a
i
i
LUCHTVERKEER.
LEGER EN VLOOT.
ELCK WAT WILS.
TREKJES
No. 364.
BIJ EEN ZEVENDE LUSTRUM.
Petrus Canisiu8.
Hoogeerw. Pater Lud.
Theissling.
Kapitein Versteegh.
De manoeuvres.
Georganiseerd overleg bij de
Landmacht.
g-vrn
BIJ EEN VIJF EN DERTIG-JARIG JU
BILEUM.
De Haarlemsche R. K. Volksbond viert
straks zijn 35-jarig jubileum. Voor mij ligt
bet keurig uitgewerkte programmaboek dat
de volgorde van de kerkelijke en andere
feestelijkheden aangeeft.
De Geest. Adv. Rector Kok, heeft daarin
op zijn bekende pittige wijze aangegeven
waarom ondanks de moeilijke tijden toch een
feestelijke herdenking zal plaats vinden
maar een enkel woord mag ik er ook op deze
plaats wel aan wijden, want het is waarlijk
de moeite wel waard om er even aandacht
aan te besteden.
Het bereiken van den 35-jarigen leeftijd
moge voor een gezond persoon, niet als een
bijzonderheid beschouwd worden, voor een
organisatie, vooral voor een arbeidersorga
nisatie is het een feit van beteekenis waarbij
men ongetwijfeld behoefte gevoelt om eens,
een wijle terug te zien op het afg elegde pa d,
in zijn geheugen terug te roepen al dien strijd,
al die offers, al die tegenwerking en tegen
slagen, maar óók al dat mooie en groote
en bemoedigende in die periode ondervonden.
Vijf en dertig jaren van onafgebroken ar
beid het is van voldoende beteekenis om
eens een oogenblik te onderbreken en tot
een feeststemming op te wekken. Een stem
ming die tevens dienen kan en dienen zal om
weer nieuwe krachten te verzamelen voor het
groote werk wat nog komen gaat.
Al is het pionierswerk het eerste en nood
zakelijkste geweestwat nog te verrichten
staat zal niet minder inspanning vorderen.
Want hoe onverklaarbaar ook, nóg zijn er
'velen, die van onze R. K. Arbeidersbeweging
eigenlijk nooit iets hebben begrepen. Zij sta
ren op den buitenkant, hebben ons werk,
snze actie gezien, vaak becritiseerd, maar zij
konden niet doordringen tot de ware betee
kenis daarvan.
Zij zijn vergeten of hebben nooit gekend,
den toestand waarin de arbeiders voor 35
jaar vérkeerden en daarom kunnen ze ook
niet waardeeren het werk, dat er gedurende
al die jaren is verricht, waardoor niet alleen
andere toestanden zijn geschapen, maar
waardoor een zoo groot aantal mannen heeft
leeren inzien hoe alleen de doorwerking van
onze beginselen een betere' maatschappij
ordening kan brengen.
Het is niet in cijfers uit te drukken wat een
organisatieleven van 35 jaar voor materieele
maar vooral moreele waarden heeft gebracht
en waarlijk niet voor de arbeidersklasse alleen.
Vooral als dat leven zoo vruchtbaar is ge
weest als van onzen Haarlemschen Volks
bond.
Met zijn talrijke vakvereenigingen welke
daarin hun centrale vinden met zijn talrijke
onderafdeelingen die ieder op eigen terrein
en krachtens eigen aard werkzaam zijn om
het arbeidersleven te vermooien in den vol-
Sten zin van het woord.
Van tijd tot tijd moeten we dus wel eens
stilstaan en achter ons zien die kleine on
effenheden, die we zoo onder het werken be
speuren en dan héél gewichtig schijnen, zijn
dan niet meer waar te nemen, hebben ook
elke beteekenis verloren, maar het groote
bouwwerk is blijven staan en met fierheid
en rechtmatige trots bezien we het werk met
zooveel offers, van tijd en geld en zelfs van
huiselijk leven tot stand gebracht.
Daarom ook van deze plaats een dank
woord aan allen, die onder zoo moeilijke
omstandigheden dat groote werk hebben
aangevat en aan den verderen uitbouw hun
krachten gaven, waaronder zeker niet op de
laatste plaats ook het kranige en thans fun-
geerende bestuur moet worden genoemd.
Moge het zijn belooning vinden in een al
gemeene medewerking, om het zoo grootsch
opgezette programma in den meest volkomen
zin te kunnen afwerken en voor de toekomst
een groeiende belangstelling ondervinden
om dat groote, echt Roomsche werk, waarvoor
pnze organisaties zijn gebouwd, zoo goed
mogelijk te kunnen verrichten.
A. JL.
RONDE TAAL.
„Op Dinsdag 26 Augustus werd door de
«fdeeling Amsterdam van den Nederl. R. K.
Grafischen Bond, een goed bezochte verga
dering gehouden in verband met het afloo-
pen der verschillende collectieve contracten
in de grafische bedrijven. Bij de beraadsla-
;ing werd scherp naar voren gebracht, dat
.iet instituut voor collectieve arbeidsovereen
komst nog geep waarborg is voor behoorlijke
arbeidsvoorwaarden, omdat het afsluiten van
een voor de arbeiders meer. of minder gun
stig contract grootendeels afhangt van een
meer of minder gunstige positie welke de
arbeidersgroep inneemt. Na uitvoerige be
sprekingen werd ten slotte met algemeene
stemmen aangenomen de volgende mortie
De afdeeling Amsterdam van den Neder-
landschen Roomsch-Katholieken Grafi
schen Bond,
in vergadering bijeen op 26 Augustus 1924
ter bespreking van eventueel af te sluiten
nieuwe collectieve contracten voor de typo-
jrafie, binders, lithografisch- en chemigra-
.ïsch bedrijf, spreekt als haar mening uit,
dat eerst dan een bevredigende toestand zal
•Kunnen ontstaan, indien de arbeiders door
middel hunner organisatie medezeggenschap
in de bedrijven zullen hebben verkregen,
zooals deze door de R. K. Vakbeweging wordt
voorgestaan.
acht daartoe noodzakelijk, dat de pub lik-
rechtelijke bedrijfsorganisatie zoo spoedig
mogelijk wordt ingevoerd.
verzoekt het hoofdbestuur bij de a.s. on
derhandelingen de medezeggenschap van de
arbeiders zooveel mogelijk te verwezenlijken.
roept alle leden van den bond en ook de
arbeiders uit andere bedrijven op, in de poli
tieke organisatie al hun invloed aan te wenden
opdat de R. K. Staatspartij de tot standko-
ming der publiekrechtelijke bedrijfsorgani
satie krachtig bevordere,
besluit deze motie ter kennis te brengen
van het hoofdbestuur en te publiceeren in
vak- en dagbladpers."
Naar aanleiding van deze motie geeft „de
R.K. Werkgever" een commentaar, dat ik
met den besten wil niet als juist kan erkennen.
Genoemd orgaan beschouwt deze motie
als een soort openbaring en zegtnu heb-
ben de arbeidersorganisaties altijd op idiele
gronden voor bedrijfsorganisatie gestreden
en daar komt me warempel het meest voor
aanstaande deel n.l. het Amsterdamsche-
van de meest ontwikkelde *gr°eP arbeiders
de typografie vertellen dat het eigenlijk
te doen is om het loon te kunnen handha
ven.
„Daarom en daarom alleen werd er door
de vergadering om publiekrechtelijke be
drijfsorganisatie gevraagd. Er is geen woord
ethica bij s „wij, typografen, willen gun
stige arbeidsvoorwaarden behouden, daar
voor moet een wet op publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie dan maar zorg dragen."
Welk systeem van bedrijfsorganisatie deze
toovermacht bezit? In de motie zelve le
zen ^ij, dat bedoeld wordt „de medezeg
genschap, zooals deze door de R.K. Vak
beweging wordt voorgestaan"
Volgens de regels der denkleer moeten
wij uit dit alles afleiden, dat de Amster-
damsche Grafische Bond de meening hul
digt, dat de R.K. Vakbeweging de pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie wil en
in staat acht, om in tijden van crisis, wan
neer de economische omstandigheden ver
slechtering van arbeidsvoorwaarden on
vermijdelijk maken, desondanks het loon
peil te handhaven.
Dat is het wordt aanstonds toegege
ven dwaze taal, soit, maar het is ten
minste ronde taal.
Wij zijn de Amsterdamsche typografen
dankbaar, dat zij zonder omwegen en zon
der er doekjes om heen te winden precies
gezegd hebben, wat de groote politieke ac
tie in de gelederen der R.K. Staatspartij
beteekentde arbeidersklasse te midden
der crisis een uitzonderingspositie laten in
nemen, het groepsbelang dienen.
Wij vertrouwen, dat na deze uiting der
typografen de oogen der ziende-blinden
wel open zullen gaan."
Het wil mij voorkomen, dat hier toch wel
een schromelijk misverstand in het spel moet
zijn want anders ware het onmogelijk, dat
uit de Hierboven opgenomen motie, een con
clusie kan worden getrokken gelijk de R.K.
Werkgever meent te moeten doen.
Men behoeft het met alles wat in de motie
staat niet eens te zijn, maar wat voor bijzon
ders er in staat is niet zoo aanstonds te ach
terhalen.
Vooraf is gezegd, dat het Collectief Con
tract nog onvolmaakt is en ook in dat bedrijf
afhankelijk is van de meer of minder gunsti
ge positie der arbeiders.
Ook de Amsterdamsche typo's willen een
systeem waarbij dergelijke toevallige facto
ren geen opgeld doen en de geheele R.K.
Vakbeweging 1) wil precies hetzelfde.
Is daarmede nu het streven naar Bedrijfs
organisatie en medezeggenschap een bot ma
terialistisch streven geworden Het is moei
lijk in te zien hoe men tot zoo iets ongerijmds
kan komen.
Het feit, dat Prof. Veraart in Amsterdam
is opgetreden en dat de Voorzitter van de
Typo's op goeden voet staat met Prof. V. mo
ge voor de „R.K. Werkgever" iets verschrik
kelijks zijn, maar dat wettigt toch niet om uit
hetgeen de motie bevat of daaraan vooraf
gaat iets te halen wat er niet uit te halen is.
Al stond er echter een woord verkeerd
wat ik nog maar steeds niet kan zien waar
zoo uitdrukkelijk in de motie wordt vastge
legd, dat men wil, zooals dat door de R.K
Vakbeweging wordt voorgestaan, moet men
volgens de regels der denkleer ook vasthou
den aan hetgeen door R.K. Vakbeweging of
ficieel tot uiting wordt gebracht.
Maar ik herhaal dat ik er geen verkeerd
woord in kan vinden en het is bijna niet te
gelooven, dat de „R.K. Werkgever" in de
waan verkeerde dat de bedoelde wenschen
van de R.K. Vakbeweging uitsluitend op
idieele gronden zouden steunen en dat men
daarbij nooit had gedacht aan misstanden die
juist daardoor gelijktijdig zouden verdwij
nen.
En mèt de R.K. Werkgever hoop ik van
harte, dat de oogen van de ziende-blinden,
vooral onder de Katholieken, toch eindelijk
eens open zullen gaan en dat we niet pro-
beeren hoe we door een vermeend of werke
lijk misplaatst woord uitte buiten de verwij
dering grooter kunnen maken, maar dat zij
de gevaren zien die ons van alle zijden om
ringen en die voor de R.K. Werkgevers niet
minder dan voor de R.K. arbeiders heel wat
ernstiger zijn dan de felste economische cri
sis.
Met R.K. Vakbeweging wordt in dit ar
tikel de R;K. Arbeidersvakbeweging bedoeld.
A. J. L.
GEVAARLIJK.
De strijd over de Ziektewet is in vollen
gang en naar het uiterlijke te oordeelen, zou
men bijna moeten gelooven, dat de arbeiders
zeer ten onrechte klagen over te weinig be
langstelling.
Bij de behandeling van deze Wet staat men
althans lichtelijk verbaasd over de liefde voor
de arbeiders, wijl daarop voor een groot ge
deelte de argumenten steunen welke zoo
ruimschoots van alle zijden gegeven worden.
De een is nog banger dan de ander, dat de
arbeiders niet genoeg te vertellen zullen
hebben bij de uitvoering der Wet. De voor
standers van Overheidsorganen waarschuwen
met klem om de positie welke de arbeiders
in de Raden van Arbeid is toebedeeld, toch
niet prijs te geven, voor den schotel linzen
soep der Bedrijfsverenigingen.
Het Verbond van Ziekenkassen wil nog
een stapje verder en zegt, dat de arbeiders de
touwtjes in handen moeten houden door
vooral aan de bestaande ziekenkassen een
voorname plaats toe te kennen.
We zullen maar aannemen, dat al die actie
wel goed bedoeld zal zijn, al vrees ik dat we
toch van dat goede wel wat te veel krijgen
en zij voor het grootste gedeelte kon over
gelaten worden aan de arbeidersorganisatie^.
Want zonder gevaar zijn die liefdesuitingen
niet, nu daaraan steeds verbonden is een
heftige critiek tegen het voorgestelde. Toege
geven kan worden dat de sociale verzeke
ringswetten niet uitsluitend een arbeidersbe
lang zijn en het dus zeer verklaarbaar is,
dat ook anderen zich-mengen in deze voor de
geheele volksgemeenschap zoo belangrijke
aangeiegenneia maar men zou daarbij kun
nen bedenken, dat de arbeiders toch in elk
geval de direct belanghebbenden zijn wier
organisaties niet alleen ijveren om de wet zoo
goed mogelijk te doen zijn, maar vooral ook,
om te zorgen dat er een wet komt en uitge
voerd wordt.
Wie meent dat er leemten zijn in het voor
ontwerp, kan trachten deze aangevuld te krij
gen wie meer of minder belangrijke onder-
deelen gewijzigd zou wenschen, kan daar
voor ijveren, maar wie het stelsel van den
Minister als zoodanig aantast, mag wel
bedenken dat zulks tot gevolg heeft dat de
eerstvolgende jaren dan van de zaak
niets terecht komt en men dus wellicht onge
wild speelt in de kaart van hen die eigen
lijk niets willen.
En ook die zijn er nog heel wat en zullen
met genoegen zien, dat we al vechtende om
het systeem, van de zaak niets terecht bren-
gen.
Niet altijd wordt dat zoo openlijk uitge
sproken, als de Heer Ebels het deed op de
vergadering van de Gron. Maatschappij van
Landbouw maar het staat buiten twijfel, dat
er heel wat zijn wier opvattingen niet zoover
afwijken van hetgeen de Heer Ebels ten beste
gaf. Hij liet zich destijds als volgt uit
„Spreker meent, dat van den wetgever mag
worden verwacht, dat meer rekening wordt
gehouden met de economische mogelijkheden
en dat allerlei zaken, welke voor den politicus
groote aantrekkelijkheid mogen hebben
voorloopig achterwege blijven. Wat" baten
mooie wetten, wanneer de lasten daarvan
economisch niet te dragen zijn Worden den
landbouw nog meer lasten opgelegd, dan zul
len de loonen der landarbeiders nog meer
moeten dalen."
Deze meening wordt bovendien gedekt
door het Dagelij ksch Bestuur van genoemde
Maatschappij van Landbouw. Volgens het
Groninger Landbbuwblad heeft het op 20
Augustus j.l. over dit ontwerp uitvoerig van
gedachten gewisseld met als gevolg
„De grootst mogelijke meerderheid der
vergadering was van oordeel, dat de toestand
in het landbouwbedrijf thans en voorzoover
dit kan worden beoordeeld, ook in de toe
komst, van dien aard is, dat geen nieuwe door
de overheid opgelegde lasten meer kunnen
worden aanvaard zonder aan den landbouw
en daardoor aan de geheele volkswelvaart enor
me schade toe te brengen. Daaraan dient de
invoering der Ziektewet zoowel als de aan
hangige reorganisatieplannen te worden op
geschort. Dit zal het Landbouw Comité
worden bericht."
Wie de toestand en de verhoudingen in
Groningen zoo'n beetje van nabij kent, zal
zich niet al te zeer over een dergelijke uit
spraak verwonderen en begrijpen dat deze
werkgevers zich minder lieten leiden door
den bedrijfstoestand, dan wel door hun libe-
rale-opvattingen.
Een goede Ziektewet behoeft voor den
Landbouw zeker geen schrikbeeld te zijn
en het is dan ook een zeer gelukkig ver
schijnsel, dat door de R. K. Landbouworga
nisaties hard wordt gewerkt om het pad
voor de Ziektewet al reeds bij voorbaat te
effenen.
Maar daarom mogen we geluiden als
van uit Groningen tot ons doordringen nog
niet verwaarloozen en deze kunnen als
waarschuwing dienen om niet al te scherp
tegenover de plannen Van den Minister te
gaan staan, want dan komt er in afzienbaren
tijd niets.
Dan houden we wel is waar de Raden van
Arbeid, maar of dat hun positie zal verster
ken is een vraag waarop men niet spoedig
een bevestigend antwoord zal durven geven.
En de arbeiders waarvoor men zich zoo
warm maakt zouden de dupe zijn en in veel
gevallen naar ziekteuitkeering kunnen flui
ten.
Is het dus werkelijke liefde voor den
arbeider die de tegenstanders van de mini-
sterieele plannen drijft, daat men dan be
denken dat men met al te felle oppositie de ar
beiders geen dienst doet en de tegenstand
dus onder een anderen titel tot uiting moet
komen.
A. J. L.
WEER EEN NIEUWE VAKCENTRALE
De Vaderlander, het orgaan van het Ver
bond der Actualisten geeft het min of meer
verrassende bericht, dat een vakcentrale
is opgerichtde Nationale Arbeidersorga
nisatie, „welke de actualistische vakvereeni
gingen omvat en dus de eenige vakcentrale
is, welke den marxistischen klassenstrijd
verwerpt."
Onze volksaard is zoodanig, dat we ons van
fratsenmakerij zooals de fascisten in het
buitenland verkoopen, voorloopig niet zoo
ongerust behoeven te maken. En wat we van
onze Hollaödsche actualisten vernemen komt
vrij goed overeen mèt het fascistisch streven
in het buitenland, zoodat we ons ook daarvan
niet te veel behoeven aan te trekken.
Maar toch wil ik wel een paar bemerkingen
maken want het zou toch ook niet goed zijn
als men, deze en andere dwaasheden maar
zonder tegenspraak liet.
Dat men een vakcentrale in elkaar wil
zetten zonder vakvereenigingen te hebben
is alvast een staaltje wat een niet al te hoogen
dunk van het actualistisch doorzicht geeft.
Want van actualistische vakvereenigingen
is tot heden niets bekend, tenzij men de.
menschen die zich als „werkwilligen" bij
„Werkspoor" verdienstelijk maakten als
een vakvereeniging zou willen beschouwen.
En of men alleen de Marxistischen klassen
strijd kan verwerpen door het organiseeren
van onderkruipersafdeelingen is alweer een
vraag die men slechts bevestigend kan be
antwoorden als men van dien klassenstrijd
en van de Christelijke beginselen niet het
minste verstand heeft, ofwel zelf op het
klassestrijd-standpunt staat, doch door groote
woorden de aandacht van zich wil afleiden.
Zij, die wellicht nog iets kunnen gevoelen
voor klassenstrijd en die in een vinnigen strijd
tegen de arbeiders tot uiting willen brengen,
kunnen wellicht in zoo'n actualistische vak
centrale nog wel ,eens hun hart luchten,
want dat we de actualisten als eerste klas
klassestrijders hebben te beschouwen, be
wijst hun optreden zonneklaar.
En dat we ook op godsdienstig terrein ons
niet al te veilig moeten wanen voor de knup-
peltaktiek van deze secte heeft het optreden
van de fascisten in het buitenland al zeer
goed bewezen.
Wat misschien als een waarschuwing zou
kunnen dienen voor hen die door groote woor
den als marxistische klassenstrijd overstuur
zouden raketl.
Zooveel nuchterheid bezitten we in Neder
land nog wel dat wè van fascistische dictatuur
al even weinig gediend zijn als van de dic
tatuur van „Moskou" welke laatste juist fto°r
het gepeuter van fascisten, actualisten e. d.
wind fn de zeilen wordt geblazen en ook uit
dien hoofde voor wat ze dan nog ver
richten als een gevaar voor rust en vrede
moeten beschouwd worden.
A. J. L.
DE WERKLOOSHEID.
Volgens de opgave van den Rijksdienst
waren van de 271819 tegen werkloosheid ver
zekerde arbeiders in de week van 4 tot 9
Augustus in totaal 16877 personen geheel en
4676 gedeeltelijk werkloos.
Het percentage is resp. 6.8. enl.8 in de
overeenkomstige maand van 1923 waren deze
resp. 9.8 en 3.
Een feesttoon klinkt door Bavo's oude stede.
Een voorspel van het lied van Roomschen
strijd,
Dat ruischen gaat vol glorie, hoog en wijd
En diepgevoeld. En samen met een bede.
Vóór vijf-en-dertig jaar. De nieuwe tijd
Van worsteling was daar. En aangetrede'
Stonden de mannen bij de eerste schrede.
Historie schreef dié stond' met vurig krijt.
Op 't nieuwe pad ging 't voorwaarts en met
schroome,
Toen, twee jaar later, klonk een stem uit
Rome.
Rerum Novarum sprak.' Uw daad is goed!
En over vijf-en-dertig jaren strijdend streven
Komt als een verre echo tot ons zweven:
Op jongeren, op! Vooruit met Roomschen
moed!
JOS. A. v. SEGGELEN.
Den Haag, 11 Sept. 1924.
5
Men schrijft ons
Nu de intellectueelen zoeken naar het licht
dat de massa van het volk niet wil zien, is het
noodig de Waarheid hoog te heffen voor bei
den om den een tot nadertreden uit te noo-
digen en voor afdwalen den ander te behoe
den.
„Quand les masses se paganisent, les élites
se vont a Dieu". Zooveel mogelijk het eerste
voorkomen en het tweede bevorderen, dat
is de heerlijke taak der Apologetische Ver-
eeniging „Petrus Canisius". Bij haar apos-
tolischen arbeid vraagt zij echter de mede
werking van alle Katholieken.
Eenieder kan meewerken dóór te bidden
om Gods onmisbaren zegen over. dit Apos
tolaat. En doet een geschikte gelegenheid
zich voor, wijst uw andersdenkenden vriend
dan eens op de Inlichtingenbureaux van
„Petrus Canisius" waar kosteloos alle ge-
wenschte inlichtingen over het Katholiek
Geloof worden gegeven, door het zenden
van geschikte brochures of schriftelijke be
antwoording van gestelde vragen. Ook voor
persoonlijke besprekingen stellen de bu
reauleiders zich gaarne beschikbaar. Zou
het voor velen niet dienstig zijn, een of an
der adres te kennen, waar een kundig theoloog
een ervaren zielenleider den dwalenden
broeder helpen kan met zijn raad en voort
lichting
Daarom volge hier nog eens het juiste
adres der bureaux
Inlichtingenbureau, Seminarie Rijsenburg,
Driebergen Huize Bijdorp, Voorschoten
Dominicanenklooster, Zwolle Augustijnen
klooster, Witmarsum Franciscanenkloos
ter, Nieuwe-Niedorp H.B.S. 5-j. c. Hobbe-
makade 51, A'dam Missiehuis, Velperweg,
Arnhem.
Deze werkzaamheid van „Petrus Cani
sius" wordt geldelijk gesteund door het
Apologetisch Maandschrift„Het Schild",
(abonnement f 3.per jaar) dat bij katho
lieken en andersdenkenen de kennis van
ons H. Geloof wil verbreeden en verdiepen
door verklaring en positieve verdediging.
Eventueele opgaven en bijdragen worden
dankbaar aanvaard door Het Secretariaat
van „Petrus Canisius", ^Seminarie Culem-
borg.
HET PROVINCIAAL CONCILIE.
Naar aanleiding van het 3de Nederland-
sche Provinciaal Concilie, dat 22 September
a. s. in de metropplitane kerk te Utrecht
zal gehouden worden, geeft „St. Bavo" de
volgende toelichting er van:
Onder een Provinciaal Concilie verstaan
wij een plechtige wetgevende bijeenkomst
cener kerkprovincie, die volgens den 290en
Canon van het Kerkelijk Wetboek tot taak
heeft „te onderzoeken'en voorschriften te
geven aangaande datgene, wat in het be
trokken kerkelijk gebied geschikt is, het
geloofsleven te doen toenemen, de zeden te
regelen, misbruiken uit te roeien, twistge
dingen te beslechten,* eenheid-van tucht te
bewaren of in te voeren."
Zulk een concilie moet in iedere Kerke
lijke Provincie voortaan minstens om de 20
jaren gehouden worden.
De voorschriften van zulk een Concilie
hebben, nadat zij door den H. Stoel zijn
goedgekeurd en door de Kerkelijke autori
teiten zijn afgekondigd, kracht van wet voor
de geheele Kerkprovincie.
Op zulk een concilie hebben beslissende
stem de aartsbisschop en de bisschoppen,
die tot de provincie behooren. en de ker
kelijke gezagvoerders, die bij de provincie
zijn ingedeeld door den H. Stoel. Van deze
laatste categorie telt Nederland er echter
geen enkele.
Tot het Concilie moeten of kunnen wor
den uitgenoodigd:
De titulaire bisschoppen, die in de provin
cie verblijven.
2e. Twee kanunniken van ieder bisdom,
door de betrokken kathedrale kapittels
aan te wijzen.
3e. De algemeene of provinciale over
sten der exempte priesterorden of congre-
gities, die in de kerkelijke provincie ver
blijf houden.
4e. Priesters, door de Vaders van het.
Concilie uitgekozen.
Deze allen hebben echter slechts een
raadgevende stem.
Het ie Nederl. Provinciaal Concilie.
Toen in 1559 het bestaande Utrechtsche
bisdom werd ingedeeld iri een kerkelijke
Provincie, heeft Utrechts eerste Aartsbis
schop, Frederik Schenk van Toutenburg, in
1565 een Provinciaal Concilie bijeengeroe
pen om het pasgesloten Algemeen Con
cilie van Trente af te kondigen. Daar wa
ren aanwezig de suffragaan-bisschoppen van
Haarlem, Middelburg, Leeuwarden, Gronin
gen en Deventer 1); verder Lindanus, be
noemd bisschop van Roermond, toen nog de
ken van 's-Gravenhage; de abten van St.
Paulus te Utrecht, en van Mariënweerd bij
Culemborg, en de afgevaardigden der
Utrechtsche Kapittels (in de andere bisdom
men bestonden nog geen Kathedrale Kapit
tels).
De droeve verwarring en ontaarding, die
straks de reformatie zou brengen, was reeds
duidelijk merkbaar; de abten uit Friesland
en Overijssel bijv. hadden geweigerd te ver
schijnen; en al werden de leerstellige uit
spraken van Trente eenstemmig aanvaard
en ook de canons aangaande de kerkelijke
tucht in onderwerping aangenomen, op één
punt drong toch het eigenbelang tot ver
zet: de bepalingen aangaande de kapittels
die, naar men meende, bestaande rechten
aantastten, lokten verzet uit, en de sterke
arm van Alva was noodig om alle uitspraken
van Trente te doen aanvaarden.
Van de besluiten van het eerste Concilie
van Utrecht zijn er niet veel uitgevoerd:
een paar jaar later brak de scheuring der
reformatie uit.
Het 2e Nederl. Provinciaal Concilie.
Toen in 1853 de Utrechtsche Kerkprovin
cie, zij het met een andere gewestelijke in
deeling hersteld werd, eischte de organisa
tie der herrezen Nederlandsche Kerk een
Provinciale Synode; nadat in de verschil
lende bisdommen orde op de zaken was ge
steld begon de aartsbisschop. Mgr. Zwijsen,
de voorbereiding van een Provinciaal Con
cilie, dat in 1865 te 's-Hertogenbosch in de
kathedraal van Sint •'Jan gehouden werd.
Aan - dit Concilie namen met beslissende
stem deel de Aartsbisschop, tevens bisschop
van 's-Hertogenbosch, Mgr. Zwijsen, de bis
schop van Roermond, Mgr. Paredis; de
bisschop van Haarlem, Mgr. Wilmer; en de
gemachtigde van den hoogbejaarden bis
schop van Breda, Mgr. van Genkj tit.-
bisschop van Adra.
Verder namen er deel aan met radgeven
de stem een vijftal titulaire bisschoppen, die
in Nederland verbleven, Mgr. Deppen,
coadjutor van 's-Bosch, Mgr. Schaepman,
coadjutor van Utrecht, Mgr. Vrancken, vic.
apost. van Batavia, Mgr. Kistemaker, vic.
apost. van Curacao, Mgr. Swinkels, vic.
apost. van Suriname.
Vervolgens verschenen de Magister Gene
raal der Kruisheeren en de Abt vaü Bene,
de afgevaardigden- der vijf Kathedrale Kapit
tels, de presidenten der vijf Groot-Semina
ries, de provinciale Oversten der Jezuïeten,
Franciscanen, Carmelieten, Dominicanen,
Redemptoristen en de Algemeene Overste
der Fraters van O. U. Vr. Moeder van
Barmhartigheid.
Het Concilie werd plechtig geopend op
Maandag 25 Sept. en gesloten den 4en
October. Met de openings- en sluitingszit
ting mede, werden er vier algemeene ver
gaderingen gehouden, die alle waren voor
bereid door een Congregatio Generalis.
In geregeld voortgezette afdeelingsverga-
deringen waren de voorgestelde decreten en
voorschriften behandeld en besproken; de
gemaakte opmerkingen en aangebrachte
wijzigingen werden in de Congregatio Gene
ralis bijeen gebracht en vastgesteld; en op
de plechtige zittingen had dan de afkondi
ging en officieele goedkeuring der decreten
plaats, welke in de slotzitting werd gevolgd
door de onderteekening der Acten.
Den 19en Juli 1866 werden de decreten
van het Concilie door den H. Stoel goedge
keurd en sinsdien zijn zij de grondslag ge
weest, waarop het gebouw der Nederland-
sche Kerk in trouwe samenwerking, en vol
hardenden arbeid is volbouwd tot de
huidige grootheid.
Het 3e Nederl. Provinciaal
Concilie.
De invoering van het Kerkelijk Wetboek
in 1918, heeft het noodig gemaakt de grond
regels van ons katholiek leven te herzien,
opdat zij een trouwe en stipte weergave zijn
van wat de Kerk in haar moederlijke zorg
voor haar kinderen heeft voorgeschreven.
Dit Concilie zal 22 September bijeen
komen, doch waarschijnlijk slechts kort
duren, daar de voorbereidende werkzaam
heden reeds sinds een paar jaar zijn ter
hand genomen, en de gereedgemaakte voor
stellen reeds zulk een uitvoerige en diep
gaande bestudeering vonden bij de Vaders
van het Concilie, dat er nog slechts een
laatste en beslissende vaststelling der uit
spraken noodig is.
Op dit Concilie zullen aanmerkelijk meer
deelnemers verschijnen dan op het vorige
en aldus zal het een duidelijk beeld geven
van den groei der Kerken in Nederland.
Behalve de eigenlijke leden, die met een
beslissende stem op het Concilie aanwezig
zijn, n.l. de Aartsbisschop en zijn vier Suf
fraganen, zal ook de Internuntius een deel
van het Concilie bijwonen. Verder zal het
aantal gemyterde Abten en Reguliere Over
sten aanmerkelijk grooter zijn dan in 1865;
de Pius-Almanak noemt de abten van St.
Agatha (Kruisheeren), van Bcrne (Norber
tijnen), van Oosterhout en Vaals (beide
Benedictijnen), van Tilburg, Lilbosen en
Nieuwkuyk (alle Cistercienseërs) en de pro
vinciale Oversten der Augustijnen, Capu-
cijnen, Geschoeide Carmelieten, Dominica
nen, Franciscanen, Jezuïeten, Passionisten,
Redemptoristen, Lazaristen Montfortanen,
Damianen, Missionarissen van het H. Hart,
Priesters van het H. Hart, Afrikaansche
Missiën te Cadier en Veer, Missionarissen
der H. Familie, Missionarissen vati Steyl.
Eindelijk zullen naast de afgevaardigden
der Kathedrale Kapittels de professoren in
'het kerkelijk recht aan de groot-seminariën
aan de synode deelnemen.
Daar het doel van het Concilie is de stipte
en uniforme invoering van het Kerkelijk
Wetboek in Nederland, zullen de besluiten
worden opgseteld volgens de orde van dat
Wetboek met verwijzing naar de besproken
canons.
De verschillende decreten zullen behan
delen de verplichtingen en rechten van
priesters, religieuzen en lëeken; de uitdee-
ling der H.H. Sacramenten; de zorg voor
kerken, kapellen en begraafplaatsen; het
onderhouden van feestdagen en vastenda
gen; het vieren van den eeredienst; de ge-
loofsprediking en moreele leiding der Kerk
in haar vollen omvang; het bezit en het be
heer der kerkelijke goederen. Uit deze op
somming blijkt welk een belangrijk werk
aan dit Concilie is toegedacht.
De waarde, welke de Kerk aan een der
gelijke wetgevende bijeenkomst hecht, blijkt
ook uit de grootsche kerkelijke plechtig
heden, welke het Pontificale Romanum
daarvoor voorschrijft.
Z. D. H. Mgr. Cahier, heeft in de dagen
van voorbereiding voorgeschreven het ge
bed van den H. Geest, in te lasschen in de
H. Mis en vraagt van zijn geloovigen een
veelvuldig gebed.
Mogsn deze toelichting ook onze lezers
opwekken, in deze dagen zich te vereenigen
met hun Priesters, om Gods bijstand voor
dit Concilie af te bidden, opdat het niet, ge
lijk het eerste, gevolgd worde door een
bittere verdeeldheid, die de zorg der Kerk
voor haar kinderen met lamheid slaat, maar
wel gelijk het tweede, de inleiding worde
van een nieuwe periode van eendrachtigen
en offervaardigen arbeid, van een steeds
hooger opbloeiend Geloofsleven.
1) Het toenmalige aartsbisdom omvatte
alleen het Noorden des lands,
De Magister Generaal der Dominikaner
orde viert op 24 September zijn gouden
professiefeest. Op 24 September 1873 be
kleed met het witte habijt van den H. Do-
minicus, legde hij een jaar daarna op 24
September 1874 op bijna 19-jarigen leeftijd
zijn H.H. Beloften af.
Het gouden feest van den Generaal det
Dominikanen valt juist tijdens het Generaal
Kapittel der Orde, dat op 19 September een
begin zal nemen in het Collegio Angelico,
het internationaal College der Orde te
Rome.
De „Haagsche Courant" verneemt, dat
een onzer bekendste vliegers, kapitein Ver
steegh, binnenkort de luchtvaartafdeeling
verlaat en in dienst van de Nederlandeche
Vliegtuigfabriek Fokker zal overgaan, waar
hij vermoedelijk de plaats zal innemen van
wijlen den bekenden Bernard de WaaL
Van 23 tot en met 26 dezer zullen, zooals
bekend is, door enkele onderdeelen vap het
veldleger in Noord-Brabant en Limburg
tusschen Tilburg en Venlo oefeningen in
grooter verband worden gehouden.
Als leider van deze oefeningen zal optre
den de luitenant-generaal T. F. J. Muller
Massis, commandant van het veldleger.
Eenerzij ds zal daarbij optreden als Blauwe
(West) partij de Lichte Brigade, onder bevel
van den generaal-majoor J. M. Benteijn, in
specteur der cavalerie, tevens commandant
der Lichte Brigade, en samengesteld uit den
staf der Lichte Brigade, twee regimenten hu
zaren, het regiment wielrijders, het korps
rijdende artillerie en een vliegtuigafdeeling.
Voorts zijn hierbij nog eenige speciale af-
deelingen ingedeeld.
De Roode (Oost) partij zal op 23 en 24
September onder bevel staan van den gene
raal-majoor R. B. A. N. de Quay, comman
dant der Ille Divisie en op 25 en 26 Septem
ber van den kolonel C. F. Musschart, com
mandant der V de infanterie-brigade.
Deze partij wordt gevormd door een te vor
men V de divisie en zal bestaan uit den stal
der Vde divisie, drie regimenten infanterie,
een afdeeling wielrijders, enkele eskadron!
huzaren, een regiment veld-artillerie en eer
vliegtuigafdeeling.
Voorts zijn ook hierbij nog enkele bijzon
dere afdeelingen ingedeeld.
Als hoofdscheidsrechter zal bij deze oefe
ningen gedurende de eerste twee dagen op
treden de kolonel van den gen. staf W. E. van
Dam v. Ysselt, directeur van de Krijgsschool,
daarna de gen.-majoor R. B. A. N. de Quay,
commandant der Ille divisie.
Nog kan worden medegedeeld, dat ver
moedelijk de belangrijkste gevechtshandelin
gen z'ich de eerste oefeningsdagen zullen af
spelen tusschen Tilburg-Venray en geduren
de de laatste dagen tusschen Venray en Ven
lo.
Ter voorlichting van de pers gedurende
de oefeningen is aangewezen de kapitein
van den generalen staf A. J. P. Zonnevylle,
adjunctchef van den staf der IVe divisie te
Amersfoort, aan wien is toegevoegd de res.
lste luit. van den gen. staf mr. J. J. P. C. van
Kuyk, burgemeester van Vreeswijk.
Om deel te nemen aan de groote manoeu
vres, welke 22 dezer aanvangen, zullen 15
Sept. a.s. de lichtingen 1918, 1919, 1920 en
1921 onder de wapenen worden geroepem
Men meldt ons uit Amsterdam:
De Vereeniging van Onderofficieren ..Ons
Belang" heeft in de Commissie voor Georga
niseerd Overleg het volgende voorstel inge
diend:
„De Commissie voor Georganiseerd Over
leg Landmacht (onderofficieren) noodigt de
Regeering uit, de voorgenomen verlaging van
de salarissen der gehuwde militairen, bene
den den rang van officier en kostwinners
van 5 en 10 pCt., ingaande 1 October 1924,
niet te doen doorgaan en voor de niet-kost-
winners een overeenkomstige beslissing te
nemen.
De hiervoor aan te voeren redenen zijn:
le. dat het bedoelde personeel door voor
gaande kortingen reeds in zeer moeilijke
omstandigheden is komen te verkeeren;
2e. dat door de stijging der prijzen van de
levensbehoeften (indexcijfers) de verhouding
tusschen de inkomsten en uitgaven der be
trokkenen gestadig verslechtert;
3e. dat de inkomsten van hef Rijk over
de verschenen maanden van 1924 zeer be
langrijk hooger zijn dan waarop deze oor
spronkelijk zijn geraamd.
Lied van belasting en
bezuiniging.
Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb'ren grond.
Ontworsteld aan de slavernij,
tijn wij in eendracht groot en vrij.
Hier duldt de grond1 geen dwing'landij,
Vaar vrüheid eeuwen stond,
Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb'ren grond.
Belasting betalen we immer graag.
Omdat ze is: ordentelijk laag.
Doe je 't niet, dan staat je boeltje gauw
Op Neerland's dierb'ren grond.
Wij fietsen blij,
Wij fietsen, vrij
Op Neerland's dierb'ren grond,
Maar betaal je geen drie pop „gelag"
Neemt men gauw je karretje in beslag.
En je staat weer met je beentjes vrij
Op Neerland's dierb'ren grond.
Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb'ren grond.
De loontjes gaan maar fijn omlaag
En ieder baantje is thans vaag.
Elk moment de kans van dra te sta^n
Op. Neerland'» dierVzen grond.
Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb ren grond.
Maar dra wordt de tabak te „zwaar"
En knabbel je op 'n strootje maar.
En met weemoed kijk je naar de plaats,
Waar eens je tabakspot stonu.
Wij wonen vrij,
Wij wonen blij,
Op Neerland's dierb'ren grond.
Maar huur en hypotheken-vracht
Kan niet meer worden „opgebracht",
Velen zien met spijt straks naar de plek,
Waar 't huiselijk haardje stond.
Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb'ren grond.
Belasting straks op je kopje thee;
Je slurpt maar en je kijkt tevree
Belasting op je zonnescherm
En op je boord en front,
.Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb'ren grond,
je potje bier en partij biljart
Betaal je met een bloedend hart;
Van je gulden is er, geloof me vrij,
De helft voor den fiscus bij.
Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb'ren grond.
Belasting op je spelletje kaart;
Straks op het knippen van je baard.
Over 'n jaartje loop je, 'k zeg het U,
Met 'n „plaatje" op je paraplu.
Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb'ren grond.
Met nieuwjaar zit de ambtenaar
Met bei z'n handen in het haar;
Maar het kan ook zijn, dSPt hij uit wrok
Ze uit zijn hoofd reeds trok.
Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb'ren grond,
We zitten tusschen de buffers in
Van belasting en bezuiniging.
Iedereen loopt straks in z'n hempie rond
Op ^Neerland's dierbaren grond.
Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb'ren grond.
En zorgen, dat de schatkist niet
Bedreigd zal worden door failliet.
We betalen maar met blij gemoed
En zingen 't „Wien Neerlandsch bloed!"
Wij leven vrij,
Wij leven blij,
Op Neerland's dierb'ren grond.
Ach laat ons maar niet knorrig zijn,
Het leven brengt wel and're pijn.
En we eten nog ons buikje rond
Van Neerland's dierb'ren grond. G. N,
EEN SNOEVER.
Isaac Goudvisch (die in den oorlog is ge
weest) „....Het was verschrikkelijk. Maar
we waren wild Bij dien aanval van den vijand
deden -we niks as laden en schieten, laden
en schieten. En het ging er zoo inferanal-
hevig toe, dat we ten langen leste geen tijd
meer hadden om te laden en maar bleven
schieten".
ADVERTENTIE.
In zeker blad stond eens de volgende aan
kondiging
Een jongmensch van aangenaam uiter
lijk, goede manieren en eenig vermogen
wenscht in het huwelijk te treden. Langs
dezen meer en meer gebruikelijken weg
zoekt hij een bezadigd persoon, die hem dat
uit het hoofd praat.