Middenstand en melkprijzen. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad Woensdag 15 October 1924 HANDEL EN NIJVERHEID. FEUILLETON. HET GEHEIM VAN EEN HUURRIJTUIG Zoo weinig mogelijk driehoeks-verkiezingen bij de a.s. Engelsche alge- meene verkiezing. Maatregelen der Engelscben in Irak. In Duitsch- land nog steeds onzekerheid. Onder de Radio-berichten: De verkiezingssport in Engeland. De Vol kenbond uitgenoodigd, een beslissing te nemen in de kwestie van Mosoel. Noch Centrum, noch democraten willen in Duitschland iets weten van uitbreiding der regeering voor rechts. GEM. BUiTEML. BERICHTEN. Verbetering van het kiesstelsel. De Raad van Arbeid als „bedrijf". De arrestatie van een spion te Amsterdam. R.-K. Centrale van Burgerlijk Overheid spersoneel. De Zutphensche Raad van Arbeid. De pensioenwet. Herziening der wet op de Naamlooze Venootschappen. De Koningin-Moeder. Voor den Politierechter te Amsterdam. Onverdraagzamen. (Ingezonden.) In het nummer van uw blad van Zaterdag II October j.l. komt in den „Amsterdamschen Kout" een stukje voor, geschreven door uw medewerker H. Henning Jr., dat voor den middenstand in 't algemeen en den Amster damschen meikhandelaar in 't bijzonder niet minder dan ergerlijk en grievend genoemd tnoet worden. In bedoeld stukje wordt niets meer of minder beweerd dan dat in Am sterdam door de melkhandelaren zoowel groot als klein een soort monopolie is ge vormd, waardoor het mogelijk is geworden een marge tusschen in- en verkoopprijs te stellen van liefst maar 9 cent per liter. Immers de heer H. Henning Jr. schrijft daarin letterlijk onder meer het volgende; „Denken wij maar eens aan het brandende melkvraagstuk. De boer ontvangt 11 cent per liter en wij moeten den slijter 20 cent betalen, zoodat deze 9 cents per liter ver dient. Die verdienste is vrijwel netto, de boer daarentegen maakt, zooals iemand uit landbouwkringen ons voorrekende hoogstens 5 cent netto winst." En iets verder schrijft de heer Henning: „In 't algemeen voel ik zeer weinig voor Jemeentelijke monopolies ook in zake levens middelen. De vrije handel, de concurrentie, vuren aan tot energie en zijn den verbruikers de eenigen waarvoor ik schrijf een zegen. Maar als, zooals nu in 't melkbedrijf het geval is, groot- en kleinhandelaars zich zoodanig vereenigd hebben, dat er toch een monopolie is ontstaan, dat de consument zoodanig gesneden wordt dat hij voor een artikel van zoo regelmatig en noodzakelijk gebruik dat 6 cents kostenwaarde heeft, 20 cents moet betalen, dan zouden wij er bijna toe kunnen komen, elke poging om aan dit monopolie te ontsnappen toe te juichen, zelfs al kwam het van de Miranda. Het is te betreuren dat de middenstand zoo vaak vergeet dat hij een deel vormt van de burgerij en steeds het onderste uit de kan wil halen. Het zuivere monopolie Hysteem: „desnoods kleine omzet maar groote winstmarge", wordt door hem maar al te vaak in toepassing gebracht." Op deze wijze wordt in deze courant, die toch ook door katholieke middenstanders gelezen wordt, het groote publiek door haar zelf gekozen medewerker tegen de mid denstanders opgezweept. Wanneer een arbeider of een ambtenaar verlaging van loon of salaris krijgt, terwijl de noodzakelijke levensbehoeften noodwen dig duurder worden en de man kan de eindjes van zijn budget niet meer aan elkaar knoopen, terwijl vermeerdering van inkom sten uitgesloten schijnt, en die man schrijft als boven geciteerd, ik zou zijn geestesge steldheid kunnen begrijpen en hem zijn on wetendheid kunnen vergeven. Doch dat een medewerker eener courant, iemand dus, wiens taak het is het publiek objectief voor te lichten, zulke grove leugens durft schrijven, hetzij dan bewust of onbe wust, en het publiek absoluut verkeerd voorlicht en ontvankelijk maakt voor ge meentelijke levensmiddelen monopolies, het is ongehoord en onverantwoordelijk. Want feit en waarheid is het, dat hetgeen de heer Henning schrijft over een winstmarge van 9 cent per liter melk, welke de Amsterdam- scbe melkhandel heet te genieten, en van den woekerenden middenstand in 't alge meen, onjuist en onwaar is. Sinds de melkprijs in Amsterdam voor de consumenten op 20 cent per liter is gebracht betaalt de melkslijter daar geen 11 cent, doch 15 cent per liter voor de aan hem ge leverde melk, zijn wintsmarge is dus geen 9 cent doch slechts 5 cent per liter, en ik tart den heer Henning te bewijzen dat deze prij zen onjuist door mij worden weergegeven, ofwel zijn bewering waar te maken, dat de inkoopsprijs der melk voor den Amsterdam- schen melkhandel 11 cent per liter heeft be dragen bij een consumptiemelkprijs van 20 cent. Over hetgeen de heer Henning beweert, dat die marge, welke de melkhandel geniet vrij wel netto is, zal ik alleen dit opmerken: Heeft de heer Henning nooit gehoord, dat de exploitatie van een melkinrichting of zelfs van een melkwinkel ook onkosten njet tich brengt? Weet de heer Henning dan ook aiet, dat de middenstander in 't algemeen en de melkhandelaar in 't bijzonder dikwijls stroppen heeft aan onverkochte waren, welke met verlies moeten worden van de hand gedaan? Heeft hij dan ook nog nooit gehoord van onbetaalde rosten van een win kelier en in 't bijzonder van den melkhande laar, door welke catagorie veelal op week- crediet wordt geleverd? In dezen tijd van malaise in 't zakenleven, niet in 't minst in den melkhandel waarbij de te ver gedaalde koopkracht der consu menten de omzetten buitengewoon zijn ge daald, is het gewoon absurd het te doen voor komen alsof die uitbuitende middenstand maar monopolies sticht en groote winsten maakt ten koste van den consument. Want niets is ook minder waar dan dat in den Amsterdamschen melkhandel een soort monopolie is tot stand gekomen. Dat heeft in het vorig jaar de melkoorlog te Amsterdam bewezen toen de groote inrichtingen en kleine melkhandelaren elkander heftig heb ben bestreden. Als de heer Henning aankomt met een be wering omtrent een kostprijs van melk van 6 cent per liter, en een consumptieprijs van 20 cent en daaruit eenvoudig afleidt, dat die melkprijs te hoog is, wordt hei hoog tijd, dat deze voorlichter van het publiek in econo mische zaken, eerst zelf eens wat economie gaat studeeren, dan zal hem hopelijk nog eens duidelijk worden, dat er ook nog zooiets van in- en uitvoer ook van melk- en zuivel producten bestaat, dan zal hem ook bekend worden het bestaan van een wereldmarkt en van de economische wet van vraag en ^anbod. Ik hoop van harte, en aan zijn positie als voorlichter is hij dat verplicht, dat de heer Henning na lezing van het bovenstaande, mij ofwel van ongelijk zal overtuigen, ofwel zoo hem dat niet mogelijk is, is hij aan de waarheid verplicht, zijn smadelijke bewerin gen aan 't adres van den Amsterdamschcn melkhandel en aan den middenstand in 't algemeen publiek terug te nemen. Men make er zich niet af, door te zeggen, dat het geschrevene uitsluitend Amsterdam- sche toestanden betreft, en de melkhandel elders dus daardoor niet getroffen wordt, het publiek, hetwelk leest, dat in Amsterdam aan melk van 20 cent per liter 9 cent door den melkhandel verdiend wordt, krijgt on vermijdelijk den indruk, dat ook elders aan melk van 20 cent eveneens veel te veel ver diend wordt, en dus ook door dien vermale dijden middenstand woekerwinst wordt ge maakt. Wanneer in een socialistisch blad derge lijke geniepige aanvallen op den midden stand worden gedaan, dan haalt deze de schouders op, wetende dat van die zijde niet anders te verwachten is. Maar dan is er in den regel wel een katholiek blad dat der gelijke onjuiste voorlichting onder een titel als „Volksmisleiding" of zooiets aan de kaak stelt en het verkeerde daarin recht zet. Dat echter in een katholiek dagblad, hetwelk toch de katholieke solidariteit onder de standen heeft te prediken, een stukje als het hierboven gelaakte zonder meer maar wordt opgenomen, en een nijvere groep menschen onverdiend een klad op den mouw wordt gespeld, zulks lijkt mij niet in overeenstem ming met de rechtvaardigheid en naasten liefde. Want rechtvaardigheid en naasten liefde moeten ook worden betracht tegen over den.middenstand. Zulks wordt maar al te vaak over het hoofd gezien, getuige de Amsterdamsche kout van den heer Hen ning, waarop een titel „Volksmisleiding" beter van toepassing is. Met beleefden dank voor de plaatsing. G. J. KLIJN. Haarlem, 13 October 1924. Naschrift. Wij hebben den geachten nzender gaarne gelegenheid gegeven om zijn gemoed te luchten, al gaat hij in zijn recht zettingen van enkele beweringen in een Amsterdamschen brief wel wat ver buiten de grenzen van een zakelijk betoog. Wanneer hij geregeld lezer is van de Amsterdamsche brieven dan kan hij weten, dat onze mede werker een bijna overmatig verdediger van het particulier initiatief en verwoed bestrij der van alle overheidsbemoeiing is. In dat opzicht (b.v. in zijn actie tegen de tram exploitatie, tegen de verplichte winkelslui ting enz.) gaat hij ons zelfs wel wat te ver. Maar in onderteekende bijdragen gunnen wij gaarne zoo maar eenigszins mogelijk iemand en vrije meening. Waar - u en passant in den jongsten Amsterd. Kout ook een verzuchting werd geslaakt over de hooge melkprijzen in verband met de plannen van het Amst. Gemeentebestuur tot oprichting van een ge meentelijk melkmonopolie, daar had de heer Klijn de zaak niet zoo zwaar moeten opne men. Ook ons is de bewuste passage niet ontgaan; we vonden echter geen reden om ze te schrappen. Immers, de cijfers, door onzen medewerker genoemd, zijn niet uit den duim gezogen, maar door het gemeentebe stuur geventileerd, dat in een en ander aan leiding vindt tot gemeentel 'k ingrijpen. De meening van de te hooge melkprijzen is dus een publieke meening en de heer Klijn moest ons dankbaar zijn, dat zij, aldus tot uiting komend, ook e-ns publiek bestreden kan worden. Te minder vonden wij aanlei ding om de bewuste regels in den Amster damschen brief van j.l. Zaterdag te schrap pen, omdat wij juist den dag te voren i n een hoofdartikel de Amsterdamsche melkvoordracht van a to z bestreden had den. Er was dus voor den heer Klijn meer aanleiding geweest om zijn dankbaarheid tegenover de redactie van dit Katholieke blad te betuigen voor haar bestrijding van ongc- wenschte overheidsbemoeiing en dus in directe bescherming van den middenstand, dan aan diezelfde redactie te verwijten een te goeder trouwe en algemeen heerschende meening over te hooge melkprijzen niet te hebben gesmoord, waardoor aan onzen des kundigen inzender de gelegenheid om die nu eenmaal bestaande meening te bestrijden, zou ontnomen zijn. Redactie N. H. Crt. UITLOTINGEN LEENING DER VER WOESTE GEBIEDEN. 29ste trekking. Uitgeloot Reeks 22478 n. 13 met fr. 250.000, R. 64599 n. 4 met fr. 100.000, R. 22478 n. 17 met fr. 100.000. De andere nummers dezer reeksen alsmede reeks 4409. zijn uitgeloot met 300 frank. Loten van Antwerpen 1887. 190ste trekking. UitgelootR. 2049 n. 24 met fr. 10.000, R 75023 n. 1 met fr. 1000. R. 16558 n. 16 met fr. 500. R. 44012 n. 11 met fr. 250, R. 57240 nil met fr. 250. R. 5257 n. 18 R. 5439 n. 9. R. 7314 n. 3 ;R. 15487 n. 21 R. 19062 n. 25 R. 23033 n. 19 R. 24611 n. 25 R. 29312 n. 5 R 223312 n. 13 R. 31787 n. 6 R. 33131 n. 5 R. 36300 n. 8 R. 43581 n. 15 R. 44012 n. 20 R. 48818 n. 11 R. 48818 n. 18 R. 50212 n. 5 R. 56510 n. 4 R. 50382 n. 12 R. 60630 n. 25 met frs. 150. Leening van Gent 1896. De premie van 10.000 frank viel op reeks 16155 nummer 20, der leening van 1896. Reeks 5098 nummer 5 won de premie van 1000 frank. In den „Argus" van 28 Juli 18, las men In de rubriek „allerlei" de volgende mede- deeling: „Den 27en Juli, omstreeks 10 minuten voor het tweede morgenuur hield een huurrijtuig stil voor het politiebureau in Grey street, St. Kilda, en de koetsier verhaalde kortweg, dat deze persoon gevallen was als het slacht offer van een moord. Toen de koetsier Malcolm Royston door den politiecommissaris ondervraagd Werd, gaf hij het volgende vreemdsoortig verslag ten beste. „Omstreeks een uur na middernacht, reed hij door Collins Street East: juist, toen hij het standbeeld van Purke en Will passeerde, wenkte hem een heer, die op den hoek van de schotsche kerk stond. Onmiddellijk naar hem toerijdend zag hij, dat de heer, die hem wenkte, den overledene ond rsteunde, wiens laatste oogenblikken klaarblijkelijk in een verregaanden staat van dronkenschap waren doorgebracht. „Het tweetal was in avond-kostuum, doch de overledene had geen overjas, terwijl de onbekende redder, gekleed was in een korten lichtgrijzen jekker, die halverwege open stoni. Toen Koyston hem op twee passen af- stands was genaderd zeide de heer, met den lichtgrijzen jekker: „Kijk eens, jongen, daar heb je een jongmensch, die in een ver van gu itigen toestand verkeert, je zoudt wijselijk handelen, met hem huiswaarts te brengen! „Roystin vroeg hem, of de dronkaard zijn vriend was, hetgeen de andere ontkennend beantwoord, zeggende dat hij den dronkaard juist van de straat opgenomen en hem vol strekt niet gekend ad. Juist op dit oogenblik werd het gelaat van den doode beschenen door het licht van een lantaarn. De andere scheen hem te herken nen, daar hij eensklaps ontsteld terugdeinsde en den dronkaard op de straat liet vallen. Met de woorden: „Jij!!!" wendde hij zich om en sloeg ijlings den weg in naar Russell street, welke naar de Bourkestreet leidt. .Royston staarde hem na en bewonderde zijne zonderlinge gdragslijn, toen de stem van het slachtoffer, dat op zijn voeten stond te waggelen en heen en weer zwaaiende, zich aan den lantaarnpaal vasthield, hem uit zijne verdooving deed ontwaken. „Ik moet naar huis," stamelde hij, „St. Kilda". Vervolgens beproevende in het rijtuig te stappen, bleek hij wegens de verregaande dronkenschap daartoe niet bij machte, en viel weder op straat. Dit ziende, kwam Royston van den De verkiezingsstrijd in Engeland. Liberalen en conservatieven streven er naar zooals gemeld, om driehoeksverkiezin gen zooveel mogelijk te voorkomen. De con servatieven hebben zich in Paisley terugge trokken ten gunste van den leider liberalen, Asquith. Daarentegen ruimt de liberaal Sir Donald MacLean in East Cardiff het veld vcor den conservatieven candidaat om den La- bourman Kilmarnock te bestrijden. Zulke overeenkomsten zijn, naar de Brit- sche draadlooze dienst meldt, evenwel slechts plaatselijk, en gelden niet voor belangrijke districten, zooals bijv. in het grootste deel van Londen en Manchester. In 15 distric ten van Glasgow daarentegen zullen de La- bour-candidaten slechts één partij tegen over zich vinden. In Kinross hebben de li beralen plaats gemaakt voor de conserva tieve hertogin van Atholl. In andere dis tricten worden nog onderhandelingen ge voerd. In Bristol, Norwich, New Castle, Lan cashire zijn overeenkomsten getroffen. Des niettemin zullen 500 conservatieve candida- ten naar een zetel dingen. De kwestie van Mosoel. Er komen geen berichten omtrent nieu we gevechten doch Engeland heeft maatre- om bij een nieuwen inval der Turken onmid dellijk de grens schoon te vegen. Er zijn voor dit doel een kleine 30 afdeelingen vliegtuigen beschikbaar, zoomede een niet onbelangrijke strijdmacht van inboorlin gen onder Engelsche officieren, terwijl zoo noodig tot een vlootdemonstratie tegen Kon- stantinopel kan worden overgegaan in ver band waarmede het Middellandsche zeeës- kader voortdurend op sterkte wordt gehou den. De Duitsche politieke toe stand. Het plan der deskundigen zal dus nu wel dra volkomen ter uitvoering kunnen komen. Ook de groote leening aan Duitschland, welke voor de uitvoering van dit plan voorwaarde was, is thans verzekerd. In de onderhande lingen met de bankiers is men het eens ge worden over de plaatsing der leening in de verschillende landen. En de in Duitschland genomen maatregelen ter uitvoering van het plan kunnen dus nu in werking treden, waar nevens dan ook de uitvoering kan beginnen van de verplichtingen der geallieerden ten aanzien van het herstel der economische een heid van het Duitsche Rijk. De vraag is nu nog maar welke regeering in Duitschland de verdere uitvoering van het plan op zich zal nemen. Hieromtrent is er nog geen zekerheid nu het centrum nog geen beslissing heeft genomen en de Duitsche Volkspartij blijft dreigen, haar ministers uit de regeering terug te trekken, indien aan de Duitsch-nationalen in de regeering geen plaats zou worden ingeruimd. Hiertegen ech ter blijven de democraten zich verzetten, ter wijl het centrum vandaag of morgen zich nog over zijn houding moet uitspreken. In elk ge val echter schijnt, hoe ook deze beslissing zou mogen uitvallen, een crisis in de huidige coa litie, hetzij door het uittreden van de Volks partij, hetzij door dat van de democraten, on vermijdelijk. Men zal dus met de waarschijn lijkheid van nieuwe verkiezingen rekening moeten houden. En het is wel opmerkelijk, dat de Volkspartij thans, blijkens een artikel in de „Zeit", het orgaan van een Stresemann, dit denkbeeld propageert. Dit schijnt er op te wijzen, dat de Duitsch- nationalen, die bij de behandeling van de wetten ter uitvoering van het plan der des kundigen blijkbaar nog al voor het dreigement met nieuwe verkiezingen beducht waren, thans voor nieuwe verkiezingen minder vrees hebben, en dat de Volkspartij haar streven tot samenwerking met de Duitsch-nationalen blijkbaar langs den weg van de verkiezingen meent te kunnen bereiken. Waarop de goede moed van den rijkskan selier, die blijkbaar nog op de mogelijkh^'d v n een behoud der huidige coalitie hoo t gevestigd is, blijkt uit ons bericht van gisteren niet. Echter een beslissing is nog niet geval len en we blijven dus in afwachting. DE V. S. EN DE VOLKENBOND. Minister Hughes zeide in een redevoering te Indianapolis dat Amerika niet kon dulden dat aangelegenheden van binnenlandschen aard zouden worden onderworpen aan de be slissing van eenigerlei groep van vreemde mogendheden. Amerika zou nooit bereid wezen om toe te treden tot een organisatie waarbij een groep vreemde mogendheden het recht zou krijgen om in Amerikaansche zaken van uitsluitend nationalen aard tus- schenbeide te komen. Dit is de eerste open bare toespeling van den minister op den arbeid van den Volkenbond in Genève. (Gelijk bekend kwam de quaestie van in menging van den bond of het Internatio nale Hof van Justitie in quaesties van uit sluitend nationale competentie op toen Japan met het oog op vraagstukken van immigratie aandrong op arbitrage in zulke gevallen. De bond, Amerika's mis noegen voorziende, wist het toen met de Japanners, die dreigden het protocol niet fe zullen teekenen, op een accoordje te gooien door erop te wijzen dat in het alge meen de bond steeds op verzoek van leden of niet-leden zich kan bemoeien met zaken die den wereldvrede bedreigen. Dat dit in de praktijk evenwel niet eenvoudig zal wezen, vooral ten opzichte van onwillig Amerika dat blijkt nu beseffen de heeren in Genève natuurlijk allerbest, ook Japan, dat de gelegenheid evenwel aangreep om zijn protest zonder verlies van waardigheid weer terug te trekken. DE „COACH" IN EERE HERSTELD. Het doet in dezen tijd van langs den weg voortstuivende auto's schier weldadig aan te lezen, en afgebeeld te zien, hoe in Engeland een poging wordt gedaan de postkoets in eere te herstellen. Zaterdag is voor het eerst, op initiatief van enkele heeren, de „Old Berke ley" coach van Piccadilly naar Brighton ver trokken, een afstand van zestig Engelsche mijlen, waarover zeven uur wordt gedaan met inbegrip van een half uur voor den lunch. Om de acht a negen mijlen werd het vierspan ver wisseld, met de gewone of liever vroeger ge wone drukte. De dienst wordt om den ande ren dag onderhouden, zoodat het, gezien onze tijd van zenuwachtige haast, wel bij een curiositeit zal blijven, ook al om den langen duur van de reis. De kosten van een enkele reis bedragen 25 shilling. De „Daily News," die van het geval melding maakt, heeft zich nog niet aan onze moderne begrippen kunnen ontworstelen, want het blad vertelt, dat het een coach is van 40 pk, nademaal er in het geheel veertig paarden aan te pas komen. HET RISICO VAN HET ACTEURS VAK. In het Everyman Theatre te Londen is Zaterdagmorgen de tooneelspeler Claude Rrins bijna.... opgehangen! M m speelde Shaw's „The Devil's Dis- ciple",waarin de heer Rains op een schavot op wielen moest kunnen klimmen en een lus om zijn hals moet laten doen. Juist op het oogenblik dat het schavot door den beul zal worden weggereden, verschijnt de ware schuldige waardoor de executie wordt ver meden. Zaterdagavond toen een volksme nigte zich om het schavot verzameld had, kwam dit plotseling in beweging. De heer Rains raakte, met het touw om zijn hals, van de been, maar gelukkig had de beul nog net bijtijds de tegenwoordigheid van geest zoowel het schavot als den acteur te grijpen waardoor deze aan ophanging ontkwam. De heer Rains heeft nu volgens de „Evening Standard" geischt, dat het schavot van rem men zal worden voorzien. DE STRIJD IN MAROKKO. Abd el Krim, de leider der Rifkabylen, heeft het eerste officieele communiqué der „Rif-regeering" gepubliceerd, waarin hij verschillende mededeelingen, die in de Fran- sche en Engelsche pers verschenen, tegen spreekt. Hij verzekert dat de Rif-regeerine tot dusver met geen enkele maatschappij eenige overeenkomst heeft getroffen, noch eenig geld heeft'ontvangen. Al het oorlogs materiaal, hetwelk zij in haar bezit heeft, werd op den vijand veroverd de handgra- granaten hebben de Rifs zelf vervaardigd. Vervolgens zegt het communiqué dat er Zich geen buitenlandsche officieren in het Rif-leger bevinden. Slechts Rif-officieren richten de troepen af met de ondervinding, welke zij zelf in talrijke gevechten hebben opgedaan. De eenige vreemdelingen zijn de Spaansche gevangenen. GEEN INWONERS VAN DE HEDJAS IN EGYPTE TOEGELATEN. De Egyptische regeering heeft het aan land gaan van inwoners van Hedjas in Egypte ver boden, niet om sanitaire redenen, maar om dat zij niet wenscht dat onder de huidige om standigheden vluchtelingen uit Hedjas in Egypte komen. KRACHTIGE BEZUINIGING IN JAPAN Het Japansche ministerie heeft besloten de uitgaven met 200 millioen yen te vermin deren, waarvan 31 millioen wordt bezuinigd op de uitgaven voor het leger, 18 millioen op die voor de vloot en 35 millioen op die voor binnenlandsche zaken. EEN NIEUW MINISTERIE IN PERU. Er is in Peru een nieuw ministerie gevormd. Premier en minister van justitie is Alejan- drino Maguina, minister van buitenlandsche zaken Alberto Salomon. NIEUWE OVERSTROOMINGEN IN BRITSCH-INDIE. Er hebben nieuwe overstroom iagen plaats gehad van de Ganges en de Jumma. De oogst werd ernstig beschadigd. Honderd perso nen, allen geestelijken, zouden om het leven zijn gekomen, toen het water van de Ganges de heilige plaats nabij Hardwar overstroomde. B P j Naar de „Ned." verneemt, zal de Vereeni- ging tot verbetering van bet kiesstelsel, die sedert geruimen tijd bezig is met een stelsel matig onderzoeken van het vóór en tegen der onderscheiden stelsels van evenredige vertegenwoordiging, op een Zaterdag, einde November of begin December, in algemeene vergadering samenkomen, ten einde een be slissing te nemen over de vraag welk stelsel ten slotte de meeste aanbeveling verdient. Een principieele belastingkwestie. De Raad van Beroep voor de Directe Be lastingen te Zwolle heeft naar de „Tel." ver neemt, een belangrijke uitspraak gedaan. De Raad van Arbeid te Deventer was door de ge meente aangeslagen in de zakelijke bedrijfs- belasting.Hiertegen werd beroep ingesteld, waarop de Raad van Beroep besliste, dat niet de Raad van Arbeid, maar de Staat moest worden aangeslagen. Dit is hierop geschied, waartegen de Staat beroep instelde. Dit be roep is door den Raad van Beroep afgewezen op grend o.a. dat de Straf door den Raad van Arbeid een bedrijf uitoefent en wel in den zin, daaraan door den Hoogen Raad gehecht n.l., dat daarbij winst wordt beoogd. Dit treedt volgens den Raad van Beroep vooral op den voorgrond bij de Vrijwillige Ouderdomsver- zekering, ten bewijze waarvan een circulaire wordt aangehaald, door den Raad van Ar beid aan de agenten der Vrijwillige Ouder- domsver zekering verzonden, en waarin de zen worden aangemaand, eike week minstens twee posten af te sluiten, op straffe van ontslag bij het niet voldoen aan dezen eisch. Zondagmiddag, vertelt de Tel. kwamen eenige personen het politiebureau Singel te Amsterdam binnen loopen en vertelden den wachtcommandant, dat zij in een café op het Thorbeckeplein een man hadden gezien, wiens opsporing wegens hoogverraad door de Belgische regeerin? was gevraagd. Het was de 31-jarige Henri Descornez, die onlangs door den Krijgsraad te Brussel ter zake hoogverraad bij verstek ter dood veroordeeld was. De man werd gearresteerd en naar het bureau overgebracht. Het bleek dat hij jaren in betrekking was in het café en in dien tijd te Amsterdam getrouwd was. De arre stant werd door den commissaris van politie gehoord, maar moest daar geen uitlevering gevraagd was, op vrije voeten worden gesteld. Volgens de berichten in de bladen zou Descornez als Duitsche agent in de Duitsche kampen onder Belgische gedeporteerden en geïnterneerden gespionneerd hebben. Door zijn verraad zijn honderden jonge mannen gearresteerd en veroordeeld. Ook zou hij in de affaire van Miss Cavell een rol gespeeld hebben. De R. Kl Centrale van Burgerlijk Over heidspersoneel zendt het volgende commu niqué: Maandag kwam de R. K. Centrale van Burgerlijk Overheidspersoneel bijeen, ter be spreking van den toestand, waarin zich mo menteel het Rijkspersoneel bevindt. Vertegenwoordigd waren de onderwijzers, het postpersoneel, de ambtenaren en de werklieden. Algemeen werd ernstige ontstemming uit gesproken over het feit, dat de regeering on danks het feit, dat de middelen ruimer vloeien dan verwacht werd, toch overging tot de heffing van 5 pCt. per 1 October j.l. Uit de besprekingen bleek, dat de leiders der verschillende organisaties er van over tuigd waren, dat de salarissen welke op dit oogenblik worden betaald, van dien aard zijn, dat door de groote massa ambtenaren en werklieden reeds nu armoede wordt ge leden. Ter vergadering werd medegedeeld, dat de regeering voornemens zou zijn, om salaris sen van verschillende hoogere ambtenaren met ingang van 1 Januari 1925 niet onbe langrijk te verhoogen Indien dit juist zou zijn, zou uit dezen maatregel blijken, dat de regeering niet begrijpt hoe de stand van za ken onder het personeel thans is. Besloten werd een bespreking te houden met de Katholieke Kamerfractie en daar om medewerking te verzoeken om te bereiken, dat de heffing per 1 October uitgevoerd, alsnog zou worden ongedaan gemaakt. Indien geen verandering in den toestand komt, zal Zaterdag a.s. opnieuw ie Amster dam worden vergaderd. Naar de „Zutphensche Crt." verneemt is er ernstig sprake van, dat het geheele personeel van den Raad van Arbeid te Zutphen bij de a.s. opheffing naar Arnhem zal worden over gebracht. Wanneer daar blijkt hoevelen er gemist kunnen worden, zullen uit de amb tenaren en beambten van de dan gecombi neerde Raden van Arbeid uit Zutphen en Arnhem de overbodigen worden afgevloeid. Eenigen tijd geleden is in eenige bladen aangekondigd, dat bij de wijziging der Pen sioenwet o.a. in 't voornemen der regee ring lag de premie op de ambtenaren te verhalen, van 8/4 op 12pCt. te verhoo- werp blijkt echter, dat hiervan geen ipraï» is. Er wordt n.l. geen verandering voorge steld in art. 36 sub 4 der wet, welke be paalt dat voor het ambtenarenpensioen ten hoogste 3 procent van den pensioengrond slag en voor weduwen- en weezenpensioen ten hoogste 514 procent op de betrokkea ambtenaren kan worden verhaald. Het bestuur der Vereeniging van Fond senhouders heeft een schrijven gericht tot den minister van Justitie, waarin het vraagt te worden gehoord bij een eventueele her ziening van de wet op de naamlooze ven nootschappen. De Koningin-Moeder verlaat Woensdag Wildungen, om te Aroldsen eenige dagen door te brengen bij haar broeder en schoonzuster, den vorst en de vorstin van Waldeck en Pyrmont. Vandaar begeeftH.M. zich Maandag 20 October voor eenigen tijd naar het Loo. Het gevolg zal aldaar bestaan uit de hofdame jonkvrouwe van de Poll en den kamerheer graaf van Limburg Stirum, Veertien lange jaren was de be\^^ister tweehoog, die zich voor den politierechter mr. Servatius te Amsterdam te verantwoor den had, een goede buur, neen, sterker, een toegewijde vriendin geweest van de be woonster driehoog van hetzelfde perceel, totdat, op een noodlottigen dag, de debacle van „De (christelijke) Amsterdammer" eens klaps de aangename verhoudingen verstoren kwam. De eene, die van driehoog, had met haat echtvriend een geduchte financiële veer bij de droevige historie gelaten, maar wat nood! haar man was toegetreden tot het comité van den boekhouder Van Leeuwen en dit comité zou, naar zij stellig verwachtte, uit komst brengen. Dies was die van driehoog een en al geestdrift voor boekhouder Van Leeuwen. Geestdrift waaraan zij ook op straat tegenover haar vriendin van tweehoog uiting gaf met de luidruchtigheid, aan veler geestdrift nu eenmaal eigen. „Mensch, maar je over dién man niet zoo vreeselijk druk; de menschen kijken!" Dit kille bad, dat de vriendin van twee hoog over het enthousiasme van die van driehoog uitstortte, deed de vriendschap afbreken. En ook met de goede buurtschap was 't nu finaal uit. „Ik had", zei de jufirouw van tweehoog, de beklaagde, „erg medelijden met de aan klaagster, omdat zij bij de catastrophe van „De Amsterdammer" veel geld verloren had. Nog nimmer had ik onaangenaamheden met haar gehad, maar omdat ik 't ten opzichte van den boekhouder Van Leeuwen niet met haar eens was, is zij kwaad geworden. Haar man beschuldigde mij daarop bij den boek houder Van Leeuwen en 't gevolg is geweest, dat ik zulke ellenlange brieven ontving. Daags na het gebeurde kreeg ik dezen brief en later werd me weer zóó'n brief gestuurd! Vóór dien tijd waren we altijd goede vrien dinnen geweest, maar sinds heb ik haar nooit meer aangekeken. Ik heb gewoonweg geen nota meer van haar genomen, wat niet belette, dat ik door haar met vuil werd ge gooid. Een vuil kleedje schudde zij over de trapleuning zoo maar boven mijn hoofd uit. En toen heb ik „vuilpoets!" tot haar ge zegd." In de klacht, die de buurvrouw van drie hoog tegen de bewoonster van tweehoog bij de justitie indiende, heet 't: Na de cata strophe van „De Amsterdammer" vormde zich een comité, waarvan de boekhouder Van Leeuwen secretaris was. Mijn man nam als lid zitting in dat comité en sinds onder vinden wij veel last van onze buurvrouw van tweehoog, die blijkbaar niet goedvindt, dat wij deze actie voeren. Door allerlei plagerijen geeft zij daar uiting aan en toen ik op Zaterdag, 29 Maart, over de leu-ing van mijn trap een tafelkleedje stond af te schuieren, schold zij mij plotseling uit voor „smeerpoets!" Mr, Servatius, tot de klaagster: Blijft il bij uw klacht? De klaagster: Ja. Mr. S.: Kende u de beklaagde allang? De klaagster: Ja. Mr. S.: Had u vroeger onaangenaamheden met haar? De klaagster: Heelemaal niet, maar na de geschiedenis van „De Amsterdamroer" en het toetreden van mijn man tot het comité- Van Leeuwen is zij veranderd. Sinds dien tijd worden wij van alle kanten lastig ge vallen. Zelfs bij het betreden van het kerk gebouw word ik lastig gevallen. Ook andere Christenen schijnen te meenen, dat mijn man niet het recht had, in het comité-Van Leeu wen zitting te nemen. Bekl.: Ik wist dat niet eens en ik was wat verbaasd, dat ik zulke ellenlange brie ven van den boekhouder Van Leeuwen ont ving. De klaagster: 't Was een gewoon pluche kleedje. Ik schuierde 't met een kleerschuier af over de leuning van mijn eigen pas schoongeboende trap. Mag dat niet? En moet ik dan maar uitgescholden worden voor „vuile viezerik! Wat heb ik met jou noodig! Vuile smeerlap!" Moet ik mij dat nou maar laten welgevallen? Het O. M., mr. Wolfson: Ik zal mij niet verdiepen in alles wat zich om deze zaak heen groepeert. De beleediging acht ik be wezen en ik eisch veroordeeling van de be klaagde tot 5 boete of vijf dagen hech tenis. De beklaagde: Ik begrijp niet waarvoor ik veroordeeld moet worden. Ik vind 't ge- gen. Uit het het ingediende wijzigingsont-woonweg verschrikkelijk! Al wat deze vrouw bok, nam hem op en hielp hem met groote krachtsinspanning in het rijtuig. De man zak te in de kussens der koets, en scheen te slapen. Nadat hij de deur gesloten had wilde Royston zijn plaats weer innemen, toen hij tot zijn niet geringe bevreemding ontwaarde, dat de heer met den lichten jas, die zoocven den overledene had bijgestaan, juist naast hem stond. „Gij zijt dus teruggekomen," rei de Royston, waarop de andere ten antwoord gaf: „Ja, ik heb mijn voornemen gewijrigd, en zal hem naar huis brengen.'' Dit zeggende, stapte hij in het rijtuig, nam naast den overledene plaats, en beval den kcfetsier naar St. Kilda te rijden. Royston, gerustgesteld, dat de vriend van den over ledene bij hem was, nam den weg, zooals hem bevolen was, maar tot de Engelsche kerk, op den weg naar St. Kilda genaderd zijnde, verzocht de heer met den lichten jas, hem stil te houden. Hij deed zulks en de heer stapte uit het rijtuig, de deur achter zich toeslaande. „Hij wil niet door mij naar huis worden gebracht, zeide hij, ik ben dus genoodzaakt, den terugweg naar de stad te voet af te leg gen, en gij kunt hem verder naar St. Kilda rijden." „Welke straat, mijnheer?" vroeg Royston. „Ik vermeen, Greystreet,'' sprak de andere, „doch indien gij tot de Vereeniging behoort, zal mijn vriend het u zelf wel zeggen." „Zou hij niet te ver heen zijn?" vroeg Royston twijfelachtig. „Wel neen, mij dunkt, hij zal nog wel in staat zijn, op te geven waar hij woont. Ver moedelijk is het Grey- of Acklandstreet. Welke van beide straten het juist is, zou ik u niet kunnen zeggen.'' Ten tweede male opende hij de deur van het rijtuig, keek er in en zeide: „goeden nacht, ventje," de andere bleef klaarblijke lijk het antwoord schuldig, want de heer met den lichten jas prevelde schouderophalend en binnensmonds: „Woest mensch!" alsdan sloot hij de deur weer dicht. Den koetsier gaf hij een halve souverein, ontstak eene si gaar, en na nog even over koetjes en kalf jes'1 gesproken te hebben, verwijderde hij zich ijlings in de richting van Melbourne. Royston reed tot aan de „Vereeniging" en hield stil, volgens afspraak zijn passagier her haalde malen vragende, waar hij hem bren gen moest. Daar hij geen antwoord kreeg en vermoedende, hij te dronken was om zulks te geven, ging hij nogmaals van zijne plaats en vond den overledene in eenen hoek ach terover liggen met een zakdoek om den mond gebonden. In den meening, zijn passagier lag te slapen, wilde hij hem wakker schudden, doch tot zijne niet geringe ontsteltenis viel hij achterover en een door hem ingesteld on derzoek gaf tot uitkomst, dat de passagier geheel dood was. Verschrikt over het ge beurde, en den heer met den lichten jas ver denkende, reed hij naar het naastbij gelegen politiebureau te St. Kilda, en gaf aldaar het hierboven omschreven verslag. Het lijk werd uit h-t rijtuig in het bureau gebracht, en er werd onverwijld een dokter ontboden. Deze kon echter bij zijne aankomst slechts den dood constateeren: hij voegde er echter bij, dat de zakdoek, dien hem licht voor den mond gebonden, met choloroform doorweekt was. Het vermoeden, dat hier een moord had plaats gegrepen, was dus alleszins gewettigd, te oordeelen naar den zakdoek, die juist voor cut gedeelte van het gelaat gebonden was, alsook de choloroform, en hoogstwaarschijn- 1 stierf hij gemakkelijk zonder zwaren doodsstrijd. De overledene was een mager persoon van middelmatige grootte en donker uitzicht, hij was gekleed in avondkostuum, hetgen de instruktie naar de herkomst niet weinig zou bemoeilijken, aangezien dit een kleeing was, aan welke niets bijzonders viel op te merken. Bij den overledene werden pa pieren noch adreskaarten gevonden, uit wel ke men diens naam zou kunnen ontdekken, ook was zijn linnengoed ongemerkt, slechts ue witte zijden zakdoek welke voor zijn mond gebonden was, was in een der hoeken in roode zijde gemerkt met de letters O.W. „Ongetwijfeld heeft de moordenaar voor dit misdrijf zijn eigen zakdoek gebezigd. Er bestaat dus zekere kans, dat deze letters, in zoover zij de initialen zijns naams vormen, eindelijk tot zijn aanhouding zouden kunnen leiden. Dezen morgen zal er een lijkschou wing plaats hebben, wanneer geen onwe- derlegbare bewijzen kunnen aangevoerd worden, met behulp van welke wij het ge heim kunnen oplossen. Naar aanleiding van voornoemde gebeurte nis verscheen in het Maandag-ochtendblad van „Argus" onderstaand bericht: „Het volgend bewijs is geleverd in deze treurige zaak. Hopen wij, dat het eenig licht kan verspreiden omtrent den geheimzinnigen moord in een huurrijtuig, waarvan wij in ons nummer van Zaterdag een uitvoerig verslag geleverd hebben. Er kwam 'n andere huur koetsier op het politiebureau, eenige ophel dering gevende, klaarblijkelijk van niet ge ringe beteekenis voor de detectives bij hun onderzoek naar den moordenaar. Hij ver haalde, dat hij Vrijdagnacht omstreeks half twee den weg naar St. Kilda bereed, toen een heer in een lichten overjas zijn rijtuig huurde en hij hem naar de Powlettstreet in East Melbourne moest brengen. Hij gehoorzaam de en nadat de heer hem betaald had, stapte deze uit op den hoek van Wellington Parade en Powlettstreet en wandelde langzaam door deze laatste straat, terwiil de koets naar de sts"t terugreed." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5