Het 27ste Intern. Eucharistisch Congres.
DIT NUMMER BESTAAT UIT 8 BLADZIJDEN
47ste Jaargang No. 15797
Hoe Amsterdam en het Stadion er uitzien. In de St. Willibrorduskerk De Openingsplechtigheid
^n het Stadion. Redevoeringen van Mgr. Heylen en Mgr. Gallier; een breve van Z H. den Paus.
Rede van Kardinaal van Rossum. Oroote geestdrift.
Hedenmorgen werden overal in Amsterdam pontificale H. H. Missen opgedragen; toespraken
van Mgr. Gallier en Kardinaal Bertram.
Haarlem -en Agentschappen: lf& fjk jgih <ÜPBBf AAA tffe A ABA
Per week 0.25 tk n J Nit j $5$ 3
Per kwartaal 3.25 if"?.'!) H |l| nliB fflL
Pranco per post per kwartaal bij' PS»S^ï H BP" iH H ASHA BP"
vooruitbetaling 3.58 fti /i y f J Oj 11
Bureaux: Nassaulaan 49. O |i| lÉsSS} weIP 111! lijf f§fjT3»
Telefoonnummers: 1426, 2741 en
Oe abonnementsprijs bedraagt voor
Postrekening48No. 5970. Donderdag 24 Juli 1924
HAARLEMSCHE COURANT
Adverlentiën 35 cents per regel.
Bij contract belangrijke korting.
Advertentiën tusschen den tekst,
als ingezonden mededeeling, 60 ct
per regel; op de le Pagina s 75 ct.
per regel. Vraag- en aanbod-adver-
tentiën 14 regels 60 ct. per plaat
sing: elke regel meer 15 ct., bij
vooruitbetaling.
Het Stadsbeeld.
Feitelijk is het stadsbeeld niet veel gë-
wijzigd. JDok op dagen, waarin geen Eucha
ristisch congres gehouden wordt, is het geen
ongewoon gezicht, vooral niet in het reis-
seizoen, het geestelijk gewaad te zien, al
mag het waar zijn, dat mogelijk dc buiten-
landsche geestelijken verraden, dat er iets
bijzonders te doen is.
En toch, het is niet het gewone Amster
dam. Er ligt een gewijde sfeer over de stad,
die bijzonder tot uiting komt in en bij de
kerken. In de kerken, waar den geheelen
dag in devoot gebed en stille meditatie de
geloovigen neerknielen en op die manier
meewerken de vruchten van deze congres
dagen tot rijpheid te doen komen. Bij de
kerken, waar men dc goede Katholieken
op onderscheidene uren van den dag kan
zien, opgaande naar het bedehuis of dit ver
latende ingetogen en in zich zelf gekeerd.
Uit gesprekken van voorbijgangers, op de
balcons van de trams, in de hallen van het
Centraal Station kan men allerlei uitlatin
gen opvangen, die getuigen van meeleven
met dit bijzondere gebeuren, dat op vader-
landschen bodem plaats vindt.
Ergerlijk is het, dat buitenstaanders, die
de innigheid en diepen zin van dit alles niet
kunnen aanvoelen, zich verdienstelijk mee-
nen te moeten maken met opschriften, die
de kern der zaak niet raken. Laat ons oor
deel evenwel niet te hard zijn over hen, bij
eenig nadenken valt het zoo gemakkelijk
hen te vergeven.
De Kerkelijke opening van
het Congres.
De St. Willibrord buiten de Veste wachtte
op den Kardinaal-Legaat voor de kerkelijke
opening van het Congres. Breedc rijen van
nfficieelc en niet-officiecle personen vulden
dc banken. Het priesterkoor was nog bijna
leeg, toen het half zeven sloeg, doch daar
achter waren reeds dc verschillende hooge
geestelijken gezeten, die met hun kleurige
of ernstig zwartekleeding een stemming
van verheven feestelijkheid wekten. Tus
schen dezen vielen de Oostersche prelaten
öp met hun donkere gelaatskleur vreemde
en toch zoo waardige verschijningen in een
Hollandsche kerk catholicam ecclesiam.
Rank reZcn de pijlers en bogen in \het
blanke licht. Diep wit bloeiden de horten
sia's tusschen teer, afhangend groen als
kasteelen van bloemen rond de pilaren. Rijk
6n feestelijk kleurden de opgestelde vaan
dels een stille eerewacht voor het Aller
heiligste, dat nu nog verborgen binnen den
outer stond.
Orgeltonen zwollen aan, de stille rijen be
wogen zich, de zittenclen gingen knielen en
keerden zich naar het middenpad. Daar
naderde onder den hoog gedragen baldakijn
de kerkprins met zijn kamerheeren en zijn
stoet van ridders in fel-roode en witte
Meettij. Zijne Eminentie nam op zijn zetel
plaats en ook in de groote koorbank daar
tegenover kleurden nu de purperen gewa
den der kardinalen. Zuivere jongensstemmen
hieven het „Veni Creator!" aan.
Op den expositie-troon van het rank ge
lijnde altaar stond nu de remonstrans, in
zijn gouden lijnen dc lichtglimpen der kaar
sen en electrische lampen opvangend. En
daar binnen, haast onzichtbaar, rustte de
Vernederde God, ontvangend de stille aan
bidding, waarmee dit Congres, Zijn Congres
•Ir. Christus Eucharisticus, begonnen werd.
Het was een stille plechtigheid, zonder
andere woorden dan die met heerlijken
klank werden, uitgezongen door den priester
en hel koor en de gebeden, die gefluisterd
Werden en gesproken door het hart. En
toen het „Tantum Ergo" geklonken had en
het „Laudate Dominum" als slotzang was
Weggestorven, verliet dc Kardinaal met zijn
gevolg het lichte kerkgebouw.
Daarmee was de kerkelijke opening van
het Congres geschied en buiten wachtten
dc auto's, om de hoogwaardigheidsbeklee-
ders door de feestelijke bevlagde straten
te voeren naar het Stadion, waar de eerste
vergadering van het Congres zou worden
gehouden.
lil het Stadion.
Als wij omstreeks half acht op den Am-
stelveenschen weg zijn, heerscht er al een
ongewone drukte. Auto's rijden af en aan.
Regelmatig zet elke nieuw aankomende tram
een aantal bezoekers af, die in breede, on
regelmatige rijen allen naar één richting
trekken, naar het Stadion.
Foto's, geïllustreerde bladen, extra num
mers, geschriften over de H. Eucharistie
borden, luid aangeprezen, ten verkoop aan
geboden.
Bij het Stadion komende, zien wij boven
op de muren congressisten, die daar hoe
'ang misschien al hunne luchtige plaatsen
hebben ingenomen. Op een afstand vallen
de engelen met bazuinen op, aan de vier
hoeken geplaatst, terwijl aan de zijde van
de straat het beeld van hel H. Hart het ge-
keel domineert in stille Majesteit.
De nauwe ingangen en de scherpe con-
bole zijn oorzaak, dat men niet zoo spoe
dig
aan de beurt komt, om doorgelaten te
Worden.
Eenmaal door de controle wordt men al
spoedig gewaar, dat de regeling der plaat
sen. ingedeeld volgens vakken en duidelijk
aangegeven, zoodanig is, dat ieder zonder
vragen zijn plaats kan vinden.
Eenmaal gezeten,1 hebben we gelegenheid
het werk van architect Cuypers in oogen-
schouw le hemen. In het midden van het
terrein prijkt het ontvangstpaviljuen, waar
het is kwart voor acht nog enkele
Werklieden bezig zijn, de laatste hand aan
de installatie te leggeo. Van daaruit is ten
Paarse looper gelegd tol bij den ingang,
Waardoor het hooge gezelschap zal binnen
komen. Een rijke versiering van palmboo-
"len geeft het geheel een voornaam en
stemmig aanzien.
Rondom wapperen de vlaggen van alle
"ationaliteit, terwijl geel-witle wimpels zijn
opgehangen aan de hooge palen, waaraan
de reflectors voor dc verlichting zijn be-
Vesligd. Om 8 uur is eert ontzagwekkende
'Pemgte aanwezig. Maar nog eenigen tijd zul-
er] de congressisten hun geduld moeten
oefenen, want eerst tegen half negen .wordt
ons per loud-speaker kond gedaan, dat dc
«ardinaal op hel terrein is. Eenige oogen-
"t'kken later zien wij Z.Em., omringd door
2lJn gevolg, onder een baldakijn het ter
rein opgaan in de richting van het pavil
joen, Dan volgt een stormachtige begroe
Schulte, Kardinaal Bertram, Mgr. Piffl,
Kardinaal Rcig y Casanova, Mgr. C. J.
Schulte, Kardinaal Bertram, Mgr. Piffel,
Mgr. Ccsare Orsenigo, Pater van Dijk, eeni
ge Maltheser ridders.
Zoodra de Kardinaal-legaat gezeten is,
zet liet Koor der R. K. Oratorium-Ver-
eeniging, dir. Louis v. Tulder, in. Ten ge-
hoore gebracht werden: Sacerdos et Ponti
fex, J. Schouten; Veni Creator van' Alph.
Vranken, Lauda Sion, 01. Koop, Jesu dulcis,
Hub. Cuypers.
Hierna houdt Z. D. H. Mgr. Heylen de vol
gende rode, die door middel van den loud
speaker tot in de uiterste hoeken duidelijk
hoorbaar is:
Rede Mgr. Heylen.
In den naam van Zijne Eminentie, den
Kardinaal-Legaat, verklaar ik het 27ste in
ternationale Eucharistische Congres ge
opend.
Hoogeerwaarde Kardinaal Legaat,
Eminenties,
Doorluchtige Kerkvoogden,
Hoogvereerde Verzameling.
Als voorzitter van het bestendige Comi-
teit der Internationale Eucharistische Con
gressen, voel ik de behoefte, ons aller
vreugde uit te drukken over het houden van
dit Congres te Amsterdam. Dank zij God!
Wij hebben kunnen verwezenlijken, wat de
insteller der Eucharistische Congressen van
het begin af wilde doen: een Congres van
het Allerheiligste Sacrament houden in de
stad van hetSacrament van Mirakel.
Dit scheen onmogelijk tot op den dag, dat
het bisdom, van Haarlem hier zijn diocesaan
Congres hield, dat een wonderbare triomf
was van de Heilige Eucharistie.
Ik was er getuige van; ik deelde mijne
indrukken mede aan de leden van het be
stendig Comiteit. Allen juichten toe, Am
sterdam werd gekozen tot zetel van hel 27e
Internationale Congres. Zijne Heiligheid de
Paus bekrachtigde met vreugde onze keus
en God heeft haar overvloedig gezegend.
Wij verwachtten veel van Amsterdam, en
ik ben 'gelukkig te zeggen dat onze ver
wachtingen overtroffen werden. De voorbe
reiding is schitterend geweest, en zou
eischen dat ik al de arbeiders persoonlijk
bedankte. Maar zij verlangen dit niet, en
verwachten hunne belooning van Jezus
alleen.
Toch zij het mij geoorloofd, onzen innigen
dank uit 'te spreken aan Zijne Doorluchtige
Hoogwaardigheid den Bisschop van Haar
lem, én neven hem te noemen, den Zeer-
Eerwaarden Deken van Amsterdam, den
onvermoeibaren secretaris, Eerwaarden Pa
ter van Dijk, met al de priesters en lcmken,
die sinds maanden niet opgehouden^ypbben
te werken om het Congres voor te b^feiden
en te verkrijgen dat het waardig volge op
het schitterend Congres te Rome. Zoo zal
het zijn; met den zegen van God.
Door dit Congres willen wij Jezus ver
heerlijken in den Paus en in de Eucharistie,
Wij Willen het voorbeeld navolgen der mar
telaars van Gorcum, die stierven voor het
Pausdom en voor de wezenlijke tegenwoor
digheid van Jezus in het Allerheiligst Sa
crament.
Gisteren verheerlijkten wij den Paus, toen
wij zijn Legaat ontvingen en toejuichten,
toen wij hem de hulde brachten van onzen
eerbied, onze liefde, onze gehoorzaamheid.
Wij zullen hem blijven verheerlijken in dit
Congres, omdat wij onder zijn leiding en
met zijnen zegen willen arbeiden tot ver
heerlijking van hel H. Sacrament, dat het
leven en de kracht uitmaakt van het Paus
dom en van de Kerk. Wij zullen het voor
beeld en dc uitnoodigingen van den Paus
voor oogen houden, om al onze plichten te
vervullen tegenover de H. Eucharistie, en
uit deze levende bron de genade en den
vrede te putten, die ons zoo noodig zijn op
aarde.
Wij zullen Jezus verheerlijken in het
Allerheiligste, en vooral tegenover Hem
onzen plicht van eerherstel vervullen.
De eerherstelling zal het bijzonder doel
zijn van dit Congres. Over de eerherstelling
zullen de redeftaars spreken. Zij zullen ons
doen zien, hoe noodig, hoe heilzaam zij is;
zij zullen ons de middelen aanwijzen, om ze
krachtdadig te beoefenen.
Wij zullen ons niet tot woorden bepalen;
maar al de dagen van het Congres zullen
wij aan de eerherstelling toewijden door
onze aanbiddingen, onze liturgische plech
tigheden, onze veelvuldige en vurige com
munies.
De gansche Kerk zal zich bij ons aan
sluiten; terwijl wij hier vergaderen, stijgen
van alle punten der aarde aanbiddingen en
eerherstellingen ten hemel; overal worden
Missen en Communies opgedragen, overal
worden plechtigheden ter eere van het
Allerheiligste Sacrament gevierd.
Onze plicht zal het zijn in Amsterdam,
ons niet te laten overtreffen in vurigheid,
maar het gloeiende centrum te zijn, waar
om al de geloovigen der Kerk zich met
liefde scharen.
Dat geve God, opdat het Congres van
Amsterdam aangenaam zij aan God, en heil
zaam voor ons allen, voor Nederland, voor
de gansche Katholieke Kerk.
Nadat Mgr. Heylen zijne rede beëindigd
heeft, neemt de bisschop van Haarlem,
Z. D. H. Mgr. Aug. Jos. Callier het woord:
Rede Z. D. H. Mgr. Callier.
Eminenties,
Doorl. Aartsbisschoppen en Bisschoppen,
Dierbare Congressisten,
Als Bisschop van het diocees, waarin dit
27ste Internationale Eucharistische Congres
wordt gehouden, had ik gisteren de hooge
eer, ook in uw aller naam, den vertegen
woordiger van onzen heiligen Vader Pius,
den Kardinaal-Legaat te begroeten bij zijn
intrede in deze stad, en aan dienzelfden
titel dank ik thans de eer U allen bij dc
opening van het Congres te begroeten in
naam van deze stad, van dit Bisdom, ja van
geheel Nederland.
Wij achten ons hoogst gelukkig de ge-
heele katholieke wereld bij ons vereenigd
le zien om onzen lieven Heer J. C. te ver
heerlijken in het wonderbare geheim Zijner
onuitsprekelijke liefde, het hoogheilig Sa
crament des Altaars.
Immers wij erkennen volmondig, dat ook
Wij niet altijd naar ons beste vermogen
Hem hebben geëerd, nog afgezien van de
overtuiging, dat Hij is „major omni laude"
én dat zelfs de heiligste mensch nooit in
lof
dit Congres, waarop wij, behalve dén-Kar
dinaal-Legaal van den Opperherder- der
Kerk, nog zoovele andere Kardinalen'- be
groeten mogen, zooveel Aartsbisschoppen
en Bisschoppen en Abten, die met hun
dioccsanen en kloosterlingen hier zijn sa
mengestroomd van alle zijden der wereld,
uit alle landen van Europa en van de over-
Breve van Z. H. den Paus.
Hierop volgt het voorlezen van de Breve
van Z. H. den Paus door pater van Dijk,
die staande wordt aangehoord:
Aan Onzen geliefden Zoon Willem Kar
dinaal van Rossum, prefect van de H. Con
gregatie voor de voortplanting des geloofs.
Paus Pius XI,
Geliefde Zoon, groet en apostolischen
zegen. Dat het Comité ter bevordering van
dc Internationale Eucharistische Congres
sen besloten heeft, dat het 27e congres dit
jaar zal worden gehouden te Amsterdam, is
naar wij weten niet zoozeer toe te schrijven
aan de grootheid dier stad, welke door het
aantal inwoners en den handel stellig de
grootste van Nederland is, alswcl aan dat
Eucharistisch Wonder hetwelk aldaar in het
jaar 1345 heeft plaats gehad, zooals men kun
opmaken en overvloedig bevestigd vindt
niet alleen uit geschriften en oorkonden,
Kardinaal Bourne, Aartsbisschop van Westminster, stapt te Haarlem af om de
Kathedraalte bezichtigen.
zijde der wereldzeeën Amerika en zelfs- uit
het verre Australië, hier vertegenwoordigd,
door den grijsaard, die langer dan éeriige
Bisschop meer dan 50 jaar den herdersstaf
heeft gevoerd, en verder uit de mis-
landen van Afrika en wat ons buit
mate verheugt uit 'de met Rome v
eenigde Oostersche Kerk.
Wanneer Wij deze allen hier zien en den
ken aan de ontroerende brieven van zoo
vele Bisschoppen, die tot bun leedwezen
om verschillende redenen hier niet konden
tegenwoordig zijn, maar betuigden dat zij
door velerlei Eucharistische plechtigheden
met geheel hun diocees zullen deelnemen
aan den lof, hier gedurende deze dagen
gebracht aan het Allerheiligste Sacrament,
dan achten wij daarmede de voospelling-
vervuld van den Psalmist „reminiscentur et
concertentur ad Dominum universi fines
terrae et adorabant in conspectu Ejus uni-
versae familiae gentium; dan kunnen wij
dezer dagen gerust voor het' tabernakel
treden en tot den daar verborgen God
jubelend zingen: Te per orbem terrarum
sancta confitetur Ecclesia.
Wij brengen dan ook onzen hartgrondi-
gen dank aan allen die hier persoonlijk of
in den geest tegenwoordig zijn, dat zij
door die algemeene aanbidding het oog van
God met welgevallen doen rusten op
deze, door Hem zeiven zoo begunstigde stad
van waar Hem een zoo schitterend eer
herstel wordt gebracht voor al de misken
ning en oneer Hem in Zijn aanbiddelijk
Sacrament aangedaan hier en over de ge-
heele wereld; en ik verwacht laat mij,
bid ik U die verwachting als een plechtige
belofte uit Uw aller naam uitspreken
dat wij met al onze Geloovigen niet slechts
met de lippen maar door een verhoogd ge
loofsleven voortdurend de ontroerende hei
lige verzuchting zullen slaken, die na iedere
altaarwijding tot driewerf toe met den
wierook ten hemel stijgt, zoodra het kruis is
geplaatst op het altaar, waarop aanstonds de
eerste H. Mis, die onbloedige herhaling van
het Kruisoffer zal worden opgedragen,
die heilige, ontroerende verzuchting zeg ik:
„Omnis terra adorel Te Deus", ,,0 God, dat
toch spoedig de geheele aarde ook daar
waar Gij tot dusverre nog niet wordt ge
k-end, U aanbidden moge in het grootste,
wonder Uwer liefde, het Allerheiligste Sa
crament des Altaars.
Beide lezingen wekken groote geestdrift
onder de saamgestroomde menigte en her
haaldelijk moeten de hooge sprekers hunne
lezing onderbreken, om een daverend ap
plaus in ontvangst te nemen.
*ing- Van alle kanten breekt het gejuich en staat zal zijn Hem den verschuldigden
Wra-geroep los en de Kardinaal wendt*'te brengen.
Zlch naar verschillende richtingen, zacht Intusschen, zoo ooit, dan zeker op de
fuivend met de fijne handen. Internationale Congressen is die „Laus
Behalve het onmiddellijk gevolg van den plena, sonora et jucunda" en dus ook op
maar ook uit een verklaring van den Bis
schop van Utrecht uit dien tijd. Ook staat
het vast, dat deze kleine visschersstad, die
Amsterdam toen was, langzaam en geleide
lijk een groote stad geworden is en in alge
meen aanzien verre boven de andere steden
van Nederland is uitgegroeid, daar immers
uit geheel Nederland inwoners en gezinnen
in deze stad samenkwamen en zich gedron
gen voelden om zich daar voor altijd te
vestigen, hetzij uit godsvrucht jegens de H.
Eucharistie, hetzij omdat zij meerdere malen
in deze genadestad genezing verkregen.
Deze vereering nu van het Allerh. Sacra
ment verdween of verflauwde nooit, zelfs
niet in tijden welke voor de Katholieke
zaak verre van voorspoedig waren. En wij,
ofschoon wij door niet geringen afstand van
u gescheiden zijn, wij zien bijna in de ge
dachte inplaats van die plechtige en
vrome processie, welke ieder jaar plaats had
ter gedachtenis van het Wonder, voor den
storm der zestiende eeuw vele duizenden
mannen in stilte rondgaan langs de kerk
van het Wonder, langs denzelfden weg en
op dezelfde dagen, waarop onze vaderen
het deden, met een zekeren ernst in houding
en gelaat: voorwaar een grootsch schouw
spel, hetwelk niet alleen het Geloof der
Amsterdsmsche Katholieken ten voorbeeld
voor allen stelt, maar ook het verlangen
naar volledige vrijheid der Katholieke plech
tigheden welke vrijheid helaas verloren
is gegaan scherper doet gevoelen en het
herstel dier vrijheid opeischt. Met hoeveel
verlangen wij de viering van het aanstaande
congres verwachten, het congres, waar de
godsdienstzin van uw landgenooten, ge
liefde Zoon, voor het Allerh. Sacrament en
hun liefde heerlijk aan den dag zal komen
dat weet Gij zelf. Dat nu in de harten der
congressisten, die, naar men zegt, zullen sa
menkomen in grooten getale zelfs uit de
meest' afgelegen landen van Europa, ja, uit
Amerika, deze' zelfde godsdienstzin en liefde
nog rijker gevoed worden en nog meer
vruchten mogen dragen in heilige werken,
dat behoeven wij u nauwelijks toe te wen-
schen: zoo weinig twijfelen wij, na het heer
lijk succes van hel diocesaan Eucharistisch
Congres, hetwelk voor dezen gehouden is, of
het aanstaand Internationaal Congres zai
overvloedig bijdragen tot heil der zielen en
ook de Katholieke zaak in Nederland be
vorderen en in groei doen toenemen.
Immers, Christus Jezus heeft, waar Hij Zijn
Goddelijke en menschelijke natuur wilde
verborgen houden onder den sluier der
Eucharistie, daarom niet eenige grens wil
len stellen óf aan Zijn macht óf aan Zijn
goedheid.
Veeleer, dewijl .Hij hierom in het H. Sacra
ment des Altaars verborgen is, om bij ons
te verblijven en de schatten van Zijn iiefdc
''V v
i;
In de „zaal" van de plebanïe. Van links naar rechts: prof. Oosterlaan (van Mill Hill),
de heer Meier, gastheer van den Kardinaal, Kardinaal Bourne, Mgr. Jackman, secretaris
van Z.Em. Staande.' Plebaan Westerwoudt, de kapelaans Keizer en Jacobs.
en barmhartigheid in alle zoetheid en be
stendig over ons uit te storten, hoe zou het
dan niet gebeuren, door dc genade en wel
daad van Zijn tegenwoordigheid, dat de Ka
tholieken een nog vuriger liefde opvatten, en
zij onder de andersdenkenden die welgezind
zijn, getrokken worden tot den waren gods
dienst van Christus, Dien zij mogen bemin
nen van meer nabij, en niet als ware Hij
ver van ons?
Het treft wel zeer goed, dat, hetgeen tot
op dezen dag nog niet geschied was, op het
Congres te Amsterdam de leer der Ooster
sche kerk over het H. Offer der Mis en het
H. Sacrament des Altaars zal worden uit
eengezet en dc H. Plechtigheden zullen wor
den voltrokken naar de onderscheidene
ceremoniën dier Kerk. Zoo zullen de niet-
Katholieken, voor zoover zij een eerlijk en
ongerept oordeel aanvaard hebben, over
duidelijk zien, dat dc Kerk van Rome niet
anders over de Eucharistie denkt en leert,
dan de Vaders der Oostersche Kerk, van
hoe vroegen datum ook gedacht en geleerd
hebben. Waar derhalve men zulke goede
hoop kan koesteren aangaande 't welslagen,
is 't in volkomen overeenstemming met ons
Apostolisch Ambt zelf en Onze godsvrucht
voor de Eucharistie, dat Wij, voor zooveel 't
in onze maent is aan het congres deelnemen.
Wien zouden Wij nu verkiezen om ons te
Amsterdam le vertegenwoordigen, dan U,
geliefde Zoon, die Nederland, Uw geboorte
grond allereerst door de hooge waardigheid
van het Kardinalaat, maar bovendien door
een luisterrijk voorbeeld van godsvrucht en
deugd en veelsoortige wetenschap tot sie
raad strekt? Wees Gij alzoo onze Legaat
op het congres, en beschik daar in wijsheid,
gelijk Gij te Weenen bij eenzelfde gelegen
heid gedaan hebt, op ons gezag en in onzen
naam. Dat nu uw landgenooten weten dat
wij juist door onze keuze den Nederlanders
een genoegen hebben willen doen, wier
verstand en werkkracht en volharding wij
steeds zoo hoog geschat hebben en zooals
vanzelf spreekt, blijven hoogschatten, In
tusschen vertrouwen wij na uw terugkomst
stellig veel verblijdends van u te vernemen
en bidden wij den overvloed van hemel-
sche genaden af over het congres en over
hen allen, die om wille van het congres naar
Amsterdam opgaan. Ten onderpand van
deze genaden en ten bewijze van Onze
welwillendheid verleenen wij u, geliefde
zoon en uw Katholieken landgenooten, die
wij altijd voor oogen hebben, volgaarne den
Apostolischen zegen in Onzen Heer.
Gegeven te Rome bij St. Pieter, den 2en
Juli 1924, in het derde jaar van Ons Pon
tificaat.
PAUS PIUS XI.
Kardinaal van Rossum spreekt.
Mgr. Heylen brengt dank aan Z, H. den
Paus, waarna Z. Em. de kardinaal-legaat
naar voren treedt en met duidelijke stem,
die door den loud-speaker aangenaam ver
klankt wordt, zijne rede uitspreekt:
Geloofd zij Jezus Christus in het Allerh.
Sacrament des Altaars.
Buitengewone, rechtmatige blijdschap ver
vult Uw aller harten, nu eindelijk het zoo
lang verbeide oogenblik is gekomen der
opening van dit wereldcongres der H. Eu
charistie In het begin des jaars aanvaardde
de hoogwaardigste Bisschop dezer plaats en
met hem de gansche geestelijkheid, en aan-
vaardet gij allen met hen het voorstel van
het blijvend comité der Eucharistische Con
gressen, om hier in Amsterdam, de stad van
het Mirakel van het H. Sacrament, het 27e
Eucharistische Wereldcongres te houden. En
gij aanvaardet dat voorstel met de grootste
vreugde. Die vreugde gaf den stoot tot de
grootsche voorbereiding, die het Congres
voorafging. Uw beste krachten hebt ge ge
geven. alles hebt ge ingespannen om dit
Congres een waardige opvolger te doen zijn
van het Congres van Rome, dat daar vóór
twee jaren zoo luisterrijk werd gevierd.
Dag en uur zijn eindelijk aangebroken, om
deze groote werelduiting te beginnen van
ons geloof, van onzen dank, van onze liefde
voor het groote geheim van Jezus liefde,
voor de onuitsprekelijke gave van Zijn Eu
charistisch Hart; .voor het Allerh. Sacrament
des Altaars.
Uit alle oorden der wereld zijn uwe broe
ders en zusters in bet geloof toegestroomd,
één met U, waarachtig volkomen één. in
hetzelfde geloof en daarom één ook met U
in het getuigen, in het danken, in het be
minnen der H. Eucharistie. Priesters en pre
laten, abten en bisschoppen, een schare van
prinsen der H. Kerk zijn hierheen gekomen
om met U te belijden, te juichen en de H.
Eucharistie van J. C. te vieren.
Onze beminde, glorierijk regeerende Paus
Pius, de opperherder der Kerk door J. C.
gesticht, de plaatsbekleedcr van onzen
Allerh. Verlosser op aarde, bevindt zich
in uw midden vertegenwoordigd door mijne
onwaardige persoonlijkheid, om U den troost
te schenken, de zoete, bemoedigende ver
zekering, dat Hij met U is gelijk Jezus met
Hem is, om aan de uitingen van Uw ge
loof, van Uwe liefde en van Uwen dank voor
bet Allerh. Sacrament deel te nemen, en
daarin voor Zijn Apostolisch hart, door zoo
veel wereldzorgen bekneld, troost en ver-
poozing te vinden.
Wat wfllen wij in de dagen van deze
grootsche samenkomst ter eere van dc H.
Eucharistie? Eenparig zegt gij het allen met
mij: „Wij willen een openbare algemeene
wereldgetuigenis van ons vast, onwankel
baar en levendig geloof in dc waarachtige
tegenwoordigheid van Jezus Christus in de
H. Eucharistie en in de schitterende hulde
betuiging van onze dankbare liefde en van
ons eerherstel aan Zijn Eucharistisch Hart.
Het eeuwig woord des Vaders, mensch-
geworden in den schoot van de Allerzaligste
en Onbevlekte Maagd Maria, verloste ons
niet alleen uit de Slavenboeien Satan's,
maar verhief ons ook tot de allesovertref-
fende waardigheid van kinderen Gods. In
Zijne liefde leerde Hij ons daarom God
kennen als onzen Vader in den hemel en
leerde Hij ons bidden: Onze Vader, die in
de hemelen zijt, geheiligd worde Uw Naam,
Uw Rijk kome. In Zijne liefde stichtte Hij
daarom de H. Kerk, die ons zou leeren, hoe
God wil dat wij Hem dienen, in Zijne liefde
gaf Hij aan de Kerk in Petrus en Zijne op
volgers, dc Pausen van Rome, een middel
punt van eenheid, een rotsvaste, onwankel
bare steunpilaar van onfeilbare leiding.
In Zijne liefde gaf Hij ons zooveel kost
bare genademiddelen, dc H. Sacramenten,
die ons van het begin tot het einde een
krachtige steun en opbeurende hulp zijn in
al de nooden en moeilijkheden van dit aard-
sche leven In Zijne liefde gaf Hij Zijne
Allerh. Moeder Maria ons tot Moeder, toe
vlucht voorspraak en bescherming. Maar in
Zijne onuitputtelijke liefde had Hij nog iets
grooters bedacht, gelijk al de stoutste op
vattingen zelfs nooit hadden kunnen beden
ken. Hij gaf ons den grootsten aller schat
ten, den oneindigen sohat van Zijn Eucharis
tisch Hart, aichzelven in het Allerh. Sacra
ment. ons ten offer, ons ten levensgezel.
Wie kan het gelooven, dat Jezus dat groo
te wonder heeft gewrocht? Wie kan het ge
looven, dat onder dc nederige gedaante van
brood en wijn waarlijk en waarachtig het li
chaam en bloed van J. C. tegenwoordig zijn?
Wie kan.het gelooven, dat daar niet meer is
de zelfstandigheid van brood en de zelfstan
digheid van wijn, maar dat daar wezenlijk en
alleen en waarachtig is dc zelfstandigheid
van Jezus' lichaam en Jezus' bloed? Wie kan
dat gelooven?
O, dat kan hij alleen gelooven, die het
volle geloof heeft in de volheid van O. H,
J. C.; dat kan hij alleen gelooven, die in alle
waarachtigheid en volheid aanneemt en be
lijdt, dat Jezus dc Zoon is van den Vader,
waarachtig God, die in Zijn Goddelijke on
feilbaarheid ons niet beliegen en bedriegen
kan.
Eenmaal vroeg die Goddelijke Zaligmaker
aan Zijne Apostelen, wie de menschen wel
dachten dat Hij was. Sommigen zeggen: „Gij
zijt Johannes de Dooper", anderen: „gij zijt
Elias" anderen weer: „.dat gij zijt Jeremias
of een of ander der profeten". En Jezus zei-
de: En gij dan, wie zegt gij dan dat ik ben?
En Petrus in naam van allen antwoordde en
zeidc: Tues Christus, filius
Dei v i v i: Gij zijt Christus de Zoon van
den levenden God.
En als dezelfde vraag heden werd gesteld:
Wie denken de menschen wel. dat Jeziis is?
We zouden moeten antwoorden: Sommigen,
zeggen dat hij 'n bewonderenswaardig man is
van onnavolgbare deugd, anderen weer dat
Hij dc grootste wijze is, die het menschdom
heeft voortgebracht, anderen weer dat Hij
een der grootste minnaars en weldoeners der
menschheid is, anderen nog dat Hij een bui
tengewoon afgezant Gods is met boven-
menschelijke wonderkracht. En als ons dan
ook de vraag werd gesteld: En gij, wie zegt
gij wie Jezus is? O, met Petrus zouden wij
opstaan en aanbiddend ons neerwerpen en
het luide uitroepen: Jezus is de Zoon van
den levenden God.
Welnu, die Zoon van den levenden God,
Jezus Christus, waarachtig God, Hij zat aan
bij het laatste Avondmaal met Zijne Aposte
len en Hij nam brood en wijn en sprak: Dit
is mijn lichaam, dit is mijn bloed, doet dit tot
mijne gedachtenis. En daarom belijden wij in
ons volle geloof in dc volle godheid van
Jezus. Ja, Heer, dit is Uw lichaam, dit is Uw
bloed. En daarom zeggen wij met den groo
ten H. Cyrillus van Jezus: Als Jezus zegt:
dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed, wie
zal er dan durven opstaan en zeggen: dat is
Zijn lichaam niet, dit is Zijn bloed niet? En
daarom gelooven en belijden wij met de Kerk
van de Aposteltijden af door alle eeuwen
heen: dit is het lichaam van Jezus, dit is
het bloed van Jezus. En daarom gelooven en
belijden wij met de ééne, heilige, apostoli
sche Kerk over geheel de aarde, die tot het
einde der tijden, volgens Paulus' woord de
onwankelbare grondzuil zal zijn der waar
heid: dit is het lichaam van Jezus, dit is
waarachtig Zijn bloed. O, wie zou ooit de
diepte van Jezus' liefde voor de menschen
kunnen peilen? Waar blijft het woord van
den H. Augustinus: In zijne oneindige wijs
heid heeft God niets grooters kunnen beden
ken, in Zijne oneindigen rijkdom geen grooter
schat kunnen ontdekken, in Zijne oneindige
almacht geen grooter wonder kunnen werken
dan het Allerh. Sacrament, waarin hij onder
broodsgedaante ons offer is, onze spijs en
onze levensgezel.
En daarom willen wij jubelen in deze da
gen van het congres en onze dankbare liefde
uitjuichen voor het Allerh. Sacrament. Uit
de volheid van ons geloof stijgt als een on
weerstaanbaar geweldig opsteigerende bron
de behoefte omhoog van het uitvieren van
onze liefde, van onzen lof, van onze aanbid
ding, van onzen dank, van zegening, verhef
fing, bejubeling van het hoogheilig Sacra
ment onzer altaren.
Lauda Sion Salvatorem, lauda ducem
et pastorem in hymnis et canticis
Quantum potes, tantum aude, quia major
Omni laude, nee laudare sufficis.
Looft dan Sion uw verlosser, looft uw lei.
der en uw herder in gezangen. Span uw
krachten en uw durven, boven alle glorii
stijgt hij en uw lof reikt nimmer toe.,
Als de koninklijke profeet David de wel
daden overwoog door God aan zijn uitver
koren volk, Israël, geschonken, hoe hij dat
volk had gered uit de slavenboeien varv
Egypte, hoe hij het gevoed had in de
woestijn met het wonderbare manna, hoe
hij het had binnengeleid in het land van
belofte, of dan kon hij zich zeiven niet meer
bedwingen, en in vervoering rieo hij niet
alleen het volk Israël op om met hem te
juichen en Gods weldaden te bezingen,
maar hij vorderde al de volken der aarde op
om met Hem te jubelen en in de handen
te klappen God ter eere.
Omnes gentes plauditc manibus. jubilate
Deo omnis terra. Ps. 46. 1.
En wat zullen wij dan doen? Wij die ver
lost zijn niet uit de boeien van een aardsch
tiran, maar uit het vreeselijke knechtschap
van den satan en gemaakt zijn tot vrije kin
deren Gods? Wij die gevoed zijn, niét met
bet aardsche manna, dat geen onsterfelijk
heid gaf, maar met het hemelsch manna,
met Jezus' lichaam en bloed, dat de ware
onsterfelijkheid in ons bewerkt, wij, die bin
nengeleid worden niet in het beloofde land
dezer aarde, maar in het hemelsche Sion?
O, wij zullen opstaan in verrukking en al
de schepselen Gods, alle engelen des hemels,
al de volkeren en menschen der aarde, al
wat leeft en bestaat in deze schepping uit-
noodigen en opvorderen om met ons onzen
lieven God te loven en te prijzen, met ons
te jubelen, Hem toe te juichen en bedan
ken.
Dat is het, wat wij willen doen in deze
dagen: ons geloof, onze liefde, onze dank
baarheid uitvieren voor den God onzer ta
bernakelen.
Sta dan op gij Nederland, dat de verdruk
king en vervolging hebt verduurd, boeten
en kastijdingen hebt verdragen maar uw
geloof aan het Allerheiligst Sacrament niet
hebt prijsgegeven. Sta dan op. gij Nederland,
dat uw martelaren, dc martelaren van Gor
cum en Alkmaar en zoo veel anderen met
onverwinbare standvastigheid hun bloed en
leven hebt zien offeren voor de waarheid
van Jezus' waarachtige tegenwoordigheid in
het Allerheiligst Sacrament.
Sta dan op, gij Amsterdam, gij hoogbege-
nadigde stad, waar Gods almacht zoo won
derbare dingen wrochtte om de waarachtige
tegenwoordigheid van Jezus in het Heilig
Sacrament te bevestigen. Sta dan op, gij
Amsterdam, dat uw eer en opkomen, uwe
grootheid en glorie te danken hebt aan het
Heilig Sacrament van Jezus' liefde. De da
gen van uw jubel zijn gekomen. Uit alle oor
den der wereld zijn de volkeren toegesneld
Hun taal zult gij wellicht niet verstaan, hun
woorden niet begrijpen, maar wel verstaat
ge en begrijpt ge en gevoelt ge dat ge één
zijt met hen in het geloof, één in het belij
den van de waarachtige tegenwoordigheid
van Jezus in het H. Sacrament, één in het
jubelen voor den God onzer tabernakelen,
één in het danken voor het grootste der won
deren van Jezus, zooals de H. Thomas van
Aquinen zegt, voor de grootste aller welda
den, door Jezus ons geschonken.