Indische Kroniek.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Vrijdag 17 October 1924
■9
De Engelsche Labour-regeering en de werkloosheid. In 42 districten
zullen driehoeksverkiezingen worden gehouden. De kapitaalvlucht uit
Frankrijk.
Onder de Radio-berichten: De kansen der Engelsche arbeiderspartij.
Het standpunt van het Duitsche Centrum inzake de regeeringscoalitie.
GEK?. BÜITEHL GERICHTER.
HET OPRUKKEN DER WAHABIETEN.
Congres Klooster Brakhenstein.
FEUILLETON.
HET GEHEIM VAN EEN
HUURRIJTUIG
Hooger Onderwijs in Indië. Urgentie vanKath. Middelbaar Onderwijs. De Missie on
Bali.
Sinds een viertal jaren is te Bandoeng,
op de 700 M. liggende koele hoogvlakte, ge
vestigd de Technische Hoogeschool en de
eerste civiel ingenieurs zijn dit jaar afge
leverd. Deze Hoogescl ooi is een particuliere
stichting, die dit jaar echter door het Gouver
nement wordt overgenomen. De jonge abitu
riënten trefien het in zooverre slecht, dat
het hun de grootste moeite zal kosten em
plooi te vinden. De versobering toch van den
staatsdienst heeft reeds tot een aanmerke
lijke inkrimping van het ingenieurscorps bij
de verschillende diensttakken geleid en dit
gaat nog steeds door. En in het particuliere
bedrijf is de markt ook slecht. Zoo kan het
verkeeren! In de jaren 1919 en '20, den tijd
der hoogconjunctuur, was er, zoo het heette,
een schromelijk tekort aan werkkrachten,
gestudeerde en andere. Vooral het tekort aan
ingenieurs heette schrikbarend te zijn en de
moederlandsche technici meldden zich veel
te schaarsch aan, zordat een beroep op de
buitenlandsche markt we-d gedaan, waar
door we hier heel wat Duitsche en Oosten-
rijksche ingenieurs ingevoerd kregen. Het
getij leek toen uitermate gunstig „m hier te
lande, zelfstandig de v ming va hoogere
technici ter hand te nemen, een wensch, die
reeds eenige jaren op h.t Indische verlang
lijstje stond. Op Letzelfde li, tje stonden
en staan hoogescholen in de -ndere dan
de technische vakken en de gestadige evolu
tie volgende, is in de voorjaa.szitting van
den Volksraad aangenomen de oprichting van
een Rechtshoogeschool. Een zwakke poging
is nog aangewend, om deze instelling voor-
loopig achterwege te laten, gezien aldus
de argumênteering het groote getal juris
ten, dat in Holland zonder emplooi rond
loopt. Dit geluid is echter in de afdeelingen
van den Volksraad bevroren. In de open
bare zitting is men er niet meer mee voor den
dag gekomen. Zoodat we nu in October met
aller instemming de opening van dit nieuwe
instituut mogen verwachten.
Professor Scholten heeft zich met de voor
bereiding van de Rechtshoogeschool die te
Batavia gevestigd zal worden belast. Ook
zorgt Z. H. G. voor het doceerend personeel,
waarbij natuurlijk behalve onder de hier aan
wezige rechtskundigen gezocht wordt onder
het professorabele deel der Hollandsche
juristenwereld, opdat de wetenschappelijk
heid van het onderwijs en daarmee de naam
der nieuwe hoogeschool reeds van den aan
vang af gevestigd zal zijn.
Het spreekt vanzelf, dat naast de weten
schappelijkheid ook de richting van het
nieuwe instituut een factor van beteekenis
is. Vooral is dit het geval bij de rechtsstudie
Rtfcht, philosofie en letteren zijn wel in de
profane wetenschappen de meest richting
gevende aan de denkwereld en bij uitstek
aangewezen om de cultuur van een gemeen
schap te vormen en te vervormen, 't Is dan
ook zeer zeker niet zoozeer om de mindere
kostbaarheid, dan wel v.n.l. om de meerdere
cultureele beteekenis geweest, dat de
Nijmeegsche Universiteit de prioriteit aan
het recht, de philosofie en de letteren gaf
boven de technische en exacte wetenschap
pen bij haar oprichting. In die wetenschaD
schuilen naast den godsdienst de cultuur
krachten, die richting geven aan het denk
leven der maatschappij.
De richting nu van de Indische Rechts
hoogeschool, zal zonder twijfel zijn die der
vrijzinnigheid, ze zal een copie worden van
de moederlandsche Rijkshoogescholen, die
allen den liberaal-vrijzinnigen geest ademen
En dit feit hebben we voorloopig zeker
te aanvaarden. Het Katholieke, en, meer in
't algemeen gesproken het Christelijke
volksdeel moge de grootste helft vormen der
Hollandsche natie, het mag daarbij de poli
tieke meerderheid tevens bezitten, in de
wetenschappelijke wereld komt het door
allerlei omstandigheden nog immer achteraan
en moet het noodgedwongen er genoegen
mee nemen, dat de liberale en vrijzinnige
wereld de leerstoelen voor het jvergroote
deel bezri. Zoo zullen ook dezelfde omstan
digheden het onafwijsbaar maken, dat de
nieuwe zetels der Indische Rechtshooge
school zullen ingenomen worden door docen
ten van vrijzinnigen huize. Daarmee zal de
vrijzinnigheid, die reeds zoolang Indië tot
het Koninkrijk der Nederlanden behoort,
haar stempel op de Indische maatschappij
heeft kunnen zett a ook al weer door
allerlei omstandigheden opnieuw een
machtigen voorsprong krijgen op de ideeën
vorming hier te lande. Dit is buiten kijf en.
niet te vermijden.
De hooger-onderwijsinrichtingen zullen
echter ook bezocht worden door jongeman
nen van Katholieken huize. Nu laat over
't algemeen de vorming der Katholieke
ongelingschap in Indië zeer veel te wenschen
over. Katholiek lager onderwijs is steeds
sporadisch geweest en beperkt zich ook
nu nog tot enkele der groote plaatsen.
Katholiek middelbaar onderwijs bestaat er
enkel voor meisjes op de 3-jarige H. B. S.en
Ier zusters Ursulinen te Batavia, Bandoeng
en Soerabaia. Voor de jongens bestaat er
niets. Hoe moeten bij zoo'n toestand Katho
lieke voorgangers van Indischen huize ge
vormd worden? 't Is duidelijk, dat daarvan
weinig of niets terecht kan komen. En thans
staan we hier voor het feit, dat ze na de
a. Katholieke lagere en middelbare school
geheel doordrenkt worden van den liberaal
vrijzinnigen geest op de komende openbare
hoogescholen. Inderdaad staat het er voor
de vorming van een katholieke leidersgroep
van Indischen hu-- zeer slecht voor. En
toch is deze vorming met het oog op de zich
'mtwikkelende en naar autonomie strevende
Indische maatschappij hoogst gewenscht,
wil het Katholicisme hier te lande niet in
steriliteit, hetgeen inhaerent is aan het ge
brek aan eigen voormannen, een kwijnend
bestaan voeren of wellicht het afleggen.
Wat wij dan allereerst noodig en van de
meeste urgentie achten?
Dat zoo spoedig mogelijk een Katholieks
middelbare school voor jongens in Indië ver-
rijze. Zoodanige inrichting waaraan even
noodzakelijk een niet te duur inte naat ver
bonden moet worden- zal de Katholieke
jongelingschap van de Indische lagere
scholen, die voor hoogere studieën is voor
bestemd, kunnen opvangen en gedurende
de meest ontvankelijke jaren de I atholieke
levensvisie en levenshouding kunnen bij
brengen. Alsdan zal het gevaar van afzakken
hetwelk in Indië toch al zoo groot on
veelvuldig is, bij het daarop) volgend bezoe
ken der staatshoogescholen tot een minimum
gereduceerd worden. Tevens kan het con
tact, op welke wijze ork. van et loceerend
personeel mits dit van den aanvang af oo j
hoog peil staat met z'n oud-leerlingen er
krachtig toe medewerken, dat niettegen- j
staande de a-katholieke vorming op de j
hoogeschool toch een goed onderlegde en j
strijdbare leidersgroep van Indische origine
aan de maatschappij wordt afgeleverd. Wij
achten deze aangelegenheid van niet minder j
beteekenis dan de huidige missioneering.
Want zonder dezen tak van jeugdvorming
zullen we wel krijgen een kudde, wellicht
een vrij groote kudde, doch missende de
leiders uit het eigen volk. De gevaren aan
zoo'n toestand verbonden, zullen we zeker
niet behoeven te schetsen.
Men is in Indië sinds eenige jaren bezig
met de vorming van een fonds, dat gedoopt
is naar den vorigen bisschop van Batavia:
het Mgr. Luypen-fonds. Financiëele kracht
schuilt er echter weinig onder de Indische
Katholieken, zoodat het zonder hulp van
buitenaf nog jaren zal moeten duren, eer er
voldoende kapitaal aanwezig is voor het be
oogde doel. En nu prijzen we gaarne de
alom verspreide missieactie en offervaardig
heid van onze Nederlandsche landgenooten.
De gestadige voortgang van het Indische mis
siewerk is noodzakelijk in meer dan één
opzicht. Doch warneer daarneven niet vol
doende gedacht wordt aan de consolidatie,
in den vorm van goed onderlegde leiders,
die het kompas moeten bevaren in de In
dische sociaal-politieke wereld der naaste
toekomst, dan wordt maar half werk ver
richt.
Zouden de Nederlandsche missie-vrien
den ook aan deze aangelegenheid eens hun
bizondere aandacht willen wijden?
Nu we toch over missie-acties en belan
gen spreken, kunnen we gevoegelijk even
de recente Balische missie-kwestie in be
schouwing nemen.
Door den afgevaardigde voor Bali in den
Volksraad, den heer Tjokorde Soekawati, was
bij motie voorgesteld de Regeering te ver
zoeken de R. K. Missie niet op Bali toe te
laten.
De heer Tj. Soekawati, behoorende tot
den hoogen Balischen adel, welke met de
priesterkaste 1) de tv ee hoogste standen
uitmaken, vreesde door toelating der Ka
tholieke missie op zijn eiland, een aantasting
der Balisch-Hindoeïstische cultuur, hetgeen
de eenheid des volks, dat in geheel zijn leven
en streven opgaat in die cultuur, ten zeerste
in gevaar zou brengen. (In hoeverre Euro-
peesche vrienden met anti-Katholieke ge
voelens en hevige adoratie voor de Balische,
in wezen heidensche, cultuur, den afgevaar
digde in diens optreden geïnfluenceerd of
geadviseerd hebben, laten we buiten be
spreking. Een Mohamedaansch voorman, die
ook van afsluitingspolitiek niets moet heb- i
ben, gaf ons als zijn indruk te kennen, dat
zoodanige adviseurs achter de schermen
werkten).
Deze motie ging wel zéér over de schreef!
Alle geestesrichtingen hebben vrijen toegang
tot Bali, zooals communisme, Mohameda-
nisme, theosophie, e. t. q., zoodat een ver
zoek tot de Regeering om speciaal Katho
lieke missioneering te verbieden, wel wat
te absurd was. De motie werd dan ool^ er-
vangen door een andere van deze strekking,
dat de Regeering verzocht werd geen steun
te verleenen aan propaganda de' Kath. mis
sie op Bali. Deze wensch lijkt doeltreffend,
wijl aanvrage was geda. n om subsidiëering
van een Holl. Inlandsche sehool, welke de
Missie voornemens was (en is) op Bali he
stichten.
Pas tegen de stemming over de motie,
toen er dus een beslissing moest worden
genomen, kwamen de meeningen los, zij 't tn
korte betoogen, waarbij de vrijzinnige groe
pen van alle schakeeringen, (voorzoover ze
het woord voerden) zich met de strekking
der motie vereenigden.
Namens de Katholieke fractie verklaarde
de heer Schmutzer natuurlijk tegen de motie
te zullen stemmen, niet alleen wijl hij ze een
aantasting der Katholieke vrijheid achtte,
maar ook, wijl het voor een cultuur in het
algemeen geen voordeel kan zijn. wanneer
ze geheel geïsoleerd blijft van andere cul
tuursinvloeden. Daarbij verwees hij naar
den bloei, tot welken Katholiek in Protes-
tantsch godsdienstig gemeenschapsleven in
Holland geleid hebben, juist door de voort
durende aanraking, terwijl onbeïnvloede
godsdienstige culturen, als in Cpanje, Italië
en de Noorsche rijen in steriliteit dreigen te
verzinken.
Het gewicht der kwestie en de zeer on
voldoende voorbereiding, deed ondergetee-
kende besluiten tot het voorstel, de motie
aan te houden, aan welke poging steun ge
geven werd door den Regeeringsgemachtigdc
den Directeur van Onderwijs en Eero-
dienst en den Voorzitter van den Volks
raad. Deze laatste wenschte daarbij, dat de
Regeering eerst een nader onderzoek zou
instellen en tót het bekend stellen der re
sultaten daarvan niet tot steun aan eeniger-
lei instelling zou overgaan.
Aldus werd besloten en we gelooven, dat
zeer vele Volksraadsled -n deze oplossing
der opgeworpen k\ e.tie voorloopig de ge
lukkigste achtten. Een onderzoek is nu gaan
de en in de najaarszitting van den Volksraad
zal de kwestie wel opnieuw aan de orde
gesteld worden.
Afgescheiden van de vraag, of er op Bah
kans is op spoedig succes voor den arbeid
der missie, is de zaak ook nog te beschou
wen van een meer algemeen standpunt.
Doch vooraf toch iets over de kansen voor
missioneering.
Het Balische volk is in al z'n la^en door-
deesemd van den Hindoeïstische.i godsdienst.
Het geheele maatschappelijk léven is door
weven met godsdienstige gebruiken en fees
ten. Wie b.v. kennis neemt van de intense
deelname van het volk aan den éodsdiens-
tigen ritus eener lijkverbranding, waarbij
groote praal en pracht tentoongesteld wordt,
moet erkennen, dat de Hindoe-cultuur op
Bali geen vernisje is, gelijk'b.v. het Moha-
medanisme in Midden-Java, maar door merg
en been is gedrongen.
Daarbij is het Balische volk welvarend.
Dit alles maakt de kansen op een vrucht-
1 are missioneering problematiek. Een schuch
ter .aanpakken met bescheiden middelen, een
loodskerkje b.v. en een een/ordig schooltje,
zal op de Baliërs in geen geval den invloed
hebben, welke te verwachten is bij een
meer primitieve heidensch-animislische be
volking. O.i. zal de zaak op onbekrompen
voet, min of meer grootscheeps, aangepakt
moeten worden. Én laten de middelen,
waarover de Missie beschikt, zulks toe?
Van meer algemeen politiek standpunt
vertoont de zaak dit aspect: 't Is buitenge
sloten, dat een kleine gemeenschap als Bali
te midden der steeds meer werkende in
vloeden van buitenaf en door de eigen deel
name aan het buiten-Balische leven, haar
cultuur en godsdienst kan bewaren en be
houden. Onderwijs, en voortgezette deelname
aan het Indische politieke en sociale leven,
zal den Baliër de broosheid van zijn poli-
theïsme doen inzien. Een millioenmaatschap-
pij als de Britsch Indische Hindoe-wereld ver
mag zich wellicht nog eeuwenlang zonder
al te veel afval of verwording staande te
houden, een klein enclave als dr Baliscne
gemeenschap is daartoe niet in staat. Wat
zal het eiland dan worden? Dat is tenslotte
de vraag, waar het om gaat. Een Neder-
landsch-Indische politiek zal dan moeten
kiezen voor christelijke beïnvloeding, voor
christianiseering. Wordt het Hindoeïsme op
Bali vervangen door Mohamedanisme, dan
is dit geen winst voor Nederlandschen in
vloed in Indië en een harmonisch samen
gaan van beide gebieden. Vrijzinnige beïn
vloeding leidt afgescheiden van de gods
dienstig? leegheid welke het meebrengt voor
allen voor de lagere klassen, de groote
massa dus, tot import en aanvaarding van
socialisme en bolchevisme, dien dreigender,
geesel van de Aziatische landen, met niet
minder Europeanenhaat als het Mohame
danisme aankleeft. Slechts christianiseering
en wel in haar volkomen vorm welken het
Katholicisme biedt, is de richting, waarin
een Nederlandsch-Indische politiek van
breede opvatting het zal moeten zoeken,
tot heil der Baliërs zelve, ten voordeele
eener goede functioneering der belangen-
eenheid: Nederland-Indië en last not least
het bevorderen van een evenwichtige poli
tieke constellatie in het Indische Rijk.
Buitenzorg, 2 September 1924.
A. B. TEN BERGE,
Lid van den Volksraad.
1) De bevolking is er naar de Hindoeïs
tische maatschappij-inrichting in vier, vrij
streng gescheiden kasten verdeeld.
De verkiezingen in Enge-
geland.
De Engelsche regeering publiceert thans
een reeks statistieken om de onj' i theid aan
te toonen van beweringen der conservatie
ven en liberalen, als zou de werkloosheid tij
dens haar bewind zijn gestegen. Weliswaar
aldus wordt in deze regeeringspublicatie ge
zegd, is het aantal uitkeeringen gestegen,
doch dit is alleen een gevolg van de mildere
toepassing door de Labour-regeering, waar
door de uitkeeringen, die vroeger slechts ge
durende een zekeren maximum-tijd werden
verstrekt, worden doorbetaald.
Het aantal werkloozen is echter voort
durend afgenomen.
Bij de vorige verkiezingen heeft „Labour"
in 64 districten een zetel gekregen ofschoon
het geen volstrekte meerderheid had, ten ge
volge van de verdeeldheid zijner tegenstan
ders. Voor 42 van deze districten is thans
een overeenkomst tusschen liberalen en con
servatieven gesloten om driehoeksverkiezin
gen te vermijden, en tegenover den Labour-
candidaat slechts één tegencandidaat, hetzij
liberaal of conservatief, te stellen. In 20 van
de overblijvende 22 districten zullen echter
evenals het vorige jaar, driehoeksverkiezin
gen plaats hebben, teiwijl in twee gevallen
nog geen beslissing werd genomen. Het blijft
inmiddels zeer de vraag of deze tactiek voor
deden zal opleveren, want de Engelsche kie
zers zijn zeer tegen dergelijke overeenkom
sten gel aat en het is niet uitgesloten dat vele
liberalen in zulke gevallen op den Labour-
randidaat zullen stemmen.
Het t?at tha is vast dat de tonsziv nven
ditmaal 530 candidaten zullen stellen, dat is
35 meer dan bij de vorige verkiezingen. La
bour stelt 500 candidaten of 70 meer dan het
vorige jaar.
De stand der kwestie van
Mosoel.
Het bericht over een uitlating van den
Britschen minister van koloniën, Thomas,
over Irak deed vreezen, dat er weer nieuwe
en ernstige incidenten in de streek van
Mosoel zouden zijn voorgekomen. Hierom
trent is niets nader gebleken en waarschijn
lijk had dus de uitlating van Thomas be
trekking op hetgeen alreeds geschied was
de schending n.l. van de voorloopige grens
van Irak door de Turksche troepen, waar
tegen Engeland onlangs protesteerde. Blijk
baar heeft de heer Thomas het noodig ge
oordeeld de Turken nog eens nadrukkelijk
te waarschuwen, dat ze v.oorzichtig behoo-
ren te zijn en dat de Britsche arbeidersre-
geering, ondanks alle beslommeringen van
de verkiezingen, volstrekt niet van plan is
haar waakzaamheid te doen verslappen of
een gewelddadigen inbreuk op haar verdrags
rechten te dulden.
De Turken hebben deze waarschuwing
ter harte genomen en de Turksche regeering
heeft nu bevestigd, wat de Turksche ge
delegeerde te Genève reeds verklaarde,
dat Turkije zich zal neerleggen bij de uit
spraak van den Raad van den Volkenbond,
aan welke krachtens het verdrag van Lau
sanne, nu beide partijen zelf niet tot een op
lossing konden komen, de beslissing van de
quaestie van Mosoel is overgelaten.
De Britsche 'regeering had al dadelijk
verklaard de uitspraak van den Raad te
zullen aanvaarden. Maar aanvankelijk maak
te ze te Genevè nog dit bezwrar, dat ze het
punt van geschil, waarover de Raad zou heb
ben te beslissen, beperkte en het bezit van
Mosoel, zelf reeds als afgedane zaak be
schouwde. Tegenover het Turksche ver
zet is zij echter van dit standpunt terug
gekomen en te Genevè werd dus overeen
gekomen de quaestie van Mosoel de
vraag dus of dit gebied tot Irak of tot Tur
kije zou behooren in vollen omvang aan
het oordeel van den Raad van den Volken
bond te onderwerpen. Intusschen echter
grepen de Turken al in door aan de grens
van Irak troepen te concentreeren en de
voorloopig aangewezen grenslijn te over
schrijden, en in hun geest te corrigeeren.
Onder het motto waarschijnlijk van hebben
is hebben en krijgen is de kunst. Tegen
over deze dubbelhartige houding van de
Turken, die wel verklaarden de uitspraak
van den Raad te zullen aanvaarden, maar
inmiddels zich tot een gewelddadige beslis
sing van de quaestie gereed maakten, is
de Britsche regeering met de krachtige
waarschuwing gekomen, dat ze zulk een
gewelddadige oplossing met geweld zal kee-
ren. En dat de Turken niet moeten mee-
nen, dat een Britsche Labour-regeering
over de behartiging van Britsche belangen
en rechten anders zou denken, dan vroegere
Britsche regeeringen.
Van Turksche zijde echter wordt ver
klaard, dat Turkije volstrekt niet streeft
->ar een gewelddadige oplossing. Het is
h t echter oneens met de interpretatie, welke
e Engelschen geven aan het besluit van
den Volkenbondsraad van 30 September,
waarbij den twistenden partijen werd gelast
den status quo te handhaven in afwachting
van de grensregeling door den Raad.
Zoo heeft de Turksche regeering zich
tot den secretaris-generaal van den Vol
kenbond gewend met het verzoek de aan
dacht van den Raad te vestigen op de maat
regelen der Britsche regeering, welke zich
wil verzetten tegen Turksche maatregelen,
die volgens de Turksche regeering volkomen
in overeenstemming zijn met de getroffen
overeenkomsten en de uitspraken van den
Raad. Nadrukkelijk verklaart de Turksche re
geering, dat zij haar troepenconcentratie, die
alleen was ondernomen ter bestrijding van
rooverbenden, heeft gestaakt en dat dus als
er incidenten nog mochten voorkomen, deze
door de Engelschen worden uitgelokt.
De Raad zal dus nu allereerst moeten
uitmaken wat eigenlijk de status quo is, die
gehandhaafd moet blijven, en daarop wordt
nu van weerskanten aangedrongen.
De Iersche kwestie.
Het parlement van den lerschen Vrijstaat
heeft de wet tot instelling der grenscommis-
sie in alle lezingen aangenomen, nadat pre
sident Cosgrave had verklaard, dat er geen
sprake is van een interpretatie van het Ier
sche verdrag, welke door de Britsche onder
teekenaars tijdens de onderhandelingen zou
zijn geheim gehouden.
Het bijeenkomen der
Fransche Kamers,
De „Quotidien" dringt op zoo spoedig
mog lijke bijeenkomst der Kamers aan, eener-
zijds om den Senaat de amnestie te doen
aannemen, anderzijds om wettelijke maatre
gelen te nemen tegen de dreigende kapitaals-
vlucht. Dit is dringend noodig omdat elk
verloren uur ettelijke verloren millioenen
beteekent. Daarom spoort het blad aan om
niet te wachten tot November, zooals de
bedoeling der regeering schijnt te zijn.
De salarissen der Fran
sche ambtenaren.
De Fransche ambtenaren krijgen hun zin.
In de laatste zitting van de conferentie, die
onder Herriot's leiding is gehouden, is bei-
sloten het minimum-salaris voor alle cate-
goriën van ambtenaren te brengen op 6000
francs. Verdere verhoogingen worden toe
gekend in overeenstemming met de hoogere
rangen, waardoor men komt tot een maxi
mum van 40.000 francs. Slechts zeer enkele
buitengewone ambtenaren, als gezanten,
enz., komen hier nog boven en bereiken
55.000 francs. Als men bedenkt dat 40.000
francs, de limiet van de belangrijkste posten,
tegenwoordig slechts- weinig meer dan 5000
gulden bedraagt, lijkt dit alles naar onze be
grippen nog niet heel hoog.
De plannen tot afschaffing van 20.000
ambtenaren hebben het mogelijk gemaakt
deze verhooging toe te staan, ten opzichte
waarvan de regeering met nadruk verklaart
dat ze veel minder geld kosten dan aanvan
kelijk is berekend en nog blijven beneden
totaal van 700 miilioen door Clémentel ge
noemd.
EEN OORLOGSMONUMENT.
Aan de bakende Achelsche Kluis, eyen over
de Noord-Brabantsch-Belgische grens is een
gedenkteeken onthuld ter nagedachtenis aan
de gevallenen bij de verdediging der kluis
door den Briri^chen generaal De Sc^epoer
met zijn 200 jagers, in Augustus 1914. N?
eene korte kannonade uit het zware Duit
sche geschut waardoor de abdij beschadigd
werd, trok de generaal met zijn troep in 20
automobielen oo Nederlandsch gebied terug,
na eerst nog het vuur der Duitsche afdee-
ling uit een paar kleine kanonnen en eenige
mitrailleurs beantwoord te hebben.
De Belgen werden door eene arileeling
Nederlandsche militaire wielrijders naar
Eindhoven gevoerd en verder geïnterneerd.
RUE ANATOLE FRANCE.
In den Parijschen gemeenteraad is een
voorstel ingediend om aan één van de voor
naamste straten der hoofdstad den naam van
Rue Anatole France te geven.
DE ARRESTATIE VAN TILLESEN.
De dezer dagen te Pressburg gearresteer
de Duitscher, dien men verdacht den moor
denaar van Erzberger, Tillesen te zijn, is
Woensdag door de politie aan een langdurig
verhoor onderworpen, waarin hij erkende,
lid te zijn van de O. C. (Organisatie-Consul)
en met de moordplannen ten opzichte -van
Rathenau op de hoogte te zijn geweest. Bo
vendien gaf hij toe, dat hij kort na den moord
bij herhaling den naam Tillesen had aange
nomen.
Bij de voortzetting van het verhoor in den
namiddag verklaarde der verdachte, die voor
gaf Bischowski te heeten, dat bij inderdaad
met den gezochten moordenaar Tillesen iden
tiek was. „Tillesen" bestaat volgens hem
echter niet. Hij had dezen naam ten tijde van
den moord slechts aangenomen. In werke
lijkheid heette hij Bischowski. Ook later ver
klaarde de verdachte nogmaals, dat hij inder
daad, te zamen met Schulz, Erzberger had
vermoord.
In weerwil van deze bekentenis twijfelt
men aan de juistheid der verklaringen -van
Tillesen-Bischowski. Men vermoedt, dat bij
skchts v il trachten de justitie op een dwaal
spoor te brengen.
DE PRINS VAN WALES BIJ FORD.
De prins van Wales heeft Woensdag, blij
kens een draadloos N. T. A.-bericht, een be
zoek gebracht aan de fabriek van Ford te
Detroit en het in elkaar zetten van een auto
bijgewoond.
Volgens een ander draadloos N.T.A.-
bericht is de prins uit Detroit te Toronto
aangekomen. Eergisteren is hij bij een vos
senjacht van zijn paard geworpen, doch hij
is weer opgestegen en heeft oogenschijnlijk
ongedeerd de jacht voortgezet.
EEN FASCISTISCH SCHRIKBEWIND.
Een eigenaardige toestand heerscht er in
het district Molinelja in Noord-Italië, het
welk kort na den oorlog door de plaatselijke
communistische organisatie tot een soort van
onafhankeb'ike republiek werd ingericht.
Na de fas i tische overwinning bleef het ka
rakter der „republiek" ongewijzigd, alleen
werden de roode leiders door de fascisten
vervangen.
De nieuwe minister van binnenlandsche
zaken, Federzoni, besloot onlangs het dis
trict te „zuiveren". Een strijdmacht van 200
carabiniere werd van Bologna in vrachtauto's
naar Molinella gedirigeerd, doch de chef van
het fascistische bewind, Regazzi, die een
ware tyrannie over het district uitoefent,
kon nog niet worden gearresteerd.
Het incident heeft natuurlijk tot veel com
mentaar aanleiding gegeven. Zelfs de „Os-
servatore Romano" spreekt een oordeel uit
en haalt een uitlating van Leonardo da Vi-
ci aan, nl. dat een ongesfrafte misdaad een
gewilde misdaad is,hetgeen als een kritiek
op het fascistisch bewina wordt beschouwd.
In een Egyptisch communiqué wordt ge
zegd, dat het onwaarschijnlijk is dat de
Wahabieten voornemens zijn een aanval
te doen op Egypte. Wellicht echter zullen
zij afgezanten zenden naar het schiereiland
Sinai om de Arabieren aan te sporen zich
te voegen bij het leger van sultan Ibn Seoed
om de grenzen van Palestina aan te vallen.
De Egyptische regeering zal de meest vol
strekte onzijdigheid in acht nemen.
DE Z. R. III EN DE SCHADEVERGOE
DING.
Reuter verneemt, dat de regeering der
Vereenigde Staten, na het aanvaarden van
de Z. R. III, een bedrag van 2.200.000 dollar
op de Duitsche schadevergoedingsrekening
zal afschrijven.
GROOTE
IN
OVERSTROOMINGEN
RUSLAND.
In de buurt van Nikolaweski is de Amoer
buiten zijn oevers getreden en heeft veel
schade aan de visscherij toegebracht. Er
zijn 400 slachtoffers.
S
Op 21 October a.s. zal met goedkeuring
van het Doorluchtig Episcopaat van Neder
land, het tweede congres plaats hebben
voor de Priesters der Aanbidding en voor
de Leden van het Eucharistisch Priesterver-
bond in het klooster van het Allerheiligste
Sacrament te BrakkensteinNijmegen.
PROF. DR. I. J. PALACHE.
Tot hoogleeraar in de taal en letterkun
de der Semietische oudheden en de uitleg
ging van het Oude Testament aan de ge
meentelijke Universiteit van Amsterdam, is
door den Raad van Amsterdam benoemd
Prof. Dr. I. J. Palache, aldaar.
UIT DE JAVA-MISSIE.
Java is een nieuw kerkgebouw rijker gz-
worden, juicht de Java-Post. Java, viermaal
zoo groot als Nederland, bezit buiten de
particuliere kapellen van verschillende kloos
ters vier en dertig openbare kerken en
kapellen.
Als men weet dat Amsterdam alleen 32,
zegge twee en dertig kerken bezit dan voelt
men de rechtmatige blijdschap, nu aan dat
getal 34 weer een eentje mag worden toe
gevoegd en wij onze vijf-en-dertigste kerk
noteeren.
De nieuwe kerk ligt op het areaal, van le
suikerfabriek Gandjoeran en het kruis steekt
de lucht in te midden van de Javaanschc
dessa's wier eerstelingen, nog gering in aan
tal, de kerkinzegening op 20 Augustus 1.L
bijwoonden.
De inzegening was treffend mooi. Men pro
fiteerde van de assistentie uit Djokja's
Pastorie en Noviciaat, zoodat het wonder
mogelijk bleek, om midden tusschen de
Javaansche dessa's een Hoogmis te cele-
breeren, waarin de HoogEerw. pastoor Hoe-
berechts Overste der Missie celebrans was,
terzijde gestaan door de Eerw. H.H. L. v.
Rijckevorsel en H. Koch als diaken en sub
diaken, terwijl de Javanenpastoor van
Driessche als ceremoniemeester alles leidde,
onder de H. Mis de Javanen toesprak en
hun de beteekenis van dit nieuwe kerkge
bouw uiteenzette.
De nieuwe kerk is geheel in steen opge
trokken en werd gebouwd onder leiding van
den administrateur zelf, voor wien het een
groote voldoening was, ook van vakkunSigen
te mogen vernemen, dat de kerk zeer geluk
kig was zoowel in- als uitwendig.
Hopen wij dat deze voorlóopige kerk spoe
dig te klein zijn zal en men haar kan over
laten aan haar definitieve bestemming van
vergaderlokaal, nadat de groote toekomst-
kerk in Javaanschen stijl zal zijn opgetrok
ken. Moge dit gebouw, waaraan met zooveel
piëteit werd gearbeid voor onzen Goddelij-
ken Meester als een eereboete zijn, in steen
vastgelegd, voor de missigits welke door
zoovele ondernemingen, slechts om hun on-
derhoorigen zoetjes te stemmen, worden ge
bouwd.
Aan een particulier schrijven ontleenen wij
nog het volgende:
De Javaansche Fraters werken met succes
in de dessa's. Op de fiets gaan ze naar die
plaatsen, die per trein minder goed te berei
ken zijn, zelfs Pastoor Strater, de ascetische
novicenmeester, schroomt niet van dat
modern vervoermiddel gebruik te maken.
Om de 14 dagen gaat P. Strater naar Medari
en tegenwoordig ook te Kalassan Mis-lezen.
De nieuwe tooverlantaarn bewijst goede
diensten bij het catechismus-onderwijs en de
Fraters weten daar zoo leuk bij te vertellen,
dat de menschen werkelijk getrokken wor
den.
Pastoor v. Driessche kan 't werk onmo
gelijk meer af; den vorigen Zondag heeft
z.Ew. 135 catechumenen ingeschreven, toen
werd 't te laat en werd 'n volgenden dag er
mee doorgegaan.
De Melania-club verricht vruchtbaar werk.
In t Melania-vonvict worden meisjes on
dergebracht, die op de sigarenfabriek werken
en geen onderdak hebben of die minder ge
schikt in de kampong Kunnen wonen.
Nu zijn de dames druk bezig om Javaan
sche meisjes naar de scholen te krijgen.
Jongens zijn er in overvloed, maar nog wei
nig meisjes genieten onderwijs. 150 zijn er
nu al door haar gebracht, waarvoor leergeld
en als t moet ook de kleeding verschatt
wordt.
De normaalschool voor Inlandsche meisjes
te Ambarawa is begonnen met 'n twintigtal
leerlingen, waarvan twaalf met 'n studiebeurt
van het St. Melania-Werk. Jammer dat P,
v. Kalken te veel van zijn krachten heeft ge
vergd. Vroeger gunde hij zich geen rust,
zelfs niet de noodige nachtrust; nu moet hij
er voor boeten.
Pastoor Fischer (hoofdpastoor te Djokja)
zal binnenkort naar Holland gaan om er wat
uit te rusten. Sinds hij hier is, is de parochie
veel vooruitgegaan.
n.ov'c'aat zal spoedig te klein zijn, ge
lukkig is er plaats voor uitbreiding. Onder
de Europeanen neemt het godsdienstig levea
zeer toe. De Europeesche kerk is 's Zondags
te klein. Ook bij onzen plechtigen Eucharis-
tischen flag bleek het godsdienstig leven
duidelijk. Dat is een heerlijk feest geweest,
waar blank en bruin broederlijk hebben
samengewerkt.
Op de Canisius-drukkerij is Thomas 4
Kempis in t Javaansch verschenen, terwijl
de oijbelsche Geschiedenis in 't Maleisch en
in t Javaansch ter perse is.
Het Utrechtsch Missie-Comité.
„Ja, waarop hij ten antwoord gaf, in Grey-
ii Ackland Street (St. Kilda) te wonen, doch
dat hij het mij bij de „Vereeniging" wel zelf
zou zeggen."
„Dus de heer met den lichten jas gaf zich
_en schijn, als hij niet wist, waar de over
ledene woonde?''
„Zoo is het niet; want hij gewaagde van
Ackland Street of Grey Street.
„Vindt gij dit niet opvallend?
„Neen, het kwam mij voor, dat hij slechts
koff'ehuisvrienden waren.''
„Hoe lang sprak de heer met den lichten
jas met u?"
„Ongeveer vijf minuten."
„En vernaamt ge al dien tijd geen rumoer
het rijtuig?''
„Neen, want ik dacht, dat de overledene
sliep."
,,En wat gebeurde er, nadat de man met
oen lichten jas zijn metgezel een goeden
nacht had toegewenscht?"
„Toen ontstak hij eene cigarette, gaf mij
een halve souverein en liep daarna naar Mel
bourne.''
„Hebt gij opgelet, of de heer met den lich-
t n jas zijn zakdoek bij zich had?"
„O zeker; want hij heeft er de stof van
zijn schoenen mede afgewischt, daar de weg
vrij stoffig was."
„Sloeg gij eenige treffende bijzonderheden
b: hem gade?''
„Toch niet, met uitzondering van een dia
manten ring, dien hij aan zijn vinger droeg."
Viel daar iets bijzonders aan op te mer
ken?"
„Hij droeg hem aan den voorsten vinger
zijner rechterhand, en vóór dien tijd had ik
er nog niets van bespeurd.''
„Wanneer hebt gij dit dan voor het eerst
b merkt?"
„Toen hij zijne cigarette aanstak."
„Hoevele malen riep gij, bij de „Vereeni
ging'' aangekomen, den overledene?"
„Drie of vier keer. Toen kwam ik van den
bok af en kwam tot de treurige ontdekking,
dat de ziel aan het lichaam ontvl n was."
,."n welke positie trof gij hem aan?''
„Hij zat in elkander gedrongen in een
hoek van het rijtuig, bijna in dezelfde hou
ding, als wanneer ik hem verliet, na hem in
de koets getild te hebben. Het hoofd hing
op den schouder, om zijn mond was een
zakdoek gebonden. Toen ik hem aanraakte,
viel hij werktuigelijk naar het andere einde
der koets en toen ontwaardde ik, dat hij
morsdood was. Vervolgens reed ik onver
wijld naar het politiebureau te St. Kilda
en deed aldaar een getrouw verslag van
het gebeurde,"
Na het getuigenverhoor van Royston,
waarbij Gorby verscheidene aanteekeningen
gemaakt had, kwam de beurt aan Robert
Chinston. Hij verklaarde het volgende:
,lk ben een gediplomeerd arts, gevestigd
in Colinsreet, East. Ik bewerkstelligde een
„post-mortem"", onderzoek aan het lichaam
des overledenen, en wel Vrijdagmorgen."
„Aldus weinige uren na den dood?
„Ja; te oordeelen naar de houding in
welke zich de zakdoek met chloroform be
vond, houd ik mij overtuigd, dat dit ge
vaarlijk bestanddeel zijn dood heeft ver
oorzaakt, en wetende, hoe schielijk dit ver
gif haar uitwerking doet, ging ik onverwijlt
tot een onderzoek over."
Lijkschouwer: „Ga voort, mijnheer."
Dr. Cliriston sprak: „Uitwendig zag het
lijk er zuiver en goed geconserveerd uit. Er
waren geen sporen van geweld aan op te
merken. De zichtbare vlekken aan de bee-
nen en aan de romp gaven blijk van de con
gestie van het post mortem. Inwendig waren
de hersens hypereamie, en vooral in de op
pervlakkige vaten was een aanzienlijk op-
i hoopings-proces merkbaar. Van hersen
kwaal kon geen sprake zijn. De longen wa
ren in uitstekenden toestand, doch in lichte
volgorde. Nadat ik ^e borst had onderzocht
ontwaarde ik duir' k een flauwe lucht, 't
uitvloeisel van geestrijke vochten. De maag
bevatte onéeveer een pint geheel verteerd
voedsel. Het hart was slap. De rechterzijde
van dit lichaamsdeel, bevate een aanzien
lijke hoeveelheid donker, vloeibaar bloed.
Er was neiging tot vettige ontaarding van
dit zintuig. Het is mijn onomstootelijke over
tuiging, dat deze persoon stierf aan de ge
volgen van chloroform-inademing."
„Gij zeidet dus, dat er neiging bestond tot
vettige ontaarding in de hartstreek? Zou
die omstandigheid met den plotselingen
dood in verband staan?"
„Ware er niets anders bijgekomen,' ik zou
mii niet bevoegd achten, die vraag in be
vestigenden zin te beantwoorden Maar aan
gezien, hetgeen hem toegediend werd,
juist chloroform was, en het hart zich in den
zooeven omschreven toestand bevond, be
schouw ik een en ander als een toevallige
samenloop van omstandigheden, welke' de
noodlottige uitwerking niet weinig verhaast
heeft. Tevens mag ik niet ontveinzen, dat de
post mortem teekenen, bij vergiftiging door
choroloform, meerendeels bedriegelijk zijn."
Het werd dr. Chinston vergund, zich te
rug te trekken en Clement Rankin, de an
dere huurkoetsier, werd alsnu in verhoor
genomen. Diens verklaring kwam hierop
neer:
„Mijn beroep is dat van koetsier, ik ben
metterwoon in Collingwood gevestigd, er.
bestuur gewoonlijk een huurrijtuig. Juist
had ik een gezelschap naar St. Kilda gere
den en keerde omstreeks half een terug. Op
een korte afstand, even voorbij de Taal
school, wenkte mij in een lichte jas gekleede
heer. Een sigaret rookende, gelaste hij mij
hem naar Pawletsfreet in het oosten van
Melbourne te rijden. Ik gehoorzaamde en hij
stapte uit aan den hoek van Wellington Pa
rade en Powlett-Street. Alsdan betaalde hij
mij een halve souverein voor den rit en
sloeg toen den weg in naar Powlett-Street,
midderwijl ik naar de stad terugreed."
„Hoe laat was het toen uw rijtuig in Pow-
let-Street stilhield?"
„Juist twee uur."
„Hoe weet gij zulks?"
„Daar het dien nacht zeer stil was en ik
de klok van het postkantoor het tweede uur
na middernacht hoorde verkondigen."
„Viel u iets bijzonders aan den man met
den lichten jas op?"
„Neen, hij zag er juist als een gewoon
sterveling uit. Hij dunkte mij een van die
stads-grappenmakers te zijn, die van een
pretje houden. De hoed stak hem tot over
de oogen in het gelaat, waardoor ik niet bij
machte was zijn trekken te onderscheiden.
„Hebt gij ook opgelet of hij een ring aan
den vinger droeg?"
„Ja, daarop was zeker mijn aandacht ge
vestigd."
Want terwijl hij mij de halve souverein
ter hand stelde, ontwaarde ik een ring met
diamanten steen, dien hij aan den voorsten
vinger zijner rechterhand droeg."
„Zeidz hij niet, waarom hij in zulk een
vergevorderd uur te St. Kilda was?"
„Neen, dat deed hij niet."
Hiermede was het verhoor van Clement
Rankin afgeloopen, en de lijkschouwer hield
zich gedurende langer dan een half uur be
zig met het bijeenbrengen der verkregen ant
woorden. Hij maakte hieruit de gevolgtrek
king, dat de overledene in geen geval een
natuurlijken dood gestorven was, doch dat
de uitwerking van het vergif hiervan de
oorzaak was. Tot op dit oogenblik zijn
slechts onbeduidende bewijzen verkregen, de
bijzonderheden dier euveldaad betreffende,
en de eenige persoon die verdacht kan wore
den het feit te hebben gepleegd, is de o*
bekende man, die Vrijdagnacht, met den
overledene, toen hij in het rijtuig stapte aan
den hoek van de Schotsche kerk, nabij de
standbeelden van Burke en Will. Het feit is
door bewijzen gestaafd, dat de overledene,
toen hij in het rijtuig stapte, zich klaarblij
kelijk in normalen gezondheidstoestand be
vond, echter in een lichte graad van dron
kenschap. Het feit intusschen, dat hij door
den koetsier Royston gevonden werd, nadat
de man met den lichten jas hem yerlaten
had, met eenen met chloroform doorweek
ten zakdoek om den mond gebonden, wet
tigt het vermoeden, dat hij door de inade
ming van de chloroform, die hem bij een
groote hoeveelheid is toegediend, gestor
ven is. De verkregen bewijzen in dit geding
zijn van verschillende omstandigheden af
hankelijk. maar het valt niet te ontkennen,
dat wij hier staan voor een misdaad, plaat»
gehad hebbende onder de meest ijzingwek
kende omstandigheden. Aangezien de ver
kregen bewijzen in verschillende leemten
moeten aangevuld worden, moet de jury zich
bepalen tot het opmaken van een behoor
lijk proces-vrbaal.
(Wordt vervolgd.)