KERK EN SCHOOL. KUNST EN KENNIS. LUCHTVERKEER. RECHTSZAKEN. ELCK WAT WILS. TREKJES De roofmoord te 's-Hage. De dubbele moord te Culemborg Treinontsporing. Verkeersongeval te Hilversum.* De petroleumbrand te Vlissingen. Waarschuwing. Door hagelsteenen vërnield;* De arrestatie van den kassier Brinkman te Deventer. De reis der Koningin in 't Noorden. De bandiet Mourey ter dood veroordeeld. Z. E. de Kardinaal van Weenen bezoekt het R. K. Centr. Bureau voor Onderwijs en Opvoeding. Onze bevende aarde. De nieuwe kerk te Delft. Een nieuwe toepassing van het Vliegtuig. Bedriegelijke bankbreuk doot een wethouder. No. 357. G. N. mióD De begrafenis van het slachtoffer van den roofmoord in de De Riemerstraat te 's Hage, den heer v. d. S. zal Dinsdag a.s. plaats heb ben. In verband met den moord zelf, wordt nog het volgende vernomen Toen de politie Donderdag de woning van ien verslagene binnenkwam, vond zij op de gangmat bij de voordeur een tramkaartje. Dit biljet werd aanstonds opgezonden aan de directie der Haagsche Tram Maatschap pij en deze heeft nu haar rapport dienaan gaande uitgebracht. Daaruit is gebleken, dat het tramkaartje is gekocht Woensdag 23 Juli, des avonds om 9 minuten over halftien op lijn 8, komende uit de richting Plein. 'Dit trambiljetje kan onmogelijk van den heer v. d. S. geweest zijn, daar men heeft kunnen nagaan, dat de trein, waarmee v.d. S. Woensdag uit Utrecht in Den Haag is terug gekeerd, na elf uur is aangekomen en v. d. S. met eenige kennissen, die met hem van de Utrechtsche vergadering kwamen, met lijn 3 naar huis is gereden en toen aan het Piet Hein-plein uit de tram is gestapt. Het is nu maar de vraag voor de politie, hoe het tramkaartje op de mat terecht is ge komen. Uit het feit, dat v. d. S. Donderdag ochtend geen ander bezoek heeft gehad dan van den dader van den moord, moet men wel tot de ccnclusie komen, dat het tramkaartje door den dader is verloren. De commissaris van politie, de heer Kra mer, verzoekt daarom aan ieder, die Woens dagavond den tramrit met lijn 8 op het aan gegeven uuren in de aangegeven richting Seeft meegemaakt, zich aan te melden, ten tnde wellicht eenige inlichtingen te kunnen verschaffen. Vrijdagavond 7 uur is de verdachte van den dubbelen moord te Culemborg, de 35-jarige F. H., ontslagen rechercheur van politie al daar, op last van den officier van justitie op gesloten in een cel van het politiebureau te Tiël. Den chef van de politie werd opgedragen, den arrestant nauwkeurig te laten controlee ren, wat van uur tot uur geschied is. Om 4 uur 10 min. gisterochtend hebben de agenten Reintjes en Leenders zijn cel door het schafgat belicht. H. richtte zich toen op in het bed en zei „Wat benne jullie bang Blijkbaar had bij niet geslapen. Agent Leenders, die vervolgens even vóór 5 uur controleerde, zag toen den beklaagde hangen aan den nippel, waartegen overdag het rustbed wordt opgeslagen. Dadelijk heeft hij H. losgesneden, en daar deze nog warm was, terstond de kunstmatige ademhaling toegepast, echter zonder gevolg. Inmiddels was de gemeentegeneesheer, dr. De Haan gewaarschuwd, die om 5 uur 2Q min. kwam en vaststelde, dat de dood eerst kort tevoren kon zijn ingetreden. Hij heeft dus uitvoering gegeven aan het voornemen, dat hij bij zijn vorige aanhouding, kort na den- moord, den rechter-commissaris had aangekondigd „als ik. weer word aan gehouden, pleeg :k zelfmoord." Hij heeft den knoop in het touw, waarmee het zeil, waarop hij rust.e, in de ijzeren burrie is vastgeknoopt, in den rechterbenedenhoek losgemaakt, daarna het einde door den nippel waartegen overdag het bad wordt opgeslagen, gehaald en zich opgehangen. Het lijk- is naar de Algemeene Begraaf plaats ov :rgebracht. Van den trein, die om 11 u. 59 uit Apel doorn te Epe aankomt, zijn Saterdag de twee goederenwagens juist op den wissel ont spoord, zoodat geen enkele trein kon pas- seeren en de reizigers moesten overstappen. De wagons zijn beschadigd. Zaterdagmorgen om halfacht is bij den gevaarlijken viersprong Koningstraat-Neu- weg te Hilversum een ernstig ongeluk ge- oeurd. Van de richting Koningstraat kwam een gemeentelijke autobus met een kalm gan getje. Op hetzelfde oogenblik wilde de motor rijder B. uit de Violenstraat aldaar, hoewel gewaarschuwd door de autobus, toch nog den hoek passeeren. De motorrijder reed met snelle vaart. Hoewel beide bestuurders nog seinen gaven, gelukte het den motorrijder niet om de autobus heen te draaien; hij viel tegen het voorste deel van de autobus en be kwam verschillende kneuzingen, o.a. een versplinterde knie. Hevig bloedend werd hij naar de R. K. Ziekenverpleging vervoerd. De gemeentelijke geneeskundige dienst ver leende de eerste hulp. De toestand van den gewonde is zoo, dat men voor zijn leven vreest. Den autobestuurder treft geen schuld. VERZAKKENDE HUIZEN TE ROTTER DAM. 65 woningen verwoest. Aan het eind van den Nieuwen Binnen weg et Rotterdam, is men reeds geruimen tijd bezig met den aanleg van de Coolha- ven. Op het terrein, gelegen tegenover de firma Muller en Co., tusschen Westzeedijk en Pieter de Hoogweg is men dezer dagen bezig geweest met opspuitingen. Groote hoeveelheden zand en water zijn hiervoor gebruikt. Dit had tot gevolg, dat door den geweldigen druk op den veenachtigen bo dem de huizen, staande aan den Lagen Westzeedijk, den z.g. Borgershof vormend, bedenkelijke scheuren begonnen te ver- toonen. De grond schijnt daar nl. te zijn verzakt en verschillende huizen werden daardoor bouwvallig en sommige vielen zelfs grootdeels ineen. De voorste rij kwam het eerst aan de beurt. De huizen zijn reeds de vorige week op last van de bo'uwpolitie ontruimd. De opspuiting aan den westkant is toen stopgezet. Men ging echter aan de Oost zijde daarmede voort. Dit had tot gevolg, dat weldra ook andere huizen scheuren be gonnen te vertoonen. Enkele muren zijn reeds ingestort, ter wijl andere zoo staan, dat ze eik oogenblik kunnen omvallen. Deze woningen zijn op drassigen veenbodem gebouwd, waarin niet is geheid. De meeste, huizen worden door de woningstichting en Mij. voor Volkswo ningen geëxploiteerd en zijn eigendom van Rotterdam. Bijna alle huizen zijn reeds ontruimd. Zij, die er nog wonen, hebben order gekregen om uiterlijk Zaterdag te vertrekken. Intussch is de groote moeilijkheid waar men de menschen moét huisvesten. Men heeft 27 gezinnen, die dakloos zijn gewor den, ondergebracht in de nieuwe huisjes in den polder Oud-Mathenesse. Anderen zijn zijn gehuisvest in de nieuwe woningen op Tuindorp. Voor 42 gezinnen had men echter zoo spoedig geen woning. Deze zijn daarom on dergebracht in het voormalig armhuis aan den Schiedamschedijk. In het geheel zijn 58 huizen, aan de gemeente behoorend, ontruimd, die gedeel telijk vernield zijn. Ook moesten enkele particuliere huizen verlaten .worden. Onge veer 65 woningen zijn onbewoonbaar ge worden. Uit Vlissingen werd Zaterdagavond ge meld, dat de brand op het terrein van de Ne- derlandsche Petroleum- en Asfaltfabriek als afgeloOpen kan worden beschouwd, al stijgt nog eenige rook, die in vergelijking met Vrij dag meer damp lijkt, van het terrein op in de richting der sluizen. Ook een enkel venijnig vlammetje ziet men nog wel. Hoe groot de ramp ook moge zijn, twee heele groote en en kele kleinere tanks zijn voor het vuur ge spaard gebleven en ook een deel der gebou wen, alsmede dé fabrieksschoorsteen staan overeind, zoodat sommige berichten, als zou alles in brand staan, overdreven zijn geweest. Een der woningen op het terrein, die Vrij dag werd ontruimd, wordt weer gemeubeld en voor bewoning in gereedheid gebracht. Het blusschen met de beide uit Rotterdam aangebrachte vloeistoffen heeft het gewensch- te resultaat gehad en den brand in de benzine tank tot staan gebracht. Ook deze rookt ech ter nog. De motorspuiten der gemeente worden nog gereed gehouden om zoo noodig dienst te doen. Omtrenf het tragisch lot van het slachtoffer dat bij den brand om het leven gekomen is, vertelde de stoker Evert Sinke te Souburg, die Willeboordse het laatst gesproken heeft, het volgende „Ik was," aldus Evert Sinke, „in den nacht van Donderdag op Vrijdag om ongeveer twee uur bezig kolen op een lorrie-wagen te laden voor de stookplaats. Toen Willeboordse op de tank klom, rie pen wij elkaar nog een aardigheid toe. Ik zag, dat Willeboordse het mangat open maak te en zijn peillat in de tank liet zakken. Wille boordse had geen lamp bij zich, daar de om ringende booglampen op het terrein Jvoldoen- de licht verspreidden. Ook weet ik pertinent, dat Willeboordse geen brandende pijp of si gaar had. Is hij al vol vroeg ik hem. Maar in plaats van te antwoorden, schreeuwde Willeboordse plotseling „Help Moord Brand Ik ver brand." Een vuur klom kwam uit het mangat en werd hoe langer hoe grooter. Toen zag ik hem op den bovenkant van de tank vallen. Ik klom deladder op, maar wegens de groote hitte was het mij onmogelijk verder te gaan. Ik klom daarom de ladder af en ging alarm maken." Tot zoover het verhaal van Evert Sinke, dat het moeilijk maakt voor den brand een aan nemelijke oorzaak te vinden. Bij dezen brand is een bluschproef gehou den, die geslaagd mag heeten. Zij is gehou den in overleg met de experts van assura- tcurenj den heer A. Kievit en de firma D. Hudig Co., te Rotterdam, de makelaars, die het complex der Ned. Petroleum en Asphalt Mij. op de Rotterdamsche beurs verzekerden. Men heeft in den nacht uit Dordrecht twee groote tankwagens laten komen, gevuld met het nieuwe bluschmiddel zgn. „schuimblusch" (foamite), daar zich hier een buitengewone gelegenheid voor deed om den invloed van dit nieuwe prepa raat in de practijk na te gaan. De twee tank wagens werden tot voor het terrein gereden terwijl personeel van de Marine met mate riaal ter beschikking werd gesteld. "Ket-térreïn rag men een ingenieur-van de Bataafsche Petrol. Mij., uit Den Haag, een ingenieur van de Kon. Petrol. Cy. van het kantoor te Rotterdam en een groot aantal marine-autoriteiten. De leiding bevond zich in handen van den marine-commandant. De taak der marine bestond hierin, het „schuim blusch" in de kokende massa te werpen. Daartoe werden nabij de tankwagens twee pompen opgesteld; die door matrozen wer den bediend, terwijl twee slangen van pl.m. 300 meter het preparaat naar een zware straalpijp leidden. Met behulp van acht man werd deze straalpijp gehaakt aan een uitge- doofden wand van de brandende tank. Ver volgens werd het sein tot pompen gegeven. Indien de proef gelukte, moesten binnen drie minuten de vlammen gedoofd zijn. Nauwelijks was het sein tot pompen gege ven. of de vlammen wakkerden aanvankelijk sterker op, doch daarna zag men hoe de vette zwarte rookwolken der brandende petroleum wegdreven cn plaats maakten voor wolken van licht-grijze nuances. Aanvankelijk zag men nog vlammen uit de massa opstijgen, doch zeer spoedig doof den deze en krinkelde alleen nog lichtgrijze rook omhoog. Binnen 2/ minuut kon men zeggen, dat het vuur gedoofd was. Geduren de het probeeren van dit preparaat was de stedelijke brandweer bezig den wand van de tank nat te houden, teneinde het sprin gen te voorkomen. Men was buitengewoon tevreden over deze welgeslaagde proefne- raing. Alvorens in relatie te treden met Johannes de Bruin, oud 23 jaren, wonende te Schie dam, Parallelweg no. 150 b, laatstelijk een pakhuis gehad hebbende aan de Gerard Scholtenstraat no.4 te Rotterdam, wordt men verzocht eerst inlichtingen in te winnen aan het hoofdbureau van politie aan het Haagsche Veer te Rotterdam, Afd. Centrale Recherche. Vrijdagmiddag zijn te Beckum (Twente) tijdens een onweer heele velden boonen, aardappelen en andere veldgewassen door dikke hagelsteenen vernield. Over de aanhouding van den kassier Brinkman te Bremen wordt nader verno men, dat hij zich blijkbaar derwaarts had begeven in zijn nog onlangs nieuw aange kochte auto. Dinsdagmorgen is hij te Arn hem geweest, heeft daar een reparatie laten verrrichten en is daarop vertrokken langs den Velperweg. Men wist toen nog niet, dat zijn firma haar deuren gesloten had. Toen het bevel tot aanhouding kwam, was de vogel gevlogen. Maar de politie te Deventer kreeg een spoor naar Bremen in bezit en toen was de zekerheid verkregen, dat B. aldaar was gearresteerd. Het is niet bekend of hij zich nog in het bezit bevindt van de pl.m. f 23.000, welke hij bij het vertrek uit Deventer bij zich moet hebben gehad. De waarnemende commissaris van politie en een rechercheur zijn naar Bre men vertrokken om te trachten B. naar ons land over te brengen. De correspondent van de „N. R. Crt." te Christiania schrijft d.d. 19 Juli. De berichten in de No .rsche bladen over den verderen tocht van de Koningin, nadat zij met haar gevolg 9 Juli in Aandaisnaes was aangekomen, Zijrt uiterst schaarsch, wat doet vermoeden dat de Koningin ingevolge haar verlangen, haar reis onbemerkt vervolgen kan. Men weet intusschen nog mee te deelen, dat zij, behalve verschillende uitstapjes in het indrukwekkende Romsdal, waarin zooveel historische herinneringen uit de middeleeu wen en van den heiligen Olav verbonden zijn ook nog een vijfdaagschen tocht naar Sond- möre en Hijelle gemaakt heeft. De Konin gin heeft daar kennis gemaakt met de bijzon der belangwekkende toeristenroute over Grotli, Visater, waar de weg in tal van S.-vor- mige bochten naar het in de diepte gelgen Strynswater voert. Volgens een bericht van 18 Jult in „Aiten- posten" is de Koningin eergisteren in het Parkhotel in Aandaisnaes teruggekeerd. Zij was zeer tevreden over haar tocht, die steeds door gunstig weer begunstigd was. De Konin gin die gaarne van de kariool gebruikt maakt, had dit vervoermiddel slechts een enkele maal met de automobiel moeten verwisselen. Voor het Assizenhof van de Seine (Pa rijs) heeft zich dezer dagen een zaak afge speeld, die beschouwd wordt als een der sensationeelste misdaden in de internationale crimineële gesch'iedens. Het washet pro ces tegen Alphonse Gabrel Mourey, een Franschman die in dienst was bij den ban kier Shattuck te New York en te diens huize een rooveroverval op groote schaal ensce neerde. Mourey is een wonderlijk creatuur. In 1915 werd hij wegens roof naar Franéch Guyana verbannen. Hij ontsnapte, en leidde eenige jaren lang een avontuurlijk leven van strijd tegen alligators, boa constrictors en..., Mexicanen. Toen trok hij naar New- York, waar hij met een eng^lzacht voor komen en prettige stem een vertrouwens- post kreeg bij de Shattucks. Opeens ver dween er voor 50.000 dollar juweelen uit het huis der familie, en kort daarop nam Mourey zijn ontslag en -vertrok naar Frankrijk. De. diefstal werd ontdekt, maar niemand koes terde de flauwste verdenking jegens Mourey. In 1921 ging hij weer naar New-York, al waar ïiij opnieuw een betrekking ten huize van Shattuck vond. Dezen keer zette hij zijn „grooten slag" beter op. Hij verzekerde zich van de hulp van drie Italiaansche bandieten en op zekeren avond joeg dc bende de hee le familie met personeel en al in den kelder, dwong de menschen onder vreeselijke be dreigingen (o.a. het uitsteken der oogen) stil te zijn, en sloot het gezelschap op in de pikdonkere, ongeventileerde ruimte, waar men bijna stikte van de benauwdheid. De ijzeren deur sloeg dicht, en dc schurken maakten zich met 100.000 dollar aan kost baarheden uit de voeten. Na geruimen'tijd eerst, gelukte het mr. Shattuck, met een pennemesje het slot van de ijzeren deur open te draaien en zijn gezin te verlossen. Na deze gebeurtenis leefde Mourey als een vorst in de Yer. Staten, Mexico en Spanje. In dit laatste land trof hem het treurige lot, dat hij door „kameraden" werd bestolen. En toen trok hij maar weer naar Frankrijk. Intusschen hadden-de Shattucks een groote som gelds uitgeloofd voor Mourey's aanhou ding. „Zoolang die man op vrije voeten is, kan ik 's-nachts geen oog dichtdoen," zucht te mevrouw onophoudelijk. En haar echtge noot zei het haar na. De politie, geprikkeld door de groote premie deed scherpe naspo ringen en de millionnair Shattuck, vergezeld van detectives, deed aan dc klopjacht mee. Off een mooien dag kreeg men Mourey in de gaten. Hij zat, even buiten Gourney-sur- Marte, te visschen! ï)e arrestatie kostte een agent één kogelwond, Mourey zelfs vier schotwonden. Het proces bracht als kroongetuige mr. Shattuck, die een schril tafereel ophing van de verschrikkingen van den bewusten nacht in den kelder. Als voornaamste getuige a décharge bracht Mourey's raadsman, de bekende advocaat Campinchi, de figuur naar voren van Berthc Moulon, het aardige brunettetje, dat sinds Mourey's aankomst te Gouvcrney-sur-Marne den bandiet door dik en dun heeft bijge staan, hem tersluiks voedsel heeft gebracht en een ontroerende liefde voor hem aan den legt. Zij is, heeft ze gezegd, vastbesloten zijn leven te redden en dan met hem te trouwen. Voorshands heeft het Assizenhof echter an ders beslist. Na ampele discussie veroor deelde het hem ter dood echter n^et we gens den roof te New-York, doch wegens den moordaanslag op den hem achtervolgen den politieambtenaar. Deze aanslag is door Mourey, die alle andere feiten heeff bekend, echter steeds naar alle waarschijnlijkheid, toen hij gewond neerlag, een revolver naast hem gelegd, teneinde te doen gelooven, dat ook hij geschoten heeft. Donderdagavond omstreeks half zeven bracht Zijne Eminente de Kardinaal Vorst- Aartsbisschop van Weenen Dr. G. Piffl een te voren aangekondigd bezoek aan het R.K Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoe ding te 's-Gravehhage. Zijne Eminentie kwam, vergezeld van den Ceremoniarius, den ZeerEerw. Heer Schu- lenburg, en 's Kardinaals gastheer, den heer B.H. Vroom per auto uit Amsterdan en werd in de feestelijk versierde receptiezaal van het Bureau ontvangen door den- Directeur Dr. Tb* Verhoeven en het voltallige personeel. De Directeur bracht in een begroetings rede Zijne Eminentie eerbiedigen dank voor het zoo vereerend bezoek, dat vooral zoo'n treffende verrassing was, omdat Zijne Emi nentie spontaan geheel uit eigener beweging daartoe had besloten. Spreker bewaarde de aangenaamste herinneringen aan den Ween- schen „Schulsonntag" van het vorige jaar en koesterde ook voor de toekomst de beste ver wachtingen voor de verdere samenwerking van Oostenrijk en Holland op onderwijs gebied. De Kardinaal antwoordde met een harte lijke toespraak. Naar Holland gekomen, om Op het Eucharistisch Congres nieuwen moed en kracht te vergaren, had Zijne Eminentie zich ook voorgenomen, de Hollandsche wel doeners van Oostenrijk persoonlijk te be danken. Onder de buitenlandsche Congres- bezoekers werd wederom het woord ge hoord Hollandia docet. Dat woord was sinds verleden jaar door Oostenrijk ook reeds, tot richtsnoer genomen in den onder wijsstrijd. Daartoe had het optreden van Dr. Verhoeven verleden jaar in Weenen een krachtigen stoot gegeven en spreker bracht daarvoor nogmaals hartelijk dank. De strijd in Oostenrijk zal wellicht lang en zwaar zijn, maar men vertrouwde op den Eucharis- tischen Christus en beval zich bij voortdu ring aan in de Hollandsche medewerking. Zijne Eminentie gaf nu aan alle aanwezigen den zegen, liet zich de leden van het perso neel voorstellen, bezichtigde het Bureau en vertrok, na het souper gebruikt te hebben, wederom naar Amsterdam. «BSaorr.vjK tr.v- 47 aardbevingen in ruim 3 weken. Het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut meldt JSTadgtivan 25 Juni tot 12 Juli aan-hef Instituut te De Bildt en, zooals vanzel- spreekt, ook aan andere seismische observat toria verscheidene, meer of minder sterke aardbevingen waren opgeteekend, werden daarna tot 22 Juli slechts zeer zwakke aard- bevingsregistreeringen verkregen. Op 22 Juli werden behalve twee zeer zwakke, een zwakke en een itaatige aardbeving geregistreerd; de zwakke 's morgens, afstand 9000 K.M., de matige 's middags, op een afstand van 9500 K.M. Op 24 Juli werd 's morgens een matige aardbeving opgeteekend, waarvan de oor sprong op zeer grooten afstand, vermoedelijk in den Grooten Oceaan, is gelegen. Van 1 tot 24 Juli werden in het geheel 47 aard bevingen te De Bildt geregistreerd. Van enkele der aardbevingen tusschen 26 Juni en 12 Juli zijn in de dagbladen mededee- lingen verschenen, afkomstig van buitenland sche observatoria. Het Meteorologisch Insti tuut te Bildt heeft van deze aardbevingen geen berichten aan de pers verstrekthet pleegt als régel alleen mededeeling te doen van zeer sterke of in bewoonde streken plaats hebbende aardbevingen. yan de belangrijke aardbevingen van 26 Juni tot 12 Juli was de oorsprong gelegen: 26 Juni op zeer grooten afstand van De Bildt in den Grooten Oceaan, 30 Juni op een af stand van 8400 K.M. nabij de Koerlien, 3 en 11 Juli beide op een afstand van 6200 K.M. in Midden Azië (omstreeks Noordelijk Tibet), 6 en 12 Juli beide op een afstand van 5200 K.M. in Midden Azië (omstreeks Afghanistan). .Zooals men ziet zijn dit alle streken, die onbewoond of schaarsch be volkt zijn van aangerichte schade zijn geen berichten ontvangen. Nieuwe ontdekkingen. In de „Delftsche Crt." werden mededee- ingen gedaan over ontdekkingen welke ge daan zijn bij de werkzaamheden tot restau ratie van de Nieuwe Kerk te Delft. Aan de Zuidzijde der kerk heeft een stee- nen geböuwtje gestaan „het Portaal" ge naamd, waarschijnlijk uit 1821 dateerend toen, bij de uitbreiding v'an den grafkelder de vloer van het koor moest worden ver hoogd. Daardoor kwam de oorspronkelijke toegang tot den traptoren te vervallen. De ingang werd dichtgemetseld en overgepleis- terd, en aan de buitenzijde der kerk bouwde met het z.g. Portaal, waarin een geheel nieu we toegang naar de Librye voerde. De restaurateurs waren van het bestaan van den vroegeren toegang onkundig. Bij het afbikken van de muren kwam deze te voorschijn. Men verwijderde de steenen af sluiting en vond een bijna nog geheel gave trap uit natuursteen. In den verhoogden koorvloer wordt thans een nieuw steenen trapje gemaakt, dat de ver binding zal zijn tusschen kerk en torenin gang. De toestand wordt dus weer zooals hij door de vroegere bouwers is bedoeld. Bij het uitgraven van een in lateren tijd aangebouwden schoorsteen tegen den gevel der sacristie kwamen overblijfselen van een groot kruisraam te voorschijn. Fragmenten er van verkeerden in vrij goeden toestand. Om een reconstructie mogelijk te maken moest het Portaal verdwijnen. Gedurende de afbraak zijn stuk voor stuk het raam en het onderste gedeele van den traptoren vrij gekomen. De laatste werkzaamheden stelden de verwach tingen niet te leur, want ook het langen tijd verborgen toren-gedeelte bleek nagenoeg onbeschadigd te zijn. Het ontdekte raam zal worden gerestau reerd en den oorspronkelijken vorm te rugkrijgen. De afbraak van het Portaal is ook voor het aanzien der kerk van zeer groote waarde. De geheele hoek, die vroeger? afgesloten was, komt thans vrij. Verder zijn twee ramen aanwezig van ge heel anderen vorm dan het nu gevondene. Men hoopt ook dit drietal te kunnen restau- In dienst van dé visscherij. Als verkeersmiddel heeft het vliegtuig reeds een vaste plaats weten in te nemen en als zoodanig ook het vertrouwen van het reizend publiek gewonnen de nieuwste toepassing er van is misschien wel het ge bruik bij de visscherij. De mogelijkheid is ontstaan uit het feit dat vanuit een vliegtuig tot vrij groote diepte onder den waterspiegel, waarnemingen kun nen worden gedaan. In oorlogstijd profiteer de men hiervan door het opsporen van mij nenvelden, onderzeebooten, terwijl aan den anderen kant deze omstandigheid het „lan den" met watervliegtuigen bemoeilijkt, door dat men het wateroppervlak niet nauwkeurig ziet, zoodat het bepalen van het moment van „afvangen" moeilijker wordt. Hiervan uitgaande is men in Canada op het idee gekomen het vliegtuig voor een nieuw en vreedzaam doel te gebruiken, nl. voor de visscherij op de uitgestrekte meren en baaien. Dat bedrijf heeft meermalen voor spannende Paramount-films stof geleverd, echter werd tot dusverre de nieuwe „hulp" nog niet geënsceneerd, Na overleg tusschen het Bureau of Fishe ries en de Naval Air Service werden in Juli 1919 de eerste proeven genomen. Van af Cape May werd met een tweetal vliegbooten een verkenning gedaan naar verschillende vischverzamelingen. Het water was dik, groen van kleur, zoodat noch van de kust noch van af de pier ook maar iets van de eaterbewoners was te ontdekken. Van het vliegtuig waren echter duidelijk tot op vrij groote diepte scholen visch waarneembaar. Bovendien kon op zeer snelle wijze voor de Visscherij-inspectie een beeld worden ver kregen over de plaatsing der netten, ligging der schepen, kortom over alles wat deze weten wilde. In Januari 1920 werd van de eerste proeve» een practisch gebruik gemaakt. In de vlieg tuigen werden als waarnemers beambten van de Visscherij-onderneming ingedeeld. Van het vischwater van de Chesapeake Bay en langs de kust werd een verdeeling gemaakt, zoodat als het ware een groote ruitverdeeling genummerd en geletterd van het geheele vischgebied ontstond. Door middel van sein vlaggen kon dan van af het vliegtuig aan de visscherijschepen een aanwijzing worden ge geven, waar zich de scholen visch ophielden en waarheen zij zich bewogen. Een rijke vischvangst v&s hiervan het gevolg.| In het tijdvak van Juni tot October werden dagelijks patrouillevluchten ondernomen, waaruit voortdurend de groote waarde van deze toepassing van het vliegtuig bleek. In navolging van Canada voor de Atlan- tischen Oceaan werd in Californië hetzelfde gedaan voor de sardine-visscherij. De vluch ten werden ondernomen van uit San Diego. Voor de communicatie met de schepen werd latei- gebruik gemaakt van radio- telegrafie, hetgeen het werken aanzienlijk vergemakkelijkte. Het voordeel werd zoozeer ingezien dat een onderneming te'San Pedro een eigen vliegboot aanschafte het succes was zoo groot, dat de firma de onkosten daarvan er reeds ruimschoots door dekte. Naast het opsporen van visch heeft in 1923 het Capadeesche Gouvernement het pa trouillerende vliegtuig ook gebruikt voor controle op de visscherij, dus tegen het vis schen in gesloten tijd, in verboden visch water etc. Het patrouillevaartuig wordt door het toestel gewaarschuwd en stoomt onmid dellijk op naar den overtreder. Een dergelijke controle heeft een buitengewoon groote mo- reele waarde. De vischstrooper weet niet wanneer een vliegtuig hem zal overrompelen hij is, volgens de hoofdinspecteur der Vis scherij-inspectie, bang voor eiken vogel, die hij in de lucht ziet. Voor dergelijk werk kan volstaan worden met kleine, gemakkelijk te bedienen vliegbooten met gering motor vermogen. De 58-jarige G. V., wethouder te Steen- wijkerwold, werd 7 Mei j.l. in staat van fail lissement verklaard, en stond Vrijdag terecht beschuldigd van bedriegelijke verkorting van dc rechten zijner schuldeischers. Ten le om dat hij in Mei voor de uitspraak van zijn fail lissement, maar terwijl hij wist, datj hij dat niet kon voorkomen, drie schuldeischers heeft bevoordeeld 2e dat hij den curator op zettelijk een vordering heeft verzwegen ten 3e dat hij 8 Mei aan de Coöp. Landbouwbank te Stèenwijk f 500 uit zijn boedel betaald heeft. De curator, mr. J. W. Willinge Gratama verklaart, dat bekl. de op verschillende dagen herhaalde vraag, of hij uitstaande vorderin gen had, beantwoord heeft met „Neen". Bekl. zegt, dat hij thans eerst begrijpt iets gedaan te hebben, dat niet geoorloofd was. De drie schuldeischefs, die hij wederrech- terlijk geheel afbetaald heeft, verklaren, dat bekl. heel gunstig bekend staat. De Off. van Justitie noemt het een moei lijke zaak, die gecompliceerd is geworden door de houding van bekl. Hier hangt bekl. den onnoozele uit, maar als men de feiten na gaat, dan ziet men dat hij zeer geraffineerd te werk is gegaan. Bekl. en zijn broer stonden beiden zeer zwak. De een verkoopt den boet aan den ander, de andere draagt den boedel weer aan den eersten over. Wie nu het eerst failliet gaat, heeft een acte, gaat Gijsbert het eerst failliet dan heeft hij een acte, dat zijn boedel behoort aan zijn broeder Jan, gaat Jan het eerst failliet dan heeft hij een acte dat hij den boedel weer overgedaan heeft aan Gijs bert. Hier is de kwade trouw in het spel. Al doet men nu, of bekl. een hoogst fatsoenlijk man is, en al is er een brief van den Burgemeester gekomen met de vraag hoe men zijn bra ven wethouder kan vasthouden, een voorbeel dige straf moet opgelegd worden, spr. vraagt twee jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. Bolsius uit Leiden, zegt, dat voor kwade trouw vast moet staan, dat iemand zichzelf bevoordeelt. Aan de eer ste vereischte voor strafbaarheid, is dus niet voldaan. Bekl. houdt nog vol, dat hij niet ge weten heeft, dat wat hij deed strafbaar was. Het is met de acties niet zoo gegaan, als de Officier schetste. Spr. tracht een poging te doen om den bekl. in een beter licht te stellen. PI. vroeg ten slotte een voorwaardelijke straf. Drie oude mannen. n Onsamenhangend stukje deze keer. Waarfcn onsamenhangend Omdat er wat wordt verteld van drie oude menschen, die niets met elkaar hebben te maken. Maar omdat ik dezer dagen verscheidene raaien aan die drie heb gedacht breng 'k *e nou maar es bij-elkaar. 't Worden dus drie miniatuur-trekjes. Het eerste zullen we noemen De bedel-man Eigenlijk 'n bedelaar in de ware zin is 't niet. Géén bedelaar dus, die huis aan huis om 'n aalmoes gaat vragen en om de wet te ontduiken kwasie voor 'n paar kwartjes negotie bij zich draagt. Misschien, zou ie nog erg beleedigd zijn als die naam hem werd gegeven.- Rechtstreeks/ om 'n paar centen vragen doet ie nooit...» tenminste, dat wordt al gemeen beweerd. In zijn „bedelen" zit 'n zekere stijl. Hij is vriendelijk en voorkomend tegen iedereen, ofmen hém wat geeft of niet. Voor el kt voorbijganger heeft hij een beleefde groet, waarin heelemaal niets opdringerigs of vragerigs ligt. Hij loopt gewoon door met z'n langzaam slof-slof-gangetje, kijkt niet eens om en wacht af. Op de trottoirs maakt hij een wijde bocht om u te laten passeeren, blijft soms even, heel eventjes staan, om de kinderen, die bij u zijn, een vriendelijk knikje te schenken. „Dag dame.... dag lieve kinderen" klinkt het dan.... en voort schuift ie weer op z'n versleten schoenen. En dikwels stuurt men hem dan 'n kind achterna, om hem 'n geldstukje te geven. Hij bezorgt niemand overlast en wordt zelf evenmin lastig gevallen. Hij trekt er zich geen steek van aan als 'n paar kwa jongens hem na-jouwen.... want hij weet, dat ie ze dan 't gauwste kwijt is. 's Avonds zoekt ie plekken op waar meer dere menschen bijeen zijn. Meestal is de muziek-repetitie in 't proveniershuis het punt Daar blijven velen 'n kwartiertje luisteren... anderen komen er bij.de eerste gaan weer weg en zoo is er voortdurend afwisseling van publiek. Hij leunt tegen een der kozijnen en wacht maar weer af.... zonder te.vragen, zonder met houding of gebaar de aandacht op zich te vestigen. De een stopt hem 'n paar centen toe, de ander 'n sigaar, 'n cigaret, of 'n stuk cho colade soms.... Hij dankt vriendelijk, niet overdreven.... rookt, peuzelt en wacht weer. Hij trotseert regen, storm, sneeuw, vorst en zonnebrand in altijd dezelfde versleten plunje met de onafscheidelijke overjas. Hoe oud ie is? Z'n gezette, ietwat gedrongen gestalte is nog niet gebogen. Z'n gebaren zijn niet die van 'n afgeleefd man. Z'n baard geeft hem riets aartsvaderlijks. De leeftijd van zulke menschen is moeilijk te schatten, gehard als ze zijn door het natuurleven. Hij is 'n paar maal in 't armenhuis ge weest, nadat de politie hem verkleumd, of gekneusd door 'n val in 't donker, had ge vonden in 'n onbewoond huis of 'n in aan bouw zijnd perceel. In 't armenhuis werd ie van top tot teen gereinigd, kreeg schoone kleeren en 'n bed. Maar hij kon niet gewend raken aan de regels van 'n gesticht en ging telkens Z'n zwerversleven weer aanvangen, na de direc teur te hebben bedankt vpor de zorg aan hem besteed. Nou trekt ie al weer lang door de straten en plantsoenen.,., zoekt nachtverblijf in 'n poort, 'n portiek, 'n bouwwerk. En zal daar vermoedelijk tenlaatste wel weer worden gevonden Om 'n drie dagen later op gemeente- kosten te worden begraven. De koek-man. We kenden hem niet bij z'n naam. Als er 's Zaterdags tegen 11 u. in de voor middag bescheiden werd gebeld, dan zeiden we al tegen elkaar„Daar is. de kóekman." Dan stond ie er met z'n klein, bruin wa gentje tikte aan z'n ruige pet en vroeg met 'n buiginkje „of er van de weèk soms nog iets noodig was." Hij verkocht biskwie, ontbijtkoek, be schuit, speculaas enz. Dagelijks trok ie zoo met z'n karretje, dat door slijtage niet al te gewillig meer was, van klant tót klant. Precies weet ik 't niet meer; doch ik meéa» dat ie onlangs vertelde reeds in z'n zeventig ste jaar te zijn. Z'n rijzige gestalte was 'n tikje gebogen nog maar. Hij was altijd eenvoudig, dóCh netjes in 't pak en z'n frisch gelaat werd om lijst door witte, krullige bakkebaardjes. Altijd had iè 'n gemoedelijk praatje over de onderwerpen van-de-dag. Als ie 's winters geheel doorkleumd was klaagde hij wel over de kouen was ie doornat van regenwater, over 't slechte weer. Maar nooit heb 'k hem hooren klagen over z'n ouwe-dag-lot van altijd maar door weer en wind te moeten met z'n koek-wagentje. Steeds was ie opgewekt en blijmoedig, be moeide zich niet met politieke of sociale stroomingen en ging kalmpjes z'n eigen weg. We wisten niet of ie nog 'n vrouw of kin deren hadof ie alleen leefde of ergens inwoonde. Hij sprak er nooit over», 'n Paar maanden geleden bleef ie opeens weg. We dachten aan 'n ongesteldheid, die wel gauw zou voorbijgaan. Zoolang we 'ni heb ben gekend is ie nooit ziek geweest.'t Was'n .sterke man zoo op "t gezicht, en 't weer kon zoo beroerd niet zijn of hij was êr Zaterdags met z'n wagentje. De week er op kwam ie wéér niet.we begionnen het vreemd te vindén.... je raakt gewend aan zoo iemand. 't Koek'-mannetje is weggebleven. Is ie dood Maakt ie 'n lang, smartelijk ziekbed door? Is ie heel langzaam aan 't wegkwijnen? We weten het niet. Al maanden komt ie niet meer. En we vinden het al niet meer vreemd Zoo is het leven nqti eenmaal. Ook in de gedachten sterven zij, die ver dwijnen. Kranten-mannetje. Die is óók al acht-en-zestig. Maar met vlugge pasjes sjouwt ie nog dagelijks z'n krantenvracht van straat tot straat. 'n Klein mannetje is 't, met 'n vriendelijk grijnsje in z'n gebruind rimpel-gezicht als ie met je praat. Hij is oud-zouaafen daar kan ie nog zoo echt trotsch over praten. Een oud-rederijker is ie ook. Wat kan ie met vuur vertellen van die „fijne" ouwerwetsche stukken met valsche rollen er in„De giftmenger," „De on schuldig veroordeelde," „De wraak van den versmade"enz. enz. Dan glin steren z'n blauw-grijze oogjes nog van en thousiasme. Drie keer heb ik 't gezicht van 't vrien delijke kranten-mannetje droevig gezien. De eerste keer, toen ie z'n goeie vrouw had verlorenen ie moeite moest doen, om niet te huilen. De tweede keer, toen 'n lief kleinkind van 'm door 'n auto was vermorzeld. En de derde keer.dat is nog geen veer tien dagen geledentoen ie vertelde, dat ie al z'n opgehaald krantengeld had verloren... en niet teruggekregen. v Zeven en negentig gulden zat er in de portefeuille.... ook nog z'n boekje van de ouderdomsrente en z'n half jaarlijksch abon nement van de tram. Troosteloos schudde hij z'n hoofd toen 'k vroeg of 'r niks, niks.... geen spoor van was gevonden.... Al viermaal is ie aan 't politie-bureau ge weest, om nog maar weer es te vragente vragen Maar daar geven ze hem haast geen hoop Zoo iets is niet tc achterhalen bijnaAl leen door 'n toeval zou de oneerlijke vinder misschien ontdekt kunnen worden. ,,'t Is 'n ramp voor me, meneer"zoc stond ie te klagen met tranen in z'n oogen En hij vroeg zich af welk monster 't geweest kon zijn, dat hem in zóó'n ongeluk had ge bracht. Ja, met recht 'n monster.... Want aan 't boekje van de ouderdomsrente was toch wel te merken, dat het gevondene zeer waar schijnlijk niet behoorde aan iemand van geld. Weet degene, die de portefeuille vond, dat dc verliezer op z'n ouwe-dag nog hard moet zwoegen voor z'n karig onderhoud., dat 'n krantenwijk nog geen half weekloon kan opbrengen Als hij of zij, die 't geld vond, dat weet, dan is 't beestachtig gemeen, hoe de omstan digheden van de vinder ook mogen zijn- 'n Paar keer heb ik 't kranten-mannetje alweer gezien na 't gebeurde. Maar z'n gezicht staat nog even triestig en hopeloos. 't Geld zal dus nog wel niet terecht zijn.» en wel nooit terecht komen. De dierlijke hebzucht heeft er zich vat meester gemaakt.en grimlacht misschien nog eens heimelijk om 't ..buitenkansje."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 6