Middenstand en melkprijzen.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad Woensdag 15 October 1924
HANDEL EN NIJVERHEID.
FEUILLETON.
HET GEHEIM VAN EEN
HUURRIJTUIG
Zoo weinig mogelijk driehoeks-verkiezingen bij de a.s. Engelsche alge-
meene verkiezing. Maatregelen der Engelscben in Irak. In Duitsch-
land nog steeds onzekerheid.
Onder de Radio-berichten: De verkiezingssport in Engeland. De Vol
kenbond uitgenoodigd, een beslissing te nemen in de kwestie van Mosoel.
Noch Centrum, noch democraten willen in Duitschland iets weten van
uitbreiding der regeering voor rechts.
GEM. BUiTEML. BERICHTEN.
Verbetering van het kiesstelsel.
De Raad van Arbeid als
„bedrijf".
De arrestatie van een spion
te Amsterdam.
R.-K. Centrale van Burgerlijk
Overheid spersoneel.
De Zutphensche
Raad van Arbeid.
De pensioenwet.
Herziening der wet op de
Naamlooze Venootschappen.
De Koningin-Moeder.
Voor den Politierechter
te Amsterdam.
Onverdraagzamen.
(Ingezonden.)
In het nummer van uw blad van Zaterdag
II October j.l. komt in den „Amsterdamschen
Kout" een stukje voor, geschreven door uw
medewerker H. Henning Jr., dat voor den
middenstand in 't algemeen en den Amster
damschen meikhandelaar in 't bijzonder niet
minder dan ergerlijk en grievend genoemd
tnoet worden. In bedoeld stukje wordt niets
meer of minder beweerd dan dat in Am
sterdam door de melkhandelaren zoowel
groot als klein een soort monopolie is ge
vormd, waardoor het mogelijk is geworden
een marge tusschen in- en verkoopprijs te
stellen van liefst maar 9 cent per liter.
Immers de heer H. Henning Jr. schrijft
daarin letterlijk onder meer het volgende;
„Denken wij maar eens aan het brandende
melkvraagstuk. De boer ontvangt 11 cent
per liter en wij moeten den slijter 20 cent
betalen, zoodat deze 9 cents per liter ver
dient. Die verdienste is vrijwel netto, de
boer daarentegen maakt, zooals iemand uit
landbouwkringen ons voorrekende hoogstens
5 cent netto winst."
En iets verder schrijft de heer Henning:
„In 't algemeen voel ik zeer weinig voor
Jemeentelijke monopolies ook in zake levens
middelen. De vrije handel, de concurrentie,
vuren aan tot energie en zijn den verbruikers
de eenigen waarvoor ik schrijf een
zegen. Maar als, zooals nu in 't melkbedrijf
het geval is, groot- en kleinhandelaars zich
zoodanig vereenigd hebben, dat er toch een
monopolie is ontstaan, dat de consument
zoodanig gesneden wordt dat hij voor een
artikel van zoo regelmatig en noodzakelijk
gebruik dat 6 cents kostenwaarde heeft,
20 cents moet betalen, dan zouden wij er
bijna toe kunnen komen, elke poging om aan
dit monopolie te ontsnappen toe te juichen,
zelfs al kwam het van de Miranda.
Het is te betreuren dat de middenstand
zoo vaak vergeet dat hij een deel vormt van
de burgerij en steeds het onderste uit de
kan wil halen. Het zuivere monopolie
Hysteem: „desnoods kleine omzet maar
groote winstmarge", wordt door hem maar al
te vaak in toepassing gebracht."
Op deze wijze wordt in deze courant, die
toch ook door katholieke middenstanders
gelezen wordt, het groote publiek door haar
zelf gekozen medewerker tegen de mid
denstanders opgezweept.
Wanneer een arbeider of een ambtenaar
verlaging van loon of salaris krijgt, terwijl
de noodzakelijke levensbehoeften noodwen
dig duurder worden en de man kan de
eindjes van zijn budget niet meer aan elkaar
knoopen, terwijl vermeerdering van inkom
sten uitgesloten schijnt, en die man schrijft
als boven geciteerd, ik zou zijn geestesge
steldheid kunnen begrijpen en hem zijn on
wetendheid kunnen vergeven.
Doch dat een medewerker eener courant,
iemand dus, wiens taak het is het publiek
objectief voor te lichten, zulke grove leugens
durft schrijven, hetzij dan bewust of onbe
wust, en het publiek absoluut verkeerd
voorlicht en ontvankelijk maakt voor ge
meentelijke levensmiddelen monopolies, het
is ongehoord en onverantwoordelijk. Want
feit en waarheid is het, dat hetgeen de heer
Henning schrijft over een winstmarge van
9 cent per liter melk, welke de Amsterdam-
scbe melkhandel heet te genieten, en van
den woekerenden middenstand in 't alge
meen, onjuist en onwaar is.
Sinds de melkprijs in Amsterdam voor de
consumenten op 20 cent per liter is gebracht
betaalt de melkslijter daar geen 11 cent,
doch 15 cent per liter voor de aan hem ge
leverde melk, zijn wintsmarge is dus geen 9
cent doch slechts 5 cent per liter, en ik tart
den heer Henning te bewijzen dat deze prij
zen onjuist door mij worden weergegeven,
ofwel zijn bewering waar te maken, dat de
inkoopsprijs der melk voor den Amsterdam-
schen melkhandel 11 cent per liter heeft be
dragen bij een consumptiemelkprijs van 20
cent.
Over hetgeen de heer Henning beweert, dat
die marge, welke de melkhandel geniet vrij
wel netto is, zal ik alleen dit opmerken:
Heeft de heer Henning nooit gehoord,
dat de exploitatie van een melkinrichting of
zelfs van een melkwinkel ook onkosten njet
tich brengt? Weet de heer Henning dan ook
aiet, dat de middenstander in 't algemeen
en de melkhandelaar in 't bijzonder dikwijls
stroppen heeft aan onverkochte waren,
welke met verlies moeten worden van de
hand gedaan? Heeft hij dan ook nog nooit
gehoord van onbetaalde rosten van een win
kelier en in 't bijzonder van den melkhande
laar, door welke catagorie veelal op week-
crediet wordt geleverd?
In dezen tijd van malaise in 't zakenleven,
niet in 't minst in den melkhandel waarbij
de te ver gedaalde koopkracht der consu
menten de omzetten buitengewoon zijn ge
daald, is het gewoon absurd het te doen voor
komen alsof die uitbuitende middenstand
maar monopolies sticht en groote winsten
maakt ten koste van den consument. Want
niets is ook minder waar dan dat in den
Amsterdamschen melkhandel een soort
monopolie is tot stand gekomen. Dat heeft in
het vorig jaar de melkoorlog te Amsterdam
bewezen toen de groote inrichtingen en
kleine melkhandelaren elkander heftig heb
ben bestreden.
Als de heer Henning aankomt met een be
wering omtrent een kostprijs van melk van
6 cent per liter, en een consumptieprijs van
20 cent en daaruit eenvoudig afleidt, dat die
melkprijs te hoog is, wordt hei hoog tijd, dat
deze voorlichter van het publiek in econo
mische zaken, eerst zelf eens wat economie
gaat studeeren, dan zal hem hopelijk nog
eens duidelijk worden, dat er ook nog zooiets
van in- en uitvoer ook van melk- en zuivel
producten bestaat, dan zal hem ook bekend
worden het bestaan van een wereldmarkt
en van de economische wet van vraag en
^anbod.
Ik hoop van harte, en aan zijn positie als
voorlichter is hij dat verplicht, dat de heer
Henning na lezing van het bovenstaande,
mij ofwel van ongelijk zal overtuigen, ofwel
zoo hem dat niet mogelijk is, is hij aan de
waarheid verplicht, zijn smadelijke bewerin
gen aan 't adres van den Amsterdamschcn
melkhandel en aan den middenstand in 't
algemeen publiek terug te nemen.
Men make er zich niet af, door te zeggen,
dat het geschrevene uitsluitend Amsterdam-
sche toestanden betreft, en de melkhandel
elders dus daardoor niet getroffen wordt, het
publiek, hetwelk leest, dat in Amsterdam
aan melk van 20 cent per liter 9 cent door
den melkhandel verdiend wordt, krijgt on
vermijdelijk den indruk, dat ook elders aan
melk van 20 cent eveneens veel te veel ver
diend wordt, en dus ook door dien vermale
dijden middenstand woekerwinst wordt ge
maakt.
Wanneer in een socialistisch blad derge
lijke geniepige aanvallen op den midden
stand worden gedaan, dan haalt deze de
schouders op, wetende dat van die zijde
niet anders te verwachten is. Maar dan is er
in den regel wel een katholiek blad dat der
gelijke onjuiste voorlichting onder een titel
als „Volksmisleiding" of zooiets aan de kaak
stelt en het verkeerde daarin recht zet. Dat
echter in een katholiek dagblad, hetwelk
toch de katholieke solidariteit onder de
standen heeft te prediken, een stukje als het
hierboven gelaakte zonder meer maar wordt
opgenomen, en een nijvere groep menschen
onverdiend een klad op den mouw wordt
gespeld, zulks lijkt mij niet in overeenstem
ming met de rechtvaardigheid en naasten
liefde. Want rechtvaardigheid en naasten
liefde moeten ook worden betracht tegen
over den.middenstand. Zulks wordt maar
al te vaak over het hoofd gezien, getuige
de Amsterdamsche kout van den heer Hen
ning, waarop een titel „Volksmisleiding"
beter van toepassing is.
Met beleefden dank voor de plaatsing.
G. J. KLIJN.
Haarlem, 13 October 1924.
Naschrift. Wij hebben den geachten
nzender gaarne gelegenheid gegeven om zijn
gemoed te luchten, al gaat hij in zijn recht
zettingen van enkele beweringen in een
Amsterdamschen brief wel wat ver buiten
de grenzen van een zakelijk betoog. Wanneer
hij geregeld lezer is van de Amsterdamsche
brieven dan kan hij weten, dat onze mede
werker een bijna overmatig verdediger van
het particulier initiatief en verwoed bestrij
der van alle overheidsbemoeiing is. In dat
opzicht (b.v. in zijn actie tegen de tram
exploitatie, tegen de verplichte winkelslui
ting enz.) gaat hij ons zelfs wel wat te ver.
Maar in onderteekende bijdragen gunnen wij
gaarne zoo maar eenigszins mogelijk iemand
en vrije meening. Waar - u en passant in den
jongsten Amsterd. Kout ook een verzuchting
werd geslaakt over de hooge melkprijzen
in verband met de plannen van het Amst.
Gemeentebestuur tot oprichting van een ge
meentelijk melkmonopolie, daar had de heer
Klijn de zaak niet zoo zwaar moeten opne
men. Ook ons is de bewuste passage niet
ontgaan; we vonden echter geen reden om
ze te schrappen. Immers, de cijfers, door
onzen medewerker genoemd, zijn niet uit den
duim gezogen, maar door het gemeentebe
stuur geventileerd, dat in een en ander aan
leiding vindt tot gemeentel 'k ingrijpen. De
meening van de te hooge melkprijzen is dus
een publieke meening en de heer Klijn
moest ons dankbaar zijn, dat zij, aldus tot
uiting komend, ook e-ns publiek bestreden
kan worden. Te minder vonden wij aanlei
ding om de bewuste regels in den Amster
damschen brief van j.l. Zaterdag te schrap
pen, omdat wij juist den dag te voren i n
een hoofdartikel de Amsterdamsche
melkvoordracht van a to z bestreden had
den. Er was dus voor den heer Klijn meer
aanleiding geweest om zijn dankbaarheid
tegenover de redactie van dit Katholieke blad
te betuigen voor haar bestrijding van ongc-
wenschte overheidsbemoeiing en dus in
directe bescherming van den middenstand,
dan aan diezelfde redactie te verwijten een
te goeder trouwe en algemeen heerschende
meening over te hooge melkprijzen niet te
hebben gesmoord, waardoor aan onzen des
kundigen inzender de gelegenheid om die nu
eenmaal bestaande meening te bestrijden, zou
ontnomen zijn. Redactie N. H. Crt.
UITLOTINGEN LEENING DER VER
WOESTE GEBIEDEN.
29ste trekking.
Uitgeloot Reeks 22478 n. 13 met fr.
250.000, R. 64599 n. 4 met fr. 100.000, R.
22478 n. 17 met fr. 100.000.
De andere nummers dezer reeksen alsmede
reeks 4409. zijn uitgeloot met 300 frank.
Loten van Antwerpen 1887.
190ste trekking.
UitgelootR. 2049 n. 24 met fr. 10.000, R
75023 n. 1 met fr. 1000. R. 16558 n. 16 met
fr. 500. R. 44012 n. 11 met fr. 250, R. 57240
nil met fr. 250.
R. 5257 n. 18 R. 5439 n. 9. R. 7314 n. 3 ;R.
15487 n. 21 R. 19062 n. 25 R. 23033 n. 19
R. 24611 n. 25 R. 29312 n. 5 R 223312 n. 13
R. 31787 n. 6 R. 33131 n. 5 R. 36300 n. 8
R. 43581 n. 15 R. 44012 n. 20 R. 48818 n. 11
R. 48818 n. 18 R. 50212 n. 5 R. 56510 n. 4
R. 50382 n. 12 R. 60630 n. 25 met frs. 150.
Leening van Gent 1896.
De premie van 10.000 frank viel op reeks
16155 nummer 20, der leening van 1896.
Reeks 5098 nummer 5 won de premie van
1000 frank.
In den „Argus" van 28 Juli 18, las men
In de rubriek „allerlei" de volgende mede-
deeling:
„Den 27en Juli, omstreeks 10 minuten voor
het tweede morgenuur hield een huurrijtuig
stil voor het politiebureau in Grey street,
St. Kilda, en de koetsier verhaalde kortweg,
dat deze persoon gevallen was als het slacht
offer van een moord.
Toen de koetsier Malcolm Royston
door den politiecommissaris ondervraagd
Werd, gaf hij het volgende vreemdsoortig
verslag ten beste.
„Omstreeks een uur na middernacht, reed
hij door Collins Street East: juist, toen hij
het standbeeld van Purke en Will passeerde,
wenkte hem een heer, die op den hoek van
de schotsche kerk stond.
Onmiddellijk naar hem toerijdend zag hij,
dat de heer, die hem wenkte, den overledene
ond rsteunde, wiens laatste oogenblikken
klaarblijkelijk in een verregaanden staat van
dronkenschap waren doorgebracht.
„Het tweetal was in avond-kostuum, doch
de overledene had geen overjas, terwijl de
onbekende redder, gekleed was in een korten
lichtgrijzen jekker, die halverwege open
stoni. Toen Koyston hem op twee passen af-
stands was genaderd zeide de heer, met den
lichtgrijzen jekker: „Kijk eens, jongen, daar
heb je een jongmensch, die in een ver van
gu itigen toestand verkeert, je zoudt wijselijk
handelen, met hem huiswaarts te brengen!
„Roystin vroeg hem, of de dronkaard zijn
vriend was, hetgeen de andere ontkennend
beantwoord, zeggende dat hij den dronkaard
juist van de straat opgenomen en hem vol
strekt niet gekend ad.
Juist op dit oogenblik werd het gelaat van
den doode beschenen door het licht van een
lantaarn. De andere scheen hem te herken
nen, daar hij eensklaps ontsteld terugdeinsde
en den dronkaard op de straat liet vallen.
Met de woorden: „Jij!!!" wendde hij zich
om en sloeg ijlings den weg in naar Russell
street, welke naar de Bourkestreet leidt.
.Royston staarde hem na en bewonderde
zijne zonderlinge gdragslijn, toen de stem van
het slachtoffer, dat op zijn voeten stond te
waggelen en heen en weer zwaaiende, zich
aan den lantaarnpaal vasthield, hem uit zijne
verdooving deed ontwaken. „Ik moet naar
huis," stamelde hij, „St. Kilda". Vervolgens
beproevende in het rijtuig te stappen, bleek
hij wegens de verregaande dronkenschap
daartoe niet bij machte, en viel weder op
straat. Dit ziende, kwam Royston van den
De verkiezingsstrijd in
Engeland.
Liberalen en conservatieven streven er
naar zooals gemeld, om driehoeksverkiezin
gen zooveel mogelijk te voorkomen. De con
servatieven hebben zich in Paisley terugge
trokken ten gunste van den leider liberalen,
Asquith. Daarentegen ruimt de liberaal Sir
Donald MacLean in East Cardiff het veld
vcor den conservatieven candidaat om den La-
bourman Kilmarnock te bestrijden.
Zulke overeenkomsten zijn, naar de Brit-
sche draadlooze dienst meldt, evenwel slechts
plaatselijk, en gelden niet voor belangrijke
districten, zooals bijv. in het grootste deel
van Londen en Manchester. In 15 distric
ten van Glasgow daarentegen zullen de La-
bour-candidaten slechts één partij tegen
over zich vinden. In Kinross hebben de li
beralen plaats gemaakt voor de conserva
tieve hertogin van Atholl. In andere dis
tricten worden nog onderhandelingen ge
voerd. In Bristol, Norwich, New Castle, Lan
cashire zijn overeenkomsten getroffen. Des
niettemin zullen 500 conservatieve candida-
ten naar een zetel dingen.
De kwestie van Mosoel.
Er komen geen berichten omtrent nieu
we gevechten doch Engeland heeft maatre-
om bij een nieuwen inval der Turken onmid
dellijk de grens schoon te vegen. Er zijn
voor dit doel een kleine 30 afdeelingen
vliegtuigen beschikbaar, zoomede een niet
onbelangrijke strijdmacht van inboorlin
gen onder Engelsche officieren, terwijl zoo
noodig tot een vlootdemonstratie tegen Kon-
stantinopel kan worden overgegaan in ver
band waarmede het Middellandsche zeeës-
kader voortdurend op sterkte wordt gehou
den.
De Duitsche politieke toe
stand.
Het plan der deskundigen zal dus nu wel
dra volkomen ter uitvoering kunnen komen.
Ook de groote leening aan Duitschland, welke
voor de uitvoering van dit plan voorwaarde
was, is thans verzekerd. In de onderhande
lingen met de bankiers is men het eens ge
worden over de plaatsing der leening in de
verschillende landen. En de in Duitschland
genomen maatregelen ter uitvoering van het
plan kunnen dus nu in werking treden, waar
nevens dan ook de uitvoering kan beginnen
van de verplichtingen der geallieerden ten
aanzien van het herstel der economische een
heid van het Duitsche Rijk.
De vraag is nu nog maar welke regeering
in Duitschland de verdere uitvoering van het
plan op zich zal nemen. Hieromtrent is er
nog geen zekerheid nu het centrum nog geen
beslissing heeft genomen en de Duitsche
Volkspartij blijft dreigen, haar ministers uit
de regeering terug te trekken, indien aan de
Duitsch-nationalen in de regeering geen
plaats zou worden ingeruimd. Hiertegen ech
ter blijven de democraten zich verzetten, ter
wijl het centrum vandaag of morgen zich nog
over zijn houding moet uitspreken. In elk ge
val echter schijnt, hoe ook deze beslissing zou
mogen uitvallen, een crisis in de huidige coa
litie, hetzij door het uittreden van de Volks
partij, hetzij door dat van de democraten, on
vermijdelijk. Men zal dus met de waarschijn
lijkheid van nieuwe verkiezingen rekening
moeten houden. En het is wel opmerkelijk,
dat de Volkspartij thans, blijkens een artikel
in de „Zeit", het orgaan van een Stresemann,
dit denkbeeld propageert.
Dit schijnt er op te wijzen, dat de Duitsch-
nationalen, die bij de behandeling van de
wetten ter uitvoering van het plan der des
kundigen blijkbaar nog al voor het dreigement
met nieuwe verkiezingen beducht waren,
thans voor nieuwe verkiezingen minder vrees
hebben, en dat de Volkspartij haar streven tot
samenwerking met de Duitsch-nationalen
blijkbaar langs den weg van de verkiezingen
meent te kunnen bereiken.
Waarop de goede moed van den rijkskan
selier, die blijkbaar nog op de mogelijkh^'d
v n een behoud der huidige coalitie hoo t
gevestigd is, blijkt uit ons bericht van gisteren
niet. Echter een beslissing is nog niet geval
len en we blijven dus in afwachting.
DE V. S. EN DE VOLKENBOND.
Minister Hughes zeide in een redevoering
te Indianapolis dat Amerika niet kon dulden
dat aangelegenheden van binnenlandschen
aard zouden worden onderworpen aan de be
slissing van eenigerlei groep van vreemde
mogendheden. Amerika zou nooit bereid
wezen om toe te treden tot een organisatie
waarbij een groep vreemde mogendheden
het recht zou krijgen om in Amerikaansche
zaken van uitsluitend nationalen aard tus-
schenbeide te komen. Dit is de eerste open
bare toespeling van den minister op den
arbeid van den Volkenbond in Genève.
(Gelijk bekend kwam de quaestie van in
menging van den bond of het Internatio
nale Hof van Justitie in quaesties van uit
sluitend nationale competentie op toen
Japan met het oog op vraagstukken van
immigratie aandrong op arbitrage in
zulke gevallen. De bond, Amerika's mis
noegen voorziende, wist het toen met de
Japanners, die dreigden het protocol niet
fe zullen teekenen, op een accoordje te
gooien door erop te wijzen dat in het alge
meen de bond steeds op verzoek van leden of
niet-leden zich kan bemoeien met zaken die
den wereldvrede bedreigen. Dat dit in de
praktijk evenwel niet eenvoudig zal wezen,
vooral ten opzichte van onwillig Amerika
dat blijkt nu beseffen de heeren in
Genève natuurlijk allerbest, ook Japan, dat
de gelegenheid evenwel aangreep om zijn
protest zonder verlies van waardigheid weer
terug te trekken.
DE „COACH" IN EERE HERSTELD.
Het doet in dezen tijd van langs den weg
voortstuivende auto's schier weldadig aan te
lezen, en afgebeeld te zien, hoe in Engeland
een poging wordt gedaan de postkoets in eere
te herstellen. Zaterdag is voor het eerst, op
initiatief van enkele heeren, de „Old Berke
ley" coach van Piccadilly naar Brighton ver
trokken, een afstand van zestig Engelsche
mijlen, waarover zeven uur wordt gedaan met
inbegrip van een half uur voor den lunch. Om
de acht a negen mijlen werd het vierspan ver
wisseld, met de gewone of liever vroeger ge
wone drukte. De dienst wordt om den ande
ren dag onderhouden, zoodat het, gezien onze
tijd van zenuwachtige haast, wel bij een
curiositeit zal blijven, ook al om den langen
duur van de reis. De kosten van een enkele
reis bedragen 25 shilling. De „Daily News,"
die van het geval melding maakt, heeft zich
nog niet aan onze moderne begrippen kunnen
ontworstelen, want het blad vertelt, dat het
een coach is van 40 pk, nademaal er in het
geheel veertig paarden aan te pas komen.
HET RISICO VAN HET ACTEURS
VAK.
In het Everyman Theatre te Londen is
Zaterdagmorgen de tooneelspeler Claude
Rrins bijna.... opgehangen!
M m speelde Shaw's „The Devil's Dis-
ciple",waarin de heer Rains op een schavot
op wielen moest kunnen klimmen en een lus
om zijn hals moet laten doen. Juist op het
oogenblik dat het schavot door den beul zal
worden weggereden, verschijnt de ware
schuldige waardoor de executie wordt ver
meden. Zaterdagavond toen een volksme
nigte zich om het schavot verzameld had,
kwam dit plotseling in beweging. De heer
Rains raakte, met het touw om zijn hals,
van de been, maar gelukkig had de beul nog
net bijtijds de tegenwoordigheid van geest
zoowel het schavot als den acteur te grijpen
waardoor deze aan ophanging ontkwam. De
heer Rains heeft nu volgens de „Evening
Standard" geischt, dat het schavot van rem
men zal worden voorzien.
DE STRIJD IN MAROKKO.
Abd el Krim, de leider der Rifkabylen,
heeft het eerste officieele communiqué der
„Rif-regeering" gepubliceerd, waarin hij
verschillende mededeelingen, die in de Fran-
sche en Engelsche pers verschenen, tegen
spreekt. Hij verzekert dat de Rif-regeerine
tot dusver met geen enkele maatschappij
eenige overeenkomst heeft getroffen, noch
eenig geld heeft'ontvangen. Al het oorlogs
materiaal, hetwelk zij in haar bezit heeft,
werd op den vijand veroverd de handgra-
granaten hebben de Rifs zelf vervaardigd.
Vervolgens zegt het communiqué dat er
Zich geen buitenlandsche officieren in het
Rif-leger bevinden. Slechts Rif-officieren
richten de troepen af met de ondervinding,
welke zij zelf in talrijke gevechten hebben
opgedaan. De eenige vreemdelingen zijn de
Spaansche gevangenen.
GEEN INWONERS VAN DE HEDJAS
IN EGYPTE TOEGELATEN.
De Egyptische regeering heeft het aan land
gaan van inwoners van Hedjas in Egypte ver
boden, niet om sanitaire redenen, maar om
dat zij niet wenscht dat onder de huidige om
standigheden vluchtelingen uit Hedjas in
Egypte komen.
KRACHTIGE BEZUINIGING IN JAPAN
Het Japansche ministerie heeft besloten
de uitgaven met 200 millioen yen te vermin
deren, waarvan 31 millioen wordt bezuinigd
op de uitgaven voor het leger, 18 millioen op
die voor de vloot en 35 millioen op die voor
binnenlandsche zaken.
EEN NIEUW MINISTERIE IN PERU.
Er is in Peru een nieuw ministerie gevormd.
Premier en minister van justitie is Alejan-
drino Maguina, minister van buitenlandsche
zaken Alberto Salomon.
NIEUWE
OVERSTROOMINGEN IN
BRITSCH-INDIE.
Er hebben nieuwe overstroom iagen plaats
gehad van de Ganges en de Jumma. De oogst
werd ernstig beschadigd. Honderd perso
nen, allen geestelijken, zouden om het leven
zijn gekomen, toen het water van de Ganges
de heilige plaats nabij Hardwar overstroomde.
B
P j
Naar de „Ned." verneemt, zal de Vereeni-
ging tot verbetering van bet kiesstelsel, die
sedert geruimen tijd bezig is met een stelsel
matig onderzoeken van het vóór en tegen
der onderscheiden stelsels van evenredige
vertegenwoordiging, op een Zaterdag, einde
November of begin December, in algemeene
vergadering samenkomen, ten einde een be
slissing te nemen over de vraag welk stelsel
ten slotte de meeste aanbeveling verdient.
Een principieele belastingkwestie.
De Raad van Beroep voor de Directe Be
lastingen te Zwolle heeft naar de „Tel." ver
neemt, een belangrijke uitspraak gedaan. De
Raad van Arbeid te Deventer was door de ge
meente aangeslagen in de zakelijke bedrijfs-
belasting.Hiertegen werd beroep ingesteld,
waarop de Raad van Beroep besliste, dat niet
de Raad van Arbeid, maar de Staat moest
worden aangeslagen. Dit is hierop geschied,
waartegen de Staat beroep instelde. Dit be
roep is door den Raad van Beroep afgewezen
op grend o.a. dat de Straf door den Raad van
Arbeid een bedrijf uitoefent en wel in den zin,
daaraan door den Hoogen Raad gehecht n.l.,
dat daarbij winst wordt beoogd. Dit treedt
volgens den Raad van Beroep vooral op den
voorgrond bij de Vrijwillige Ouderdomsver-
zekering, ten bewijze waarvan een circulaire
wordt aangehaald, door den Raad van Ar
beid aan de agenten der Vrijwillige Ouder-
domsver zekering verzonden, en waarin de
zen worden aangemaand, eike week minstens
twee posten af te sluiten, op straffe van ontslag
bij het niet voldoen aan dezen eisch.
Zondagmiddag, vertelt de Tel. kwamen
eenige personen het politiebureau Singel te
Amsterdam binnen loopen en vertelden den
wachtcommandant, dat zij in een café op het
Thorbeckeplein een man hadden gezien,
wiens opsporing wegens hoogverraad door
de Belgische regeerin? was gevraagd. Het was
de 31-jarige Henri Descornez, die onlangs
door den Krijgsraad te Brussel ter zake
hoogverraad bij verstek ter dood veroordeeld
was.
De man werd gearresteerd en naar het
bureau overgebracht. Het bleek dat hij
jaren in betrekking was in het café en in dien
tijd te Amsterdam getrouwd was. De arre
stant werd door den commissaris van politie
gehoord, maar moest daar geen uitlevering
gevraagd was, op vrije voeten worden gesteld.
Volgens de berichten in de bladen zou
Descornez als Duitsche agent in de Duitsche
kampen onder Belgische gedeporteerden en
geïnterneerden gespionneerd hebben. Door
zijn verraad zijn honderden jonge mannen
gearresteerd en veroordeeld. Ook zou hij in
de affaire van Miss Cavell een rol gespeeld
hebben.
De R. Kl Centrale van Burgerlijk Over
heidspersoneel zendt het volgende commu
niqué:
Maandag kwam de R. K. Centrale van
Burgerlijk Overheidspersoneel bijeen, ter be
spreking van den toestand, waarin zich mo
menteel het Rijkspersoneel bevindt.
Vertegenwoordigd waren de onderwijzers,
het postpersoneel, de ambtenaren en de
werklieden.
Algemeen werd ernstige ontstemming uit
gesproken over het feit, dat de regeering on
danks het feit, dat de middelen
ruimer vloeien dan verwacht werd, toch
overging tot de heffing van 5 pCt. per 1
October j.l.
Uit de besprekingen bleek, dat de leiders
der verschillende organisaties er van over
tuigd waren, dat de salarissen welke op dit
oogenblik worden betaald, van dien aard
zijn, dat door de groote massa ambtenaren
en werklieden reeds nu armoede wordt ge
leden.
Ter vergadering werd medegedeeld, dat de
regeering voornemens zou zijn, om salaris
sen van verschillende hoogere ambtenaren
met ingang van 1 Januari 1925 niet onbe
langrijk te verhoogen Indien dit juist zou
zijn, zou uit dezen maatregel blijken, dat de
regeering niet begrijpt hoe de stand van za
ken onder het personeel thans is.
Besloten werd een bespreking te houden
met de Katholieke Kamerfractie en daar om
medewerking te verzoeken om te bereiken,
dat de heffing per 1 October uitgevoerd,
alsnog zou worden ongedaan gemaakt.
Indien geen verandering in den toestand
komt, zal Zaterdag a.s. opnieuw ie Amster
dam worden vergaderd.
Naar de „Zutphensche Crt." verneemt is er
ernstig sprake van, dat het geheele personeel
van den Raad van Arbeid te Zutphen bij de
a.s. opheffing naar Arnhem zal worden over
gebracht. Wanneer daar blijkt hoevelen er
gemist kunnen worden, zullen uit de amb
tenaren en beambten van de dan gecombi
neerde Raden van Arbeid uit Zutphen en
Arnhem de overbodigen worden afgevloeid.
Eenigen tijd geleden is in eenige bladen
aangekondigd, dat bij de wijziging der Pen
sioenwet o.a. in 't voornemen der regee
ring lag de premie op de ambtenaren te
verhalen, van 8/4 op 12pCt. te verhoo-
werp blijkt echter, dat hiervan geen ipraï»
is. Er wordt n.l. geen verandering voorge
steld in art. 36 sub 4 der wet, welke be
paalt dat voor het ambtenarenpensioen ten
hoogste 3 procent van den pensioengrond
slag en voor weduwen- en weezenpensioen
ten hoogste 514 procent op de betrokkea
ambtenaren kan worden verhaald.
Het bestuur der Vereeniging van Fond
senhouders heeft een schrijven gericht tot
den minister van Justitie, waarin het vraagt
te worden gehoord bij een eventueele her
ziening van de wet op de naamlooze ven
nootschappen.
De Koningin-Moeder verlaat Woensdag
Wildungen, om te Aroldsen eenige dagen
door te brengen bij haar broeder en
schoonzuster, den vorst en de vorstin van
Waldeck en Pyrmont. Vandaar begeeftH.M.
zich Maandag 20 October voor eenigen tijd
naar het Loo. Het gevolg zal aldaar bestaan
uit de hofdame jonkvrouwe van de Poll en
den kamerheer graaf van Limburg Stirum,
Veertien lange jaren was de be\^^ister
tweehoog, die zich voor den politierechter
mr. Servatius te Amsterdam te verantwoor
den had, een goede buur, neen, sterker, een
toegewijde vriendin geweest van de be
woonster driehoog van hetzelfde perceel,
totdat, op een noodlottigen dag, de debacle
van „De (christelijke) Amsterdammer" eens
klaps de aangename verhoudingen verstoren
kwam.
De eene, die van driehoog, had met haat
echtvriend een geduchte financiële veer bij
de droevige historie gelaten, maar wat nood!
haar man was toegetreden tot het comité
van den boekhouder Van Leeuwen en dit
comité zou, naar zij stellig verwachtte, uit
komst brengen. Dies was die van driehoog
een en al geestdrift voor boekhouder Van
Leeuwen. Geestdrift waaraan zij ook op
straat tegenover haar vriendin van tweehoog
uiting gaf met de luidruchtigheid, aan veler
geestdrift nu eenmaal eigen.
„Mensch, maar je over dién man niet zoo
vreeselijk druk; de menschen kijken!"
Dit kille bad, dat de vriendin van twee
hoog over het enthousiasme van die van
driehoog uitstortte, deed de vriendschap
afbreken. En ook met de goede buurtschap
was 't nu finaal uit.
„Ik had", zei de jufirouw van tweehoog,
de beklaagde, „erg medelijden met de aan
klaagster, omdat zij bij de catastrophe van
„De Amsterdammer" veel geld verloren had.
Nog nimmer had ik onaangenaamheden met
haar gehad, maar omdat ik 't ten opzichte
van den boekhouder Van Leeuwen niet met
haar eens was, is zij kwaad geworden. Haar
man beschuldigde mij daarop bij den boek
houder Van Leeuwen en 't gevolg is geweest,
dat ik zulke ellenlange brieven ontving.
Daags na het gebeurde kreeg ik dezen brief
en later werd me weer zóó'n brief gestuurd!
Vóór dien tijd waren we altijd goede vrien
dinnen geweest, maar sinds heb ik haar
nooit meer aangekeken. Ik heb gewoonweg
geen nota meer van haar genomen, wat niet
belette, dat ik door haar met vuil werd ge
gooid. Een vuil kleedje schudde zij over de
trapleuning zoo maar boven mijn hoofd uit.
En toen heb ik „vuilpoets!" tot haar ge
zegd."
In de klacht, die de buurvrouw van drie
hoog tegen de bewoonster van tweehoog bij
de justitie indiende, heet 't: Na de cata
strophe van „De Amsterdammer" vormde
zich een comité, waarvan de boekhouder
Van Leeuwen secretaris was. Mijn man nam
als lid zitting in dat comité en sinds onder
vinden wij veel last van onze buurvrouw
van tweehoog, die blijkbaar niet goedvindt,
dat wij deze actie voeren. Door allerlei
plagerijen geeft zij daar uiting aan en toen
ik op Zaterdag, 29 Maart, over de leu-ing
van mijn trap een tafelkleedje stond af te
schuieren, schold zij mij plotseling uit voor
„smeerpoets!"
Mr, Servatius, tot de klaagster: Blijft il
bij uw klacht?
De klaagster: Ja.
Mr. S.: Kende u de beklaagde allang?
De klaagster: Ja.
Mr. S.: Had u vroeger onaangenaamheden
met haar?
De klaagster: Heelemaal niet, maar na de
geschiedenis van „De Amsterdamroer" en
het toetreden van mijn man tot het comité-
Van Leeuwen is zij veranderd. Sinds dien
tijd worden wij van alle kanten lastig ge
vallen. Zelfs bij het betreden van het kerk
gebouw word ik lastig gevallen. Ook andere
Christenen schijnen te meenen, dat mijn man
niet het recht had, in het comité-Van Leeu
wen zitting te nemen.
Bekl.: Ik wist dat niet eens en ik was
wat verbaasd, dat ik zulke ellenlange brie
ven van den boekhouder Van Leeuwen ont
ving.
De klaagster: 't Was een gewoon pluche
kleedje. Ik schuierde 't met een kleerschuier
af over de leuning van mijn eigen pas
schoongeboende trap. Mag dat niet? En
moet ik dan maar uitgescholden worden
voor „vuile viezerik! Wat heb ik met jou
noodig! Vuile smeerlap!" Moet ik mij dat
nou maar laten welgevallen?
Het O. M., mr. Wolfson: Ik zal mij niet
verdiepen in alles wat zich om deze zaak
heen groepeert. De beleediging acht ik be
wezen en ik eisch veroordeeling van de be
klaagde tot 5 boete of vijf dagen hech
tenis.
De beklaagde: Ik begrijp niet waarvoor
ik veroordeeld moet worden. Ik vind 't ge-
gen. Uit het het ingediende wijzigingsont-woonweg verschrikkelijk! Al wat deze vrouw
bok, nam hem op en hielp hem met groote
krachtsinspanning in het rijtuig. De man zak
te in de kussens der koets, en scheen te
slapen. Nadat hij de deur gesloten had wilde
Royston zijn plaats weer innemen, toen hij
tot zijn niet geringe bevreemding ontwaarde,
dat de heer met den lichten jas, die zoocven
den overledene had bijgestaan, juist naast
hem stond. „Gij zijt dus teruggekomen," rei
de Royston, waarop de andere ten antwoord
gaf: „Ja, ik heb mijn voornemen gewijrigd,
en zal hem naar huis brengen.''
Dit zeggende, stapte hij in het rijtuig, nam
naast den overledene plaats, en beval den
kcfetsier naar St. Kilda te rijden. Royston,
gerustgesteld, dat de vriend van den over
ledene bij hem was, nam den weg, zooals
hem bevolen was, maar tot de Engelsche
kerk, op den weg naar St. Kilda genaderd
zijnde, verzocht de heer met den lichten jas,
hem stil te houden. Hij deed zulks en de
heer stapte uit het rijtuig, de deur achter
zich toeslaande.
„Hij wil niet door mij naar huis worden
gebracht, zeide hij, ik ben dus genoodzaakt,
den terugweg naar de stad te voet af te leg
gen, en gij kunt hem verder naar St. Kilda
rijden."
„Welke straat, mijnheer?" vroeg Royston.
„Ik vermeen, Greystreet,'' sprak de andere,
„doch indien gij tot de Vereeniging behoort,
zal mijn vriend het u zelf wel zeggen."
„Zou hij niet te ver heen zijn?" vroeg
Royston twijfelachtig.
„Wel neen, mij dunkt, hij zal nog wel in
staat zijn, op te geven waar hij woont. Ver
moedelijk is het Grey- of Acklandstreet.
Welke van beide straten het juist is, zou ik
u niet kunnen zeggen.''
Ten tweede male opende hij de deur van
het rijtuig, keek er in en zeide: „goeden
nacht, ventje," de andere bleef klaarblijke
lijk het antwoord schuldig, want de heer met
den lichten jas prevelde schouderophalend
en binnensmonds: „Woest mensch!" alsdan
sloot hij de deur weer dicht. Den koetsier
gaf hij een halve souverein, ontstak eene si
gaar, en na nog even over koetjes en kalf
jes'1 gesproken te hebben, verwijderde hij
zich ijlings in de richting van Melbourne.
Royston reed tot aan de „Vereeniging" en
hield stil, volgens afspraak zijn passagier her
haalde malen vragende, waar hij hem bren
gen moest. Daar hij geen antwoord kreeg en
vermoedende, hij te dronken was om zulks
te geven, ging hij nogmaals van zijne plaats
en vond den overledene in eenen hoek ach
terover liggen met een zakdoek om den mond
gebonden. In den meening, zijn passagier lag
te slapen, wilde hij hem wakker schudden,
doch tot zijne niet geringe ontsteltenis viel
hij achterover en een door hem ingesteld on
derzoek gaf tot uitkomst, dat de passagier
geheel dood was. Verschrikt over het ge
beurde, en den heer met den lichten jas ver
denkende, reed hij naar het naastbij gelegen
politiebureau te St. Kilda, en gaf aldaar het
hierboven omschreven verslag. Het lijk werd
uit h-t rijtuig in het bureau gebracht, en er
werd onverwijld een dokter ontboden. Deze
kon echter bij zijne aankomst slechts den
dood constateeren: hij voegde er echter bij,
dat de zakdoek, dien hem licht voor den
mond gebonden, met choloroform doorweekt
was. Het vermoeden, dat hier een moord had
plaats gegrepen, was dus alleszins gewettigd,
te oordeelen naar den zakdoek, die juist voor
cut gedeelte van het gelaat gebonden was,
alsook de choloroform, en hoogstwaarschijn-
1 stierf hij gemakkelijk zonder zwaren
doodsstrijd. De overledene was een mager
persoon van middelmatige grootte en donker
uitzicht, hij was gekleed in avondkostuum,
hetgen de instruktie naar de herkomst niet
weinig zou bemoeilijken, aangezien dit een
kleeing was, aan welke niets bijzonders viel
op te merken. Bij den overledene werden pa
pieren noch adreskaarten gevonden, uit wel
ke men diens naam zou kunnen ontdekken,
ook was zijn linnengoed ongemerkt, slechts
ue witte zijden zakdoek welke voor zijn
mond gebonden was, was in een der hoeken
in roode zijde gemerkt met de letters O.W.
„Ongetwijfeld heeft de moordenaar voor
dit misdrijf zijn eigen zakdoek gebezigd. Er
bestaat dus zekere kans, dat deze letters,
in zoover zij de initialen zijns naams vormen,
eindelijk tot zijn aanhouding zouden kunnen
leiden. Dezen morgen zal er een lijkschou
wing plaats hebben, wanneer geen onwe-
derlegbare bewijzen kunnen aangevoerd
worden, met behulp van welke wij het ge
heim kunnen oplossen.
Naar aanleiding van voornoemde gebeurte
nis verscheen in het Maandag-ochtendblad
van „Argus" onderstaand bericht:
„Het volgend bewijs is geleverd in deze
treurige zaak. Hopen wij, dat het eenig licht
kan verspreiden omtrent den geheimzinnigen
moord in een huurrijtuig, waarvan wij in ons
nummer van Zaterdag een uitvoerig verslag
geleverd hebben. Er kwam 'n andere huur
koetsier op het politiebureau, eenige ophel
dering gevende, klaarblijkelijk van niet ge
ringe beteekenis voor de detectives bij hun
onderzoek naar den moordenaar. Hij ver
haalde, dat hij Vrijdagnacht omstreeks half
twee den weg naar St. Kilda bereed, toen een
heer in een lichten overjas zijn rijtuig huurde
en hij hem naar de Powlettstreet in East
Melbourne moest brengen. Hij gehoorzaam
de en nadat de heer hem betaald had, stapte
deze uit op den hoek van Wellington Parade
en Powlettstreet en wandelde langzaam door
deze laatste straat, terwiil de koets naar de
sts"t terugreed."
(Wordt vervolgd.)