KERK EN SCHOOL.
KUNST EN KENNIS.
LUCHTVERKEER.
RECHTSZAKEN.
ELCK WAT WILS.
TREKJES
De roofmoord te 's-Hage.
De dubbele moord te Culemborg
Treinontsporing.
Verkeersongeval te Hilversum.*
De petroleumbrand te
Vlissingen.
Waarschuwing.
Door hagelsteenen vërnield;*
De arrestatie van den kassier
Brinkman te Deventer.
De reis der Koningin in 't
Noorden.
De bandiet Mourey ter dood
veroordeeld.
Z. E. de Kardinaal van Weenen
bezoekt het R. K. Centr. Bureau
voor Onderwijs en Opvoeding.
Onze bevende aarde.
De nieuwe kerk te Delft.
Een nieuwe toepassing van het
Vliegtuig.
Bedriegelijke bankbreuk doot
een wethouder.
No. 357.
G. N.
mióD
De begrafenis van het slachtoffer van den
roofmoord in de De Riemerstraat te 's Hage,
den heer v. d. S. zal Dinsdag a.s. plaats heb
ben.
In verband met den moord zelf, wordt
nog het volgende vernomen
Toen de politie Donderdag de woning van
ien verslagene binnenkwam, vond zij op de
gangmat bij de voordeur een tramkaartje.
Dit biljet werd aanstonds opgezonden aan
de directie der Haagsche Tram Maatschap
pij en deze heeft nu haar rapport dienaan
gaande uitgebracht.
Daaruit is gebleken, dat het tramkaartje is
gekocht Woensdag 23 Juli, des avonds om
9 minuten over halftien op lijn 8, komende
uit de richting Plein.
'Dit trambiljetje kan onmogelijk van den
heer v. d. S. geweest zijn, daar men heeft
kunnen nagaan, dat de trein, waarmee v.d. S.
Woensdag uit Utrecht in Den Haag is terug
gekeerd, na elf uur is aangekomen en v. d. S.
met eenige kennissen, die met hem van de
Utrechtsche vergadering kwamen, met lijn 3
naar huis is gereden en toen aan het Piet
Hein-plein uit de tram is gestapt.
Het is nu maar de vraag voor de politie,
hoe het tramkaartje op de mat terecht is ge
komen. Uit het feit, dat v. d. S. Donderdag
ochtend geen ander bezoek heeft gehad dan
van den dader van den moord, moet men wel
tot de ccnclusie komen, dat het tramkaartje
door den dader is verloren.
De commissaris van politie, de heer Kra
mer, verzoekt daarom aan ieder, die Woens
dagavond den tramrit met lijn 8 op het aan
gegeven uuren in de aangegeven richting
Seeft meegemaakt, zich aan te melden, ten
tnde wellicht eenige inlichtingen te kunnen
verschaffen.
Vrijdagavond 7 uur is de verdachte van den
dubbelen moord te Culemborg, de 35-jarige
F. H., ontslagen rechercheur van politie al
daar, op last van den officier van justitie op
gesloten in een cel van het politiebureau te
Tiël.
Den chef van de politie werd opgedragen,
den arrestant nauwkeurig te laten controlee
ren, wat van uur tot uur geschied is. Om 4
uur 10 min. gisterochtend hebben de agenten
Reintjes en Leenders zijn cel door het schafgat
belicht.
H. richtte zich toen op in het bed en zei
„Wat benne jullie bang Blijkbaar had bij
niet geslapen.
Agent Leenders, die vervolgens even vóór 5
uur controleerde, zag toen den beklaagde
hangen aan den nippel, waartegen overdag het
rustbed wordt opgeslagen.
Dadelijk heeft hij H. losgesneden, en daar
deze nog warm was, terstond de kunstmatige
ademhaling toegepast, echter zonder gevolg.
Inmiddels was de gemeentegeneesheer, dr.
De Haan gewaarschuwd, die om 5 uur 2Q
min. kwam en vaststelde, dat de dood eerst
kort tevoren kon zijn ingetreden.
Hij heeft dus uitvoering gegeven aan het
voornemen, dat hij bij zijn vorige aanhouding,
kort na den- moord, den rechter-commissaris
had aangekondigd „als ik. weer word aan
gehouden, pleeg :k zelfmoord."
Hij heeft den knoop in het touw, waarmee
het zeil, waarop hij rust.e, in de ijzeren burrie
is vastgeknoopt, in den rechterbenedenhoek
losgemaakt, daarna het einde door den nippel
waartegen overdag het bad wordt opgeslagen,
gehaald en zich opgehangen.
Het lijk- is naar de Algemeene Begraaf
plaats ov :rgebracht.
Van den trein, die om 11 u. 59 uit Apel
doorn te Epe aankomt, zijn Saterdag de twee
goederenwagens juist op den wissel ont
spoord, zoodat geen enkele trein kon pas-
seeren en de reizigers moesten overstappen.
De wagons zijn beschadigd.
Zaterdagmorgen om halfacht is bij den
gevaarlijken viersprong Koningstraat-Neu-
weg te Hilversum een ernstig ongeluk ge-
oeurd. Van de richting Koningstraat kwam
een gemeentelijke autobus met een kalm gan
getje. Op hetzelfde oogenblik wilde de motor
rijder B. uit de Violenstraat aldaar, hoewel
gewaarschuwd door de autobus, toch nog den
hoek passeeren. De motorrijder reed met
snelle vaart. Hoewel beide bestuurders nog
seinen gaven, gelukte het den motorrijder
niet om de autobus heen te draaien; hij viel
tegen het voorste deel van de autobus en be
kwam verschillende kneuzingen, o.a. een
versplinterde knie. Hevig bloedend werd hij
naar de R. K. Ziekenverpleging vervoerd.
De gemeentelijke geneeskundige dienst ver
leende de eerste hulp. De toestand van den
gewonde is zoo, dat men voor zijn leven vreest.
Den autobestuurder treft geen schuld.
VERZAKKENDE HUIZEN TE ROTTER
DAM.
65 woningen verwoest.
Aan het eind van den Nieuwen Binnen
weg et Rotterdam, is men reeds geruimen
tijd bezig met den aanleg van de Coolha-
ven. Op het terrein, gelegen tegenover de
firma Muller en Co., tusschen Westzeedijk
en Pieter de Hoogweg is men dezer dagen
bezig geweest met opspuitingen. Groote
hoeveelheden zand en water zijn hiervoor
gebruikt. Dit had tot gevolg, dat door den
geweldigen druk op den veenachtigen bo
dem de huizen, staande aan den Lagen
Westzeedijk, den z.g. Borgershof vormend,
bedenkelijke scheuren begonnen te ver-
toonen. De grond schijnt daar nl. te zijn
verzakt en verschillende huizen werden
daardoor bouwvallig en sommige vielen
zelfs grootdeels ineen.
De voorste rij kwam het eerst aan de
beurt. De huizen zijn reeds de vorige week
op last van de bo'uwpolitie ontruimd.
De opspuiting aan den westkant is toen
stopgezet. Men ging echter aan de Oost
zijde daarmede voort. Dit had tot gevolg,
dat weldra ook andere huizen scheuren be
gonnen te vertoonen.
Enkele muren zijn reeds ingestort, ter
wijl andere zoo staan, dat ze eik oogenblik
kunnen omvallen. Deze woningen zijn op
drassigen veenbodem gebouwd, waarin niet
is geheid. De meeste, huizen worden door
de woningstichting en Mij. voor Volkswo
ningen geëxploiteerd en zijn eigendom van
Rotterdam.
Bijna alle huizen zijn reeds ontruimd. Zij,
die er nog wonen, hebben order gekregen
om uiterlijk Zaterdag te vertrekken.
Intussch is de groote moeilijkheid waar
men de menschen moét huisvesten. Men
heeft 27 gezinnen, die dakloos zijn gewor
den, ondergebracht in de nieuwe huisjes in
den polder Oud-Mathenesse. Anderen zijn
zijn gehuisvest in de nieuwe woningen op
Tuindorp.
Voor 42 gezinnen had men echter zoo
spoedig geen woning. Deze zijn daarom on
dergebracht in het voormalig armhuis aan
den Schiedamschedijk.
In het geheel zijn 58 huizen, aan de
gemeente behoorend, ontruimd, die gedeel
telijk vernield zijn. Ook moesten enkele
particuliere huizen verlaten .worden. Onge
veer 65 woningen zijn onbewoonbaar ge
worden.
Uit Vlissingen werd Zaterdagavond ge
meld, dat de brand op het terrein van de Ne-
derlandsche Petroleum- en Asfaltfabriek als
afgeloOpen kan worden beschouwd, al stijgt
nog eenige rook, die in vergelijking met Vrij
dag meer damp lijkt, van het terrein op in de
richting der sluizen. Ook een enkel venijnig
vlammetje ziet men nog wel. Hoe groot de
ramp ook moge zijn, twee heele groote en en
kele kleinere tanks zijn voor het vuur ge
spaard gebleven en ook een deel der gebou
wen, alsmede dé fabrieksschoorsteen staan
overeind, zoodat sommige berichten, als zou
alles in brand staan, overdreven zijn geweest.
Een der woningen op het terrein, die Vrij
dag werd ontruimd, wordt weer gemeubeld
en voor bewoning in gereedheid gebracht.
Het blusschen met de beide uit Rotterdam
aangebrachte vloeistoffen heeft het gewensch-
te resultaat gehad en den brand in de benzine
tank tot staan gebracht. Ook deze rookt ech
ter nog.
De motorspuiten der gemeente worden
nog gereed gehouden om zoo noodig dienst
te doen.
Omtrenf het tragisch lot van het slachtoffer
dat bij den brand om het leven gekomen is,
vertelde de stoker Evert Sinke te Souburg,
die Willeboordse het laatst gesproken heeft,
het volgende
„Ik was," aldus Evert Sinke, „in den nacht
van Donderdag op Vrijdag om ongeveer twee
uur bezig kolen op een lorrie-wagen te laden
voor de stookplaats.
Toen Willeboordse op de tank klom, rie
pen wij elkaar nog een aardigheid toe. Ik
zag, dat Willeboordse het mangat open maak
te en zijn peillat in de tank liet zakken. Wille
boordse had geen lamp bij zich, daar de om
ringende booglampen op het terrein Jvoldoen-
de licht verspreidden. Ook weet ik pertinent,
dat Willeboordse geen brandende pijp of si
gaar had.
Is hij al vol vroeg ik hem. Maar in plaats
van te antwoorden, schreeuwde Willeboordse
plotseling „Help Moord Brand Ik ver
brand."
Een vuur klom kwam uit het mangat en
werd hoe langer hoe grooter. Toen zag ik hem
op den bovenkant van de tank vallen.
Ik klom deladder op, maar wegens de groote
hitte was het mij onmogelijk verder te gaan.
Ik klom daarom de ladder af en ging alarm
maken."
Tot zoover het verhaal van Evert Sinke, dat
het moeilijk maakt voor den brand een aan
nemelijke oorzaak te vinden.
Bij dezen brand is een bluschproef gehou
den, die geslaagd mag heeten. Zij is gehou
den in overleg met de experts van assura-
tcurenj den heer A. Kievit en de firma D.
Hudig Co., te Rotterdam, de makelaars,
die het complex der Ned. Petroleum en
Asphalt Mij. op de Rotterdamsche beurs
verzekerden. Men heeft in den nacht uit
Dordrecht twee groote tankwagens laten
komen, gevuld met het nieuwe bluschmiddel
zgn. „schuimblusch" (foamite), daar zich
hier een buitengewone gelegenheid voor
deed om den invloed van dit nieuwe prepa
raat in de practijk na te gaan. De twee tank
wagens werden tot voor het terrein gereden
terwijl personeel van de Marine met mate
riaal ter beschikking werd gesteld.
"Ket-térreïn rag men een ingenieur-van
de Bataafsche Petrol. Mij., uit Den Haag, een
ingenieur van de Kon. Petrol. Cy. van het
kantoor te Rotterdam en een groot aantal
marine-autoriteiten. De leiding bevond zich
in handen van den marine-commandant. De
taak der marine bestond hierin, het „schuim
blusch" in de kokende massa te werpen.
Daartoe werden nabij de tankwagens twee
pompen opgesteld; die door matrozen wer
den bediend, terwijl twee slangen van pl.m.
300 meter het preparaat naar een zware
straalpijp leidden. Met behulp van acht man
werd deze straalpijp gehaakt aan een uitge-
doofden wand van de brandende tank. Ver
volgens werd het sein tot pompen gegeven.
Indien de proef gelukte, moesten binnen
drie minuten de vlammen gedoofd zijn.
Nauwelijks was het sein tot pompen gege
ven. of de vlammen wakkerden aanvankelijk
sterker op, doch daarna zag men hoe de
vette zwarte rookwolken der brandende
petroleum wegdreven cn plaats maakten
voor wolken van licht-grijze nuances.
Aanvankelijk zag men nog vlammen uit
de massa opstijgen, doch zeer spoedig doof
den deze en krinkelde alleen nog lichtgrijze
rook omhoog. Binnen 2/ minuut kon men
zeggen, dat het vuur gedoofd was. Geduren
de het probeeren van dit preparaat was de
stedelijke brandweer bezig den wand van
de tank nat te houden, teneinde het sprin
gen te voorkomen. Men was buitengewoon
tevreden over deze welgeslaagde proefne-
raing.
Alvorens in relatie te treden met Johannes
de Bruin, oud 23 jaren, wonende te Schie
dam, Parallelweg no. 150 b, laatstelijk een
pakhuis gehad hebbende aan de Gerard
Scholtenstraat no.4 te Rotterdam, wordt
men verzocht eerst inlichtingen in te winnen
aan het hoofdbureau van politie aan het
Haagsche Veer te Rotterdam, Afd. Centrale
Recherche.
Vrijdagmiddag zijn te Beckum (Twente)
tijdens een onweer heele velden boonen,
aardappelen en andere veldgewassen door
dikke hagelsteenen vernield.
Over de aanhouding van den kassier
Brinkman te Bremen wordt nader verno
men, dat hij zich blijkbaar derwaarts had
begeven in zijn nog onlangs nieuw aange
kochte auto. Dinsdagmorgen is hij te Arn
hem geweest, heeft daar een reparatie laten
verrrichten en is daarop vertrokken langs
den Velperweg. Men wist toen nog niet,
dat zijn firma haar deuren gesloten had. Toen
het bevel tot aanhouding kwam, was de
vogel gevlogen. Maar de politie te Deventer
kreeg een spoor naar Bremen in bezit en
toen was de zekerheid verkregen, dat B.
aldaar was gearresteerd.
Het is niet bekend of hij zich nog in het
bezit bevindt van de pl.m. f 23.000, welke
hij bij het vertrek uit Deventer bij zich moet
hebben gehad. De waarnemende commissaris
van politie en een rechercheur zijn naar Bre
men vertrokken om te trachten B. naar ons
land over te brengen.
De correspondent van de „N. R. Crt." te
Christiania schrijft d.d. 19 Juli.
De berichten in de No .rsche bladen over
den verderen tocht van de Koningin, nadat zij
met haar gevolg 9 Juli in Aandaisnaes was
aangekomen, Zijrt uiterst schaarsch, wat doet
vermoeden dat de Koningin ingevolge haar
verlangen, haar reis onbemerkt vervolgen
kan. Men weet intusschen nog mee te deelen,
dat zij, behalve verschillende uitstapjes in het
indrukwekkende Romsdal, waarin zooveel
historische herinneringen uit de middeleeu
wen en van den heiligen Olav verbonden zijn
ook nog een vijfdaagschen tocht naar Sond-
möre en Hijelle gemaakt heeft. De Konin
gin heeft daar kennis gemaakt met de bijzon
der belangwekkende toeristenroute over
Grotli, Visater, waar de weg in tal van S.-vor-
mige bochten naar het in de diepte gelgen
Strynswater voert.
Volgens een bericht van 18 Jult in „Aiten-
posten" is de Koningin eergisteren in het
Parkhotel in Aandaisnaes teruggekeerd. Zij
was zeer tevreden over haar tocht, die steeds
door gunstig weer begunstigd was. De Konin
gin die gaarne van de kariool gebruikt maakt,
had dit vervoermiddel slechts een enkele maal
met de automobiel moeten verwisselen.
Voor het Assizenhof van de Seine (Pa
rijs) heeft zich dezer dagen een zaak afge
speeld, die beschouwd wordt als een der
sensationeelste misdaden in de internationale
crimineële gesch'iedens. Het washet pro
ces tegen Alphonse Gabrel Mourey, een
Franschman die in dienst was bij den ban
kier Shattuck te New York en te diens huize
een rooveroverval op groote schaal ensce
neerde.
Mourey is een wonderlijk creatuur. In
1915 werd hij wegens roof naar Franéch
Guyana verbannen. Hij ontsnapte, en leidde
eenige jaren lang een avontuurlijk leven
van strijd tegen alligators, boa constrictors
en..., Mexicanen. Toen trok hij naar New-
York, waar hij met een eng^lzacht voor
komen en prettige stem een vertrouwens-
post kreeg bij de Shattucks. Opeens ver
dween er voor 50.000 dollar juweelen uit het
huis der familie, en kort daarop nam Mourey
zijn ontslag en -vertrok naar Frankrijk. De.
diefstal werd ontdekt, maar niemand koes
terde de flauwste verdenking jegens Mourey.
In 1921 ging hij weer naar New-York, al
waar ïiij opnieuw een betrekking ten huize
van Shattuck vond. Dezen keer zette hij zijn
„grooten slag" beter op. Hij verzekerde zich
van de hulp van drie Italiaansche bandieten
en op zekeren avond joeg dc bende de hee
le familie met personeel en al in den kelder,
dwong de menschen onder vreeselijke be
dreigingen (o.a. het uitsteken der oogen) stil
te zijn, en sloot het gezelschap op in de
pikdonkere, ongeventileerde ruimte, waar
men bijna stikte van de benauwdheid. De
ijzeren deur sloeg dicht, en dc schurken
maakten zich met 100.000 dollar aan kost
baarheden uit de voeten. Na geruimen'tijd
eerst, gelukte het mr. Shattuck, met een
pennemesje het slot van de ijzeren deur
open te draaien en zijn gezin te verlossen.
Na deze gebeurtenis leefde Mourey als een
vorst in de Yer. Staten, Mexico en Spanje.
In dit laatste land trof hem het treurige lot,
dat hij door „kameraden" werd bestolen. En
toen trok hij maar weer naar Frankrijk.
Intusschen hadden-de Shattucks een groote
som gelds uitgeloofd voor Mourey's aanhou
ding. „Zoolang die man op vrije voeten is,
kan ik 's-nachts geen oog dichtdoen," zucht
te mevrouw onophoudelijk. En haar echtge
noot zei het haar na. De politie, geprikkeld
door de groote premie deed scherpe naspo
ringen en de millionnair Shattuck, vergezeld
van detectives, deed aan dc klopjacht mee.
Off een mooien dag kreeg men Mourey in
de gaten. Hij zat, even buiten Gourney-sur-
Marte, te visschen! ï)e arrestatie kostte een
agent één kogelwond, Mourey zelfs vier
schotwonden.
Het proces bracht als kroongetuige mr.
Shattuck, die een schril tafereel ophing van
de verschrikkingen van den bewusten nacht
in den kelder.
Als voornaamste getuige a décharge bracht
Mourey's raadsman, de bekende advocaat
Campinchi, de figuur naar voren van Berthc
Moulon, het aardige brunettetje, dat sinds
Mourey's aankomst te Gouvcrney-sur-Marne
den bandiet door dik en dun heeft bijge
staan, hem tersluiks voedsel heeft gebracht
en een ontroerende liefde voor hem aan den
legt. Zij is, heeft ze gezegd, vastbesloten zijn
leven te redden en dan met hem te trouwen.
Voorshands heeft het Assizenhof echter an
ders beslist. Na ampele discussie veroor
deelde het hem ter dood echter n^et we
gens den roof te New-York, doch wegens
den moordaanslag op den hem achtervolgen
den politieambtenaar. Deze aanslag is door
Mourey, die alle andere feiten heeff bekend,
echter steeds naar alle waarschijnlijkheid,
toen hij gewond neerlag, een revolver naast
hem gelegd, teneinde te doen gelooven,
dat ook hij geschoten heeft.
Donderdagavond omstreeks half zeven
bracht Zijne Eminente de Kardinaal Vorst-
Aartsbisschop van Weenen Dr. G. Piffl een
te voren aangekondigd bezoek aan het R.K
Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoe
ding te 's-Gravehhage.
Zijne Eminentie kwam, vergezeld van den
Ceremoniarius, den ZeerEerw. Heer Schu-
lenburg, en 's Kardinaals gastheer, den heer
B.H. Vroom per auto uit Amsterdan en werd
in de feestelijk versierde receptiezaal van het
Bureau ontvangen door den- Directeur Dr.
Tb* Verhoeven en het voltallige personeel.
De Directeur bracht in een begroetings
rede Zijne Eminentie eerbiedigen dank voor
het zoo vereerend bezoek, dat vooral zoo'n
treffende verrassing was, omdat Zijne Emi
nentie spontaan geheel uit eigener beweging
daartoe had besloten. Spreker bewaarde de
aangenaamste herinneringen aan den Ween-
schen „Schulsonntag" van het vorige jaar en
koesterde ook voor de toekomst de beste ver
wachtingen voor de verdere samenwerking
van Oostenrijk en Holland op onderwijs
gebied.
De Kardinaal antwoordde met een harte
lijke toespraak. Naar Holland gekomen, om
Op het Eucharistisch Congres nieuwen moed
en kracht te vergaren, had Zijne Eminentie
zich ook voorgenomen, de Hollandsche wel
doeners van Oostenrijk persoonlijk te be
danken. Onder de buitenlandsche Congres-
bezoekers werd wederom het woord ge
hoord Hollandia docet. Dat woord was
sinds verleden jaar door Oostenrijk ook
reeds, tot richtsnoer genomen in den onder
wijsstrijd. Daartoe had het optreden van Dr.
Verhoeven verleden jaar in Weenen een
krachtigen stoot gegeven en spreker bracht
daarvoor nogmaals hartelijk dank. De strijd
in Oostenrijk zal wellicht lang en zwaar zijn,
maar men vertrouwde op den Eucharis-
tischen Christus en beval zich bij voortdu
ring aan in de Hollandsche medewerking.
Zijne Eminentie gaf nu aan alle aanwezigen
den zegen, liet zich de leden van het perso
neel voorstellen, bezichtigde het Bureau en
vertrok, na het souper gebruikt te hebben,
wederom naar Amsterdam.
«BSaorr.vjK tr.v-
47 aardbevingen in ruim 3 weken.
Het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut
meldt
JSTadgtivan 25 Juni tot 12 Juli aan-hef
Instituut te De Bildt en, zooals vanzel-
spreekt, ook aan andere seismische observat
toria verscheidene, meer of minder sterke
aardbevingen waren opgeteekend, werden
daarna tot 22 Juli slechts zeer zwakke aard-
bevingsregistreeringen verkregen. Op 22 Juli
werden behalve twee zeer zwakke, een zwakke
en een itaatige aardbeving geregistreerd; de
zwakke 's morgens, afstand 9000 K.M., de
matige 's middags, op een afstand van 9500
K.M. Op 24 Juli werd 's morgens een matige
aardbeving opgeteekend, waarvan de oor
sprong op zeer grooten afstand, vermoedelijk
in den Grooten Oceaan, is gelegen. Van 1
tot 24 Juli werden in het geheel 47 aard
bevingen te De Bildt geregistreerd.
Van enkele der aardbevingen tusschen 26
Juni en 12 Juli zijn in de dagbladen mededee-
lingen verschenen, afkomstig van buitenland
sche observatoria. Het Meteorologisch Insti
tuut te Bildt heeft van deze aardbevingen
geen berichten aan de pers verstrekthet
pleegt als régel alleen mededeeling te doen
van zeer sterke of in bewoonde streken plaats
hebbende aardbevingen.
yan de belangrijke aardbevingen van 26
Juni tot 12 Juli was de oorsprong gelegen:
26 Juni op zeer grooten afstand van De Bildt
in den Grooten Oceaan, 30 Juni op een af
stand van 8400 K.M. nabij de Koerlien, 3
en 11 Juli beide op een afstand van 6200
K.M. in Midden Azië (omstreeks Noordelijk
Tibet), 6 en 12 Juli beide op een afstand
van 5200 K.M. in Midden Azië (omstreeks
Afghanistan). .Zooals men ziet zijn dit alle
streken, die onbewoond of schaarsch be
volkt zijn van aangerichte schade zijn geen
berichten ontvangen.
Nieuwe ontdekkingen.
In de „Delftsche Crt." werden mededee-
ingen gedaan over ontdekkingen welke ge
daan zijn bij de werkzaamheden tot restau
ratie van de Nieuwe Kerk te Delft.
Aan de Zuidzijde der kerk heeft een stee-
nen geböuwtje gestaan „het Portaal" ge
naamd, waarschijnlijk uit 1821 dateerend
toen, bij de uitbreiding v'an den grafkelder
de vloer van het koor moest worden ver
hoogd. Daardoor kwam de oorspronkelijke
toegang tot den traptoren te vervallen. De
ingang werd dichtgemetseld en overgepleis-
terd, en aan de buitenzijde der kerk bouwde
met het z.g. Portaal, waarin een geheel nieu
we toegang naar de Librye voerde.
De restaurateurs waren van het bestaan
van den vroegeren toegang onkundig. Bij
het afbikken van de muren kwam deze te
voorschijn. Men verwijderde de steenen af
sluiting en vond een bijna nog geheel gave
trap uit natuursteen.
In den verhoogden koorvloer wordt thans
een nieuw steenen trapje gemaakt, dat de ver
binding zal zijn tusschen kerk en torenin
gang. De toestand wordt dus weer zooals hij
door de vroegere bouwers is bedoeld.
Bij het uitgraven van een in lateren tijd
aangebouwden schoorsteen tegen den gevel
der sacristie kwamen overblijfselen van een
groot kruisraam te voorschijn. Fragmenten
er van verkeerden in vrij goeden toestand. Om
een reconstructie mogelijk te maken moest het
Portaal verdwijnen. Gedurende de afbraak
zijn stuk voor stuk het raam en het onderste
gedeele van den traptoren vrij gekomen. De
laatste werkzaamheden stelden de verwach
tingen niet te leur, want ook het langen tijd
verborgen toren-gedeelte bleek nagenoeg
onbeschadigd te zijn.
Het ontdekte raam zal worden gerestau
reerd en den oorspronkelijken vorm te
rugkrijgen.
De afbraak van het Portaal is ook voor het
aanzien der kerk van zeer groote waarde. De
geheele hoek, die vroeger? afgesloten was,
komt thans vrij.
Verder zijn twee ramen aanwezig van ge
heel anderen vorm dan het nu gevondene.
Men hoopt ook dit drietal te kunnen restau-
In dienst van dé visscherij.
Als verkeersmiddel heeft het vliegtuig
reeds een vaste plaats weten in te nemen en
als zoodanig ook het vertrouwen van het
reizend publiek gewonnen de nieuwste
toepassing er van is misschien wel het ge
bruik bij de visscherij.
De mogelijkheid is ontstaan uit het feit
dat vanuit een vliegtuig tot vrij groote diepte
onder den waterspiegel, waarnemingen kun
nen worden gedaan. In oorlogstijd profiteer
de men hiervan door het opsporen van mij
nenvelden, onderzeebooten, terwijl aan den
anderen kant deze omstandigheid het „lan
den" met watervliegtuigen bemoeilijkt, door
dat men het wateroppervlak niet nauwkeurig
ziet, zoodat het bepalen van het moment van
„afvangen" moeilijker wordt.
Hiervan uitgaande is men in Canada op
het idee gekomen het vliegtuig voor een
nieuw en vreedzaam doel te gebruiken, nl.
voor de visscherij op de uitgestrekte meren
en baaien. Dat bedrijf heeft meermalen voor
spannende Paramount-films stof geleverd,
echter werd tot dusverre de nieuwe „hulp"
nog niet geënsceneerd,
Na overleg tusschen het Bureau of Fishe
ries en de Naval Air Service werden in Juli
1919 de eerste proeven genomen. Van af
Cape May werd met een tweetal vliegbooten
een verkenning gedaan naar verschillende
vischverzamelingen. Het water was dik,
groen van kleur, zoodat noch van de kust
noch van af de pier ook maar iets van de
eaterbewoners was te ontdekken. Van het
vliegtuig waren echter duidelijk tot op vrij
groote diepte scholen visch waarneembaar.
Bovendien kon op zeer snelle wijze voor de
Visscherij-inspectie een beeld worden ver
kregen over de plaatsing der netten, ligging
der schepen, kortom over alles wat deze
weten wilde.
In Januari 1920 werd van de eerste proeve»
een practisch gebruik gemaakt. In de vlieg
tuigen werden als waarnemers beambten van
de Visscherij-onderneming ingedeeld. Van
het vischwater van de Chesapeake Bay en
langs de kust werd een verdeeling gemaakt,
zoodat als het ware een groote ruitverdeeling
genummerd en geletterd van het geheele
vischgebied ontstond. Door middel van sein
vlaggen kon dan van af het vliegtuig aan de
visscherijschepen een aanwijzing worden ge
geven, waar zich de scholen visch ophielden
en waarheen zij zich bewogen. Een rijke
vischvangst v&s hiervan het gevolg.|
In het tijdvak van Juni tot October werden
dagelijks patrouillevluchten ondernomen,
waaruit voortdurend de groote waarde van
deze toepassing van het vliegtuig bleek.
In navolging van Canada voor de Atlan-
tischen Oceaan werd in Californië hetzelfde
gedaan voor de sardine-visscherij. De vluch
ten werden ondernomen van uit San Diego.
Voor de communicatie met de schepen
werd latei- gebruik gemaakt van radio-
telegrafie, hetgeen het werken aanzienlijk
vergemakkelijkte. Het voordeel werd zoozeer
ingezien dat een onderneming te'San Pedro
een eigen vliegboot aanschafte het succes
was zoo groot, dat de firma de onkosten
daarvan er reeds ruimschoots door dekte.
Naast het opsporen van visch heeft in 1923
het Capadeesche Gouvernement het pa
trouillerende vliegtuig ook gebruikt voor
controle op de visscherij, dus tegen het vis
schen in gesloten tijd, in verboden visch
water etc. Het patrouillevaartuig wordt door
het toestel gewaarschuwd en stoomt onmid
dellijk op naar den overtreder. Een dergelijke
controle heeft een buitengewoon groote mo-
reele waarde. De vischstrooper weet niet
wanneer een vliegtuig hem zal overrompelen
hij is, volgens de hoofdinspecteur der Vis
scherij-inspectie, bang voor eiken vogel, die
hij in de lucht ziet. Voor dergelijk werk kan
volstaan worden met kleine, gemakkelijk
te bedienen vliegbooten met gering motor
vermogen.
De 58-jarige G. V., wethouder te Steen-
wijkerwold, werd 7 Mei j.l. in staat van fail
lissement verklaard, en stond Vrijdag terecht
beschuldigd van bedriegelijke verkorting van
dc rechten zijner schuldeischers. Ten le om
dat hij in Mei voor de uitspraak van zijn fail
lissement, maar terwijl hij wist, datj hij dat
niet kon voorkomen, drie schuldeischers
heeft bevoordeeld 2e dat hij den curator op
zettelijk een vordering heeft verzwegen ten
3e dat hij 8 Mei aan de Coöp. Landbouwbank
te Stèenwijk f 500 uit zijn boedel betaald
heeft.
De curator, mr. J. W. Willinge Gratama
verklaart, dat bekl. de op verschillende dagen
herhaalde vraag, of hij uitstaande vorderin
gen had, beantwoord heeft met „Neen".
Bekl. zegt, dat hij thans eerst begrijpt iets
gedaan te hebben, dat niet geoorloofd was.
De drie schuldeischefs, die hij wederrech-
terlijk geheel afbetaald heeft, verklaren, dat
bekl. heel gunstig bekend staat.
De Off. van Justitie noemt het een moei
lijke zaak, die gecompliceerd is geworden
door de houding van bekl. Hier hangt bekl.
den onnoozele uit, maar als men de feiten na
gaat, dan ziet men dat hij zeer geraffineerd te
werk is gegaan. Bekl. en zijn broer stonden
beiden zeer zwak. De een verkoopt den boet
aan den ander, de andere draagt den boedel
weer aan den eersten over. Wie nu het eerst
failliet gaat, heeft een acte, gaat Gijsbert het
eerst failliet dan heeft hij een acte, dat zijn
boedel behoort aan zijn broeder Jan, gaat Jan
het eerst failliet dan heeft hij een acte dat hij
den boedel weer overgedaan heeft aan Gijs
bert.
Hier is de kwade trouw in het spel. Al doet
men nu, of bekl. een hoogst fatsoenlijk man
is, en al is er een brief van den Burgemeester
gekomen met de vraag hoe men zijn bra
ven wethouder kan vasthouden, een voorbeel
dige straf moet opgelegd worden, spr. vraagt
twee jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Bolsius uit Leiden,
zegt, dat voor kwade trouw vast moet staan,
dat iemand zichzelf bevoordeelt. Aan de eer
ste vereischte voor strafbaarheid, is dus niet
voldaan. Bekl. houdt nog vol, dat hij niet ge
weten heeft, dat wat hij deed strafbaar was.
Het is met de acties niet zoo gegaan, als de
Officier schetste. Spr. tracht een poging te
doen om den bekl. in een beter licht te stellen.
PI. vroeg ten slotte een voorwaardelijke
straf.
Drie oude mannen.
n Onsamenhangend stukje deze keer.
Waarfcn onsamenhangend
Omdat er wat wordt verteld van drie
oude menschen, die niets met elkaar hebben
te maken.
Maar omdat ik dezer dagen verscheidene
raaien aan die drie heb gedacht breng 'k
*e nou maar es bij-elkaar.
't Worden dus drie miniatuur-trekjes.
Het eerste zullen we noemen
De bedel-man
Eigenlijk 'n bedelaar in de ware zin is 't
niet.
Géén bedelaar dus, die huis aan huis om
'n aalmoes gaat vragen en om de wet te
ontduiken kwasie voor 'n paar kwartjes
negotie bij zich draagt.
Misschien, zou ie nog erg beleedigd zijn
als die naam hem werd gegeven.-
Rechtstreeks/ om 'n paar centen vragen
doet ie nooit...» tenminste, dat wordt al
gemeen beweerd.
In zijn „bedelen" zit 'n zekere stijl.
Hij is vriendelijk en voorkomend tegen
iedereen, ofmen hém wat geeft of niet. Voor
el kt voorbijganger heeft hij een beleefde
groet, waarin heelemaal niets opdringerigs
of vragerigs ligt. Hij loopt gewoon door met
z'n langzaam slof-slof-gangetje, kijkt niet
eens om en wacht af.
Op de trottoirs maakt hij een wijde bocht
om u te laten passeeren, blijft soms even,
heel eventjes staan, om de kinderen, die bij
u zijn, een vriendelijk knikje te schenken.
„Dag dame.... dag lieve kinderen"
klinkt het dan.... en voort schuift ie weer
op z'n versleten schoenen.
En dikwels stuurt men hem dan 'n kind
achterna, om hem 'n geldstukje te geven.
Hij bezorgt niemand overlast en wordt
zelf evenmin lastig gevallen. Hij trekt er
zich geen steek van aan als 'n paar kwa
jongens hem na-jouwen.... want hij weet,
dat ie ze dan 't gauwste kwijt is.
's Avonds zoekt ie plekken op waar meer
dere menschen bijeen zijn. Meestal is de
muziek-repetitie in 't proveniershuis het
punt
Daar blijven velen 'n kwartiertje luisteren...
anderen komen er bij.de eerste gaan weer
weg en zoo is er voortdurend afwisseling van
publiek.
Hij leunt tegen een der kozijnen en wacht
maar weer af.... zonder te.vragen, zonder
met houding of gebaar de aandacht op zich
te vestigen.
De een stopt hem 'n paar centen toe, de
ander 'n sigaar, 'n cigaret, of 'n stuk cho
colade soms.... Hij dankt vriendelijk, niet
overdreven.... rookt, peuzelt en wacht
weer.
Hij trotseert regen, storm, sneeuw, vorst en
zonnebrand in altijd dezelfde versleten
plunje met de onafscheidelijke overjas.
Hoe oud ie is?
Z'n gezette, ietwat gedrongen gestalte is
nog niet gebogen. Z'n gebaren zijn niet die
van 'n afgeleefd man. Z'n baard geeft hem
riets aartsvaderlijks. De leeftijd van zulke
menschen is moeilijk te schatten, gehard
als ze zijn door het natuurleven.
Hij is 'n paar maal in 't armenhuis ge
weest, nadat de politie hem verkleumd, of
gekneusd door 'n val in 't donker, had ge
vonden in 'n onbewoond huis of 'n in aan
bouw zijnd perceel.
In 't armenhuis werd ie van top tot teen
gereinigd, kreeg schoone kleeren en 'n bed.
Maar hij kon niet gewend raken aan de
regels van 'n gesticht en ging telkens Z'n
zwerversleven weer aanvangen, na de direc
teur te hebben bedankt vpor de zorg aan hem
besteed.
Nou trekt ie al weer lang door de straten
en plantsoenen.,., zoekt nachtverblijf in 'n
poort, 'n portiek, 'n bouwwerk.
En zal daar vermoedelijk tenlaatste wel
weer worden gevonden
Om 'n drie dagen later op gemeente-
kosten te worden begraven.
De koek-man.
We kenden hem niet bij z'n naam.
Als er 's Zaterdags tegen 11 u. in de voor
middag bescheiden werd gebeld, dan zeiden
we al tegen elkaar„Daar is. de kóekman."
Dan stond ie er met z'n klein, bruin wa
gentje tikte aan z'n ruige pet en vroeg met
'n buiginkje „of er van de weèk soms nog
iets noodig was."
Hij verkocht biskwie, ontbijtkoek, be
schuit, speculaas enz.
Dagelijks trok ie zoo met z'n karretje,
dat door slijtage niet al te gewillig meer was,
van klant tót klant.
Precies weet ik 't niet meer; doch ik meéa»
dat ie onlangs vertelde reeds in z'n zeventig
ste jaar te zijn.
Z'n rijzige gestalte was 'n tikje gebogen
nog maar. Hij was altijd eenvoudig, dóCh
netjes in 't pak en z'n frisch gelaat werd om
lijst door witte, krullige bakkebaardjes.
Altijd had iè 'n gemoedelijk praatje over de
onderwerpen van-de-dag.
Als ie 's winters geheel doorkleumd was
klaagde hij wel over de kouen was ie
doornat van regenwater, over 't slechte
weer.
Maar nooit heb 'k hem hooren klagen over
z'n ouwe-dag-lot van altijd maar door weer
en wind te moeten met z'n koek-wagentje.
Steeds was ie opgewekt en blijmoedig, be
moeide zich niet met politieke of sociale
stroomingen en ging kalmpjes z'n eigen
weg.
We wisten niet of ie nog 'n vrouw of kin
deren hadof ie alleen leefde of ergens
inwoonde. Hij sprak er nooit over»,
'n Paar maanden geleden bleef ie opeens
weg.
We dachten aan 'n ongesteldheid, die wel
gauw zou voorbijgaan. Zoolang we 'ni heb
ben gekend is ie nooit ziek geweest.'t Was'n
.sterke man zoo op "t gezicht, en 't weer kon
zoo beroerd niet zijn of hij was êr Zaterdags
met z'n wagentje.
De week er op kwam ie wéér niet.we
begionnen het vreemd te vindén.... je
raakt gewend aan zoo iemand.
't Koek'-mannetje is weggebleven.
Is ie dood
Maakt ie 'n lang, smartelijk ziekbed door?
Is ie heel langzaam aan 't wegkwijnen?
We weten het niet.
Al maanden komt ie niet meer.
En we vinden het al niet meer vreemd
Zoo is het leven nqti eenmaal.
Ook in de gedachten sterven zij, die ver
dwijnen.
Kranten-mannetje.
Die is óók al acht-en-zestig.
Maar met vlugge pasjes sjouwt ie nog
dagelijks z'n krantenvracht van straat tot
straat.
'n Klein mannetje is 't, met 'n vriendelijk
grijnsje in z'n gebruind rimpel-gezicht als
ie met je praat.
Hij is oud-zouaafen daar kan ie nog
zoo echt trotsch over praten.
Een oud-rederijker is ie ook.
Wat kan ie met vuur vertellen van die
„fijne" ouwerwetsche stukken met valsche
rollen er in„De giftmenger," „De on
schuldig veroordeelde," „De wraak van den
versmade"enz. enz. Dan glin
steren z'n blauw-grijze oogjes nog van en
thousiasme.
Drie keer heb ik 't gezicht van 't vrien
delijke kranten-mannetje droevig gezien.
De eerste keer, toen ie z'n goeie vrouw had
verlorenen ie moeite moest doen, om
niet te huilen.
De tweede keer, toen 'n lief kleinkind
van 'm door 'n auto was vermorzeld.
En de derde keer.dat is nog geen veer
tien dagen geledentoen ie vertelde, dat
ie al z'n opgehaald krantengeld had verloren...
en niet teruggekregen. v
Zeven en negentig gulden zat er in de
portefeuille.... ook nog z'n boekje van de
ouderdomsrente en z'n half jaarlijksch abon
nement van de tram.
Troosteloos schudde hij z'n hoofd toen
'k vroeg of 'r niks, niks.... geen spoor van
was gevonden....
Al viermaal is ie aan 't politie-bureau ge
weest, om nog maar weer es te vragente
vragen
Maar daar geven ze hem haast geen hoop
Zoo iets is niet tc achterhalen bijnaAl
leen door 'n toeval zou de oneerlijke vinder
misschien ontdekt kunnen worden.
,,'t Is 'n ramp voor me, meneer"zoc
stond ie te klagen met tranen in z'n oogen
En hij vroeg zich af welk monster 't geweest
kon zijn, dat hem in zóó'n ongeluk had ge
bracht.
Ja, met recht 'n monster.... Want aan 't
boekje van de ouderdomsrente was toch
wel te merken, dat het gevondene zeer waar
schijnlijk niet behoorde aan iemand van
geld.
Weet degene, die de portefeuille vond, dat
dc verliezer op z'n ouwe-dag nog hard moet
zwoegen voor z'n karig onderhoud., dat 'n
krantenwijk nog geen half weekloon kan
opbrengen
Als hij of zij, die 't geld vond, dat weet,
dan is 't beestachtig gemeen, hoe de omstan
digheden van de vinder ook mogen zijn-
'n Paar keer heb ik 't kranten-mannetje
alweer gezien na 't gebeurde.
Maar z'n gezicht staat nog even triestig
en hopeloos.
't Geld zal dus nog wel niet terecht zijn.»
en wel nooit terecht komen.
De dierlijke hebzucht heeft er zich vat
meester gemaakt.en grimlacht misschien
nog eens heimelijk om 't ..buitenkansje."