De Zuiderzeewerken.
Ontdekte misdaad.
RADIO-
OMROEP
FEUILLETON.
Om ten slotte hoog opgespoten te worden
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Dinsdag 19 Augustus 1924
r ■-
.het leek hier wel een goederen stations-emplacement.
Over een afstand van vele tientallen meters wordt het zand door buizen
voortgestuwd
DAGELIJKS.
't was een 'typisch schouwspel,
dijk-einde en de Wieringér-kust a;
tallooze kruiwagens-zandladi
den hoek tusschen het Wieringer
n de noordzijde door middel van
igen te zien aanplempen
zagen wij een grijpkraan van reusachtige afmetingen aldoor maar
vervaarlijke „happen" keileem in zee storten
uit groote vergaarbakken, waarin het zand door middel van water
spoeling geregeld tot een zachte brei verdund wordt, wordt de zand-pap-
massa door buizen van 40 tot 50 c.M. middellijn opgezogen
82.
VIJF-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Hierdoor geheel gerustgesteld, had Vlieg
in de wind een paspoort genomen onder den
aristocratischen naam, dien hij zich had toe
geëigend en steeds was blijven dragen. Hij
ging de grenzen over en kwam te Parijs,
waar hij een klein huis in de Rue du Coly-
sée huurde.
Hij begon met zijn huis op behoorlijken
voet in te richten en dacht er toen aan om
een rijke erfgename te trouwen.
Wij hebben reeds gezien, hoe de dochter
van een rijken graankooper op zijn persoon
en nog meer op zijn titel verliefd werd, en
hoe hij zich door de noodzakelijkheid, om
zich valsche papieren te verschaffen, in den
muil van den wolf ging werpen, of liever in
de klauwen van Rodille, dien hij vroeger
nimmer anders dan onder de gedaante van
vader Louraine gekend had en in wien hij
dus bij geen mogelijkheid denzelfden per
soon kon herkennen.
Rodille herkende zooals wij gezien heb
ben, op het eerste gezicht den voormaligen
dief, in weerwil van de gedaanteverwisseling,
die deze had ondergaan.
Rodille bracht het overige van den dag
door, met zijn plannen te regelen. Tegen
den avond was hij daarmede gereed en het
middel, dat hij had uitgedacht, was zoo
goed gevonden in elk opzicht zoo passend
voor zijn doel, dat het welslagen van zijn
voornemen bijna onvermijdelijk zeker was.
Wij kennen Rodille, en hebben hem meer
malen aan het werk gezien. Wij zullen hem
nu opnieuw zijn rol zien spelen in een
dier geheimzinnige toestanden, die hij met
de hand eens meesters wist te beheer-
schen.
Den volgenden dag, omstreeks twee uur,
na den middag, sloeg de compagnon van
Louraine nogmaals den weg in naar de rue
du Colysée. Hij had een beroep gedaan op
zijne oude bekwaamheid in het vermom
men en het kostuum van livreiknecht van
goeden huise aangetrokken, waardoor hij
geheel onkenbaar werd. Een groote Engel-
sche baard omgaf zijn overigens zorgvuldig
geschoren gelaat, dat hij een hoogroode
kleur had gegeven. Hij droeg een pet met
vergulden band, een donkerbruine korte
broek, slobkousen van dezelfde kleur, een
rood vest en een groen lakensche rok met
vergulde knoopen, waarop een markgraven
kroon was gestempeld. De stijve punten
van een witte das hingen op zijn borst en
over het roode vest heen.
Op die wijze vermomd, ging Rodille naar
het wijnhuis en nam plaats aan dezelfde
tafel, waar hij den vorigen dag gezeten
had.
„Koffie en de courant!" riep hij den
knecht toe, die zich haastte, hem te bedie
nen, zonder hem te herkennen.
Rodille gebruikte de courant alleen om
zich een zekere houding te kunnen geven,
doch in plaats van te lezen, hield hij zijn
oogen onafgebroken op het huis aan de
overzijde. Na verloop van een kwartier
zag hij, dat de kabriolet uit den stal ge
haald en het zwarte paard door den groom
er voor werd gespannen. Vlieg in de wind,
meer dan ooit de houding en manieren den
burggraaf de Coursolï;s vertoonende, ver
scheen spoedig in een schitterend toilet op
de stoep, klom in het rijtuig, greep de
teugels en reed in de richting der Champs
Elysées weg.
Dadelijk na het vertrek van zijn meester,
sloot de knecht het hek dicht, stak den
sleutel in zijn zak, stapte de straat over en
trad, volgens zijne dagelijksche gewoonte,
het wijnhuis binnen. De kellner zette een
blij gelaat en ontving hem, zooals men een
klant ontvangt, voor wien men hooge ach
ting koestert.
„Hé! goeden dag, mijnheer Lorrain!"
sprak hij; „U komt laat vandaag."
„Mijnheer de burggraaf had mij noodig."
„Maar nu bent u dan toch voor eenigen
tijd vrij?"
„Voor den geheelen dag; mijnheer de
burggraaf gaat uit dineeren."
„Dus zult u hier eten, mijnheer Lorrain?"
„Natuurlijk."
„Komaan! dat gaat goed," dacht Rodille
De knecht hernam:
„Mijnheer Lorrain, waarmede zal ik u
dienen?"
„Mijn pijp en een glas bier."
„Hier is de pijp en het bier. Willen wij
een partijtje domino maken, mijnheer
Lorrain?"
„Mij wel, vriendje ofschoon je niet zoo
sterk bent als ik."
De dominosteenen werden voor den dag
gehaald en het spel zou beginnen, toen een
knorrige stem uit een aangrenzend vertrek
uitriep:
„Komaan, Prosper, aan het werk, luiaard;
je weet wel, dat er wijn afgetapt moet
worden. Ga naar den kelder en gauw ook
„Ik ga al, baas; ik ga al," riep de knecht
onderdanig, toen hij een dik man met een
wit voorschoot voor en een katoenen slaap
muts op het hoofd, te voorschijn zag komen,
die de eigenaar en tevens de kok van het
etablissement was. Prosper, ontevreden,
maar toch gehoorzaam, stak een kaars aan,
lichtte het luik op en verdween in de
diepte onder den grond.
„Weergaas! vader Giboulette, je komt
daar slecht van pas," zeide de kamerdie
naar tot den kastelein; „weet je wel, dat je
nu juist Prosper wegzendt op het oogen-
blik, dat wij samen een partijtje domino
gingen maken?"
„Het spijt mij wel, mijnheer Lorrain,"
zei de dikke man, „maar het werk gaat
voor alles. De wijn zou vanzelf niet in
de flesschen komen."
„Nu is het oogenblik daar, om tusschen-
beiden te treden," dacht Rodille.
Hij stond op, naderde den kamerdienaar
en zeide op zoetsappigen toon:
„Ik kan ook een weinig domino spelen,
waarde collega; wanneer je wilt, zal ik een
partijtje met je maken."
„Wel waarachtig wil ik, kameraad, kom
hier, wij zullen spelenl"
Zij namen plaats. Men kwam overeen, dat
men spelen zou, eenerzijds om den kop
koffie van Rodille en anderzijds om het
glas bier van Lorrain,
Na een heeten en langdurigen. strijd ver
loor Rodille. Hij vroeg om revanche en
kreeg het. Rodille verloor weer en zóó ging
het voort, totdat hij ten slotte aan Lorrain
een menigte glazen bier schuldig was.
„Kameraad," sprak Rodille daarop, „daar
je toch den avond vrij hebt, stel ik je voor,
om een diner te spelen voor ons beiden,
tegen hetgeen ik je verschuldigd ben."
„Gaarne, maar je hebt heden geen geluk
en ik voorspel je, dat ik op jou kosten
dineerer, zal."
„Dat zullen wij thans zien."
De kans verkeerde niet en Rodille verloor
het diner met het overige.
„Ik heb het je wel gezegd," zeide Lorrain.
„Je bent heden sterk aan het verliezen."
Rodille haalde een hand vol geld uit zijn
zak en zeide:
„Bah! wat komt er dat op aan? Ik heb
geld genoeg. Het voornaamste is, dat wij
lekker eten."
Hij klopte op de tafel om den kastelein
te roepen.
„Gij hebt afzonderlijke kamers, niet waar?"
vroeg hij.
„Ik heb een klein salon achter de gelag
kamer."
„Dat is goed. Geef ons daar binnen een
uur een diner. Ik laat het aan u over; al
leen zeg ik u, dat het zoo goed mogelijk
moet zijn. Wat den wijn betreft, ga zelf
eens naar den kelder en zoek eens wat
fijns. Je hebt de volle vrijheid, vader Gi
boulette. Het komt er niet op aan, wat hel
kost, wanneer het maar goed is."
„Verduiveld! kameraad," sprak Lorrain,
je legt het rijk aan. Je moet een goede
plaats hebben, die heel wat opbrengt."
„Och, ik heb niet te klagen," antwoordde
Rodille; „mijn dienst is vrij goed."
.Hoeveel verdien je wel?"
(Wordt vervolgd)
III. (Slot).
Toen wij ons op het Wieringerdijk-einde
eenigszins georiënteerd hadden, bleek het
ons alras, dat wij om de eigenlijke afslui
tingswerkzaamheden goed te kunnen gade
slaan een bezoek dienden te brengen aan
de overzijde, waar de dijk van af van
Ewycksluis met een schijnbaar nog betrek
kelijk geringe tusschenruimte „aankwam."
Want, hoe interessant hier de heele om
geving ook voor ons was, 't was b.v. een
typisch schouwspel, den hoek tusschen het
"Wieringer dijk-einde en de Wieringer kust
aan de noordzijde door middel van tallooze
kruiwagens-zandladingen te zien aan
plempen méér werd onze aandacht ge
trokken naar ginds, waar wij van uit de verte
groote waterbouwmachines met lange, dikke
buizen, groote grijpkranen met vervaarlijke
„happers," enz. in werking zagen: daar wer
den de eigenlijke afsluitings werk
zaamheden verricht, daar moesten wij
zijn.
Dit laatste was echter gemakkelijker ge
legd dan gedaan!
Aangezien we de directieboot-kansen te
wisselvallig vonden en bovendien liever zoo
weinig mogelijk met directie-materiaal in
aanraking kwamen (we vernamen immers,
dat de directie het niet erg begrepen had op
vrijmoedige journalisten en dito fotografen),
besloten we hoewel telkens nog beduchte
blikken werpend op gindschen stroom de
aangeboden roeiboot-gelegenheid niet te
versmaden.
Indien er „iets" gebeuren mocht, dan zou
in ieder geval van ons getuigd kunne: wor
den, dat we op 't veld van eer „in 't harre
nas" gestorven waren!
Over een smalle, vele meters lange plank
bereikten we een boven de klotsende golven
genoeglijk wieberend vondertje, van waaraf
we vriendelijk uitgenoodigd werden een
sprong in de diepte in het op zee deinen
de, nietige bootje te wagen.
Alles liep natuurlijk! zonder onge
lukken af, met mannenmoed bekampten
onze gebruinde, gespierde roeiers de baren,
en langzaam, heel langzaam vorderden wij
in de gewenschte richting.
zand door middel van waterspoeling gere
geld tot een zachte brei verdund wordt,
wordt de zandpap-massa door buizen van
40 tot 50 c.M. middellijn opgezogen.
Over een afstand van vele tiental
len meters wordt het zand door buizen
voortgestuwd, om ten slotte hoog opgespo
ten te worden, zóó, dat de zandmassa blijft
liggen en het water vanzelf wegspoelt.
En nu spitsen wij ons erop, nog eenmaal
in het volledig comfort, dat het moderne
verkeer biedt, bij gelegenheid deze streek
te doorreizen, om dan te kunnen getui
gen: hier hebben wij onze stappen gezet,
toen de dijk nog uit de zee kwam opduiken!
Tijdseinen: 10.15 v.m. en 4.30 n.m.
Effecten en Geldkoersen (Vaz Dia-, zie
hierboven) te 1,301.4522.152.30 en
2.45 n.m. (uitgezonderd Zondag en vacan-
tiedagen en Zaterdag alleen 10.3011.30
v.m.)
Weerberichten Vossegat Bé 1050
M.: 11.10 v.m. en 12,30 n.m en 8 n.m. (Ge
meenlijk Morseseinen in langzaam tempo,
waarop men zich oefenen kan).
Londen 2 L.O. golflengte 365 M.
Somtijds concert 3.504.50 n.m., dames en
kinderuurtje 5.206.30, daarna 7.2010.50
(of later) concert, opera of Popul avond.
Tijdseinen 1. 20 en 7.20 (Zondag 3.20 uur)
n.m. Maandag, Donderdag en Zaterdag
Dansmuziek (Jazband) van uit het Savoy
Hotel te Londen na 10.20 n.m.
Diverse Engelsche stations hebben onge
veer dezelfde zenduren en wel:
Cardiff 5 W. A. op 350 M.
Manchester 2 Z. Y. op 375 M.
Bournemouth 6 B. M. op 385 M.
New Castle 5 N. O. op 400 M.
Glasgow 5 G. S op 420 M.
Birmingham 5 I. T. op 475 M.
Aberdeen 2 B D. op 495 M
Radio Paris S. F. R. 1780 M. Con
cert (Tzigane orkest) 1.05 n.m. dito te 5.0£
n.m. (vocaal of instrumentaal) dito te 92£
n.m., als 5.05 of aansluiting op opera o;
anderszins (voorafgegaan te 8.50 n.m. dool
Nieuwsberichten).
Gemeenlijk Donderdag en Zondag Dans
muziek tot ruim elf uur. event afgewisseld
door chansons of causeriën.
Eiffel toren F. L. 2600 M. 7 en II
uur v.m., 7.20 en 10.35 mm. Weerbericht ---
Eens op een keer, toen eenige kinderen
deze strophen den ooievaar met veel gevoel
toezongen, stond er ook een klein meisje bij,
die den vinger in den mond stak en zweeg:
„Waarom zing je ook niet mee?" vroegen
haar de andere kinderen.
„Moeder heit 'et mi verboden," antwoord
de het kind, „den uiver (de ooievaar) heit
er al tien 'ebracht."
Tot zoover het artikeltje in de „Wochen-
zeitung".
De schrijver ervan vergist zeer deerlijk als
hij opmerkt dat in Haarlem nog steeds een
gemeenteverordening bestaat, welke luidt:
So en moet niemand scieten na den ouden
vair's.
Deze bepaling is reeds lang niet meer van
kracht. Het verschijnen van de vogelwet in
Nederland heeft aan alle bestaande gemeen
tewetjes etc. een einde gemaakt.
De schrijver zal dan ook goed doen, wan
neer hij in Nederland komt, de thans van
kracht zijnde Gemeente- en Rijkswetten na
te lezen, wil hij niet in aanraking met de
politie komen.
van de voor ons
land belangrijkste
stations.
3.50 n.m. Beursverslag 6-307.15 n.m.
concert, 11.2011.25 n.m. en 12.04 Tijdsei
nen.
Ecole Supp. P. T. T. 450 M.: Dage
lijks, behalve Maandag te 9.20 mm., voor
drachten, enz.
Petit Parisien 340 M.: Gemeenlijk
Dinsdag, Donderdag en Vrijdag 8.50 mm.
concert.
Brussel S. B. R. 265 M. 5.20—6.2C
n.m. en 8.351020 n.m. concert.
Haren (Brussel) B. A. V. 1100 M. - 5.1?
n.m. Weerbericht
Königswusterhausen L. P 4000 M.
7.20 v.m.6 n.m. berichten (ongeregeld)
op 2700 M Zondag alleen 11.20 v.m
1.20 n.m.
Eberswalde 2700 M- Gemeenlijk
Maandag en Vrijdag 8.209.20 n.m. concert
Dinsdag en Donderdag concert 8.209.20
Chelmsford 1600 M. 11.5012.50;
4.205.20; 7.508.50 Concert, enz.
(voorwaardelijk). Te 8.20 Big-Ben (toren
klok der Westminster Abdij).
Programma.
In Aug. worden alleen door de volgende
Holl. Stations concerten gegeven:
Ned. Radio Industrie. Zondags te 3 u. -
en Maandags vanaf 8.30 u., 10.50 M.
Middelraad Zaterdags vanaf 8.30 u,
1050 M.
Nieuwsberichten (Vaz Dias) Amsterdam
P. C. F. F. Golflengte 2000 M.
Dagelijks (uitgezonderd Zondag) 8.15
8.30 v.m.; 1010.12 v.m,; 11.3011.55 v.m.;
12,1512,30 n.m.; 1,051,^0 n.m.; 33,30
n.m.; 4,154,28 n.m.
Bovendien (doch ongeregeld) op andere"
dagen, des avonds door de Ned. Radio In
dustrie, uitzending der Concerten en Jazz
Band muziek die te Scheveningen fn het
Kurhaus en Cabaret gegeven worden.
Bijzondere concerten, enz. zullen nader
vermeld worden.
Jaar moesten we zijn!
Jawel!
Na den tijd, welken wij eraan besteed had
den om op en om Wieringen onze indruk
ken op te doen en onze opnamen te maken,
behoefden wij ons niet meer te paaien met
de hoop, dat we het retour-postbootje in de
haven nog zouden kunnen pakken, en
tóch moesten wij aan de overzijde komen,
liefst zoo gauw mogelijk, en liefst aan het
(meest interessante) e i n dpunt van den dijk
waar we aan gene zijde van den woester,
hevig-golvenden stroom het drukke werk
gewemel waarnamen.
En om van af Van Ewycksluis weer daai
te komen, dat zou natuurlijk nog eens een
extra „long way" beteekenen.
Er zat niets anders op, dan dat wij ons
voor geld en goede woorden een overtocht
Verzekerden over den troom, welke op den
dag van ons bezoek de beide dijk-einden
nog gescheiden hield.
Hoewel een dergelijk waterpartijtje ons
alles behalve zee-vaste landbewoners nu
juist niet bijster kon aanlokken!
Zóó sterk toch was de stroom, welke zich
van Noord naar Zuid tusschen de beide
landtongen dóór moest wringen, dat we daar
ginds enorm lange zee-vrachtschepen op de
felle golfjes als in een draaikolk zagen rond
tollen.
Men vertelde ons, dat daar ginds de direc
tie-motorboot peilingen aan 't verrichten
was, misschien kwam dit vaartuig hier
straks even aan land, en héél misschien
mochten we daarmee den overtocht doen.
Of andersstraks moest een drietal ar
beiders per roeiboot oversteken: mogelijk
dat we daarvan gebruik wilden maken!
't Is op dezen tocht, dat wij ons een idee
hebben kunnen vormen van het complex
van werkzaamheden, welke tezamen de af
sluiting tot een feit gemaakt hebben.
Daar ginds, in volle zee, waren enkele
zware baggermolens in werking om van den
bodem der zee de zware keileem naar boven
te halen, meer aan de zijde der Noord-
Hollandsche kust lagen zware schepen,
waarvan decimeters-dikke buizen den zee
bodem zochten om het deeg van zeezand in
geweldige hoeveelheden op te slorpen....
Waar we het dijk-einde der welhaast be
reikte overzijde tamelijk van nabij passeer
den, zagen wij een grijpkraan van reusach
tige afmetingen aldoor maar vervaarlijke
„happen" keileem in zee storten, zóó, dat
de dijk wel ziender ooge moest aangroeien.
Aan wal gestapt dankbaar voor den
behouden overtocht kregen wij gelegen
heid, het keileem-stortingswerk de eigen
lijke fundamenteering van den dijk geheel
te overzien.
Het leek hier wel een goederenstations-
emplacement: zóó rijkelijk hadden we hier
de gelegenheid te struikelen over een me
nigte van rails en alle mogelijke andere on
effenheden en hindernissen.
Op vele plaatsen was het begrijpelijker
wijze nog allesbehalve droog, doch.... moed
verwint het al! en al vóórtbaggerend
kregen we al spoedig een nog veel interes
santer schouwspel voor oogen.
Wanneer de dijk n.l. door middel van
keileemstorting tot op zekere hoogte boven
het water is opgehaald, wordt hij verder
opgehoogd door middel van zeezand-opspui
ting: uit groote vergaarbakken, waarin hef
zijn dan de waterbouwkundige wetenschap
ten deze in.. vestzak-formaat, of tewel de
Zuiderzee-afsluiting in 'n lucifersdoosje.
Bovendien wordt het werk niet overal op
gelijke wijze uitgevoerd: verschillende plek
ken in zee stellen verschillende eischen,
slechts in hoofdtrekken vindt men het werk
in het bovenstaande geschetst.
Inmiddels hopen wij, dat de door ons
weergegeven indrukken den lezer eenig idee
zullen hebben bijgebracht van het giganten-
werk, dat hier door het kleine Holland ver
richt wordt en waarop onze natie zoo te
recht fier mag zijn.
Hoe het ons op onzen tocht verder ver
ging?
We hebben van Ewijcksluis, voortstap
pend over den nieuwen dijk, ten slotte
weten te bereiken, maar niet dan nadat
wij onzen fotograaf eenmaal bijna hadden
zien wegzakken in een vlakte van versche
zandbrei, niet dan nadat we nog tallooze
malen door autoriteiten en autoriteitjes wa
ren „aangehouden"
En och! Wèl hadden we gelegenheid,
ons te verdiepen in de Hildebrandsche over
weging: Hoe warm het was en hoe ver!"
Indien we niet aan beide zijden zee ge
weten hadden, zouden we ons nu en dan in
de Sahara gewaand hebben!
Niettemin zal het steeds een aardige her
innering in ons le_ven blijven, dat wij een
der eersten waren, die op deze wijze
in zooverre „over land" van Wieringen
naar van Ewycksluis getogen zijn.
„Mijnheer!" zei Klaas, „bent U ook een
Hollander?"
„Neen," zei de man „ik hoor hier thuis."
„Maar waar heeft U dan de Hollandsche
taal geleerd?" vroeg Klaas weer, en toen
vertelde de man hem, dat hij een ooievaar
was en ieder jaar naar Holland ging.
„Dat heeft mij nog nooit een ooievaar
gezegd", zeide Klaas, „ik geloof het niet."
Als hem echter de man het huis beschreef
waarop hij ieder jaar zijn nest maakte,
moest hij het wel gelooven, daar het juist
het huis van zijn buurman was.
Nog meer werd hij in dat geloof versterkt,
toen hem de man een ring ter hand stelde,
die hij als ooievaar voor het huis van Dr.
Klaas had gevonden; het was zijn eigen
trouwring, die eens uit zijn vestzak gevallen
was.
Als wederdienst verlangde nu de mensch-
ooievaar van Dr. Klaas, dat hij van de
autoriteiten gedaan zou weten te krijgen,
dat de ooievaar tegen de mishandeling van
kwa-jongens beschermd zou worden, en dat
het den koe- en schaapherder zou verboden
worden hem met steenen te werpen of op
hem met pijlen te schieten.
Dr. Klaas hield woord.
Hij maakte zijn ontdekking overal bekend
en na dien tijd, geldt het in Holland voor
een groot vergrijp, een ooievaar te dooden.
In verschillende steden zoo b.v. in Haar
lem, waar nog steeds een gemeente-veror
dening van kracht is, welke luidt „So en
moet niemand scieten na den ouden vair s
en in Amsterdam verlangt de wetgever:
„verbieden en de interdiceeren eenen iege-
Iicken, wie hij sy, eenige oyevaars te mis
doen, te schieten of te werpen".
Toentertijd danste de jeugd om het huis
of de paal waarop, in het voorjaar de ooie
vaar zijn nest gebouwd had en wanneer de
eerste ooievaar kwam aanvliegen, wierpen
ze hem toe:
„Al heil! Al heil edel Vohgel!
Kere herwaarts dine Vlogels
Ende vliech te mine rechtehand!"
Wien hij namelijk aan de rechterhand
voorbijvloog, die had geluk; ongeluk bracht
hij echter aan die personen welke hij aan
de linkerzijde voorbij streek.
In Drente mogen de boerenjongens niet
eerder barrevoets loopen, alvorens zij den
„heilleuver" (heilbelover) gezien hebben.
In Holland zingen de kinderen zoodra zij
een ooievaar zien:
„Ouwevaar,
Klepelaar,
Takkedief,
Heit de jonge meisjes lief!"
Nadat het blad de Hollandsche woorden
van dit versje in het Duitsch vertaald heeft,
gaat het stukje als volgt verder:
Het laatste gedeelte geeft echter de eigen
lijke beteekenis van dit versje aan. Ieder
meisje hoopte, dat de ooievaar haar een
vrijer zou meebrengen; bij de aardige meis
jes die daarbij nog geld hadden, trof dit
middel onfeilbaar. Daarmede heeft de ooie
vaar nog niet al zijn plichten vervuld; hij
moet n.l. ook nog kinderen brengen; daar
om zingt de jeugd: „Uiver, Uiver, pijle-
poot, Breng een kindje in moeders schoot!"
Heeft men de hier beschreven werk
zaamheden eenmaal goed gadegeslagen, dan
krijgt men spoedig een juist begrip van den
gang van 't gansche werk:
De keileemstortingen vormen zooals
we reeds zeiden de eigenlijke fundamen
teering van den dijk, - door zand opspui
ting wordt de dijk op de gewenschte hoogte
gebracht, daarna wordt de dijk van
beide zijden beschut tegen de waterspoeling
door middel van de zinkstukken, welke wij
op Wieringen zagen vervaardigen en welke
door middel van de geweldige basalt- en
graniet-blokken, welke eveneens op Wie
ringen onze aandacht getrokken hadden,
tegen de dijkhelling aangedrukt blijven;
boven het peil van 0.70 M. N. A. P.
wordt de dijk ten slotte bekleed met natuur
lijke steen, met klinkers en met winter-
krammat.
Zal dit gedeelte van den afsluitdijk een
maal geheel gereed zijn, dan zal Van
Ewijcksluis met Wieringen verbonden zijn
door een dijk van rond 2200 meter lengte,
rustend op den bodem der zee op een voet
stuk van rond 130 meter breedte, terwijl
de breedte van de kruin rond 70 meter zaï
bedragen, waarvan ongeveer 30 meter aan
gewend zal kunnen worden voor wegen
aanleg.
Men begrijpt, dat onze leeken-beschrijving
van de Zuiderzee-werken niet anders kan
EEN HOLLANDSCHE
OOIEVAARSGESCHIEDENIS.
Een Hollandsche geleerde, met name
Klaas, had voor vele honderden jaren terug
een gewichtige ontdekking gedaan, die wel
waard is in de herinnering van het heden-
daagsche geslacht wederom weer wat te
worden opgefrischt, zoo lezen wij in „Deut
sche Wochenzeitung für die Niederlande"
van 9 Augustus.
Hij had n.l. onomstootelijk vastgesteld dat
de ooievaar in zijn „Heimat" op den berg
Sinai, een menschelijke gestalte aanneemt.
Die „ontdekking", welke niets anders is
dan een aardig fabeltje, wordt dan als volgt
beschreven:
Dr. Klaas had een reis naar het Oosten
ondernomen om op den berg Sinai weten
schappelijke onderzoekingen te verrichten.
Tijdens een wandeling ontmoette hij een
man die hem op zijn Hollandsch een goe
den morgen wenschte.