Pastoor L. J, Boogmans. Aan Deken Waare van Beverwijk, Op het Zilveren Priesterfeest van den WelEerw. Heer A. Huf, De ZeerEerw. Zeergel. Heer P. G. Groenen, 1899—1924. Do ZoerEörw. Heer A. E. C. Hui, 1899—1924. De ZeerEerw. Heei J, H. H. Saulenn, 1899^*924. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Donderdag 14 Augustus vijftig jaar Priester op 15 Augustus 1924. Zoo hebt Gij, Priester Gods, nu vijftig jaren als middelaar den offerberg betreden.... en 't zuiverst Manna, dat bij 't ochtendklaren ooit van den hemel daalde, op 't volk beneden Hünkrend om zielespijze en vroom te garen, doen nederregenen op uwe bede; en als u smeekten, ach, smachtende scharen om laafnis, stervensmoede en afgestreden van 't dwalen, lang en bang, in doodswoestijnen, hebt Gij uit Christi zuivere fonteinen het levenwekkend water doen ontspringen. Zie, hoe zij levensblijde U nu omringen en dankend jublend met U verder reizen waar God hen opent 's Hemels lichtpaleizen. Moordrecht. J. NUIJEN Pr. Bij het gouden Priesterfeest van den Hoogeerwaarden Heer P. L. Dessens, Kanunnik, Deken en Pastoor te Leiden. De ZeerEerw. Heer Th. A. J. M. Vlek, 1899—1924. öe ZeerEerw. Heer G. J. H. Kuypers, 1864—1924, Bij het zilveren feest van onzen Herder, Th. A. J. M. Vlek, pas toor in de Haarlemmermeer. De ZeerEerw. Heer L. J. 1899—1924. Boogmans, De HoogEerw. Heer P. L. Dessens, 1874—1924. De ZeerEerw. Heer P. v. d. Bosch, 1874—1924. gedwaalde schaap le zoeken en terug te1 brengen naai den waren schaapstal. Vol liefde sluit Hij den verloren zoon in Zijne Vaderarmen. De in 't verderf wegzinkende zondares steekt Hij Zijné reddende hand toe. Hij staat aan 't bed van zieken en stervenden en maakt hen tevreden en blij. Nog immer gaat Hij de weduwe troosten, die haren echtgenoot, de Ouders, die hun nen geliefden zoon of dochter beweenen. Hij gaat nog steeds de landen door, de hui zen in, al weldoende. Dat alles doet Hij nog door middel van Zijn Priesters. Iedere trek van Jezus' leven herhaalt zich opnieuw, volkomen en ge trouw, waar de volijverige Roomsch-Katho- lieke Priester is. De Priester dan ook mag. alleen dat ontzagwekkend Offer der H. Mis opdragen. Welk een verheven ambt Welk een Sigroote macht Op 't woord van den Pries ter onder de Consecratie „Gaat het bloote beeld schuil voor 't Ware Wezen, De schaduw voor Gods eigen Lijf en •Bloed, Beloftenis voor 't lang beloofde Goed". (Vondel). Vol ontzag - sprak de Leviet „Ik ben niet waardig, Heer" maar Christus koos toch onzen Jubilaris uit. Vol vuur is Kape laan Vlek zijn priesterlijk werk begonnen. Als Pastoor in de Haarlemmermeer ken nen wij den Jubilaris nog het best. Steeds was hij rusteloos aan 't werk en toonde Pastoor Vlek door zijn daden het woord na te zeggen van Sint Paulus „Tecisti nos ad Te, Domine et irrequietum est cor nostrum donee requiescat in Te. Voor U, o Heer, hebt Gij ons geschapen en ons hart heeft geen rust, voordat het ruste in U." Daarvoor getuigen de vereenigingen, die onder 't bestuur van Pastoor Vlek gekomen zijn. En dan denken we vooral aan de gees telijke vereenigingen als 't Apostolaat des Gebeds, dat hier tot bloei is gebracht. De lilde Orde van Vader Franciscus, waardoor de Jubilaris ons Franciscus tot voorbeeld wilde geven van nederigheid, tevredenheid en blijmoedigheid. Spreken vervolgens de gebouwen aan den Spaarnwouderweg en te Vijfhuizen niet van ijver voor Gods Kerk? Bovenal schitteren in de zilveren pries- tertkroon van Pastoor Vlek twee flonke rende edelsteenen, een blanke en een blauwe, nl. de godsvrucht tot Jezus in het Allerheiligste en tot de H. Moeder Gods, Maria. Vol geestdrift vierden we steeds het Aan- biddingsfeest en 't Veertigurengebed, dat onder 't Herdersschap van den Jubilaris is ingesteld. Nooit werden er genoeg bloemen ge bracht. Nooit brandden er genoeg kaarsen bij Jezus in het Allerheiligste. De Eerewacht werd ingesteld. De veelvuldige H. Com munie, zoo dringend aan bevolen door den vromen Paus Pius X, werd bevor derd. Op die wijze leer den onze stoere Meer- sche jongens en roodwan gige meisjes gaan naar de H. Tafel, om Christus te ontvangen in hun reine hartjes. Daardoor smeek ten zij zegen af over Kerk en Maatschappij, over pa rochie en school en voor al over hunne Ouders. Met vreugde werd elk jaar de Stille Omgang te Amsterdam, door Pastoor en Parochianen, medege- gemaakt. Hoe geestdriftig werd, naar het voorbeeld van den jubilaris, door velen uit onze parochie het Eucharistisch wereldcon gres, medegemaakt! Ook door de achterblijvende parochianen werd op in nige wijze in onze Kerk eerherstel en nederige hulde gebracht aan Jezus in het Allerheiligste. In ons Kerkje toch kan men zoo vroom bidden! Want werkelijk ons Kerkje is, zooals eenigen tijd gele den een pater zeide, on der 't bestuur van den ju. bilaris, een echt bidhuis- je geworden, waar men vertrouwelijk met O. L. Heer kan praten. De parochie is nu in 2en gedeeld. Het Kerkje aan de Lijnden is te ruim geworden. Vele banken zijn Zondags niet geheel be zet. Maar Pastoor Vlek wanhoept niet. Ge trouw aan het devies van zijn Bisschop, „in fide nihil haesitans", vertrouwt Pastoor, dat langzamerhand wel parochianen zullen komen. Zeereerwaarde Pastoor, moge O. L. H., als belooning voor uwe liefde tot de H. Eucharistie, U geven, nog in uw leven te zien, dat ook in uwe parochiën velen bekee- ren en moge uw Kerk, de Bruiloftszaal bij uitnemendheid, gevuld worden tot in alle hoeken. Mogen uwe parochianen meer en meer gaan aanzitten aan de nu nieuwe Communiebanken, die zij U als een kleine aardsche belooning aanbieden. Vervolgens over de godsvrucht tot Maria. Als navolger van den Zaligen L. M. de Grignon, was steeds de leuze van den Ju bilaris „Per Mariam ad Jezum Door Maria tot Jezus". Wanneer wij bijzondere Hulp noodig hadden, zooals bij den afbouw van Kerk en School, werden we steeds aan gespoord te bidden tot Maria, de Moeder van Altijddurenden Bijstand. En spreekt vervolgens het herhaaldelijk gaan naar Heilo en Lourdes niet van een bijzondere Godsvrucht tot de Onbevlekte Moeder Maria? Het kan niet anders, of die Gods vrucht tot Jezus in 't Allerheiligste en tot Maria, moest overslaan op de parochianen. Wat dan al redenen tot dankbaarheid! Zooals we in de laatste H. Missie duidelijk hebben ingezien zijn we zwakke menschen, Adamskinderen. Daarom zijn we niet altijd dankbaar geweest, vooral niet, wanneer de goedheid van Pastoor ons, aan 't stof ge hechte menschen, geld kostte. Lijnden, Vijf huizen toon nu uw dankbaarheid. De Jubi laris verlangt in 't geheel geen standbeeld of andere eer. Alleen zegt Hij tot ons, evenals weleer de H. Laurentius: „Gij al len, die weet, dat veel zal gevorderd wor den van mij aan wien veel werd geschon ken, bidt voor mij, want de waardigheid is groot en de last zwaar." Geachte Jubilaris, ontvang onze oprechte gelukwenschen. De moeilijkheden zullen U voorzeker in deze 25 jaren niet ontbroken hebben, maar steeds sprak Christus tot U evenals weleer tot Sint Paulus. „Mijn ge nade zij U genoeg." Moge Ge ook eens met Sint Paulus: kunnen getuigen: „Uwe gena de is mij niet ijdel geweest." Moge uwe H. Engelbewaarder, de H. Martelaar Theodorus en uwe andere heilige Patronen, evenals ook de H. Franciscus van Sales en de H. Augustinus, tot wier eer gij zooveel doet, U blijven beschermen. En bovenal bidden we tot Maria, onze Hemelsche Moeder, dat die voorname Vrou we, tezamen met uwe heilige Beschermers, U brengen bij Jezus in den schoonen He mel, waar de schitterende priesterkroon U zal blijven sieren in alle eeuwen der eeuwen. Zoo zii het. EEN PAROCHIAAN, Rector van het St. Clemens-Retraitenhuis. Op dezen schoonen, blijden dag, Van Maria's Hemelvaart, Staan wij om de Zilveren Kroon Van Rector Huf geschaard. Professor aan het Groot Seminarie van Warmond. Den man, die om zijn priesterdeugd, Geëerd wordt en bemind, Door allen zonder onderscheid, 't Zij grijsaard, man of kind. Wie kent hem niet, dien stillen werker, In Sint Clemens' fier gebouw, Waar jong en oud vertroosting zoeken, In 's levens zorgen, leed en rouw? Wie kent hem niet, dien goeden priester Met dat gelaat vol min'lijkheid, Beleefd en vriendelijk in zijn omgang, En tot helpen steeds bereid? Aan ons rijk vereenigingsleven, Rector van het St. Ckemenshuts te Noordwijkerhout, Neemt deez' priester weinig deel, Ook in uwe huisgezinnen, Ziet ge Rector Huf niet veel. Maar waar gij daaglijks hem kunt vinden Met gebogen hoofd en knie, Bij den God onzer Altaren, Voor Jezus in de Eucharistie. Daar bidt hij in de eenzaamheid, Voor het welzijn en behoud, Van ons geliefd Retraitehuis, De trots van Noordwijkerhout. Voegt daarbij zijn groote liefde En echt priesterlijk geduld, En gij ziet voor uwe blikken, Gods dienaar, Rector Huf, onthuld. Komt, bieden wij op dezen dag, Hem onze wenschen aan, Een volk, dat zijn priesters eert, Zal nooit ten gronde gaan. Voorzeker is ons aller wensch Op zijnen Jubeldag, Dat eens een gouden Priesterkrooe Zijn slapen sieren mag. En voor zijn goedheid, liefde, trouv^ Zoo vaak aan ons betoond, Hopen wij, dat God hem reeds Op aarde daarvoor loont. En eenmaal op zijn stervensspond, Na 's levens zorg en strijd, Dat de Hemel dan zijn deel Mag zijn in de eeuwigheid. Namens alle retraitantee F. DE VROEGE. St. Bavogesticht, Noordwijkerhout. Pastoor te Spaarnwowöe aan de Lie, ken, welke hij hen in zulk een lange reeks van jaren in vaderlijke goedheid en priester lijke mildheid heeft geschonken. Daelt om laegh gij Offerengelen Helpt me loof en bloemen strengelen Tot festoenen valt aan 't werk Ciert gewelf en koorpilaren Overkranst de hooge altaren Daelt om laegh, o Offerengelen Helpt me 's herders eeuwkrans strengelen Op zijn gulden feestgetij. Zoo jubelen de katholieken van het deka- naat Leiden als weleer Vondel bij het gouden priesterfeest van den Aartsbisschop. Van Philippi i.p.i. Philippus Rovenius op den 15en Augustus, den dag waarop het 50 jaren geleden zal zijn, dat hunne beminde Deken P. L. Dessens de H. Priesterwijding mocht ontvangen. Het is een dag van jubel en groote dankbaarheid tevens. Roomsch Leiden jubelt rondom den Pries ter, die door Gods genade 50 jaar lang heeft Pastoor te Vijfhuizen. mogen arbeiden voor de eer van God en het heil der zielen. Roomsch Leiden bejubelt den hoogwaar- digen priester, den afgezant van God, om aan zijne priesterlijke waardigheid eerbied en hulde te betuigen, om hem en God te danken vooral het goede, dat deze verhe ven Priester voor Leiden en zijne katholieke bevolking heeft verricht. Roomsch Leiden i> dankbaar en eert zijn priester. Zijnen Priester, die als een liefdevolle va der steeds over hem waakte; die zijne zor gen met hem deelde, hem in zorgvolle tijden troostte en opbeurde, en voor hem bad, voor hem werkte en zwoegde. Zijnen Priester, die als een onvermoeid zielenherder zich zelve rust nog verpoozing gunde, maar slechts dacht en arbeidde, rus teloos voort, aan de verzorging en vervol making zijner zielen, aan het wegnemen van gevaren, die zijne zielen zouden kunnen schaden, aan het beramen van middelen, Waarmede hij die zielen zou kunnen helpen en sterken Zijnen Priester, den raadgever in maat schappelijke zaken, den strijder voor zijn on derwijs en den vertrooster en weldoener der armen De katholieken van Leiden jubelen en danken God, door wiens genade hun deze Priester met al zijn goedheden en weldaden Werd geschonken en zij smeeken en bidden Hem, op dezen dag, dat Hij nog lange jaren de Hoogeerw. Heer, Kanunnik, Deken P L. Dessens, voor Leiden moge schenken een heerlijke gezondheid en frissche levens kracht om hun de weldaden te blijven schen- Em. Pastoor, verblijvend in de Stichting „St. Joannes de Deo", te Haarlem, Op 15 Augustus a.s. viert de Zeereerw. heer pastoor L. J. Boogmans, herder der pa rochie van St. Joannes den Dooper, zijn zil veren priesterfeest. Hij is de eenige in Haarlem, in be diening zijnde priester, die Vrijdag jubileert, en zoo staat deze edele priester, deze man met fijnen kunstzin, deze karaktervolle mensch in het middelpunt der belangstelling van Roomsch Haarlem. In de jachtende journalistieke dagtaak, komt zoo'n dag als een rustpooze voor den bezigen geest; een noodiging tot herinneren en terugzien. Zijn Eerwaarde werd in den Haag gebo ren en volbracht zijn lager en hoogere stu diën aan de seminaries Hageveld en War mond. Priester gewijd op 15 Augustus 1899, was hij achtereenvolgens kapelaan te Alphen aan den Rijn, te Hoorn, te Amsterdam, te Rotterdam, castoor te Tholen en sinds 1918 pastoor te Haarlem. In deze laatste functie interesseert pastoor Boogmans den Haarlem mers natuurlijk 't meest, hoezeer ook zijn verdien sten op ander gebied niet worden vergeten. Hij is een volgeling van die geestelijken, waarvan prof. Chantepie de la Sausaye in zijn studie „Geestelijke Stroomin gen" geschreven voor het Historisch Gedenkboek, „Een halve Eeuw", o.m. deze erkenning vastleg de: „De R.-K. Geestelijk heid wijdde zich met geestdrift aan haar heili ge roeping en de leeken deden door gehechtheid aan de kerk en offervaar digheid, van hun gods dienstijver blijken. De kerkelijke kunst begon weer te bloeien en de zonen der Moederkerk verhieven mede hun stem onder de beoefenaars der wetenschap en letterkun de." Naast zielenherder dient pastoor Boog mans ook de kunst, de kerkelijke kunst, en wij hebben orts wel eens afgevraagd, wat een man als pastoor Boog mans zou beteekend hebben in den tijd, dat de Alberdink Thym's de Schaepmans, de Klönne's, de Graaf's, hun strijd voerden voor de katholieke emancipatie. Thans zet hij de traditie voort van die mannen, aan wie katholiek Nederland zoo veel verschuldigd is, en indien de goede God den pastoor uit de Amsterdamstraat een lang leven toedenkt, dan twijfelen wij er niet aan, of de Roomsche kunst zal hem re kenen onder haar beste bevorderaars. Hoezeer de bekwaamheden van dezen fij nen kunstminnaar ook door de kerkelijke overheid op prijs worden gesteld, moge blij ken uit zijn benoeming tot voorzitter van de kerkelijke Schoonheidscommissie in het bis dom Haarlem., tot lid van het college van bestuurders van het Bisschoppelijk Museum deken van het Sint Bernulphus-gilde. In de redactie van het tijdschrift bekleedt pas toor Boogmans een aanzienlijke plaats. An deren echter mogen den jubilaris huldigen om zijn verdiensten als kunstzinnig man, wij, Haarlemmers, gedenken op dezen dag vooral den „pastoor der Amsterdamstraat." Zijn ruim 6-jarig pastoraat in Haarlem legt getuigenis af dat hij niet alleen de weten schap en kunst beoefende, maar zich tevens om het woord van Prof. Chantepie de la Saussaye te gebruiken met enthou siasme wijdde aan geheel zijn heilige roe ping. Nu vijf-en-twintig jaar geleden zag hij zijn jeugddroom vervuld in het „tu es sa- cerdos in aeternum" en priester heeft pas toor Boogmans zich ook getoond in de zes jaren van zijn Haarlemsch Pastoraat. Hoe heeft hij gewerkt, onder moeilijke omstandigheden, aan de verfraaiing van Gods Huis en aan verlevendiging van den godsdienstzin zijner parochianen! Hoe be nutte hij alle gelegenheden om zijn parochie en parochiekerk met nieuwe aanwinsten te verrijken. De kerkelijke feesten worden im mer met grooten luister gevierd en de beste predikanten van ons Vaderland worden uit- genoodigd zich ook in de kerk aan de Am sterdamstraat te doen hooren. Hoevele jaren heeft hij nu al gewerkt om zijn ideaal te bereiken, een R.K. Parochiale school voor zijn parochie; hoe deed het hem leed dat de onderhandelingen voor den bouw van die school maar niet beter vlottenl Het moet voor hem dan ook wel een groote voldoening zijn dat nu juist zijn R. K. Broederschool gereed komt en met September zal worden geopend. En nieuwe moeilijkheden drijven nu weer op den voorgrond. Straks zal hij zijn parochiekerk vergrooten. Pastoor Boogmans is niet gauw tevreden. Hij wil het beste van het beste en zoo zijn de plannen voor de nieuwe kerk ontworpen door niemand minder dan door den heer Jan Stuyt, den welbekenden architect van zoovele fraaie kerken en van het klein se minarie „Hageveld" te Heemstede. De katholieken van het Amsterdamsche kwartier zien en waardeeren het onver moeid werken van hun herder en al moge die waardeering niet immer uitbundig blij ken het ietwat afgetrokken karakter van den pastoor heeft daar allicht invloed op zij is er niet minder waarachtig om en bij dit jubilé, droegen, ten bewijze daarvan, niet minder dan vierhonderd huisgezinnen hun offer, groot en klein, bij, om een feest gave aan te bieden. Ontegenzeggelijk zal het pastoorschap van Pastoor Boogmans in de historie der stadse uitbreiding van oostelijk Haarlem met gul den letteren geschreven blijven. Met moeite zaait hij niet alleen, wat later anderen ge makkelijker zullen kunnen oogsten maar ook zelf plukt hij mooie vruchten van zijn heil zaam en voortdurend werken als voorbeel dig Priester. Wij meenden dit weinige op dezen dag wel eens naar voren te mogen brengen om „Zie" zoo sprak Hij, „Ik ben met U tot aan de voleinding der eeuwen." Hij blijft nog steeds bij ons en wel op tweeërlei wij zen persoonlijk, maar onzichtbaar in 't H. Tabernakel, onpersoonlijk, maar zicht baar in 't Priesterdom. Door Zijne Priesters verzamelt Christus, evenals weleer in 't H. Land, het volk rondom zich. Zoowel in den tempel, als op 't open veld, in steden de verdiensten van een man te huldigen, die zijn weg in stilte gaat en wars is van alle eerbetoon. Moge de Goede God dit rijke priesterleven nog lang voor Zijn kerk sparen en moge Roomsch Haarlem nog vele jaren van zijn veelzijdige werkkracht en kunde profijt trek ken. Van zijn functies in Haarlem vermelden wij dat de Zeereerw. heer pastoor Boog mans voorzitter is der Plaatselijke Jeugd commissie. Hedenavond 7 uur wordt in de parochie kerk, die heden fraai versierd wordt, plech tige vespers gecelebreerd. Morgenmiddag zal van half twee tot 2 uur receptie worden gehouden voor kerkbestuur, armbestuur, collectanten-college, en prefecten der H. Familie. Om 2 uur is er receptie voor de parochianen. Om 8 uur 's avonds wordt het Sacrementsspel opgevoerd in de gymnastiek zaal van het Patronaat. en dorpen, spreekt Hij het volk toe, om den menschen den Hemelweg te wijzen. Hij roept de kleinen bij Zich en zegent hen. Nog immer gaat Hij voort, om 't af- Pastoor der parochie Sint Joannes de (Foto Dooper, te Haarlem, naar 'n ieekening van J. Bijvoet.] Deken en Pastoor te Leiden. Verheugt u, parochianen Weest blijde, nu ge herdenkt, hoe vóór 25-jaren uw Pas toor, het Priesterschap ontvangen heeft. Viert volop feest En dit wel vooral, om dat we in den Priester ook Christus eeren. De Priester toch is de voortlevende Christus Jezus wilde na Zijne Hemelvaart zijne kinderen niet als weezen achterlaten. em. pastoor, thans verblijvend in het St. Bavogesticht te Heemstede.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5