zA/(pM/ETI- f ff g_KUBR{Ej\ Ingezonden üededeelingen Beenwonden Kloosterhetlsem ZrS iA2B?£SS5£ÏS Z'K- »--» NIEUWE Derde Blad HAARLEMSCHE COURANT. Vrijdag 10 October 1924 UIT DE PERS. De Raad van negen en veertigui een vertegenwoordiging in de Tweede Wat het zwaarst weegt. BINNENLANDSCH NIEUWS Klachten van Maandkaart- houders. STATEN GENERAAL. TWEEDE KAMER. Interpellatie. Drieploegen-stelsel. a 60 cents per regel. heelt a He wonden LUCHTVERKEER. Vlugge reis. Een mooi handwerk. Iets over de naald. Vrouwenbeweging In Turkije. Selma Lagerlöf. In Moskou. v Schoolransels. Recepten. UIT DE MOPPENTROMMEL. i Kamer te bezorgen zoo-jIs de commissie Barge zich die in haar veelzins voortreffe- In verband met een gerucht omtrent „ne- venlijsten" voor de Kamerverkiezingen in 1925, wees het „Huisgezin" er op, dat het heele werk der candidaatstelling nog te doen is, men nog ver is van het noemen van den eersten naam en niemand ook maar kan gis sen, hoe het politiek advies er zal uitzien. En in antwoord op de gemaakte opmer king, dat dit „formeel' natuurlijk juist is, maar dat wij toch ook wel weten dat het politiek advies zal neerkomen op: laat zit ten wat zit, antwoordt het Bossche orgaan: „Wij weten dit inderdaad riet.. Wat wij wete.n, en wat iedereen weet, is, dat niemand er aan denkt onze 32 katholie ke Kamerleden en bloc naar huis te zenden; dat er afgevaardigden zijn als een Mgr. No- lens, een dr. Kooien, een Henri Hermans om er drie van verschillende herkomst en „stand" te noemen die iedereen zal wil len behouden; en dat er ernstige redenen moeten bestaan öm een zittend lid af te danken. Meer weten wij niet en kunnen wij niet Weten. Al het overige hangt van het adviseerend college af. Wij hebben tot heden een dergelijk colle ge niet gekend, wij gaan er een proef mee nemen, en zullen dus hebben af te wachten of het zal beantwoorden aan hetgeen men er zich van voorstelt. En dat is niet weinig. Want al is het politiek advies niet alles, al kent het nieuwe kiesreglement een be perkt advies, de taak van den Raad-van- negeri en veertig blijft zwaar genoeg. Wij kunnen ons niet voorstellen, dat één der leden van wie er reeds toe behooren het bondsbestuur of er straks in geko zen zullen worden, de beteekenis daarvan zal onderschatten. En niet één der leden zal, vóór hij tot de medewerking aan de gewichtige beslis sing wordt geroepen, er geen prijs op stel len, zich te omringen van alle voorlichting, Welke hem het te nemen besluit kan ver gemakkelijken Niet voor niets staat in het kiesreglement dat het adviseerend college voorafgaand overleg kan plegen met personen en bestu ren van vereenigingen, op wier oordeel het prijs stelt, of die verzocht hebben gehoord te worden. Men beschouwe dit niet als een fraaiïg- heid-op-het-papier. Wel mag men vertrouwen, dat van onze groote organisaties vertegenwoordigers in het adviseerend college zullen worden geko zen, maar daarnaast kan het wenschelijk blijven, met besturen van vereenigingen en met vooraanstaande mannen en vrouwen voeling te houden. Dat hierop gerekend wordt kan bijv. blij ken uit 'het feit dat de Canisius-federatie van R.K. Onderwijzersvereenigingen reeds een tweetal personen heeft aangewezen om voor de samenstelling van het politiek ad vies gehoord te worden Wie dit alles in bet oog houdt zal mei- lijk in ernst kunnen beweren, dat heel het apparaat voor het politiek advies eigenlijk maar een formaliteit is en dat men geen an dere zorg kent, dan de tweeendertig aftre dende kamerleden het ongestoord bezit van hun zetel te waarborgen. Indien wij de zaak goed aanzien, dan zal de eenige al de zorg van den raad-van negen en veertig moeten zijn, aan onze par- lijk, voor het principieelc onovertroffen rap- j port had voorgesteld: een bezetting met eerste klas mannen en vrouwen, in haar dif ferentiatie .een trouwe afspiegeling van on ze bij haar beginseleenheid zoo uiteenloo- pende katholieke volksgemeenschap." We lezen onder bovenstaanden titel, volgende driestar in de „Volkskrant"; de „Of het Colijn of een ander is, die de salarissen der ambtenaren beneden een redelijk peil terugdringt, doet er weinig toe, feit is, dat van hen te veel gevergd gaat worden. Uit alle kringen, uit die der onderwij zers, der postambtenaren en anderen, tijgt het verzet op. Dit verzet zou niet zoo algemeen zijn geweest, indien niet twee omstandighe den het als het ware hadden gedragen. De eerste is, dat de toestand onzer fi nanciën niet zóó ongunstig is als het aan vankelijk wel leek. Er wordt reeds weer van vermindering van belastingen gesproken en deze in een tamelijk nabij verschiet gesteld. Toe te juichen als dit moge zijn, klem mender is nog de eisch, dat te voren de bezoldiging der ambtenaren op een eenigs- zins draaglijk peil worde gehouden. Hoezeer men ook, om een vergelijking te gebruiken, verlangt, dat de spoorwegen een batig saldo zullen opleveren, dit batig saldo mag niet worden verkregen ten koste van den nood in duizenden gezinnen van het spoorwegpersoneel. Voorop moet staan en blijven staan, dat het spoorwegpersoneel zonder al te veel ellende kunne rondkomen. Hetzelfde geldt van de ambtenaren in 's Rijks dienst. Wil men, dat zij hun werk goed kunnen blijven verrichten, dat zij met opgewekt heid zich van hun taak kwijten dan moe ten zij in hun onderhoud kunnen voor zien. Dit kunnen zij niet en wij komen thans tot de tweede omstandigheid nu allerlei artikelen aanmerkelijk in prijs zijn gestegen en wij voor een duren win ter komen te staan. De directie der spoorwegen moge al verklaren, dat de prijsstijging niet van dien aard is om daartegen iets bijzonders te doen, zij voelt den nood niet, zij kent de zorgen niet in de gezinnen nu alles duur blijft en duurder wordt. Dit geldt voor het spoorwegpersoneel, dit geldt ook voor de postambtenaren, voor de onderwijzers, in het algemeen voor allen, die van een vast en beschei den salaris moeten rondkomen. Sluitende begrootingen, overschotten en belastingvermindering zijn mooie dingen, maar zwaarder weegt de zorg voor de ge zinnen van duizenden, de zorg dat men den goeden geest handhaaft onder een talrijk korps ambtenaren. Regeering en Kamer hebben met dit be lang rekening te houden en met de eischen eener christelijke rechtvaardig heid. Politieke overwegingen behoeven geen rol tc spelen, maar het is toch ook iets waard de menschen niet tot het uiterste te drijven en als het even kan, hen in het goede en rechte spoor te houden." Een adres van forensen. De forensenvereeniging „Utrecht" heeft een adres gericht tot de directie der Ne- derl. Spoorwegen, waarin wordt gewezen op de weinig gunstige verbindingen tusschen Utrecht en Amsterdam, in het bijzonder voor houders van maandkaarten. Adressanten wijzen voorts op de moei lijke betalingswijze voor trajectkaarten, welke slechts 5 keer kunnen worden ver lengd, hetgeen voor een groot aantal fo rensen een te groot bedrag in eens vordert dan dat zij een maandkaart voor een tra- jectkaart zouden kunnen verwisselen. Om deze redenen verzoeken adressanten meer treinen tusschen Utrecht en Amster dam voor houders van maandkaarten toe gankelijk te stellen. Vergadering van Donderdag 9 Oct. Nam. 1 uur. Aan de orde rs het wetsontwerp tot ver hooging en wijziging van hoofdstuk Va der Staatsbegrooting voor 1923 [WA millioen voor Onderwijs als gevolg van intrekking van bezuinigingsmaatregel), Na een enkele inlichting van den minis ter wordt het wetsontwerp goedgekeurd. De heer v. d. VOORT v. ZIJP, A.-R., vraagt de Kamer verlof vragen _te mogen richten tot den minister van Waterstaat over de haven van Vlissingen. Vrijdag wordt over dit verzoek beslist. Aan de orde is ht! wetsontwerp tot wij ziging van eenige artikelen der Arbeids wet 1919, waarvan de bedoeling is defini- tier het drieploegenstelsel toe te laten in de vol-continu-bedrijven De heer VAN DER WAERDEN, S.-D., herinnert er aan, dat het ethisch-sociale argument den doorslag gaf bij de beslissing over het drieploeger.-stelsel, dat de minister nu weer wil toelaten uit vrees voor de concurrentie uit het buitenland. Spr. er kent het gewicht van dit laatste argument, maar z.i. maakt het deze belangrijke wijzi ging niet absoluut noodzakelijk. Hij wijst op de onrust, die gewekt is door de plan nen der kunstzijdefabrikanten te Arnhem en te Ede en op de stappen, die de heer Iden- burg ten aanzien van den Zondagsaroeid deed. De kwaliteit der Ned, kunstzijdefa- bricage staat op een hoop peil en maakt den maatrege' niet noodig De ondernemin gen rendetren zonder dezen zeer goed. Verlenging van den overgangsmaatregel voor eenige jaren ondervindt bij spr. geen bezwaar. Definitief-vaststellen echter acht hij niet gewenscht. In dien geest heeft hi) amendementen inge diend De heer KERSTEN, Staatk. Ger. Partij, acht den achturendag demoraliseerend voor de arbeiders en ongerijmd voor de bedrij ven. Hij begrijpt niet hoe men den acht urendag heeft kunnen invoeren terwijl men wist, dat het buitenland dien weg niet zou op gaan. In dit ontwerp wordt de vrijheid voor Zondagsarbeid verruimd en aangezien spr. daartegen is, zal hij zijn stem niet aan het ontwerp kunnen geven De heer SMEENK, A.-R,, zegt, dat dit ontwerp vele in moeilijkheden brengt. Hij is tegen den Zondagsarbeid, die juist door dit ontwerp weer wordt toegelaten. Daarnaast wil de minister definitief toe laten wat tijdelijk geoorloofd was. Het ge volg daarvan zal zijn, dat meer bedrijven thans van de nieuwe vrijheden gebruik zul len maken, vooral nu de Zondagsarbeid wordt toegestaan. Daarom staat spr. aarzelend tegenover dit ontwerp en hij wil liever nog eenige ja ren de definitieve beslissing opschorten. Zondagsarbeid acht spr ten slotte alleen toelaatbaar als de technische noodzakelijk heid dezen vereischt, maar wanneer dit niet het geval is, moet spr. zich tegen dien ar beid verzetten De grootst mogelijke beper king van den Zondagsarbeid is z.i. ge wenscht Het tweeploegenstelsel brengt hooge kosten met zich mee, maar het drie ploegenstelsel neemt een krachtige rem te gen Zondagsarbeid weg en daarom blijft spr. aarzelen ten opzichte van dit ontwerp. De minister moet feitelijk ieder geval op zich zelf beschouwen en vragen of de buiten- landsche concurrentie inderdaad zóó ern- tig is, dat zii Zondagsarbeid en drieploegen stelsel noodig en onvermijdelijk acht. De heer SNOECK HENKEMANS, C.-H., vreesteveneens een toeneming van den Zondagsarbeid en bepleit een verlenging van den bestaanden toestand. De minister van Arbeid, de heer AAL- BERSE, begint met te wijzen op een mis verstand. Dit ontwerp brengt geen wijziging in de vrijheid van Zondagsarbeid Die vrij heid is in de wet geregeld en die regeling blijft onaangetast. Art.- 22, 3e lid. regelt dit punt reeds nauwkeurig en daarin stelt spr. geen wijziging voor. Het punt van den Zondagsarbeid ligt dus volstrekt buiten dit ontwerp Vervolgens verdedigt spr. het ontwerp. Alles wat hij 4 jaar geleden heeft gezegd, handhaaft hij onverkort De ethisch-sociale motieven zijn ongewijzigd, maar argumenten van economischen en technischen aard zijn thans prevaleerend. Hoe men vreest, dat dit ontwerp den Zondagsarbeid zal vermeerderen, is spr. on begrijpelijk. Spr vermoedt eer het tegen deel In den nieuwen algemeenen maatregel van bestuur zal eer minder dan meer Zon dagsarbeid worden toegestaan. De gas- en electriciteitsfabrieken vallen hier buiten, maar te dien aanzien is het onderzoek nog gaande. De Kunstzijdefabrieken hebben reeds 4 jaar gelegenheid gehad om Zondags te wer ken; 3 A jaar hebben zij daarvan geen ge bruik gemaakt en daarin ligt dus geen ar gument tegen dit wetsontwerp. Spr. blijft vóór een vierploegenstelsel en blijft hartelijk hopen, dat dit stelsel inter nationaal wordt ingevoerd. Bij wijze van overgang moest hij het drieploegen-stelsel toestaan en hij betreurt het, dat dit thans gehandhaafd moet worden. In alle landen, waarmede wij concurreeren, geldt, helaas die regeling nog en dus moet spr. tot een handhaving besluiten. Mocht er verandering komen helaas ziet spr ze niet komen dan zou hij zich haasten om wijzigingen voor te stellen. In Engeland is toegezegd dat een Arbeidswet zal worden ingediend op de basis van de overeenkomst van Washington, dus een drieploegenstelsel. Verlenging van den overgangsmaatregel is gevraagd Voor dt industrie is het noodig, dat zij weet waat zij aan toe is. Het hoog- ovènbedrijf heeft indertijd vóór de stichting reeds gevraagd of het er op kon rekenen, dat het drieploegenstelsel gehandhaafd bleef. Ware het niet met zekerheid te zeg gen, dan was dit bedrijf niet begonnen. Wanneer de invoering met zes jaar werd verleend, dan kan die zes jaar van veran dering geen sprake zijn en is dus de kans op verbetering gedurende die jaren illusoir. Ten slotte herhaalt spr., dat aannemen of verwerpen van dit ontwerp geen wijzi ging brengt in den Zondagsarbeid. De heer SMEENK, A.-R., is niet over tuigd. Thans is de Zondagsarbeid niet inge voerd, omdat men voorzag, dat beëindiging der overgangsbepalingen daarin weer wijzi ging zou brengen. Wanneer men echter weet, dat het drieploegepstelsel blijft, is de toestand anders en zal men eerder tot Zon dagsarbeid overgaan. De MINISTER zet nog uiteen, dat het hier alleen gaat om het vol-continu-bedrijf en dat dat met den Zondagsarbeid niets heeft te maken. Het gaat niet aan den toestand van de industrie slechter te maken, alleen om het moeilijker te maken, dat Zondags arbeid wordt verricht. Dit is geen econo misch stelsel opbouwen en daartegen ver zet spr. zich. Artikelen. Art. 1. De heer VAN DER WAERDEN (S. D. A. Hoe lang sukkelt U nu al met dat open been? Doe daar nu eens Akkers Kioosterbalsem op, die zal de kwade stoffen eruit trekken, pijn en jeuk ver drijven, een nieuwe sterke huid doen groeien. Begin vandaag nog! Akker's ing van dit ontwerp heeft eigenaardige ge- olgen. Het bedrag aan de Ned. Bank moet W...|P dan aanstonds worden voldaan en wij weten P-) "licht hierbij zijn amendement 7oeT da*t niet of er iets van terug komt. Spr. heeft den Minister vrijheid wil geven om vergun- noé goed vertrouwen in de H. K, ning te verleenen voor het drieploegenstel-1 Öe heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.) ii sel. De Minister kan dan ieder geval op ereid het ontwerp te aanvaarden, omdat zichzelf beoordeelen en zich vergewissen het doel niet is de Id. K. te steunen, maar van de noodzakelijkheid van de gevraagde wel om grooter verlies te voorkomen voor vergunning. den Staat. Dat acht hij een wijze daad. De heer SNOECK HENKEMANS (C. H.) j De heer ZIJLSTRA (A. R.) meent, dat het stek voor den overgangstermijn met drie verkeerd is geweest de duurtebestrijding jaar te verlengen. I vóórop te stellen bij het verleenen van De heer DRESSELHUYS (V. B.) acht dit steun. Hij is vóór 't ontwerp om gevrijwaard laatste voorstel een gansch nieuw ontwerp te zijn tegen grooter verliezen, en heeft bezwaar dit a l'improviste te be- j De heer OUD (V. D.) vindt, dat de Staat oordeelen. Hij kan de gevolgen daarvan nietzich aan deze verplichting niet kan ont- overzien, j trekken. De MINISTER kan het amendement- De heer DRESSELHUYS (V. B.) meent Snoeck Henkemans niet geheel overzien, dat we moeten vragen wit het voordeeligstc Wel is het gevolg er van, dat dé termijn is voor den Staat. Hij juicht het voorstel in art, 27 ook met drie jaar wordt verlengd echter niet toe; want de Staat helpt nu en dan gaat het verder dan het wetsontwerp feitelijk andere schuldeischers aan hun geld, van den Minister. jn plaats van te trachten zijn eigen geld Het amendement-v. d. Waerden zal zeer j terug te krijgen. De regeering behandelt de veel moeilijkheden brengen en veel romp- j H. K. of het haar eigen kind is en is de slomp. Het zal onmogelijk zijn daaraan te 1 meest sympathieke schuldeischer dien spr. voldoen en bovendien worden twee autori- 00jt zag. teiten met dezelfde kwestie belast. Het is £)e Staat is niet voldoende gewaarborgd ook hopeloos moeilijk om over ieder geval afzonderlijk overleg te gaan plegen met or ganisaties. Op die wijze is een uitvoering niet mogelijk meer. door dit ontwerp en dat is voor spr. een ernstig bezwaar. De heer VAN DER WAERDEN (S. D.) zou het een groot nadeel vinden als de H. K. Het amendement-Snoeck Henkemans verdween "dus is hij bereid het ontwerp te wordt verworpen met 42 tegen 41 stemmen, beunen, vooral omdat de Staat zelf de H. K. Voor de Christ.-hist., anti-revolutionairen eerst heeft geholpen. Dus is de regeering min en sociaal-democraten. Gf meer aansprakelij. voor het gebeurde Het amendement-Van der Waerden wordt H t niet verieenen Van den steun zou een verworpen met 56 tegen 27 stemmen. plichten tot invoering van het vierploegen stelsel. Het wetsontwerp wordt goedgekeurd met 49 tegen 34 stemmen. CREDIET HANDELSKAMER, Aan de orde is het wetsontwerp in zake voor de coöperatie en dat zijn en dan is de coöperatie gered. De Minister van Financiën, de heer COLIJN, gaat na hoe het crediet is ontstaan, n.1. op een verzoek der Kamer en zonder verzet werd het toegestaan. Het doel was bestrijding der duurte. Het gevolg is ge- het crediet aan de SZeT groot H' K'. ff 649 000 bunnen vormen om zich ie wapenen tegen De' heer STAALMAN (V. B.) herinnert iflff aan de lijdensgeschiedenis van de Handels kamer. De middenstand werd door de steunverleening ondermijnd. Thans is de bom verkeerd gesprongen. De middenstand tegen die slecht tijden wel gewapend. Thans moet de regeering de H. K. over de moeilijkheden heen helpen en onder haar een fundament schuiven waarop ze kan mag nu door de belastingen bijdragen om blijven staan. De regeering heeft thans het het tekort te dekken. recht om alle gesties der H. K. te contro- De regeering was veel te optimistisch ten kmren en zal dat doen ook. De Staat ris- opzichte van het beleid dezer Handelska- queert bij liquidatie. Alles hangt af van mer, hetgeen spr. met tal van voorbeelden Let vertrouwen dat men heeft in de H. K. toelicht. Gaat het nu aan, dat wij een aan- spr. stelt op grond der adviezen dit ver- zienlijk bedrag geven om de Handelskamer rouwen gaarne. te steunen? Op de rekening komen allerlei posten voor, die spr. verbazen. Was b.v. de groote aflossing wel noodig of had men er buiten gekund? Wat denkt de Minister van de deposito-cijfers? Naar spr.'s meening is het schip sterk zinkende en daarom zal de regeering goed doen te trachten te redden wat te redden is. Als de H. K. verdwijnt, zal geen enkel belang geschaad worden. De heer MICHIELSEN (R.-K.) meent, dat de Staat hier voor een verplichting staat en het gaat er om of de Staat thans het verlies accepteert of alsnog tracht er uit te komen met de kans, dat het grooter wordt. Verwer- De vergadering (Vrijdag 1 uur. wordt verdaagd tot Het vliegtuig van de K.L.M., bestuurd door Geysendoffet. heeft gisteren het tra ject RotterdamParijs met 2 passagiers en 250 K.G. vracht, begunstigd door den straf fen wind, afgelegd in 1 uur 4 minuten, d.w.z. met een gemiddelde snelheid van on geveer 220 K.M. per uur. Egyptisch vlechtwerk wordt nóg te wei nig in toepassing gebracht dan dat het van algemeene bekendheid zou kunnen zijn en toch is de techniek er van, zelfs voor de meest groote en fraaie werkstukken zoo eenvoudig en gemakkelijk mogelijk. De gevlochten werkstukken vertoonen, oppervlakkig beschouwd, overeenkomst met het eenvoudige haak- of kloskantwerk en de oorzaak van de weinige populariteit van het Egyptisch vlechtwerk ligt wel hierin, dat het haken en kunstbreien in alles voorziet. Toch heeft het Egyptisch vlechtwerk dit voor, dat het in verschillende kleuren en in het meest dikke koord kan worden uitgevoerd, Wat bij het haak- en breiwerk of niet moge lijk is óf zoo, dat het weefsel zich met groote openingen vertoont. het Egyptisch vlechtwerk sluiten de draden dichter tegen elkaar a^ zoodat zulk een weefsel geschikt kan dienWi voor vloer kleedjes, hoewel ook in decoratieve volgorde openingen kunnen worden ingevlochten. Aan materiaal hebben we er voor noodig een klos linnen of zijden garen of fijn of grof koord ei? een houten raam, dat voor kleine Werkstukken aan den bovenkant een dwars- lat heeft van pl.m. 56 c.M., aan den onder kant een van pl.m. 28 c.M. en aan de zijkan ten twee opstaande latten van pl.m. 80 c.M. In die zijlatten zitten ongeveer een 20-tal kleine openingen, waartusschen de draden gespannen kunnen worden. De zijlatten ste ken aan de onderzijde ongeveer 10 c.M. aan de onderste dwarslat uit, zoodat bij het wer ken het vlechtraam op de knieën rusten kan en de knieën tusschen de twee uitstekende stukken van de zijlatten het raam vastklem men. Voor omvangrijker werkstukken laat men een groot raam maken aan boven- en onder- Zijde even breed en met een breeden onder- balk rustend op den grond. Voor beide ramen wordt nog een houten balkje gemaakt, dat iets korter mc et zijn dan het raam breed is. Dit losse balkje dient om het werk dichter aan te slaan, Bij ieder werkstuk worden eerst drie tou wen tusschen de zijlatten van het raam ge spannen. Twee er van zijn op zulk een af stand van elkaar verwijderd als de grootte van het werkstuk vereischt. Tusschen die twee touwen wordt een derde touw gespannen. De twee touwen aan den buitenkant worden ste vig vastgeknoopt in de openingen van de lat ten het middentouw wordt alleen stevig vastgestrikt, zoodat het gemakkelijk weer is los te maken. Tusschen deze touwen wordt het werk opgespannen. Men begint den werkdraad die op een klos gewonden is, beneden links aan het ondertouw vast te binden met een strikje of een knoopje. Dan neemt men den klos in de rechterhand en' gaat op de wijze Van stoppen regelmatig om de drie touwen, steeds naar rechts werkend en de draden *eer regelmatig naast elkander leggend. De draad is dus eerst aan het ondertouw gebon den, gaat dan achter langs het middentouw, vóór langs het boventouw, achter langs het boventouw, vóór langs het middentouw, achter langs het ondertouw, dan weer vóór langs het ondertouw, achter langs het mid dentouw enz. Rechts aan het ondertouw wordt de draad afgeknoopt. Nu wordt het balkje, net „zwaard" wordt dit genoemd, op de plaats van het middentouw tusschen de draden gestoken en tegen de onder- en bovenspantouwen aangeslagen. Men ziet dan duidelijk aan onder- en boven kant een kruising van de draden, wat dan de eerste twee vlechttoeren zijn. Het mid dentouw wordt dan los gemaakt en blijft los tusschen de draden hangen. Er uit wegtrek ken mag niet, daar het een hulpmiddel is bij het maken van fouten of wanneer het zwaard uit de spandraden wegglipt. Ook wordt het gebruikt bij het samen binden van de spandraden aan den voorkant, zoodat deze niet kunnen terugspringen als er met werken wordt opgehouden. De werkwijze bepaalt zich nu door met de vingers de voordraden naar achteren en de achterdraden naar voren te brengen (on geveer op dezelfde wijze zooals men het haar vlecht), waardoor een omstrengeling der draden ontstaat en na iederen toer dus een rij steken. En daar de draden gespannen zijn, geschiedt dit zoowel aan den onderkant als aan den bovenkant, zoodat het werk altijd bij iederen toer dubbel vordert. Zijn onder- en bovenkant elkaar zoo dicht genaderd en de ruimten tusschen de draden voor de vingers te klein, dan bedient men zich van een haakje dat dan den wijsvinger van de rechterhand vervangt. Hebben de beide deelen elkaar bereikt, dan worden tel kens een voordraad en een achterdraad op het haakje genomen en deze beide draden om den volgenden voor- en achterdraad ge haakt. Wanneer men dit niet doet, zal het werk na korten tijd uiteen gaan, daar de draden zich dan van elkander los draaien. Wie een beetje handigheid gekregen heeft in dit vlechtwerk, bemerkt al spoedig hoe er openingen in kunnen gewerkt worden,die tevens decoratief kunnen aandoen. Het noodzakelijkste werktuig in het vrou welijk bedrijf is ongetwijfeld de naald. Door ontelbare handen dagelijks gebruikt, is zij voor duizenden het middel van bestaan, en voor elke huisvrouw ook een der gewichtigste huishoudelijke utensiliën. De naald, steeds werkend en scheppend, is de metgezel van den mensch op zijn levensweg. Het eerste jurkje van het kind, het eerste balkleed van het meisje, het toilet van de bruid, het rouw gewaad van de weduwe, en ten slotte het doodskleed moet zij vervaardigen. En welke verwachtingen wenschen, plannen worden niet vaak bij eiken naad, bij eiken steek tege lijk met het kleed geboren. Want de vrouw denkt veel terwijl zij de naald hanteert aangename, droevige, opgewekte, hoop volle, ontmoedigende gedachten zijn aan menigen steek verbonden. „Toen ik dien rok naaide, dacht ik aan dit of aan dat," zal men zich nog maanden nadat het werk gereed kwam, kunnen herin neren. Want het is als naait men zijn gedach ten in de stof, vooral wanneer men lange rechte naden moet maken, waarbij zoo wei nig oplettendheid noodig is. Een rok, een blouse, een mantel is voor haar, die ze ver vaardigd heeft, vaak heel wat meer dan een eenvoudig stuk handwerk; het voor ieder ander onleesbaar register van de gedachten UIT DEN GOEDEN, OUDEN TIJD. Winkelier Phen-Oram (ten tijde van Ramses II) houdt zijn grootboek bij. die haar onder den stillen arbeid door het hoofd speelden. En die gedachtenbaan werd voetje voor voetje mede afgelegd door de naald. Naalden zijn steeds in gebruik geweest bij alle volken, welker huiselijke behoeften zich maar een weinig boven het meest pri mitieve hadden verheven. Zij hadden niet steeds dezelfde gedaante, en waren zeker niet van hetzelfde materiaal als de stalen naald, die de fabrieken van Midden-Engeland over heel de wereld verspreiden en ook thans zijn deze naalden bij de onbeschaafde volken nog onbekend. De Afrikaansche neger behelpt zich met ijzeren priemen, de bewoner der Stille Zuidzee-eilanden met doornen en de Eskimo met vischgraten. De groote naaldindustrie dateert eerst van het midden der zeventiende eeuw toen deze nijverheid van Duitschland naar Enge land werd overgebrachtwaar men met be hulp van nieuwe machines aan deze branche een economische beteekenis gaf, welke zij vóór dien tijd nooit had bezeten. Het zou echter nog twee eeuwen duren alvorens in Lancashire de wereldindustrie werd geves tigd, waarbij de kleine naald een even be langrijke rol zou spelen als de groote loco motief. Ook de Duitsche naaldindustrie is van groote beteekenis geworden. Zij heeft vooral haar zetel in het Rijnland de grootste fa brieken bevinden zich te Aken, Burtscheid en Ichtershausen (Thuringen). De fabricage van naalden is lang niet zoo eenvoudig als men, bij aanschouwing van het weinig pretentieuse voorwerp, zou den ken. De moeilijkste bewerking is het door steken van het „oog." Natuurlijk geschiedt dit langs mechanischen weg, en er worden per uur vele duizenden naalden vervaardigd. Blanke naalden komen het meest voor; zeer vaak echter worden zij ook verguld of gekleurd. De Chineezen bijvoorbeeld ge bruiken nooit blanke naalden omdat wit bij hen de kleur van den rouw is. Groene naalden mogen de Mahomedanen niet ge bruiken, want groen is de kleur van hun profeet, en mag dus niet worden ontheiligd. Bij alle omwentelingen en modernisee ring in Turkije is de laatste jaren ook het af schaffen van de polygamie aan de orde. Een der voorvechters om aan de Turksche vrou wen „rechten" te geven, is de echtgenoote van Khemal Pasha geweest, die vóór haar huwelijk een Europeesche opvoeding ont ving en aan wie de vrouwen in Turkije veel hebben te danken. Vrouwenvergaderingen waren in het Rijk van de Halve Maan nog niet zoo heel lang geleden een ongekend iets. Thans komt uit Constantinopel bericht van een groote vrouwenbijeenkomst, waarin een motie is aangenomen tot onmiddellijk wet telijk verbod van polygamie. Zoo zien wij aan den eenen kant den strijd om het afge schaft Khalifaat, dat alle Turksche gebruiken wil behouden en herstellen en aan den an deren kant een strijd voor vrouwenrechten. De beide uitersten in het Turksche rijk. Nieuwsgierigheid en opdringerigheid van toeristen hebben de bekende schrijfster Sel ma Lagerlöf aanleiding gegeven, haar land goed Marbacka af te sluiten. Volgens Scan dinavische bladen gingen reizigers zoover, dat ze door de ruiten stonden te gluren, om Selma Lagerlöf te zien eten. De tuin was soms vol bezoekers op een gegeven oogen- IRRITEERENDE HULPVAARDIGHEID. Hulpvaardige oude ziel: „Als u uw pet zoekt, m'nheer, die hangt hier aan... ja hoe heet dat ding ook weer! b'ik stonden er veertig automobielen op het i landgoed Er kwamen vereenigingen en leer lingen van scholen, om de schrijfster te zien. Kortom, zij heeft om rust te krijgen, den toegang verboden. De telefoonjuffrouwen van Moskou mo gen de personen, die haar als „juffrouw" aan spreken niet meer bedienen. Tn den nieuwen Russischen Staat zijn er geen juffrouwen meer. Wanneer men nu de telefoniste iets te vragen heeft kan men haar noemen kame raad of partijgenoote of burgeres. Is zoo iets al niet meer dan 1 eeuw ge leden in Frankrijk vertoond En de „juffrou wen" zijn er toch weer teruggekomen 1 Schoolransels kan ik elke moeder, die het goed met haar kinderen meent, niet ge noeg aan raden. Niet alleen dat de kinderen hun handen nu onderweg vrij hebben, maar (wat nog veel gewichtiger is) zij loopen, met den ransel op den rug, rechtop, als van zelf gedwongen, de goede houding aan te nemen. De zware schooltasch daarentegen, die in de meeste gevallen veel te veel aan denzelfden kant gedragen wordt, geeft allicht aanleiding tot scheef loopen. Maar ransels hebben evenals schooltasschen, of mis schien nog erger dan deze, het bezwaar, dat ze glimmende en kale plekken veroorzaken op jas en mantel. Er bestaat een eenvoudig middel om de slijtage der kleeren, die ontstaan door het voortdurend wrijven, tot een minimum te reduceeren. Geheel wegnemen kan men het euvel niet. Men bekleedt voor dit goede doel den achterkant van de tasch met een lap van de een of andere wollen stof als 't kan, met een lapje, dat is overgeschoten, toen de man tel van 't schoolgaande meisje, de jas van broer, gemaakt werd. Een bekleeding van dun vilt, van een vergeten stukje donker fluweel, van een nog bruikbaren hoek uit een afgedankten damesrok kan natuurlijk evengoed dienst doen. Als de beschuttende lap maar minstens even groot \>an opper vlakte is als de rugzijde van de boekentasch. Om het geheel een ooglijk aanzien te geven, kieze men de te gebruiken stof van dezelfde kleur als tasch of ransel en bevestigt haar, na haar netjes te hebben omgeboord, met onzichtbare steken op het leer. VISCHRESTJES. We geven hieronder eenige smakelijke wijzen van restverwerking van visch. In de eerste plaats vischgehakt. Verwijder daarvoor het gekookte vischvleesch van de graten en hak het fijn. Maak nu een deeg van dit vleesch, een gaargefruite ui, tot room ge roerde boter (op 1 pond vischresten °ns boter), een stuk in melk geweekt brood, een eetlepel fijngehakte ui en peper en zout. Dit deeg wordt goed dooreengekneed, waarna men er een grooten bal van vormt die bruin gebakken wordt, 't Gerecht is heel geschikt voor het twaalfuurtje, aan 't middagmaal presenteere men er aardappelpuree bij. Heeft men kabeljauw of schelvischresten, dan kan er met kerriesaus een smakelijke schotel van bereid worden. Fruit daarvoor 'n ui, met twee lepeltjes kerrie goudgeel en kook daarvan met 40 gram bloem of aardappelmeel, 6 d.L. vischbouiilon (het water waarin de visch was gekookt) en d.L. melk een ge bonden saus, die ten laatste wordt gezeefd. Rlen ontdoet de vischresten van de graten, maakt de stukken vischvleesch in de saus warm en voegt daar zooveel boter bij als men missen kan, maar niet meer dan 1 ons. Zoo noodig moeten zout en kerrie naar smaak worden toegevoegd. Dien de visch op in een rand van aardappelpurée of, zoo men heeft, rijst. Natuurlijk is ook van de vischresten een voedzame stamppot klaar te maken. Een ge fruit uitje er door heen verhoogt den smaak. Inplaats van ui kunt u er ook tomaat door heen doen, terwijl een mosterdsausje er bij, evenmin kwaad zal smaken. „Mag ik u feliciteeren, juffrouw zei de boekhandelaar tot zijn klant. „Wat bedoelt u vroeg het jonge meisje blozend. „Och juffrouw, als een jonge dame hon derd velletjes postpapier koopt en maar vijf- en twintig enveloppen, dan weten we er alles van 1"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9