PAARDENSPORT. Olympische epistels. ZEILEN. CRICKET. UIT DEN OMTREK. ZANDVOORT. KUNST EN KENNIS. HEEMSTEDE. TOHN, t. ROCgpEIiER, ASSENDELFT. VELSEROORD. KROMMENIE. AMSTELVEEN. KWAKEL. Een vreeselijk avontuur. nut hadden gelaten. In de derde spelen zij met den wil om te winnen. Het wordt 41, 43, 53, 54 en als op Spence op eigen service tot tweemaal toe een stopvolley is het set (46). Ook is de vierde set zijn de Hol landers goed op dreef. Van Lennep en Kool benutten iedere opening en profitee- rend van onvastheid van Spence. Zij winnen de set met 63. In de final set is v. Lennep er hopeloos uit. Hij lokt op verkeerde momenten en voor al zijn returns op de service van Raymond e Spence die inderdaad zeer lastig zijn door het hooge opspringen met zijwaartsch effect, zijn zeer onzeker. Van 42 won de Zuid-Afri kanen wordt het 43, 53, 54 en als de eerste wining stroke teniet gedaan wordt door een goede smash van Kool blijkt dit uit stel van executie want de volgende benut Spence op dezelfde manier (63.) De heerendouble v. Diemen Kool en v. Lennep tegen Condon en Spence, gestaakt wegens regen, werd niet afgespeeld en ge wonnen gegeven door de Zuid-Afrikanen. De Hippische Tournooi op de Olympiade Hulde aan onze paardrijders. In het alge meen landenklassement prijkt Holland bo venaan. De uitslagen der verschillende nummers Zijn Springconcours 1. Lt. v. d. Voort van Zijp (Holland), 400 p; 2. Alvasi (Italië); 3. Bonvale, (België); 4. De Brabander (Bel gië), allen 400 p.; 5. Lombard (I.alië), 360 p.; 6. Drommel (Polen), 340 p.; 7. Pralormo (Italië) 320 p 8. Doak (V. S.), 320 p.; 9. Fonblanque (Engeland), 320 p.; 10. Pa- hus de Mortange (Holland), 320 p. De Holiandsche luitenants Colenbrander en De Kruyff plaatsten zich resp. 21e en 27e met 180 en 20 punten. In de dressuurprgeven luidde de uit slag: 1. Delinder (Zweden), 274 p.; 2. Sand- stra (Zweden), 270 p.; 3. Lesage (Frankrijk), 265 p. Het algemeen klassement van de drie proeven, n.l. de dressuurproef, den afstands- rit en de hindernisbaan, luidt1. Lt. v. d. Voort van Zijp (Holland), 1976 p.; 2. Lt. Kir- ckenberg (Denemarken), 1873 p. 3. maj. Doak (Amerika), 1845 p.: 4. Lt. Pahud de Mortange (Holland), 1828 p.; 35. kap. De Konig (Zweden), 1730 p.; 6. Foubianque (Engeland), 1728 p.; 7. De Brabander (Bel gië), 1727 p.; 8. Maj. Carr (Amerika), 1727 p.; 9. Lt. Sylvan (Zweden), 1678 p.; 10. Lt.- kol. Drommel (Polen), 1643 p.; 10. Lt. Lombardti (Italië), 1572 p.; 12. Kap. Alvasi (Italië), 1523 p. De „Prijs der Naties", een wedstrijd met 18 hindernissen, werd gewonnen door Zwe den 2. Zwitserland; 3. Portugal. Nederland nam aan dezen wedstrijd geen deel. Het individueele klassement luidt 1. Ge- musas (Zwitserland); 2. Lequio (Italië); 3. Krolikiewich (Polen). Het algemeen landenklassement. Het algemeen landenklassement van het Olympisch hyppisch tournooi luidt als volgt: 1. Holland (Olympisch kampioen), 5297 V, p, 2. Zweden, 4743 (i P-', 3. Italië, 4512 p.; 4. Zwitserland, 4338~p.; 5. België, 4233 p.; 6. Engeland, 4064 L p.; 7. Polen, 3551V-, p. Parijs, Vrijdag. Parijs sliep. Of beter: ging net naar bed. Het leven is hier nu eenmaal laat en als de gewone Hollander allang in Orpheus armen ligt, is hier het leven nog in vollen gang. Op een dergelijk onzalig uur werden de deelnemers aan het concours-hippique ge wekt. Het was stikdonker. De maan glom helder aan den hemel. Ik had me graag nog eenige malen omgewenteld, maar op derge lijke momenten wordt daar niet naar ge vraagd. Ergo, eruit. Om vier uur snorde de auto weg en wel dra waren we in Auteuil. Stel u voor: Olym pische Spelen bij het eerste morgenkrieken. Het moest. En zoo wachtten we geduldig op de renbaan voor den Steeple-chase. Het was een zwaar parcours. Hindernis sen van 3 Meter 75. hoog 1 Meter 10. De dubbele heg was het moeilijkst. Daar gingen de ruiters weg, met tusscheripoozen van één minuut. Ook onze kranige Hollanders, de luitenant Colenbrander, Pahud de Mortanges, de Kruyff en van der Voort van Zijp, het viertal dat in de voorloopige puntentelling aan den spits ging vóór alle andere deel nemers. Hoe schitterend sprongen de paarden. En hoe heerlijk was het aanschouwen van dit elegant festijn in de zalige rust van Auteuil Daar kwam de eerste Hollander gladweg over de heggen. Maar toen. Het paard van luitenant Colenbrander weigerde den sprong. Omdraaien, een aanloop en thans erover. De dubbele haag was fnuikend. Menig paard haalde deze hindernis slechts op het nippertje. Een Zweed koerste het niet. Zijn ferme hengst tuimelde en brak de voorpoo- ten en het dier moest worden afgemaakt. Dat zijn van die oogenblikken, die het heer lijke van dezen morgen teniet doen; het we ten dat deze sport, die nog ongerept is en niet bezoedeld met de smetten van schier aile andere sporten, een leven gekost heeft, zij het dan van een beest Thans, op het oogenblik van schrijven is de uitslag van deze veldrit nog niet bekend. Immers behalve de steeple chase moest ook nog een 20-tal kilometers op den weg wor den afgelegd met als slot een knetterende cross-courtry. Trouwens het concours de dressage en de hindernis-ren van Zaterdag tellen ook mee in de puntentelling. Doch dit is zeker: de Holiandsche officieren heb ben in ieder geval een schitterenden indruk gevestigd en zullen te vinden zijn in de bo venste regionen van het klassement. Ik ben hier ook op een til-wedstrijd geweest en wel in het Velodrome d'Hiver. Daar wa ren krachtsport-menschen. Boomen-van-ke- rels, twee-en-een-halve meter in omtrek torsten er gewichten van honderd-zooveel kilo. Midden in een schavotje, fèl-belicht, er omheen de menschen. Aan den kant zitten de Masciste's aller naties, naast de halter»! die straks de lucht in zullen gaan. Zeker allemaal slagers, deze dikzakken, die op een wiegelend bankje bijeen kruipen met alle kans op een gegeven moment een noodlan ding te maken op den vloer. Het publiek is nu niet bepaald wat je noemt „The uppcr-ten." Het is meer „the lower-thousand." Trouwens, ik begrijp eer lijk gezegd niet wat al die menschen hier doen. want het genot van deze tif-match lijkt nu niet zoo ontzettend. Doch de massa ver heugt zich, slechts zijn goedkeuring en af keuring daarbij niet onder stoelen of ban ken te steken. De jury zit in een kraaien-nest. Als het gewicht niet volgens de regelen der kunst naar boven gaat klinkt het: „mauvais". Maar worden de wetten van het til-regle- ment getrouw nagevolgd, dan doet een goed keurend „bon" zich hooren, weerkaatst door de loudspeakers rondom. Een Italiaan verschijnt. Hij draagt niets anders dan een blauw broekje. Ferm stapt hij naar voren tot vlak bij de halters. Vast beraden zegt zijn blik: „Jat zal ik 'm eens leveren". Doodsche stilte in de zaal. Je kunt een speld hooren vallen. Hij wrijft z'n handen in met was krijt, pakt de staaf, spant zijn spieren en een-twee-drie, het heele ge vaarte zweeft boven zijn hoofd, „Bon zegt de loudspeaker. En met een gezicht van „hoe heb ik ^m dat geleverd" worden de honderd zooveel kilo weer op den grond gedeponeerd. Soms loopt het anders af. Dan gaan wel de ijzeren geurchies naar boven maar niet zonder dat de tiller eenige voor- en ach- terwaartsche wandelingen heeft gemaakt en dat mag blijkbaar niet. Een keer viel er een „Turkijer" het woord is niet van mij achterover. Maar dat zijn uitzonderingen. De meeste deelnemers zijn nogal zwaar-til- lend. U zult vragen: hoe is het met de Hol landers. Daar ik eveneens vreemdeling in Jeruzalem was en nog nooit van mijn leven in een til-stadion was geweest, klampte ik den Haarlemmer Guus Scheffer aan. Die vertelde mij dat er drie Hollanders in dit Olympisch spel mededoen. Van dit trio plaatste Scheffer zich nummer 5. Verheijen nummer 12, terwijl Oord niet in het stuk voorkwam. Het schijnt hier echter al precies te gaan als overal elders de wetten der sportiviteit worden verkracht. Immers de Hollanders hadden voor hun vertrek bericht gekregen, dat er zonder gordels en polsrie- men zou worden gewerkt en nu kwamen de Franschen eveneens met dergelijke hulp middelen op de proppen. Gevolg: protesten, maar protesten in dit milieu van konkelarij en boerenbedrog helpt niets, we hebben dat gezien bij voetbal, schermen en wielrennen. Ergo: de Franschen werkten lustig door met poisriemen, terwijl de Hollanders ze niet eens bij zich hadden en er bovendien niet op waren getraind. Vandaar dit min of meer onbevredigde resultaat. Heel lang toefde ik in dit milieu niet. Daarvoor was het vertoonde te minderwaar dig. Maar de Marseillaise mocht ik nog hoo ren, als „Cerem me Protocolaire". Dat doet me altijd goed, dat Fransche volkslied. Of neen, nou lieg ik. In het heerlijke bosch van Vincennes ligt de Olympische Wielerbaan, het Velodrome Monicipal. Daar zijn middag-aan-mid<^g de renners in training. Gisteren nam ik even een kijkje. De baan is van cement, ziet er goed uit. „Ja ja," zegt Bosch, „dat denkt U. Kijk hier dat gruis, Fnuikend. Dat kosi 'weer bandjes." Bosch van Drakestijen en Meijer rijden er hun baantjes. Ook Michard, U kent hem. De betaalde amateur of de niet-betaalde professional. Hij is de favoriet voor Zondag. Ik geloof zeker dat hij wint. Dan gaat weer de Fransche vlag de hoogte in en staan we allemaal netjes op, hoedje-in-de-hand, Ge zult me wel niet kwalijk nemen, als ik, terwijl het blauw-wit-rood den mast in gaat inplaats van het rood-wit-blauw, met eenig onaangenaam gevoel denk aan den Olympischen eed van Géo Andre, drie we ken terug: „Nous jurous.... wij zweren".... „dat we zuivere amateurs zijn"; een eed die een meineed was. Michardje, Michardje! Jij wint een Zondag nietwaar? Dan is het de laatste dag van deze Olympiade. Teekenender kan het slot niet zijn. H.ROOZEN. HET ZEILTOURNOOI. Zaterdag zijn te Havre de finales gezeld toowel in de 6 M. als 8 M. klasse. De uitslagen zijn Zes Meter-klasse 1 „Elisabeth V" (Noor wegen) in 2 uur 2 min. 57 sec.; 2 „Bonzo" (Denemarken) in 2.5.22; 3 Willem Six" (Holland) in 2.6.26. Het eindklassement luidt 1. Noorwegen 5 pnt.; 2. Denemarken II pnt.; 3. Holland 13 pnt; 4. Zweden; 5 Frankrijk; 6 België; 7. Italië; 8 Spanje; 9 Cuba. Acht Meter-klasse1 „Bera" (Noor wegen) in 2 uur 47 min. 14 sec.; 2. „Na- noussa" (Frankrijk) in 2.51.49; 3 „Emiiy" (Engeland) in 2.52.37; 4 „Antwerpia V" (België) in 3 uur. Het eindklassement luidt 1 Noorwegen 3 .pnt.; 2 en 3 Engeland en Frankiirk 5 pnt.;J4. België; 5 Argentinië, C. V. H. I—Albion. Gewonnen door Albion met 101 ^uns op de 1ste innings. Albion wint dc toss en stuurt C. V. H. naar de wickets. Het elftal brengt er wei nig van terecht. De bowlery blijkt op den duur te sterk voor hen te zijn, want na ee- aig inspelen van de eerste batsmen, gaat de rest vrijwel met gelijkmatige tusschenpoo- zen uit. Slechts Roodt bracht er nog iets van terecht en bereikte met 16 de dubbele cijfers. Bowlingcijfers Albion: B. Ooms 314 H. C. Smit 7—17. Albion begint niet veel beter en met een stand van 5—24 ziet het er niet buitenge woon uit voor de a.s. kampioennen. Doch J. E. van der Stadt en Amons stuiten 'de collapse. Zelfs door verschillende verande ringen in den aanval zijn deze batsmen niet te scheiden. Eindelijk kan Amons voor een zeer gelukkig gespeelde 27 reflrreeren. Nu volgt ook spoedig zijn partner voor een goede 26. De staart roert zich nog aardig. Vooral H. van der Stadt en v. Orden slaan er nog even op los, waarna de innings sluit op 135 en Albion het kampioenschap harer afdeeling in de wacht gesleept heeft. J. E. van der Stadt 26, Amons 27, H. van der Stadt 22, C. van Orden 22. Bowlingcijfers G. V. H.: A. Roodt 337, H. A. Traanberg 1—35, A. G. Berman 5—36, O. Keyser 09. Gemeentezaken. Voor de benoeming van een onderwijzer aan de openbare lagere school, hebben B. en W. de volgende voor dracht opgemaakt: 1. A. E. Donia, onderwij zer aan de openbare lagere school te Lon- neker; 2. M^ G, H. Birkenhager, onderwijzer aan de bijz. neutrale school te Borne; 3. J. I. du Burck, onderwijzer aan de openba re lagere school te Scha'rwoude. B, en W. stellen voor, aan A. de Win ter. opnieuw voor den tijd van 10 jaar te verhuren, 320 M 2 grond aan den Leidsche- vaartweg, voor 49.60. B. en W. stellen voor, aan J. van de Pol te verkoopen 2 perceelen bouwter rein, groot 905 M 2 en 695 M 2, gelegen aan de Krayenesterkade, voor 17, voor 17.250. Heb het uitstekendste aan ie bieden dat iemand wenschen kan, boe zal de wereld bet weten, indien gij niet adverteert. Diefstal electriciteit. Iemand, die de elec- triciteit waarschijnlijk hier te duur vond, dacht een middel uitgevonden te hebben om het goedkoopeo te kunnen krijgen. Daarom ging hij aan 't knoeien aan de ge leiding. Dit werd echter spoedig ontdekt. Proces-verbaal is tegen hem opgemaakt. Nu zal alles nog wel duurder worden. Nogmaals hoek KerksteegKleine Krocht Zaterdagmorgen zijn er weer twee personen op de hoek Kerksteeg---Kleine Krocht met hun rijwiel tegen elkander gereden. Het rijwiel yan een hunner werd beschadigd. Wanneer zal het daar beter worden? Krat ontvreemd. Door A. S. alhier is bij de politie aangifte gedaan, dat een grijs geschilderd voorkrat van zijn wagen is ont vreemd. Ruzie. Zaterdagavond ontstond er in een café in da Haltestraat ruzie tusschen de bezoekers. Politiehulp werd ingeroepen. Twee agenten brachten C. K„ een goede bekende van hen, naar het politie-bureau, waar hij kon kalmeeren. Reclamebord ontvreemd. Zondag heeft de heer L. bij de politie aangifte gedaan, dat een reclamebord van hem, dat aan den Boulevard Paulus Loots was geplaatst, ont vreemd was. De politie stelt een onder zoek in. Lastig gevallen. Een dame, werd in de Kerkstraat voortdurend door twee manspersonen lastig gevallen. Haar echtge noot, die achter haar liep, verzocht de hulp der politie, die daarop de twee naar het bureau 'acht. Onze Onderlinge Brandassurantie. Een onzer mooie sociale vercenigingen, die niet de minste is onder hare zusteren, n.l. Onze Onderlinge Brandwaarborg Maatschappij, heeft dit jaar haar vijftig jarig bestaan mogen herdenken. Genoemde maatschappij staat bij ons Assendelfters hoog aangeschreven, om dat zij ook op sociaal gebied nuttig werk verricht. Haar reservekapitaal, dat niet ver van de honderdduizend af is, gebruikt zij voor het verleenen van hypotheken op billijke voorwaarden aan onze plaatsgenooten, voor het verleenen van subsidie ten behoeve van nuttige instellingen enz. Ja zelfs schonk zij het vorige jaar aan de gemeente een auto-brandspuit, die dicht bij de tien duizend gld. kostte. Het jubileum is dit voor jaar herdacht op de algemeene jaarvergade ring en deze week heeft het bestuur met de commissaris en het 50-jarig bestaan gevierd met een auto-tocht naar Bergen, met als slot een diner in het paviljoen Bergen-Nassau. Deze feestgang was ten volle verdiend door bestuur en commissarissen, die hun werk zaamheden, zoo goed als belangeloos, voor de bloeiende maatschappij verrichten. Moge die bloei steeds crescendo gaan! Bedevaart. De traditie veler jaren ge trouw, wordt dit jaar door den Zeereerw. heer pastoor wederom een bedevaart naar het genadeoord van O. L, Vr. ter Nood, te Heilo, georganiseerd.. Bruidjes, Vaandels, fanfaremuziek, zullen den noodigen luister bijzetten. De dag is bepaald op Woensdag 30 Juli. Kaartjes zijn aan de pastorie vér- I krijgbaar. Dat de deelname groot zij. H. Sacramentsprocessie. Gistermiddag is onder zeer groote belangstelling op het terrein van het klooster der E.E. P.P. Ca- pucijnen, alhier, een Sacraments-processie gehouden, waaraan vele geloovigen en tal van vereenigingen deelnamen. Dc R.K. Harmonie verleende haar mede werking. Gemeenteraadsvergadering. Aanwezig alle leden, 1 vacature. Voorzitter burge meester Klerk. De notulen der raadsvergadering van 27 Juni IJ. werden onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Ingekomen was o.m. een schrijven van den Bond van Ned. Onderwijzers, in welk schrijven er op aangedrongen werd de va cature te Krommenniedijk opnieuw aan te vullen, omdat het onderwijs aldaar anders groot nadeel toegebracht zal worden. De voorzitter deelde mee, dat de meerderheid van B. en W. het eens was met 't schrijven en dat in de volgende vergadering een voordracht ingediend zal worden. De heer Ten Wolde Wenschte gaarne het ingekomen stuk te behandelen bi) punt 7, n Een schrijven van Ged. Staten, waarin enkele bemerkingen tegen aankoop van grond van den heer Klooster. Als laatste ingekomen stuk wérd genoemd het schrij ven van de Commissie van Toezicht op 't Nijverheidsonderwijs, waarin de Commissie betoogt, dat zij haar ontslagname hand- haald. De voorzitter verklaarde namens B. en W. het ontslag te verleenen en in een volgende vergadering een nieuwe commissie te be-' noemen. De heer Albers meende dat de Raad ont slag moet geven, Het eerst gevraagde ont slag werd niet verleend, doch den directeur werd opgedragen te trachten tot overeen stemming te komen met de commissie. Tot spr.'s leedwezen is die overeenstemming niet bereikt, zoodat daaruit de conclusie ge trokken moet worden, dat de zaak ernstig is. Alvorens de raad nu 't ontslag verleent, moeten de leden eerst ten volle weten wat er eigenlijk gebeurd is. Bij de school is heel wat geld gemoeid. Zij kost jaarlijks 7000 en nu betaalde weliswaar het Rijk daarvan een gedeelte, doch men moet zoowel met de financiën van de gemeente, als van 't Rijk voorzichtig zijn. Spr. was van gevoelen, dat de zaak een dergelijk verloop heeft, dat hij betwijfelt of er ernstige, ontwikkel de menschen voor de nieuwe commissie te vinden zijn. Hij wenscht de mannen, die we nu hebben en welke bekwaam zijn voor hun taak te handhaven en slechts 't ontslag te verj^nen als de zaak ten volle belicht is en geen andere weg meer te vinden is. De voorzitter was voor ontslag der com missie. De dir. wendde zich in een .schrijven tot de commissie. Hij heeft geen onderhoud met de heeren gehad en ontving hetzelfde schrijven, wat ook hij den raad is ingeko men. De heer van Vliet onderschreef de rede neering van den heer /Albers- en wenschte in deze ernstige kwestie eveneens meer licht. De vorzitter betoogde dat B. en W. een onderhoud hadden met de commissie en den directeur. Reeds toen was B. en W. geble ken welk standpunt de commissie innam en de raad werd door ons ingelicht; wenscht men er nu meer van te weten, laat er dan eene commissie van onderzoek benoemd worden. De heer Ten Wolde was van meening, dat we het ontslag niet mochten weigeren; als de heeren toch' niet langer deel uit willen maken van de commissie, dan breekt toch alles af. De voorzitter was van meening, dat de commissie bij de 2e ontslagaanvrage een meer gemotiveerd schrijven had moeten in zenden. De heer Van Vliet was ook voor een na der onderzoek. Weth. Labberté meende dat de raadsle den' reeds alles wisten, omdat uitvoerig in comité over deze zaak is gesproken. De com missie heft grieven tegen 't optreden van den directeur, die grieven zijn niet wegge nomen en kunnen volgens spr. ook niet op geheven worden. De heer Albers betwijfelde het sterk of er één %rnstig, weldenkend man voor de nieuwe commissie te vinden was. De raad weet iets, maar volkomen klaarheid is er niet. Misschien is de kwestie nog op te los sen. Nu ontslaan we een commissie, die vol gens spr, goed deed, zulks is én voor den raad èn voor de commissie, maar vooral voor den directeur een ellendig geval. Den heer Ofman was 't opgevallen, dat de commissie weigerde een bespreking met den directeur te houden, dus moesten er toch wel ernstige dingen gebeurd zijn en waar spr. zulks niet bekend is, drong hij op na der onderzoek aan. Dat er voor eene nieu we commissie geen goede menschen te vin den zijn, gelooft spr. niet. Weth, Labberté meende dat er verschil lende fouten gemaakt zijn, B. en W. deden niet in elk opzicht goed, dc dir. had het in sommige zaken mis en ook de commissie deed misschien wel iets, dat niet geheel en al klopte; zoo werden vele kleinigheden een groote zaak. Daarbij komt dat men niët ge heel en al vrij is. De'Regeering eischt nale ving der wet en is dus soms een sta-in-den- weg voor een ruime opvatting. Het lijdt geen twijfel of we hebben door deze kwestie veel geleerd en een nieuwe commissie kan waarschijnlijk heel goed werk verrichten. De heer Albers wenschte schorsing der openb. vergadering, doch de Voorzitter vond de zaak daarom niet gewichtig genoeg, 't Ge heel was voldoende belicht en besproken. Op 't moment was er geen yriendsch. samenwerking tusschen commissie en dir., dus .moesten we de ontslagname handhaven en eene nieuwe commissie benoemen. Weth. Baars sprak in gelijken zin als de Voorzitter. De grieven, die er zijn, maken volgens spr. de samenwerking niet onmoge lijk en B. en W. hadden gedacht, dat na 't onderhoud met de commissie den directeur en B. en W. de zaak opnieuw weer geloopen had. De Raad moest vooral niet denken, dat er dingen gebeurd zijn, die 't daglicht niet kun nen verdragen. Nadat dc heer Oprnan aangedrongen had op schorsing der vergadering, omdat B. en W, alles duidelijk was, doch de Raad niet, ging men over in comité. Bij herziening stelde de Voorzitter namens B. en W. voor: 1. de Commissie ontslag te verleenen onder dankzegging voor het vele goede in deze verricht; 2. te besluiten in een volgende vergadering een nieuwe commissie te benoemen; 3. den Inspecteur van 't Nij verheidsonderwijs te verzoeken een rapport uit te brengen over den gang van zaken aan de teekenschool. Zonder hoofdelijke stemming aldus beslo ten. Punt 2. Voorstel om een crediet te ver leenen voor installatie van de dokterskamer van het nieuwe ziekenhuis. De heer Van Vliet was er voor, maar wilde gaarne weten of de benoodigde 1000 ge bracht konden worden op de begrooting van dit jaar. De heer Schut wist gaarne wat er voor die 1000 gekocht moest worden, terwijl de heer Mooij zich aansloot bij de vraag van den heer Van Vliet. De Voorz. wilde den post brengen op de begrooting van dit jaar, iets wat door af- en overschrijving gemakkelijk te vinden was. De bedoeling was voor dc dokterskamer te koopen de geheele meubileering; dus kas ten, stoelen, enz. Goedgekeurd. Punt 3: Verzoek om ontheffing van art. 38 der Bouw- en Woningverordening voor 't bouwen van een bergplaats door de Neder], Linoleumfabrlek. Goedgekeurd. ,Punt 4. Prae-avies op een verzoek om schadeloosstelling van de firma C. Gorter. Dz. B. en W. wenschten 't besluit van de raadsvergadering van 23 Mei 1.1, te handha ven. Het schrijven aan Gorter gericht was de heeren Ofman en Ter Wolde niet duide lijk; ze wenschen gaarne nadere toelichting, terwijl de heer Mooij den prijs van 5 de M2 voor de vrijgekomen grond goed vond en zich verder geheel en al aansloot bij B. en W„ van bevoorrechting moest geen sprake zijn. De voorzitter zette uiteen dat de vrijgekomen grond gekocht werd voor 5 de M2 en de gemeente zou 420 scha devergoeding betalen aan de firma Gorter, als ze een nieuw betonblok moest maken voor èare machines, die nodzakelijk achter uit moesten. Goedgekeurd, Bij punt 5 werd zonder hoofdei, stemming besloten den 'marktmeester 25 extra te geven voor bijzondere werkzaamheden ge durende de Pinksterweek. Punt 6. Voorstel omtrent het toekennen eener premie op gevangen ratten. Bij B. en W. waren verschillende klachten ingekomen over de ratten, die tal van een den- en kippenkuikens verslinden en tevens uit gezondheidsoogpunt een gevaar opleve ren, Voorgesteld werd om per gevangen rat 10 cent te betalen en ze te transporteeren naar de gasfabriek. De heer Schut vond het eenvoudiger en goedkooper de ratten te verdelgen met ver gif, want ratten uit naburige gemeenten zullen ook naar hier gebracht worden. De voorzitter vond vernietiging door ver gif gevaarlijk voor mensch en dier. Dat we de verdelging ter hand nemen is noodzake lijk, vooral omdat de dieren zich zoo sterk vermenigvuldigen. Spr. las dat één paar in een jaar kan aangroeien tot 862. De heer Mooij wilde bij wijze van proef deze zaak steunen, doch de heer Albers was tegen het verleenen van een blanco crediet. De voorzitter meende voorloopig 100 te moeten vragen, hetgeen werd töegestaan met de opmerking van den heer Ofman, dat wij in deze overleg zullen plegen met de gemeente Wormerveer, De heer Molenaar was oorspronkelijk te gen 't geven van premie, maar het was hem ter oore gekomen dat iemand 13 ratten ving en de gedoode dieren in de sloot wierp. Dat vQ,nd spr. gevaarlijk en daarom was hij voor verbranding aan de premie van 10 cent. gasfabriek tegenv een Wordt vervolgd, U. L. O, Zes leerlingen der U. L. O. school legden deze week examen af te Am sterdam, tep verkrijging van het A-diploma. Ze slaagden allen. Door den bliksem getroffen. Tijdens het laatste onweer boven onze plaats sloeg de bliksem in den toren der Ned. Herv. kerk. Er ontstond geen brand; het ijzerwerk van den top werd alleen beschadigd. Marktbericht. Op de laatst gehouden weekmarkt werden aangevoerd 3100 eieren, die 6.507.5Ó de 100 stuks opbrachten. Uitstapje. De leerlingen det Ch:- school alhier maakten dezer dagen een uitstapje naar Zandvoort. Onder zeer ongun stig weer werd vertrokken, doch later op den dag klaarde het op, zoodat de kleinen genoten hebben. Postzegelverkoop. Met den verkoop van frankeerzegels en postzegels in het nieu we gedeelte der gemeente is belast A. Jelten, Amstelveensche wek, hoek Nieuwe Karse- laan alhier. Stilte bij muziek. Tengevolge van or deverstoringen bij vorige uitvoeringen, zal het voortaan aan fietsers verboden zijn met hun rijwiel gedurende de muziekuitvoering langs en om de tent te rijden. Faillissement. In staat van faiilise- ment is verklaard de Firma J. en S. de Braak, wasscherij aan den Coorengellaan alhier. R. C. Mr. F. B. van Enthoven Curator Mr. E. Vogels te Amsterdam. Dierenmishandeling. Door de politie alhier werd Vrijdagmorgen de' koopman A. gelast zijn honden uit te spannen, zulks in verband met bet feit dat de vracht voor de arme dieren veel te zwaar was. Aangezien dergelijke dierenmishandelingen hier meer voorisomêtu alzaa een, uitnemende maatregel Feesten. In de afgeloopen week werd door bestuur en leden der Wilhelmina- vereeniging alhier, vergaderd in Café Leen- ders. Besloten werd, evenals het vorige jaar, in de eerste helft van Augustus, weer te collecteeren bij de ingezetenen van Kwakel, om zoodoende weer in de gelegenheid te ko men, allereerst de schoolkinderen op milde wijze te onthalen, en ook door het organi- seeren van "wedstrijden, etc., den grooteren weer een paar genoeglijke dagen te kunnen bereiden. De dagen van het feest zullen gelijk gehouden worden met de twee laatste dagen der kermis. Door den heer J. v. Doorn is weer toegezegd, dat hij voor het houden van kinderfeesten en wedstrijden weer be langloos zijn land afstaat, 't Is te hopen, dat Kwakel's burgerij weer mild bijdiraagt, te meer, daar door den heer Grave, hoofd der R. K. school alhier, nog iets anders is be dacht, nl. een tractatie voor de kinderen, wat alzoo voor de kinderen een dubbel genoegen zal zijn, en wat zeker de hoofden van gezinnen zal aansporen, ter wille van hun schoolgaande kinderen, goed injhun zak ken te tasten, opdat de commissie, wat be treft het finarifreele gedeelte, niet in moei lijkheden komt. Ongeluk. Een stroorijder uit Haarlem mermeer kwam Vrijdag j.l. met een wagen, beladen met stroo vo<pr een inwoner alhier, in een kuil, van den weg, zoodat een rong van zijn wagen brak en deze ondersteboven sloeg vlak voor de woning van M. P. A. de B. en een raam van dit huis totaal vernielde. Ook de schutting moest het ontgelden. Een duur vrachtje stroo voor den rijder, want hij moest de geaakte schade vergoeden. Te water. Zaterdagavond was een kind te water geraakt van den heer Th. R. Na op het droge te zijn gebracht, gelukte het, de levensgeesten weer op te wekken. Ook het zoontje van C. V. maakte kennis met het natte element. Met zijn rijwiel reed hij er in, maar werd spoedig weer op het droge gebracht, zoodat hij met den schrik en een nat pak vrij' kwam. Tegen het einde van het jaar 1898 riepen belangrijke zaken mij naar Spanje en deze noodzaakten mij tot een verblijf van ruim een jaar in Andalusië. Op dat tijdstip was ik nauwelijks 23 jaar. Ik bewoonde een lieve villa op eenigen af stand van Cadix, n.l. te Puerto-Real. Twee of driemaal per week moest ik anijn verblijf verlaten om, op een uitstékend paard geze ten, de drie -mijlen die Puerto-Real van Ca dix scheidden, af te leggen om daar naar den staat mijner zaken te informeeren. In dien tijd sprak men veel van een José Maria, die langen tijd de groote Spaansche wegen had afgeschuimd, ais aanvoerder van een bende struikroovers, en die nu in zijn ge boortestad Cadix rustig leefde. Men ver haalde van dezen ex-bandiet ongehoorde staaltjes van stoutmoedigheid. Op zekeren morgen ontving ik van een mijner vrienden 'n uifhoodiging om 's avonds bij hem te komen dilieeren, o.a. zou mede- aanzitten de beruchte José Maria. Ik nam het voorstel gaarne aan en begaf mij dus derwaarts. Den geheelen avond vertelde José ons van zijn avonturen. Toen ik mij laat in den nacht weder op de terugreis begaf, was de nacht donker, groote wolken war relden in het luchtruim, de atmosfeer was drukkend, groote regendruppels begonnen te vallen en bij tusschenpoozen hoorde men het gerommel van den nog vèr verwijderden donder. Ik kwam slechts met moeite op den eenzamen weg vooruit, het hoofd vol van de lugubere geschiedenissen die José Maria ons had verteld. Alhoewel ik gewapend was, kon ik toch een gevoel van angst niet onderdruk ken. Nu viel de regen bij stroomen. Door de fel lichtende bliksemschichten raakte ik uit de goede richting, totdat ik plotseling voor een vervallen kasteel stond. Ik was blij, nu ten minste onder dak te zijn. Na mijn paard on der een soort overkapping gestald te hebben, trad ik het bijna in puin vallend gebouw binnen. Nu kwam ik in een zeer groote ka mer in een hoek stond een trap, die naar boven leidde. Tot mijn schrik vlam de echter in het midden der zaal een groot rossig vuur van dood hout. Niet vermoeden de wie de gasten van dit gebouw waren, en daar ik toch een schuilplaats wilde zoeken, klom ik de trap op naar de eerste verdieping. In de zaal waar ik nu arriveerde, leidde even eens een trap naar boven. Teneinde niet verrast te worden, onderzocht ik zorgvuldig mijn pistolen en legde me bij de trap neder. Plotseling hoorde ik onder mij een licht geraas en ik zag, dat ongeveer twaalf mannen binnentraden. Ik ging zoo liggen, dat, ter wijl ik hen kon gadeslaan, zij mij niet zien konden. Zich om het knapperend en knet terend houtvuur scharend, begonnen zij een levendig gesprek, slechts ondert roken door de blikken, die zij op eenige groote kof fers wierpen. Uit hun woorden kon ik opmaken, dat zij struikroovers waren, behoorende tot de ben de van Nino, den opvolger van José Maria. Naar hetgeen ik uit hun gebaren kon opma ken, scheen het mij toe, dat zij twistten over de verdeeling van den buit, doch eensklaps verscheen de aanvoerder. Toen hij zijn man nen zoo zag redekavelen sprak hij „Stilte Wie nog één woord spreekt, wordt op staan- den voet doodgeschoten. Terwijl gij hier uw tijd zit te verknoeien, denkt gij niet aan onze veiligheid. Waar is de man,- wiens paard ik onder de verkapping gevonden heb? Toen ik deze woorden hoorde, brak het klamme angstzVveet mij aan alle kanten uit, wantik begreep in welk gevaar ik mij bevond, maar besloot, mijn leven duur te verkoopen. Nino beval zijn manschappen, alles te door zoeken. Toen zij de eerste trap opkwamen, klauterde ik naar de tweede verdieping. Na ook dejeerste étage doorzocht te hebben, doch tevergeefs, beval Nino om hooger op te gaan. Er waren slechts twee verdiepingen en ten slotte nog een plat dak, waarop ik hijgend en ten prooi aan een vreesdij ken angst, aan kwam. Ik beschouwde mij als verloren geen enkel menschelijk wezen kon mij te hulp komen. Mijn tanden klapperden, koud zweet stroomde langs mijn gezicht. Ik hoorde op de trap den pas der ban dieten, en ik telde uit, hoeveel seconden mij nog restten. Eindelijk, gek geworden van schrik, besloot ik, om mij, door naar beneden te springen, te verpletteren, liever dan in handen van deze schurken te vallen, die, zooals ik wist, de gewoonte hadden om hun slachtoffers wreed te pijnigen. Eensklaps bemerkte ik ongeveer tweê voet onder mij, een ijzeren staaf van ongeveer een meter lengte, die in den mutir bevestigd Was en horizontaal vooruit stak. Een ge dachte schoot mij te binnen..de staaf. zich aan laten hangen. De tijd drong. Ik had geen minuut meer te verliezen, dan greep ik met beide handen de staaf, liet mijn lichaam in de ruimte hangen en wachtte. Op hetzelfde oogenblik bereikten de ban dieten het dak, dat zij in alle richtingen door zochten. Het onweerde nog steeds, de regen viel bij stroonjsa e» tie wied floot krachtig,. „Zooals gij ziet, kapitein, er is niemand/' riepen de roovers. „Waarlijk," antwoordde deze spijtigl „Dal maar weer naar beneden." Een zucht van verlichting steeg uit mijn borst op, toen de roovers, overtuigd van de nutteloosheid hunner onderzoekingen ziet eindelijk terugtrokken. Ik was gered Uit het diepst van mijn hart dankte ik God voor de onverwachte hulp, mij geschon ken en ik maakte mij gereed om weer op 't dak te klimmen. De positie, waarin ik mij bevond, was nu ju 'st niet aangenaam en nu het gevaar voorbij was, maakte een ongekende vermoeidheid zich van mij meester. Bovendien begon de- ijzeren staaf, half vergaan door weer en wind* en door roest, reeds bedenkelijk te buigen./' zoodat ik mij dus haasten moest. Ik richtte het hoofd een weinig op od den afstand te berekenen, die mij van hei dak scheidde. De kapitein, nonchalant op den- kant ge* leund, zag mij plotseling aan en glimlachte ironisch. „Ha! ha!" riep hij. „Duivel," schreeuwde ik hem woedend toe- Zonder te antwoorden boog Nino zich off mij te grijpen. Doch mijn pistool met één hand nemend, wilde ik schieten, maar ik voeld< dat de staaf zou breken en liet, teneinde mij beter vast te kunnen houden, mijn wapen vallen. Onder het roepen van Je zuH sterven als een hond greep Nino mij vast; doch op dit oogenblik bezweek de staaf efi vielen wij beiden naar beneden. Gelukkig voor mij kwam ik boven op den kapitein te' recht, die morsdood was. Daar de andere roovers niets bemerkt hadden, kon ik met slechts enkele schram men op mijn paard springen en onder het geknetter van den bliksem en het gieren van den storm mijn reis voortzetten. e (Naar het Franscb door J. v. d. B.) HET DRAGEN VAN BRILLEN. In een „praatje over oogen" schrijft een medewerker van de „Asser Crt." De historische gegevens heb ik in hoofd zaak ontleend aan een artikel van Doyer in den feestbundel, uitgegeven op den 70sten verjaardag van onzen grooten Donders. En dat is een goede bron, want het is onmogelijk over brillen te spreken, zonder daarbij te den ken aan den voornamen landgenoot, die door Doyer zeer terecht de uitvinder van den bril genoemd wordt. Waren er dan vóór Donders' tijd geen bril len Voorzeker. Reeds in het begin der 14e eeuw werden brillen gemaakt. Hoewel ook Engeland en België de eer voor zich opeischefl komt deze hoogstwaarschijnlijk aan Indië toe, van het eerst een geslepen glas vervaar digd te hebben, dat onbewegelijk voor het oog bevestigd werd. In de kerk Maggi oré te Florence bevindt zich een grafschrift vafl den volgenden inhoud „Hier ligt begraven Salvino degli Aemati, de uitvinder der bril len. God vergeve hem zijne zonden, Anna 1317. Vermoedelijk zal wel niet bedoeld zijn, den braven man zijn uitvinding als zonde aan te rekenen. Maar geheel onmogelijk zou dit toch niet Zijn, »ls men nagaat, hoe in den loop der tijden oVer den bril en het dragen van een bril werd gedacht. Voor menschen van onzen tijd valt hel moeilijk om zich in «en anderéb gedachten- gang te verplaatsen dan dat ieder, die niel volkomen normaal ziet, probeert om het be staande tekort aan gezichtsvermogen door een bril te verbeteren. Maar een oogarts. Bar- tisch te Dresden, schreef in een boek, dat in 1583 verscheen, dat, zooals 'ieder weet, hef dragen van een bril 'n slechte gewOonte is, waarmede men zich de oogen bederft. Hi) vond het vanzelf sprekend, dat 'n mensch beter zag als hij niets dan wanneer hij wel wat voor zijn oogen heeft, ook al was dit nog zoo subtiel, helder en dun. 't Is toch veel beter, wanneer men twee oogen heeft en niet vier. Misschien zal iemand denken Nu ja, dat kan de eene oogarts wel gezegd hebben, maar daarom behoefde dat nog de gangbare meening niet te zijn. En bovendien, het is reeds zoolang geleden. Best mogelijk, dat men in dien tijd nog niet wijzer was. Maar twee en een halve .eeuw later blijkt men nog nauwelijks iets gevorderd te zijn in waardee ring van den bril. Wel moest men toegeven, dat sommige dingen met een bril wel, doch zonder dat instrument niet onderscheiden konden worden, maar het regelmatig ge bruik werd nog steeds afgekeurd als een be derf voor de oogen en als een malle soort aan stellerij. Dat het dragen van een bril nuttig door het oog kon zijn, beschouwde Beer, een Weensch professor in de oogheelkunde, al3 marktreclame van een brillenmaker. De Nederlander, dr. Van Onsenoort, schreef in 1838, dat men niet dan uit groote noodzakelijkheid van den bril moest ge bruik maken en hem niet als mode-artikel of pronkstuk moest beschouwen. Zoo zouden onherstelbare onheilen veroorzaakt kunnen worden. Doyer geeft aardige staaltjes van de heer- schende opvattingen over briliengebruik uit eigen ervaringen, dat is dus reeds in de tweede helft der 19e eeuw. Een Leidsch opticus be schouwde den hoogleeraar als zijn concur rent, kwam op de polikliniek 'n standje maken en vertrok met de woorden „de toekomst zal leeren wie van ons beiden het langer uithoudt Een oppasser wien een bril voorgehouden werd, riep opgetogen uit „Ik wist niet dat wereld zoo mooi was wat een kostelijk brilletje". Toch was de man niet te be wegen een bril te gaan dragen. Dat kwam voor iemand van zijn stand niet te pas. Een collega-hoogleeraar liet er zich spottend over uit, dat sedert de komst van Doyer zooveel meer brillen gedragen werden, met de duide lijke bedoeling, dat deze veel brillen voor schreef bij wijze van reclame. Van iemand, die op jeugdigen leeftijd bril of lorgnet droeg, werd meestal zonder meer aangenomen, dat hij dit alleen deed om de aandacht te trekken of voornaam te schijnen. Dat het werkelijk zoo was, valt moeilijk te ontkennen. Er was toch 'n tijd, dat een Duitsch officier meende, aan zijn stand te kort te doen, indien hij niet van een monocle voorzien was. Gelukkig is dat alles thans geheel anders geworden. Vroeger had men een dertigtal soorten glazen. Daaruit moest een passend nummer uitgezocht worden, dikwijls alleen door den patiënt er verschillende te laten probeeren. Hij kreeg dan den bril, welke hem het best beviel. Thans zijn de rollen omgekeerd. Het oog wordt nauwkeurig on derzocht en daarbij de bestaande brekings' afwijkingen gemeten. Volgens die maten moet nu de opticien een bril maken. Dat alles is in betrekkelijk korten tijd zoo ge' komen )door het werk van Donders, dje daarom niet ten onrechte door Doyer de eigenlijke ontdekker van den bril word' genoemd. En hij heeft het zoo gedaan, dat er zoo goed als niets meer te verbeteren over' bleef. Zoo is het ook aan hem te danken, dat voor het maatnemen door alle lat)' den het metrieke stelsel is aanvaard, zoodat overal de brillen op dezelfde wijzf kunnen worden voorgeschreven en vervaar digd, terwijl evenzeer overal de groote diensten van Donders worden erkend cl' gewaardeerd. Door zijn werk is het arbeid5" vermogen van het menschdom in belang" rijke mate toegenomen, misschien wel vetf dubbeld»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 10