ELCK WAT WILS.
TREKJES
No. 363.
RECHTSZAKEN.
LUCHTVERKEER.
KERK EN SCHOOL.
KUNST EN KENNIS.
UIT ONZE OOST.
De kassier Brinkman
vrijgesproken.
Opzettelijk uitgeven van
Valsch 'Duitsch bankpapier.
Nieuwe vrachtvliegtuigen.
Plaagzucht bij kinderen.
De Nederlandsche taal in
Frankrijk.
GEMENGD NIEUWS.
DE PLAAG VAN DE LANGPOOTMUG
GEN
Diefstal te Bergen op Zoom.
Een goedevangst.
Diefstal van een deftigen
voorzittershamer.
BINNENLANDSCH NIEUWS
De zaak Mulder.
fcvrn
DE MACHT VAN HET KLEINE.
We staan thans voor de beslissende dagen.
De dagen waarop over honderden men-
schenlevens zal worden beslist.
En wie no g eenig menschelijk gevoel heeft
overgehouden, huivert bij de gedachte dat
de beslissing niet geheel ten gunste van de
slachtoffers zal kunnen uitvallen.
Vandaar dat ik voor de zooveelste maal
een opwekkend woord durf schrijven een
woord, dat bedoeld is om het leven van bijna
vierhonderd menschen, meest vrouwen en
kinderen, te redden.
Want het is geen fictie, geen misplaatste
propaganda, maar treurige, diep treurige
werkelijkheid, dat er 364 personen zijn, die
door tuberculose zijn aangetast, die zelf
geen middelen bezitten om een doelmatige
verpleging te bekostigen, die recht hebben
om kosteloos verpleegd te worden door „Her
wonnen Levenskracht", maar aan dat recht
niets hebben om de eenvoudige reden, dat
er geen geld, is om die verpleging te bekostigen.
Drie honderd vier en zestig menschen-
levens, die gered kunnen worden met....
wat geld. Als we iemand in het water zien
vallen en in levensgevaar zien verkeeren,
wie denkt er dan aan zijn costuum, dat door
een poging tot redding wel eens bedorven
kon worden wie durft het aan, als hij op
een of andere wijze iemand het leven kan
redden, voor een bedrag aan geld laten we
aannemen voor een gulden om. te zeggen
ik ben zélf arm en er wordt voor alles en nog
wat gevraagd.
Driehonderd vierenzestig menschenlevens,
waaronder moeders van groote gezinnen,
wier verscheiden, menschelijker wijze ge
sproken, een onherstelbaar verlies voor die
gezinnen zou zijn en in de geheele omgeving
diepe ontroering en medelijden zou oproepen:
Zij kunnen geholpen worden als we allemaal
iets doen.
Dat heeft met rang of stand niets, maar
dan ook niets te maken, want ook de minste
kan nog meehelpen om die ramp af te wente
len. Het is waarlijk al èrg genoeg, dat zóóveel
lijden en zóóveel leed moet gedragen worden
wat met goeden wil kon voorkomen worden.
Maar wie zich een oogenblik wil verplaatsen
in den gedachtengang van de moeder die
haar kind daar ziet liggen en van den dokter
heeft vernomen, dat er een redelijke kans is
op herstel, wanneer het in een sanatorium
een doelmatige verpleging kon vinden, maar
de troostelooze mededeeling ontvangt, dat
haar kind op de lijst is geplaatst, maar num
mer „zooveel" is, wat dus neerkomt op eenige
jaren wachten omdat...... er geen geld is
wie zich slechts een oogenblik in den gedach
tengang van zóó'n moeder weet te verplaat
sen, zal heusch niet meer zeggen er wordt
zooveel gevraagd, maar begrijpen, dat
Roomsch Nederland in de komende dagen
een daad heeft te stellen waardoor die ont
zettende wachtlijst kan schoongeveegd wor
den.
De bij onze R. K. Vakbonden aangesloten
leden, doen reeds veel elk jaar betalen zij
52 cent voor „Herwonnen Levenskracht",
plaatselijk brengen zij ook nog vaak een offer,
maar zij kunnen met den besten wil ter
wereld niet voldoende bijeenbrengen om al
die slachtoffers te helpen.
En daarom wordt „Herwonnen Levens
kracht" gedwongen om bloemendagen te or-
ganiseeren. Een eerste klas Sanatorium heb
ben we, plaats is er in overvloed, maar het
ontbreekt haar aan de noodige middelen om
die honderden patiënten, die dagelijks om
hulp roepen en dagelijks het besmettings
gevaar voor anderen weer vergrooten, op te
nemen en te verplegen.
De bloemendagen brachten steeds mooie
bedragen binnen en velen zijn er die doen
wat mogelijk is, maar het wil er niet bij mij
in, dat allen hun plicht doen en dat door velen
niet nog méér kan gedaan worden..
Want het gaat toch werkelijk over men
schenlevens, over moederleed en kindertra-
nen en dan kan ik zou haast zeggen
iedereen toch wel een dubbeltje missen en
velen onzer zijn gelukkig nog niet zóó arm
of zij kunnen voor een enkele maal ook nog
wel een grooter zilverstukje géven.
Het spreekt vanzelf, dat we elk afzonderlijk
die ramp niet kunnen keeren, maar als we
allen te zamen, rijk en arm, groot en klein,
ieder naarmate van ons kunnen iets doen, dan
moeten de bloemendagen van „Herwonnen
Levenskracht" slagen, dan kost het geen
menschenlevens, wanneer het toevallig op
dien dag regent, maar dan zorgen we, 't gaat
zoo 't gaat,-dat de bloemendagen daarvan
niet de gevolgen ondervinden.
Zoo ergens dan is hier de macht van het
kleine duidelijk zichtbaar, als alle Katholieken
wilden medewerken dan zouden we stellig het
overgroote gedeelte van die 364 wachtenden
het leven kunnen redden.
A. J. L.
DE VERKEERDE WEG.
De laatste weken ontving ik van uit twee
verschillende plaatsen bericht, dat de Ge
meenteraad. besloot om zich terug te trek
ken van de „regeling vervat in het Werkloos
heidsbesluit 1917", te weten uit Hooge en
Lage Zwaluwe en Egmond aan den Hoef.
Wat de reden kan zijn, dat deze Gemeen-
Dag van gewicht.
öp gevaar af van vervelend te worden
negenen die me reeds lang vervelend vin
den lezen dit stukje vanzelf al niet moet
ik weer een beroep doen op uw portemon-
naie.
Nee, ik bid u lees door't Gaat om
menschenlevens.
Dat klinkt overdreven, maar waarachtig 't
is zoo.
Niet om twee, niet om twintig, niet om
tweehonderd menschenlevensom nog
veel meer.
„O, ik snap 't al" hoor ik u zeggen
«dat is weer voor „Herwonnen Levenskracht.'
U is reeds van plan dit trekje terzijde te
Jeggen met de bemerking „De rest is van
't zelfde laken 'n pak.... ik koop morgen
wel 'n speldje.... dat zou 'k toch gedaan
hebben."
Ja, dat weet 'k.... Ik kan me tenminste
neel moeilijk indenken, dat er onder de Ka
tholieken van Haarlem één zal zijn, die
morgen géén offertje zal geven voor de red
ding van veel geloofsgenooten.
ten zich terugtrekken is moeilijk aan te geven,
omdat men daarvoor, de volledige raadsver-
slagen zou moeten kennen. Vast staat echter
dat men het besluit te Hooge en Lage Zwa
luwe vrij algemeen opvat als een soort pla
gerij tegenover de weinige georganiseerde ar
beiders. Een opvatting die er niet zoo ver
naast zal zijn en in elk geval door de weinig
vriendelijke houding van het Gemeentebe
stuur tegenover de georganiseerde arbeiders
wel te verklaren is.
Van Egmond a. d. Hoef vernam ik niets
en dan is er bijna geen andere reden denk
baar, dan zuinigheidsoverwegingen. En toch
is het aan gegronden twijfel onderhevig of
daarmede inderdaad een bezuiniging kan
worden verkregen.
Ik kan maar over zeer onvolledige cijfers
beschikken, n.l. over die der landarbeiders
en hoewel vermoedend, dat andere groepen
op de genoemde plaatsen niet van zooveel
beteekenis zullen zijn, moeten de cijfers toch
met die reserve gegeven worden.
De cijfers die ik heb over de landarbeiders
zien er echter allesbehalve verschrikkelijk
uit. Daaruit blijkt dat de tegen werkloosheid
verzekerde arbeiders van 1 Juni 192331
Mei 1924 aan bijdragen hebben betaald te
Egmond a. d. Hoef in totaal f 147.62, te Hooge
en Lage Zwaluwe f 105.33 laten we aanne
men dat daarop door de Gemeente gemiddeld
75 subsidie is verleend, dan is dat toch
geen bedrag waarom men zich terugtrekt
van een goeden socialen maatregel.
Daar staat dan tegenover, dat te Egmond
in dezelfde periode is uitgekeerd ongeveer
f 180, te Hooge en Lage Zwaluwe ruim f 300.
Zuinigheidsoverwegingen gesteld dat
men van oordeel is dat deze ook bij deze aan
gelegenheid kunnen gelden kunnen hier
toch moeilijk dienst doen.
Wel doet men groote schade aan de ver
zekering als zoodanig, wat een stap terug is
naar verhoudingen, die we toch eigenijlk niet
meer kunnen gebruiken.
De werkloosheidsverzekering, hoe onvol
komen ook nog geregeld, berust op een ge
zonde sociale gedachte en kan daarom maar
niet op zij gezet worden zonder groote be
langen te schaden. Het is toch waarlijk geen
kleinigheid als we zien wat er per jaar door de
arbeiders zelf wordt bijeengebracht om daar
mede zoo goed mogelijk het geldelijk verlies
aan de werkloosheid verbonden, te dekken.
Ik kan öp dit moment alweer niet over
juiste cijfers beschikken, maar de gegevens die
mij ten dienste staan, geven mij stellig het
recht om te beweren dat er over 1923 door
de gezamenlijke verzekerde arbeiders een
paar millioen- gulden is bijeengebracht en
verdeeld zijn over hen die feitelijk door werk
loosheid zijn getroffen,verhoogd met de Over
heidssteun.
Er zullen misbruiken zijn en tegen een
controle die er op gericht is, beroepswerk-
loozen of simulanten te treffen, kan geen
bezwaar bestaan, maar de verzekering als
zoodanig verdient een betere waardeering
als die waarvan deze beide Gemeenten blijk
geven.
Een oud spreekwoord zegt, dat één bonte
kraai nog geen strenge winter beteekent en
het is op zichzelf nog geen wereldschokkend
feit, als de Gemeenteraden van twee dorpen
met te zamen enkele duizenden inwoners
zich terugtrekken, maar wel zegt het ons, dat
zoolang er nog geen wet is, die deze aange
legenheid regelt, we steeds het gevaar be-
loopen, dat dan hier dan daar Gemeenteraden
over stag gaan met het gevolg dat de men
schen in die Gemeente hoewel zij evenveel
betalen als hun makkers op andere plaatsen,
slechts halve uitkeering mogen ontvangen,h t
geen de animo voor de verzekering niet kan
verhoogen.
A. J. L.
De Rechtbank te Zutphen sprak den heer
J Brinkman, kassier te Deventer, conform
den eisch, vrij van de hem ten laste gelegde
oplichting, daar het wettig en overtuigend
bewijs niet geleverd is.
Vrijdagmorgen heeft voor de rechtbank te
Rotterdam terecht gestaan de 36-jarige bar
bier L. H H. D. uit Tegel en, die beschuldigd
was van het opzettelijk verkoopen van val-
sche buitenlandsche bankbiljetten. De man
vertelde, dat hij in het begin van dit jaat
van een koopman te Crefeld 95 biljetten van
100 biljoen mark had gekocht tegen den
koers van 1.67Ys. Toen hij deze biljetten la
ter te Venlo wilde inwisselen, bleken zij
valsch te zijn. Hij begaf zich daarop weder
naar Crefeld. Maar de koopman weigerde de
biljetten weer terug te nemen. Met een
vriend is hij toen naar Rotterdam gekomen
en heeft daar aan iemand op de Noordblaak
20 biljetten als echt verkocht voor 1140.
Toen de politie er aan te pas kwam, heelt
hij de biljetten teruggenomen. Zelf heeft hij
een schade geleden van 5600.
Toch verzoek ik u nogmaals dringend
lees alles van dit stukje.... en vraag dan u
zelf met ernst af „Wat kan ik doen en wat
moet ik dus doen?"
Ik had gewoon kunnen beginnen met
'n roerend tafereeltje, ze liggen helaas
vcor 't grijpen om aan 't eind te komen met
'n aanbeveling voor de speldjesdag, de dag
van zoo groot gewicht.
Ik had kunnen vertellen van de jonge
man uit uw eigen stad hier, die misschien al
honderd maal zijn talent als musicus in dienst
heeft gesteld van de Roomsche zaak.... en
nu al drie maanden ligten kort geleden
bericht kreeg, dat hij als nummer 361 op
de lijst was geplaatst
En nog veel andere gevallen, die 'n pagina
van deze krant zouden vullen.
Maar ik ben direct begonnen met te zeg
gen waar 't om gaatdat vond ik ditmaal be
ter.
Het is eigenlijk overbodig er nog eens op
te wijzen hoe „Herwonnen Levenskracht"
er voor staat.
We weten, dat in het sanatorium veel bed
den leeg staan, omdat er geen geld is om ze
te bezetten met de al maar, al maar wach
tende patiënten, voor wie elke dag van ge
duld de kans op genezing kleiner maakt.
Denkt u héél even in hun plaats en lees dan
nog eens wat ik geknipt heb uit het officieele
orgaan, het tijdschrift „Zonnebloemen".
Het zijn 'n paar briefjes, gericht aan het
Hoofdbestuur van „H.L." dat er het volgen-
i Het O.M., waargenomen door Mr. Schut
ter eischte twee jaar gevangenisstraf, onder
aftrek der preventieve hechtenis. Mr. Dah-
nen uit Roermond pleitte ontslag van rechts
vervolging. De uitspraak werd bepaald op
11 dezer.
DE DRIE DRANKZUCHTIGE VRIEN
DEN.
In den avond van 2 Augustus stonden een
viertal jongelui, twee jongens met hun meis
jes aan den Amstel bij de Utrechtsche dwars
straat te praten, toen er drie dronken kerels
aankwamen en hun om geld vroegen. Ze
vroegen ieder 5 cent, omdat ze nog „te kort
kwamen." Toen de jongelui niets wilden geven
greep een der kerels een jongeman beet en
bedreigde hem als hij niets gaf. Het meisje
werd bang voor haar beetgepakten vrijer,
greep gauw in haar taschje en gaf den kerel
een dubbeltje. De man met zijn twee dron
ken makkers ging de Prinsengracht op, na
dat ze eerst nog een teug uit een flesch had
den genomen. De jongelui volgden het drie
tal en lieten er 2 van inrekenen de derde
ontkwam. Donderdag stonden die twee te
recht voor de Vierde Kamer der Rechtbank
te Amsterdam, wegens bedelarij.
De eene bekl. ontkende echter gebedeld
te hebben. De derde, die ontkwam, had ge
zegd „Ik heb geen tabak bij me, ik zal zien,
dat ik 'n paar centen krijg voor 'n pakje ta
bak." Daarop was hij dan den jongelui gaan
vragen en vond bekl. „da's toch niet erg als
je 'n paar centen voor wat tabak vraagt."
Hadt u gedronken?
Een klein beetje, een enkel glaasje.
Wat?
Nou van alles. Wat bier en port en jene
ver en citroen.
De andere bekl. kon zich niets meer herin
neren. Zijn kameraden hadden hem spiritus
laten drinken en toen was hij buiten westen
geraakt.
Pres. tot le bekl. Zat er spiritus in die
flesch
Bekl.Dat kan wel. Die flesch was niet
van mij, maar ik was doodgewoon nuchter.
De get. verklaarden echter, dat ze alle
drie niet heelemaal frisch meer waren.
Pres. tot le bekl. U hebt al een flinke
straflijst.
Bekl. Dat is zoo. Ik heb al heel wat mee
gemaakt, maar dat is mijn schuld niet maar
van die rotte maatschappij.
Ik zie hier op uw lijst
U hoef hier in 'f publiek mijn doopceel
niet te lichten. U kunt lezen wat er op staat
en ik weet 't wel.
Jawel maar ik wou U er toch over vra
gen. In Hilversum hebt U 'n wekker weg
genomen.
Da's 'n verkeerd vonnis geweest. Ik wou
alleen maar kijken, hoe laat 't was en die wek
ker stond net toevallig voor 'n open raam en
toen ik den wekker opnam om beter te kij
ken, zag de eigenaar dat. Maar ik vraag
wat had ik nou aan zoo'n wekker Nee als ik
wat weg wou nemen, koos ik beter spul. Dat
heb ik gedaan ook. Ik heb wel 20 of 30 zaak
jes gedaan, die ze nooit hebben kunnen snor
ren.
Het O. M. waargenomen door Mr. van
Lier, wees er op, dat de eerste bekl. al 14 von
nissen sedert 1900 achter den rug heeft, waar
bij hij al 2 en 3 jaar in een rijkswerkinrichting
werd geplaatst. De andere bekl. is 5 maal
veroordeeld, waarbij hij 3 maal 1 jaar in een
werkinrichting werd opgeborgen. Voor dit
feit vroeg spr. voor ieder 3 dagen hechtenis
en plaatsing in een rijkswerkinrichting voor
3 jaar.
Daar ga ik tegen in hooger beroep, riep
de le bekl., want ik heb niet gebedeld. Die
ander heeft alleen voor wat tabak gevraagd.
Uitspraak 18 September.
De „Morning Post" deelt mee, dat een
vrachtvliegtuig wordt ontworpen dat, naar
beweerd wordt, in staat zal zijn vier tons
aan goederen door geheel Europa te vervoe
ren met een snelheid van tachtig mijl per
uur en waarvan de kosten niet meer zouden
zijn dan die van een gewone vrachtauto.
De vliegmachine is een reusachtige een
dekker waarvan de enkele vleugel 150 voet
van het eene eind tot het andere meet. Het
vliegtuig wordt door twee motoren voortbe
wogen. Het totaal gewicht wordt tien tons.
Een bijzondere eigenaardigheid is het ge
mak, waarmee het kan worden geladen. Het
geheele voorgedeelte springt open voor de
lading van de goederen.
Een van deze vliegtuigen kan, wanneer
het 's avonds te Londen opstijgt en des
nachts doorvliegt, den volgenden morgen te
Marseille zijn.
LUCHTLIJN BERLIJN-BUENOS-AIRES.
Een telegram van de Kanarische Eilan
den meldt aan de Duitsche bladen, dat in
de haven van Las Palmas twee Junkervlieg
tuigen zijn aangekomen, die proefvluchten
zullen maken tusschen de Kanarische Ei
landen en Barcelona.
Deze luchtlijn is slechts een deel van de
in uitzicht gestelde verkeersroute: Berlijn-
Buenos-Aires, die via Italië en Spanje zal
worden tot stand gebracht.
In den dienst tusschen Genua en Barce
lona en Cadix en Las Palmas zal door wa
tervliegtuigen worden voorzien.
Tegelijkertijd zijn in Spanje Zeppelin-in
genieurs aangekomen, die, samen met den
chef van den Spaanschen militairen lucht
vaartdienst, het plan voor een luchtlijn met
bestuurbare luchtschepen tusschen Sevilla
Buenos-Aires hebben opgemaakt.
DE AMERIKAANSCHE WERELD
VLIEGERS.
De Amerikaansche wereldvliegers zijn
op Nieuw Schotland aangekomen.
WEER EEN NOORDPOOLVLUCHT.
Uit Deensche bladen komt het bericht,
dat de Fransche vlieger,De Payer, zich bin
nen 14 dagen naar Noorwegen zal laten in
schepen om daar een Noordpool-expeditie
uit te rusten. Dezen winter zal de expe
ditie te Spitsbergen blijven, alwaar een
de van vertelt. Het eerste, even kort als wan
hopig, luidt aldus
„Mijnheer, U kunt er voor zorgen, dat
mijn dochter weer geneest en als U haar niet
opneemt en ze sterft, dan is dat Uwe schuld"
We. kunnen ons de mentaliteit van vaders
en moeders, die hun kinderen zien lijden,
best indenken en geven dus op brieven als
bovenstaande een vriendelijk antwoord.
Herhaaldelijk gebeurt het dat gedreigd
wordt„Als U niet dezen patiënt spoedig
opneemt willen we voor „Herwonnen Le
venskracht" niets meer doen." of „dan zal
„Herwonnen Levenskracht" hare populari
teit verliezen."
Bij al die dreigementen moeten we steeds
weer hetzelfde antwoord geven„Zoodra
de betrokken patiënt aan de beurt is om te
worden uitgezonden, zullen we u dadehj k
berichten doch we houden streng vast aan
den regel ieder op zijn beurt."
Dezer dagen ontvingen we 2 brieven die
weer op andere moeilijkheden wijzen. Een
zuster van het Wit-Gele Kruis schrijft ons
„Ik kwam in het bezit van een geneeskun
dige verklaring die voor patiënt N. moet
worden ingevuld. Toen ik bij de familie
kwam bleek mij, dat het bedoelde meisje
niet weg mag van hare ouders.
In verband daarmede heb ik een vraag
14 dagen geleden is door het Consultatie
bureau te Leiden beslist, dat een jongetje van
9 jaar moet worden uitgestuurd naar het
sterk draadloos station zal worden geves
tigd, ten einde dagelijks mededeelingen uit
het poolgebied te kunnen geven.
DE AMERIKAANSCHE Z. R. 3.
Uit Friedrichshaven wordt gemeld: De
proefvlucht van de Z. R. 3 voor Amerika is
voor de tweede maal uitgesteld wegens
motordefect.
HET MISSIEWERK, AUG. '24.
De eerste bladzijden van deze afleve
ring vragen onze aandacht voor twee Ne-
derlandsche Missie-Oversten: Mgr. Panis,
die naar zijn moeielijke, maar veel belo
vende Missie van Celebes vertrok en Mgr.
v. Roosmalen, die 1214 jaar de Missie van
Suriname zoo dadenrijk en zegenrijk be
stuurt.
Pater Gondulphus O. M. Cap. bewijst uit
talrijke Schriftuurplaatsen, dat het Chris
tendom in den beginne vooral de gods
dienst was van de eenvoudiger., de armen,
de slaven, hoewel geen enkele stand was
uitgesloten en ook de beter gesitueerden
vertegenwoordigd waren. Wil men dus gauw
en degelijk een groote gemeente van jeug
dige Christenen vormen, dan moeten de
armen geëvangeliseerd worden. Als het
geen antwoord was op een kwestie, was
het haast storm loopen tegen een open
deur.
De Indiër, Budhu, die van oude wielen,
een pakkist en een kruiwagenrad, als
stuur, een auto fabriceerde en, om er gang
in te krijgen, een blik benzine tusschen de
knieën zette, had inderdaad wel „een spin
in zijn hersens". Toch schreeuwde hij op
vergaderingen het hardst: „de vreemdelin
gen er uit!" Hij kon Indië wel besturen.
Zoo zijn inboorlingen en anderen ook wei
eens!
Over de Opleiding van de Inlandsche
Priesters in China schrijft fr. Bertrandus
Boerke O. F. M., Pres. v. h. Seminarie
Luanfu, een zeer mooi artikel, Chineesche
zeden en toestanden en de eigenaardighe
den van het Chineesche karakter eischen
hier wakende voorzichtigheid en wijs be
leid. De Latijnsche taal, voor jonge Euro
peanen al vaak een doolhof, is voor die
Chineesche bolletjes een ware opeenhoo-
ping van rariteiten. En toch hebben ze
voor hun eigen boekentaal en literatuur
nog evenveel studietijd noodig als voor dat
vreemde Latijn. Zoo is die opleiding een
werk van taai geduld, maar een dankbaar
werk. Want zijn die jongens eenmaal pries
ter geworden, dan vormen zij onmisbare
hulptroepen, zijn ze de meest geëigende
middelaars tusschen het volk en den Eu-
ropeeschen Missionaris.
Het artikel: „Èen Ned. Ind. Centraal
adviesbureau voor de Missiën?" van den
oud-Indiër Ir. E. A. v. Arcken is geen
critiek, maar een praktische aanvulling op
de artikelen van de van der Schueren en
Pater Herman over het dienstbaar maken
van den Oosterschen geest en de heiden-
sche cultuur aan de Missie. De Missiona
rissen hebben daarvoor inderdaad noch
den tijd noch de kunde. Maar met zulk
een centraal advies-bureau met een kun
dig man aan het hoofd zou zeker heel wat
te bereiken vallen. Het zou den missiona
ris tijd en moeite besparen en het bekee-
ringswerk ten goede komen.
De Kroniek behandelt vooral Achter-In-
dië. Van alle grootere gebieden, waar de
Missie arbeidt, is er geen enkel, waar per
centsgewijze zooveel inlanders het ware
Geloof omhelsd hebben en waar de vor
ming van een inlandsche geestelijkheid zoo
ver gevorderd is.
Een tijdschrift beginnen, gaat nog wel;
volhouden is moeilijker, maar Het Missie
werk weet zich na zijn vijfjarig bestaan
handhav.!
Onder bovenstaand onderwerp schrijft P.
J. v. d. Molen in „Kinderstudie":
„De zucht tot plagen is een eigenaardig
gecompliceerde aandrift. Allereerst houdt ze
ten nauwste verband met het aangeboren
strijd-instinct, maar bovendien met de kin
derlijke zucht tot onderzoek, met den aan
drang om iets of iemand te behandelen, d.
w. z. in handen te nemen, en met een sterk
gevoel voor komische effecten. In wezen
draagt ze dus een tamelijk onschuldig ka
rakter. Alleen bij kinderen met een aanleg
voor het ruwe en gemeene ontwikkelt zich
bijna met zekerheid een neiging tot tiran-
niseeren, indien deze door een krachtige
opvoeding niet wordt onderdrukt.
Met het vecht-instinct is ze zoo nauw
verbonden, dat men soms nauwelijks weet
uit te maken, of kinderen gevochten hebben
omdat ze geplaagd werden, dan wel of ze
elkaar geplaagd hebben ten einde te kunnen
vechten. Daaruit volgt reeds, hoe moeilijk 't
kan zijn, de oorzaak van een strijd op te
sporen en hoe gemakkelijk men zich in den
uitleg ken vergissen. Alles, waarover een
kind zich beklaagt en wat aanleiding tot een
vechtpartij is geworden, behoeft nog geen
plagerij te zijn geweest. Zoo kan een onweer
staanbare, maar toch onschuldige neiging,
om een bal van een ander even in harden
te nemen, soms de aanleiding zijn. Het kind
neemt gaarne voor plagerij aan, wat er de
beteekenis niet van heeft, en ouderen zijn
dikwijls weinig verstandiger.
Maar waar de zucht tot plagen inderdaad
aanwezig is, kan ze meestal als het uitvloei
sel worden aangemerkt over een lust tot
heerscher-zijn, van den lust, zich baas over
een ander te gevoelen. Gelukt de poging,
dan maakt een gevoel van bevrediging zich
van den plager meester. En dan hangt het
van de reactie bij den geplaagde af, hoe de
eerste daad door anderen zal worden ge
volgd. Gaat de geplaagde er niet op in,
blijkt hij onaandoenlijk, dan is veelal bij den
sa natorium „Berg en Bosch". De ouders van
dit patiëntje kunnen dit in het geheel niet
zelf betalen, wel een gedeelte, b.v. 50 ct. per
dag.
Nu ben ik zelf bij de weinig gegoede bur-
gers, die hier zijn, aan het bedelen. Het valt
echter niet mee om zoo'n bedrag bij elkaar
te krijgen.
Zou dat jongetje nu niet inplaats van bo
vengenoemd meisje weg mogen. Het is bij
die familie thuis heel treurig gesteld. Vader,
moeder met 7 kinderen bewonen een kamer
hierin zijn twee bedsteden. Tot overmaat van
ramp heeft een jongetje van 15 jaar in dat
zelfde gezin drie weken geleden een bloed
spuwing gehad. Deze kamer is dus huiskamer,
slaapkamer- en ziekenkamer, keuken, alles te
gelijk.
We hebben ook op dit geval weer „neen"
moeten zeggen.
Een ander geval.
Een timmerman schrijft ons, nadat hij
hier niet ter zake doende mededeelingen ge
daan heeft o.a. het volgende
„Mijn vrouw moet noodig naar een sana
torium. Ik heb haar in „Berg en Bosch" la
ten onderzoeken Dr. Bronkhorst heeft een
Röntgen-foto gemaakt en gezegd, dat, als
zij spoedig wordt opgenomen, er voor haar
nog wel kans op genezing bestaat.
Daarom wend ik mij tot U, om U te vra
gen of er kans bestaat dat mijn vrouw wordt
opgenomen. Ik ben reeds langen tijd geor-
plager de aardigheid er al- Soms echter fce-
kruipt hem de lust tot verder experiment P
en tracht hij op te sporen, hoe ver hij kan
gaan, eer de gewenschte reactie volgt. Want
dit staat op den voorgrond, hij zoekt het
bevredigingsgevoel, dat ligt in het bewust
zijn, macht te hebben boven een ander.
Het Noord-Westen van Frankrijk bevat
nog steeds een stuk Vlaanderen. Behalve
ouderwetsche almanakken die zich roeren
beginnen daar ook plaatselijke blaadjes van
zich af te spreken, die geregeld Vlaamsche
mededeelingen en artikeltjes opnemen.
Aan de „N. R. Crt." wordt uit Brussel
geschreven, dat in een plaatsje van dat deel
van Frankrijk, Wormhoudt geheeten, een
maandblad „De Vlaamsche Stemme in
Vrankrijk" verschijnt. Daarin stond onlangs
een stuk, dat, wat taal en stijl betreft, won
derwel gelijkt aan de in de eerste jaren der
Vlaamsche beweging, omstreeks 1845, door
Jan De Laet, Conscience e.a. in het letter
kundige tijdschrift „Het Taelverbond" ge
schreven bijdragen, vaak zeer naïef van toon,
over het bestaansrecht en de verdediging van
de volkstaal. Zoo schrijft „De Vlaemsche
sche Stemme in Vrankrijk", die reeds aan
haar tweeden jaargang is
„Hoort ze nog klinken in Fransch Vlaen
deren onze oude vlaemsche taelEn hoe
blyd, en hoe kloek
Ze zingt op de lippen van onze dierbaere
moeder, ze schiet uit het spel van onze kin
deren, alhoewel het verboden is ze te ge
bruiken in de scholen ze zegt de liefde van
ons jonge volk, en hoe zoet en hoe zuiver
ze spreekt hoog en klaer, en vrij in alle dor
pen tael van den haard, tael van de markt
tael van de kerke
Wij mogen en wij moeten onze moeder-
tael beminnen. Al de volken van de wereld
beminnen hun moedertael. In Vrankrijk, de
Provenzalen, de Bretoenen, de Basken, d'Al-
saciens lezen en schrijven hun moedertaal.
Waerom zouden de Vlamingen van Vrank
rijk hunne tael niet mogen lezen en schrij
ven
De Vlaemsche Stemme vereenigt in eene
zelve liefde de schoonheden en de deugden
van 't kleen en van 't groot Vaderland
want Vlaenderen is maer eene provincie,
zeker de schoonste, de rijkste en de machtig
ste van Vrankrijk.
Al de goe Vlaemingen van Vrankrijk zullen
de Vlaemsche Stemme wel ontvangen, zij
zullen ze doen leven al ze rond verspreiden
en doen kennen.
In eerbied van Vrankrijk, voor God en
Vlaenderen 1"
Het schijnen kloeke mannen te zijn, die
Fransche Vlamingen.
NOG EEN SLACHTOFFER.
Het tweede slachtoffer van het ongeluk
bij het schieten in de mijn „Maurits" op
laatstleden Dinsdag is Donderdag ook in het
hospitaal te Sittard overleden. Het is zekere
Didden, vader van een groot gezin. Het on
geval op de mijn „Emma" medegerekend,
heeft het mijnbedrijf deze week dus weer
drie dooden geëischt.
Vrijwel over het geheele land worden op
het oogenblik opmerkelijk veel langpoötmug-
gen, in den volksmond beter bekend onder
den naam van „glazenwasschers" of „spekke-
dieven" waargenomen.
Aangaande deze dieren deelt de heer B. A.
Polak, conservator van het insectarium van
Artis in de „Tel." mede, dat de langpootmug
behoort tot een der tipulasoorten, en tot de
zelfde orde behoort als de muggen en de vlie
gen. In plaats van het tweede paar vleugels
heeft zij twee kolfjes. Hebben de stedelingen
er weinig last van zij steekt niet des te
meer vreezen de landbouwers haar, omdat de
larven zeer nadeelig zijn voor het graan en
het gras. De wijfjes leggen haar eiertjes in den
vorm van langwerpige zwarte korreltjes op
den grond en de larfjes, die hieruit voortko
men, en die men emelten noemt, voeden zich
met de wortels van deze gewassen. Het ge
beurt dikwijls, dat hierdoor de graanoogst
mislukt en zooals de toestand thans is, ziet
het er wel naar uit, dat ook nu schade aan den
oogst zal worden toegebracht, vooral daar de
langpootmuggen over het geheele land ver
spreid schijnen te zijn.
Om de vrouwtjesmuggen, die kenbaar zijn
aan een hoornachtige punt aan het achterli
chaam, te verdelgen, bestaan eenige middelen.
Het is bekend, dat deze vooral des ochtends
traag zijn en op den grond blijven. Door mid
del van het rollen met een zwaren rol over
het land, kan men ze in den ochtend dooden.
Een ander middel is het strooien van vergif
ten op het land, waartoe koperzouten wor
den gebruikt of het bewerken van 't land, op
een bepaalde wijze, met benzine.
Waarom er zooveel zijn, kan, zooals steeds
met insectenplagen het geval is, niemand
zeggen.
Dinsdagmiddag tusschen 12 en 1 uur heb
ben zoo wordt uit Bergen op Zoom gemeld,
een paar handige dieven kans gezien onge
veer 2000 te bemachtigen uit het wissel
kantoor van de firma Wang en Co. De heer
W. was zelf op reis en zijn bediende had zich
even verwijderd.
Deze bediende is in voorloopig arrest ge
steld, omdat zijn antwoorden niet duidelijk
genoeg waren, hoewel de heer W. hem in
het minst niet verdenkt van den diefstal.
Dit is binnen 14 dagen de derde diefstal
te Bergen op Zoom.
ganiseerd. Zeker, er gaan daarmee kosten
gepaard, doch ik wil gaarne zelf een flink
bedrag bijpassen. Ik hoop, dat U zoo mensch-
lievend zult zijn en haar en mij spoedig
helpen
En we moeten weer „neen" zeggen I
Aan bovenstaande officieele mededeelingen
behoeft eigenlijk niets te worden toegevoegd.
En dan te weten, dat ze slechts een greepje
zijn uit de stapels jammerklachten en nood
kreten, die dagelijks worden aangevuld met.
nieuwe en telkens maar weer moeten worden
beantwoord met het droefwreede ,,'t Kan
nog niet, U is de driehonderd en zooveelste."
En dat zij, die eindelijk aan de beurt zijn,
dikwels nog niet eens kunnen worden opge
nomen, bewijzen de leege beddende
leege bedden.... die wachten op vaders en
moeders van groote gezinnen, waar soms bij
al de ellende ook nog de armoede om de
dfeur komt grijnzen, omdat 't zoo lang duurt.
Die wachten op jonge levens met 'n be
dreigde toekomst.... Hoe akelig klinkt
dit alles.
Wie morgen niet beseft wat er om de liefde
Gods van hem wordt geëischt moet wel door
't onverschillige heen zijn.
Ik heb 'n plannetje.
'n Jaar of wat geleden brachten we voor
'n wagentje voor 'n ziekelijk meisje meer dan
zeshonderd gulden bij-elkaar.
Kort geleden voor „Moeke's 90ste ver
jaardag" zoo ongeveer de helft van dat be
drag.
Te Sneek heeft de politie gearresteerd
den 18-jarigen S„ die vijf inbraken heeft ge
pleegd, o.a. bij de firma v. d. Rijpekamp in
1923. waar hij 100 uit een kassa nam en
er een briefje met de bedreiging „één woord
aan de politie en je leven is niet meer vei
lig" daarvoor in de plaats legde. Driemaal
heeft hij bij deze zelfde firma ingebroken
voorts bij de firma's Potma en Vroom en
Dreesmann. Om in een dezer percecèen te
komen moest hij een verticale afvoerbui
van twaalf meter hoogte beklimmen.
AUTOBUS TE WATER.
De bus, die om vier uur van Muiden naar
Weesp rijdt, geraakte Donderdagmiddag on
geveer halverwege in de zijsloot. De rijks
telefoondienst had een paal in de sloot lig
gen, waarvan het eene eind op den weg uit
stak. De bus reed achter een vrachtauto en
raakte den paal, waardoor zij naar de sloot
werd gerukt. De chauffeur reed kalm, maar
door den zachten berm zakte de bus weg.
Reizigers zaten er gelukkig niet in; de chauf
feur kon zich door de kap in veiligheid
brengen. De dienst was pas Zondag j.l. inge
steld. Proces-verbaal is opgemaakt.
HOOG WATER TE NIJMEGEN.
Uit Nijmegen wordt gemeld: Het water
van de Waal heeft hier ter stede, ten ge
volge van den snellen en sterken was der
laatste dagen een groote hoogte bereikt.
De Waalkade is ondergeloopen en het ver
keer met voertuigen moet achter de Visch-
markt geschieden. Op 't laagstgelegen ge
deelte staat .t water tot de stoepen der hui
zen van de Waalkade. De aanlegsteiger van
het veer over de Waal is van verlengstuk
ken voorzien, welke reiken tot aan de Lage
Markt. De veerdienst heeft ongestoord
plaats.
De stand van de Waal hier ter stede was
Donderdagochtend 11.40 M. N. A. P.
Keulen seinde stilstand, welke tijding na
den plotselingen was van de vorige dagen
met vreugde werd begroet. Het water ver
oorzaakt in de uiterwaarden en laaggelegen
tuinen aan beide oevers van de rivier dan
ook reeds groote schade en ongerief en met
zorg wordt nog meerdere stijging van de ri
vier tegemoet gezien.
Tusschen 25 en 27 Augustus is uit het
Vredespaleis te 's-Gravenhage ontvreemd
een ebbenhouten voorzittershamer, in ge
bruik bij den voorzitter van het Internatio
naal Hof van Justitie. De hamer is ongeveer
25 a 30 c.M. lang, heeft een ronden, gebeeld-
houwden steel, een ronden, aan twee zijden
een weinig afgeplatten knop, waaromheen
een gebeeldhouwde ring, waarin met ver
gulde letters voorkomt de spreuk: Saevis
tranquillus in undis.
De commissaris van politie afd. E te
's-Gravenhage verzoekt nauwkeurig onder
zoek naar dit voorwerp en bij vinding inbe
slagneming en aanhouding en voorgeleiding
van den (onbekenden) dader.
DE VERGADERING VAN DEN
VOLKENBOND.
Een uiteenzetting van minister
van Karnebeek.
in de Donderdag gehouden vergadering
van den Volkenbond,, betoogde onze mi
nister van buitenlandsche zaken, Jhr. van
Karnebeek, in een lange, met aandacht lan-
gehoorde rede, dat men eigenlijk geen en
kel nieuw verdrag noodig heeft tot het in
het leven roepen van een scheidsgerechtsy
steem. Sedert 1899 bestaat het internatio
nale Scheidsgerechtshof in Den Haag, dat
op de tweede vredesconferentie in 1907 is
Uitgebreid. Voorts is in 1919 het Volken
bondspact vastgesteld, op grond waarvan
deze vergadering bijeenkomt en dit pact .egt
in art. 12 aan ale leden de verplichting op,
in bijna alle kwesties een beroep te doen op
het scheidsgerecht. Sedert leven wij dus in
derdaad onder een scheidsgerechtsysteem
en de technische middelen tot het doorvoe
ren daarvan zijn aanwezig en vatbaar «ooi
volmaking.. Zelfs in de enkele gevallen dat
dat de oorlog volgens het Volkenbondspact
nog geoorloofd zou zijn, is het uitbreken er
van aan zoovele voorwaarden verbonden,
dat het werkelijk ontbranden van een oor
log zeer onwaarschijnlijk is, als ten minste
het gegeven woord nog eenige waarde heeft.
Ook onder het regiem van het door den
Volkenbond voorgestelde garantiepact zou
men niet ver komen, als de daarin vastge
legde verplichtingen niet werden nageko
men. Maar waarom zou dit garantiepact
stricter worden nageleefd dan art. 12 van
het Volkenbondspact? Het eenige waartoe
men zou komen, ware, dat men steeds nieu
we aanvullingsverdragen maakte. Wanneer
de leden van den Volkenbond art. 12 niet
kunnen nakomen, dan zou elk verdrag dit
lot deelen.
Van Karnebeek wees ten slotte op het
voorbeeld van Zwitserland, waar eeuwen
geleden, verschillende stammen een bona
gesloten hebben die thans nog bestaat, om
dat het pact, waarop die bond gebaseerd
is. wordt nagekomen. Wanneer wij in deze
vijfde vergadering ons binden aan den eed,
om ons aan den Volkenbond! te houden, en
wanneer wij de instemming van alle leden
voor de obligatoire clausule van het Inter
nationaal Gerechtshof kunnen vinden, dan
zullen wij de menschheid nieuwe hoop ge
geven hebben op het tot stand komen van
de ontwapening, volgens art. 8 van het Vol
kenbondspact.
De rede van Van Karnebeek, die ook
toen hij op de spreektribune kwam, reeds
met grooten bijval was ontvangen, lokte uit
bundige toejuichingen uit van de geheele
vergadering.
Naar de „Java Bode" meldt wordt de
strafzaak-Mulder, in zake de vergiftigingspo
ging op den gouverneur van Atjeh, zeer
waarschijnlijk in het einde van de maand
September in openbare behandeling geno
men dbor den Raad van Justitie te Batavia.
Allen, die hieraan hebben meegedaan,
koopen natuurlijk morgen 'n speldje.
Als ze daarvoor nu eens hetzelfde bedrag
gaven van toendan hadden we ineens al
'n kleine duizend pop bij elkaar.
Je zou zoo zeggen iemand, die voor één
mensch, voor één geval 'n gulden, 'n riks
of 'n tientje overhad, moet voor die ontelbare
gevallen van tuberculose-ellende, die ied°r
voor zich nog veel erger zijn, toch wel min
stens hetzelfde over hebben
Daar kan niemand iets tegenin brengen I
Welnu, laten we dat dan afspreken
En als U 't morgen soms vergeet, of toe
vallig zooveel geld niet bij U heeft, dan weet
U van ouds wel de weg om het ontbrekende
aan te vullen onder het motto „Extra gift
voor H. L."
En zij, die voorheen 'n onderlinge collecte
hielden voor één vrouwtje, voor één man,
voor één kind, kunnen het toch nu wel weer
eens doen voor die vele andere stumperds.
Toe, ik smeek U er om.... Morgen,
behalve het speldje koopen, in elk Roomsct
gezin 'n inzameling voor die arme lijders
aan de afschuwelijke witte pest.
Wat zullen ze gelukkig zijnwat zuk
len ze God en U danken als dit slaagt.
En waarom zou 't niet slagen?
Daar weet U zelf geen antwoord op
G. N.