ELCK WAT WILS. TREKJES No. 363. RECHTSZAKEN. LUCHTVERKEER. KERK EN SCHOOL. KUNST EN KENNIS. UIT ONZE OOST. De kassier Brinkman vrijgesproken. Opzettelijk uitgeven van Valsch 'Duitsch bankpapier. Nieuwe vrachtvliegtuigen. Plaagzucht bij kinderen. De Nederlandsche taal in Frankrijk. GEMENGD NIEUWS. DE PLAAG VAN DE LANGPOOTMUG GEN Diefstal te Bergen op Zoom. Een goedevangst. Diefstal van een deftigen voorzittershamer. BINNENLANDSCH NIEUWS De zaak Mulder. fcvrn DE MACHT VAN HET KLEINE. We staan thans voor de beslissende dagen. De dagen waarop over honderden men- schenlevens zal worden beslist. En wie no g eenig menschelijk gevoel heeft overgehouden, huivert bij de gedachte dat de beslissing niet geheel ten gunste van de slachtoffers zal kunnen uitvallen. Vandaar dat ik voor de zooveelste maal een opwekkend woord durf schrijven een woord, dat bedoeld is om het leven van bijna vierhonderd menschen, meest vrouwen en kinderen, te redden. Want het is geen fictie, geen misplaatste propaganda, maar treurige, diep treurige werkelijkheid, dat er 364 personen zijn, die door tuberculose zijn aangetast, die zelf geen middelen bezitten om een doelmatige verpleging te bekostigen, die recht hebben om kosteloos verpleegd te worden door „Her wonnen Levenskracht", maar aan dat recht niets hebben om de eenvoudige reden, dat er geen geld, is om die verpleging te bekostigen. Drie honderd vier en zestig menschen- levens, die gered kunnen worden met.... wat geld. Als we iemand in het water zien vallen en in levensgevaar zien verkeeren, wie denkt er dan aan zijn costuum, dat door een poging tot redding wel eens bedorven kon worden wie durft het aan, als hij op een of andere wijze iemand het leven kan redden, voor een bedrag aan geld laten we aannemen voor een gulden om. te zeggen ik ben zélf arm en er wordt voor alles en nog wat gevraagd. Driehonderd vierenzestig menschenlevens, waaronder moeders van groote gezinnen, wier verscheiden, menschelijker wijze ge sproken, een onherstelbaar verlies voor die gezinnen zou zijn en in de geheele omgeving diepe ontroering en medelijden zou oproepen: Zij kunnen geholpen worden als we allemaal iets doen. Dat heeft met rang of stand niets, maar dan ook niets te maken, want ook de minste kan nog meehelpen om die ramp af te wente len. Het is waarlijk al èrg genoeg, dat zóóveel lijden en zóóveel leed moet gedragen worden wat met goeden wil kon voorkomen worden. Maar wie zich een oogenblik wil verplaatsen in den gedachtengang van de moeder die haar kind daar ziet liggen en van den dokter heeft vernomen, dat er een redelijke kans is op herstel, wanneer het in een sanatorium een doelmatige verpleging kon vinden, maar de troostelooze mededeeling ontvangt, dat haar kind op de lijst is geplaatst, maar num mer „zooveel" is, wat dus neerkomt op eenige jaren wachten omdat...... er geen geld is wie zich slechts een oogenblik in den gedach tengang van zóó'n moeder weet te verplaat sen, zal heusch niet meer zeggen er wordt zooveel gevraagd, maar begrijpen, dat Roomsch Nederland in de komende dagen een daad heeft te stellen waardoor die ont zettende wachtlijst kan schoongeveegd wor den. De bij onze R. K. Vakbonden aangesloten leden, doen reeds veel elk jaar betalen zij 52 cent voor „Herwonnen Levenskracht", plaatselijk brengen zij ook nog vaak een offer, maar zij kunnen met den besten wil ter wereld niet voldoende bijeenbrengen om al die slachtoffers te helpen. En daarom wordt „Herwonnen Levens kracht" gedwongen om bloemendagen te or- ganiseeren. Een eerste klas Sanatorium heb ben we, plaats is er in overvloed, maar het ontbreekt haar aan de noodige middelen om die honderden patiënten, die dagelijks om hulp roepen en dagelijks het besmettings gevaar voor anderen weer vergrooten, op te nemen en te verplegen. De bloemendagen brachten steeds mooie bedragen binnen en velen zijn er die doen wat mogelijk is, maar het wil er niet bij mij in, dat allen hun plicht doen en dat door velen niet nog méér kan gedaan worden.. Want het gaat toch werkelijk over men schenlevens, over moederleed en kindertra- nen en dan kan ik zou haast zeggen iedereen toch wel een dubbeltje missen en velen onzer zijn gelukkig nog niet zóó arm of zij kunnen voor een enkele maal ook nog wel een grooter zilverstukje géven. Het spreekt vanzelf, dat we elk afzonderlijk die ramp niet kunnen keeren, maar als we allen te zamen, rijk en arm, groot en klein, ieder naarmate van ons kunnen iets doen, dan moeten de bloemendagen van „Herwonnen Levenskracht" slagen, dan kost het geen menschenlevens, wanneer het toevallig op dien dag regent, maar dan zorgen we, 't gaat zoo 't gaat,-dat de bloemendagen daarvan niet de gevolgen ondervinden. Zoo ergens dan is hier de macht van het kleine duidelijk zichtbaar, als alle Katholieken wilden medewerken dan zouden we stellig het overgroote gedeelte van die 364 wachtenden het leven kunnen redden. A. J. L. DE VERKEERDE WEG. De laatste weken ontving ik van uit twee verschillende plaatsen bericht, dat de Ge meenteraad. besloot om zich terug te trek ken van de „regeling vervat in het Werkloos heidsbesluit 1917", te weten uit Hooge en Lage Zwaluwe en Egmond aan den Hoef. Wat de reden kan zijn, dat deze Gemeen- Dag van gewicht. öp gevaar af van vervelend te worden negenen die me reeds lang vervelend vin den lezen dit stukje vanzelf al niet moet ik weer een beroep doen op uw portemon- naie. Nee, ik bid u lees door't Gaat om menschenlevens. Dat klinkt overdreven, maar waarachtig 't is zoo. Niet om twee, niet om twintig, niet om tweehonderd menschenlevensom nog veel meer. „O, ik snap 't al" hoor ik u zeggen «dat is weer voor „Herwonnen Levenskracht.' U is reeds van plan dit trekje terzijde te Jeggen met de bemerking „De rest is van 't zelfde laken 'n pak.... ik koop morgen wel 'n speldje.... dat zou 'k toch gedaan hebben." Ja, dat weet 'k.... Ik kan me tenminste neel moeilijk indenken, dat er onder de Ka tholieken van Haarlem één zal zijn, die morgen géén offertje zal geven voor de red ding van veel geloofsgenooten. ten zich terugtrekken is moeilijk aan te geven, omdat men daarvoor, de volledige raadsver- slagen zou moeten kennen. Vast staat echter dat men het besluit te Hooge en Lage Zwa luwe vrij algemeen opvat als een soort pla gerij tegenover de weinige georganiseerde ar beiders. Een opvatting die er niet zoo ver naast zal zijn en in elk geval door de weinig vriendelijke houding van het Gemeentebe stuur tegenover de georganiseerde arbeiders wel te verklaren is. Van Egmond a. d. Hoef vernam ik niets en dan is er bijna geen andere reden denk baar, dan zuinigheidsoverwegingen. En toch is het aan gegronden twijfel onderhevig of daarmede inderdaad een bezuiniging kan worden verkregen. Ik kan maar over zeer onvolledige cijfers beschikken, n.l. over die der landarbeiders en hoewel vermoedend, dat andere groepen op de genoemde plaatsen niet van zooveel beteekenis zullen zijn, moeten de cijfers toch met die reserve gegeven worden. De cijfers die ik heb over de landarbeiders zien er echter allesbehalve verschrikkelijk uit. Daaruit blijkt dat de tegen werkloosheid verzekerde arbeiders van 1 Juni 192331 Mei 1924 aan bijdragen hebben betaald te Egmond a. d. Hoef in totaal f 147.62, te Hooge en Lage Zwaluwe f 105.33 laten we aanne men dat daarop door de Gemeente gemiddeld 75 subsidie is verleend, dan is dat toch geen bedrag waarom men zich terugtrekt van een goeden socialen maatregel. Daar staat dan tegenover, dat te Egmond in dezelfde periode is uitgekeerd ongeveer f 180, te Hooge en Lage Zwaluwe ruim f 300. Zuinigheidsoverwegingen gesteld dat men van oordeel is dat deze ook bij deze aan gelegenheid kunnen gelden kunnen hier toch moeilijk dienst doen. Wel doet men groote schade aan de ver zekering als zoodanig, wat een stap terug is naar verhoudingen, die we toch eigenijlk niet meer kunnen gebruiken. De werkloosheidsverzekering, hoe onvol komen ook nog geregeld, berust op een ge zonde sociale gedachte en kan daarom maar niet op zij gezet worden zonder groote be langen te schaden. Het is toch waarlijk geen kleinigheid als we zien wat er per jaar door de arbeiders zelf wordt bijeengebracht om daar mede zoo goed mogelijk het geldelijk verlies aan de werkloosheid verbonden, te dekken. Ik kan öp dit moment alweer niet over juiste cijfers beschikken, maar de gegevens die mij ten dienste staan, geven mij stellig het recht om te beweren dat er over 1923 door de gezamenlijke verzekerde arbeiders een paar millioen- gulden is bijeengebracht en verdeeld zijn over hen die feitelijk door werk loosheid zijn getroffen,verhoogd met de Over heidssteun. Er zullen misbruiken zijn en tegen een controle die er op gericht is, beroepswerk- loozen of simulanten te treffen, kan geen bezwaar bestaan, maar de verzekering als zoodanig verdient een betere waardeering als die waarvan deze beide Gemeenten blijk geven. Een oud spreekwoord zegt, dat één bonte kraai nog geen strenge winter beteekent en het is op zichzelf nog geen wereldschokkend feit, als de Gemeenteraden van twee dorpen met te zamen enkele duizenden inwoners zich terugtrekken, maar wel zegt het ons, dat zoolang er nog geen wet is, die deze aange legenheid regelt, we steeds het gevaar be- loopen, dat dan hier dan daar Gemeenteraden over stag gaan met het gevolg dat de men schen in die Gemeente hoewel zij evenveel betalen als hun makkers op andere plaatsen, slechts halve uitkeering mogen ontvangen,h t geen de animo voor de verzekering niet kan verhoogen. A. J. L. De Rechtbank te Zutphen sprak den heer J Brinkman, kassier te Deventer, conform den eisch, vrij van de hem ten laste gelegde oplichting, daar het wettig en overtuigend bewijs niet geleverd is. Vrijdagmorgen heeft voor de rechtbank te Rotterdam terecht gestaan de 36-jarige bar bier L. H H. D. uit Tegel en, die beschuldigd was van het opzettelijk verkoopen van val- sche buitenlandsche bankbiljetten. De man vertelde, dat hij in het begin van dit jaat van een koopman te Crefeld 95 biljetten van 100 biljoen mark had gekocht tegen den koers van 1.67Ys. Toen hij deze biljetten la ter te Venlo wilde inwisselen, bleken zij valsch te zijn. Hij begaf zich daarop weder naar Crefeld. Maar de koopman weigerde de biljetten weer terug te nemen. Met een vriend is hij toen naar Rotterdam gekomen en heeft daar aan iemand op de Noordblaak 20 biljetten als echt verkocht voor 1140. Toen de politie er aan te pas kwam, heelt hij de biljetten teruggenomen. Zelf heeft hij een schade geleden van 5600. Toch verzoek ik u nogmaals dringend lees alles van dit stukje.... en vraag dan u zelf met ernst af „Wat kan ik doen en wat moet ik dus doen?" Ik had gewoon kunnen beginnen met 'n roerend tafereeltje, ze liggen helaas vcor 't grijpen om aan 't eind te komen met 'n aanbeveling voor de speldjesdag, de dag van zoo groot gewicht. Ik had kunnen vertellen van de jonge man uit uw eigen stad hier, die misschien al honderd maal zijn talent als musicus in dienst heeft gesteld van de Roomsche zaak.... en nu al drie maanden ligten kort geleden bericht kreeg, dat hij als nummer 361 op de lijst was geplaatst En nog veel andere gevallen, die 'n pagina van deze krant zouden vullen. Maar ik ben direct begonnen met te zeg gen waar 't om gaatdat vond ik ditmaal be ter. Het is eigenlijk overbodig er nog eens op te wijzen hoe „Herwonnen Levenskracht" er voor staat. We weten, dat in het sanatorium veel bed den leeg staan, omdat er geen geld is om ze te bezetten met de al maar, al maar wach tende patiënten, voor wie elke dag van ge duld de kans op genezing kleiner maakt. Denkt u héél even in hun plaats en lees dan nog eens wat ik geknipt heb uit het officieele orgaan, het tijdschrift „Zonnebloemen". Het zijn 'n paar briefjes, gericht aan het Hoofdbestuur van „H.L." dat er het volgen- i Het O.M., waargenomen door Mr. Schut ter eischte twee jaar gevangenisstraf, onder aftrek der preventieve hechtenis. Mr. Dah- nen uit Roermond pleitte ontslag van rechts vervolging. De uitspraak werd bepaald op 11 dezer. DE DRIE DRANKZUCHTIGE VRIEN DEN. In den avond van 2 Augustus stonden een viertal jongelui, twee jongens met hun meis jes aan den Amstel bij de Utrechtsche dwars straat te praten, toen er drie dronken kerels aankwamen en hun om geld vroegen. Ze vroegen ieder 5 cent, omdat ze nog „te kort kwamen." Toen de jongelui niets wilden geven greep een der kerels een jongeman beet en bedreigde hem als hij niets gaf. Het meisje werd bang voor haar beetgepakten vrijer, greep gauw in haar taschje en gaf den kerel een dubbeltje. De man met zijn twee dron ken makkers ging de Prinsengracht op, na dat ze eerst nog een teug uit een flesch had den genomen. De jongelui volgden het drie tal en lieten er 2 van inrekenen de derde ontkwam. Donderdag stonden die twee te recht voor de Vierde Kamer der Rechtbank te Amsterdam, wegens bedelarij. De eene bekl. ontkende echter gebedeld te hebben. De derde, die ontkwam, had ge zegd „Ik heb geen tabak bij me, ik zal zien, dat ik 'n paar centen krijg voor 'n pakje ta bak." Daarop was hij dan den jongelui gaan vragen en vond bekl. „da's toch niet erg als je 'n paar centen voor wat tabak vraagt." Hadt u gedronken? Een klein beetje, een enkel glaasje. Wat? Nou van alles. Wat bier en port en jene ver en citroen. De andere bekl. kon zich niets meer herin neren. Zijn kameraden hadden hem spiritus laten drinken en toen was hij buiten westen geraakt. Pres. tot le bekl. Zat er spiritus in die flesch Bekl.Dat kan wel. Die flesch was niet van mij, maar ik was doodgewoon nuchter. De get. verklaarden echter, dat ze alle drie niet heelemaal frisch meer waren. Pres. tot le bekl. U hebt al een flinke straflijst. Bekl. Dat is zoo. Ik heb al heel wat mee gemaakt, maar dat is mijn schuld niet maar van die rotte maatschappij. Ik zie hier op uw lijst U hoef hier in 'f publiek mijn doopceel niet te lichten. U kunt lezen wat er op staat en ik weet 't wel. Jawel maar ik wou U er toch over vra gen. In Hilversum hebt U 'n wekker weg genomen. Da's 'n verkeerd vonnis geweest. Ik wou alleen maar kijken, hoe laat 't was en die wek ker stond net toevallig voor 'n open raam en toen ik den wekker opnam om beter te kij ken, zag de eigenaar dat. Maar ik vraag wat had ik nou aan zoo'n wekker Nee als ik wat weg wou nemen, koos ik beter spul. Dat heb ik gedaan ook. Ik heb wel 20 of 30 zaak jes gedaan, die ze nooit hebben kunnen snor ren. Het O. M. waargenomen door Mr. van Lier, wees er op, dat de eerste bekl. al 14 von nissen sedert 1900 achter den rug heeft, waar bij hij al 2 en 3 jaar in een rijkswerkinrichting werd geplaatst. De andere bekl. is 5 maal veroordeeld, waarbij hij 3 maal 1 jaar in een werkinrichting werd opgeborgen. Voor dit feit vroeg spr. voor ieder 3 dagen hechtenis en plaatsing in een rijkswerkinrichting voor 3 jaar. Daar ga ik tegen in hooger beroep, riep de le bekl., want ik heb niet gebedeld. Die ander heeft alleen voor wat tabak gevraagd. Uitspraak 18 September. De „Morning Post" deelt mee, dat een vrachtvliegtuig wordt ontworpen dat, naar beweerd wordt, in staat zal zijn vier tons aan goederen door geheel Europa te vervoe ren met een snelheid van tachtig mijl per uur en waarvan de kosten niet meer zouden zijn dan die van een gewone vrachtauto. De vliegmachine is een reusachtige een dekker waarvan de enkele vleugel 150 voet van het eene eind tot het andere meet. Het vliegtuig wordt door twee motoren voortbe wogen. Het totaal gewicht wordt tien tons. Een bijzondere eigenaardigheid is het ge mak, waarmee het kan worden geladen. Het geheele voorgedeelte springt open voor de lading van de goederen. Een van deze vliegtuigen kan, wanneer het 's avonds te Londen opstijgt en des nachts doorvliegt, den volgenden morgen te Marseille zijn. LUCHTLIJN BERLIJN-BUENOS-AIRES. Een telegram van de Kanarische Eilan den meldt aan de Duitsche bladen, dat in de haven van Las Palmas twee Junkervlieg tuigen zijn aangekomen, die proefvluchten zullen maken tusschen de Kanarische Ei landen en Barcelona. Deze luchtlijn is slechts een deel van de in uitzicht gestelde verkeersroute: Berlijn- Buenos-Aires, die via Italië en Spanje zal worden tot stand gebracht. In den dienst tusschen Genua en Barce lona en Cadix en Las Palmas zal door wa tervliegtuigen worden voorzien. Tegelijkertijd zijn in Spanje Zeppelin-in genieurs aangekomen, die, samen met den chef van den Spaanschen militairen lucht vaartdienst, het plan voor een luchtlijn met bestuurbare luchtschepen tusschen Sevilla Buenos-Aires hebben opgemaakt. DE AMERIKAANSCHE WERELD VLIEGERS. De Amerikaansche wereldvliegers zijn op Nieuw Schotland aangekomen. WEER EEN NOORDPOOLVLUCHT. Uit Deensche bladen komt het bericht, dat de Fransche vlieger,De Payer, zich bin nen 14 dagen naar Noorwegen zal laten in schepen om daar een Noordpool-expeditie uit te rusten. Dezen winter zal de expe ditie te Spitsbergen blijven, alwaar een de van vertelt. Het eerste, even kort als wan hopig, luidt aldus „Mijnheer, U kunt er voor zorgen, dat mijn dochter weer geneest en als U haar niet opneemt en ze sterft, dan is dat Uwe schuld" We. kunnen ons de mentaliteit van vaders en moeders, die hun kinderen zien lijden, best indenken en geven dus op brieven als bovenstaande een vriendelijk antwoord. Herhaaldelijk gebeurt het dat gedreigd wordt„Als U niet dezen patiënt spoedig opneemt willen we voor „Herwonnen Le venskracht" niets meer doen." of „dan zal „Herwonnen Levenskracht" hare populari teit verliezen." Bij al die dreigementen moeten we steeds weer hetzelfde antwoord geven„Zoodra de betrokken patiënt aan de beurt is om te worden uitgezonden, zullen we u dadehj k berichten doch we houden streng vast aan den regel ieder op zijn beurt." Dezer dagen ontvingen we 2 brieven die weer op andere moeilijkheden wijzen. Een zuster van het Wit-Gele Kruis schrijft ons „Ik kwam in het bezit van een geneeskun dige verklaring die voor patiënt N. moet worden ingevuld. Toen ik bij de familie kwam bleek mij, dat het bedoelde meisje niet weg mag van hare ouders. In verband daarmede heb ik een vraag 14 dagen geleden is door het Consultatie bureau te Leiden beslist, dat een jongetje van 9 jaar moet worden uitgestuurd naar het sterk draadloos station zal worden geves tigd, ten einde dagelijks mededeelingen uit het poolgebied te kunnen geven. DE AMERIKAANSCHE Z. R. 3. Uit Friedrichshaven wordt gemeld: De proefvlucht van de Z. R. 3 voor Amerika is voor de tweede maal uitgesteld wegens motordefect. HET MISSIEWERK, AUG. '24. De eerste bladzijden van deze afleve ring vragen onze aandacht voor twee Ne- derlandsche Missie-Oversten: Mgr. Panis, die naar zijn moeielijke, maar veel belo vende Missie van Celebes vertrok en Mgr. v. Roosmalen, die 1214 jaar de Missie van Suriname zoo dadenrijk en zegenrijk be stuurt. Pater Gondulphus O. M. Cap. bewijst uit talrijke Schriftuurplaatsen, dat het Chris tendom in den beginne vooral de gods dienst was van de eenvoudiger., de armen, de slaven, hoewel geen enkele stand was uitgesloten en ook de beter gesitueerden vertegenwoordigd waren. Wil men dus gauw en degelijk een groote gemeente van jeug dige Christenen vormen, dan moeten de armen geëvangeliseerd worden. Als het geen antwoord was op een kwestie, was het haast storm loopen tegen een open deur. De Indiër, Budhu, die van oude wielen, een pakkist en een kruiwagenrad, als stuur, een auto fabriceerde en, om er gang in te krijgen, een blik benzine tusschen de knieën zette, had inderdaad wel „een spin in zijn hersens". Toch schreeuwde hij op vergaderingen het hardst: „de vreemdelin gen er uit!" Hij kon Indië wel besturen. Zoo zijn inboorlingen en anderen ook wei eens! Over de Opleiding van de Inlandsche Priesters in China schrijft fr. Bertrandus Boerke O. F. M., Pres. v. h. Seminarie Luanfu, een zeer mooi artikel, Chineesche zeden en toestanden en de eigenaardighe den van het Chineesche karakter eischen hier wakende voorzichtigheid en wijs be leid. De Latijnsche taal, voor jonge Euro peanen al vaak een doolhof, is voor die Chineesche bolletjes een ware opeenhoo- ping van rariteiten. En toch hebben ze voor hun eigen boekentaal en literatuur nog evenveel studietijd noodig als voor dat vreemde Latijn. Zoo is die opleiding een werk van taai geduld, maar een dankbaar werk. Want zijn die jongens eenmaal pries ter geworden, dan vormen zij onmisbare hulptroepen, zijn ze de meest geëigende middelaars tusschen het volk en den Eu- ropeeschen Missionaris. Het artikel: „Èen Ned. Ind. Centraal adviesbureau voor de Missiën?" van den oud-Indiër Ir. E. A. v. Arcken is geen critiek, maar een praktische aanvulling op de artikelen van de van der Schueren en Pater Herman over het dienstbaar maken van den Oosterschen geest en de heiden- sche cultuur aan de Missie. De Missiona rissen hebben daarvoor inderdaad noch den tijd noch de kunde. Maar met zulk een centraal advies-bureau met een kun dig man aan het hoofd zou zeker heel wat te bereiken vallen. Het zou den missiona ris tijd en moeite besparen en het bekee- ringswerk ten goede komen. De Kroniek behandelt vooral Achter-In- dië. Van alle grootere gebieden, waar de Missie arbeidt, is er geen enkel, waar per centsgewijze zooveel inlanders het ware Geloof omhelsd hebben en waar de vor ming van een inlandsche geestelijkheid zoo ver gevorderd is. Een tijdschrift beginnen, gaat nog wel; volhouden is moeilijker, maar Het Missie werk weet zich na zijn vijfjarig bestaan handhav.! Onder bovenstaand onderwerp schrijft P. J. v. d. Molen in „Kinderstudie": „De zucht tot plagen is een eigenaardig gecompliceerde aandrift. Allereerst houdt ze ten nauwste verband met het aangeboren strijd-instinct, maar bovendien met de kin derlijke zucht tot onderzoek, met den aan drang om iets of iemand te behandelen, d. w. z. in handen te nemen, en met een sterk gevoel voor komische effecten. In wezen draagt ze dus een tamelijk onschuldig ka rakter. Alleen bij kinderen met een aanleg voor het ruwe en gemeene ontwikkelt zich bijna met zekerheid een neiging tot tiran- niseeren, indien deze door een krachtige opvoeding niet wordt onderdrukt. Met het vecht-instinct is ze zoo nauw verbonden, dat men soms nauwelijks weet uit te maken, of kinderen gevochten hebben omdat ze geplaagd werden, dan wel of ze elkaar geplaagd hebben ten einde te kunnen vechten. Daaruit volgt reeds, hoe moeilijk 't kan zijn, de oorzaak van een strijd op te sporen en hoe gemakkelijk men zich in den uitleg ken vergissen. Alles, waarover een kind zich beklaagt en wat aanleiding tot een vechtpartij is geworden, behoeft nog geen plagerij te zijn geweest. Zoo kan een onweer staanbare, maar toch onschuldige neiging, om een bal van een ander even in harden te nemen, soms de aanleiding zijn. Het kind neemt gaarne voor plagerij aan, wat er de beteekenis niet van heeft, en ouderen zijn dikwijls weinig verstandiger. Maar waar de zucht tot plagen inderdaad aanwezig is, kan ze meestal als het uitvloei sel worden aangemerkt over een lust tot heerscher-zijn, van den lust, zich baas over een ander te gevoelen. Gelukt de poging, dan maakt een gevoel van bevrediging zich van den plager meester. En dan hangt het van de reactie bij den geplaagde af, hoe de eerste daad door anderen zal worden ge volgd. Gaat de geplaagde er niet op in, blijkt hij onaandoenlijk, dan is veelal bij den sa natorium „Berg en Bosch". De ouders van dit patiëntje kunnen dit in het geheel niet zelf betalen, wel een gedeelte, b.v. 50 ct. per dag. Nu ben ik zelf bij de weinig gegoede bur- gers, die hier zijn, aan het bedelen. Het valt echter niet mee om zoo'n bedrag bij elkaar te krijgen. Zou dat jongetje nu niet inplaats van bo vengenoemd meisje weg mogen. Het is bij die familie thuis heel treurig gesteld. Vader, moeder met 7 kinderen bewonen een kamer hierin zijn twee bedsteden. Tot overmaat van ramp heeft een jongetje van 15 jaar in dat zelfde gezin drie weken geleden een bloed spuwing gehad. Deze kamer is dus huiskamer, slaapkamer- en ziekenkamer, keuken, alles te gelijk. We hebben ook op dit geval weer „neen" moeten zeggen. Een ander geval. Een timmerman schrijft ons, nadat hij hier niet ter zake doende mededeelingen ge daan heeft o.a. het volgende „Mijn vrouw moet noodig naar een sana torium. Ik heb haar in „Berg en Bosch" la ten onderzoeken Dr. Bronkhorst heeft een Röntgen-foto gemaakt en gezegd, dat, als zij spoedig wordt opgenomen, er voor haar nog wel kans op genezing bestaat. Daarom wend ik mij tot U, om U te vra gen of er kans bestaat dat mijn vrouw wordt opgenomen. Ik ben reeds langen tijd geor- plager de aardigheid er al- Soms echter fce- kruipt hem de lust tot verder experiment P en tracht hij op te sporen, hoe ver hij kan gaan, eer de gewenschte reactie volgt. Want dit staat op den voorgrond, hij zoekt het bevredigingsgevoel, dat ligt in het bewust zijn, macht te hebben boven een ander. Het Noord-Westen van Frankrijk bevat nog steeds een stuk Vlaanderen. Behalve ouderwetsche almanakken die zich roeren beginnen daar ook plaatselijke blaadjes van zich af te spreken, die geregeld Vlaamsche mededeelingen en artikeltjes opnemen. Aan de „N. R. Crt." wordt uit Brussel geschreven, dat in een plaatsje van dat deel van Frankrijk, Wormhoudt geheeten, een maandblad „De Vlaamsche Stemme in Vrankrijk" verschijnt. Daarin stond onlangs een stuk, dat, wat taal en stijl betreft, won derwel gelijkt aan de in de eerste jaren der Vlaamsche beweging, omstreeks 1845, door Jan De Laet, Conscience e.a. in het letter kundige tijdschrift „Het Taelverbond" ge schreven bijdragen, vaak zeer naïef van toon, over het bestaansrecht en de verdediging van de volkstaal. Zoo schrijft „De Vlaemsche sche Stemme in Vrankrijk", die reeds aan haar tweeden jaargang is „Hoort ze nog klinken in Fransch Vlaen deren onze oude vlaemsche taelEn hoe blyd, en hoe kloek Ze zingt op de lippen van onze dierbaere moeder, ze schiet uit het spel van onze kin deren, alhoewel het verboden is ze te ge bruiken in de scholen ze zegt de liefde van ons jonge volk, en hoe zoet en hoe zuiver ze spreekt hoog en klaer, en vrij in alle dor pen tael van den haard, tael van de markt tael van de kerke Wij mogen en wij moeten onze moeder- tael beminnen. Al de volken van de wereld beminnen hun moedertael. In Vrankrijk, de Provenzalen, de Bretoenen, de Basken, d'Al- saciens lezen en schrijven hun moedertaal. Waerom zouden de Vlamingen van Vrank rijk hunne tael niet mogen lezen en schrij ven De Vlaemsche Stemme vereenigt in eene zelve liefde de schoonheden en de deugden van 't kleen en van 't groot Vaderland want Vlaenderen is maer eene provincie, zeker de schoonste, de rijkste en de machtig ste van Vrankrijk. Al de goe Vlaemingen van Vrankrijk zullen de Vlaemsche Stemme wel ontvangen, zij zullen ze doen leven al ze rond verspreiden en doen kennen. In eerbied van Vrankrijk, voor God en Vlaenderen 1" Het schijnen kloeke mannen te zijn, die Fransche Vlamingen. NOG EEN SLACHTOFFER. Het tweede slachtoffer van het ongeluk bij het schieten in de mijn „Maurits" op laatstleden Dinsdag is Donderdag ook in het hospitaal te Sittard overleden. Het is zekere Didden, vader van een groot gezin. Het on geval op de mijn „Emma" medegerekend, heeft het mijnbedrijf deze week dus weer drie dooden geëischt. Vrijwel over het geheele land worden op het oogenblik opmerkelijk veel langpoötmug- gen, in den volksmond beter bekend onder den naam van „glazenwasschers" of „spekke- dieven" waargenomen. Aangaande deze dieren deelt de heer B. A. Polak, conservator van het insectarium van Artis in de „Tel." mede, dat de langpootmug behoort tot een der tipulasoorten, en tot de zelfde orde behoort als de muggen en de vlie gen. In plaats van het tweede paar vleugels heeft zij twee kolfjes. Hebben de stedelingen er weinig last van zij steekt niet des te meer vreezen de landbouwers haar, omdat de larven zeer nadeelig zijn voor het graan en het gras. De wijfjes leggen haar eiertjes in den vorm van langwerpige zwarte korreltjes op den grond en de larfjes, die hieruit voortko men, en die men emelten noemt, voeden zich met de wortels van deze gewassen. Het ge beurt dikwijls, dat hierdoor de graanoogst mislukt en zooals de toestand thans is, ziet het er wel naar uit, dat ook nu schade aan den oogst zal worden toegebracht, vooral daar de langpootmuggen over het geheele land ver spreid schijnen te zijn. Om de vrouwtjesmuggen, die kenbaar zijn aan een hoornachtige punt aan het achterli chaam, te verdelgen, bestaan eenige middelen. Het is bekend, dat deze vooral des ochtends traag zijn en op den grond blijven. Door mid del van het rollen met een zwaren rol over het land, kan men ze in den ochtend dooden. Een ander middel is het strooien van vergif ten op het land, waartoe koperzouten wor den gebruikt of het bewerken van 't land, op een bepaalde wijze, met benzine. Waarom er zooveel zijn, kan, zooals steeds met insectenplagen het geval is, niemand zeggen. Dinsdagmiddag tusschen 12 en 1 uur heb ben zoo wordt uit Bergen op Zoom gemeld, een paar handige dieven kans gezien onge veer 2000 te bemachtigen uit het wissel kantoor van de firma Wang en Co. De heer W. was zelf op reis en zijn bediende had zich even verwijderd. Deze bediende is in voorloopig arrest ge steld, omdat zijn antwoorden niet duidelijk genoeg waren, hoewel de heer W. hem in het minst niet verdenkt van den diefstal. Dit is binnen 14 dagen de derde diefstal te Bergen op Zoom. ganiseerd. Zeker, er gaan daarmee kosten gepaard, doch ik wil gaarne zelf een flink bedrag bijpassen. Ik hoop, dat U zoo mensch- lievend zult zijn en haar en mij spoedig helpen En we moeten weer „neen" zeggen I Aan bovenstaande officieele mededeelingen behoeft eigenlijk niets te worden toegevoegd. En dan te weten, dat ze slechts een greepje zijn uit de stapels jammerklachten en nood kreten, die dagelijks worden aangevuld met. nieuwe en telkens maar weer moeten worden beantwoord met het droefwreede ,,'t Kan nog niet, U is de driehonderd en zooveelste." En dat zij, die eindelijk aan de beurt zijn, dikwels nog niet eens kunnen worden opge nomen, bewijzen de leege beddende leege bedden.... die wachten op vaders en moeders van groote gezinnen, waar soms bij al de ellende ook nog de armoede om de dfeur komt grijnzen, omdat 't zoo lang duurt. Die wachten op jonge levens met 'n be dreigde toekomst.... Hoe akelig klinkt dit alles. Wie morgen niet beseft wat er om de liefde Gods van hem wordt geëischt moet wel door 't onverschillige heen zijn. Ik heb 'n plannetje. 'n Jaar of wat geleden brachten we voor 'n wagentje voor 'n ziekelijk meisje meer dan zeshonderd gulden bij-elkaar. Kort geleden voor „Moeke's 90ste ver jaardag" zoo ongeveer de helft van dat be drag. Te Sneek heeft de politie gearresteerd den 18-jarigen S„ die vijf inbraken heeft ge pleegd, o.a. bij de firma v. d. Rijpekamp in 1923. waar hij 100 uit een kassa nam en er een briefje met de bedreiging „één woord aan de politie en je leven is niet meer vei lig" daarvoor in de plaats legde. Driemaal heeft hij bij deze zelfde firma ingebroken voorts bij de firma's Potma en Vroom en Dreesmann. Om in een dezer percecèen te komen moest hij een verticale afvoerbui van twaalf meter hoogte beklimmen. AUTOBUS TE WATER. De bus, die om vier uur van Muiden naar Weesp rijdt, geraakte Donderdagmiddag on geveer halverwege in de zijsloot. De rijks telefoondienst had een paal in de sloot lig gen, waarvan het eene eind op den weg uit stak. De bus reed achter een vrachtauto en raakte den paal, waardoor zij naar de sloot werd gerukt. De chauffeur reed kalm, maar door den zachten berm zakte de bus weg. Reizigers zaten er gelukkig niet in; de chauf feur kon zich door de kap in veiligheid brengen. De dienst was pas Zondag j.l. inge steld. Proces-verbaal is opgemaakt. HOOG WATER TE NIJMEGEN. Uit Nijmegen wordt gemeld: Het water van de Waal heeft hier ter stede, ten ge volge van den snellen en sterken was der laatste dagen een groote hoogte bereikt. De Waalkade is ondergeloopen en het ver keer met voertuigen moet achter de Visch- markt geschieden. Op 't laagstgelegen ge deelte staat .t water tot de stoepen der hui zen van de Waalkade. De aanlegsteiger van het veer over de Waal is van verlengstuk ken voorzien, welke reiken tot aan de Lage Markt. De veerdienst heeft ongestoord plaats. De stand van de Waal hier ter stede was Donderdagochtend 11.40 M. N. A. P. Keulen seinde stilstand, welke tijding na den plotselingen was van de vorige dagen met vreugde werd begroet. Het water ver oorzaakt in de uiterwaarden en laaggelegen tuinen aan beide oevers van de rivier dan ook reeds groote schade en ongerief en met zorg wordt nog meerdere stijging van de ri vier tegemoet gezien. Tusschen 25 en 27 Augustus is uit het Vredespaleis te 's-Gravenhage ontvreemd een ebbenhouten voorzittershamer, in ge bruik bij den voorzitter van het Internatio naal Hof van Justitie. De hamer is ongeveer 25 a 30 c.M. lang, heeft een ronden, gebeeld- houwden steel, een ronden, aan twee zijden een weinig afgeplatten knop, waaromheen een gebeeldhouwde ring, waarin met ver gulde letters voorkomt de spreuk: Saevis tranquillus in undis. De commissaris van politie afd. E te 's-Gravenhage verzoekt nauwkeurig onder zoek naar dit voorwerp en bij vinding inbe slagneming en aanhouding en voorgeleiding van den (onbekenden) dader. DE VERGADERING VAN DEN VOLKENBOND. Een uiteenzetting van minister van Karnebeek. in de Donderdag gehouden vergadering van den Volkenbond,, betoogde onze mi nister van buitenlandsche zaken, Jhr. van Karnebeek, in een lange, met aandacht lan- gehoorde rede, dat men eigenlijk geen en kel nieuw verdrag noodig heeft tot het in het leven roepen van een scheidsgerechtsy steem. Sedert 1899 bestaat het internatio nale Scheidsgerechtshof in Den Haag, dat op de tweede vredesconferentie in 1907 is Uitgebreid. Voorts is in 1919 het Volken bondspact vastgesteld, op grond waarvan deze vergadering bijeenkomt en dit pact .egt in art. 12 aan ale leden de verplichting op, in bijna alle kwesties een beroep te doen op het scheidsgerecht. Sedert leven wij dus in derdaad onder een scheidsgerechtsysteem en de technische middelen tot het doorvoe ren daarvan zijn aanwezig en vatbaar «ooi volmaking.. Zelfs in de enkele gevallen dat dat de oorlog volgens het Volkenbondspact nog geoorloofd zou zijn, is het uitbreken er van aan zoovele voorwaarden verbonden, dat het werkelijk ontbranden van een oor log zeer onwaarschijnlijk is, als ten minste het gegeven woord nog eenige waarde heeft. Ook onder het regiem van het door den Volkenbond voorgestelde garantiepact zou men niet ver komen, als de daarin vastge legde verplichtingen niet werden nageko men. Maar waarom zou dit garantiepact stricter worden nageleefd dan art. 12 van het Volkenbondspact? Het eenige waartoe men zou komen, ware, dat men steeds nieu we aanvullingsverdragen maakte. Wanneer de leden van den Volkenbond art. 12 niet kunnen nakomen, dan zou elk verdrag dit lot deelen. Van Karnebeek wees ten slotte op het voorbeeld van Zwitserland, waar eeuwen geleden, verschillende stammen een bona gesloten hebben die thans nog bestaat, om dat het pact, waarop die bond gebaseerd is. wordt nagekomen. Wanneer wij in deze vijfde vergadering ons binden aan den eed, om ons aan den Volkenbond! te houden, en wanneer wij de instemming van alle leden voor de obligatoire clausule van het Inter nationaal Gerechtshof kunnen vinden, dan zullen wij de menschheid nieuwe hoop ge geven hebben op het tot stand komen van de ontwapening, volgens art. 8 van het Vol kenbondspact. De rede van Van Karnebeek, die ook toen hij op de spreektribune kwam, reeds met grooten bijval was ontvangen, lokte uit bundige toejuichingen uit van de geheele vergadering. Naar de „Java Bode" meldt wordt de strafzaak-Mulder, in zake de vergiftigingspo ging op den gouverneur van Atjeh, zeer waarschijnlijk in het einde van de maand September in openbare behandeling geno men dbor den Raad van Justitie te Batavia. Allen, die hieraan hebben meegedaan, koopen natuurlijk morgen 'n speldje. Als ze daarvoor nu eens hetzelfde bedrag gaven van toendan hadden we ineens al 'n kleine duizend pop bij elkaar. Je zou zoo zeggen iemand, die voor één mensch, voor één geval 'n gulden, 'n riks of 'n tientje overhad, moet voor die ontelbare gevallen van tuberculose-ellende, die ied°r voor zich nog veel erger zijn, toch wel min stens hetzelfde over hebben Daar kan niemand iets tegenin brengen I Welnu, laten we dat dan afspreken En als U 't morgen soms vergeet, of toe vallig zooveel geld niet bij U heeft, dan weet U van ouds wel de weg om het ontbrekende aan te vullen onder het motto „Extra gift voor H. L." En zij, die voorheen 'n onderlinge collecte hielden voor één vrouwtje, voor één man, voor één kind, kunnen het toch nu wel weer eens doen voor die vele andere stumperds. Toe, ik smeek U er om.... Morgen, behalve het speldje koopen, in elk Roomsct gezin 'n inzameling voor die arme lijders aan de afschuwelijke witte pest. Wat zullen ze gelukkig zijnwat zuk len ze God en U danken als dit slaagt. En waarom zou 't niet slagen? Daar weet U zelf geen antwoord op G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 11