De Zuiderzeewerken. Ontdekte misdaad. RADIO- OMROEP FEUILLETON. Om ten slotte hoog opgespoten te worden NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Dinsdag 19 Augustus 1924 r ■- .het leek hier wel een goederen stations-emplacement. Over een afstand van vele tientallen meters wordt het zand door buizen voortgestuwd DAGELIJKS. 't was een 'typisch schouwspel, dijk-einde en de Wieringér-kust a; tallooze kruiwagens-zandladi den hoek tusschen het Wieringer n de noordzijde door middel van igen te zien aanplempen zagen wij een grijpkraan van reusachtige afmetingen aldoor maar vervaarlijke „happen" keileem in zee storten uit groote vergaarbakken, waarin het zand door middel van water spoeling geregeld tot een zachte brei verdund wordt, wordt de zand-pap- massa door buizen van 40 tot 50 c.M. middellijn opgezogen 82. VIJF-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK. Hierdoor geheel gerustgesteld, had Vlieg in de wind een paspoort genomen onder den aristocratischen naam, dien hij zich had toe geëigend en steeds was blijven dragen. Hij ging de grenzen over en kwam te Parijs, waar hij een klein huis in de Rue du Coly- sée huurde. Hij begon met zijn huis op behoorlijken voet in te richten en dacht er toen aan om een rijke erfgename te trouwen. Wij hebben reeds gezien, hoe de dochter van een rijken graankooper op zijn persoon en nog meer op zijn titel verliefd werd, en hoe hij zich door de noodzakelijkheid, om zich valsche papieren te verschaffen, in den muil van den wolf ging werpen, of liever in de klauwen van Rodille, dien hij vroeger nimmer anders dan onder de gedaante van vader Louraine gekend had en in wien hij dus bij geen mogelijkheid denzelfden per soon kon herkennen. Rodille herkende zooals wij gezien heb ben, op het eerste gezicht den voormaligen dief, in weerwil van de gedaanteverwisseling, die deze had ondergaan. Rodille bracht het overige van den dag door, met zijn plannen te regelen. Tegen den avond was hij daarmede gereed en het middel, dat hij had uitgedacht, was zoo goed gevonden in elk opzicht zoo passend voor zijn doel, dat het welslagen van zijn voornemen bijna onvermijdelijk zeker was. Wij kennen Rodille, en hebben hem meer malen aan het werk gezien. Wij zullen hem nu opnieuw zijn rol zien spelen in een dier geheimzinnige toestanden, die hij met de hand eens meesters wist te beheer- schen. Den volgenden dag, omstreeks twee uur, na den middag, sloeg de compagnon van Louraine nogmaals den weg in naar de rue du Colysée. Hij had een beroep gedaan op zijne oude bekwaamheid in het vermom men en het kostuum van livreiknecht van goeden huise aangetrokken, waardoor hij geheel onkenbaar werd. Een groote Engel- sche baard omgaf zijn overigens zorgvuldig geschoren gelaat, dat hij een hoogroode kleur had gegeven. Hij droeg een pet met vergulden band, een donkerbruine korte broek, slobkousen van dezelfde kleur, een rood vest en een groen lakensche rok met vergulde knoopen, waarop een markgraven kroon was gestempeld. De stijve punten van een witte das hingen op zijn borst en over het roode vest heen. Op die wijze vermomd, ging Rodille naar het wijnhuis en nam plaats aan dezelfde tafel, waar hij den vorigen dag gezeten had. „Koffie en de courant!" riep hij den knecht toe, die zich haastte, hem te bedie nen, zonder hem te herkennen. Rodille gebruikte de courant alleen om zich een zekere houding te kunnen geven, doch in plaats van te lezen, hield hij zijn oogen onafgebroken op het huis aan de overzijde. Na verloop van een kwartier zag hij, dat de kabriolet uit den stal ge haald en het zwarte paard door den groom er voor werd gespannen. Vlieg in de wind, meer dan ooit de houding en manieren den burggraaf de Coursolï;s vertoonende, ver scheen spoedig in een schitterend toilet op de stoep, klom in het rijtuig, greep de teugels en reed in de richting der Champs Elysées weg. Dadelijk na het vertrek van zijn meester, sloot de knecht het hek dicht, stak den sleutel in zijn zak, stapte de straat over en trad, volgens zijne dagelijksche gewoonte, het wijnhuis binnen. De kellner zette een blij gelaat en ontving hem, zooals men een klant ontvangt, voor wien men hooge ach ting koestert. „Hé! goeden dag, mijnheer Lorrain!" sprak hij; „U komt laat vandaag." „Mijnheer de burggraaf had mij noodig." „Maar nu bent u dan toch voor eenigen tijd vrij?" „Voor den geheelen dag; mijnheer de burggraaf gaat uit dineeren." „Dus zult u hier eten, mijnheer Lorrain?" „Natuurlijk." „Komaan! dat gaat goed," dacht Rodille De knecht hernam: „Mijnheer Lorrain, waarmede zal ik u dienen?" „Mijn pijp en een glas bier." „Hier is de pijp en het bier. Willen wij een partijtje domino maken, mijnheer Lorrain?" „Mij wel, vriendje ofschoon je niet zoo sterk bent als ik." De dominosteenen werden voor den dag gehaald en het spel zou beginnen, toen een knorrige stem uit een aangrenzend vertrek uitriep: „Komaan, Prosper, aan het werk, luiaard; je weet wel, dat er wijn afgetapt moet worden. Ga naar den kelder en gauw ook „Ik ga al, baas; ik ga al," riep de knecht onderdanig, toen hij een dik man met een wit voorschoot voor en een katoenen slaap muts op het hoofd, te voorschijn zag komen, die de eigenaar en tevens de kok van het etablissement was. Prosper, ontevreden, maar toch gehoorzaam, stak een kaars aan, lichtte het luik op en verdween in de diepte onder den grond. „Weergaas! vader Giboulette, je komt daar slecht van pas," zeide de kamerdie naar tot den kastelein; „weet je wel, dat je nu juist Prosper wegzendt op het oogen- blik, dat wij samen een partijtje domino gingen maken?" „Het spijt mij wel, mijnheer Lorrain," zei de dikke man, „maar het werk gaat voor alles. De wijn zou vanzelf niet in de flesschen komen." „Nu is het oogenblik daar, om tusschen- beiden te treden," dacht Rodille. Hij stond op, naderde den kamerdienaar en zeide op zoetsappigen toon: „Ik kan ook een weinig domino spelen, waarde collega; wanneer je wilt, zal ik een partijtje met je maken." „Wel waarachtig wil ik, kameraad, kom hier, wij zullen spelenl" Zij namen plaats. Men kwam overeen, dat men spelen zou, eenerzijds om den kop koffie van Rodille en anderzijds om het glas bier van Lorrain, Na een heeten en langdurigen. strijd ver loor Rodille. Hij vroeg om revanche en kreeg het. Rodille verloor weer en zóó ging het voort, totdat hij ten slotte aan Lorrain een menigte glazen bier schuldig was. „Kameraad," sprak Rodille daarop, „daar je toch den avond vrij hebt, stel ik je voor, om een diner te spelen voor ons beiden, tegen hetgeen ik je verschuldigd ben." „Gaarne, maar je hebt heden geen geluk en ik voorspel je, dat ik op jou kosten dineerer, zal." „Dat zullen wij thans zien." De kans verkeerde niet en Rodille verloor het diner met het overige. „Ik heb het je wel gezegd," zeide Lorrain. „Je bent heden sterk aan het verliezen." Rodille haalde een hand vol geld uit zijn zak en zeide: „Bah! wat komt er dat op aan? Ik heb geld genoeg. Het voornaamste is, dat wij lekker eten." Hij klopte op de tafel om den kastelein te roepen. „Gij hebt afzonderlijke kamers, niet waar?" vroeg hij. „Ik heb een klein salon achter de gelag kamer." „Dat is goed. Geef ons daar binnen een uur een diner. Ik laat het aan u over; al leen zeg ik u, dat het zoo goed mogelijk moet zijn. Wat den wijn betreft, ga zelf eens naar den kelder en zoek eens wat fijns. Je hebt de volle vrijheid, vader Gi boulette. Het komt er niet op aan, wat hel kost, wanneer het maar goed is." „Verduiveld! kameraad," sprak Lorrain, je legt het rijk aan. Je moet een goede plaats hebben, die heel wat opbrengt." „Och, ik heb niet te klagen," antwoordde Rodille; „mijn dienst is vrij goed." .Hoeveel verdien je wel?" (Wordt vervolgd) III. (Slot). Toen wij ons op het Wieringerdijk-einde eenigszins georiënteerd hadden, bleek het ons alras, dat wij om de eigenlijke afslui tingswerkzaamheden goed te kunnen gade slaan een bezoek dienden te brengen aan de overzijde, waar de dijk van af van Ewycksluis met een schijnbaar nog betrek kelijk geringe tusschenruimte „aankwam." Want, hoe interessant hier de heele om geving ook voor ons was, 't was b.v. een typisch schouwspel, den hoek tusschen het "Wieringer dijk-einde en de Wieringer kust aan de noordzijde door middel van tallooze kruiwagens-zandladingen te zien aan plempen méér werd onze aandacht ge trokken naar ginds, waar wij van uit de verte groote waterbouwmachines met lange, dikke buizen, groote grijpkranen met vervaarlijke „happers," enz. in werking zagen: daar wer den de eigenlijke afsluitings werk zaamheden verricht, daar moesten wij zijn. Dit laatste was echter gemakkelijker ge legd dan gedaan! Aangezien we de directieboot-kansen te wisselvallig vonden en bovendien liever zoo weinig mogelijk met directie-materiaal in aanraking kwamen (we vernamen immers, dat de directie het niet erg begrepen had op vrijmoedige journalisten en dito fotografen), besloten we hoewel telkens nog beduchte blikken werpend op gindschen stroom de aangeboden roeiboot-gelegenheid niet te versmaden. Indien er „iets" gebeuren mocht, dan zou in ieder geval van ons getuigd kunne: wor den, dat we op 't veld van eer „in 't harre nas" gestorven waren! Over een smalle, vele meters lange plank bereikten we een boven de klotsende golven genoeglijk wieberend vondertje, van waaraf we vriendelijk uitgenoodigd werden een sprong in de diepte in het op zee deinen de, nietige bootje te wagen. Alles liep natuurlijk! zonder onge lukken af, met mannenmoed bekampten onze gebruinde, gespierde roeiers de baren, en langzaam, heel langzaam vorderden wij in de gewenschte richting. zand door middel van waterspoeling gere geld tot een zachte brei verdund wordt, wordt de zandpap-massa door buizen van 40 tot 50 c.M. middellijn opgezogen. Over een afstand van vele tiental len meters wordt het zand door buizen voortgestuwd, om ten slotte hoog opgespo ten te worden, zóó, dat de zandmassa blijft liggen en het water vanzelf wegspoelt. En nu spitsen wij ons erop, nog eenmaal in het volledig comfort, dat het moderne verkeer biedt, bij gelegenheid deze streek te doorreizen, om dan te kunnen getui gen: hier hebben wij onze stappen gezet, toen de dijk nog uit de zee kwam opduiken! Tijdseinen: 10.15 v.m. en 4.30 n.m. Effecten en Geldkoersen (Vaz Dia-, zie hierboven) te 1,301.4522.152.30 en 2.45 n.m. (uitgezonderd Zondag en vacan- tiedagen en Zaterdag alleen 10.3011.30 v.m.) Weerberichten Vossegat Bé 1050 M.: 11.10 v.m. en 12,30 n.m en 8 n.m. (Ge meenlijk Morseseinen in langzaam tempo, waarop men zich oefenen kan). Londen 2 L.O. golflengte 365 M. Somtijds concert 3.504.50 n.m., dames en kinderuurtje 5.206.30, daarna 7.2010.50 (of later) concert, opera of Popul avond. Tijdseinen 1. 20 en 7.20 (Zondag 3.20 uur) n.m. Maandag, Donderdag en Zaterdag Dansmuziek (Jazband) van uit het Savoy Hotel te Londen na 10.20 n.m. Diverse Engelsche stations hebben onge veer dezelfde zenduren en wel: Cardiff 5 W. A. op 350 M. Manchester 2 Z. Y. op 375 M. Bournemouth 6 B. M. op 385 M. New Castle 5 N. O. op 400 M. Glasgow 5 G. S op 420 M. Birmingham 5 I. T. op 475 M. Aberdeen 2 B D. op 495 M Radio Paris S. F. R. 1780 M. Con cert (Tzigane orkest) 1.05 n.m. dito te 5.0£ n.m. (vocaal of instrumentaal) dito te 92£ n.m., als 5.05 of aansluiting op opera o; anderszins (voorafgegaan te 8.50 n.m. dool Nieuwsberichten). Gemeenlijk Donderdag en Zondag Dans muziek tot ruim elf uur. event afgewisseld door chansons of causeriën. Eiffel toren F. L. 2600 M. 7 en II uur v.m., 7.20 en 10.35 mm. Weerbericht --- Eens op een keer, toen eenige kinderen deze strophen den ooievaar met veel gevoel toezongen, stond er ook een klein meisje bij, die den vinger in den mond stak en zweeg: „Waarom zing je ook niet mee?" vroegen haar de andere kinderen. „Moeder heit 'et mi verboden," antwoord de het kind, „den uiver (de ooievaar) heit er al tien 'ebracht." Tot zoover het artikeltje in de „Wochen- zeitung". De schrijver ervan vergist zeer deerlijk als hij opmerkt dat in Haarlem nog steeds een gemeenteverordening bestaat, welke luidt: So en moet niemand scieten na den ouden vair's. Deze bepaling is reeds lang niet meer van kracht. Het verschijnen van de vogelwet in Nederland heeft aan alle bestaande gemeen tewetjes etc. een einde gemaakt. De schrijver zal dan ook goed doen, wan neer hij in Nederland komt, de thans van kracht zijnde Gemeente- en Rijkswetten na te lezen, wil hij niet in aanraking met de politie komen. van de voor ons land belangrijkste stations. 3.50 n.m. Beursverslag 6-307.15 n.m. concert, 11.2011.25 n.m. en 12.04 Tijdsei nen. Ecole Supp. P. T. T. 450 M.: Dage lijks, behalve Maandag te 9.20 mm., voor drachten, enz. Petit Parisien 340 M.: Gemeenlijk Dinsdag, Donderdag en Vrijdag 8.50 mm. concert. Brussel S. B. R. 265 M. 5.20—6.2C n.m. en 8.351020 n.m. concert. Haren (Brussel) B. A. V. 1100 M. - 5.1? n.m. Weerbericht Königswusterhausen L. P 4000 M. 7.20 v.m.6 n.m. berichten (ongeregeld) op 2700 M Zondag alleen 11.20 v.m 1.20 n.m. Eberswalde 2700 M- Gemeenlijk Maandag en Vrijdag 8.209.20 n.m. concert Dinsdag en Donderdag concert 8.209.20 Chelmsford 1600 M. 11.5012.50; 4.205.20; 7.508.50 Concert, enz. (voorwaardelijk). Te 8.20 Big-Ben (toren klok der Westminster Abdij). Programma. In Aug. worden alleen door de volgende Holl. Stations concerten gegeven: Ned. Radio Industrie. Zondags te 3 u. - en Maandags vanaf 8.30 u., 10.50 M. Middelraad Zaterdags vanaf 8.30 u, 1050 M. Nieuwsberichten (Vaz Dias) Amsterdam P. C. F. F. Golflengte 2000 M. Dagelijks (uitgezonderd Zondag) 8.15 8.30 v.m.; 1010.12 v.m,; 11.3011.55 v.m.; 12,1512,30 n.m.; 1,051,^0 n.m.; 33,30 n.m.; 4,154,28 n.m. Bovendien (doch ongeregeld) op andere" dagen, des avonds door de Ned. Radio In dustrie, uitzending der Concerten en Jazz Band muziek die te Scheveningen fn het Kurhaus en Cabaret gegeven worden. Bijzondere concerten, enz. zullen nader vermeld worden. Jaar moesten we zijn! Jawel! Na den tijd, welken wij eraan besteed had den om op en om Wieringen onze indruk ken op te doen en onze opnamen te maken, behoefden wij ons niet meer te paaien met de hoop, dat we het retour-postbootje in de haven nog zouden kunnen pakken, en tóch moesten wij aan de overzijde komen, liefst zoo gauw mogelijk, en liefst aan het (meest interessante) e i n dpunt van den dijk waar we aan gene zijde van den woester, hevig-golvenden stroom het drukke werk gewemel waarnamen. En om van af Van Ewycksluis weer daai te komen, dat zou natuurlijk nog eens een extra „long way" beteekenen. Er zat niets anders op, dan dat wij ons voor geld en goede woorden een overtocht Verzekerden over den troom, welke op den dag van ons bezoek de beide dijk-einden nog gescheiden hield. Hoewel een dergelijk waterpartijtje ons alles behalve zee-vaste landbewoners nu juist niet bijster kon aanlokken! Zóó sterk toch was de stroom, welke zich van Noord naar Zuid tusschen de beide landtongen dóór moest wringen, dat we daar ginds enorm lange zee-vrachtschepen op de felle golfjes als in een draaikolk zagen rond tollen. Men vertelde ons, dat daar ginds de direc tie-motorboot peilingen aan 't verrichten was, misschien kwam dit vaartuig hier straks even aan land, en héél misschien mochten we daarmee den overtocht doen. Of andersstraks moest een drietal ar beiders per roeiboot oversteken: mogelijk dat we daarvan gebruik wilden maken! 't Is op dezen tocht, dat wij ons een idee hebben kunnen vormen van het complex van werkzaamheden, welke tezamen de af sluiting tot een feit gemaakt hebben. Daar ginds, in volle zee, waren enkele zware baggermolens in werking om van den bodem der zee de zware keileem naar boven te halen, meer aan de zijde der Noord- Hollandsche kust lagen zware schepen, waarvan decimeters-dikke buizen den zee bodem zochten om het deeg van zeezand in geweldige hoeveelheden op te slorpen.... Waar we het dijk-einde der welhaast be reikte overzijde tamelijk van nabij passeer den, zagen wij een grijpkraan van reusach tige afmetingen aldoor maar vervaarlijke „happen" keileem in zee storten, zóó, dat de dijk wel ziender ooge moest aangroeien. Aan wal gestapt dankbaar voor den behouden overtocht kregen wij gelegen heid, het keileem-stortingswerk de eigen lijke fundamenteering van den dijk geheel te overzien. Het leek hier wel een goederenstations- emplacement: zóó rijkelijk hadden we hier de gelegenheid te struikelen over een me nigte van rails en alle mogelijke andere on effenheden en hindernissen. Op vele plaatsen was het begrijpelijker wijze nog allesbehalve droog, doch.... moed verwint het al! en al vóórtbaggerend kregen we al spoedig een nog veel interes santer schouwspel voor oogen. Wanneer de dijk n.l. door middel van keileemstorting tot op zekere hoogte boven het water is opgehaald, wordt hij verder opgehoogd door middel van zeezand-opspui ting: uit groote vergaarbakken, waarin hef zijn dan de waterbouwkundige wetenschap ten deze in.. vestzak-formaat, of tewel de Zuiderzee-afsluiting in 'n lucifersdoosje. Bovendien wordt het werk niet overal op gelijke wijze uitgevoerd: verschillende plek ken in zee stellen verschillende eischen, slechts in hoofdtrekken vindt men het werk in het bovenstaande geschetst. Inmiddels hopen wij, dat de door ons weergegeven indrukken den lezer eenig idee zullen hebben bijgebracht van het giganten- werk, dat hier door het kleine Holland ver richt wordt en waarop onze natie zoo te recht fier mag zijn. Hoe het ons op onzen tocht verder ver ging? We hebben van Ewijcksluis, voortstap pend over den nieuwen dijk, ten slotte weten te bereiken, maar niet dan nadat wij onzen fotograaf eenmaal bijna hadden zien wegzakken in een vlakte van versche zandbrei, niet dan nadat we nog tallooze malen door autoriteiten en autoriteitjes wa ren „aangehouden" En och! Wèl hadden we gelegenheid, ons te verdiepen in de Hildebrandsche over weging: Hoe warm het was en hoe ver!" Indien we niet aan beide zijden zee ge weten hadden, zouden we ons nu en dan in de Sahara gewaand hebben! Niettemin zal het steeds een aardige her innering in ons le_ven blijven, dat wij een der eersten waren, die op deze wijze in zooverre „over land" van Wieringen naar van Ewycksluis getogen zijn. „Mijnheer!" zei Klaas, „bent U ook een Hollander?" „Neen," zei de man „ik hoor hier thuis." „Maar waar heeft U dan de Hollandsche taal geleerd?" vroeg Klaas weer, en toen vertelde de man hem, dat hij een ooievaar was en ieder jaar naar Holland ging. „Dat heeft mij nog nooit een ooievaar gezegd", zeide Klaas, „ik geloof het niet." Als hem echter de man het huis beschreef waarop hij ieder jaar zijn nest maakte, moest hij het wel gelooven, daar het juist het huis van zijn buurman was. Nog meer werd hij in dat geloof versterkt, toen hem de man een ring ter hand stelde, die hij als ooievaar voor het huis van Dr. Klaas had gevonden; het was zijn eigen trouwring, die eens uit zijn vestzak gevallen was. Als wederdienst verlangde nu de mensch- ooievaar van Dr. Klaas, dat hij van de autoriteiten gedaan zou weten te krijgen, dat de ooievaar tegen de mishandeling van kwa-jongens beschermd zou worden, en dat het den koe- en schaapherder zou verboden worden hem met steenen te werpen of op hem met pijlen te schieten. Dr. Klaas hield woord. Hij maakte zijn ontdekking overal bekend en na dien tijd, geldt het in Holland voor een groot vergrijp, een ooievaar te dooden. In verschillende steden zoo b.v. in Haar lem, waar nog steeds een gemeente-veror dening van kracht is, welke luidt „So en moet niemand scieten na den ouden vair s en in Amsterdam verlangt de wetgever: „verbieden en de interdiceeren eenen iege- Iicken, wie hij sy, eenige oyevaars te mis doen, te schieten of te werpen". Toentertijd danste de jeugd om het huis of de paal waarop, in het voorjaar de ooie vaar zijn nest gebouwd had en wanneer de eerste ooievaar kwam aanvliegen, wierpen ze hem toe: „Al heil! Al heil edel Vohgel! Kere herwaarts dine Vlogels Ende vliech te mine rechtehand!" Wien hij namelijk aan de rechterhand voorbijvloog, die had geluk; ongeluk bracht hij echter aan die personen welke hij aan de linkerzijde voorbij streek. In Drente mogen de boerenjongens niet eerder barrevoets loopen, alvorens zij den „heilleuver" (heilbelover) gezien hebben. In Holland zingen de kinderen zoodra zij een ooievaar zien: „Ouwevaar, Klepelaar, Takkedief, Heit de jonge meisjes lief!" Nadat het blad de Hollandsche woorden van dit versje in het Duitsch vertaald heeft, gaat het stukje als volgt verder: Het laatste gedeelte geeft echter de eigen lijke beteekenis van dit versje aan. Ieder meisje hoopte, dat de ooievaar haar een vrijer zou meebrengen; bij de aardige meis jes die daarbij nog geld hadden, trof dit middel onfeilbaar. Daarmede heeft de ooie vaar nog niet al zijn plichten vervuld; hij moet n.l. ook nog kinderen brengen; daar om zingt de jeugd: „Uiver, Uiver, pijle- poot, Breng een kindje in moeders schoot!" Heeft men de hier beschreven werk zaamheden eenmaal goed gadegeslagen, dan krijgt men spoedig een juist begrip van den gang van 't gansche werk: De keileemstortingen vormen zooals we reeds zeiden de eigenlijke fundamen teering van den dijk, - door zand opspui ting wordt de dijk op de gewenschte hoogte gebracht, daarna wordt de dijk van beide zijden beschut tegen de waterspoeling door middel van de zinkstukken, welke wij op Wieringen zagen vervaardigen en welke door middel van de geweldige basalt- en graniet-blokken, welke eveneens op Wie ringen onze aandacht getrokken hadden, tegen de dijkhelling aangedrukt blijven; boven het peil van 0.70 M. N. A. P. wordt de dijk ten slotte bekleed met natuur lijke steen, met klinkers en met winter- krammat. Zal dit gedeelte van den afsluitdijk een maal geheel gereed zijn, dan zal Van Ewijcksluis met Wieringen verbonden zijn door een dijk van rond 2200 meter lengte, rustend op den bodem der zee op een voet stuk van rond 130 meter breedte, terwijl de breedte van de kruin rond 70 meter zaï bedragen, waarvan ongeveer 30 meter aan gewend zal kunnen worden voor wegen aanleg. Men begrijpt, dat onze leeken-beschrijving van de Zuiderzee-werken niet anders kan EEN HOLLANDSCHE OOIEVAARSGESCHIEDENIS. Een Hollandsche geleerde, met name Klaas, had voor vele honderden jaren terug een gewichtige ontdekking gedaan, die wel waard is in de herinnering van het heden- daagsche geslacht wederom weer wat te worden opgefrischt, zoo lezen wij in „Deut sche Wochenzeitung für die Niederlande" van 9 Augustus. Hij had n.l. onomstootelijk vastgesteld dat de ooievaar in zijn „Heimat" op den berg Sinai, een menschelijke gestalte aanneemt. Die „ontdekking", welke niets anders is dan een aardig fabeltje, wordt dan als volgt beschreven: Dr. Klaas had een reis naar het Oosten ondernomen om op den berg Sinai weten schappelijke onderzoekingen te verrichten. Tijdens een wandeling ontmoette hij een man die hem op zijn Hollandsch een goe den morgen wenschte.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5