IITINExl—
IAmp J
Radio-Omroep
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Bïad Donderdag 16 October 1924
Onder de Radio-berichten: Nog geen oplossing van den crisis in DuJtsch-
land. Turkije onderwerpt zich aan de beslissing van den Volkenbonds
raad inzake Mosoel. De Wahabieten binnen Mekka: het Koninklijk
paleis geplunderd.
Rechtsche tendenzen in de Duitsche Centrumspartij. De regeerings-
wisseling in Zweden. Het ontwapeningsplan van den Deenschen mi
nister Rasmussen.
GEM. BUITEHL 8ERICHTE9.
EEN AARDSCHOK IN SCHOTLAND
DE CHINEESCHE BURGEROORLOG.
Vrijmetselarij en anti-
clericalisme.
Mensa Adalbertina.
PRIMA RADIO
CONCERTTOESTELLEN
Desverlangd vanaf f 6.— per maand.
Bureau Meijer - Haarlem.
Kleine Houtweg 69. - Tel. 3468.
Verhooging der Arbeids-
begrooting 1923.
FEUILLETON.
HET GEHEIM VAN EEN
HUURRIJTUIG.
-
De politieke toestand in
Duitsckland.
De gisteren (zie Radio-berichten) door
tos gemelde jongste beslissing van het een"
trum, tegen den wil van den rijkskanselie1
en van dr. Wirth genomen, en het overstag
gaan van eenige democratische leiders Wes-
termann en Schmidthals, die tot de Duit-
iche Volkspartij zijn overgegaan, schijnen
erop te wijzen, dat in de beide coalitiepar
tijen ,- van wier houding het tenslotte afhing
of de republikeinsch-democratische lijn in
de Duitsche politiek omgebogen en naar
rechts georiënteerd zal worden, de rechtsche
tendenz het gaat winnen.
Ter wijl de „Lokalanz" de hoop uitspreekt
op een samengaan van D.-nationalen, Vólks-
Partij en Centrum en een desnoods neutrale
houding van de democraten verklaart de
minister van de bezette gebieden dr. Höfle
op een centrumsvergadering in de Palts
ronduit, dat, daar Duitschland in de eerste
jaren slechts door een coalitie kan worden
geregeerd, het centrum een coalitie naar
rechts niet afwijst willen de D.-nationalen
meeleiden, dan kan het centrum een partij
met 105 afgevaardigden niet afwijzen.
Naar de „Köln. Z." verzekert, is de ten-
tlenz naar een loslaten van de soc.-dem ook
in de Badensche centrumspartij zeer sterk.
Reeds houden de leiders daar rekening met
de mogelijkheid van een verbreking der ban
den, zij het als gevolg van het verzet in de
eigen gelederen, zij het tengevolge van de
verandering van richting in de rijkspoli
tiek. Men tracht voorzichtig contact te krij
gen met rechts. Daar men in Karlsruhe
echter nog geen zekerheid heeft over het
verloop der crisis in de rijkspolitiek, blijft
men voorzichtig en beijvert men zich alleen
om de soc.-dem. op een afstand te houden
en om dit te doen blijken.
Leerzaam in dit opzicht was hetgeen ge
beurde op en na den republikeinschen dag,
die den 29en te Mannheim werd gevierd te
gelijk met de onthulling van een monument
voor den in het begin van den oorlog gesneu
velden soc.-leider uit Mannheim, Frank.
Aan de betoogingen, die geheel in het tee-
ken van hef socialisme stonden, namen Wirth
en de Badensche staatspresident Kohier deel.
Wirth schilderde in zijn toespraak de schoon
heid der republiek, Kohier was wat terug
houdender. Het toonaangevende centrum
blad te Karlsruhe, de „Badische Beobach-
ter" kwam den volgenden dag met een geest
driftig artikel, waarin verklaard werd, dat
„de beschermgeest van den dag Frank was
geweest". Maar blijkbaar was een en ander
En centrumskringen niet in goede aarde ge-
Vallen, want al spoedig werd er in de pers op
gewezen, dat de centrumspolitici niet we
gens de onthulling van het monument van
den soc. Frank naar Mannheim waren ge
gaan, maar alleen als deelnemers aan de vie
ring van den republikeinschen dag. Duide
lijk bleek de bedoeling het publiek er van te
doordringen, dat er een afstand bestaat tus-
schen centrum en soc. anders dan twee
jaar geleden, toen een toetreden van de D.-
nationalen tot de rijksregeering niemand on
wel komer zou zijn geweest dan den leiders
van het Badensche centrum.
De Beiersche Volkspartij heeft op een ver
gadering te München de rijksdagfractie op
gedragen erop aan te dringen, dat de wijzi
ging van de rijksregeering slechts zal plaats
vinden door opneming van de D.-nationalen,
terwijl s: menwerking met de soc.-dem. we
gens de economische en politieke tegenstel
lingen onmogelijk wordt geacht.
Het aftreden der Zweed-
sche regeering.
Het conservatieve ministerie-Trygger heeft
•lus uit den uitslag der verkiezingen voor de
Tweede Kamer van den Zweedschen Rijks
dag zijn conclusies getrokken en heeft zijn
ontslag ingediend, na anderhalf jaar aan het
bewind te zijn geweest. Het is gevallen op
de quaestie van de vermindering der bewa
pening, ten aanzien waartusschen de socia
listen en de liberale voorstanders van een
drankverbod die samen over de meerder
heid beschikken in den nieuwen Rijksdag
overeenstemming mogelijk wordt geacht.
De premier, de heer Ernst Trygger was van
meening, dat een besluit, thans over de quaes
tie der verdediging, het land in gevaar zou
brengen, waarbij hij zich, blijkens een be
richt van den Zweedschen draadloozen dienst
beriep op gebeurtenissen, die voorgekomen
waren. Hij meende, dat Zweden eerst het
resultaat moet afwachten van de internatio
nale conferentie inzake de beperking der
bewapeningen, den volgenden zomer te hou
den. Uit een conferentie met de leiders der
verschillende politieke partijen bleek hem
evenwel, dat de meerderheid van den Rijks
dag tegen uitstel van de behandeling der
verdedigingsquaestie is en zal pogen haar in
den nieuwen Rijksdag tot een oplossing te
brengen.
Na het besluit der regeering om af te tre
den, heeft de koning met de leiders der ver
schillende partijen geconfereerd, te weten,
Branting voor de sociaal-democraten, admi
raal A. Lindman en oud-minister A. Petter-
sen voor de conservatieven oud-minister E.
Ekman, den leider der liberale voorstanders
van een drankverbod, door den draad!oozen
dienst radicale prohibitiepartij genoemd.
Deze partij zal nu met de sociaal-demo
craten samenwerken tot oplossing van de
quaestie der verdediging-
Volgens een V.D.-bericht zal ingevolge
besprekingen met Branting, Trygger waar-
sthijnlijk opgevolgd worden door Ekman,
een tot nu toe vrij onbekende persoonlijk
heid. Hij was vroeger steenhouwer en heeft
zich vooral onderscheiden door zijn strijd
voor de geheel-onthouding. Fletzelfde be
richt meldt nog, dat omtrent het drankver
bod nog geen overeenstemming is bereikt
met de sociaal-democraten en voorts dat de
gebeurtenissen in Zweden met spanning
worden gadegeslagen in alle Baltische lan
den omdat men er vreest, dat Zweden even
als Denemarken zijn militaire uitgaven tot
het uiterste minimum zal beperken. Hier
speelt natuurlijk de vrees voor Rusland een
rol.
In dit verband zij herinnerd aan de op
zienbarende rede, eenigen tijd geleden ge
houden door den toenmaligen minister van
buitenlandsche zaken uit het kabinet-Tryg-
ger, Hedenstjerna, waarin hij, voor zich per
soonlijk sprekende, een defensief verbond
met Finland tegen Rusland bepleitte. Die
rede kostte hem zijn portefeuille.
De radicalen, zooals wij de liberale voor
standers van een drankverbod nu maar zul
len noemen, beschikken in den nieuwen
Rijksdag, die 230 leden telt, over 27 zetels,
de socialisten hebben er 104.
Het Deensche ontwape
ningsplan.
Dezer dagen is, zooals we hebben meege
deeld, door het socialistische Deensche mi-
nisterie-Stauning bij het parlement het aan
gekondigde ontwapeningsplan ingediend. Het
plan is in drie wetsontwerpen belichaamd.
Het eerste ontwerp bepaalt, dat de dienst
plicht en de geheele militaire organisatie
worden afgeschaft, de vestingen worden ge
sloopt en de aan het beheer van leger en
vloot toebehoorende gebouwen en terrei-
ne in het bezit van andere staatsinstellin
gen zullen overgaan. Particuliere veilig
heidsdiensten mogen blijven bestaan, maar
mogen niet op militaire wijze zijn georgani
seerd, noch militaire oefeningen houden.
De beide andere wetsontwerpen bepalen
dan wat er voor het afgeschafte in de plaats
zal komen. Zoo wordt dan voorgesteld ter
ondersteuning zoo noodig van de grens
wacht, de douane en de politie een wacht-
of politiecorps te vormen, waarvoor jaariijks
800 man vrijwilligers zullen worden aange
worven. Deze zullen 4 a 6 maanden dienen,
ter opleiding en vervolgens voor twaalf jaren
zich ter beschikking van het corps moeten
houden. Dit corps zal echter niet meer dan
7000 man mogen tellen. De kosten van deze
politietroep zullen niet meer dan 5.6. mil-
lioen kronen mogen bedragen. Dat zal een
aanmerkelijke besparing geven, want thans
bedragen de militaire uitgaven van Dene
marken ongeveer 60 millioen. Voor den poli
tiedienst ter zee zullen eenige inspectieboo
ten en twaalf vliegtuigen dienen. Met een
klein wachtschip zullen deze de geheele
vlootbewapening van Denemarken vormen,
welke dan slechts 5.9 millioen kronen zal
kosten.
Aldus zien, naar het Hbl. meldt, de wets
ontwerpen er uit, die de Deensche minister
van Oorlog, Rasmussen, thans heeft inge
diend.
Een correspondent van de „Neue Freie
Presse" heeft onlangs met deze zich zelf
overbodig makenden minister van Oorlog een
onderhoud gehad, waarin de heer Rasmus
sen betoogde, dat Denemarken met ontwa
pening er beter aan toe zou zijn, dan met
behoud van zijn huidige bewapening, wa?r-
mee het een vijand zich toch niet van het
lijf zou kunnen houden. De minister voelt
zich blijkbaar aangetrokken door het voor
beeld van Luxemburg, dat in den wereld
oorlog bij voorbaat verklaarde zich niet te
kunnen verdedigenen er dan toch
maar goed is afgekomen. Als Denemarken
geen leger en geen vloot heeft, kan nie
mand er aan twijfelen, dat het neutraal zal
zijn in een oorlog tusschen anderen en zal
het dus van deze anderen ook niets te lijden
hebben. En dit goed vertrouwen meent
de socialistische minister dus met gerust
heid zijn plan te kunnen verdedigen.
Op de vraag van zijn interviewer of een
ontwapend Denemarken in een oorlog niet
een ongunstiger positie zou innemen, dan
een Denemarken, dat een poging tot effec
tieve verdediging zou doen, gelijk België in
1914 deed, ging de minister niet anders in,
dan met de reeds vermelde verwijzing naar
Luxemburg. Over België bleef hij maar lie
ver zwijgen. Vermoedelijk voelde hij zelf wel
op eenigszins gevaarlijk terrein te komen als
hij had willen beweren, dat België had moe
ten handelen evenals Luxemburg dat deed
en er dan ook evengoed zou zijn afgekomen.
Nu wij toch in het Noorden zijn, mogen
we meteen de aandacht vestigen op het be
richt ontrent het aftreden van het Zweed-
sche ministerie, dat hedenochtend is ge
meld. Ook hier speelt de militaire quaestie
de voornaamste rol, al is men in Zewden
dan ook, in radicale en socialistische krin
gen, nog niet aan de Deensche -opvattingen
toe. Wij hebben onlangs uiteengezet, dat
èn de regeering èn de verschillende par
tijen in Zweden omtrent de oplossing van 't
militaire vraagstuk van meening verschillen,
maar het gaat hierbij niet om de princi-
pieele quaestie van ontwapening of geen
ontwapening, maar slechts om een meer
of minder aan persoonlijke en financieele
lasten. Aan het „geen man en geen cent"
zijn de Zweedsche sociaal-democraten nog
volstrekt niet toe, al willen ze dan ook gaarne
tot het uiterste op de militaire uitgaven
bezuinigen.
De verkiezingsstrijd in
Engeland.
Geen der partijen schijnt er happig op te
wezen om de verantwoordelijkheid voor deze
wervelwind-verkiezing te aanvaarden. La
bour niet, omdat met het oog op een moge
lijke nederlaag de schuld moet worden ge
weten aan de combinatie der beide andere
partijen. Daartoe doen de Labourmannen de
wonderlijkste verhalen aan hun volgelingen.
MacDonald verklaart in Glasgow dat het ge
val Campbell een complot was van liberalen
en conservatieven tegen de regeering. „Zij
wenschen de waarheid niet 1" roept hij bit
ter uit. En de „Manchester Guardian," die
MacDonald toch langen tijd welgezind was,
kan niet nalaten te vragen waarom de pre
mier zijn vijanden de waarheid dan niet op
drong door de gevraagde commissie van en
quête te aanvaarden. Maar ook daarvoor
heeft MacDonald een antwoord. „Zij (de
booze coalitie) hadden immers reeds beslo
ten dat ons lot tegen het eind dezer maand
beslist zou worden 1" Vroeger of later was
het er dus toch van gekomen. Intusschen
heeft MacDonald's mede-minister Wheatley
een gloednieuwe verklaring waaraan niemand
nog gedacht had. De reden voor de plotse
linge eensgezindheid onder de liberalen en
conservatieven was zijn (Wheatley's) voor
nemen om de „Rent Restriction Act" voor
15 jaar te doen verlengen en om een „Buil
ding Material Supply Bill" in te dienen, tot
groote schrik van alle eigenaren van onroe
rende goederen en van alle speculanten in
bouwmaterialen, die derhalve hun partijen
dwongen om de Labour-regeering ten val te
brengen. Een uitlegging die natuurlijk in
het liberale en conservatieve kamp met hoon
gelach wordt begroet.
Maar de liberalen zijn ook niet van het
vaderschap der verkiezingen gediend. Hun
organen, zooals de „Westminster Gazette",
de „Daily News" en de „Manchester Guar
dian," wijzen eenparig op MacDonald als de
schuldige. De toon tegen het Labour-bewind
die een paar dagen geleden nog welwillend
was, wordt bij deze liberale bladen, die lan
gen tijd MacDonald de hand boven het hoofd
hielden, nu ook scherper. De „Daily News"
schrijft dat Labour niets heeft bijgedragen
tot de oplossing der groote sociale proble
men. De „Guardian" verwijt MacDonald
eert teveel aan „pure imagination". Wellicht
ook dat besluit van Labour om onder geen
beding met de liberalen samen te gaan
bij driehoeksverkiezingen om de conservatie
ven te verslaan, daar iets mee te maken heeft.
De „Daily Herald", het Labour blad ont
kent nadrukkelijk het gerucht dat Labour
tot zulke samenwerking bereid zou wezen
en wijst als voorbeeld op het district Eas
Edinburg waar Labour den liberalen cand -
daat bestrijdt niettegenstaande deze een
voorstander is van het Russische verdrag
Wij hebben niets gemeen, schrijft dit blad.
Laat de liberalen maar met de conservatie
ven samengaan. Dat is toch één pot natEn
zoo opnieuw wordt de verkiezing beschreven
als een strijd tusschen reactie en radikalis-
me, waarin eigenlijk geen plaats is voor li
berale middenmoot.
Deze zienswijze vindt steun bij de con
servatieven. Ook zij zien slechts één strijd
punt Communisme tegen Engeland „as is".
Een blad als de „Morning Post" wij dan ook
niets van samengaan met de liberalen weten
en neemt de gelegenheid waar om Glad
stone nog eens af te kammen en Disraeli te
verheerlijken. Willen de liberalen samenwer
ken dan moeten zij maar conservatieven
worden. Vrijhandel is uit den booze. Het
alternatief van protectie is geen vrijhandel
maar nationalisatie. Geen middenweg dus
en geen opportunisten zooals Lloyd George.
Men make zich geen illusies omtrent de ge
matigdheid van MacDonald. Hij staat niet
ver van het communisme. Zie het Russische
\e-drag dat, gelijk Lord Birkenhead nog
eens in de nu ook zwaar conservatieve „Dai
ly Mail" uiteengezet, „British money for
murderers" beteekent. En van MacDonald
is geen stabiele regeering te verwachten die
het land noodig heeft voor zijn econom'schen
wederopbouw. Dit is geen tijd voor socia
listische experimenten. En dit is evenmin
tijd voor vrijhandel. Derhalve geen pardon
voor de liberalen ook.
Maar zoo denken niet alle conservatie
ven er over. Van twee kwaden zijn zij hier en
daar bereid om het minste te kiezen. Van
daar de overeenkomsten in sommige dis
tricten om hun candidaten terwille van libe
rale candidaten terug te trekken. De libera
len doen trouwens hetzelfde, behalve dat zij
ook in woorden, minder afkeerig schijnen
van de coalitie-gedachte. En de „Daily He-
ra'.d"#weet zelfs te vertellen dat Lloyd Ge
orge, Chamberlain en nog een paar leden
uit het voormalige coalitiekabinet van Lloyd
George, het in het geheim eens zouden we
zen om het oude verbond zoo spoedig mo
gelijk te vernieuwen.
Intusschen wordt op het gebied der bui
tenlandsche politiek, het eenige punt waar
op de Labourregeering zich in het oogloo-
pend verdienstelijk heeft gemaakt, ook in de
oogen van haar tegenstanders, door de op
positie druk gezocht naar argumenten om
MacDonald c.s. eer af te kapen. De kwaad
aardige „Morning Post" opent de campagne
met de bewering dat MacDonald zijn bui-
tenlandsch beleid erfde van het Baldwin-
kabinet dat de eerste en .moeilijkste schre
den zette op den weg van toenadering tot
Frankrijk, terwijl de verdienste van het plan
Dawes natuurlijk vanzelf niet aan de La
bour-regeering toekomt. En wat op den
grondslag van dit plan in Genève geschiedde
is wellicht geen onverdeeld voordeel. Trou
wens ook tegen het plan Dawes is van con
servatieven kant al heel wat geprotesteerd.
Wij behoeven ons slechts de bijna hysterische
campagne van de „Daily Mail" te herinne
ren die met een heirleger spoken van Duit
sche concurrenten, op de been geholpen met
Britschen steun, kwam aanzetten. En wat
het protocool van Genève betreft zoo ver
klaart het conservatieve manifest duidelijk
dat „we shall have to scrutinise carefully.
the far reaching commitments and implica
tions of the sciieme". Waarvan de beteeke-
nis duidelijk wordt, wanneer wij zien hoe
minister Henderson het noodig vond om
nog eens nadrukkelijk te verklaren dat de
Britsche vloot niet aan het oppergezag van
den volkenbond is onderworpen, maar ge
heel onder Britsche souvereiniteit is blijven
staan.
Voor het overige zingen liberalen en con
servatieven in koor het lied der toenemende
werkloosheid, dat als ketelmuziek voor d^
Labourpartij bedoeld is.
HET DIRECTORIUM TEN EINDE?
Uit Madrid wordt gemeld, dat bij konink
lijk decreet alle soldaten van de laatste drie
lichtingen onder de wapenen zijn geroepen,
terwijl de diensttijd van de lichting 1923, die
op het oogenblik onder de wapenen is, ver
lengd wordt.
Volgens de „Diario" van Barcelona begint
de openbare meening in het land zich meer
en meer uit te spreken voor algeheele ont
ruiming van Marokko door Spanje.
In een te Tetoean gehouden rede beves
tigde generaal Primo de Rivera het bericht,
dat de dictatuur zal worden opgeheven en
dat hij zich in het particuliere leven zal te
rugtrekken om plaats te maken voor de nieu
we partij, de „Union Patrotica".
De Spaansche hooge commissaris voor
Marokko heeft zijn ontslag genomen.
IN VRIJHEID GESTELD.
Filippo Nardi, oud-directeur van de
„Tempo", die er van beschuldigd wordt dat
hij de vlucht van Filipello, directeur van'de
„Corriere Italiano" heeft helpen bevorde
ren, zal voorwaardelijk in vrijheid^ worden
gesteld.
Dinsdagavond tegen 10 uur werd een aard
schok waargenomen te Fort William in In-
vernesshire, waardoor de huizen schudden
en de ruiten rammelden.
EEN SCHIETPARTIJ TE MEXICO.
Uit Mexico wordt gemeld, dat aanhan
gers van generaal Vidal, die tot gouverneur
is gekozen van den staat Chiapas zich aan hït
station hadden verzameld om hem te ver
welkomen. Uit het regeeringsgebouw werd
door aanhangers van den verslagen candi-
daat Corzo een salvo gelost. Regeeringstroe-
pen drongen het gebouw binnen en namen
een aantal personen gevangen.
DE WAHABIETEN EN MEKKA.
Aan de „Times" wordt uit Kaïro gemeld,
dat de Wahabieten Mekka niet zijn binnen
gerukt en zich zelfs een eind hebben ver
wijderd van de stad, waarvan zij de toegan
gen blijven beheerschen, omdat te Mekka
cholera heerscht.
Het bestuur van het Egyptische grensge
bied ontving bericht, dat de Wahabieten
Zouden oprukken naar Akaba, een haven aan
den noordelijken arm van de Roode Zee.
De Egyptische regeering heeft de noodige
voorzorgsmaatregelen genomen.
Uit Djeddah wordt gemeld, dat oud-ko
ning Hoessein van Hedjas gistermorgen aan
boord van een jacht vertrokken is, naar men
gelooft naar Akaba.
Aan de autoriteiten te Peking is door den
Japanschen gezant, en aan die te Moekden
door den Japanschen consul-generaal een
nota overhandigd, waarin, onder bevesti
ging van Japan's onzijdigheid, de aandacht
wordt gevestigd op het feit, dat er in Mant-
sjoerije en Mongolië honderdduizenden Ja-
pansche inwoners zijn en ondernemingen
op uitgebreide schaal en dat de veiligheid
van Japan afhangt van de handhaving van
wet en orde in die gebieden. Japan acht het
van het hoogste belang, dat deze essentieele
rechten en belangen ten volle worden geëer
biedigd en gewaarborgd.
De vertegenwoordigers van Engeland, Ja
pan, de Vereenigde Staten en Frankrijk te
Moskou hebben bij de Sovjet-regeering ge
protesteerd tegen de arrestatie van de direc
teuren van den Chineeschen Oosterspoor
weg. Dit protest heeft bij de Sovjetregee-
ring verontwaardiging gewekt, daar zij het
als een inmenging van binnenlandsche Rus
sische aangelegenheden beschouwt. De of-
ficieele „Izwestia" heeft op dezen stap der
diplomaten geantwoord met een feilen uit
val tegen Frankrijk.
Volgens berichten uit Sjanghai zijn thans
alle wijken der stad in de macht van de par
tij van Kiangsoe. Het vechten heeft opge
houden er is haast niet geplunderd. Men
verwacht, dat de toestand binnen een week
normaal zal zijn.
In Frankrijk zijn lid van de Vrijmetselarij,
behalve Gaston Doumergue, de president
der republiek, bovendien de volgende minis
ters van het huidige kabinet: Edouard Her
riot, Justin Godart, Camille Cbautemps,
Victor Peytral, René Renault, Francois Al
bert, J. L. Dumesnil, Bovier Lapierre,
Queuille, Moro Giafferri.
In dit verband is het niet onbelangrijk de
volgende citaten te lezen:
„Vrijmetselaars, lid geworden van het
parlement blijven ook, tijdens den duur
van hun mandaat, afhankelijk van de Vrij
metselarij.Zij zijn verplicht de conclu
sies onzer algemeene vergaderingen als
richtsnoer te nemen van hun daden.... In
alle omstandigheden van hun politiek optre
den zijn zij gehouden zich te regelen naar de
beginselen, die wij huldigenOp bepaal
de tijdstippen moeten zij rekenschap afleg
gen over de vervulling van hun mandaat
In den boezem van het parlement moeten zij
groepen formeeren, die de belangen der
Vrijmetselarij zoo goed mogelijk behartigen
Onduldbaar zou het zijn, dat Vrijmetselaars,
die aan ons hun politieke uitverkiezing te
danken hebben, zouden handelen volgens
hun persoonlijk belang.... Daarom zal van
nabij toegezien worden op de daden der
Vrijmetselaars lid van het parlement en op
de stemmen die zij uitbrengen, om hen al
dus te beletten de verbintenissen te verbre
ken, die zij hebben aangegaan. Dergelijke
tekortkomingen zouden vallen onder de
maconnieke rechtspraak." Aldus het con
vent van het Groot-Oosten, in het jaar 1923
bladz. 364 en 365.
Wil men weten, welke „conclusies" als
richtsnoer moeten gevolgd worden? vraagt
„De Gelderlander".
Luister dan:
„Wij, Vrijmetselaars, moeten de totale
vernietiging nastreven van het Katholicis
me." (Bulletin van het Groot Oosten van
Frankrijk, Sept. 1895, bladz. 168). „De strijd
aangebonden tusschen het Katholicisme en
de Vrijmetselarij, is een strijd zonder rust
noch duur, op leven en dood." (Opperste
Raad. bladz. 185.) „De godsdienst zelf moet
verwoest worden." (Internationaal Congres
van Parijs 1900, bladz. 102). „De tegenstan
der, die geveld moet worden, is het Paus
dom met zijn voorhoede, de Jesuïeten. (In
ternationaal Congres van Genève, 1903,
bladz. 35). „De voortdurende strijd tegen
het Pausdom moet de voortdurende pre
occupatie blijven der Vrijmetselarij." (Inter
nationaal Congres van Brussel, 1904, bladz.
132.) En ten slotte, in October 1922: „Laten
we niet aarzelen den oorlog te verklaren
aan eiken godsdienst." (Bulletin van het
Konvent van de Grande Loge de France,
bladz. 148).
Als een kleine bijzonderheid vermeldt het
blad nog, dat zoo niet de hoofdleiding, dan
toch een allervoornaamste rol in de tegen
woordige Fransche Vrijmetselarij opgedragen
is aan den ex-Hollander, E. van Raalte, die
overigens zijn relaties met Nederland niet
verbroken heeft.
Men schrijft ons:
In Budapest werd dit katholiek instituut
opgericht. Het doel hiervan is: goed voed
sel te verschaffen aan de studenten der
universiteit, den ijver toonen in het beoefe
nen van den katholieken godsdienst en in de
studie, maar die helaas slechts een armoe
dig bestaan hebben. Het is het mooiste en
eenige instituut van dien aard in Hongarije.
Verleden jaar, 29 Sept., werd het gesticht
en verschafte sinds dien tijd meer dan 25000
middagmalen. Het gebrek der studeerende
jeugd in Hongarije is verschrikkelijk. Juist
daarom werd dit werk zoo toegejuicht
door het Hongaarsche Episcopaat.
Mgr. Glattfelder, Mgr. Rot en Mgr. Han-
nauer, die aan het Eucharistisch Congres in
Amsterdam deelnamen, hebben ook persoon
lijk hunne innigste dankbaarheid geuit voor
DONDERDAG 16 OCTOBER.
Radio-Paris 1780 M. 9.20 u. Concert
en zangavond van lichte muziek.
Chelmsford 1600 M. 8.30 u. Verkie
zingsrede van Baldwin, 10.20 u. concert
door het Z. L. O. kwaret.
Brussel 265 M. 8.35 u. concert, met
medewerking van den Cercle Choral „Le
Flambeau".
dit liefdewerk van Holland. Willen onze
jongelieden zich kunnen voorbereiden, om
later een hechte steun te worden van het
katholiek Hongarije, dan is het noodig, dat
ze goed gevoed worden. Welnu, onze Men
sa Adalbertina tracht er met alle kracht
naar, om aan die studenten dagelijks een
flinken, warmen maaltijd te geven, opdat zij
zich aldus ten minste eens per dag vol
doende kunnen voeden. Derhalve werd onze
Mensa opgericht, om onze katholieke stu
deerende jeugd een voldoende voedsel te
bezorgen en haar aldus tegen de gevaren
van moedeloosheid, van verslapping in bun
ijver voor de studies, ja van overgaan tot
onverschilligheid in hun godsdienst te be
hoeden.
Alleen katholieke jongelingen, en onder
dezen slechts zij, die er het meeste be
hoefte aan hebben, worden door onze Mensa
Adalbertina als leden aangenomen en zif
blijven het zoolang als zij zich van al hunna
plichten van godsdienst en ijver trouw blij
ven kwijten.
De eerw. zusters van de Congregatie van
den H. Vincentius, en de zusters van de
Goddelijke Liefde, hebben ons in hunne ge
stichten, keukens en eetzalen bezorgd. De
goede zusters bereiden zelf de spijzen, zor
gen voor een smakelijke toebereiding en te
vens, dat er geen brokje verloren gaat van
wat aan de jongelieden werd geschonken.
Het bestuur in Budapest bestaat uit den
directeur, dr. Damianus Vargha, de patroons,
die zijn eenige invloedrijke, vooraanstaande
heeren en de patronessen. Deze laatsten zijn
niet alleen de zusters behulpzaam bij de
huishouding, maar voorzien ook in de zorg
voor de zieke studenten, door medicijnen
en het noodige voedsel. Ten slotte behoo-
ren ook nog tot het bestuur de vertegen
woordigers der studenten.
De stem van de Mensa Adalbertina en van
zijn 300 kath. studenten, is reeds gehoord
door de Katholieken in Nederland, wier
steun den studenten vlug en krachtig te
hulp is gekomen.
Baronesse M. van Wijnbergen, presidente,
jonkvr. J. van Rijckevorsel, algemeene pen
ningmeesteres, Jansbuitensingel 25, Arnhem,
mevr. Heerkens Thijssen, te Haarlem; b.nesse
van Hövell tot Westerflier te Eist, jonkvr.
M. van Nispen tot Pannerden te Zevenaar,
hebben zich tot een comité gevormd en zijn
het werk begonnen onder den naam van
Mensa Adalbertina. De Mensa Adalbertina
kan reeds met 25 ets. een ruim voldoend
en voedzaam maal bezorgen voor 7.50 per
maand, voor 75 per jaar. Wie wil nu niet
medewerken, als wij bedenken, dat God,
het minste aan één der Zijnen gedaan, be
schouwd als aan Hem zelf gedaan.
Z. D. H. Mgr. Callier heeft aan het werk
zijn bijzonderen zegen geschonken. Wij ho
pen, dat zijn zegen en d« gebeden der
dankbare studenten, het werk voor God al
tijd aangenamer zullen maken.
De H. Schrift zegt: „Het is beter te geven
dan te ontvangen" en daarom hopen wij,
dat 't werk door vele kleine en groote gif
ten zal worden gesteund, die bij de comité
leden of bij de algemeene penningmeeste
res jkvr. J. vein Rijckevorsel, Jansbuitensin
gel 25, Arnhem, kunnen worden afgedra
gen of gezonden.
Ingediend is een wetsontwerp tot aanvul
ling en verhooging van Hoofdstuk X a (Ar
beid enz.) der Staatsbegrooting.
Het totaal der verhoogingen, in dit ont
werp opgenomen, beloopt aldus de Me
morie van Toelichting 11.045.000, welk
bedrag deels ten laste van den gewonen
dienst, deels ten laste van den buiten^e-
wonen dienst komt. In mindering van dit
totaal kan echter worden gebracht
5.840.400.
De verhoogingen voor den gewonen dienst
zijn derhalve terug te brengen tot
11.145.000 5.840.000 5.204.600.
Het ligt in de bedoeling van den minister
om, zoodra de uitgaven voor het dienstjaar
1923 met juistheid bekend zullen zijn, door
de indiening van een regularisatiewet het
eindcijfer der begrooting te verlagen. Naar
den huidigen toestand is hiervoor ruim 7
ton beschikbaar, zoodat het ontwerp een
vermeerdering van uitgaven voor den ge
wonen dienst medebrengt van 4.5 mil
lioen.
De voornaamste der voorgestelde verhoo
gingen zijn:
Art. 115. Bijdragen van het rijk aan ge
meenten over 1923 en afgesloten dienstja
ren ter tegemoetkoming in de betaling van
de annuïteiten, strekkende tot voldoening
voor rente en aflossing van de voorschotten
uit 's rijks kas verstrekt voor de doeleinden
in 7 der Woningwet omschreven, met
4.500.000;
Art 116. Bevordering van woningbouw^
met 4.541.000;
Art. 150. Bijdragen in den vorm van sub-
sidiën en toelagen, bedoeld in het „Werk
loosheidsbesluit 1917," met inbegrip van
subsidiën van de gemeenten, ingevolge
voormeld besluit, welke door het rijk bij
voorschot worden betaald, met 1.120.000,
2.
Hiermede eindigde de ontknooping van het
raadsel; er kan echter ook bij onze lezers
geen twijfel bestaan omtrent de treffende
overeenkomst van den man met den lich
ten jas, die op St. Kilda Road Royston's
koets verliet en den andere, die het tweede
rijtuig bezette en ia de Powlettstreet uit
stapte. Er kan geen worsteling hebben plaats
gevonden, daar in dit geval de koetsier Roy-
ston het rumoer gehoord moest hebben, dat
daaruit werktuigelijk had moeten ontstaan.
Wij veronderstellen dus, dat de overledene
te dronken was, om weerstand te bieden en
de andere het gunstige oogenblik te baat
nemend, bond in minder dan geen tijd den
met chloroform doorweekten zakdoek om
den mond van zijn weerloos slachtoffer en
na een paar vruchtelooze worstelingen, stort
te de laatste door de inademing van het doo-
t-end bedwelmingsmiddel in eene soort van
gevoelloosheid. De man met den lichten
jas scheen den overledene te kennen, te
oordeelen naar zijn gedragslijn vóór hij in
het rijtuig stapte; ook de omstandigheid, dat
i hij wegliep, toen hij hem herkende, en een
o genblik later weer terugkwam, dat de ver
houding tegenover den doode geen al te
vriendelijke was.
„Het grootste bezwaar is dit: in welke rich
ting moet men zoeken naar de aanleiding tot
dien moord met voorbedachten rade, daar de
overledene in deze streek een onbekende
schijnt te zijn, en zijn vermoedelijke moorde
naar ontsnapt is. Het is echter onmogelijk,
dat het lijk een geruimen tijd kan liggen, al
vorens iemand het herkent, daar Melbourne
slechts een dorp is, in vergelijking met Lon
den en Parijs, waar de menschen verdwijnen,
zonder dat ooit iemand verneemt, wat er van
hen geworden is. Het allereerst dient de
indentiteit des overledenen gestaafd te wor
den, en dan zal men ongetwijfeld het bewijs
erlangen, dat tot de aanhouding van den man
met den lichten jas zal leiden, die hoogst
waarschijnlijk de bedrijver der misdaad is.
Het is van een onberekenbaar belang, dat het
geheim, waarin de misdaad gehuld is, worde
opgehelderd, niet alleen in het belang der
justitie, maar ook van het volk, daar de
euveldaad plaats greep in een publiek rijtuig
en op den openbaren weg. De gedachte, dat
de bedrijver zulk eener euveldaad zich vrij in
onze naaste omgeving bewegen kon en wel-
lic' t op het punt stond, eene andere te be
gaan, is toereikend, om ons de haren te berge
te doen rijzen. Volgens het beweren van
James fayn, den welbekenden romanschrij
ver, is op het gebied der fantasie de natuur
een tweede gewoonte en vreemd genoeg
die bewering heeft alle zweem van waar
heid.. In een van F. du Boisgobey's meester
werken: „De Omnibus van den duivel" greep
in een omnibus eene soortgelijke misdaad
plaits, maar de vraag is, of diezelfde schrij
ver vermetel genoeg zou zijn, een werk te
schrijven, omtrent eene misdaad, bedreven op
zulk eene onwaarschijnlijke plaats als in een
huurrijtuig. Hier biedt zich echter eene schit
terende gelegenheid aan voor eenige ambte
naren onzer geheime politie, om zich voor
eeuwig beroemd te maken, en wij houden ons
overtuigd, dat zij niets zullen verzuimen, om
den bedrijver van zulk eenen laaghartigen en
aan het ongelooflijke grenzende moord te
ontdekken."
TWEEDE HOOFDSTUK.
Bij het onderzoek, gehouden op het lijk,
hetwelk in het rijtuig gevonden werd, zijn
de volgende artikelen welke de overledene
bij zich had, op een tafel gedeponeerd:
le. Twee pond, tien shillings in goud en
zilver.
2e. De witte zijden zakdoek, welke met
chloroform doorweekt was en gebonden
voor den mond van den overledene, gemerkt
i. rood zijde, met de letters O. W.
3e. Een sigarettenkoker van Russisch le
der, half gevuld met Old Judge sigaretten.
4e. Een witte glacé handschoen voor de
linkerhand, ietwat bevlekt, met zwarte na
den bovenop.
Samuel Gorby, van het geheime politie,
was bij het getuigenverhoor tegenwoordig
om te zien, of het een of ander feit, dat tot
de misdaad aanleiding gaf, door bewijzen kon
gestaafd worden. De eerste getuige was
Malcolm Roystone in wiens rijtuig de mis
daad bedreven was. Hij verhaalde dezelfde
geschiedenis, welke wij reeds aan den „Ar
gus'' ontleent hebben, en de volgende bij
zonderheden deelde bovendien de lijk
schouwer nog mede:
„Kunt gij geen beschrijving geven van den
heer met den licht grijzen jas, welke den
overledene ondersteunde, toen gij met uw
rijtuig in aantocht waart?'
„Ik heb hem niet nauwkeurig gadegesla
gen, daar de overledene mijn aandacht trok;
de heer met den lichten jas stond trouwens
in de schaduw."
„Vertel mij wat ge van hem zaagt."
„Mij dunkt, hij was blond, daar ik zijn nog
al grooten knevel kon zien, voorts in avond-
costuum, met een lichten jas er over heen.
Zijn gezicht kon ik niet dadelijk onderschei
den daar hij een slappen, vilten hoed droeg,
welke tot aan zijne oogen op het hoofd ge
drukt was."
„Welk soort van hoed droeg hij, een wijd
soort?"
„Ja. De rand was neergeslagen, en ik kon
slechts zijn mond en snor ontwaren."
„Wat was zijn antwoord op uwe vraag,
of hij den doode kende?"
„Hei zeide kortweg: neen; en vertelde,
dat hij den overledene zooeven van de straat
had opgenomen."
„En scheen hij hem later te kennen?''
Ja. ^ant toen de doode aankeek,
zeide hij: „Jij?" waarna hij hem weer op de
straat liet vallen, toen snelde hij naar Bour-
ke Street."
„Keek hij nog om?1'
„Zooveel ik weet, neen."
„Hoelang staardet gij hem na?"
„Ongeveer een minuut.''
„En wanneer zaagt gij hem weer terug?"
„Nadat ik den overledene in het rijtuig ge
tild had, stond de onbekende, terwijl ik mij
omkeerde, vlak naast mij."
„En wat zeide hij?''
„Ik zeide: „0, zijt gij teruggekomen,
a aarop hij ten antwoord gaf: „Ja, ik ben
van gedachten veranderd, en zal hem naar
huis brengen." vervolgens stapte hij in hei
rijtuig en beval mij, naar St. Kilda te rij
den."
„Ja; ik dacht reeds, toen hij hem aankeek,
dat hij hem herkende, en ongetwijfeld waren
zij elkander vijandig gezind, reden waarom
hij vermoedelijk is weggeloopen, maar on
danks dit alles kwam hij spoedig toch weer
terug.''
„Zaagt gij hem weer omkeeren?"
„Neen; het eerst, wat ik van hem zag,
was toen ik mij omkeerde en hij vlak naast
mij stond."
„En wanneer stapte hij uit?'1
„Juist, toen ik den draai nam bij de Taal
school op den weg naar St. Kilda."
„Vernaamt gij rumoer in het rijtuig, dat
gelijkenis kon hebben met een gevecht of
eene worsteling tijdens den rit?"
„Neen, de west was hobbelig; en het geraas
van de wielen op den weg zou mij belet heb
ben, iets te hooren.''
„Toen de heer met den lichten jas uit
stapte, scheen hij toen verstrooid?"
„Neen. hij was volkomen kalm."
„Hoe kunt gij dit beweren?"
„Daar de volle maan ons bescheen en ik
het duidelijk ontwaren kon."
Zaagt gij toen zijn gejaat?"
„Neen, zijn hoed was ver over zijn hoofd
gedrukt. Ik zag er juist zooveel van, als
toen hij bij Collinstreet in het rijtuig stapte."
„Waren zijne kleederen gescheurd, of
zaten zij in wanorde?"
„Neen, het eenig verschil, dat mij in hef
oog viel was dit: zijn jas was toegeknoopt.
„En was hij geopend, toen hij er in
stapte?''
„Neen, maar wel, toen hij den overledene
ondersteunde."
"Hij heeft hem dus dichtgeknoopt, alvo-
r is hij terugkwam en in de koets stapte?"
„Ja, dat veronderstel ik.'"
„Wat zeide hij, toen hij bij St. Kilde uit
de koets stapte?"
„Hij zeide, dat de andere er geen genoe
gen mee nam, dat hij hem naar huis bracht
en hij wel naar Melbourne terug zou loo-
pen."
„En vroeg gij hem toen, waar gij den over-
ledene heen moest rijden?''
(Wordt vervolgd.]