De School voor Maatschappelijk Werk een Vrouwenschool.
RADIO-
OMROEP
Ontdekte misdaad.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Woensdag 6 Augustus 1924
De Duitsche delegatie te Londen aangekomen. De eischen, die zij ter
conferentie stellen zullen. Marx en Stresemann completeeren het comité
van Zeven tot „groote Negen". Het afbreken der Britsch-Russische
onderhandelingen.
Onder de Radio-berichten: De eerste plenaire conferentie-zitting met
de Duitschers. Toespraken van MacDonald en Marx. Overhandiging aan
de Duitschers van de rapporten, die door hen in den loop van den nacht
bestudeerd zouden worden. Hervatting der Britsch-Russische bespre
kingen nog mogelijk.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
Geloof en ongeloof in
Nederland.
De echtgenoote van den
ex-keizer.
Mr. Verkouteren en de
stemplicht.
Een uitnoodiging.
DAGELIJKS,
PRIMA RADIO
CONCERTTOESTELLEN
Desverlangd vanaf f 6.per maand.
Bureau Meijer - Haarlem.
Kleine Houtweg 69 - Tel. 3468
FEUILLETON.
Wat een school voor M. W. beteekent,
mag ik zeker als bekend veronderstellen.
Ten overvloede nog even een omschrij
ving van dit begrip, 't Is een inrichting,
waar vrouwen worden opgeleid, om aan
een grootere of kleinere gemeenschap die
hulp en zorg te geven, welke zij krachtens
haar natuur aan huisgezin en familiekring
schenken. In die scholen moeten dus ge
vormd worden, wie zich geeft aan de ver
waarloosde en onbeschermde jeugd, of lij
denden en behoeftigen wil helpen, de uit-
gestootenen verbeterd terugvoert in de sa
menleving, ziekten bestrijdt en zieken ver
zorgt, en waakt dat huisvesting, voeding en
andere lichamelijke behoeften der minder
gegoeden geen schade lijden, 't Spreekt van
zelf, dat de geestelijke belangen, die met
de stoffelijke zoo innig samenhangen, hier
bij nooit uit het oog worden verloren.
En nu is dit mijn beweren: jonge meis
jes, die door onafhankelijke positie en ont
wikkeling in staat zijn, om de kennis, ver
kregen op scholen voor voor-universitair
onderwijs, te verruimen en te verdiepen,
moesten, ook al begeeren zij geen diploom
van maatschappelijk werkster, in de jaren
harer rijpere jeugd althans eenige cursus
sen volgen aan een school voor M. W., om
haar vrouwelijken aard rijker te kunnen
ontplooien.
Waarom?
Omdat de weetgierigheid er is. Bedoeld
zijn niet de eigenschappen van „nieuws
gierig Aagje" uit den volksmond bekend.
Wel de begeerte naar kennis van 't leven,
ie behoefte om daarin door te dringen, om
jit de verschijnselen den regel af te leiden,
den samenhang van oorzaak en gevolg te
begrijpen, het beginsel te ontdekken, dat
achter de toepassingen schuilt, en de tal-
looze onoverzichtelijke feiten terug te bren
gen tot zonneklare eenheid, om dan weer
uit de verkregen regels en wetten nieuwe
gevolgtrekkingen af te leiden, feiten te
voorzien en toepassingen te maken.
Moet de vrouw die ontwikkelen en be
vredigen?
Zonder twijfel, mits op haar manier, vol
gens haren aard en in verband met haar
aestemming. We aanvaarden dus niet zon
der commentaar en beperking, wat Eva
zelf bij Vondel ons tegenwerpt:
Zwijgh stil, en wacht u mij te nooden
~)p ooft, dat wetenschap belooft.
Jees appel wert mijn mont verboden,
Mes noodt me op geen verboden ooft..
Omdat die weetgierigheid anders ver
loopt in grenzenlooze oppervlakkigheid en
voert tot groote onevenwichtigheid.
't Gaat hier niet over de heldinnen van
tennisveld, balzaal, tearoom en mode-
schouw, maar over ontwikkelde en zooal
niet zeer ernstige, althans niet wufte meis
jes. Die willen het leven kennen, d.i. de
loestanden, overwegingen en stroomingen
begrijpen, waarin zij zich bevinden; van
de hcerschende meeningen en opvattingen
op de hoogte zijn, weten wat er leeft en
vvoelt in harten en hoofden hunner tijdge-
looten. Dus naar de universiteit of de stu-
Jie eener middelbare akte ter hand geno
men?! Wel neen! wat zeggen haar klank
wetten of historische spraakkunst, diffe
rentialen en integralen, de leer der olan-
enziekten of de morphologie der geberg-
en? Weinig of niets, tenzij ze het onder
vijs als beroep kiezen of zich geheel aan
itudie wijden. Wie dien kant niet uitgaat,
zou in die dingen alleen een heerschénde
node volgen of wal pronken met weten-
schapperij. Oppervlakkigheid dus.
Maar nog erger oppervlakkig, wie door
leeswoede aangegrepen, haar ontwikkeling
zoekt enkel in krant, weekblad, illustratie,
sport- of modeblad. Zij wordt daar be
werkt met een aantal slagwoorden, die op
geld doen, met dubbelzinnige en valsche
leuzen, met vlot geschreven vertoogen
zonder veel inhoud en leert de banale
kunst om over de gangbare onderwerpen
van conversatie het geijkte zinnetje te zeg
gen, Sat bijval oogst en den naam ver
schaft van belezen en ontwikkeld en op de
hoogte. Men leest alles, spreekt over alles,
slaat overal de plank mis en moet soms,
door een minder hoffelijk tegenstander in
de engte gedreven, bekennen dat men niets
begrepen heeft. Zoo'n geest doet denken
aan een lappendeken of aan die gekleurde
papieren slingers en festoenen, die scheu
ren bij den minsten wind, wier kleuren
dooreenloopen en vervagen, als een wei
nig dauw ze bevochtigt.
Maar 't oppervlakkigst, wie het leven
wil leeren kennen uit roman en feuilleton.
Die mogen nu naturalistisch, psychologisch
of neo-roinantisch heeten, op weinige uit
zondering na geven ze geen juist beeld van
de werkelijkheid en verstoren daarenboven
het evenwicht van het gemoed. Hoe zou
't anders kunnen! Een groot deel van den
dag leeft men met het hart in een denk
beeldige wereld, veelal tusschen onmoge
lijke helden en heldinnen van onvindbare
edelaardigheid, soms te midden van zwak
kelingen, louter zenuwen zonder wil, be
leeft men avonturen, die misschien eens in
de 1000 jaar voorkomen, geniet men een
weelde, die men nooit deelachtig zal wor
den. Nauwelijks echter is het boek geslo
ten, of men botst tegen de werkelijkheid:
kleinzielige menschen, hinderlijke gebre
ken, een weinig fraaie levensstijl, veel be
zuiniging, eentonig en inspannend werk,
geen waardeering, grauwe verveling. Van
daar neerslachtigheid, veel droomen en
peinzen, maar geen wilsbesluiten, geen
vaste lijn van gedrag, doch groote wispel
turigheid, indrukken overheerschen, begin
selen worden vergeten of verloochend.
Het evenwicht tusschen gevoel en wil,
verbeelding en rede is verbroken. En nog
spreek ik niet eens van ergerlijke lectuur,
die gevaar voor geloof en zeden brengt.
Omdat ten slotte de weetgierigheid ge
richt moet worden op de practijk en wel
op eene die met den vrouwelijken aanleg
strookt. Louter bespiegeling kan dien
drang naar weten niet bevredigen. Wat
men vóar alles begeert, is een antwoord
op de vraag: hoe heb ik te handelen, wat
kan ik doen? Niet enkel in de huiselijke
omgeving, maar in vereenigingen. in krin
gen. waar men hulp en steun behoeft, dik
wijls ook als bestuurslid van een goed
werk. waartoe men mij gekozen heeft.
Geeft men mij dit toe, dan heb ik gewon
nen spel en handhaaf mijn stelling: dat de
cursussen aan een school voor M. W. bij
uitstek geschikt zijn, om den echten aard
der rijpere vrouwelijke jeugd, die een on
afhankelijke positie inneemt, vollediger te
helpen ontwikkelen. Voor verdieping, van
het eigen godsdienstig leven wordt ge
zorgd door godsdienst- en zedenleer en
geestelijke vorming. Men kan er leeren zijn
meeningen te verdedigen in debat, men
vindt er leidintf om orde en plan te bren
gen in zelfstudie. Houdt men zien gaarne
met kinderen bezig, dan wordt kinder
psychologie, opvoedkunde, onderricht in het
geven van catechismuslessen, aangeboden.
Ook zuigelingenzorg, kunst van vertellen,
spelleiding. speelgoed maken zijn niet ver
geten. Trekt de armenzorg, men wordt in
geleid in de practijk daarvan, leert het een
en ander van burgerlijk en strafrecht, maakt
kennis met sociologie en methoden van M.
W. Zelfs voor meer huiselijke belangen
wordt leiding gegeven. Woningbouw en in
richting, kunstgeschiedenis en ontwerpen,
tuinbouwen warenkennis staan op het
program: Men kan zich althans de grondbe
grippen eigen maken van sociale hygiëne,
ziekenverpleging in hef huisgezin, eerste
hulp bij ongelukken. Eu de grondslagen
eener eenvoudige administratie, b.v. van
een vereeniging, geeft het boekhouden.
Ik onthoud mij van détails, kortheids
halve, en verwijs, wie nadere inlichtingen
verlangt, naar de directrice der School
voor M. W„ mei. Fé Haye, Amstel 3, Am
sterdam.
Dr. L. SCHMEDDING S. J.
l/S
kele opvattinge n van het rapport-Dawes iets
"veranderd moesten worden. Dit beteekent
echter niet, dat het rapport op andere voor
waarden voor Duitschland zal worden toe
gepast, want het kan slechts met toestem
ming van Duitschland worden aangenomen.
Naar verluidt, aldus schrijft het blad verder,
hebben de eischen die Duitschland wil in
dienen vooral betrekking op het vraagstuk
der militaire ontruiming van het Ruhrgebied
en op den terugkeer der verbannenen. Deze
eischen zijn logisch en rechtvaardig en het
zal de taak der conferentie in het nieuwe sta
dium zijn om geleidelijk een internationale
samenwerking tot stand te brengen en het
plan -Dawes tot uitvoering te doen komen.
Het blad vestigt er verder de aandacht op,
dat de Duitschers volle vrijheid zullen heb
ben om hun standpunt uiteen te zetten en
dat, indien het zoover komt, dat het slotpro-
tocol wordt geteekend, de Duitschers niet
behoeven te zeggen dat zij „onderdrukt" zijn
geworden.
Ook de „Daily News" doet duidelijk uit
komen, dat de Duitschers met gelijke rech
ten aan de beraadslagingen zullen deelne
men, en zegt dat het, zooals Mac Donald
reeds heeft aangeduid, de zaak der Duitschers
is om van de tot nu toe gelegde grondslagen
voor hun eigen welzijn en welvaart gebruik
te maken.
De „groote Negen".
Men heeft besloten de „Groote Zeven"
na aankomst der Duitsche delegatie tot een
Comité van Negen uit te breiden, waarin ook
Marx en Stresemann zitting zullen hebben.
De bijeenkomsten van deze „Groote Negen"
zullen zeer talrijk en zeer belangrijk zijn.
De premiers en de ministers van buiten-
landsche zaken zullen onderling de belang
rijkste vraagstukken bespreken en tot oplos
sing brengen. Daartoe behoort niet alleen
de militaire ontruiming van het Ruhrgebied
en het Rijnland, maar ook een kwestie van
zeer verstrekkende sociale beteekenis n.l.
het probleem van den
achturigen arbeidsdag.
Men zal van de Duitschers waarborgen ver
langen, dat de toepassing van het plan-Dawes
niet tengevolge zal hebben dat in Duitsch
land de bij internationale overeenkomst vast
gestelde achturendag in een tienuren-dag zal
worden veranderd. In December van het vo
rig jaar werd de acht-urendag in Duitsch
land feitelijk afgeschaft. Men zeide toen dat
de economische toestand, in verband met de
bezetting van het Ruhrgebied, de catastrofe
van de mark en de Micum-verdragen, dit
offer van de arbeiders eischte. Nu .echter het
plan-Dawes aan deze moeilijkheden een eind
zal maken verlangen de geallieerden dat de
Duitsche regeering den achturen-dag we
derom zal instellen, daar men niet wil dat
Duitschland door zijn langeren werkdag een
ongunstigen invloed zal uitoefenen op de
levensvoorwaarden der arbeiders in andere
landen, die genoodzaakt zouden zijn even
eens langer te werken, of de nadeelige ge
volgen n.l. dat hun land niet in staat zou
zijn tegen de Duitsche industrie te concur-
reeren, er van zouden ondervinden.
Dc Duitsche delegatie te
Londen.
De Duitsche delegatie is gisterochtend
:e Londen aangekomen. Aan het Liverpool-
streetstation bevond zich een groote menigte
De delegatie heeft haar intrek genomen in
het Ritz Hotel, waar de Britsche regeering
een geheele verdieping te harer beschikking
heeft gesteld.
Het tweede gedeelte der
Londensche conferentie.
De aankomst der Duitsche delegatie te
Londen geeft de bladen natuurlijk aanlei
ding tot uitvoerige beschouwingen, waarbij
algemeen de hoop wordt uitgesproken dat
thans, nu de Duitschers met gelijke rechten
aan de beraadslagingen deelnemen, het zal
gelukken tot een overeenkomst te geraken.
De „Times" wijst er op dat het beter zou
zijn geweest, indien de Zaterdag tot stand ge
komen overeenkomst niet zoo duidelijk het
karakter van een compromis had gedragen,
maar dit was noodig om een brug over de ver
schillende opvattingen te slaan. De practische
eischen maakten het noodzakelijk, dat en-
De Britsch-Russische on
derhandelingen afgebro
ken.
In een officieel communiqué van het
Britsche departement van buitenlandsche
zaken is meegedeeld, dat zooals wij gisteren
reeds berichtten de weer met den uit Moskou
teruggekeerden Russischen gedelegeerde Ra
kowski hervatte onderhandelingen zijn mis
lukt.
Volgens berichten van bevoegde zijde
kwam het nieuwe voorstel, dat de Sovjet-
regeering op de Engelsch-Russische confe
rentie heeft ingediend, hierop neer dat Rus
land een leening van circa 25 millioen pond
sterling zou ontvangen, waartegenover Rus
land bereid zou zijn den dienst zijner lee
ningen, wat renté en aflossing betreft, voor
verscheidene jaren te verzekeren, waartoe
het tegoed, dat de Tsaristische regeering nog
in Engeland heeft, zou worden bestemd.
Rakowski verklaarde, dat zijn regeering
in principe geen bezwaar maakte tegen de
erkenning der schulden van voor den oorlog,
doch dat de regeering te Moskou een maxi
mum van het te betalen bedrag wenschte
te zien vastgesteld, alvorens zij eenige ver
plichting op zich nam. Bovendien hield
Rusland vast aan de verklaring, dat een lee
ning noodzakelijk was voor het herstel
van den financieelen en economischen toe
stand vóór dat aan hervatting der betalingen
kan worden gedacht.
Dat de Britsch-Russische conferentie tot
mislukking gedoemd was, stond reeds lang
voor velen vast en een weinig voorbarig
reeds de vorige week werd door de „Daily
Mail" het afbreken der onderhandelingen
gemeld. Dat dit bericht voorbarig was blijkt
uit het feit, dat Maandag nog weer een zit
ting der conferentie werd gehouden. Maar
ook hier konden de tegenstrijdige opvat
tingen en bedoelingen niet worden verzoend.
Wel kwam Rakowski met het aanbod van
een principieele erkenning der schulden van
vóór den oorlog, maar dan toch alleen maar
in beperkte mate. De Russische regeering
wilde slechts de schulden voor een deel er
kennen vermoedelijk alleen wat de houders
van kleine bedragen betreft en stelde dan
als eisch daartegenover dat haar een leening
zou worden verstrekt, eer zelfs van betaling
van rente over het kleine erkende deel der
schuld sprake zou kunnen zijn.
Zoo kon men natuurlijk niet verder ko
men. De Britsche regeering kan en wcil Rus
land geen leening verstrekken en de geld
schieters geven Rusland geen geld, zoolang
dit niet voldoende waarborgen mate-
rieele en moreele geeft, dat het geleende
geld veilig is en men geen goed geld naar
kwaad geld gooit.
Kenmerkend voor de methoden der Rus
sische heeren is zeker wel, dat Rakowski in
Rusland beweerde, dat de Britsche regee
ring tot credietverschaffing aan Rusland
bereid was en ook onder de geldmannen in
de City de stemming ten gunste van een
leening aan de Sovjetregeering was veran
derd. Het lag er dik op, dat deze mede-
deelingen van Rakowki dwaasheid waren
En de mislukking van de besprekingen in
de conferentie van Maandag is hiervan nu
de bevestiging.
Als de Russen het geld willen hebben,
dat ze zoozeer noodig hebben, zullen ze an
dere waarborgen moeten geven, dan waar
toe ze thans bereid bleken.
Vermoedelijk zullen we wel een verkla
ring van de Britsche regeering in het Lager
huis over den gang der besprekingen mogen
verwachten.
Voor wie zich met de Russen wil inla
ten zullen de Londensche ervaringen onge
twijfeld zeer leerzaam kunnen zijn.
HET CONFLICT IN DE ENGELSCHE
BOUWVAKKEN.
Er zal opnieuw worden getracht het ge
schil, hetwelk reeds geruimen tijd in de
bouwvakken bestaat, bij te leggen.
Het ministerie van arbeid heeft, met instem
ming van de nationale vereenigingen van
werkgevers en de vakverbonden, een con
ferentie op heden bijeengeroepen. Reeds tij
dens de zitting van den Raad van Onderzoek
was het plan tot het houden eener algemeene
conferentie geopperd, doch de v'akvereenigin-
gen waren niet geneigd om de geschilpunten
op den ouden voet te bespreken.
Intusschen worden er tal van afzonderlijke
overeenkomsten tusschen werkgevers en
werknemers aangegaan. Ongeveer 10.000
van deze overeenkomsten zijn reeds gesloten
en een kwart millioen leden van de nationale
federatie van bouwvakarbeiders werken reeds
op nieuwe voorwaarden.
Het welslagen van de conferentie van he
den hangt af van de houding der arbeiders
uit Liverpool. Deze weigeren de besluiten
der federatie te erkennen, daar zij meenen
dat de toestand in Liverpool een speciale
behandeling vereischt.
DE HUUR VAN HUIZEN IN HET BE
ZETTE GEBIED.
De „Köln. Z." verneemt uit Landau, dat
aldaar op verlangen van den Franschen dis
trictsgedelegeerde de vredeshuurprijs moet
worden vastgesteld van de huizen, waarin
officieren en onder-officieren van de bezet
tingstroepen zijn gehuisvest. Bij die gelegen
heid is medegedeeld, dat binnenkort 'n Fran-
sche leger-huurtarief voor het bezette gebied
zal worden uitgegeven. De verklaring van
een en ander is te zoeken in de bepaling van
het rapport der deskundigen, dat voortaan
het onderhoud der bezettingstroepen be
taald zal moeten worden uit de herstelbeta
lingen zelf, hetgeen natuurlijk een aanspo
ring is die kosten zoo laag mogelijk te doen
zijn. Ook moeten de autoriteiten een nauw
keurige berekening opmaken voor de bezet-
tingskosten en wel in enkele posten, n.l. voor
het militaire element, voor de douanen, regie
en houtvesterij.
LUDENDORFF SPREEKT.
Op een Zondag te München gehouden
...frontsoldatendag" heeft Ludendorff weer
eens het woord gevoerd. Hij viel vooral de
thans aan het bewind zijnde partijen aan, die
in 1912 bij de oorlogsbegrooting de door hem,
Ludendorff, gevraagde drie legercorpsen
hadden geweigerd. Als Duitschland deze
drie had gekregen, zou geen vijand het heb
ben gewaagd het aan te vallen. Dit is de eeni
ge schuld van Duitschland aan den oorlog.
Dezelfde lieden, die thans het bewind moe
ren, hadden tijdens den oorlog Duitschlands
weerbaarheid ondermijnd. De frontsoldaten
zullen niet rusten voor deze lieden voor het
staatsgerecht ter verantwoording zijn geroe
pen.
DE MOEILIJKE POSITIE DER BRIT
SCHE REGEERING MET BETREK
KING TOT DE IERSCHE GRENS
KWESTIE.
Het Britsche kabinet staat ten aanzien van
de Iersche kwestie blijkbaar tusschen twee
vuren. Cosgrave, de president van den Ier-
schen Vrijstaat, heeft de waarschuwing doen
hooren dat de Vrijstaat republikeinsch zal
worden indien niet terstond de wetgevende
maatregel betreffende de grenscommissie
wordt doorgezet. Het Hoogerhuis zal echter
de behandeling van het wetsvoorstel uit
stellen, zelfs indien het Lagerhuis het goed
keurt.
Volgens de „Westminster Gazette" zullen
Thomas en Henderson, die naar Dublin zijn
vertrokken, den Vrijstaat voorstellen om het
parlement op 14 October in plaats van 28
October opnieuw te doen bijeenkomen ten
einde de behandeling der kwestie te verhaas
ten.
In een vergadering van conservatieve La
gerhuisleden, waarin de toestand werd be
handeld, besloot men Ulster te steunen in
zijn eisch de grensverandering te beperken
tot eenige eenvoudige correcties.
M
I
De socialistische professor Bonger, hoog
leeraar te Amsterdam, geeft in „De Soc.
Gids", het maanschrift zijner partij, een sta
tistische studie over het geloof en ongeloof
in ons land en meent aan het einde daarvan
het volgende te kunnen verklaren:
„Het meest opvallende feit, dat uit de
gegevens der laatste volkstelling op te ma
ken valt is, zooals wij zagen, de toename
der „niet tot een kerkgenootschap" behoo
renden, in overgroote mate derhalve der
ongeloovigen. In absoluten zin gaat het met
deze toename nog steeds crescendo, in de
eerste twee 10-jarige perioden (18791899,
18891899) met ongeveer 5000 per jaar, in
de daaraanvolgende (18991909) met ruim
17.000 per jaar en in de laatste 11 jaar met
meer dan 22.000 per jaar. De relatiecijfers
vertoonden eveneens een zeer sterke toe
name, zooals wij te voren lieten zien. De
percentage der toename was, zooals te ver
wachten was, in de laatste periode niet
meer zoo groot als in de voorlaatste.
Deze toename is uit twee factoren ont
staan. In dc eerste plaats doordat volwas
senen, in religieuze spheer opgegroeid, met
den godsdienst breken en het leger der on
geloovigen gaan versterken. Gingen wij
dezen factor bespreken, dan zouden wij bui
ten het gestelde bestek treden. Wij veroor
loven ons hier alleen op te merken, dat
degenen, die op grond van een onmisken
baar réveil in bepaalde kringen, tot optimis
tische conclusies over de naastbije toekomst
der religie in het algemeen komen, goed
zullen doen de betreffende cijfers nog eens
-aandachtig te bezien en zich af te vragen
of het waarschijnlijk is, dat een zóó constant
verschijnsel als de sterke toename der on
geloovigen, dat nog wel in een periode,
die om allerlei redenen uitermate gunstig
voor opbloei van den godsdienst was
weer spoedig tot het verleden zal behooren.
In de tweede plaats ligt deze toename op
zuiver demographisch terrein, n.l. geboorte
en sterfte. Immers de traditie eens geheel
aan de zijde van de religie staande begint
steeds meer aan de andere zijde haar ge
wicht in de schaal te leggen. Daarover ten
slotte nog een enkele opmerking.
Wanneer men de cijfers beziet van de 0
9-jarigen, dus van den menschenvoorraad,
waaruit in de toekomst de kerkgenootschap
pen hun kracht moeten putten, dan blijkt
hoe exceptioneel het woord is niet te
sterk slechts de overgroote meerderheid
der kerkgenootschappen cr in de toekomst
voor komen te staan. Niet alleen zijn de
percentages voor dc jongste leeftijdsgroep
in de afgeloopen periode bij hen gedaald,
meestal sterk, doch zij zijn bijna alle een
eind beneden haar algemeen percentage
komen te liggen. Om slechts één voorbeeld
te noemen: de Nederl. Israëlieten vormden
in 1920 1.54 pCt. der bevolking in het alge
meen doch onder de jeugdigen (09) slechts
1.17 pCt., d. i. 24 pCt. minder!
Aan de andere zijde staan de ouden van
dagen. Eén blik op de desbetreffende cijfers
doet zien, hoezeer de meeste kerkgenoot
schappen op deze categorie steunen, 'n
steun, dien zij door het snelle afsterven
dezer groepen steeds meer zullen moeten
missen. Om ook weer één voorbeeld te
noemen: de Nederd. Hervormden vormen
nl m. 41 pCt. der bevolking in het algemeen,
doch pl.m. 48.5 pCt. der 80-jarigen, d. i. on
geveer 20 pCt. meer.
De uitzonderingen op het bovenstaand
vermelde vormen de leden der Gereformeer-
Kerken en de Roomsch-Katholieken. Over
deze iaatsten, bij wie de uitzondering zich
het sterkst vertoont, nog een enkele opmer
king ten slotte. Hun percentage is onder dc
jongste leeftijdsgroep gestegen, en wat meer
zegt, een eind boven het algemeene cijfer,
38 tegenover 35.5, gelegen. Aan de andere
zijde vertoonen de Roomsch-Katholieken bij
de hoogste leeftijdsgroepen vrij lage cijfers.
De toekomst is in dit opzicht voor de
Roomsch-Katholieken gunstig. Daartegen
over is bij hen te constateeren: le. een laag
huwelijkscijfer, 2e veel gemengde huwelijken
en 3e een hoog sterftecijfer. Een hoog ge
boortecijfer moet bij hen derhalve veel goed
maken. De verwoede vijandschap der R. K.
Kerk tegen de geboortebeperking Iaat zich
begrijpen.
De strijd hiertegen is door haar tot voor
kort met afdoend succes gevoerd. Hoewel
de cijfers der geboorten voor de verschillen
de kerkgenootschappen in geheel Nederland
niet bekend zijn, is uit de cijfers der voor
het overgroote deel katholieke zuidelijke
provincies echter hieromtrent wel een con
clusie te trekken. De geboortebeperking be
gint zich ook daar te vertoonen. Zet zich
dit verschijnsel door andere katholieke
landen doen vermoeden dat dit het geval
zal zijn dan komen er moeilijke tijden
voor de R. K. Kerk. Immers op een bepaald
oogenblik zal de geboortebeperking bij de
niet-katholieken tot staan zijn gekomen, in
ieder geval niet meer sterk toenemen, en
zal die der katholieken nog crescendo gaan,
al zal deze dan ook wel bij hen niet even
groote afmetingen aannemen als bij de an
deren. Dat dit oogenblik reeds zeer nabij
is, is onwaarschijnlijk. De cijfers voor Am
sterdam de eenige bekende maken
waarschijnlijk, dat het tijdstip van den om
slag echter niet meer zóó ver afligt, als som
migen wel denken."
Cijfers zijn cijfers en de geleerde statisti
cus is nog geen profeet. Misschien dat de
zelfde cijfers anderen weer wat anders zeg
gen. Maar dat neemt niet weg, dat men aan
onze zijde zijn voordeel er mee kan doen
en.... dat zij ons zullen leeren, niet té op
timistisch te zijn, maar bij voortduring hard
te arbeiden, voorzoover en waar wij dit
kunnen!
De echtgenoote van den ex-keizer is van
haar zware ziekte weer zoover hersteld, dat
zij in gezelschap van den hofarts Dr. Haener
28 Juli naar Baden-Baden is gereist, om
daar nog een kuur te doen.
Gedurende het vèrblijf te Baden-Baden
zal de jongste zuster van den ex-keizer
Prinses Friedrich Karl von Hessen de ex-
keizerin gezelschap houden.
Mr. Verkouteren, christelijk-historisch lid
der Eerste Kamer, heeft in een rede over
stemplicht als zijn oordeel uitgesproken, dat
de straffen tegen overtredingen veel te licht
zijn. Hij zou willen straffen met verlies van
pensioen, van decoraties(l) of van openbaar
ambt, omdat de overtreders tegen het va
derland handelen.
Het hoofdbestuur van den Vrijz. Dem.
Bond heeft generaal Snijders uitgenoodigd
tot een debatavond, naar aanleiding van
diens in scherpe bewoordingen gestelde uit
latingen over het optreden van prof. dr. v.
Embden inzake het vraagstuk der nationale
ontwapening.
ONNOOD1GE MOEITE.
Tinus komt in de stad en vraagt bij een
apotheek: „Juffrouw, wilde gij mijn veur 'n
dubbeltje insectepoeier geve. asteblief?"
De niet onaardige, maar ietwat nuffige
apothekers-assistente vraagt hem. of zij het
poeder in een doosje of in het fleschje zal
doen."
„Waarveur al diejen umslag, juffrouw?"
zegt Tinus goedmoedig, „schudt 't hier maar
direk langs m'nen hals af."
OP DE MUZIEKLES.
Lceraar: „Welke soorten van noten rj^n
er. Jan?"
Jan: „Heele, halve en kwartnojpn
meneer
Leeraar: „En welke noten hebben nu wel
de meeste waarde?"
Jan: „Banknoten, meneer."
JA, DAN.
Eerste vriend: „Wat zou je van femand
denken, die „bij abuis" jou nieiSe jas
aantrok?"
Tweede vriend: „Dat 'hij een dief of een
ezel was."
Eerste vriend: „Nou, kijk 'ns iij kebt
de mijne aan.'
van de voor ons
land belangrijkste
stations.
Nieuwsberichten (Vaz Dias) Amsterdam
P. C. F. F. Golflengte 2000 M.
Dagelijks (uitgezonderd Zondag) 8,15—
8,30 v.m.; 10—10.12 v.m.; 11.3011.55 v.m.j
12,15—12,30 n.m.; 1,05—1,20 n.m.; 3—3,30
n.m.; 4,154,28 n.m.
Tijdseinen: 10.15 v.m. en 4.30 n.m.
Effecten en Geldkoersen (Vaz Diaz, zie
hierboven) te 1,301.4522.152.30 en
2.45 n.m. (uitgezonderd Zondag en vacan-
tiedagen en Zaterdag alleen 10.3011.30
v.m.)
Weerberichten Vossegat Bé 105C
M.: 11.10 v.m. en 12,30 n.m en 8 n.m. (Ge
meenlijk Morseseinen in langzaam tempo,
waarop men zich oefenen kan).
Londen 2 L.O. golflengte 365 M,
Somtijds concert 3.504.50 n.m., dames en
kinderuürtje 5.206.30, daarna 7.2010.50
(of later) concert, opera of Popul avond.
Tijdseinen 1 20 en 7.20 (Zondag 3.20 uur)
n.m. Maandag, Donderdag en Zaterdag
Dansmuziek (Jazband) van uit bet Savoy
Hotel te Londen na 10.20 n.m.
Diverse Engelsche stations hebben onge
veer dezelfde zenduren en wel:
Cardiff 5 W. A. op 350 M.
Manchester 2 Z. Y. op 375 M.
Bournemouth 6 B M. op 385 M.
New Castle 5 N. O. op 400 M,
Glasgow 5 G. S. op 420 M.
Birmingham 5 I. T. op 475 M
Aberdeen 2 B. D. op 495 M
Radio Paris S. F. R. 1780 M. Con
cert (Tzigane orkest) 1.05 n.m. dito te 5.05
n.m. (vocaal of instrumentaal) dito te 9.20
n.m., als 5.05 of aansluiting op opera of
anderszins (voorafgegaan te 8.50 n.m. door
Nieuwsberichten).
Gemeenlijk Donderdag en Zondag Dans
muziek tot ruim elf uur, event, afgewisseld
door chansons of causeriën
Eiffel'oren F. L. 2600 M. 7 en 11
uur v.m., 7.20 en 10.35 n.m. Weerbericht i
3.50 n.m. Beursverslag 6.307.15 n.m.
concert. 11.2011.25 n.m. en 12.04 Tijdsei
nen.
Ecole Supp. P. T. T, 450 M>: Dage
lijks, behalve Maandag te 9.20 n.m., voor
drachten, enz.
Petit Parisien 340 M.: Gemeenlijk
Dinsdag, Donderdag en Vrijdag 8.50 n.m.
concert.
Brussel S. B. R. 265 M. 5.20-6.20
n.m. en 8.351020 n.m. concert.
Haren (Brussel) B. A. V. 1100 M. 5.1?
n.m. Weerbericht
Königswusterhausen L. P. 4000 M.
7.20 v.m.6 n.m. berichten (ongeregeld)
op 2700 M- Zondag alleen 11.20 v.m.
1.20 n.m.
Eberswalde 2700 M. Gemeenlijk
Maandag en Vrijdag 8.20—9.20 n.m. concert
Dinsdag en Donderdag concert 8.209.20
Chelmsford 1600 M. 11.50—12.50;
4.20—5.20; 7.50—8.50 Concert, enz.
(voorwaardelijk). Te 8.20 Big-Ben (toren
klok der Westminster AbdijJ.
Programma.
In Aug. worden alleen door de volgende
Holl. Stations concerten gegeven:
Ned. Radio Industrie. Zondags te 3 u.
en Maandags vanaf 8.30 u„ 10.50 M.
Middelraad Zaterdags vanaf 8.30 u.,
1050 M.
Bovendien (doch ongeregeld) op andere
dagen, des avonds door de Ned. Radio In
dustrie, uitzending der Concerten en Jazz
Band muziek die te Scheveningen rn het
Kurhaus en Cabaret gegeven worden
Bijzondere concerten, enz. zullen nad«»
vermeld worden.
72.
In het kabinet van den rechtsgeleerde,
zullen wij ons dadelijk tegenover twee ervan
bevinden. Beiden zijn oude kennissen, doch
heel wat veranderd sinds wij hen, nu twaalf
jaren geleden, voor de laatste maal hebben
gezien.
Twaalf jaren zijn inderdaad voorbijgegaan
sinds de glukkige ontvluchting van Edmond
en het oogenblik, waarop wij den draad
van ens verhaal weer opvatten. De perso
nen, waarvan wij spreken, zijn twee afschu
welijke booswichten, twee ellendelingen,
overladen met schande en misdaad, in één
woerd, het zijn Rodille en de werkelijke
Louraine.
Louraine. netjes in het zwart gekleed, met
lhmmer.de morsmouwen aan, om het zwarte
aken voor alle aanraking, die het besmetten
.ton, te bewaren, Louraine dan zit in een
gewichtige houding in een grooten leunstoel
voor de mahoniehoute schrijftafel.
De ex-deurwaarder-uitdrager heeft heel
wat aan omvang gewonnen; hij is dik of lie
ver opgeblazen geworden Zijn dunne, scher
pe haviksneus heeft een kleur aangenomen,
die het midden houdt tusschen purper en
violet, en maakt een zonderling effect op
zijn aschgrauw gelaat, waarvan de beide
wangen langs de kin nederhangen. Een
zwart fluweelen kapje bedekt zijn kaal
hoofd en laat niets zien dan twee geelachtige
haarlokken boven zijn ooren. Alleen zijn
stem is niet veranderd. Het is nog altijd dat
bevende, nu eens schorre dan weer pie
pende geluid.
Louraine beschouwt met een blik, waaruit
onverschilligheid en luiheid spreken, een
hoop papieren voor hem op de schrijftafel.
Terwijl de gewezen uitdrager rustig zit te
droomen, loopt Rodille, peinzend en afge
trokken, met groote schreden de kamer cp
en neer. Ook hij heeft in die twaalf jaren
een heele verandering ondergaan. Hij is
veel magerder geworden en erg verouderd.
Zijn haren, die zeer dun geworden zijn,
hangen plat langs zijne slapen. Blauwe krin
gen omgeven zijn ingezonken oogen, zijn
voorhoofd is met rimpels doorploegd en zijn
lippen schijnen nog dunner dan vroeger.
Evenals Louraine is hij in het zwart ge
kleed, doch op een zekere kale manier, die
een geheime armoede schijnt te verraden.
Zijn kleederen zijn kaal gesleten en zijn lin
nengoed is twijfelachtig wit In één woord,
hij ziet er uit als een deurwaardersklerk,
die vijftig francs per maand verdient.
ZEVEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Wij wenschen thans onze lezers met den
toestand bekend te maken, waarin de beide
schurken zich bevinden op het oogenblik,
dat wij hen weder voor het publiek laien
optreden.
Wij beginnen met Rodille. Ofschoon hij
door Vlieg in de wind in het kleine huisje
der laan van Neuilly voor een groot gedeel
te van de vruchten zijner misdaden berooid
was, bleef hem, dank zij de som, die hij den
baron Vilandry had ontstolen, nog geld ge
noeg over, om rijk genoemd te kunnen wor
den.
Dar- hij tengevolge van den diefstal,
waarvan hij het slachtoffer was geweest,
buitengewoon wantrouwend was geworden,
was Rodille er van zelf toe gekomen, om
niet langer, zooals hij vroeger deed, zijn
schatten te begraven of op te sluiten, want
geen enkele geldkist scheen hem sterk, geen
geheime bergplaats veilig genoeg toe. Verder
ha'' hij tol zichzelf gezegd, dat ieder, die
zijn kapitaal renteloos laat liggen, zichzelf
berooft, en bij gebrek aan betere middelen
tot plaatsing, kocht bij effekten, ofschoon
hij uit den grond van zijn hart zuchtte over
den kleinen intrest dien zij gaven.
Het was een droombeeld zijn geld tegen
zestig, tachtig, ja zelfs honderd procent te
plaatsen. Wij moeten er bijvoegen, dat hij
niet wanhoopte eenmaal zoo ver te komen
Naarmate zijn vermogen aangroeide, werd
hij gieriger en een geldelijk verlies scheen
hem thans de grootste ramp toe, die hem
overkomen kon.
Die gierigheid verlamde geheel en al de
avontuurlijke stoutheid, waarvan wij hem
vroeger zooveel blijken hebben zien geven.
Hij vreesde zich in gevaar te stellen en zich
te laten gevangen nemen. Daarom werkte hij
niet' meer. Hij had langzamerhand de ver
schillende gedaanten afgelegd, waaronder hij
ons zoo vaak verschenen is. Hij bezocht de
kamer in de passage Radziwil niet meer,
om er dagelijks van gelaat en kleeding ie
veranderen. Hij was een solied gevestigd
man geworden dien men in de buurt
roemde, om zijne goede zeden en geregelde
bvenswijze en niemand kende hem rheer
onder een anderen naam dan dien van mijn
heer Rodille.
Op zekeren dag kwam hij in kennis met
een ouden gauwdief, die vroeger prokureur
bij het hof van eerste instantie der Seine
geweest was en door den disciplinairen
raad, wegens zijn schurkenstreken, genood
zaakt was geworden, zijn ontslag te nemen.
De oude schelm was geheel geruïneerd en
had zich in de Rue du Musée als zaakwaar
nemer gevestigd. Hij leefde heel armoedig en
stierf bijna van honger uit gebrek aan cliën
ten. Rodille zag in die mislukte zaak een
toekomst vol van de zonderlingste en voor-
deeligste operaties, wanneer iemand met een
helder hoofd en vlug begrip zich aan het
hoold plaatste. Hij kocht daarom voor twee
duizend francs van den procureur de zaak
met de niet bestaande cliënten en nam dc
huur der kamers van hem over.
Hij had, zonder eenig geld uit te geven,
zich elders kunnen vestigen, en een kantoor
oprichten, maar het huis en de plaats ston
den hem zoo goed aan, dat hij meende, tegen
eene kleine geldelijke opoffering niet t;
moeten opzien.
Toen de koop gesloten was, zag Rodille
terecht in, dat hij zich niet persoonlijk en
zichtbaar aan het hoofd van het kantoor
xon plaatsen. Wel was zijn voornemen, om
het opperbestuur der zaken van het kantoor
op zich te nemen zn de eerste en voor
naamste persoon te blijven, m^ar in de eerste
plaats had hij een strooman, een soort ver
antwoordelijk bestuurder noodig, wiens zaak
het was, een wettigen vorm, waarop niets
vil aan te merken, aan de stoute onderne
mingen van den eigenlijken chef te geven.
Deze nuttige bondgenoot moest overigens,
wanneer er een onwedcr lostbarstte, den
bliksem tot zich trekken en aan Rodille al-
zoo tot afleider strekken. Zulke personen
zijn overal, en vooral te Parijs, in overvloed
te vinden.
Er was echter iets, dat het nog al moeilijk
maakte, zoo iemand te vinden; het was de
titel van rechtsgeleerde, die toch eenigszins
gegrond moest zijn.
Na eenigen tijd vruchteloos te hebben
rondgezocht, kreeg Rodille zulk een goeden
inval, dat hij zich daarbij van genoegen in de
handen wreef. Hij dacht aan Louraine, den
uitdrager, die vroeger de functiën van deur
waarder uitgeoefend had. Een ex-deurwaar-
der toch, zelfs al is hij afgezet, heeft volko
men het recht', zich rechtsgeleerde te noe
men; daar valt niets tegen te zeggen.
Rodille zette zich dadelijk aan het werk
om Louraine op te zoeken, en sloeg daarom
den weg naar Montrouge in, waar de schurk,
na de straat Pas de la Mule te hebben ver
laten, zich gevestigd had. Hij vond den hin
kel gesloten en werd zeer slecht ontvangen
door de buren, tot wie hij eenige vragen
richtte
De uitdrager had tegenspoed in zijn ha idel
gehad. Op zijn beurt was hij bestolen door
een der schelmen, wier buit hij gewoon was
op te koopen, en zoo was hij op een goeden
nacht met de noorderzon vertrokken, zonder
iets anders achter te laten dan een ledig huis
en eene menigte schulden. Het was niet
waarschijnlijk, dat hij Parijs verlaten had en
Rodille begon daarom de groote stad te on
derzoeken, want nij was overtuigd, dat hij
spoedig den man in het een of ander krot
zou vinden. Hij vond Louraine in eene af
schuwelijke herberg van la Petite Polócnc
De ex-deurwaarder leefde toen van eer
zonderling beroep Hij trok zooveel mogelijk
partij van het weinige, dat hij zich nog van
rechtszaken herinnerde en gaf, voorzien van
een wetboek, tegen betaling van vijftig cen
times, consulten en lessen in het strafrecht
aan jeugdige gauwdieven, leerde hun een-
voudigen diefstal van diefstal met verzwa
rende omstandigheden onderscheiden en
wijdde hen in al de wettelijke gevolgen van
inbraak en inklimming in. De leerlingen ont
braken hem niet, maar zij betaalden slecht,
en Louraine verkeerde in de grootste ellen
de.
(Wordt vervolgd.)