zA/(pM/ETI-
f ff g_KUBR{Ej\
Ingezonden üededeelingen
Beenwonden
Kloosterhetlsem
ZrS iA2B?£SS5£ÏS Z'K- »--»
NIEUWE
Derde Blad
HAARLEMSCHE COURANT.
Vrijdag 10 October 1924
UIT DE PERS.
De Raad van negen en veertigui een vertegenwoordiging in de Tweede
Wat het zwaarst weegt.
BINNENLANDSCH NIEUWS
Klachten van Maandkaart-
houders.
STATEN GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Interpellatie.
Drieploegen-stelsel.
a 60 cents per regel.
heelt a He wonden
LUCHTVERKEER.
Vlugge reis.
Een mooi handwerk.
Iets over de naald.
Vrouwenbeweging In
Turkije.
Selma Lagerlöf.
In Moskou.
v Schoolransels.
Recepten.
UIT DE MOPPENTROMMEL.
i Kamer te bezorgen zoo-jIs de commissie
Barge zich die in haar veelzins voortreffe-
In verband met een gerucht omtrent „ne-
venlijsten" voor de Kamerverkiezingen in
1925, wees het „Huisgezin" er op, dat het
heele werk der candidaatstelling nog te doen
is, men nog ver is van het noemen van den
eersten naam en niemand ook maar kan gis
sen, hoe het politiek advies er zal uitzien.
En in antwoord op de gemaakte opmer
king, dat dit „formeel' natuurlijk juist is,
maar dat wij toch ook wel weten dat het
politiek advies zal neerkomen op: laat zit
ten wat zit, antwoordt het Bossche orgaan:
„Wij weten dit inderdaad riet..
Wat wij wete.n, en wat iedereen weet, is,
dat niemand er aan denkt onze 32 katholie
ke Kamerleden en bloc naar huis te zenden;
dat er afgevaardigden zijn als een Mgr. No-
lens, een dr. Kooien, een Henri Hermans
om er drie van verschillende herkomst en
„stand" te noemen die iedereen zal wil
len behouden; en dat er ernstige redenen
moeten bestaan öm een zittend lid af te
danken.
Meer weten wij niet en kunnen wij niet
Weten.
Al het overige hangt van het adviseerend
college af.
Wij hebben tot heden een dergelijk colle
ge niet gekend, wij gaan er een proef mee
nemen, en zullen dus hebben af te wachten
of het zal beantwoorden aan hetgeen men
er zich van voorstelt.
En dat is niet weinig.
Want al is het politiek advies niet alles,
al kent het nieuwe kiesreglement een be
perkt advies, de taak van den Raad-van-
negeri en veertig blijft zwaar genoeg.
Wij kunnen ons niet voorstellen, dat één
der leden van wie er reeds toe behooren
het bondsbestuur of er straks in geko
zen zullen worden, de beteekenis daarvan
zal onderschatten.
En niet één der leden zal, vóór hij tot
de medewerking aan de gewichtige beslis
sing wordt geroepen, er geen prijs op stel
len, zich te omringen van alle voorlichting,
Welke hem het te nemen besluit kan ver
gemakkelijken
Niet voor niets staat in het kiesreglement
dat het adviseerend college voorafgaand
overleg kan plegen met personen en bestu
ren van vereenigingen, op wier oordeel het
prijs stelt, of die verzocht hebben gehoord
te worden.
Men beschouwe dit niet als een fraaiïg-
heid-op-het-papier.
Wel mag men vertrouwen, dat van onze
groote organisaties vertegenwoordigers in
het adviseerend college zullen worden geko
zen, maar daarnaast kan het wenschelijk
blijven, met besturen van vereenigingen en
met vooraanstaande mannen en vrouwen
voeling te houden.
Dat hierop gerekend wordt kan bijv. blij
ken uit 'het feit dat de Canisius-federatie
van R.K. Onderwijzersvereenigingen reeds
een tweetal personen heeft aangewezen om
voor de samenstelling van het politiek ad
vies gehoord te worden
Wie dit alles in bet oog houdt zal mei-
lijk in ernst kunnen beweren, dat heel het
apparaat voor het politiek advies eigenlijk
maar een formaliteit is en dat men geen an
dere zorg kent, dan de tweeendertig aftre
dende kamerleden het ongestoord bezit van
hun zetel te waarborgen.
Indien wij de zaak goed aanzien, dan zal
de eenige al de zorg van den raad-van
negen en veertig moeten zijn, aan onze par-
lijk, voor het principieelc onovertroffen rap-
j port had voorgesteld: een bezetting met
eerste klas mannen en vrouwen, in haar dif
ferentiatie .een trouwe afspiegeling van on
ze bij haar beginseleenheid zoo uiteenloo-
pende katholieke volksgemeenschap."
We lezen onder bovenstaanden titel,
volgende driestar in de „Volkskrant";
de
„Of het Colijn of een ander is, die de
salarissen der ambtenaren beneden een
redelijk peil terugdringt, doet er weinig
toe, feit is, dat van hen te veel gevergd
gaat worden.
Uit alle kringen, uit die der onderwij
zers, der postambtenaren en anderen,
tijgt het verzet op.
Dit verzet zou niet zoo algemeen zijn
geweest, indien niet twee omstandighe
den het als het ware hadden gedragen.
De eerste is, dat de toestand onzer fi
nanciën niet zóó ongunstig is als het aan
vankelijk wel leek.
Er wordt reeds weer van vermindering
van belastingen gesproken en deze in
een tamelijk nabij verschiet gesteld.
Toe te juichen als dit moge zijn, klem
mender is nog de eisch, dat te voren de
bezoldiging der ambtenaren op een eenigs-
zins draaglijk peil worde gehouden.
Hoezeer men ook, om een vergelijking
te gebruiken, verlangt, dat de spoorwegen
een batig saldo zullen opleveren, dit batig
saldo mag niet worden verkregen ten
koste van den nood in duizenden gezinnen
van het spoorwegpersoneel.
Voorop moet staan en blijven staan,
dat het spoorwegpersoneel zonder al te
veel ellende kunne rondkomen.
Hetzelfde geldt van de ambtenaren in
's Rijks dienst.
Wil men, dat zij hun werk goed kunnen
blijven verrichten, dat zij met opgewekt
heid zich van hun taak kwijten dan moe
ten zij in hun onderhoud kunnen voor
zien.
Dit kunnen zij niet en wij komen
thans tot de tweede omstandigheid nu
allerlei artikelen aanmerkelijk in prijs
zijn gestegen en wij voor een duren win
ter komen te staan.
De directie der spoorwegen moge al
verklaren, dat de prijsstijging niet van
dien aard is om daartegen iets bijzonders
te doen, zij voelt den nood niet, zij kent
de zorgen niet in de gezinnen nu alles
duur blijft en duurder wordt.
Dit geldt voor het spoorwegpersoneel,
dit geldt ook voor de postambtenaren,
voor de onderwijzers, in het algemeen
voor allen, die van een vast en beschei
den salaris moeten rondkomen.
Sluitende begrootingen, overschotten en
belastingvermindering zijn mooie dingen,
maar zwaarder weegt de zorg voor de ge
zinnen van duizenden, de zorg dat men
den goeden geest handhaaft onder een
talrijk korps ambtenaren.
Regeering en Kamer hebben met dit be
lang rekening te houden en met de
eischen eener christelijke rechtvaardig
heid.
Politieke overwegingen behoeven geen
rol tc spelen, maar het is toch ook iets
waard de menschen niet tot het uiterste
te drijven en als het even kan, hen in het
goede en rechte spoor te houden."
Een adres van forensen.
De forensenvereeniging „Utrecht" heeft
een adres gericht tot de directie der Ne-
derl. Spoorwegen, waarin wordt gewezen
op de weinig gunstige verbindingen tusschen
Utrecht en Amsterdam, in het bijzonder
voor houders van maandkaarten.
Adressanten wijzen voorts op de moei
lijke betalingswijze voor trajectkaarten,
welke slechts 5 keer kunnen worden ver
lengd, hetgeen voor een groot aantal fo
rensen een te groot bedrag in eens vordert
dan dat zij een maandkaart voor een tra-
jectkaart zouden kunnen verwisselen.
Om deze redenen verzoeken adressanten
meer treinen tusschen Utrecht en Amster
dam voor houders van maandkaarten toe
gankelijk te stellen.
Vergadering van Donderdag 9 Oct.
Nam. 1 uur.
Aan de orde rs het wetsontwerp tot ver
hooging en wijziging van hoofdstuk Va der
Staatsbegrooting voor 1923 [WA millioen
voor Onderwijs als gevolg van intrekking
van bezuinigingsmaatregel),
Na een enkele inlichting van den minis
ter wordt het wetsontwerp goedgekeurd.
De heer v. d. VOORT v. ZIJP, A.-R.,
vraagt de Kamer verlof vragen _te mogen
richten tot den minister van Waterstaat
over de haven van Vlissingen.
Vrijdag wordt over dit verzoek beslist.
Aan de orde is ht! wetsontwerp tot wij
ziging van eenige artikelen der Arbeids
wet 1919, waarvan de bedoeling is defini-
tier het drieploegenstelsel toe te laten in
de vol-continu-bedrijven
De heer VAN DER WAERDEN, S.-D.,
herinnert er aan, dat het ethisch-sociale
argument den doorslag gaf bij de beslissing
over het drieploeger.-stelsel, dat de minister
nu weer wil toelaten uit vrees voor de
concurrentie uit het buitenland. Spr. er
kent het gewicht van dit laatste argument,
maar z.i. maakt het deze belangrijke wijzi
ging niet absoluut noodzakelijk. Hij wijst
op de onrust, die gewekt is door de plan
nen der kunstzijdefabrikanten te Arnhem en
te Ede en op de stappen, die de heer Iden-
burg ten aanzien van den Zondagsaroeid
deed. De kwaliteit der Ned, kunstzijdefa-
bricage staat op een hoop peil en maakt
den maatrege' niet noodig De ondernemin
gen rendetren zonder dezen zeer goed.
Verlenging van den overgangsmaatregel
voor eenige jaren ondervindt bij spr. geen
bezwaar. Definitief-vaststellen echter acht
hij niet gewenscht.
In dien geest heeft hi) amendementen inge
diend
De heer KERSTEN, Staatk. Ger. Partij,
acht den achturendag demoraliseerend voor
de arbeiders en ongerijmd voor de bedrij
ven. Hij begrijpt niet hoe men den acht
urendag heeft kunnen invoeren terwijl men
wist, dat het buitenland dien weg niet zou
op gaan.
In dit ontwerp wordt de vrijheid voor
Zondagsarbeid verruimd en aangezien spr.
daartegen is, zal hij zijn stem niet aan het
ontwerp kunnen geven
De heer SMEENK, A.-R,, zegt, dat dit
ontwerp vele in moeilijkheden brengt. Hij
is tegen den Zondagsarbeid, die juist door
dit ontwerp weer wordt toegelaten.
Daarnaast wil de minister definitief toe
laten wat tijdelijk geoorloofd was. Het ge
volg daarvan zal zijn, dat meer bedrijven
thans van de nieuwe vrijheden gebruik zul
len maken, vooral nu de Zondagsarbeid
wordt toegestaan.
Daarom staat spr. aarzelend tegenover
dit ontwerp en hij wil liever nog eenige ja
ren de definitieve beslissing opschorten.
Zondagsarbeid acht spr ten slotte alleen
toelaatbaar als de technische noodzakelijk
heid dezen vereischt, maar wanneer dit niet
het geval is, moet spr. zich tegen dien ar
beid verzetten De grootst mogelijke beper
king van den Zondagsarbeid is z.i. ge
wenscht Het tweeploegenstelsel brengt
hooge kosten met zich mee, maar het drie
ploegenstelsel neemt een krachtige rem te
gen Zondagsarbeid weg en daarom blijft spr.
aarzelen ten opzichte van dit ontwerp. De
minister moet feitelijk ieder geval op zich
zelf beschouwen en vragen of de buiten-
landsche concurrentie inderdaad zóó ern-
tig is, dat zii Zondagsarbeid en drieploegen
stelsel noodig en onvermijdelijk acht.
De heer SNOECK HENKEMANS, C.-H.,
vreesteveneens een toeneming van den
Zondagsarbeid en bepleit een verlenging
van den bestaanden toestand.
De minister van Arbeid, de heer AAL-
BERSE, begint met te wijzen op een mis
verstand. Dit ontwerp brengt geen wijziging
in de vrijheid van Zondagsarbeid Die vrij
heid is in de wet geregeld en die regeling
blijft onaangetast. Art.- 22, 3e lid. regelt dit
punt reeds nauwkeurig en daarin stelt spr.
geen wijziging voor.
Het punt van den Zondagsarbeid ligt dus
volstrekt buiten dit ontwerp
Vervolgens verdedigt spr. het ontwerp.
Alles wat hij 4 jaar geleden heeft gezegd,
handhaaft hij onverkort De ethisch-sociale
motieven zijn ongewijzigd, maar argumenten
van economischen en technischen aard zijn
thans prevaleerend.
Hoe men vreest, dat dit ontwerp den
Zondagsarbeid zal vermeerderen, is spr. on
begrijpelijk. Spr vermoedt eer het tegen
deel In den nieuwen algemeenen maatregel
van bestuur zal eer minder dan meer Zon
dagsarbeid worden toegestaan. De gas- en
electriciteitsfabrieken vallen hier buiten,
maar te dien aanzien is het onderzoek nog
gaande.
De Kunstzijdefabrieken hebben reeds 4
jaar gelegenheid gehad om Zondags te wer
ken; 3 A jaar hebben zij daarvan geen ge
bruik gemaakt en daarin ligt dus geen ar
gument tegen dit wetsontwerp.
Spr. blijft vóór een vierploegenstelsel en
blijft hartelijk hopen, dat dit stelsel inter
nationaal wordt ingevoerd. Bij wijze van
overgang moest hij het drieploegen-stelsel
toestaan en hij betreurt het, dat dit thans
gehandhaafd moet worden. In alle landen,
waarmede wij concurreeren, geldt, helaas
die regeling nog en dus moet spr. tot een
handhaving besluiten. Mocht er verandering
komen helaas ziet spr ze niet komen
dan zou hij zich haasten om wijzigingen
voor te stellen. In Engeland is toegezegd
dat een Arbeidswet zal worden ingediend
op de basis van de overeenkomst van
Washington, dus een drieploegenstelsel.
Verlenging van den overgangsmaatregel is
gevraagd Voor dt industrie is het noodig,
dat zij weet waat zij aan toe is. Het hoog-
ovènbedrijf heeft indertijd vóór de stichting
reeds gevraagd of het er op kon rekenen,
dat het drieploegenstelsel gehandhaafd
bleef. Ware het niet met zekerheid te zeg
gen, dan was dit bedrijf niet begonnen.
Wanneer de invoering met zes jaar werd
verleend, dan kan die zes jaar van veran
dering geen sprake zijn en is dus de kans
op verbetering gedurende die jaren illusoir.
Ten slotte herhaalt spr., dat aannemen
of verwerpen van dit ontwerp geen wijzi
ging brengt in den Zondagsarbeid.
De heer SMEENK, A.-R., is niet over
tuigd. Thans is de Zondagsarbeid niet inge
voerd, omdat men voorzag, dat beëindiging
der overgangsbepalingen daarin weer wijzi
ging zou brengen. Wanneer men echter
weet, dat het drieploegepstelsel blijft, is de
toestand anders en zal men eerder tot Zon
dagsarbeid overgaan.
De MINISTER zet nog uiteen, dat het hier
alleen gaat om het vol-continu-bedrijf en
dat dat met den Zondagsarbeid niets heeft
te maken. Het gaat niet aan den toestand
van de industrie slechter te maken, alleen
om het moeilijker te maken, dat Zondags
arbeid wordt verricht. Dit is geen econo
misch stelsel opbouwen en daartegen ver
zet spr. zich.
Artikelen.
Art. 1.
De heer VAN DER WAERDEN (S. D. A.
Hoe lang sukkelt U nu al met dat
open been? Doe daar nu eens Akkers
Kioosterbalsem op, die zal de kwade
stoffen eruit trekken, pijn en jeuk ver
drijven, een nieuwe sterke huid doen
groeien. Begin vandaag nog! Akker's
ing van dit ontwerp heeft eigenaardige ge-
olgen. Het bedrag aan de Ned. Bank moet
W...|P dan aanstonds worden voldaan en wij weten
P-) "licht hierbij zijn amendement 7oeT da*t niet of er iets van terug komt. Spr. heeft
den Minister vrijheid wil geven om vergun- noé goed vertrouwen in de H. K,
ning te verleenen voor het drieploegenstel-1 Öe heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.) ii
sel. De Minister kan dan ieder geval op ereid het ontwerp te aanvaarden, omdat
zichzelf beoordeelen en zich vergewissen het doel niet is de Id. K. te steunen, maar
van de noodzakelijkheid van de gevraagde wel om grooter verlies te voorkomen voor
vergunning. den Staat. Dat acht hij een wijze daad.
De heer SNOECK HENKEMANS (C. H.) j De heer ZIJLSTRA (A. R.) meent, dat het
stek voor den overgangstermijn met drie verkeerd is geweest de duurtebestrijding
jaar te verlengen. I vóórop te stellen bij het verleenen van
De heer DRESSELHUYS (V. B.) acht dit steun. Hij is vóór 't ontwerp om gevrijwaard
laatste voorstel een gansch nieuw ontwerp te zijn tegen grooter verliezen,
en heeft bezwaar dit a l'improviste te be- j De heer OUD (V. D.) vindt, dat de Staat
oordeelen. Hij kan de gevolgen daarvan nietzich aan deze verplichting niet kan ont-
overzien, j trekken.
De MINISTER kan het amendement- De heer DRESSELHUYS (V. B.) meent
Snoeck Henkemans niet geheel overzien, dat we moeten vragen wit het voordeeligstc
Wel is het gevolg er van, dat dé termijn is voor den Staat. Hij juicht het voorstel
in art, 27 ook met drie jaar wordt verlengd echter niet toe; want de Staat helpt nu
en dan gaat het verder dan het wetsontwerp feitelijk andere schuldeischers aan hun geld,
van den Minister. jn plaats van te trachten zijn eigen geld
Het amendement-v. d. Waerden zal zeer j terug te krijgen. De regeering behandelt de
veel moeilijkheden brengen en veel romp- j H. K. of het haar eigen kind is en is de
slomp. Het zal onmogelijk zijn daaraan te 1 meest sympathieke schuldeischer dien spr.
voldoen en bovendien worden twee autori- 00jt zag.
teiten met dezelfde kwestie belast. Het is £)e Staat is niet voldoende gewaarborgd
ook hopeloos moeilijk om over ieder geval
afzonderlijk overleg te gaan plegen met or
ganisaties. Op die wijze is een uitvoering
niet mogelijk meer.
door dit ontwerp en dat is voor spr. een
ernstig bezwaar.
De heer VAN DER WAERDEN (S. D.)
zou het een groot nadeel vinden als de H. K.
Het amendement-Snoeck Henkemans verdween "dus is hij bereid het ontwerp te
wordt verworpen met 42 tegen 41 stemmen, beunen, vooral omdat de Staat zelf de H. K.
Voor de Christ.-hist., anti-revolutionairen eerst heeft geholpen. Dus is de regeering min
en sociaal-democraten. Gf meer aansprakelij. voor het gebeurde
Het amendement-Van der Waerden wordt H t niet verieenen Van den steun zou een
verworpen met 56 tegen 27 stemmen.
plichten tot invoering van het vierploegen
stelsel.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd met
49 tegen 34 stemmen.
CREDIET HANDELSKAMER,
Aan de orde is het wetsontwerp in zake
voor de coöperatie en dat
zijn en dan is de coöperatie gered.
De Minister van Financiën, de heer
COLIJN, gaat na hoe het crediet is ontstaan,
n.1. op een verzoek der Kamer en zonder
verzet werd het toegestaan. Het doel was
bestrijding der duurte. Het gevolg is ge-
het crediet aan de SZeT groot H' K'. ff
649 000 bunnen vormen om zich ie wapenen tegen
De' heer STAALMAN (V. B.) herinnert iflff
aan de lijdensgeschiedenis van de Handels
kamer. De middenstand werd door de
steunverleening ondermijnd. Thans is de
bom verkeerd gesprongen. De middenstand
tegen die slecht tijden wel gewapend.
Thans moet de regeering de H. K. over de
moeilijkheden heen helpen en onder haar
een fundament schuiven waarop ze kan
mag nu door de belastingen bijdragen om blijven staan. De regeering heeft thans het
het tekort te dekken. recht om alle gesties der H. K. te contro-
De regeering was veel te optimistisch ten kmren en zal dat doen ook. De Staat ris-
opzichte van het beleid dezer Handelska- queert bij liquidatie. Alles hangt af van
mer, hetgeen spr. met tal van voorbeelden Let vertrouwen dat men heeft in de H. K.
toelicht. Gaat het nu aan, dat wij een aan- spr. stelt op grond der adviezen dit ver-
zienlijk bedrag geven om de Handelskamer rouwen gaarne.
te steunen? Op de rekening komen allerlei
posten voor, die spr. verbazen. Was b.v. de
groote aflossing wel noodig of had men er
buiten gekund? Wat denkt de Minister van
de deposito-cijfers? Naar spr.'s meening is
het schip sterk zinkende en daarom zal de
regeering goed doen te trachten te redden
wat te redden is. Als de H. K. verdwijnt,
zal geen enkel belang geschaad worden.
De heer MICHIELSEN (R.-K.) meent, dat
de Staat hier voor een verplichting staat en
het gaat er om of de Staat thans het verlies
accepteert of alsnog tracht er uit te komen
met de kans, dat het grooter wordt. Verwer-
De vergadering
(Vrijdag 1 uur.
wordt verdaagd tot
Het vliegtuig van de K.L.M., bestuurd
door Geysendoffet. heeft gisteren het tra
ject RotterdamParijs met 2 passagiers en
250 K.G. vracht, begunstigd door den straf
fen wind, afgelegd in 1 uur 4 minuten,
d.w.z. met een gemiddelde snelheid van on
geveer 220 K.M. per uur.
Egyptisch vlechtwerk wordt nóg te wei
nig in toepassing gebracht dan dat het van
algemeene bekendheid zou kunnen zijn en
toch is de techniek er van, zelfs voor de meest
groote en fraaie werkstukken zoo eenvoudig
en gemakkelijk mogelijk.
De gevlochten werkstukken vertoonen,
oppervlakkig beschouwd, overeenkomst met
het eenvoudige haak- of kloskantwerk en de
oorzaak van de weinige populariteit van het
Egyptisch vlechtwerk ligt wel hierin, dat
het haken en kunstbreien in alles voorziet.
Toch heeft het Egyptisch vlechtwerk dit voor,
dat het in verschillende kleuren en in het
meest dikke koord kan worden uitgevoerd,
Wat bij het haak- en breiwerk of niet moge
lijk is óf zoo, dat het weefsel zich met groote
openingen vertoont.
het Egyptisch vlechtwerk sluiten de
draden dichter tegen elkaar a^ zoodat zulk
een weefsel geschikt kan dienWi voor vloer
kleedjes, hoewel ook in decoratieve volgorde
openingen kunnen worden ingevlochten.
Aan materiaal hebben we er voor noodig
een klos linnen of zijden garen of fijn of grof
koord ei? een houten raam, dat voor kleine
Werkstukken aan den bovenkant een dwars-
lat heeft van pl.m. 56 c.M., aan den onder
kant een van pl.m. 28 c.M. en aan de zijkan
ten twee opstaande latten van pl.m. 80 c.M.
In die zijlatten zitten ongeveer een 20-tal
kleine openingen, waartusschen de draden
gespannen kunnen worden. De zijlatten ste
ken aan de onderzijde ongeveer 10 c.M. aan
de onderste dwarslat uit, zoodat bij het wer
ken het vlechtraam op de knieën rusten kan
en de knieën tusschen de twee uitstekende
stukken van de zijlatten het raam vastklem
men.
Voor omvangrijker werkstukken laat men
een groot raam maken aan boven- en onder-
Zijde even breed en met een breeden onder-
balk rustend op den grond.
Voor beide ramen wordt nog een houten
balkje gemaakt, dat iets korter mc et zijn dan
het raam breed is. Dit losse balkje dient om
het werk dichter aan te slaan,
Bij ieder werkstuk worden eerst drie tou
wen tusschen de zijlatten van het raam ge
spannen. Twee er van zijn op zulk een af
stand van elkaar verwijderd als de grootte van
het werkstuk vereischt. Tusschen die twee
touwen wordt een derde touw gespannen. De
twee touwen aan den buitenkant worden ste
vig vastgeknoopt in de openingen van de lat
ten het middentouw wordt alleen stevig
vastgestrikt, zoodat het gemakkelijk weer is
los te maken.
Tusschen deze touwen wordt het werk
opgespannen. Men begint den werkdraad
die op een klos gewonden is, beneden links
aan het ondertouw vast te binden met een
strikje of een knoopje. Dan neemt men den
klos in de rechterhand en' gaat op de wijze
Van stoppen regelmatig om de drie touwen,
steeds naar rechts werkend en de draden
*eer regelmatig naast elkander leggend. De
draad is dus eerst aan het ondertouw gebon
den, gaat dan achter langs het middentouw,
vóór langs het boventouw, achter langs het
boventouw, vóór langs het middentouw,
achter langs het ondertouw, dan weer vóór
langs het ondertouw, achter langs het mid
dentouw enz. Rechts aan het ondertouw
wordt de draad afgeknoopt.
Nu wordt het balkje, net „zwaard" wordt dit
genoemd, op de plaats van het middentouw
tusschen de draden gestoken en tegen de
onder- en bovenspantouwen aangeslagen.
Men ziet dan duidelijk aan onder- en boven
kant een kruising van de draden, wat dan
de eerste twee vlechttoeren zijn. Het mid
dentouw wordt dan los gemaakt en blijft los
tusschen de draden hangen. Er uit wegtrek
ken mag niet, daar het een hulpmiddel is bij
het maken van fouten of wanneer het zwaard
uit de spandraden wegglipt.
Ook wordt het gebruikt bij het samen
binden van de spandraden aan den voorkant,
zoodat deze niet kunnen terugspringen als er
met werken wordt opgehouden.
De werkwijze bepaalt zich nu door met
de vingers de voordraden naar achteren en
de achterdraden naar voren te brengen (on
geveer op dezelfde wijze zooals men het haar
vlecht), waardoor een omstrengeling der
draden ontstaat en na iederen toer dus een
rij steken. En daar de draden gespannen zijn,
geschiedt dit zoowel aan den onderkant als
aan den bovenkant, zoodat het werk altijd
bij iederen toer dubbel vordert.
Zijn onder- en bovenkant elkaar zoo dicht
genaderd en de ruimten tusschen de draden
voor de vingers te klein, dan bedient men
zich van een haakje dat dan den wijsvinger
van de rechterhand vervangt. Hebben de
beide deelen elkaar bereikt, dan worden tel
kens een voordraad en een achterdraad op
het haakje genomen en deze beide draden
om den volgenden voor- en achterdraad ge
haakt. Wanneer men dit niet doet, zal het
werk na korten tijd uiteen gaan, daar de
draden zich dan van elkander los draaien.
Wie een beetje handigheid gekregen heeft
in dit vlechtwerk, bemerkt al spoedig hoe
er openingen in kunnen gewerkt worden,die
tevens decoratief kunnen aandoen.
Het noodzakelijkste werktuig in het vrou
welijk bedrijf is ongetwijfeld de naald. Door
ontelbare handen dagelijks gebruikt, is zij
voor duizenden het middel van bestaan, en
voor elke huisvrouw ook een der gewichtigste
huishoudelijke utensiliën. De naald, steeds
werkend en scheppend, is de metgezel van
den mensch op zijn levensweg. Het eerste
jurkje van het kind, het eerste balkleed van
het meisje, het toilet van de bruid, het rouw
gewaad van de weduwe, en ten slotte het
doodskleed moet zij vervaardigen. En welke
verwachtingen wenschen, plannen worden
niet vaak bij eiken naad, bij eiken steek tege
lijk met het kleed geboren. Want de vrouw
denkt veel terwijl zij de naald hanteert
aangename, droevige, opgewekte, hoop
volle, ontmoedigende gedachten zijn aan
menigen steek verbonden.
„Toen ik dien rok naaide, dacht ik aan
dit of aan dat," zal men zich nog maanden
nadat het werk gereed kwam, kunnen herin
neren. Want het is als naait men zijn gedach
ten in de stof, vooral wanneer men lange
rechte naden moet maken, waarbij zoo wei
nig oplettendheid noodig is. Een rok, een
blouse, een mantel is voor haar, die ze ver
vaardigd heeft, vaak heel wat meer dan een
eenvoudig stuk handwerk; het voor ieder
ander onleesbaar register van de gedachten
UIT DEN GOEDEN, OUDEN TIJD.
Winkelier Phen-Oram (ten tijde van Ramses II) houdt zijn grootboek bij.
die haar onder den stillen arbeid door het
hoofd speelden. En die gedachtenbaan werd
voetje voor voetje mede afgelegd door de
naald.
Naalden zijn steeds in gebruik geweest
bij alle volken, welker huiselijke behoeften
zich maar een weinig boven het meest pri
mitieve hadden verheven. Zij hadden niet
steeds dezelfde gedaante, en waren zeker niet
van hetzelfde materiaal als de stalen naald,
die de fabrieken van Midden-Engeland over
heel de wereld verspreiden en ook thans zijn
deze naalden bij de onbeschaafde volken nog
onbekend. De Afrikaansche neger behelpt
zich met ijzeren priemen, de bewoner der
Stille Zuidzee-eilanden met doornen en de
Eskimo met vischgraten.
De groote naaldindustrie dateert eerst
van het midden der zeventiende eeuw toen
deze nijverheid van Duitschland naar Enge
land werd overgebrachtwaar men met be
hulp van nieuwe machines aan deze branche
een economische beteekenis gaf, welke zij
vóór dien tijd nooit had bezeten. Het zou
echter nog twee eeuwen duren alvorens in
Lancashire de wereldindustrie werd geves
tigd, waarbij de kleine naald een even be
langrijke rol zou spelen als de groote loco
motief.
Ook de Duitsche naaldindustrie is van
groote beteekenis geworden. Zij heeft vooral
haar zetel in het Rijnland de grootste fa
brieken bevinden zich te Aken, Burtscheid
en Ichtershausen (Thuringen).
De fabricage van naalden is lang niet zoo
eenvoudig als men, bij aanschouwing van
het weinig pretentieuse voorwerp, zou den
ken. De moeilijkste bewerking is het door
steken van het „oog." Natuurlijk geschiedt
dit langs mechanischen weg, en er worden
per uur vele duizenden naalden vervaardigd.
Blanke naalden komen het meest voor;
zeer vaak echter worden zij ook verguld of
gekleurd. De Chineezen bijvoorbeeld ge
bruiken nooit blanke naalden omdat wit
bij hen de kleur van den rouw is. Groene
naalden mogen de Mahomedanen niet ge
bruiken, want groen is de kleur van hun
profeet, en mag dus niet worden ontheiligd.
Bij alle omwentelingen en modernisee
ring in Turkije is de laatste jaren ook het af
schaffen van de polygamie aan de orde. Een
der voorvechters om aan de Turksche vrou
wen „rechten" te geven, is de echtgenoote
van Khemal Pasha geweest, die vóór haar
huwelijk een Europeesche opvoeding ont
ving en aan wie de vrouwen in Turkije veel
hebben te danken. Vrouwenvergaderingen
waren in het Rijk van de Halve Maan nog
niet zoo heel lang geleden een ongekend iets.
Thans komt uit Constantinopel bericht van
een groote vrouwenbijeenkomst, waarin een
motie is aangenomen tot onmiddellijk wet
telijk verbod van polygamie. Zoo zien wij
aan den eenen kant den strijd om het afge
schaft Khalifaat, dat alle Turksche gebruiken
wil behouden en herstellen en aan den an
deren kant een strijd voor vrouwenrechten.
De beide uitersten in het Turksche rijk.
Nieuwsgierigheid en opdringerigheid van
toeristen hebben de bekende schrijfster Sel
ma Lagerlöf aanleiding gegeven, haar land
goed Marbacka af te sluiten. Volgens Scan
dinavische bladen gingen reizigers zoover,
dat ze door de ruiten stonden te gluren,
om Selma Lagerlöf te zien eten. De tuin was
soms vol bezoekers op een gegeven oogen-
IRRITEERENDE HULPVAARDIGHEID.
Hulpvaardige oude ziel: „Als u uw pet zoekt, m'nheer, die hangt hier aan...
ja hoe heet dat ding ook weer!
b'ik stonden er veertig automobielen op het i
landgoed Er kwamen vereenigingen en leer
lingen van scholen, om de schrijfster te zien.
Kortom, zij heeft om rust te krijgen, den
toegang verboden.
De telefoonjuffrouwen van Moskou mo
gen de personen, die haar als „juffrouw" aan
spreken niet meer bedienen. Tn den nieuwen
Russischen Staat zijn er geen juffrouwen
meer. Wanneer men nu de telefoniste iets te
vragen heeft kan men haar noemen kame
raad of partijgenoote of burgeres.
Is zoo iets al niet meer dan 1 eeuw ge
leden in Frankrijk vertoond En de „juffrou
wen" zijn er toch weer teruggekomen 1
Schoolransels kan ik elke moeder, die
het goed met haar kinderen meent, niet ge
noeg aan raden. Niet alleen dat de kinderen
hun handen nu onderweg vrij hebben, maar
(wat nog veel gewichtiger is) zij loopen,
met den ransel op den rug, rechtop, als van
zelf gedwongen, de goede houding aan te
nemen. De zware schooltasch daarentegen,
die in de meeste gevallen veel te veel aan
denzelfden kant gedragen wordt, geeft allicht
aanleiding tot scheef loopen. Maar
ransels hebben evenals schooltasschen, of mis
schien nog erger dan deze, het bezwaar, dat
ze glimmende en kale plekken veroorzaken
op jas en mantel.
Er bestaat een eenvoudig middel om de
slijtage der kleeren, die ontstaan door het
voortdurend wrijven, tot een minimum
te reduceeren. Geheel wegnemen kan men
het euvel niet.
Men bekleedt voor dit goede doel den
achterkant van de tasch met een lap van de
een of andere wollen stof als 't kan, met
een lapje, dat is overgeschoten, toen de man
tel van 't schoolgaande meisje, de jas van
broer, gemaakt werd. Een bekleeding van
dun vilt, van een vergeten stukje donker
fluweel, van een nog bruikbaren hoek uit
een afgedankten damesrok kan natuurlijk
evengoed dienst doen. Als de beschuttende
lap maar minstens even groot \>an opper
vlakte is als de rugzijde van de boekentasch.
Om het geheel een ooglijk aanzien te geven,
kieze men de te gebruiken stof van dezelfde
kleur als tasch of ransel en bevestigt haar,
na haar netjes te hebben omgeboord, met
onzichtbare steken op het leer.
VISCHRESTJES.
We geven hieronder eenige smakelijke
wijzen van restverwerking van visch. In de
eerste plaats vischgehakt. Verwijder daarvoor
het gekookte vischvleesch van de graten en
hak het fijn. Maak nu een deeg van dit
vleesch, een gaargefruite ui, tot room ge
roerde boter (op 1 pond vischresten °ns
boter), een stuk in melk geweekt brood, een
eetlepel fijngehakte ui en peper en zout. Dit
deeg wordt goed dooreengekneed, waarna
men er een grooten bal van vormt die bruin
gebakken wordt, 't Gerecht is heel geschikt
voor het twaalfuurtje, aan 't middagmaal
presenteere men er aardappelpuree bij.
Heeft men kabeljauw of schelvischresten,
dan kan er met kerriesaus een smakelijke
schotel van bereid worden. Fruit daarvoor 'n
ui, met twee lepeltjes kerrie goudgeel en kook
daarvan met 40 gram bloem of aardappelmeel,
6 d.L. vischbouiilon (het water waarin de
visch was gekookt) en d.L. melk een ge
bonden saus, die ten laatste wordt gezeefd.
Rlen ontdoet de vischresten van de graten,
maakt de stukken vischvleesch in de saus
warm en voegt daar zooveel boter bij als men
missen kan, maar niet meer dan 1 ons. Zoo
noodig moeten zout en kerrie naar smaak
worden toegevoegd. Dien de visch op in een
rand van aardappelpurée of, zoo men heeft,
rijst. Natuurlijk is ook van de vischresten een
voedzame stamppot klaar te maken. Een ge
fruit uitje er door heen verhoogt den smaak.
Inplaats van ui kunt u er ook tomaat door
heen doen, terwijl een mosterdsausje er bij,
evenmin kwaad zal smaken.
„Mag ik u feliciteeren, juffrouw zei de
boekhandelaar tot zijn klant.
„Wat bedoelt u vroeg het jonge meisje
blozend.
„Och juffrouw, als een jonge dame hon
derd velletjes postpapier koopt en maar vijf-
en twintig enveloppen, dan weten we er alles
van 1"