^gflIEUWS ELCK WAT WILS. TREKJES NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Zaterdag 16 Augustus wie zich aan een ander spiegelt.,. No. 360. HANDEL EN NIJVERHEID. Uit het Heerenkleedingbedrijf. De melkprijsverhooging te Amsterdam. In katterigheid. Ernstig ongeluk. Valsche diploma's? Geestelijke verdronken bij een reddingspoging. Droevig terechtgekomen. Bij 't visschen verdronken. BINNENLANDSCH NIEUWS, Vermindering Raden van Arbeid. Beschermheerschap luchtvaart vereeniging. LMB0UW EN VISSCHERIJ. Invoer van aardappelen iri Duitschland. i Te Antwerpen is de vorige maand een In ternationale conferentie gehouden over Ka tholieke Arbeidersorganisaties. Uit het verslag, dat ik vond in het Vlaam. «che blad „De Tijd" is moeilijk op te diepen, welke beteekenis deze Conferentie voor de toekomst zal kunnen hebben; ook bleek niet, dat men het over den organisatievorm geheel eens is kunnen worden, zoodat zelfs een besluit ten gunste van den 8-urendag is genomen, ofschoon van uit Nederland slechts vertegenwoordigers van de Standsorganisatie tegenwoordig waren. We behoeven de vraag dus niet testellen in welke eigenaardige positie de Nederland- sche vertegenwoordigers zouden gekomen zijn, indien- eens een tegenovergesteld be sluit was genomen, wijl zulks nu elke prac- tische beteekenis mist. Van meer belang lijken mij de rapporten, die uitgebracht zijn over den toestand in de verschillende landen. Daaruit is in elk ge val wel wat leerzaams te putten. De cijfers, gegeven door den Eerw.Pater Arnou, S.J. geven een droevig beeld van de gesteltenis in Frankrijk; maar ook de gege vens uit het naburige België zijn niet De- paald rooskleurig te noemen en worden nog droeviger, als wij bij -het aangeven der oor zaken, tevens vernemen, dat zij voor een, niet gering gedeelte te danken zijn aan het feit, dat vooraansaande kaholieken van de sociale nooden van het volk niets begrepen hebben, door hun behoudensgezindheid het vertrouwen der Katholieke arbeiders heb ben geschokt en hen als 't ware naar de so cialisten hebben gejaagd. Hoe sober het verslag ook is gesteld, het is één aanklacht tegenover hen, die de groote sociale belangen van het volk ondergeschikt hebben gemaakt aan hun klasse-belang; of minstens omdat zij van die volksbelangen niet voldoende notitie namen, met het ge volg, dat er tienduizenden ten gronde gingen en nog zullen gaan: „E. H. Colens, geestelijke raadgever van het A. C. W. van België, geeft verslag over den „toestand op godsdienstig gebied van de Belgische nijverheids werklieden". België is een Katholiek land, in dien zin tenminste dat de groote meerderheid der geloovigen den katholieken godsdienst be lijdt. Heel het privaat en openbaar leven is doordrongen van het Katholicisme. Wat meer is, België is het eenige land, dat gedurende dertig opeenvolgende jaren, van 1884 tot 1914, een katholieke regeering heeft gehad, waarvan de leden zich verbonden in het openbaar leven de rechten van den Katholieken godsdienst te verdedigen. Wij stellen nochtans vast, dat de nijver heidsarbeidersklasse, in groote massa, on verschillig en tegenstandig is geworden aan den katholieken godsdienst. Tachtig ten hon derd der nijverheidswerklieden gaan niet ■mejr naar de Kerk. Het getal der burgerlijke huwelijken en begrafenissen groeit op onrustwekkende manier aan, de godsdienstige toestand wordt meer en meer bedroevend in alle streken van België. Het onderzoek der oorzaken toont ons aan, dat de hoofdreden van den achteruit gang op godsdienstig gebied te zoeken is :n den invloed der socialistische organisaties op de arbeidersklasse. Het Belgische socialis me is anti-katholiek in zijn beginselen en in zijn sociale actie. De eerste kiem der socialistische organi saties werd geleverd door niet-katholieke arbeiders. Maar duizenden katholieke' ar beiders zijn in de socialistische arbeidersor ganisaties getreden, tegen hun godsdienstige overtuiging in, en hebben, na eenigen tijd, hun geloof verloren. Het anti-katholieke karakter van het so cialisme was Waarblijkend van het begin af, het werd door alle katholieke werken en door de geestelijkheid gezegd en geschre ven. Ue Belgische katholieken hebben niet op tijd de sociale werken georganiseerd, die beantwoordden aan de behoefden der ar beidersklasse, en het vertrouwen der arbei ders hadden. De arbeiders hebben bij de katholieke par tij, al te eng behoudsgezind niet die stevige verdediging gevonden hunner klassebclan- gen. De Katholieke behoudsgezindten ston den al te veel vijandig tegenover de wettige eischen der arbeiders, en daarvoor zijn ze naar de socialisten geloopen. Waar wij de belangen der katholieke ar beiders verdedigen, blijven de katholieke ar beiders bij ons. (Toej.)". Een schip op het strand, een baken in zee zegt een Hollandsch spreekwoord. Ook bij ons zijn er, die nog maar steeds benauwd zijn dat we te ver gingen, dat we nog steeds te ver gaan met onze sociale maatregelen en dat we hoe eer hoe beter terug moeten komen van onzen verkeerden weg. Maar als we daar dan zien staan in al zijn ijzigheid; hoe het verwaarloozen van de so ciale taak een toestand heeft opgeroepen, waarbij 80 pCt. van de werklieden uit de nijverheid vijandig staat tegenover den Godsdienst en niet eens meer naar de kerk gaat, dan moet men elk stukje liefde Bank-gesprek. Iedere morgen zitten ze op dezelfde bank Van 't stadspark. Ze zitten er lekker beschut, want de geweldige boom, wiens stam er vlak achter staat, laat niet gauw regen door en houdt Veel wind tegen In 't midden zit de gepensioneerde ge meentewerkman, 'n kort, stevig bonkie mensch met 'n gebruind gezicht, 'n volle, donkergrijze snor, borstels van wenkbrau wen en dikke, krullende haren, die nog veel zwart hebben en 'n blauwe koordjes- Pet dragen. Je zou 'm hoogstens vijftig geven. Hij heeft steeds de handen in z'n broek- Zakken en'laat zoo 't gezicht vrij op 'n ge spannen buikje, dat 'n zware horlogeketting met veel figuren en gekleurde steenen torst. Meestal heeft h ij 't woord, rustig, zonder opzettelijk beweeg of kracht-bijzettende articulaties. Links van hem zit 't magere mannetje met de steungevende wandelstok tusschen de knieën, die immer beven, evenals de voor den evenmensch wel verloren hebben, als men, met zulke cijfers voor oogen, zich nog een oogenblik bezorgd kan maken over de vraag of het misschien niet iets voordee- liger zou zijn geweest, wanneer we een wei nig minder ver waren gegaan. Waarbij vooral niet uit het oog mag ver loren worden, dat we heel wat sociale be moeiingen zouden missen, wanneer de so ciale groepen zelf hun taak voldoende ver vulden. A. J. L. NEDERLAAG EN OVERWINNING. In de Texielarbeider van 7 Augustus komt volgens „Het Volk" een nabetrachting voor, handelend over het jongste conflict in de Textielindustrie en genoemd blad neemt daar een groot gedeelte van over. De Textielarbeider heeft geen gemakke lijke taak gehad. De strijd moet als verlo ren worden voorgesteld wil het niet in botsing komen met de campagne tegen de confessioneele organisatie's gevoerd en hij moet toch ook weer als gewonnen worden opgevoerd wil het niet een al te mal figuur maken voor zijn leden. De proeve is m. i. zeer goed geslaagd. Ziehier waarin de overwinning van de fa brikanten bestaat: „De strijd is begonnen tegen een aange kondigde loonsverlaging van 10 pCt. Het einde is gekomen met een loonsverlaging van 7J-4 pCt., gepaard gaande met een werktijd verlenging van 130 uren per jaar of onge veer 5 pCt. Aangenomen mag worden, datde fabrikan ten meer gebaat zijn bij een loonsverlaging van 7 34 pCt. en een werktijdverlenging van 5 pCt., dan alleen een verlaging der Iconen met 10 pCt. In dat opzicht hebben dus de werkgevers, dank zij de hulp der konfessioneele organi saties, inderdaad gezegevierd." Maar daarmede houdt dan ook alles op en dan komt een uiteenzetting over de over winning der arbeiders. „De kommissie ad-hoc door de 39 werkgevers uit de verschillende fabrikanten- vereenigingen met de leiding in dit konflikt belast heeft heel wat moeten slikken om het zoo ver te krijgen. Dat is duidelijk voor ieder, die iets van de Twentsche toestan den weet. Voorheen werd immer als eisch gesteld: „eerst het werk hervatten en dan pas kan er over de eischen en grieven ge sproken worden." Ditmaal heeft men moe ten onderhandelen gedurende de staking. Voorheen werd er nimmer aan gedacht de uitsluiting op te heffen, vóórdat de staking, die oorzaak der uilsluiting was, werd opge heven en het werk was hervat. Dit maal moesten de werkgevers alle fa brieken, dus ook „Kremersmaten", gelijktij dig weer in werking stellen. Het wapen der uitsluiting, vroeger een zeer machtig wapen in handen der textiel fabrikanten vooral, heeft veel van zijn be teekenis verloren." Hierna volgt dan nog een becijfering van de schade door de industrieelen geleden wegens het stopzetten van het bedrijf. Het moet ieder echter duidelijk zijn, dat de Textielarbeider met verlegenheidsargu menten werkt. Wie het verloop van den strijd gevolgd heeft, is het niet ontgaan, dat de strijd van de toen nog samenwerkende organisaties niet alleen ging tegen de aangekondigde loonsverlaging, maar veel meer nog tegen de willekeur van de fabrikanten, die sinds men- schenheugenis elk overleg met de organisa- ties afwezen en zooals ook de Textielarbei der het aangeeft met geweldige machtsmid delen elke eisch wisten door te voeren. Tegen dat optreden vooral ging de strijd; t was een strijd om „menschen- rechten als zoodanig is hij dan ook van den beginne af aangekondigd en in dat licht bezien is deze strijd voor alle organisatie's een overwinning. En het zou ook voor de Moderne Textiel arbeiders een overwinning zijn gebleven, als zij niet de dwaasheid hadden begaan, om over de „confessioneele" organisatie's heen den strijd voort te zetten. De angst voor de revolutionairen en de lust tot hakkenzetterij heeft hen parten ge speeld en is zooals iedereen vooruit kon bezien met een nederlaag voor de mo dernen geëindigd. Hel stukje geschiedenis in Twente is te leerzaam om het te laten verminken, want het waren niet de modernen alleen die het voorstelden alsof van hen alleen de beslis sing afhing. En als uit dit conflict tenslotte een wat beter geregeld overleg zou groeien dan is dat zeker een der grootste voordeelen van het conflict te noemen, maar dan ook uit sluitend verkregen door de standvastige houding van de „confessioneelen" die zich niet lieten meetrekken in het dwaze avon tuur van de Modernen en syndicalisten. A. J. L EEN LEEMTE. Onder de vele en belangrijke gegevens, die- wij dit jaar weer in het jaarboek van hel R. K. Vakbureau aantreffen, behoort ook het overzicht betreffende de adspi- ranten. Meer dan in eenig ander hoofdstuk geven de ciifers daarop betrekking hebbend, een droevig beeld te zien en wijzen op een leemte welke wij m.i. niet straffeloos kun nen bestendigen. Van 12878 adsp. op 31 December 1920, handen, die de vergeelde ivoren knop ge vangen houden. Vermoedelijk heeft ie geen haren meer, want het paarsig-bruin gesleten kaasbol hoedje is te wijd geworden en drukt de groote oorschelpen tot gewelfjes. De mond, 'n lange, diepe geul van kaak tot kaak, loost aanhoudend pruimsap en Is nimmer in volmaakte rust, al zwijgt ie. Rechts zit de lange „meneer"; of liever: het overschot van iemand, die er vroeger, om wille van z'n betrekking, als heer moest uitzien. Hij maakt de indruk van iemand, die er, met z'n ouderdomsrente er bij, en voor 'n klein kostgeldje ergens inwonend, maar juist kan komen. Z'n kleeding zit netjes doch is tot de draad versleten. Z'n gezicht is baard- en snorloos, doch erg ruw en stop pelig op de plaatsen, die gewoonlijk door deze mannelijke gelaatsversieringen worden ingenomen. In z'n rechtop-zittende houding steekt ie nog 'n hoofd boven de gepensio neerde uit en laat, met medewerking van 'n wijde, liggende boord, 'n griezelig lange hals met staag werkende adamsappel zien. Zoo zitten ze ook vandaag reeds uren op de bank en praten over het heden en het verleden, in minachtende vergelijkingen tusschen de brave oude en de bedorven nieuwe tijden. „De dokters van tegeswoordig, nou we 't er toch over hebben" zegt 't magere mannetje met de stok „de dokters van zijn we met zeer 'groote sprongen gekomen op 3195 op 31 December 1923; hetgeen dus geen vierde gedeelte meer is van het aantal wat we drie jaren terug hadden* We mogen aannemen, dat er intusschen heel wat als „vol" lid zijn overgeschreven, maar dat verandert aan het verschijnsel zelf maar heel weinig; want het feit blijft, dat de toevoer van onderen niet in orde is. In verhouding tol het ledental der groo- ten wat toch ook duchtig geleden heeft maken wij met onze adspiranten al een heel slecht figuur. Wat op zich zelf be schouwd weer niet zoo heel erg zou zijn, indien we niet moesten duchten dat we daarvan de meest schadelijke gevolgen zul len ondervinden. In procenten uitgedrukt ging het aantal leden over 1923 terug met 17, 61 pet., dat der adspiranten met 45, 15 pet. Het Dio cees van Roermond slaat het record met 57, 70 pet., het Diocees van Haarlem staat het gunstigst met een verlies van nog 39, 98 pet. Waar de toename en afname van de ad spiranten gelijke tred houdt met dat der ge wone leden, zullen het wel dezelfde facto ren zijn die daarop hebben ingewerkt; wat niet weg neemt, dat de terugslag van het aantal adspiranten nog heel wat pijnlijker zal worden gevoeld. Niet alleen omdat die terugslag relatief vee! grooter is, maar vooral omdat de gevolgen veel ernstiger zullen zijn. En voor de organisaties èn vóór de be trokken jongens. Het zal althans geen ge makkelijk werk zijn om aannemelijk te maken dat de moeilijkheden welke de vakbeweging in de toekomst ongetwijfeld het hoofd zal moeten bieden, geringer zul len zijn dan wat het voor de ouderen on der ons is geweest, toen zij onvoorbereid, zonder kennis van de maatschappelijke ver houdingen zonder eenig bèteekenend in zicht in het economisch gebeuren, den weg moesten zoeken; we kunnen toch ook nog niet vergeten zijn hoevelen bij dat zoeken en tasten van het juiste pad zijn geraakt. Maar: we zouden het voor hen die na ons zouden komen wel beter inpikken, wt zouden hen van jongsaf opleiden niet slechts in zaken rechtstreeks den Gods dienst, maar ook het sociale leven betref fende. De uitkomst zal wel niemand geheel be vredigen, tenzij dan wellicht de weinigen, die in onze R. K. Vakbeweging nog maar steeds niet anders kunnen zien, dan een ding waarmede we - jammer genoeg - nu eenmaal opgescheept zitten, maar dal toch eigenlijk nergens anders voor dient dan om de menschen ontevreden te maken. Met uitzondering dan van dezulken, zul len allen er wel van doordrongen zijn dat we ten aanzien van de adspiranten-wer- ving of opleiding' voor een belangrijk te kort staan, hetwelk zich binnen niet al te langen tijd wreken moet. Die „aankomende arbeiders kan men nu nog wel eenige jaren zoet houden met wat sport e.d. maar als zij straks het volle leven zullen mee te maken hebben, zullen zij vreemd staan tegenover alles wat hen juist in die moeilijkheden zou kunnen helpen en steunen; en verliezen wij hen op sociaal terrein, dan wordt het gevaar groot dat zij ook voor den Godsdienst verloren zullen gaan. Het lijkt mij nimmer goed om de werke lijkheid niet te willen zien, maar op dit ter rein, waarop zooveel groote belangen lig gen, zou het al heel kortzichtig zijn. Of wi) de zaak theoretisch al mooi voor elkander hebben lijkt mij van niet zoo'n groote be teekenis; t gaat er maar om of we ook practisch op den goeden weg zijn en weten te voorkomen dat een groot deel van onze jongens straks de gelederen zullen verster ken van hen die zoowel op maatschappe lijk als op Godsdienstig gebied onze tegen standers zijn. A. J. L HET HAVENARBEIDERSCONTRACT VOOR AMSTERDAM. Door de drie contracteerende organisa ties in het havenbedrijf is het volgende schrijven gezonden aan de Scheepvaartver- eeniging „Noord": „Wij hebben de eer U mede te deelen, dat, nu de collectieve loons- arbeidsover eenkomst einde dezer maand afloopt, onze besturen met hunne leden ernstig hebben overwogen, op welken grondslag een goede basis voor een nieuwe overeenkomst kan worden verkregen. Onze besturen zijn van oordeel, dat de huidige overeenkomst geen bevrediging biedt. Inmiddels zijn wij gaarne bereid tot de afsluiting van een nieuw contract mede te werken, indien daarover tot behoorlijke overeenstemming kan worden gekomen. Wil men tot een bevredigende positie ko men dan achten wij eenige verbetering der huidige voorwaarden dringend noodig. Wij stellen U derhalve de volgende wij zigingen voor: lo. Verhooging van de dagloonen der losse arbeiders met 40 cent, dus op een loon van 6.per dag; ■2o. Verhooging van de weekloonen der vaste arbeiders met 2.met een minimum van 30.— per week; 3o. Verhooging van het garantieloon met 2- per week; 4o. Herziennig van de tariefregeling op grondslag van bovenstaande verlangde wij zigingen. 5o. Afschaffing van de combinatie mid- dagtaak met een eerste nachttaak. Voorts is door onze leden de wensch uit gesproken weder te komen tot invoering van de gedeeltelijke nachtrust. Wij stellen het op prijs in de gelegenheid te worden gesteld bovenstaande voorstellen in bespre king nader toe te lichten en te verdedigen en zien Uwe uitnoodiging daartoe gaarne spoedig tegemoet." Verlenging van de arbeidstijden. De Minister van Arbeid, heeft aan hoof den of bestuurders van ondernemingen, waarin het heerenkleedingbedrijf wordt uit geoefend, in alle gemeenten des Rijks ver gund, dat in hun ondernemingen in de tijd- tegeswoordig. die snije maar.... die snije maar.asse ze niet kenne vinde wat je mankeert, dan zette ze sebiet 't mes t'r in. 'k Heb 't gehad met 'n dochter van me. 'n jaar of wat terug. Die had 't an d'r ingewandensoms lee ze te schreeuwe van de pijn.... 't Most opera tie worde.... daar hielp niks an.... zóó kon ie d'r toch niet behandele zeit ie.... Nou, ze hebbe 't mensch zoowat in tweeë gesneëe. en late ze nou niks, effetief niks bij d'r kenne vinde!! Ze hebbe d'r zóó weer dicht kenne naaie." „Nee, dan de dokter die i k vroeger over de vloer had" zegt de gepensioneer de middenman „dat was nou wat je noemt, 'n echte, degelijke, ouwerwetsche dokter, 'n Man die z'n oogen de kost gaf en om zoo te zeggen 'teene geval toetste an 't andere geval, om daar later z'n voor deel mee te doen, snap je? De man is al jaren dood, maar zóó heb ik 'r nog nooit eentje terug gezien. Als 't eenigszins kon zou ie je nooit op kosten jagen van de apotheek. Als ie 't met 'n gewoon middeltje afkon, zonder dure poeiers en pillen en drankies. dan deed ie 't. 'k Zal nooit ver geten dat geval met me buurman, dat was 'n schoenmakerdie kreeg me daar op eens de typhus.... 'n Week lang had ie al tusschen dood en leven gezweefd.... en Iop 'n morgen komt de dokter dezelfde waar ik 't nou over heb bij 'm.... en ziet, dat ie 'n heel stuk is opgeknapt.... vakken van 13 October tot en met 29 November en van 30 Maart tot en met 6 Juni 1925 door arbeiders van 16 jaar of ouder, in afwijking van het bepaalde bij de artt. 23 en 24 der Arbeidswet 1919, geduren de 914 uur per dag en 53 uren per week arbeid wordt verricht, onder voorwaarde: dat, behoudens het bepaalde in art. 22, le lid, van het Werktijdenbesluit voor fabrie ken of werkplaatsen 1923, betreffende het werken op Zaterdag tot 9 uur des namiddags, de arbeidstijd van bedoelde arbeiders in zijn geheel gelegen is, hetzij tusschen 7 uur des voormiddags en 7 uur des namiddags, hetzij tusschen 8 uur des voormiddags en 8 uur des namiddags; dat de betrokken ar beiders in de week, waarin zij arbeid ver richten op Zaterdag na 1 uur des namiddags, geen arbeid verrichten hetzij op tenminste één anderen werkdag na één uur des na middags, hetzij op een Maandag vóór 12 34 uur des namiddags. Hoofden of bestuurders van de hierboven bedoelde ondernemingen worden er aan her innerd, dat: zoolang van de vergunning ge bruik wordt gemaakt, overeenkomstig het bepaalde bij art. 10, derde lid, van het Rust tijden- en Arbeidslijstenbesluit voor fabrie ken of werkplaatsen 1923 uit een naast de arbeidslijst opgehangen geschrift op duide lijke wijze de regeling van de arbeid- en rusttijden moet blijken; voorts dat op de dagen, waarop ingevolge deze vergunning langer dan 814 uur per dag arbeid wordt verricht, overeenkomstig het bepaalde bij art. 3 van vorengenoemd Rusttijden- en Arbeidslijstenbesluit, de arbeid van een ar beider niet na ten hoogste 414 uur arbeid behoeft te worden afgewisseld door een on afgebroken rusttijd van ten minste een half uur, onder voorwaarde, dat zijn arbeid tel kens na ten hoogste 414 uur arbeid wordt afgewisseld door een onafgebroken rusttijd van ten minste een kwartier en bovendien na ten hoogste 634 uur na het begin van zijn dagelijkschen werktijd door een onaf gebroken rusttijd van ten minste een 34 uur. Dezer dagen zullen, naar de Tel. ver neemt, de Bonden van Melkveehouders een beslissing nemen in zake de bij den melk handel in te dienen voorstellen tot verhoo ging van den melkprijs te Amsterdam. De melkveehouders achten een prijsverhooging op 18 dezer noodzakelijk in verband met de zeer hooge prijzen, welke thans voor kaas, gecondenseerde melk en boter gemaakt kunnen worden. De handel daarentegen zal trachten althans deze maand nog een prijs verhooging tegen te houden in verband met den vacantietijd, waarin het melkdebiat in de hoofdstad vergelijkenderwijze zeer ge ring is. 't Zal echter niet kunnen uitblijven, dat met 1 September a.s. de melkprijs met 2 cent omhoog gaat en dus van 17 op 19 cent per liter komt. WELRIEKENDE STOFFEN ALS ANTI- SEPTICA. In het „Ned. Tijdschrift voor Genees kunde" geeft dr. M. A. van Andel beschou wingen over de „klassieke wondermiddelen." Hij schrijft over de welriekende stoffen en speciaal over de amber, die indertijd een zoo belangrijke rol speelde. Dat aangenaam of sterk riekende stoffen, aldus de schrijver, ontsmettende eigenschap pen bezitten en met voordeel kunnen gebruikt worden om de lucht te zuiveren en de mensch voor besmetting te vrijwaren, is een der ge loofsartikelen der oude geneeskunde, dat, misschien meer dan andere, op goede gronden rust. Berookingen met welriekende kruiden en plantenproducten zooals rosemarijn, sa lie, polye (Pulegium vulgare Mill.), jenever bessen en twijgen, majoraan (Origanum Majorana), lavendel, ruit, valeriaanwortel, angelica, carduus benedictus, kamillen, krui- semunt, basiliënkruid (Ocimum Basilicum L.), welgemoet (Origanum Vulgare L.), alsemknoppen, coriander, myrrhe en wierook komen als maatregel tegen besmetting en middel tot zuivering in nagenoeg alle pest- boekjes en pestkeuren voor, terwijl boven dien met aandrang wordt aanbevolen, ver- sche welriekende bloemen en gewasschen in de kamers te houden. Als persoonlijk voorbehoedmiddel tegen de besmette lucht droeg men dergelijke kruiden of stoffen bij zich, of wel een spons, gedrenkt met een aftreksel van geurige krui den in azijn, die men bij het naderen van verdachte personen, of het betreden van be smette plaatsen voor neus en mond hield. Het bekende pestkostuum voor den arts, waarb ij het hoofd omhuld werd door een kap met groote neus, bestemd tot opneming van allerlei aromatische stoffen, waardoor de lucht moest heenstrijken, voordat zij kon worden ingeademd, is een andere, ver nuftige toepassing van dit voorbehoedmiddel. Een eenigszins volledige opsomming te geven van deze oude ontsmettingsmiddelen, is een hopelooze taak, die weinig zin heeft, onze voorouders wisten ook hier, evenmin als in hun therapie, maat te houden, zoodat de stroom van min of meer beproefde en geliefde antiseptica in den loop der eeuwen tot in het oneindige gewassen is. Onder die middelen namen sterkriekende dierlijke stof fen, zooals muskus, bisam, caastoreum, civet en amber een voorname plaats in, die zij niet alleen aan hun natuurlijke eigenschappen, maar zeker ook aan hun zeldzaamheid en kostbaarheid dankten. De laatste stof, de amber, op het oogenblik nog een onmisbare en hooggeschatte grond stof voor de reukwerkfabricatie, heeft zijn naam gegeven aan een eigenaardigen vorm van geneesmiddel, dien onze tijd niet meer kent, den amberappel of pomum ambrae, een uit allerlei geurige stoffen te zamen ge en wel zóó, dat ie overeind in z n bed zat en er wel heel graag uit wou. „Wat is hier gebeurd?" zegt de dokter. „Niks bijzonders" zegt de schoenma ker. „Ik heb gisteravond twee borden zuurkool met spek gegeten en daarna was 'k heelemaal opgekikkerd.... en dat is tot nog toe zoo gebleven." „Nou, je begrijpt, onze dokter staat daar van te kijken.... en wat doet ie? Hij neemt z'n notitieboekie uit z n zak en schrijft er in: „Typhus.... zuurkool met spek." „Zie jedat was zoo altijd z'n ge woonte.... zulke gevalletjes schreef ie meteen ,op, om ze later weer te pas te brengen. Z'n heele boekie stond 'r zoowat vol van. Maar om kort te gaan.... 'n half jaar later is 'r drie straten bij me vandaan ook weer 'n typhus-geval. Dat was 'n kleer maker, 'n man met 'n groot gezin.... k heb 'm best gekend. De dokter komt er bij en denkt direct an de schoenmaker van 'n half jaar geleëeHij schrijft geen dran- kie of poeier voor, maar zegt: Direct zuur kool met spek laten klaarmaken en daar twee borden vol van opeten. De kleerma ker doet 't.... De dokter komt de andere morgen kijken ende patiënt is dood." „Dood?" „Hoe zeg je? Dood? „Ja.direct na 't eten van de zuur kool met spek was ie gekrepeerd, zee z'n vrouw." kneeden bal of appel, waarvan de amber een der hoofdbestanddeelen vormde. De samenstelling van dit kostbare en duurzame middel is zeer wisselend iedere schrijver geeft blijk van zijn zelfstandigheid door er nieuwe stoffen aan toe te voegen, of oude uit weg te laten de amber echter wéét zich onder alle omstandigheden te handhaven. Een zeer eenvoudig voorschrift, uit het laatst der 17de eeuw afkomstig, geeft als grondstoffen op civet, grijzen amber, roze- water, benzoëhars en fijngesneden rozen knoppen, door middel van arabische gom tot een massa vereenigd. Van deze massa kneedt men den amberappel, na de handen met jasmijnolie ingewreven te hebben. Dit betrekkelijk eenvoudige voorschrift wordt verre overtroffen door een ander, uit het midden der 14de eeuw afkomstig, waar voor niet minder dan een-en-dertig verschil lende stoffen gebruikt worden en dat des alniettemin uitdrukkelijk wordt aangeduid als „pomum ambre non preciosum." Wan neer wij zien, dat daarvoor o.a. styrax, ara bische gom, myrrhe, wierook, sandelhout, muscaatnoot, kruidnagel, spica nardi, ka neel, muscus en grijze amber noodig waren, die met behulp van welriekende oliën dooreen werden gemengd, en weten, hoe kostbaar in dien tijd dergelijke balsems, oliën en vooral de specerijen waren, worden onze verwach tingen van een recept voor een amberappel, die wèl den naam presiosum voeren mag, hoog gespannen. Onze vrees, dat het aantal bestanddeelen van het hier beschreven mees terstuk der oude artsenijkunde door dat van den „pomum ambre pro magnatibus" verre zal worden overtroffen, blijkt echter onge grond; dit kostbaar product bestond alleen en uitsluitend uit grijzen amber, die meer dan eenig andere stof, de eigenschap heeft de membra principalia op te wekken en te versterken en haar levensgeesten te vermeer deren. Men schrijft uit Enschedé aan het Vad.: Door de Lonneker politie werden Dinsdag morgen in het bosch op de Hooge Boekei onder Lonneker een rijwiel, een pet en een portemonnaie met 66 gevonden. Deze vondst deed vermoeden, dat in den nacht een moordaanslag zou hebben kunnen plaats gehad en den geheelen morgen werd de omgeving dan ook afgezocht, evenwel zonder resultaat. Er werd niets verdachts gevonden, 's Middags toog men wederom op onderzoek uit en zeker zou op het oogenblik dat wij dit schrijven, door de Lonneker politie nog steeds ijverige nasporingen wor den gedaan, ware het niet, dat zich in den loop van den middag op het gemeentehuis aldaar iemand meldde, die zich als de eige naar van de gevonden voorwerpen bekend maakte. Hij had den vorigen avond wat al te diep in het glaasje gekeken, zich in het bosch te slapen gelegd en was des morgens nog niet nuchter genoeg geweest om te beseffen, dat hij nog een pet op, een fiets bij zich en een portemonnaie in den eak had gehad. Men meldt uit Utrecht In den nacht van Dinsdag op Woensdag heeft alhier een ernstig ongeluk plaats gehad aan „De Stad Deventer I," een boot van de Mij. „Concordia," die aan de Nieuwe Kade lag bij de Rijksmunt, om gelost te worden. Terwijl een der knechts, een 26-jarige man uit Arnhem, zich in de duisternis aan wal be gaf, om de boot aan een paal te bevestigen, kwam deze man met zijn rechtervoet in den kabeltros terecht, waardoor dit lichaamsdeel in één oogenblik geheel afgeknepen werd en in het water viel. Toen zijn 46-jarige kameraad, afkomstig uit Gorinchem, den ongelukkige ter hulp wilde komen, struikelde deze en viel hij in het ruim, waarbij hij zijn rechterenkel brak. Beide mannen moesten ter verpleging naar de Rijksklinieken worden vervoerd. De toe stand van den 26-jarigen knecht is zeer ern stig. Eenigen tijd geleden vervoegde zich bij een drukker in de Fagelstraat te Amsterdam een persoon, die zich uitgaf als de zoon van den directeur van de Utrechtsche Bijzon dere Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus Jan van Nassau. Hij bestelde bij den drukker 100 diploma's op naam van deze school. Daar de drukker ondanks zijn herhaalde pogingen na de levering van het drukwerk het verschuldigde bedrag niet kon los krij gen en hij argwaan begon te koesteren, wend de hij zich tot de politie. Uit het door de politie ingestelde onder zoek is komen vast te staan, dat in Utrecht bovengenoemde school niet bestaat. Er be staat wel een school Jan van Nassau, doch dit is een kweekschool voor onderwijzers. De besteller van het drukwerk, wiens adres bekend was, werd daarop door de politie .aangehouden. Bij een huiszoeking te zijnen huize verricht, werden nog 90 exemplaren der diploma's gevonden, welke in beslag geno men werden. Hij verklaarde, dat hij de an dere tien exemplaren had verscheurd en dat hij de diploma's „zoo maar eens" had laten drukken. Daar er tegen hem geen directe aanwijzingen waren, moest hij worden in vrijheid gesteld. De commissaris van politie in de achtste sectie te Amsterdam vermoedt evenwel, dat de diploma's onrechtmatig zijn gebruikt. Thans wordt onderzocht, of dit vermoeden op waarheid berust. In de nabijheid van Arles (Frankrijk) maakten twee jonge geestelijken een wande ling met een aantal kinderen van een patro naat. Tegenover het Chateau-des-Sables in de Rhöne wilden enkele kinderen baden. Een jongetje van 11 jaar zonk echter in de diepte weg. Een leerling, die in de nabijheid was beproefde hem te redden, maar verdween ook in de diepte. Een der geestelijken sprong nu de kinderen na en wist beiden te grijpen. De kinderen klemden zich echter zoodanig aan hem vast, dat hij, niettegenstaande hij een goed zwem mer was, niet meer de macht behield over zijn bewegingen. De andere geestelijke begaf zich toen oc': te water, maar vermocht dedrenkelinge-: niet eens te bereiken. Alle vier verdronken. Een paar jongemannen, pleegzonen vaft den heer P. uit Eelde (Geld.), reden in Don deren per motor in razende vaart in de rich ting Paterswolde, toen zij voor een automobiel moesten uitwijken. Door de kolossale snel heid hebben zij daarbij waarschijnlijk het stuur niet kunnen houden met het gevolg, dat zij tegen een paal van het electrisch net opbotsten en de bestuurder zoowel als de duorijder er met groote kracht werden afge- slingerd. De duorijder had een gecompli ceerde bekkenbreuk, terwijl de arm van der berijder totaal afgeknapt is. Beiden zijn in het ziekenhuis te Groningen opgenomen. Een dertien-jarige jongen die aan de Rijn kade te Arnhem aan het visschen was, it plotseling uitgegleden en te water geraakt. Hoewel onmiddellijk hulp werd verleend, is men er niet in geslaagd, den jongen, dia in de diepte verdween, te redden. „De Grondwet" meldt, dat men tot ver mindering van het aantal Raden van Arbeid zal geraken, vooral door de invoering van machinaal-administratie. Wil een bepaald ressort een zelfstandigen Raad van Arbeid bezitten, dan zal in dit ressort een bepaald aantal verzekerings- plichtigen moeten worden aangetroffen. Daar vermoedelijk acht Raden van Arbeid dit ge tal niet zullen behalen, zullen deze bij in voering van den reorganisatie worden op geheven en gecombineerd met Raden van Arbeid uit aanliggende ressorten. Uit Weltevreden wordt gemeld, dat de gouverneur-generaal het beschermheerschap van de Luchtvaartvereeniging heeft aan-, vaard. De inspecteur, hoofd van den Planten- ziektenkundigen Dienst, de heer N. van Poeteren, te Wageningen, brengt het vol gende ter kennis aan hen, die aardappels naar Duitschland wenschen uit te voeren. Voor enkele weken is aan belangheb benden medegedeeld, dat aardappelen, wel ke naar Duitschland uitgevoerd zouden worden, van een gezondheidscertificaat van den Plantenziektenk. Dienst voorzien moe ten zijn. Deze mededeeling was gebaseerd op een van den Direktor der Reichs Bi- ologischen Anstalt te Dahlem (het hoofd van den Duitschen Pflantzenschutzdienst) ontvangen en later nog eens door dezen bevestigd bericht, dat de Duitsche douane beambten een gezondheidsverklaring van den Plantenziektenkundigen Dienst bij in voer eischten. Thans evenwel is gebleken, dat dit be richt niet geheel juist was. De Duitsche douanebeambten hebben niet de opdracht bij elke zending aardappelen het boven bedoelde certificaat te eischen, maar zij kunnen het eischen, en dit geheel naar ei gen inzicht. Het is dus ook geheel aan het inzicht van de Nederlandsche exporteurs overgelaten, of zij inspectie voor hunne zendingen zul len aanvragen. De directe doorzending van wagons, die voorzien ziin van een certifi caat, is echter gewaarborgd. Aangezien de certificaten van den Plan tenziektenkundigen Dienst alleen afgegeven worden na inspectie der zending, en deze inspecties door het personeel van dien dienst niet in de Duitsche grensstations uit gevoerd kunnen worden, kan afgifte van certificaten voor zendingen, die de gren- reeds gepasseerd zijn, niet meer plaats vinden, terwijl voor tijdige inspectie aan het Nederlandsche grensstation, mede in verband met de bezwaren, aan inspectie van geladen wagons verbonden, niet kan worden ingestaan. De gelegenheid wordt evenwel geopend om zooveel mogelijk op alle plaatsen van inlading inspectie der uit te voeren aard appels te doen plaats vinden. De inspecteur zal gaarne spoedig van handelaren verne men, in hoeverre zij, van deze gelegenheid gebruik wenschen te maken. Voorloopig ge lieve men aanvragen voor inspectie te rich ten tot het hoofdbureau van den Planten ziektenkundigen Dist te W ageningen, min stens 2 etmalen voor de inlading zal plaat» vinden. Zeer spoedig zal worden bekenc gemaakt, tot welken kring-ambtenaar men daarna zijn aanvragen voor inspectie moet richten. Opgemerkt dient nog te worden, dat als een zending vergezeld gaat van een ge zondheidsverklaring, daarvoor alleen ge bruikt mogen worden de door den Planten ziektenkundigen Dienst (Staatlichen Pflan- zenschutzdienst) afgegeven certificaten. „Nou, da's ook wat.... En de dokter?" „Weet je wat die dee? Die haalt z'n no titieboekje te voorschijn, zoekt 't blaadje op waar ie had geschreven: „Typhus.... zuurkool met spek"..*, en schrijft er on der: „Voor 'n schoenmaker best. Voor 'n kleermaker de pest." De twee gezichten aan weerszijden van de verteller wenden zich verbaasd naar 't middenpunt van de bank. De verteller zit zoetjes te lachen, met koddige snotter-grinnikjesz'n half toe geknepen oogen lijken pinkelende sterre tjes.... en de zware horlogeketting met de figuren en gekleurde steenen bibbert op 't schuddende span-buikje. ,,'t Is 'n mop" - zegt de lange met de griezel-hals, en lacht kiespijn-achtig. 't Mannetje met de beef-knietjes kijkt stroef, werkt heviger met z'n mummel- spleet, die 'n nijdig straaltje bruin naar 't kiezelpaadje zendt. „Da's geen werk" schurkt ie zich naar 't eind van de bankDas geen werk as 'n mensch in 't gemoedelijke over ies praat. dan mot je van te vore zegge, dat 't 'n bak is ,,'t Buikje van de gepensioneerde blijft prettig schudde-dansen, de oog-sterretjes laten vette lach-traantjes vrij.... en de neus laat nog lang de komieke snorkjes hooren, G. N. Ik heb gehoord dat de rijwielbelastingpenningen zich ir de bijzondere populariteit van publiek er pers verheugen, evenals de asphalteering ir de Groote Houtstraat. dat de uitvinder van bovengenoemde penningen, zoo niet e i g e nwijs, toef minstens niet wijs is. dat ze overal voor tien tot vijftig c~"t naar gelang vraag en aanbod worder gepresenteerd, doch dat niemand, di e dal vertelt, ze je kan leveren. dat 's Zaterdags en 's Maandags op de markt verscheidene apen van jongens met de handen in hun zakken met blikjes loo- pen te Rammelen, om de „stille pikkers te treiteren. dat de man, die reeds driemaal 'n nieuw» kocht, een prijsvraag wil uitschrijven vooi de beste methode om de penningen veilij te bevestigen. dat er in vel? plaatsen van den lande eer nieuwe industrie is tot stand gekomen: hei vervaardigen van meergenoemde penningen dat de schade, die het rijk heeft door die duizende namaak-penningen, ruimschoots, wordt vergoed door het niet meer hoeven! uitkeeren van vele werkloozen, die in die, nieuwe industrie een werkkring hebben ge vonden. en dat de rijwielbelastingpenningengap. pers een bond willen oprichten, om te ko-i men tot vaststelling van minimum-prijzen, wijl door talrijke collega's het artikel schan dalig wordt verknoeid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5