IITINExl— IAmp J Radio-Omroep NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Bïad Donderdag 16 October 1924 Onder de Radio-berichten: Nog geen oplossing van den crisis in DuJtsch- land. Turkije onderwerpt zich aan de beslissing van den Volkenbonds raad inzake Mosoel. De Wahabieten binnen Mekka: het Koninklijk paleis geplunderd. Rechtsche tendenzen in de Duitsche Centrumspartij. De regeerings- wisseling in Zweden. Het ontwapeningsplan van den Deenschen mi nister Rasmussen. GEM. BUITEHL 8ERICHTE9. EEN AARDSCHOK IN SCHOTLAND DE CHINEESCHE BURGEROORLOG. Vrijmetselarij en anti- clericalisme. Mensa Adalbertina. PRIMA RADIO CONCERTTOESTELLEN Desverlangd vanaf f 6.— per maand. Bureau Meijer - Haarlem. Kleine Houtweg 69. - Tel. 3468. Verhooging der Arbeids- begrooting 1923. FEUILLETON. HET GEHEIM VAN EEN HUURRIJTUIG. - De politieke toestand in Duitsckland. De gisteren (zie Radio-berichten) door tos gemelde jongste beslissing van het een" trum, tegen den wil van den rijkskanselie1 en van dr. Wirth genomen, en het overstag gaan van eenige democratische leiders Wes- termann en Schmidthals, die tot de Duit- iche Volkspartij zijn overgegaan, schijnen erop te wijzen, dat in de beide coalitiepar tijen ,- van wier houding het tenslotte afhing of de republikeinsch-democratische lijn in de Duitsche politiek omgebogen en naar rechts georiënteerd zal worden, de rechtsche tendenz het gaat winnen. Ter wijl de „Lokalanz" de hoop uitspreekt op een samengaan van D.-nationalen, Vólks- Partij en Centrum en een desnoods neutrale houding van de democraten verklaart de minister van de bezette gebieden dr. Höfle op een centrumsvergadering in de Palts ronduit, dat, daar Duitschland in de eerste jaren slechts door een coalitie kan worden geregeerd, het centrum een coalitie naar rechts niet afwijst willen de D.-nationalen meeleiden, dan kan het centrum een partij met 105 afgevaardigden niet afwijzen. Naar de „Köln. Z." verzekert, is de ten- tlenz naar een loslaten van de soc.-dem ook in de Badensche centrumspartij zeer sterk. Reeds houden de leiders daar rekening met de mogelijkheid van een verbreking der ban den, zij het als gevolg van het verzet in de eigen gelederen, zij het tengevolge van de verandering van richting in de rijkspoli tiek. Men tracht voorzichtig contact te krij gen met rechts. Daar men in Karlsruhe echter nog geen zekerheid heeft over het verloop der crisis in de rijkspolitiek, blijft men voorzichtig en beijvert men zich alleen om de soc.-dem. op een afstand te houden en om dit te doen blijken. Leerzaam in dit opzicht was hetgeen ge beurde op en na den republikeinschen dag, die den 29en te Mannheim werd gevierd te gelijk met de onthulling van een monument voor den in het begin van den oorlog gesneu velden soc.-leider uit Mannheim, Frank. Aan de betoogingen, die geheel in het tee- ken van hef socialisme stonden, namen Wirth en de Badensche staatspresident Kohier deel. Wirth schilderde in zijn toespraak de schoon heid der republiek, Kohier was wat terug houdender. Het toonaangevende centrum blad te Karlsruhe, de „Badische Beobach- ter" kwam den volgenden dag met een geest driftig artikel, waarin verklaard werd, dat „de beschermgeest van den dag Frank was geweest". Maar blijkbaar was een en ander En centrumskringen niet in goede aarde ge- Vallen, want al spoedig werd er in de pers op gewezen, dat de centrumspolitici niet we gens de onthulling van het monument van den soc. Frank naar Mannheim waren ge gaan, maar alleen als deelnemers aan de vie ring van den republikeinschen dag. Duide lijk bleek de bedoeling het publiek er van te doordringen, dat er een afstand bestaat tus- schen centrum en soc. anders dan twee jaar geleden, toen een toetreden van de D.- nationalen tot de rijksregeering niemand on wel komer zou zijn geweest dan den leiders van het Badensche centrum. De Beiersche Volkspartij heeft op een ver gadering te München de rijksdagfractie op gedragen erop aan te dringen, dat de wijzi ging van de rijksregeering slechts zal plaats vinden door opneming van de D.-nationalen, terwijl s: menwerking met de soc.-dem. we gens de economische en politieke tegenstel lingen onmogelijk wordt geacht. Het aftreden der Zweed- sche regeering. Het conservatieve ministerie-Trygger heeft •lus uit den uitslag der verkiezingen voor de Tweede Kamer van den Zweedschen Rijks dag zijn conclusies getrokken en heeft zijn ontslag ingediend, na anderhalf jaar aan het bewind te zijn geweest. Het is gevallen op de quaestie van de vermindering der bewa pening, ten aanzien waartusschen de socia listen en de liberale voorstanders van een drankverbod die samen over de meerder heid beschikken in den nieuwen Rijksdag overeenstemming mogelijk wordt geacht. De premier, de heer Ernst Trygger was van meening, dat een besluit, thans over de quaes tie der verdediging, het land in gevaar zou brengen, waarbij hij zich, blijkens een be richt van den Zweedschen draadloozen dienst beriep op gebeurtenissen, die voorgekomen waren. Hij meende, dat Zweden eerst het resultaat moet afwachten van de internatio nale conferentie inzake de beperking der bewapeningen, den volgenden zomer te hou den. Uit een conferentie met de leiders der verschillende politieke partijen bleek hem evenwel, dat de meerderheid van den Rijks dag tegen uitstel van de behandeling der verdedigingsquaestie is en zal pogen haar in den nieuwen Rijksdag tot een oplossing te brengen. Na het besluit der regeering om af te tre den, heeft de koning met de leiders der ver schillende partijen geconfereerd, te weten, Branting voor de sociaal-democraten, admi raal A. Lindman en oud-minister A. Petter- sen voor de conservatieven oud-minister E. Ekman, den leider der liberale voorstanders van een drankverbod, door den draad!oozen dienst radicale prohibitiepartij genoemd. Deze partij zal nu met de sociaal-demo craten samenwerken tot oplossing van de quaestie der verdediging- Volgens een V.D.-bericht zal ingevolge besprekingen met Branting, Trygger waar- sthijnlijk opgevolgd worden door Ekman, een tot nu toe vrij onbekende persoonlijk heid. Hij was vroeger steenhouwer en heeft zich vooral onderscheiden door zijn strijd voor de geheel-onthouding. Fletzelfde be richt meldt nog, dat omtrent het drankver bod nog geen overeenstemming is bereikt met de sociaal-democraten en voorts dat de gebeurtenissen in Zweden met spanning worden gadegeslagen in alle Baltische lan den omdat men er vreest, dat Zweden even als Denemarken zijn militaire uitgaven tot het uiterste minimum zal beperken. Hier speelt natuurlijk de vrees voor Rusland een rol. In dit verband zij herinnerd aan de op zienbarende rede, eenigen tijd geleden ge houden door den toenmaligen minister van buitenlandsche zaken uit het kabinet-Tryg- ger, Hedenstjerna, waarin hij, voor zich per soonlijk sprekende, een defensief verbond met Finland tegen Rusland bepleitte. Die rede kostte hem zijn portefeuille. De radicalen, zooals wij de liberale voor standers van een drankverbod nu maar zul len noemen, beschikken in den nieuwen Rijksdag, die 230 leden telt, over 27 zetels, de socialisten hebben er 104. Het Deensche ontwape ningsplan. Dezer dagen is, zooals we hebben meege deeld, door het socialistische Deensche mi- nisterie-Stauning bij het parlement het aan gekondigde ontwapeningsplan ingediend. Het plan is in drie wetsontwerpen belichaamd. Het eerste ontwerp bepaalt, dat de dienst plicht en de geheele militaire organisatie worden afgeschaft, de vestingen worden ge sloopt en de aan het beheer van leger en vloot toebehoorende gebouwen en terrei- ne in het bezit van andere staatsinstellin gen zullen overgaan. Particuliere veilig heidsdiensten mogen blijven bestaan, maar mogen niet op militaire wijze zijn georgani seerd, noch militaire oefeningen houden. De beide andere wetsontwerpen bepalen dan wat er voor het afgeschafte in de plaats zal komen. Zoo wordt dan voorgesteld ter ondersteuning zoo noodig van de grens wacht, de douane en de politie een wacht- of politiecorps te vormen, waarvoor jaariijks 800 man vrijwilligers zullen worden aange worven. Deze zullen 4 a 6 maanden dienen, ter opleiding en vervolgens voor twaalf jaren zich ter beschikking van het corps moeten houden. Dit corps zal echter niet meer dan 7000 man mogen tellen. De kosten van deze politietroep zullen niet meer dan 5.6. mil- lioen kronen mogen bedragen. Dat zal een aanmerkelijke besparing geven, want thans bedragen de militaire uitgaven van Dene marken ongeveer 60 millioen. Voor den poli tiedienst ter zee zullen eenige inspectieboo ten en twaalf vliegtuigen dienen. Met een klein wachtschip zullen deze de geheele vlootbewapening van Denemarken vormen, welke dan slechts 5.9 millioen kronen zal kosten. Aldus zien, naar het Hbl. meldt, de wets ontwerpen er uit, die de Deensche minister van Oorlog, Rasmussen, thans heeft inge diend. Een correspondent van de „Neue Freie Presse" heeft onlangs met deze zich zelf overbodig makenden minister van Oorlog een onderhoud gehad, waarin de heer Rasmus sen betoogde, dat Denemarken met ontwa pening er beter aan toe zou zijn, dan met behoud van zijn huidige bewapening, wa?r- mee het een vijand zich toch niet van het lijf zou kunnen houden. De minister voelt zich blijkbaar aangetrokken door het voor beeld van Luxemburg, dat in den wereld oorlog bij voorbaat verklaarde zich niet te kunnen verdedigenen er dan toch maar goed is afgekomen. Als Denemarken geen leger en geen vloot heeft, kan nie mand er aan twijfelen, dat het neutraal zal zijn in een oorlog tusschen anderen en zal het dus van deze anderen ook niets te lijden hebben. En dit goed vertrouwen meent de socialistische minister dus met gerust heid zijn plan te kunnen verdedigen. Op de vraag van zijn interviewer of een ontwapend Denemarken in een oorlog niet een ongunstiger positie zou innemen, dan een Denemarken, dat een poging tot effec tieve verdediging zou doen, gelijk België in 1914 deed, ging de minister niet anders in, dan met de reeds vermelde verwijzing naar Luxemburg. Over België bleef hij maar lie ver zwijgen. Vermoedelijk voelde hij zelf wel op eenigszins gevaarlijk terrein te komen als hij had willen beweren, dat België had moe ten handelen evenals Luxemburg dat deed en er dan ook evengoed zou zijn afgekomen. Nu wij toch in het Noorden zijn, mogen we meteen de aandacht vestigen op het be richt ontrent het aftreden van het Zweed- sche ministerie, dat hedenochtend is ge meld. Ook hier speelt de militaire quaestie de voornaamste rol, al is men in Zewden dan ook, in radicale en socialistische krin gen, nog niet aan de Deensche -opvattingen toe. Wij hebben onlangs uiteengezet, dat èn de regeering èn de verschillende par tijen in Zweden omtrent de oplossing van 't militaire vraagstuk van meening verschillen, maar het gaat hierbij niet om de princi- pieele quaestie van ontwapening of geen ontwapening, maar slechts om een meer of minder aan persoonlijke en financieele lasten. Aan het „geen man en geen cent" zijn de Zweedsche sociaal-democraten nog volstrekt niet toe, al willen ze dan ook gaarne tot het uiterste op de militaire uitgaven bezuinigen. De verkiezingsstrijd in Engeland. Geen der partijen schijnt er happig op te wezen om de verantwoordelijkheid voor deze wervelwind-verkiezing te aanvaarden. La bour niet, omdat met het oog op een moge lijke nederlaag de schuld moet worden ge weten aan de combinatie der beide andere partijen. Daartoe doen de Labourmannen de wonderlijkste verhalen aan hun volgelingen. MacDonald verklaart in Glasgow dat het ge val Campbell een complot was van liberalen en conservatieven tegen de regeering. „Zij wenschen de waarheid niet 1" roept hij bit ter uit. En de „Manchester Guardian," die MacDonald toch langen tijd welgezind was, kan niet nalaten te vragen waarom de pre mier zijn vijanden de waarheid dan niet op drong door de gevraagde commissie van en quête te aanvaarden. Maar ook daarvoor heeft MacDonald een antwoord. „Zij (de booze coalitie) hadden immers reeds beslo ten dat ons lot tegen het eind dezer maand beslist zou worden 1" Vroeger of later was het er dus toch van gekomen. Intusschen heeft MacDonald's mede-minister Wheatley een gloednieuwe verklaring waaraan niemand nog gedacht had. De reden voor de plotse linge eensgezindheid onder de liberalen en conservatieven was zijn (Wheatley's) voor nemen om de „Rent Restriction Act" voor 15 jaar te doen verlengen en om een „Buil ding Material Supply Bill" in te dienen, tot groote schrik van alle eigenaren van onroe rende goederen en van alle speculanten in bouwmaterialen, die derhalve hun partijen dwongen om de Labour-regeering ten val te brengen. Een uitlegging die natuurlijk in het liberale en conservatieve kamp met hoon gelach wordt begroet. Maar de liberalen zijn ook niet van het vaderschap der verkiezingen gediend. Hun organen, zooals de „Westminster Gazette", de „Daily News" en de „Manchester Guar dian," wijzen eenparig op MacDonald als de schuldige. De toon tegen het Labour-bewind die een paar dagen geleden nog welwillend was, wordt bij deze liberale bladen, die lan gen tijd MacDonald de hand boven het hoofd hielden, nu ook scherper. De „Daily News" schrijft dat Labour niets heeft bijgedragen tot de oplossing der groote sociale proble men. De „Guardian" verwijt MacDonald eert teveel aan „pure imagination". Wellicht ook dat besluit van Labour om onder geen beding met de liberalen samen te gaan bij driehoeksverkiezingen om de conservatie ven te verslaan, daar iets mee te maken heeft. De „Daily Herald", het Labour blad ont kent nadrukkelijk het gerucht dat Labour tot zulke samenwerking bereid zou wezen en wijst als voorbeeld op het district Eas Edinburg waar Labour den liberalen cand - daat bestrijdt niettegenstaande deze een voorstander is van het Russische verdrag Wij hebben niets gemeen, schrijft dit blad. Laat de liberalen maar met de conservatie ven samengaan. Dat is toch één pot natEn zoo opnieuw wordt de verkiezing beschreven als een strijd tusschen reactie en radikalis- me, waarin eigenlijk geen plaats is voor li berale middenmoot. Deze zienswijze vindt steun bij de con servatieven. Ook zij zien slechts één strijd punt Communisme tegen Engeland „as is". Een blad als de „Morning Post" wij dan ook niets van samengaan met de liberalen weten en neemt de gelegenheid waar om Glad stone nog eens af te kammen en Disraeli te verheerlijken. Willen de liberalen samenwer ken dan moeten zij maar conservatieven worden. Vrijhandel is uit den booze. Het alternatief van protectie is geen vrijhandel maar nationalisatie. Geen middenweg dus en geen opportunisten zooals Lloyd George. Men make zich geen illusies omtrent de ge matigdheid van MacDonald. Hij staat niet ver van het communisme. Zie het Russische \e-drag dat, gelijk Lord Birkenhead nog eens in de nu ook zwaar conservatieve „Dai ly Mail" uiteengezet, „British money for murderers" beteekent. En van MacDonald is geen stabiele regeering te verwachten die het land noodig heeft voor zijn econom'schen wederopbouw. Dit is geen tijd voor socia listische experimenten. En dit is evenmin tijd voor vrijhandel. Derhalve geen pardon voor de liberalen ook. Maar zoo denken niet alle conservatie ven er over. Van twee kwaden zijn zij hier en daar bereid om het minste te kiezen. Van daar de overeenkomsten in sommige dis tricten om hun candidaten terwille van libe rale candidaten terug te trekken. De libera len doen trouwens hetzelfde, behalve dat zij ook in woorden, minder afkeerig schijnen van de coalitie-gedachte. En de „Daily He- ra'.d"#weet zelfs te vertellen dat Lloyd Ge orge, Chamberlain en nog een paar leden uit het voormalige coalitiekabinet van Lloyd George, het in het geheim eens zouden we zen om het oude verbond zoo spoedig mo gelijk te vernieuwen. Intusschen wordt op het gebied der bui tenlandsche politiek, het eenige punt waar op de Labourregeering zich in het oogloo- pend verdienstelijk heeft gemaakt, ook in de oogen van haar tegenstanders, door de op positie druk gezocht naar argumenten om MacDonald c.s. eer af te kapen. De kwaad aardige „Morning Post" opent de campagne met de bewering dat MacDonald zijn bui- tenlandsch beleid erfde van het Baldwin- kabinet dat de eerste en .moeilijkste schre den zette op den weg van toenadering tot Frankrijk, terwijl de verdienste van het plan Dawes natuurlijk vanzelf niet aan de La bour-regeering toekomt. En wat op den grondslag van dit plan in Genève geschiedde is wellicht geen onverdeeld voordeel. Trou wens ook tegen het plan Dawes is van con servatieven kant al heel wat geprotesteerd. Wij behoeven ons slechts de bijna hysterische campagne van de „Daily Mail" te herinne ren die met een heirleger spoken van Duit sche concurrenten, op de been geholpen met Britschen steun, kwam aanzetten. En wat het protocool van Genève betreft zoo ver klaart het conservatieve manifest duidelijk dat „we shall have to scrutinise carefully. the far reaching commitments and implica tions of the sciieme". Waarvan de beteeke- nis duidelijk wordt, wanneer wij zien hoe minister Henderson het noodig vond om nog eens nadrukkelijk te verklaren dat de Britsche vloot niet aan het oppergezag van den volkenbond is onderworpen, maar ge heel onder Britsche souvereiniteit is blijven staan. Voor het overige zingen liberalen en con servatieven in koor het lied der toenemende werkloosheid, dat als ketelmuziek voor d^ Labourpartij bedoeld is. HET DIRECTORIUM TEN EINDE? Uit Madrid wordt gemeld, dat bij konink lijk decreet alle soldaten van de laatste drie lichtingen onder de wapenen zijn geroepen, terwijl de diensttijd van de lichting 1923, die op het oogenblik onder de wapenen is, ver lengd wordt. Volgens de „Diario" van Barcelona begint de openbare meening in het land zich meer en meer uit te spreken voor algeheele ont ruiming van Marokko door Spanje. In een te Tetoean gehouden rede beves tigde generaal Primo de Rivera het bericht, dat de dictatuur zal worden opgeheven en dat hij zich in het particuliere leven zal te rugtrekken om plaats te maken voor de nieu we partij, de „Union Patrotica". De Spaansche hooge commissaris voor Marokko heeft zijn ontslag genomen. IN VRIJHEID GESTELD. Filippo Nardi, oud-directeur van de „Tempo", die er van beschuldigd wordt dat hij de vlucht van Filipello, directeur van'de „Corriere Italiano" heeft helpen bevorde ren, zal voorwaardelijk in vrijheid^ worden gesteld. Dinsdagavond tegen 10 uur werd een aard schok waargenomen te Fort William in In- vernesshire, waardoor de huizen schudden en de ruiten rammelden. EEN SCHIETPARTIJ TE MEXICO. Uit Mexico wordt gemeld, dat aanhan gers van generaal Vidal, die tot gouverneur is gekozen van den staat Chiapas zich aan hït station hadden verzameld om hem te ver welkomen. Uit het regeeringsgebouw werd door aanhangers van den verslagen candi- daat Corzo een salvo gelost. Regeeringstroe- pen drongen het gebouw binnen en namen een aantal personen gevangen. DE WAHABIETEN EN MEKKA. Aan de „Times" wordt uit Kaïro gemeld, dat de Wahabieten Mekka niet zijn binnen gerukt en zich zelfs een eind hebben ver wijderd van de stad, waarvan zij de toegan gen blijven beheerschen, omdat te Mekka cholera heerscht. Het bestuur van het Egyptische grensge bied ontving bericht, dat de Wahabieten Zouden oprukken naar Akaba, een haven aan den noordelijken arm van de Roode Zee. De Egyptische regeering heeft de noodige voorzorgsmaatregelen genomen. Uit Djeddah wordt gemeld, dat oud-ko ning Hoessein van Hedjas gistermorgen aan boord van een jacht vertrokken is, naar men gelooft naar Akaba. Aan de autoriteiten te Peking is door den Japanschen gezant, en aan die te Moekden door den Japanschen consul-generaal een nota overhandigd, waarin, onder bevesti ging van Japan's onzijdigheid, de aandacht wordt gevestigd op het feit, dat er in Mant- sjoerije en Mongolië honderdduizenden Ja- pansche inwoners zijn en ondernemingen op uitgebreide schaal en dat de veiligheid van Japan afhangt van de handhaving van wet en orde in die gebieden. Japan acht het van het hoogste belang, dat deze essentieele rechten en belangen ten volle worden geëer biedigd en gewaarborgd. De vertegenwoordigers van Engeland, Ja pan, de Vereenigde Staten en Frankrijk te Moskou hebben bij de Sovjet-regeering ge protesteerd tegen de arrestatie van de direc teuren van den Chineeschen Oosterspoor weg. Dit protest heeft bij de Sovjetregee- ring verontwaardiging gewekt, daar zij het als een inmenging van binnenlandsche Rus sische aangelegenheden beschouwt. De of- ficieele „Izwestia" heeft op dezen stap der diplomaten geantwoord met een feilen uit val tegen Frankrijk. Volgens berichten uit Sjanghai zijn thans alle wijken der stad in de macht van de par tij van Kiangsoe. Het vechten heeft opge houden er is haast niet geplunderd. Men verwacht, dat de toestand binnen een week normaal zal zijn. In Frankrijk zijn lid van de Vrijmetselarij, behalve Gaston Doumergue, de president der republiek, bovendien de volgende minis ters van het huidige kabinet: Edouard Her riot, Justin Godart, Camille Cbautemps, Victor Peytral, René Renault, Francois Al bert, J. L. Dumesnil, Bovier Lapierre, Queuille, Moro Giafferri. In dit verband is het niet onbelangrijk de volgende citaten te lezen: „Vrijmetselaars, lid geworden van het parlement blijven ook, tijdens den duur van hun mandaat, afhankelijk van de Vrij metselarij.Zij zijn verplicht de conclu sies onzer algemeene vergaderingen als richtsnoer te nemen van hun daden.... In alle omstandigheden van hun politiek optre den zijn zij gehouden zich te regelen naar de beginselen, die wij huldigenOp bepaal de tijdstippen moeten zij rekenschap afleg gen over de vervulling van hun mandaat In den boezem van het parlement moeten zij groepen formeeren, die de belangen der Vrijmetselarij zoo goed mogelijk behartigen Onduldbaar zou het zijn, dat Vrijmetselaars, die aan ons hun politieke uitverkiezing te danken hebben, zouden handelen volgens hun persoonlijk belang.... Daarom zal van nabij toegezien worden op de daden der Vrijmetselaars lid van het parlement en op de stemmen die zij uitbrengen, om hen al dus te beletten de verbintenissen te verbre ken, die zij hebben aangegaan. Dergelijke tekortkomingen zouden vallen onder de maconnieke rechtspraak." Aldus het con vent van het Groot-Oosten, in het jaar 1923 bladz. 364 en 365. Wil men weten, welke „conclusies" als richtsnoer moeten gevolgd worden? vraagt „De Gelderlander". Luister dan: „Wij, Vrijmetselaars, moeten de totale vernietiging nastreven van het Katholicis me." (Bulletin van het Groot Oosten van Frankrijk, Sept. 1895, bladz. 168). „De strijd aangebonden tusschen het Katholicisme en de Vrijmetselarij, is een strijd zonder rust noch duur, op leven en dood." (Opperste Raad. bladz. 185.) „De godsdienst zelf moet verwoest worden." (Internationaal Congres van Parijs 1900, bladz. 102). „De tegenstan der, die geveld moet worden, is het Paus dom met zijn voorhoede, de Jesuïeten. (In ternationaal Congres van Genève, 1903, bladz. 35). „De voortdurende strijd tegen het Pausdom moet de voortdurende pre occupatie blijven der Vrijmetselarij." (Inter nationaal Congres van Brussel, 1904, bladz. 132.) En ten slotte, in October 1922: „Laten we niet aarzelen den oorlog te verklaren aan eiken godsdienst." (Bulletin van het Konvent van de Grande Loge de France, bladz. 148). Als een kleine bijzonderheid vermeldt het blad nog, dat zoo niet de hoofdleiding, dan toch een allervoornaamste rol in de tegen woordige Fransche Vrijmetselarij opgedragen is aan den ex-Hollander, E. van Raalte, die overigens zijn relaties met Nederland niet verbroken heeft. Men schrijft ons: In Budapest werd dit katholiek instituut opgericht. Het doel hiervan is: goed voed sel te verschaffen aan de studenten der universiteit, den ijver toonen in het beoefe nen van den katholieken godsdienst en in de studie, maar die helaas slechts een armoe dig bestaan hebben. Het is het mooiste en eenige instituut van dien aard in Hongarije. Verleden jaar, 29 Sept., werd het gesticht en verschafte sinds dien tijd meer dan 25000 middagmalen. Het gebrek der studeerende jeugd in Hongarije is verschrikkelijk. Juist daarom werd dit werk zoo toegejuicht door het Hongaarsche Episcopaat. Mgr. Glattfelder, Mgr. Rot en Mgr. Han- nauer, die aan het Eucharistisch Congres in Amsterdam deelnamen, hebben ook persoon lijk hunne innigste dankbaarheid geuit voor DONDERDAG 16 OCTOBER. Radio-Paris 1780 M. 9.20 u. Concert en zangavond van lichte muziek. Chelmsford 1600 M. 8.30 u. Verkie zingsrede van Baldwin, 10.20 u. concert door het Z. L. O. kwaret. Brussel 265 M. 8.35 u. concert, met medewerking van den Cercle Choral „Le Flambeau". dit liefdewerk van Holland. Willen onze jongelieden zich kunnen voorbereiden, om later een hechte steun te worden van het katholiek Hongarije, dan is het noodig, dat ze goed gevoed worden. Welnu, onze Men sa Adalbertina tracht er met alle kracht naar, om aan die studenten dagelijks een flinken, warmen maaltijd te geven, opdat zij zich aldus ten minste eens per dag vol doende kunnen voeden. Derhalve werd onze Mensa opgericht, om onze katholieke stu deerende jeugd een voldoende voedsel te bezorgen en haar aldus tegen de gevaren van moedeloosheid, van verslapping in bun ijver voor de studies, ja van overgaan tot onverschilligheid in hun godsdienst te be hoeden. Alleen katholieke jongelingen, en onder dezen slechts zij, die er het meeste be hoefte aan hebben, worden door onze Mensa Adalbertina als leden aangenomen en zif blijven het zoolang als zij zich van al hunna plichten van godsdienst en ijver trouw blij ven kwijten. De eerw. zusters van de Congregatie van den H. Vincentius, en de zusters van de Goddelijke Liefde, hebben ons in hunne ge stichten, keukens en eetzalen bezorgd. De goede zusters bereiden zelf de spijzen, zor gen voor een smakelijke toebereiding en te vens, dat er geen brokje verloren gaat van wat aan de jongelieden werd geschonken. Het bestuur in Budapest bestaat uit den directeur, dr. Damianus Vargha, de patroons, die zijn eenige invloedrijke, vooraanstaande heeren en de patronessen. Deze laatsten zijn niet alleen de zusters behulpzaam bij de huishouding, maar voorzien ook in de zorg voor de zieke studenten, door medicijnen en het noodige voedsel. Ten slotte behoo- ren ook nog tot het bestuur de vertegen woordigers der studenten. De stem van de Mensa Adalbertina en van zijn 300 kath. studenten, is reeds gehoord door de Katholieken in Nederland, wier steun den studenten vlug en krachtig te hulp is gekomen. Baronesse M. van Wijnbergen, presidente, jonkvr. J. van Rijckevorsel, algemeene pen ningmeesteres, Jansbuitensingel 25, Arnhem, mevr. Heerkens Thijssen, te Haarlem; b.nesse van Hövell tot Westerflier te Eist, jonkvr. M. van Nispen tot Pannerden te Zevenaar, hebben zich tot een comité gevormd en zijn het werk begonnen onder den naam van Mensa Adalbertina. De Mensa Adalbertina kan reeds met 25 ets. een ruim voldoend en voedzaam maal bezorgen voor 7.50 per maand, voor 75 per jaar. Wie wil nu niet medewerken, als wij bedenken, dat God, het minste aan één der Zijnen gedaan, be schouwd als aan Hem zelf gedaan. Z. D. H. Mgr. Callier heeft aan het werk zijn bijzonderen zegen geschonken. Wij ho pen, dat zijn zegen en d« gebeden der dankbare studenten, het werk voor God al tijd aangenamer zullen maken. De H. Schrift zegt: „Het is beter te geven dan te ontvangen" en daarom hopen wij, dat 't werk door vele kleine en groote gif ten zal worden gesteund, die bij de comité leden of bij de algemeene penningmeeste res jkvr. J. vein Rijckevorsel, Jansbuitensin gel 25, Arnhem, kunnen worden afgedra gen of gezonden. Ingediend is een wetsontwerp tot aanvul ling en verhooging van Hoofdstuk X a (Ar beid enz.) der Staatsbegrooting. Het totaal der verhoogingen, in dit ont werp opgenomen, beloopt aldus de Me morie van Toelichting 11.045.000, welk bedrag deels ten laste van den gewonen dienst, deels ten laste van den buiten^e- wonen dienst komt. In mindering van dit totaal kan echter worden gebracht 5.840.400. De verhoogingen voor den gewonen dienst zijn derhalve terug te brengen tot 11.145.000 5.840.000 5.204.600. Het ligt in de bedoeling van den minister om, zoodra de uitgaven voor het dienstjaar 1923 met juistheid bekend zullen zijn, door de indiening van een regularisatiewet het eindcijfer der begrooting te verlagen. Naar den huidigen toestand is hiervoor ruim 7 ton beschikbaar, zoodat het ontwerp een vermeerdering van uitgaven voor den ge wonen dienst medebrengt van 4.5 mil lioen. De voornaamste der voorgestelde verhoo gingen zijn: Art. 115. Bijdragen van het rijk aan ge meenten over 1923 en afgesloten dienstja ren ter tegemoetkoming in de betaling van de annuïteiten, strekkende tot voldoening voor rente en aflossing van de voorschotten uit 's rijks kas verstrekt voor de doeleinden in 7 der Woningwet omschreven, met 4.500.000; Art 116. Bevordering van woningbouw^ met 4.541.000; Art. 150. Bijdragen in den vorm van sub- sidiën en toelagen, bedoeld in het „Werk loosheidsbesluit 1917," met inbegrip van subsidiën van de gemeenten, ingevolge voormeld besluit, welke door het rijk bij voorschot worden betaald, met 1.120.000, 2. Hiermede eindigde de ontknooping van het raadsel; er kan echter ook bij onze lezers geen twijfel bestaan omtrent de treffende overeenkomst van den man met den lich ten jas, die op St. Kilda Road Royston's koets verliet en den andere, die het tweede rijtuig bezette en ia de Powlettstreet uit stapte. Er kan geen worsteling hebben plaats gevonden, daar in dit geval de koetsier Roy- ston het rumoer gehoord moest hebben, dat daaruit werktuigelijk had moeten ontstaan. Wij veronderstellen dus, dat de overledene te dronken was, om weerstand te bieden en de andere het gunstige oogenblik te baat nemend, bond in minder dan geen tijd den met chloroform doorweekten zakdoek om den mond van zijn weerloos slachtoffer en na een paar vruchtelooze worstelingen, stort te de laatste door de inademing van het doo- t-end bedwelmingsmiddel in eene soort van gevoelloosheid. De man met den lichten jas scheen den overledene te kennen, te oordeelen naar zijn gedragslijn vóór hij in het rijtuig stapte; ook de omstandigheid, dat i hij wegliep, toen hij hem herkende, en een o genblik later weer terugkwam, dat de ver houding tegenover den doode geen al te vriendelijke was. „Het grootste bezwaar is dit: in welke rich ting moet men zoeken naar de aanleiding tot dien moord met voorbedachten rade, daar de overledene in deze streek een onbekende schijnt te zijn, en zijn vermoedelijke moorde naar ontsnapt is. Het is echter onmogelijk, dat het lijk een geruimen tijd kan liggen, al vorens iemand het herkent, daar Melbourne slechts een dorp is, in vergelijking met Lon den en Parijs, waar de menschen verdwijnen, zonder dat ooit iemand verneemt, wat er van hen geworden is. Het allereerst dient de indentiteit des overledenen gestaafd te wor den, en dan zal men ongetwijfeld het bewijs erlangen, dat tot de aanhouding van den man met den lichten jas zal leiden, die hoogst waarschijnlijk de bedrijver der misdaad is. Het is van een onberekenbaar belang, dat het geheim, waarin de misdaad gehuld is, worde opgehelderd, niet alleen in het belang der justitie, maar ook van het volk, daar de euveldaad plaats greep in een publiek rijtuig en op den openbaren weg. De gedachte, dat de bedrijver zulk eener euveldaad zich vrij in onze naaste omgeving bewegen kon en wel- lic' t op het punt stond, eene andere te be gaan, is toereikend, om ons de haren te berge te doen rijzen. Volgens het beweren van James fayn, den welbekenden romanschrij ver, is op het gebied der fantasie de natuur een tweede gewoonte en vreemd genoeg die bewering heeft alle zweem van waar heid.. In een van F. du Boisgobey's meester werken: „De Omnibus van den duivel" greep in een omnibus eene soortgelijke misdaad plaits, maar de vraag is, of diezelfde schrij ver vermetel genoeg zou zijn, een werk te schrijven, omtrent eene misdaad, bedreven op zulk eene onwaarschijnlijke plaats als in een huurrijtuig. Hier biedt zich echter eene schit terende gelegenheid aan voor eenige ambte naren onzer geheime politie, om zich voor eeuwig beroemd te maken, en wij houden ons overtuigd, dat zij niets zullen verzuimen, om den bedrijver van zulk eenen laaghartigen en aan het ongelooflijke grenzende moord te ontdekken." TWEEDE HOOFDSTUK. Bij het onderzoek, gehouden op het lijk, hetwelk in het rijtuig gevonden werd, zijn de volgende artikelen welke de overledene bij zich had, op een tafel gedeponeerd: le. Twee pond, tien shillings in goud en zilver. 2e. De witte zijden zakdoek, welke met chloroform doorweekt was en gebonden voor den mond van den overledene, gemerkt i. rood zijde, met de letters O. W. 3e. Een sigarettenkoker van Russisch le der, half gevuld met Old Judge sigaretten. 4e. Een witte glacé handschoen voor de linkerhand, ietwat bevlekt, met zwarte na den bovenop. Samuel Gorby, van het geheime politie, was bij het getuigenverhoor tegenwoordig om te zien, of het een of ander feit, dat tot de misdaad aanleiding gaf, door bewijzen kon gestaafd worden. De eerste getuige was Malcolm Roystone in wiens rijtuig de mis daad bedreven was. Hij verhaalde dezelfde geschiedenis, welke wij reeds aan den „Ar gus'' ontleent hebben, en de volgende bij zonderheden deelde bovendien de lijk schouwer nog mede: „Kunt gij geen beschrijving geven van den heer met den licht grijzen jas, welke den overledene ondersteunde, toen gij met uw rijtuig in aantocht waart?' „Ik heb hem niet nauwkeurig gadegesla gen, daar de overledene mijn aandacht trok; de heer met den lichten jas stond trouwens in de schaduw." „Vertel mij wat ge van hem zaagt." „Mij dunkt, hij was blond, daar ik zijn nog al grooten knevel kon zien, voorts in avond- costuum, met een lichten jas er over heen. Zijn gezicht kon ik niet dadelijk onderschei den daar hij een slappen, vilten hoed droeg, welke tot aan zijne oogen op het hoofd ge drukt was." „Welk soort van hoed droeg hij, een wijd soort?" „Ja. De rand was neergeslagen, en ik kon slechts zijn mond en snor ontwaren." „Wat was zijn antwoord op uwe vraag, of hij den doode kende?" „Hei zeide kortweg: neen; en vertelde, dat hij den overledene zooeven van de straat had opgenomen." „En scheen hij hem later te kennen?'' Ja. ^ant toen de doode aankeek, zeide hij: „Jij?" waarna hij hem weer op de straat liet vallen, toen snelde hij naar Bour- ke Street." „Keek hij nog om?1' „Zooveel ik weet, neen." „Hoelang staardet gij hem na?" „Ongeveer een minuut.'' „En wanneer zaagt gij hem weer terug?" „Nadat ik den overledene in het rijtuig ge tild had, stond de onbekende, terwijl ik mij omkeerde, vlak naast mij." „En wat zeide hij?'' „Ik zeide: „0, zijt gij teruggekomen, a aarop hij ten antwoord gaf: „Ja, ik ben van gedachten veranderd, en zal hem naar huis brengen." vervolgens stapte hij in hei rijtuig en beval mij, naar St. Kilda te rij den." „Ja; ik dacht reeds, toen hij hem aankeek, dat hij hem herkende, en ongetwijfeld waren zij elkander vijandig gezind, reden waarom hij vermoedelijk is weggeloopen, maar on danks dit alles kwam hij spoedig toch weer terug.'' „Zaagt gij hem weer omkeeren?" „Neen; het eerst, wat ik van hem zag, was toen ik mij omkeerde en hij vlak naast mij stond." „En wanneer stapte hij uit?'1 „Juist, toen ik den draai nam bij de Taal school op den weg naar St. Kilda." „Vernaamt gij rumoer in het rijtuig, dat gelijkenis kon hebben met een gevecht of eene worsteling tijdens den rit?" „Neen, de west was hobbelig; en het geraas van de wielen op den weg zou mij belet heb ben, iets te hooren.'' „Toen de heer met den lichten jas uit stapte, scheen hij toen verstrooid?" „Neen. hij was volkomen kalm." „Hoe kunt gij dit beweren?" „Daar de volle maan ons bescheen en ik het duidelijk ontwaren kon." Zaagt gij toen zijn gejaat?" „Neen, zijn hoed was ver over zijn hoofd gedrukt. Ik zag er juist zooveel van, als toen hij bij Collinstreet in het rijtuig stapte." „Waren zijne kleederen gescheurd, of zaten zij in wanorde?" „Neen, het eenig verschil, dat mij in hef oog viel was dit: zijn jas was toegeknoopt. „En was hij geopend, toen hij er in stapte?'' „Neen, maar wel, toen hij den overledene ondersteunde." "Hij heeft hem dus dichtgeknoopt, alvo- r is hij terugkwam en in de koets stapte?" „Ja, dat veronderstel ik.'" „Wat zeide hij, toen hij bij St. Kilde uit de koets stapte?" „Hij zeide, dat de andere er geen genoe gen mee nam, dat hij hem naar huis bracht en hij wel naar Melbourne terug zou loo- pen." „En vroeg gij hem toen, waar gij den over- ledene heen moest rijden?'' (Wordt vervolgd.]

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5