natuurlijk! Het rijk doet niets voor niets. Van een bij drage van het rijk in de kosten der gemeen telijke politiezorg, is natuurlijk geen sprake. Hetgeen dc Staatscommissie daarom schrijft, wordt eenvoudig genegeerd. Maar als 't rijk voor de gemeente politiedienst doet, dan volgt vanzelf dat zulks betaald moet wór den. De Kroon bepaalt in welke gemeente in den politiedienst van rijkswege zal wor den voorzien en wat deze gemeenten heb ben te betalen. Zelfs van een hooren der be trekkelijke gemeentebesturen blijkt niets. Er wordt gedecreteerd en daarmee uit. Heeft de regeering met haar systeem om te centraliseeren nog niets geleerd? Geeft de Postcheque- en Giro-chaos geen afschrik- wekend voorbeeld van te ver doorgevoerde centralisatie; is de gecentraliseerde onder- wijs-wetgeving niet een ramp voor vele ge meenten? Is de fusie of centralisatie der spoorwegmaatschappijen met de daaruit ge volgde garantie der leeningen door den Staat niet een financieel débacle van den eersten rang? Dat de regeering op hare hoede zij en meer naar menschen uit de praktijk dan naar bureau-ambtenaren luistere! Als wij de regeering een raad mochten geven tot oplossing van het politievraagstuk, dan zouden wij zeggen: Laat de gemeentepo litie intact; ruim het zeer dure corps rijks veldwachters langzamerhand op; breidt met den.besten van dit corps den rijksrecherche dienst uit; bestem een gedeelte voor admi nistratieve- en bode-diensten op de parket ten, die zij thans reeds verrichten een een ander deel tot versterking der marechaus see en laat dc overigen in functie tot den tijd hunner pensionneering. Maar vul geen enkele vacature aan. Besteed het vrij geko men geld tot steun aan de gemeenten voor de politiediensten die zij verrichten of des noods tot versterking van het Staatsbedrijf. Dit is practische bezuiniging, waardoor o.i. geen groote belangen worden geschaad. Johannes Zietsman, dc laatste overgeble vene der mannen, die te zamen met Piet Rotief in het midden der vorige eeuw aan den „Grooten Trek" deelnamen, is alhier overleden in den ouderdom van 107 jaar. Hij nam deel aan den slag bij de Bloedri vier en aan tal van binnenlandsche gevech ten. De overledene had vier zoons en 14 dochter#. Naar tnen weet is gistermorgen de intergeallieerde con ferentie te Londen geopend. Enkele minuten voor eiven reden de afgevaardigden naar de conferentie naar het departement van buitenlandsche zaken en begaven zich langs de gebruikelijke batterij van camera's naar het vertrek van den minister van buitenlandsche zaken. Er ging eenige tijd heen met vriendschap pelijke begroetingen vóór de zitting begon. Aan het hoofd der tafels, in hoef-ijzervorm opgesteld, zat de Britsche premier, rechts van hem zat Herriot, vergezeld van Clé mente!, generaal Noliet en Peretti della Rocca, en links de verdere leden der Brit sche delegatie, Philip Snowden, de kanselier der schatkist, en Sir Eyre Crowe, permanent onderminister van buitenlandsche zaken. Naast de Fransche delegatie zat de Italiaan- sche met de Stefani aan het hoofd, en in de volgende zetels de Belgische premier Theu- nis en de Belgische minister van buitenland sche zaken Hijmans. Aan het eind van de rechtertafel zat de Portugeesche ambassa deur Norton de Mattos. Naast de Britsche gedelegeerden links van MacDonald zaten de Amerikaansche ambassadeur en kolonel Logan, met de beide Japanzche gedelegeer den naast hem en vervolgens de Grieksche, de Roemeensche en de Zuid-Slavische ge zant. Er waren aldus tien landen vertegen woordigd. De zitting werd geopend met een wel komstrede van den Britschen premier en daarna ging men over tot de werkzaamheden voor de verkiezing van een voorzitter der conferentie, de overweging der quaesties nopens den vorm waarin publiciteit zal wor den gegeven aan de beraadslagingen en de vragen aan het personeel en het secretariaat, en den vorm en de volgorde der agenda. In Frankrijk is men op de resultaten der conferentie nu niet zoo heel gerust, als men de berichten en de persbeschouwingen na gaat. Het zal lang duren in Londen. dat blijft te Parijs de algemeene opvatting, die berust zoowel op de moeilijkheid van de te regelen problemen als op de uitlating, vóór zijn vertrek door Herriot gedaan, dat hij niet van plan is te overhaasten. Een en ander geeft den meesten correspondenten der bladen, die Herriot vergezeld hebben, aan leiding de moeilijkheden, die de conferentie zal hebben op te lossen, nog eens extra- breed uit te meten. Zelfs de „Petit Parisien," die er anders een nogal geforceerden toon van optimisme op nahoudt, schrijft dat er menige botsing komen zal, waarvan de eerste en voornaamste reeds zeer spoedig te wach ten zou zijn. Waarschijnlijk kan men dit bericht in verband brengen met het feit, dat men te Berlijn er vrijwel zeker van schijnt dat Duitschland terstond tot deelneming zal worden uitgenoodigd en Herriot zich daar tegen zal verzetten. Het zwaartepunt van alles blijft voor de Franschen de naar hun meening overdreven macht, die men in Engeland aan de houders der eerste 800 millioen obligaties wil toeken nen. Wat is 800 millioen zegt men te Pa rijs, in vergelijking met de minstens 80 mil liard, die Duitschland zelfs na het rapport- Dawes zal moeten betalen Het is een klein beginnetje, dat Duitschland in staat stelt er wat boven op te komen. Wanneer nu nu daarvoor al geëischt wordt dat we ook po litiek de macht uit handen geven, komt het ons voor dat onze belangen waarlijk met te veel nonchalance worden beschouwd. De Commissie van Herstel, die heeft be raadslaagd overeenkomstig de opdracht, welke haar bij de Parijsche overeenkomst der beide premiers wordt gegeven, heeft be paald dat het, om te kunnen constateeren dat Duitschland aan zijn verplichtingen heeft voldaan, hetgeen het herstel der economi sche eenheid moet medebrengen, noodig is dat de vijf volgende voorwaarden worden vervuld De vorming van de Goldnoten- bank, de oprichting eener maatschappij der rijksspoorwegen, het organiseeren van het stelsel der industrieele obligaties, het af stand doen van de obligaties (die der spoor wegen en de industrieele) aan een trustee door de Commissie van Herstel aan te wij zen en de plaatsing der buitenlandsche lee ning van 800 millioen. Dit laatste punt gaf aanleiding tot veel discussie met Bradbury, die van oordeel was dat de plaatsing der lee ning onmogelijk is indien niet eerst de Duit sche eenheid hersteld is. Barthou en Dela croix wisten hem echter eindelijk te over tuigen ten aanzien van de andere kwestie, waaromtrent de beide premiers de Commis sie van Herstel het advies voor de Londen- sche conferentie hadden gevraagd, nl. (Ie overgang in Duitschland van het eene sys teem op het andere, verklaarde de Com missie datj^de vraag niet duidelijk genoeg was gesteld en werden daarom nadere in structies gevraagd. Met tevredenheid begroet men wel in Frankrijk het bericht, dat Owen Young totfagent-ge- neraal der schadevergoe dingsbetalingen benoemd is, de man, die zoo groot aandeel heeft gehad in het tot stand komen van het rapport Da wes, welke benoeming officieel door hem is aanvaard. Zooals men weet, zal een soort kas worden gevormd, waarin de in Duitschland bijeenge brachte gelden voor het herstel zullen worden gestort, terwijl een speciale commissie van overdracht dan, volgens de voorstellen der deskundigen, zou zorgen voor de moeilijke taak die gelden over te hevelen in de kassen der schuldeischers zonder ontwrichting van de wisselmarkt, welke speciale commissie, waarvan dan nu de heer Owen Young de lei der wordt, de remises zou moeten regelen en eventueel de betalingen zou moeten stop zet ten, wanneer mocht blijken, dat een zeker bedrag niet kan worden overgemaakt. Behalve het gewicht van de benoeming in dit opzicht, is zij ook van belang, omdat er sprake van is, nu de Vereenigde Staten niet gezind blijken een Amerikaan officieel zit ting te doen nemen in de Commissie van Her stel, als neutraliseering van het Fransche overwicht daarin bij een eventueel vaststellen van een fragrant in gebreke blijven door Duitschland, den commissaris van overdracht daarbij te betrekker, waarbij dan het meeningsverschil tus- schen Parijs en Londen loopt over de bevoegdheid van dit officieuse vijfde lid, n.l. een adviseerend of arbitrale bevoegdheid, welke laatste van Engelsche zijde wordt ge wenscht. Een nieuwe mogelijk heid van oplossing van de allesbeheerschende quaestie, op welke wijze een niet-éénzijdige beslissing te verkrijgen is, inzake eventueele Duitsche tekortkomingen, heeft Maandag de conservatieve leider Baldwin nog aan de hand gedaan, n.l. de benoeming van een commissie var herstel ad hoc, in denzelfden trant als de eigenlijke commissie-Dawes. Wellicht dat de conferentie in deze richting een oplossing zal zoeken. Uit de berichten uit Parijs blijkt, dat men vooral over dit punt langen en heftigen strijd verwacht, hetgeen niet te verwonderen valt, als men bedenkt, dat Herriot, evenals Poincaré, er op staat, dat het gezag van de C. v. H. intact blijft en dit lichaam de laatste stem zal hebben; dat Frankrijk in geen geval gediend is van beroep van uitspraken van de C. v. H. op het Haagsche hof als anders zins en dat de Fransche premier Frank- rijk's vrijheid van handelen opeischt. Een andere vrij groote zekerheid op conflict ligt in het meeningsverschil tusschen Frankrijk en Engeland over het tijdstip van het begin der ontruiming van het Rijnland, dat gedurende 15 jaren door de geallieerden zou blijven. Volgens het standpunt van Her riot en Poincaré is die termijn nog steeds niet beginnen te loopen wegens het in ge breke blijven van Duitschalnd, terwijl En geland van oordeel is, dat a.s. Januari de zóne van Keulen moet worden ontruimd. Intusschen is het Fransch-Britsche dis puut nu overgebracht in een meer alge meene atmosfeer, n.l. die der intergealli eerde conferentie. Ook andere stemmen van belanghebbenden zullen zich doen hooren- En daarbij zal met belangstelling uitgezEm mogen worden naar de houding van den gede legeerde van de Vereenigde State*., die ten •slotte toch groot belang hebber oij een her stel van de rust en welvaart- van het Euro- peesch afzetgebied. In wvtk verband de brief van belang is van den Amerikaanschen oud commissaris in het Rijnland aan generaal Dawes, om aan te dringen op een krachtige houding van Amerika inzake Frankrijk's vasthouden aan de Ruhrpolitiek. Pierrepont Noyes, de Amerikaansche oud commissaris in het Rijnland, voorspelt n.l. in een brief aan Dawes, dat het doode punt tusschen Frankrijk en Duitschland Zal blijven bestaan, tenzij de Amerikaansche vertegenwoordiger ter Londensche confe rentie de lastgeving ontvangt, Frankrijk mede te deelen, dat Amerika verlangt dat Frankrijk zijn politiek van zelfstandigheid in het Ruhrgebied prijs geeft en zoodanige concessies doet als noodig zijn om met Britannië een eerlijke en doeltreffende po ging in het werk te stellen voor uitvoering van het Dawes-plan. De schrijver spoort Dawes aan zijn nieuwe positie in de republikeinsche partij aan te wenden om te bewerken dat Kellogg zoo danige instructies krijgt. De opstand in Brazilië. Voor zoover is op te maken uit de na tuurlijk sterk gecensureerde en propagan dise!^ berichten over hetgeen in Brazilië ge beurt, schijnt te kunnen worden gezegd, dat de republiek wel de ernstige opstandige be weging sinds haar vestiging in 1889 door maakt. Het is hoofdzakelijk een actie van het leger uitgaande uit Montevideo wordt ge meld, dat volgens de laatste berichten uit Sao Paolo een militaire junta met steun der bevolking de leiding in handen zou heb ben genomen om de misbruiken der regee ring van president Bernades te bestrijden. De „Manch. Guard.", herinnert eraan, hoe deze al spoedig na zijn aan het bewind ko men bijna een militairen opstand had uitge lokt wegens het afzetten van den comman dant van een der forten van Riojde Janeiro, welke commandant at zoon was van den oud-president, maarschalk da Fonseca. Af kondiging van den staat van beleg gedurende eenige maanden voorkwam toen erger. De genen, die meenden persoonlijke redenen van rancune te hebben tegen de regeering, von den steun bij hen, die ontevreden waren over de zware belastingen, noodig voor het in evenwicht brengen van de begrooting. Als resultaten van een en ander kan de hui dige beweging worden beschouwd, die in ieder geval niet geschikt lijkt de zoo noodi- ge welvaart in het land te bevorderen. De aanslag op Zaghloel Pasja. De correspondent van de „Times" te Kaï- ro meldt, dat de autoriteiten blijkbaar het be staan vermoeden van een ietwat wijdvertakte samenzwering daar zij een aantal actieve leden hebben gearresteerd van de Hasb al Watani, of nationalistische partij, onder wie zich gelijk reeds met een enkel woord werd ge meld Abdel Aziz Sjeik Sjawisj bevindt, die hoogleeraar in het Arabisch is geweest te Cambridge en vóór den oorlog een berucht agitator in Egypte was. De laatste tien jaar had hij grootendeels in Berlijn gewoond vervolgens was hij naar Konstantinopel en Angora gegaan, vanwaar hij onlangs nogal geheimzinnig naar Egypte terugkeerde. Hij stichtte de Egyptische vereeniging te Berlijn die als een afdeeling wordt beschouwd van de Hasb al Watani. Onder degenen, die gearesteerd zijn, zijn mannen, die vroeger verdacht werden van medeplichtigheid aan de jongste samenzwe- rings-zaak het wordt dan ook mogelijk ge acht, dat het huidige onderzoek zal leiden tot de ontdekking van hen, die achter de jongste aanvallen der Engelschen stonden. De drie broeders van den aanvaller, van wie er een onderwijzer is, terwijl de beide anderen stu dent zijn, zijn eveneens gearresteerd, terwijl er bij hen huiszoeking is gedaan. Er is een belooning uitgeloofd voor het vinden van de revolver, die in de verwarring, op den aanslag volgend, op geheimzinnige wijze verdwenen is. De aanvaller verklaart thans, dat hij Zagh loel niet heeft willen dooden, maar alleen heeft willen voorkomen, dat hij onderhande lingen aanknoopte met de Britsche regeering door hem bang te maken en dat hij hem een les had willen geven, omdat hij toegelaten had, dat Lord Allenby wijziging had gebracht in de troonrede van koning Foead en de Brit ten „geachte tegenstanders" had genoemd. Hij verklaart, dat hij alleen heeft gehandeld, maar er is weinig twijfel aan, dat dit een vooraf beraamde en geen spontane daad is. WAT ONZE POES EET. Muizen. (Nooit.) De kaas uit de muizenval. (Altijd). De kanarie. (Eenmaal.) De goudvisch. (Vier maal.) Het vleesch uit de kast. (Veel te dikwijls.) De melk uit de melkkan. (Als ze er di kans toe ziet. Het eten voor den hond.. (Als de hond er niet is). De knoppen van de azalea. (Als ze uif komen). Afval op straat. (lederen nacht.) voorstel zou verwerpen. Het Lagting zal, naar men verwacht, tot het einde van de week over het voorstel beraadslagen en ver moedelijk zal dan hier hetzelfde resultaat worden verkregen. Het ministerie zal dan aftreden en Mehwinckel zal worden uitger noodigd het nieuw Kabinet te vormen. GROOTE OVERSTROOMINGEN IN HET NOORDEN VAN CHINA. Een regenval van veertien dagen veroor zaakt ernstige overstroomingen in geheel Noord-China. Het verkeer op de Peking Hapgkow en de PekingSuadyuan spoor wegen is stopgezet. Een groot deel der stad Kalgan staat onder water. De schade wordt tot nu toe geschat op een millioen dollar. NIEUWE ONLUSTEN IN DELNI. Er zijn zes personen gedood en meer dan honderd gewond bij Dinsdag te Delhi plaats gehad hebbende onlusten van godsdienst'.gen aard tusschen Hindoes en Mohammedanen, uitgelokt door de houding der laatsten. cn doorzitten bij fietsen (zadelpijn) UCr Qi^kunt gij gemakkelijk eo> dadelijk - verhelpen met den alom geprezen loopen akkers kloosterbalsem. DE INTERGEALLIEERDE SCHULDEN Volgens sommige berichten zullen de Franschen en Italiaansche regeeringen zich met de Amerikaansche ministers Hughes en Mellon, tijdens hun verblijf in Europa, in verbinding stellen teneinde te onder handelen over het vraagstuk der intergealli eerde schulden. Het doel der onderhande lingen zal vooral zijn om de betaling der jaarlijksche termijnen gemakkelijker te ma ken, wat in de praktijk op een vermindering dezer schulden zou neerkomen. Ook wordt gezegd, dat het Amerikaansche departement van financiën een plan heeft uitgewerkt volgens hetwelk de intergealli eerde schulden aan de Ver. Staten, ook die van Frankrijk, binnen een termijn van 30 jaar zullen worden afgelost. DREIGENDE MINISTERCRISIS IN OOSTENRIJK? Naar de Weensche bladen melden, zou de Groot-Duitsche fractie van den Oosten- rij kschen Nat. Raad Dinsdag hebben be sloten om, indien de regeering haar starre houding ten aanzien van de vraag, of de salarisregeling ook den gepensionneerden ten goede zal komen, niet laat waren, tegen de door de regeering ingediende salariswet te stemmen en haar ministers uit de regeering terug te roepen. De „Wiener Allg. Ztg." verklaart even wel, dat het niet tot een regeeringscrisis zal komen en dat de heden en morgen te houden besprekingen tot een vergelijk zullen voeren. Ook in de quaestie van het douanetarief is nog geen overeenstemming bereikt, wes halve de Nat. Raad de zitting vermoedelijk zal verlengen. EEN ERNSTIG SPOORWEGONGELUK Uit Zittau wordt aan de „Voss. Ztg." ge meld, dat Dinsdagavond op het traject WarnsdorffBodenbach een ernstig spoor wegongeluk heeft plaats gehad. Er raakten 27 wagons van een goederen trein los, die met een snelheid van 120 km naar het station Warnsdorff terugreden. Een remmer op een der wagons deed op het laatste oogenblik al zijn best den trein tot stilstand te brengen en remde zoo krachtig, dat de wielen gingen gloeien en de wagons in brand vlogen. Nadat deze in razende vaart door het station waren gevlogen en een stootblok hadden vernield, stortten zij zich in een dal, waar zij werden verpletterd. De remmer werd onder zijn wageon gedood. HET ALCOHOLVERBOD IN NOOR WEGEN. Het Noorsche Odelsting heeft Woensdag beraadslaagd over de wet tot afschaffing van het alcoholverbod. Berge, de eerste minister, zeide dat het het Kabinet niet langer de verantwoorde lijkheid voor het bestuur kan dragen, indien het wetsvoorstel verworpen zou worden. Mehwinckel, die betoogde dat de verbods- wet alleen door een nieuwe volksstemming afgeschaft kan worden, antwoordde hierop, dat indien het tegenwoordige Kabinet af treedt, de linkerzijde bereid is een nieuw Kabinet te vormen. Men verwacht dat het Odelsting hetwets- van de voor ons land belangrijkste Nieuwsberichten (Vas Dias) Amsterdam P. C. F. F. Golflengte 2000 M. Dagelijks (uitgezonderd Zondag) 8,15- 8,30 v.m.; 10—10.12 v.m.j 11.30—11.55 v.nv, 12,15—12,30 n.m.; 1,05—1,20 n.m.; 3—3,30 n.m.; 4,154,28 n.m. Tijdseinen: 10.15 v.m. en 4.30 n.m. Effecten en Geldkoersen (Vaz Diaz, zie hierboven) te 1,301.4522.152.30 eE 2.45 n.m. (uitgezonderd Zondag en vacan- tiedagen en Zaterdag alleen 10.3011-30 v.m.) Weerberichten Vossegat Bé 1050 M.: 11.10 v.m. en 12.30 n.m. en 8 run. (Ge meenlijk Morseseinen in langzaam tempo, waarop men zich oefenen kan). Londen 2 L.O. golflengte 365 M. Somtijds 3.205.20 n.m., dames half uurtje, 5.50 kinderuurtje, 7,5010.50 (of later) con cert, opera of Popul. avond. Tijdseinen 7.20 en 9.50 n.m. Maandag, Donderdag en Zaterdag Dansmuziek (Jaz- band) van uit het Savoy Hotel te Londen na 10.20 n.m Diverse Engelsche stations hebben onge veer dezelfde zenduren en wel: Cardiff 5 W. A. op 350 M Manchester 2 Z. Y. op 375 M. Bournemouth 6 B M. op 385 M. New Castle 5 N. O. op 400 M Glasgow 5 G. S. op 420 M. Birmingham 5 I. T. op 475 M. Aberdeen 2 B. D. op 495 M. Radio Paris S. F. R. 1780 M. Con cert (Tzigane orkest) 1.05 n.m. dito te 5.0f n.m. (vocaal of instrumentaal) dito te 9.2C n.m., als 5.05 of aansluiting op opera o anderszins (voorafgegaan te 8.50 n.m. door Nieuwsberichten). Gemeenlijk Donderdag en Zondag Dans muziek tot ruim elf uur. event afgewisseld door chansons of causeriën. Eiif el toren F. L. 2600 M. 7 en 11 uur v.m., 7.20 en 10.35 n.m. Weerbericht 3.50 n.m. Beursverslag 6.307.15 n.m. concert, 11.2011,25 n.m. en 12.04 Tijdsei nen. Ecole Supp. P. T. T. 450 M.: Dage lijks, behalve Maandag te 9.20 n.m., voor drachten, enz. Petit Parisien 340 M.: Gemeenlijk Dinsdag, Donderdag en Vrijdag 8.50 n.m. concert Brussel S. B. R. 265 M. 5.20—6.20 n.m. en 8.351020 n.m. concert. Haren (Brussel) B. A- V. 1100 M. 5.1? n.m. Weerbericht Königswusterbausen L. P. 4000 M. 7.20 v.m.6 n.m, berichten (ongeregeld) Maandag en Vrijdag 8.209.20 n.m. concert op 2700 M. Zondag alleen 11.20 v.m. 1.20 n.m. Eberswalde 2700 M. Gemeenlijk Dinsdag en Donderdag concert 8.209.2G n.m. Chelmsiord 1600 M. Concert of toe spraak 11.50—12.50; 4.20—5.20; 7.50—8.50. (Daar het proefzendingen betreft dient wij. ziging te worden voorbehouden). Programma. Donderdag 16 Juli. Alleen Buitenland. sche stations. Vrijdag 17 Juli Hilvers. Draadloos Om roep 1050 M. Event. Lezing, gevolg» door concert der Vagelaars. Ï6 „Handelen, zegt gij „Ja zeker. Gij begrijpt wel, dat een man, die geen voet verzetten kan, niet heel streng zal worden bewaakt. Gij zult tot één ure na middernacht wachten. Op dat uur is elk in den diepsten slaap gedompeld. Dan zult gij u ontdoen van uwe ketenen en zachtjes opstaan. Gij zult den oppasser een prop in den mond duwen en stevig aan zijne krib vastbinden, zonder hem echter leed te doen gij?" TIENDE HOOFDSTUK. „Gij moet ook niet door de deur ont- enappen." „Waardoor dan?" „Door het venster. De traliën met het plaatje doorvijlen zal het werk van een oogen blik zijn. Daarna zult gij een touw maken van de lakens van uw bed, dat beteekent biets, en sii zult u laten afzakken in een lang smal binnenplaatsje, dat door een groo ten muur in tweeën is gescheiden en geslo ten wordt door een hek, dat de galeien van de kazerne der marine afscheidt „Dan kom ik van de eene gevangenis in de andere, wanneer die plaats door een hek is afgesloten." „Waarachtig, kameraad, ge zijt onbegrij pelijk onnoozel. Wat duivel praat gij nog van een hek Hekken zijn immers gemaakt, om er over te klimmen." „En de schildwacht?" „Daar de galeien hier geen uitgang heb ben, staat er geen schildwacht. Ik weet het. Ik heb zes weken lang corvee gehad op die plaats." „En de kleederen, die ik aan moet trek ken „Geef wel acht op hetgeen ik u zal zeggen en onthoud het, woord voor woord. „O, wees gerustgeen woord zal mij ont gaan." „Ik veronderstel nu, dat gij op de binnen plaats zijt en uw gelaat naar de kazerne ge keerd houdt." „Heel goed." „Gij zult dan, steeds rechtuit loopende, vooruitgaan, totdat gij den hoek van het groote gebouw hebt bereiktdaar maakt gij rechtsomkeer en gaat vijf en twintig stappen terug. Gij hoort mij wel, vijf en twintig niet meer en niet minder, en ik bedoel gewone stappen, zooals iemand van uwe grootte doet, wanneer hij loopt, zonder dat hij zich haast." „Ja, ja, ga maar voort, bid ik u." „Bij den vijf en twintigsten stap zult gij ophouden en uwe hand op manshoogte tegen den muur brengen. Daar zult gij zoeken, totdat gij een beweegbaren ring vindt, die in een grooten steen gemetseld is." „Ja," zeide Edmond, „en die ring?...." „Ik weet niet hoe hij daar komt en waar toe hij dient. Voor u is hij een teeken. On middellijk daaronder zult gij een vierkanten steen vinden, waarin twee gaten zijn ge boord, op ongeveer een duim afstands van elkander. Gij moet uwe vingers in die gaten steken cn den steen naar u toe trekken. Hij zal gemakkelijk loslaten en eene holte openen, waarin zich de kleederen, het mes en het touw bevinden. Gij moet de kleederen weg nemen en het geld in de plaats leggen. Ver volgens brengt gij den steen weder op zijne plaats en sluit de opening. En wanneer de duivel u maar een weinig in bescherming neemt, zult gij een zoo goed begonnen onder neming ook goed ten einde brengen. Wat zegt gij daar nu van, kameraad Gelooft gij niet, dat ik mijn geld wel verdiend zal hebben „O," fluisterde de gevangene aangedaan, „gij zult mijn redder zijn. Ik weet niet waar aan gij u schuldig hebt gemaakt, maar wan neer gij groote misdaden op uw geweten hebt, worden die door uwe goede daad van heden honderdvoudig uitgeboet." De galeiboef begon te lachen. „Drommels, kameraad," zeide hij, „weet gij wel, dat gij spreekt als een eerzaam huis vader. Gij hebt uwe roeping gemist." Na eenige minuten zwijgens ging hij voert: „Wanneer gij nu eenmaal uit de gevange nis en in de stad zijt, loopt gij ieder oogen blik gevaar, u tegenover eene patrouille te bevinden. Wees onbevreesd en houd u flink, wanneer gij eene gevaarlijke ontmoe ting hebt. Als gij blijk geeft van te willen wegloopen of u te willen verbergen, zijt gij verloren." „Maar hoe moet ik dan doen „Gij moet doen, alsof gij inderdaad een matroos waart. Houd u dronken, loop zwaai end en alsof de straat niet breed genoeg voor u was, en zing op galmende toon het refrein van een drinkliedje. Kent gij drinkliedjes kameraad „Ik heb er ten minste vroeger gekend." „Welnu, tracht ze u dan weder te herin neren. „O, stel u gerustkoelbloedigheid of tegenwoordigheid van geest zullen mij niet ontbreken." „Dit is nog niet alles. Doe uw best, om, voordat de dag aanbreekt, buiten de stad te zijn, en zelfs een goed eindje weegs te hebben afgelegd. Loop altijd maar voort en houd u onder geen voorwendsel hoegenaamd op, zoolang uwe beenen u kunnen dragen. Zoodoende hebt gij kans om aan dc jacht te ontsnappen, die door de galeiboeven jagers terstond op u zal worden gemaa.kt, zoodra zij het Itanonschot zullen hebben ge hoord, want ik denk wel, dat zij voor u, evenals voor een van on*, zullen schieten." „O," sprak Edmond, „God zal mij kracht geven; zij zullen mij niet krijgen." „Wanneer gij door een enkel man achter haald wordt, vervolgde de misdadiger, „dan trekt gij uw mes." „Een man dooden,' antwoordde de werk tuigkundige met onbegrensden afkeer; nooit, nooit! Ik zou mij liever opnieuw laten ge vangennemen, dan een druppel bloeds te vergieten; ik zou mij liever laten dooden." „Nu, dat is uw zaak. Doch hoor eens, kameraad, vergeet de vijf louis d'or niet, die gij mij schuldig zijl. Wanneer gij mocht trachten, mij te bedriegen, zult gij uzelf het eerst straffen. Ik zou zorgen, dat gij binnen vier-en-twintig uren weer hier waart, zoo waarachtig als ik een goeden jongen ben." „Ziedaar", antwoordde Edmond, „daar hebt gij uw vijf goudstukken." „Dat zie ik ook wel zoo gaarne," dacht de misdadiger; „wanneer ik vooruit betaald wordt, dan loop ik geen gevaar" ELFDE HOOFDSTUK Zoodra de avond gevallen was, nam Edmond het fleschje, dat hij dien morgen ontvangen had, goot den inhoud in zijne hand uit en wreef er lang en hard zijn knie mede. Daarna legde hij zich neder en wachtte ongeduldig den uitslag af. Hij behoefde niet lang te wachten. Na verloop van een uur gevoelde hij een eigen aardige, doch niet zeer pijnlijke gewaarwor ding. Het was hem als of in het vel met duizende naalden werd geprikt, zonder dat die echter diep in het vleesch drongen. Een hevig, bijna ondragelijk gloeien volgde daar op en maakte spoedig plaats voor een ge heele gevoelloosheid en verstijving. Zijn knie scheen geheel dood en het was hem onmogelijk, zijn been te buigen. Een grenzelooze vrees maakte zich van hem meester. „Die man heeft zichzelf of mij bedrogen," dacht hij. „De uitwerking van dit vocht is verschrikkelijk en ik zal nu wellicht voor mijn gansche leven door een ongeneeslijk gebrek getroffen zijn. Ach, dat is de laatste en vreeselijkste slag, want zoodoende gaat zelfs de kleinste hoop op vrijheid voor altijd voor mij verloren." Edmond was te voorbarig, want die stijf heid verdween spoedgi en de spieren en peezen werden weder buigzaam. Nadat hij hiervan overtuigd was, viel hij in een diepen slaap en ontwaakte eerst toen de klok luidde, die iedereen in de ga leien op de been riep. Zijn eerste gedachte, zijn eerste blikken waren op zijn knie gericht, die hij met beidt handen betastte. Dc jonge galeiboef had hem niet bedro gen. Een buitengewoon groote, doch niet pijnlijke zwelling was ontstaan. Edmond wachtte, totdat de bewaarder in zijn cel kwam. Toen heston hij te kermen en te kla« gen, (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5