^gflIEUWS
ELCK WAT WILS.
TREKJES
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Zaterdag 16 Augustus
wie zich aan een ander spiegelt.,.
No. 360.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Uit het Heerenkleedingbedrijf.
De melkprijsverhooging te
Amsterdam.
In katterigheid.
Ernstig ongeluk.
Valsche diploma's?
Geestelijke verdronken bij een
reddingspoging.
Droevig terechtgekomen.
Bij 't visschen verdronken.
BINNENLANDSCH NIEUWS,
Vermindering
Raden van Arbeid.
Beschermheerschap luchtvaart
vereeniging.
LMB0UW EN VISSCHERIJ.
Invoer van aardappelen iri
Duitschland.
i
Te Antwerpen is de vorige maand een In
ternationale conferentie gehouden over Ka
tholieke Arbeidersorganisaties.
Uit het verslag, dat ik vond in het Vlaam.
«che blad „De Tijd" is moeilijk op te diepen,
welke beteekenis deze Conferentie voor de
toekomst zal kunnen hebben; ook bleek
niet, dat men het over den organisatievorm
geheel eens is kunnen worden, zoodat zelfs
een besluit ten gunste van den 8-urendag is
genomen, ofschoon van uit Nederland slechts
vertegenwoordigers van de Standsorganisatie
tegenwoordig waren.
We behoeven de vraag dus niet testellen
in welke eigenaardige positie de Nederland-
sche vertegenwoordigers zouden gekomen
zijn, indien- eens een tegenovergesteld be
sluit was genomen, wijl zulks nu elke prac-
tische beteekenis mist.
Van meer belang lijken mij de rapporten,
die uitgebracht zijn over den toestand in de
verschillende landen. Daaruit is in elk ge
val wel wat leerzaams te putten.
De cijfers, gegeven door den Eerw.Pater
Arnou, S.J. geven een droevig beeld van de
gesteltenis in Frankrijk; maar ook de gege
vens uit het naburige België zijn niet De-
paald rooskleurig te noemen en worden nog
droeviger, als wij bij -het aangeven der oor
zaken, tevens vernemen, dat zij voor een,
niet gering gedeelte te danken zijn aan het
feit, dat vooraansaande kaholieken van de
sociale nooden van het volk niets begrepen
hebben, door hun behoudensgezindheid het
vertrouwen der Katholieke arbeiders heb
ben geschokt en hen als 't ware naar de so
cialisten hebben gejaagd.
Hoe sober het verslag ook is gesteld, het is
één aanklacht tegenover hen, die de groote
sociale belangen van het volk ondergeschikt
hebben gemaakt aan hun klasse-belang; of
minstens omdat zij van die volksbelangen
niet voldoende notitie namen, met het ge
volg, dat er tienduizenden ten gronde gingen
en nog zullen gaan:
„E. H. Colens, geestelijke raadgever van
het A. C. W. van België, geeft verslag over
den „toestand op godsdienstig gebied van de
Belgische nijverheids werklieden".
België is een Katholiek land, in dien zin
tenminste dat de groote meerderheid der
geloovigen den katholieken godsdienst be
lijdt.
Heel het privaat en openbaar leven is
doordrongen van het Katholicisme.
Wat meer is, België is het eenige land, dat
gedurende dertig opeenvolgende jaren, van
1884 tot 1914, een katholieke regeering heeft
gehad, waarvan de leden zich verbonden in
het openbaar leven de rechten van den
Katholieken godsdienst te verdedigen.
Wij stellen nochtans vast, dat de nijver
heidsarbeidersklasse, in groote massa, on
verschillig en tegenstandig is geworden aan
den katholieken godsdienst. Tachtig ten hon
derd der nijverheidswerklieden gaan niet
■mejr naar de Kerk.
Het getal der burgerlijke huwelijken en
begrafenissen groeit op onrustwekkende
manier aan, de godsdienstige toestand wordt
meer en meer bedroevend in alle streken
van België.
Het onderzoek der oorzaken toont ons
aan, dat de hoofdreden van den achteruit
gang op godsdienstig gebied te zoeken is :n
den invloed der socialistische organisaties
op de arbeidersklasse. Het Belgische socialis
me is anti-katholiek in zijn beginselen en in
zijn sociale actie.
De eerste kiem der socialistische organi
saties werd geleverd door niet-katholieke
arbeiders. Maar duizenden katholieke' ar
beiders zijn in de socialistische arbeidersor
ganisaties getreden, tegen hun godsdienstige
overtuiging in, en hebben, na eenigen tijd,
hun geloof verloren.
Het anti-katholieke karakter van het so
cialisme was Waarblijkend van het begin af,
het werd door alle katholieke werken en
door de geestelijkheid gezegd en geschre
ven.
Ue Belgische katholieken hebben niet op
tijd de sociale werken georganiseerd, die
beantwoordden aan de behoefden der ar
beidersklasse, en het vertrouwen der arbei
ders hadden.
De arbeiders hebben bij de katholieke par
tij, al te eng behoudsgezind niet die stevige
verdediging gevonden hunner klassebclan-
gen. De Katholieke behoudsgezindten ston
den al te veel vijandig tegenover de wettige
eischen der arbeiders, en daarvoor zijn ze
naar de socialisten geloopen.
Waar wij de belangen der katholieke ar
beiders verdedigen, blijven de katholieke ar
beiders bij ons. (Toej.)".
Een schip op het strand, een baken in
zee zegt een Hollandsch spreekwoord. Ook
bij ons zijn er, die nog maar steeds benauwd
zijn dat we te ver gingen, dat we nog steeds
te ver gaan met onze sociale maatregelen
en dat we hoe eer hoe beter terug
moeten komen van onzen verkeerden weg.
Maar als we daar dan zien staan in al zijn
ijzigheid; hoe het verwaarloozen van de so
ciale taak een toestand heeft opgeroepen,
waarbij 80 pCt. van de werklieden uit de
nijverheid vijandig staat tegenover den
Godsdienst en niet eens meer naar de
kerk gaat, dan moet men elk stukje liefde
Bank-gesprek.
Iedere morgen zitten ze op dezelfde bank
Van 't stadspark.
Ze zitten er lekker beschut, want de
geweldige boom, wiens stam er vlak achter
staat, laat niet gauw regen door en houdt
Veel wind tegen
In 't midden zit de gepensioneerde ge
meentewerkman, 'n kort, stevig bonkie
mensch met 'n gebruind gezicht, 'n volle,
donkergrijze snor, borstels van wenkbrau
wen en dikke, krullende haren, die nog
veel zwart hebben en 'n blauwe koordjes-
Pet dragen.
Je zou 'm hoogstens vijftig geven.
Hij heeft steeds de handen in z'n broek-
Zakken en'laat zoo 't gezicht vrij op 'n ge
spannen buikje, dat 'n zware horlogeketting
met veel figuren en gekleurde steenen torst.
Meestal heeft h ij 't woord, rustig, zonder
opzettelijk beweeg of kracht-bijzettende
articulaties.
Links van hem zit 't magere mannetje
met de steungevende wandelstok tusschen
de knieën, die immer beven, evenals de
voor den evenmensch wel verloren hebben,
als men, met zulke cijfers voor oogen, zich
nog een oogenblik bezorgd kan maken over
de vraag of het misschien niet iets voordee-
liger zou zijn geweest, wanneer we een wei
nig minder ver waren gegaan.
Waarbij vooral niet uit het oog mag ver
loren worden, dat we heel wat sociale be
moeiingen zouden missen, wanneer de so
ciale groepen zelf hun taak voldoende ver
vulden. A. J. L.
NEDERLAAG EN OVERWINNING.
In de Texielarbeider van 7 Augustus komt
volgens „Het Volk" een nabetrachting voor,
handelend over het jongste conflict in de
Textielindustrie en genoemd blad neemt
daar een groot gedeelte van over.
De Textielarbeider heeft geen gemakke
lijke taak gehad. De strijd moet als verlo
ren worden voorgesteld wil het niet in
botsing komen met de campagne tegen de
confessioneele organisatie's gevoerd en hij
moet toch ook weer als gewonnen worden
opgevoerd wil het niet een al te mal figuur
maken voor zijn leden.
De proeve is m. i. zeer goed geslaagd.
Ziehier waarin de overwinning van de fa
brikanten bestaat:
„De strijd is begonnen tegen een aange
kondigde loonsverlaging van 10 pCt. Het
einde is gekomen met een loonsverlaging van
7J-4 pCt., gepaard gaande met een werktijd
verlenging van 130 uren per jaar of onge
veer 5 pCt.
Aangenomen mag worden, datde fabrikan
ten meer gebaat zijn bij een loonsverlaging
van 7 34 pCt. en een werktijdverlenging van
5 pCt., dan alleen een verlaging der Iconen
met 10 pCt.
In dat opzicht hebben dus de werkgevers,
dank zij de hulp der konfessioneele organi
saties, inderdaad gezegevierd."
Maar daarmede houdt dan ook alles op en
dan komt een uiteenzetting over de over
winning der arbeiders.
„De kommissie ad-hoc door de 39
werkgevers uit de verschillende fabrikanten-
vereenigingen met de leiding in dit konflikt
belast heeft heel wat moeten slikken om
het zoo ver te krijgen. Dat is duidelijk voor
ieder, die iets van de Twentsche toestan
den weet. Voorheen werd immer als eisch
gesteld: „eerst het werk hervatten en dan
pas kan er over de eischen en grieven ge
sproken worden." Ditmaal heeft men moe
ten onderhandelen gedurende de staking.
Voorheen werd er nimmer aan gedacht de
uitsluiting op te heffen, vóórdat de staking,
die oorzaak der uilsluiting was, werd opge
heven en het werk was hervat.
Dit maal moesten de werkgevers alle fa
brieken, dus ook „Kremersmaten", gelijktij
dig weer in werking stellen.
Het wapen der uitsluiting, vroeger een
zeer machtig wapen in handen der textiel
fabrikanten vooral, heeft veel van zijn be
teekenis verloren."
Hierna volgt dan nog een becijfering van
de schade door de industrieelen geleden
wegens het stopzetten van het bedrijf.
Het moet ieder echter duidelijk zijn, dat
de Textielarbeider met verlegenheidsargu
menten werkt.
Wie het verloop van den strijd gevolgd
heeft, is het niet ontgaan, dat de strijd van
de toen nog samenwerkende organisaties
niet alleen ging tegen de aangekondigde
loonsverlaging, maar veel meer nog tegen de
willekeur van de fabrikanten, die sinds men-
schenheugenis elk overleg met de organisa-
ties afwezen en zooals ook de Textielarbei
der het aangeeft met geweldige machtsmid
delen elke eisch wisten door te voeren.
Tegen dat optreden vooral ging de
strijd; t was een strijd om „menschen-
rechten als zoodanig is hij dan ook van
den beginne af aangekondigd en in dat licht
bezien is deze strijd voor alle organisatie's
een overwinning.
En het zou ook voor de Moderne Textiel
arbeiders een overwinning zijn gebleven, als
zij niet de dwaasheid hadden begaan, om
over de „confessioneele" organisatie's heen
den strijd voort te zetten.
De angst voor de revolutionairen en de
lust tot hakkenzetterij heeft hen parten ge
speeld en is zooals iedereen vooruit kon
bezien met een nederlaag voor de mo
dernen geëindigd.
Hel stukje geschiedenis in Twente is te
leerzaam om het te laten verminken, want
het waren niet de modernen alleen die het
voorstelden alsof van hen alleen de beslis
sing afhing.
En als uit dit conflict tenslotte een wat
beter geregeld overleg zou groeien dan is
dat zeker een der grootste voordeelen van
het conflict te noemen, maar dan ook uit
sluitend verkregen door de standvastige
houding van de „confessioneelen" die zich
niet lieten meetrekken in het dwaze avon
tuur van de Modernen en syndicalisten.
A. J. L
EEN LEEMTE.
Onder de vele en belangrijke gegevens,
die- wij dit jaar weer in het jaarboek van
hel R. K. Vakbureau aantreffen, behoort
ook het overzicht betreffende de adspi-
ranten.
Meer dan in eenig ander hoofdstuk geven
de ciifers daarop betrekking hebbend, een
droevig beeld te zien en wijzen op een
leemte welke wij m.i. niet straffeloos kun
nen bestendigen.
Van 12878 adsp. op 31 December 1920,
handen, die de vergeelde ivoren knop ge
vangen houden.
Vermoedelijk heeft ie geen haren meer,
want het paarsig-bruin gesleten kaasbol
hoedje is te wijd geworden en drukt de
groote oorschelpen tot gewelfjes.
De mond, 'n lange, diepe geul van kaak
tot kaak, loost aanhoudend pruimsap en Is
nimmer in volmaakte rust, al zwijgt ie.
Rechts zit de lange „meneer"; of liever:
het overschot van iemand, die er vroeger,
om wille van z'n betrekking, als heer
moest uitzien.
Hij maakt de indruk van iemand, die er,
met z'n ouderdomsrente er bij, en voor 'n
klein kostgeldje ergens inwonend, maar juist
kan komen. Z'n kleeding zit netjes doch
is tot de draad versleten. Z'n gezicht is
baard- en snorloos, doch erg ruw en stop
pelig op de plaatsen, die gewoonlijk door
deze mannelijke gelaatsversieringen worden
ingenomen. In z'n rechtop-zittende houding
steekt ie nog 'n hoofd boven de gepensio
neerde uit en laat, met medewerking van 'n
wijde, liggende boord, 'n griezelig lange
hals met staag werkende adamsappel zien.
Zoo zitten ze ook vandaag reeds uren op
de bank en praten over het heden en het
verleden, in minachtende vergelijkingen
tusschen de brave oude en de bedorven
nieuwe tijden.
„De dokters van tegeswoordig, nou we
't er toch over hebben" zegt 't magere
mannetje met de stok „de dokters van
zijn we met zeer 'groote sprongen gekomen
op 3195 op 31 December 1923; hetgeen dus
geen vierde gedeelte meer is van het aantal
wat we drie jaren terug hadden*
We mogen aannemen, dat er intusschen
heel wat als „vol" lid zijn overgeschreven,
maar dat verandert aan het verschijnsel
zelf maar heel weinig; want het feit blijft,
dat de toevoer van onderen niet in orde
is. In verhouding tol het ledental der groo-
ten wat toch ook duchtig geleden heeft
maken wij met onze adspiranten al een
heel slecht figuur. Wat op zich zelf be
schouwd weer niet zoo heel erg zou zijn,
indien we niet moesten duchten dat we
daarvan de meest schadelijke gevolgen zul
len ondervinden.
In procenten uitgedrukt ging het aantal
leden over 1923 terug met 17, 61 pet., dat
der adspiranten met 45, 15 pet. Het Dio
cees van Roermond slaat het record met
57, 70 pet., het Diocees van Haarlem staat
het gunstigst met een verlies van nog 39,
98 pet.
Waar de toename en afname van de ad
spiranten gelijke tred houdt met dat der ge
wone leden, zullen het wel dezelfde facto
ren zijn die daarop hebben ingewerkt; wat
niet weg neemt, dat de terugslag van het
aantal adspiranten nog heel wat pijnlijker
zal worden gevoeld. Niet alleen omdat die
terugslag relatief vee! grooter is, maar
vooral omdat de gevolgen veel ernstiger
zullen zijn.
En voor de organisaties èn vóór de be
trokken jongens. Het zal althans geen ge
makkelijk werk zijn om aannemelijk te
maken dat de moeilijkheden welke de
vakbeweging in de toekomst ongetwijfeld
het hoofd zal moeten bieden, geringer zul
len zijn dan wat het voor de ouderen on
der ons is geweest, toen zij onvoorbereid,
zonder kennis van de maatschappelijke ver
houdingen zonder eenig bèteekenend in
zicht in het economisch gebeuren, den weg
moesten zoeken; we kunnen toch ook nog
niet vergeten zijn hoevelen bij dat zoeken
en tasten van het juiste pad zijn geraakt.
Maar: we zouden het voor hen die na
ons zouden komen wel beter inpikken, wt
zouden hen van jongsaf opleiden niet
slechts in zaken rechtstreeks den Gods
dienst, maar ook het sociale leven betref
fende.
De uitkomst zal wel niemand geheel be
vredigen, tenzij dan wellicht de weinigen,
die in onze R. K. Vakbeweging nog maar
steeds niet anders kunnen zien, dan een
ding waarmede we - jammer genoeg -
nu eenmaal opgescheept zitten, maar dal
toch eigenlijk nergens anders voor dient
dan om de menschen ontevreden te maken.
Met uitzondering dan van dezulken, zul
len allen er wel van doordrongen zijn dat
we ten aanzien van de adspiranten-wer-
ving of opleiding' voor een belangrijk te
kort staan, hetwelk zich binnen niet al te
langen tijd wreken moet.
Die „aankomende arbeiders kan men
nu nog wel eenige jaren zoet houden met
wat sport e.d. maar als zij straks het volle
leven zullen mee te maken hebben, zullen
zij vreemd staan tegenover alles wat hen
juist in die moeilijkheden zou kunnen helpen
en steunen; en verliezen wij hen op sociaal
terrein, dan wordt het gevaar groot dat zij
ook voor den Godsdienst verloren zullen
gaan.
Het lijkt mij nimmer goed om de werke
lijkheid niet te willen zien, maar op dit ter
rein, waarop zooveel groote belangen lig
gen, zou het al heel kortzichtig zijn. Of wi)
de zaak theoretisch al mooi voor elkander
hebben lijkt mij van niet zoo'n groote be
teekenis; t gaat er maar om of we ook
practisch op den goeden weg zijn en weten
te voorkomen dat een groot deel van onze
jongens straks de gelederen zullen verster
ken van hen die zoowel op maatschappe
lijk als op Godsdienstig gebied onze tegen
standers zijn. A. J. L
HET HAVENARBEIDERSCONTRACT
VOOR AMSTERDAM.
Door de drie contracteerende organisa
ties in het havenbedrijf is het volgende
schrijven gezonden aan de Scheepvaartver-
eeniging „Noord":
„Wij hebben de eer U mede te deelen,
dat, nu de collectieve loons- arbeidsover
eenkomst einde dezer maand afloopt, onze
besturen met hunne leden ernstig hebben
overwogen, op welken grondslag een goede
basis voor een nieuwe overeenkomst kan
worden verkregen.
Onze besturen zijn van oordeel, dat de
huidige overeenkomst geen bevrediging
biedt. Inmiddels zijn wij gaarne bereid tot
de afsluiting van een nieuw contract mede
te werken, indien daarover tot behoorlijke
overeenstemming kan worden gekomen.
Wil men tot een bevredigende positie ko
men dan achten wij eenige verbetering der
huidige voorwaarden dringend noodig.
Wij stellen U derhalve de volgende wij
zigingen voor:
lo. Verhooging van de dagloonen der losse
arbeiders met 40 cent, dus op een loon van
6.per dag;
■2o. Verhooging van de weekloonen der
vaste arbeiders met 2.met een minimum
van 30.— per week;
3o. Verhooging van het garantieloon met
2- per week;
4o. Herziennig van de tariefregeling op
grondslag van bovenstaande verlangde wij
zigingen.
5o. Afschaffing van de combinatie mid-
dagtaak met een eerste nachttaak.
Voorts is door onze leden de wensch uit
gesproken weder te komen tot invoering
van de gedeeltelijke nachtrust. Wij stellen
het op prijs in de gelegenheid te worden
gesteld bovenstaande voorstellen in bespre
king nader toe te lichten en te verdedigen
en zien Uwe uitnoodiging daartoe gaarne
spoedig tegemoet."
Verlenging van de arbeidstijden.
De Minister van Arbeid, heeft aan hoof
den of bestuurders van ondernemingen,
waarin het heerenkleedingbedrijf wordt uit
geoefend, in alle gemeenten des Rijks ver
gund, dat in hun ondernemingen in de tijd-
tegeswoordig. die snije maar.... die
snije maar.asse ze niet kenne vinde
wat je mankeert, dan zette ze sebiet 't
mes t'r in. 'k Heb 't gehad met 'n dochter
van me. 'n jaar of wat terug. Die had
't an d'r ingewandensoms lee ze te
schreeuwe van de pijn.... 't Most opera
tie worde.... daar hielp niks an.... zóó
kon ie d'r toch niet behandele zeit ie....
Nou, ze hebbe 't mensch zoowat in tweeë
gesneëe. en late ze nou niks, effetief
niks bij d'r kenne vinde!! Ze hebbe d'r zóó
weer dicht kenne naaie."
„Nee, dan de dokter die i k vroeger
over de vloer had" zegt de gepensioneer
de middenman „dat was nou wat je
noemt, 'n echte, degelijke, ouwerwetsche
dokter, 'n Man die z'n oogen de kost gaf
en om zoo te zeggen 'teene geval toetste
an 't andere geval, om daar later z'n voor
deel mee te doen, snap je? De man is al
jaren dood, maar zóó heb ik 'r nog nooit
eentje terug gezien. Als 't eenigszins kon
zou ie je nooit op kosten jagen van de
apotheek. Als ie 't met 'n gewoon middeltje
afkon, zonder dure poeiers en pillen en
drankies. dan deed ie 't. 'k Zal nooit ver
geten dat geval met me buurman, dat was
'n schoenmakerdie kreeg me daar op
eens de typhus.... 'n Week lang had ie
al tusschen dood en leven gezweefd.... en
Iop 'n morgen komt de dokter dezelfde
waar ik 't nou over heb bij 'm.... en
ziet, dat ie 'n heel stuk is opgeknapt....
vakken van 13 October tot en met 29
November en van 30 Maart tot en met 6
Juni 1925 door arbeiders van 16 jaar of
ouder, in afwijking van het bepaalde bij de
artt. 23 en 24 der Arbeidswet 1919, geduren
de 914 uur per dag en 53 uren per week
arbeid wordt verricht, onder voorwaarde:
dat, behoudens het bepaalde in art. 22, le
lid, van het Werktijdenbesluit voor fabrie
ken of werkplaatsen 1923, betreffende het
werken op Zaterdag tot 9 uur des namiddags,
de arbeidstijd van bedoelde arbeiders in
zijn geheel gelegen is, hetzij tusschen 7 uur
des voormiddags en 7 uur des namiddags,
hetzij tusschen 8 uur des voormiddags en
8 uur des namiddags; dat de betrokken ar
beiders in de week, waarin zij arbeid ver
richten op Zaterdag na 1 uur des namiddags,
geen arbeid verrichten hetzij op tenminste
één anderen werkdag na één uur des na
middags, hetzij op een Maandag vóór 12 34
uur des namiddags.
Hoofden of bestuurders van de hierboven
bedoelde ondernemingen worden er aan her
innerd, dat: zoolang van de vergunning ge
bruik wordt gemaakt, overeenkomstig het
bepaalde bij art. 10, derde lid, van het Rust
tijden- en Arbeidslijstenbesluit voor fabrie
ken of werkplaatsen 1923 uit een naast de
arbeidslijst opgehangen geschrift op duide
lijke wijze de regeling van de arbeid- en
rusttijden moet blijken; voorts dat op de
dagen, waarop ingevolge deze vergunning
langer dan 814 uur per dag arbeid wordt
verricht, overeenkomstig het bepaalde bij
art. 3 van vorengenoemd Rusttijden- en
Arbeidslijstenbesluit, de arbeid van een ar
beider niet na ten hoogste 414 uur arbeid
behoeft te worden afgewisseld door een on
afgebroken rusttijd van ten minste een half
uur, onder voorwaarde, dat zijn arbeid tel
kens na ten hoogste 414 uur arbeid wordt
afgewisseld door een onafgebroken rusttijd
van ten minste een kwartier en bovendien
na ten hoogste 634 uur na het begin van
zijn dagelijkschen werktijd door een onaf
gebroken rusttijd van ten minste een 34 uur.
Dezer dagen zullen, naar de Tel. ver
neemt, de Bonden van Melkveehouders een
beslissing nemen in zake de bij den melk
handel in te dienen voorstellen tot verhoo
ging van den melkprijs te Amsterdam. De
melkveehouders achten een prijsverhooging
op 18 dezer noodzakelijk in verband met de
zeer hooge prijzen, welke thans voor kaas,
gecondenseerde melk en boter gemaakt
kunnen worden. De handel daarentegen zal
trachten althans deze maand nog een prijs
verhooging tegen te houden in verband met
den vacantietijd, waarin het melkdebiat in
de hoofdstad vergelijkenderwijze zeer ge
ring is. 't Zal echter niet kunnen uitblijven,
dat met 1 September a.s. de melkprijs met 2
cent omhoog gaat en dus van 17 op 19 cent
per liter komt.
WELRIEKENDE STOFFEN ALS ANTI-
SEPTICA.
In het „Ned. Tijdschrift voor Genees
kunde" geeft dr. M. A. van Andel beschou
wingen over de „klassieke wondermiddelen."
Hij schrijft over de welriekende stoffen en
speciaal over de amber, die indertijd een
zoo belangrijke rol speelde.
Dat aangenaam of sterk riekende stoffen,
aldus de schrijver, ontsmettende eigenschap
pen bezitten en met voordeel kunnen gebruikt
worden om de lucht te zuiveren en de mensch
voor besmetting te vrijwaren, is een der ge
loofsartikelen der oude geneeskunde, dat,
misschien meer dan andere, op goede gronden
rust. Berookingen met welriekende kruiden
en plantenproducten zooals rosemarijn, sa
lie, polye (Pulegium vulgare Mill.), jenever
bessen en twijgen, majoraan (Origanum
Majorana), lavendel, ruit, valeriaanwortel,
angelica, carduus benedictus, kamillen, krui-
semunt, basiliënkruid (Ocimum Basilicum
L.), welgemoet (Origanum Vulgare L.),
alsemknoppen, coriander, myrrhe en wierook
komen als maatregel tegen besmetting en
middel tot zuivering in nagenoeg alle pest-
boekjes en pestkeuren voor, terwijl boven
dien met aandrang wordt aanbevolen, ver-
sche welriekende bloemen en gewasschen in
de kamers te houden.
Als persoonlijk voorbehoedmiddel tegen
de besmette lucht droeg men dergelijke
kruiden of stoffen bij zich, of wel een spons,
gedrenkt met een aftreksel van geurige krui
den in azijn, die men bij het naderen van
verdachte personen, of het betreden van be
smette plaatsen voor neus en mond hield.
Het bekende pestkostuum voor den arts,
waarb ij het hoofd omhuld werd door een
kap met groote neus, bestemd tot opneming
van allerlei aromatische stoffen, waardoor
de lucht moest heenstrijken, voordat zij
kon worden ingeademd, is een andere, ver
nuftige toepassing van dit voorbehoedmiddel.
Een eenigszins volledige opsomming te
geven van deze oude ontsmettingsmiddelen,
is een hopelooze taak, die weinig zin heeft,
onze voorouders wisten ook hier, evenmin
als in hun therapie, maat te houden, zoodat
de stroom van min of meer beproefde en
geliefde antiseptica in den loop der eeuwen
tot in het oneindige gewassen is. Onder die
middelen namen sterkriekende dierlijke stof
fen, zooals muskus, bisam, caastoreum, civet
en amber een voorname plaats in, die zij niet
alleen aan hun natuurlijke eigenschappen,
maar zeker ook aan hun zeldzaamheid en
kostbaarheid dankten.
De laatste stof, de amber, op het oogenblik
nog een onmisbare en hooggeschatte grond
stof voor de reukwerkfabricatie, heeft zijn
naam gegeven aan een eigenaardigen vorm
van geneesmiddel, dien onze tijd niet meer
kent, den amberappel of pomum ambrae,
een uit allerlei geurige stoffen te zamen ge
en wel zóó, dat ie overeind in z n bed zat
en er wel heel graag uit wou.
„Wat is hier gebeurd?" zegt de
dokter.
„Niks bijzonders" zegt de schoenma
ker. „Ik heb gisteravond twee borden
zuurkool met spek gegeten en daarna was
'k heelemaal opgekikkerd.... en dat is tot
nog toe zoo gebleven."
„Nou, je begrijpt, onze dokter staat daar
van te kijken.... en wat doet ie? Hij
neemt z'n notitieboekie uit z n zak en
schrijft er in: „Typhus.... zuurkool met
spek."
„Zie jedat was zoo altijd z'n ge
woonte.... zulke gevalletjes schreef ie
meteen ,op, om ze later weer te pas te
brengen. Z'n heele boekie stond 'r zoowat
vol van. Maar om kort te gaan.... 'n half
jaar later is 'r drie straten bij me vandaan
ook weer 'n typhus-geval. Dat was 'n kleer
maker, 'n man met 'n groot gezin.... k
heb 'm best gekend. De dokter komt er bij
en denkt direct an de schoenmaker van 'n
half jaar geleëeHij schrijft geen dran-
kie of poeier voor, maar zegt: Direct zuur
kool met spek laten klaarmaken en daar
twee borden vol van opeten. De kleerma
ker doet 't.... De dokter komt de andere
morgen kijken ende patiënt is dood."
„Dood?"
„Hoe zeg je? Dood?
„Ja.direct na 't eten van de zuur
kool met spek was ie gekrepeerd, zee z'n
vrouw."
kneeden bal of appel, waarvan de amber
een der hoofdbestanddeelen vormde. De
samenstelling van dit kostbare en duurzame
middel is zeer wisselend iedere schrijver
geeft blijk van zijn zelfstandigheid door er
nieuwe stoffen aan toe te voegen, of oude
uit weg te laten de amber echter wéét zich
onder alle omstandigheden te handhaven.
Een zeer eenvoudig voorschrift, uit het
laatst der 17de eeuw afkomstig, geeft als
grondstoffen op civet, grijzen amber, roze-
water, benzoëhars en fijngesneden rozen
knoppen, door middel van arabische gom
tot een massa vereenigd. Van deze massa
kneedt men den amberappel, na de handen
met jasmijnolie ingewreven te hebben.
Dit betrekkelijk eenvoudige voorschrift
wordt verre overtroffen door een ander, uit
het midden der 14de eeuw afkomstig, waar
voor niet minder dan een-en-dertig verschil
lende stoffen gebruikt worden en dat des
alniettemin uitdrukkelijk wordt aangeduid
als „pomum ambre non preciosum." Wan
neer wij zien, dat daarvoor o.a. styrax, ara
bische gom, myrrhe, wierook, sandelhout,
muscaatnoot, kruidnagel, spica nardi, ka
neel, muscus en grijze amber noodig waren,
die met behulp van welriekende oliën dooreen
werden gemengd, en weten, hoe kostbaar
in dien tijd dergelijke balsems, oliën en vooral
de specerijen waren, worden onze verwach
tingen van een recept voor een amberappel,
die wèl den naam presiosum voeren mag,
hoog gespannen. Onze vrees, dat het aantal
bestanddeelen van het hier beschreven mees
terstuk der oude artsenijkunde door dat van
den „pomum ambre pro magnatibus" verre
zal worden overtroffen, blijkt echter onge
grond; dit kostbaar product bestond alleen
en uitsluitend uit grijzen amber, die meer
dan eenig andere stof, de eigenschap heeft
de membra principalia op te wekken en te
versterken en haar levensgeesten te vermeer
deren.
Men schrijft uit Enschedé aan het Vad.:
Door de Lonneker politie werden Dinsdag
morgen in het bosch op de Hooge Boekei
onder Lonneker een rijwiel, een pet en een
portemonnaie met 66 gevonden.
Deze vondst deed vermoeden, dat in den
nacht een moordaanslag zou hebben kunnen
plaats gehad en den geheelen morgen werd
de omgeving dan ook afgezocht, evenwel
zonder resultaat. Er werd niets verdachts
gevonden, 's Middags toog men wederom op
onderzoek uit en zeker zou op het oogenblik
dat wij dit schrijven, door de Lonneker
politie nog steeds ijverige nasporingen wor
den gedaan, ware het niet, dat zich in den
loop van den middag op het gemeentehuis
aldaar iemand meldde, die zich als de eige
naar van de gevonden voorwerpen bekend
maakte.
Hij had den vorigen avond wat al te diep
in het glaasje gekeken, zich in het bosch te
slapen gelegd en was des morgens nog niet
nuchter genoeg geweest om te beseffen, dat
hij nog een pet op, een fiets bij zich en een
portemonnaie in den eak had gehad.
Men meldt uit Utrecht
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
heeft alhier een ernstig ongeluk plaats gehad
aan „De Stad Deventer I," een boot van de
Mij. „Concordia," die aan de Nieuwe Kade
lag bij de Rijksmunt, om gelost te worden.
Terwijl een der knechts, een 26-jarige man
uit Arnhem, zich in de duisternis aan wal be
gaf, om de boot aan een paal te bevestigen,
kwam deze man met zijn rechtervoet in den
kabeltros terecht, waardoor dit lichaamsdeel
in één oogenblik geheel afgeknepen werd
en in het water viel.
Toen zijn 46-jarige kameraad, afkomstig
uit Gorinchem, den ongelukkige ter hulp
wilde komen, struikelde deze en viel hij
in het ruim, waarbij hij zijn rechterenkel
brak.
Beide mannen moesten ter verpleging naar
de Rijksklinieken worden vervoerd. De toe
stand van den 26-jarigen knecht is zeer ern
stig.
Eenigen tijd geleden vervoegde zich bij
een drukker in de Fagelstraat te Amsterdam
een persoon, die zich uitgaf als de zoon van
den directeur van de Utrechtsche Bijzon
dere Hoogere Burgerschool met 5-jarigen
cursus Jan van Nassau. Hij bestelde bij den
drukker 100 diploma's op naam van deze
school.
Daar de drukker ondanks zijn herhaalde
pogingen na de levering van het drukwerk
het verschuldigde bedrag niet kon los krij
gen en hij argwaan begon te koesteren, wend
de hij zich tot de politie.
Uit het door de politie ingestelde onder
zoek is komen vast te staan, dat in Utrecht
bovengenoemde school niet bestaat. Er be
staat wel een school Jan van Nassau, doch
dit is een kweekschool voor onderwijzers.
De besteller van het drukwerk, wiens adres
bekend was, werd daarop door de politie
.aangehouden. Bij een huiszoeking te zijnen
huize verricht, werden nog 90 exemplaren der
diploma's gevonden, welke in beslag geno
men werden. Hij verklaarde, dat hij de an
dere tien exemplaren had verscheurd en dat
hij de diploma's „zoo maar eens" had laten
drukken. Daar er tegen hem geen directe
aanwijzingen waren, moest hij worden in
vrijheid gesteld.
De commissaris van politie in de achtste
sectie te Amsterdam vermoedt evenwel, dat
de diploma's onrechtmatig zijn gebruikt.
Thans wordt onderzocht, of dit vermoeden
op waarheid berust.
In de nabijheid van Arles (Frankrijk)
maakten twee jonge geestelijken een wande
ling met een aantal kinderen van een patro
naat. Tegenover het Chateau-des-Sables
in de Rhöne wilden enkele kinderen baden.
Een jongetje van 11 jaar zonk echter in de
diepte weg. Een leerling, die in de nabijheid
was beproefde hem te redden, maar verdween
ook in de diepte.
Een der geestelijken sprong nu de kinderen
na en wist beiden te grijpen. De kinderen
klemden zich echter zoodanig aan hem vast,
dat hij, niettegenstaande hij een goed zwem
mer was, niet meer de macht behield over
zijn bewegingen.
De andere geestelijke begaf zich toen oc':
te water, maar vermocht dedrenkelinge-:
niet eens te bereiken. Alle vier verdronken.
Een paar jongemannen, pleegzonen vaft
den heer P. uit Eelde (Geld.), reden in Don
deren per motor in razende vaart in de rich
ting Paterswolde, toen zij voor een automobiel
moesten uitwijken. Door de kolossale snel
heid hebben zij daarbij waarschijnlijk het
stuur niet kunnen houden met het gevolg,
dat zij tegen een paal van het electrisch net
opbotsten en de bestuurder zoowel als de
duorijder er met groote kracht werden afge-
slingerd. De duorijder had een gecompli
ceerde bekkenbreuk, terwijl de arm van der
berijder totaal afgeknapt is. Beiden zijn in
het ziekenhuis te Groningen opgenomen.
Een dertien-jarige jongen die aan de Rijn
kade te Arnhem aan het visschen was, it
plotseling uitgegleden en te water geraakt.
Hoewel onmiddellijk hulp werd verleend,
is men er niet in geslaagd, den jongen, dia
in de diepte verdween, te redden.
„De Grondwet" meldt, dat men tot ver
mindering van het aantal Raden van Arbeid
zal geraken, vooral door de invoering van
machinaal-administratie.
Wil een bepaald ressort een zelfstandigen
Raad van Arbeid bezitten, dan zal in dit
ressort een bepaald aantal verzekerings-
plichtigen moeten worden aangetroffen. Daar
vermoedelijk acht Raden van Arbeid dit ge
tal niet zullen behalen, zullen deze bij in
voering van den reorganisatie worden op
geheven en gecombineerd met Raden van
Arbeid uit aanliggende ressorten.
Uit Weltevreden wordt gemeld, dat de
gouverneur-generaal het beschermheerschap
van de Luchtvaartvereeniging heeft aan-,
vaard.
De inspecteur, hoofd van den Planten-
ziektenkundigen Dienst, de heer N. van
Poeteren, te Wageningen, brengt het vol
gende ter kennis aan hen, die aardappels
naar Duitschland wenschen uit te voeren.
Voor enkele weken is aan belangheb
benden medegedeeld, dat aardappelen, wel
ke naar Duitschland uitgevoerd zouden
worden, van een gezondheidscertificaat van
den Plantenziektenk. Dienst voorzien moe
ten zijn. Deze mededeeling was gebaseerd
op een van den Direktor der Reichs Bi-
ologischen Anstalt te Dahlem (het hoofd
van den Duitschen Pflantzenschutzdienst)
ontvangen en later nog eens door dezen
bevestigd bericht, dat de Duitsche douane
beambten een gezondheidsverklaring van
den Plantenziektenkundigen Dienst bij in
voer eischten.
Thans evenwel is gebleken, dat dit be
richt niet geheel juist was. De Duitsche
douanebeambten hebben niet de opdracht
bij elke zending aardappelen het boven
bedoelde certificaat te eischen, maar zij
kunnen het eischen, en dit geheel naar ei
gen inzicht.
Het is dus ook geheel aan het inzicht van
de Nederlandsche exporteurs overgelaten,
of zij inspectie voor hunne zendingen zul
len aanvragen. De directe doorzending van
wagons, die voorzien ziin van een certifi
caat, is echter gewaarborgd.
Aangezien de certificaten van den Plan
tenziektenkundigen Dienst alleen afgegeven
worden na inspectie der zending, en deze
inspecties door het personeel van dien
dienst niet in de Duitsche grensstations uit
gevoerd kunnen worden, kan afgifte van
certificaten voor zendingen, die de gren-
reeds gepasseerd zijn, niet meer plaats
vinden, terwijl voor tijdige inspectie aan
het Nederlandsche grensstation, mede in
verband met de bezwaren, aan inspectie
van geladen wagons verbonden, niet kan
worden ingestaan.
De gelegenheid wordt evenwel geopend
om zooveel mogelijk op alle plaatsen van
inlading inspectie der uit te voeren aard
appels te doen plaats vinden. De inspecteur
zal gaarne spoedig van handelaren verne
men, in hoeverre zij, van deze gelegenheid
gebruik wenschen te maken. Voorloopig ge
lieve men aanvragen voor inspectie te rich
ten tot het hoofdbureau van den Planten
ziektenkundigen Dist te W ageningen, min
stens 2 etmalen voor de inlading zal plaat»
vinden. Zeer spoedig zal worden bekenc
gemaakt, tot welken kring-ambtenaar men
daarna zijn aanvragen voor inspectie moet
richten.
Opgemerkt dient nog te worden, dat als
een zending vergezeld gaat van een ge
zondheidsverklaring, daarvoor alleen ge
bruikt mogen worden de door den Planten
ziektenkundigen Dienst (Staatlichen Pflan-
zenschutzdienst) afgegeven certificaten.
„Nou, da's ook wat.... En de dokter?"
„Weet je wat die dee? Die haalt z'n no
titieboekje te voorschijn, zoekt 't blaadje
op waar ie had geschreven: „Typhus....
zuurkool met spek"..*, en schrijft er on
der:
„Voor 'n schoenmaker best.
Voor 'n kleermaker de pest."
De twee gezichten aan weerszijden van
de verteller wenden zich verbaasd naar 't
middenpunt van de bank.
De verteller zit zoetjes te lachen, met
koddige snotter-grinnikjesz'n half toe
geknepen oogen lijken pinkelende sterre
tjes.... en de zware horlogeketting met de
figuren en gekleurde steenen bibbert op 't
schuddende span-buikje.
,,'t Is 'n mop" - zegt de lange met de
griezel-hals, en lacht kiespijn-achtig.
't Mannetje met de beef-knietjes kijkt
stroef, werkt heviger met z'n mummel-
spleet, die 'n nijdig straaltje bruin naar 't
kiezelpaadje zendt.
„Da's geen werk" schurkt ie zich naar
't eind van de bankDas geen werk
as 'n mensch in 't gemoedelijke over
ies praat. dan mot je van te vore zegge,
dat 't 'n bak is
,,'t Buikje van de gepensioneerde blijft
prettig schudde-dansen, de oog-sterretjes
laten vette lach-traantjes vrij.... en de
neus laat nog lang de komieke snorkjes
hooren, G. N.
Ik heb gehoord
dat de rijwielbelastingpenningen zich ir
de bijzondere populariteit van publiek er
pers verheugen, evenals de asphalteering ir
de Groote Houtstraat.
dat de uitvinder van bovengenoemde
penningen, zoo niet e i g e nwijs, toef
minstens niet wijs is.
dat ze overal voor tien tot vijftig c~"t
naar gelang vraag en aanbod worder
gepresenteerd, doch dat niemand, di e dal
vertelt, ze je kan leveren.
dat 's Zaterdags en 's Maandags op de
markt verscheidene apen van jongens met
de handen in hun zakken met blikjes loo-
pen te Rammelen, om de „stille pikkers
te treiteren.
dat de man, die reeds driemaal 'n nieuw»
kocht, een prijsvraag wil uitschrijven vooi
de beste methode om de penningen veilij
te bevestigen.
dat er in vel? plaatsen van den lande eer
nieuwe industrie is tot stand gekomen: hei
vervaardigen van meergenoemde penningen
dat de schade, die het rijk heeft door die
duizende namaak-penningen, ruimschoots,
wordt vergoed door het niet meer hoeven!
uitkeeren van vele werkloozen, die in die,
nieuwe industrie een werkkring hebben ge
vonden.
en dat de rijwielbelastingpenningengap.
pers een bond willen oprichten, om te ko-i
men tot vaststelling van minimum-prijzen,
wijl door talrijke collega's het artikel schan
dalig wordt verknoeid.