Indische Kroniek. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Vrijdag 17 October 1924 ■9 De Engelsche Labour-regeering en de werkloosheid. In 42 districten zullen driehoeksverkiezingen worden gehouden. De kapitaalvlucht uit Frankrijk. Onder de Radio-berichten: De kansen der Engelsche arbeiderspartij. Het standpunt van het Duitsche Centrum inzake de regeeringscoalitie. GEK?. BÜITEHL GERICHTER. HET OPRUKKEN DER WAHABIETEN. Congres Klooster Brakhenstein. FEUILLETON. HET GEHEIM VAN EEN HUURRIJTUIG Hooger Onderwijs in Indië. Urgentie vanKath. Middelbaar Onderwijs. De Missie on Bali. Sinds een viertal jaren is te Bandoeng, op de 700 M. liggende koele hoogvlakte, ge vestigd de Technische Hoogeschool en de eerste civiel ingenieurs zijn dit jaar afge leverd. Deze Hoogescl ooi is een particuliere stichting, die dit jaar echter door het Gouver nement wordt overgenomen. De jonge abitu riënten trefien het in zooverre slecht, dat het hun de grootste moeite zal kosten em plooi te vinden. De versobering toch van den staatsdienst heeft reeds tot een aanmerke lijke inkrimping van het ingenieurscorps bij de verschillende diensttakken geleid en dit gaat nog steeds door. En in het particuliere bedrijf is de markt ook slecht. Zoo kan het verkeeren! In de jaren 1919 en '20, den tijd der hoogconjunctuur, was er, zoo het heette, een schromelijk tekort aan werkkrachten, gestudeerde en andere. Vooral het tekort aan ingenieurs heette schrikbarend te zijn en de moederlandsche technici meldden zich veel te schaarsch aan, zordat een beroep op de buitenlandsche markt we-d gedaan, waar door we hier heel wat Duitsche en Oosten- rijksche ingenieurs ingevoerd kregen. Het getij leek toen uitermate gunstig „m hier te lande, zelfstandig de v ming va hoogere technici ter hand te nemen, een wensch, die reeds eenige jaren op h.t Indische verlang lijstje stond. Op Letzelfde li, tje stonden en staan hoogescholen in de -ndere dan de technische vakken en de gestadige evolu tie volgende, is in de voorjaa.szitting van den Volksraad aangenomen de oprichting van een Rechtshoogeschool. Een zwakke poging is nog aangewend, om deze instelling voor- loopig achterwege te laten, gezien aldus de argumênteering het groote getal juris ten, dat in Holland zonder emplooi rond loopt. Dit geluid is echter in de afdeelingen van den Volksraad bevroren. In de open bare zitting is men er niet meer mee voor den dag gekomen. Zoodat we nu in October met aller instemming de opening van dit nieuwe instituut mogen verwachten. Professor Scholten heeft zich met de voor bereiding van de Rechtshoogeschool die te Batavia gevestigd zal worden belast. Ook zorgt Z. H. G. voor het doceerend personeel, waarbij natuurlijk behalve onder de hier aan wezige rechtskundigen gezocht wordt onder het professorabele deel der Hollandsche juristenwereld, opdat de wetenschappelijk heid van het onderwijs en daarmee de naam der nieuwe hoogeschool reeds van den aan vang af gevestigd zal zijn. Het spreekt vanzelf, dat naast de weten schappelijkheid ook de richting van het nieuwe instituut een factor van beteekenis is. Vooral is dit het geval bij de rechtsstudie Rtfcht, philosofie en letteren zijn wel in de profane wetenschappen de meest richting gevende aan de denkwereld en bij uitstek aangewezen om de cultuur van een gemeen schap te vormen en te vervormen, 't Is dan ook zeer zeker niet zoozeer om de mindere kostbaarheid, dan wel v.n.l. om de meerdere cultureele beteekenis geweest, dat de Nijmeegsche Universiteit de prioriteit aan het recht, de philosofie en de letteren gaf boven de technische en exacte wetenschap pen bij haar oprichting. In die wetenschaD schuilen naast den godsdienst de cultuur krachten, die richting geven aan het denk leven der maatschappij. De richting nu van de Indische Rechts hoogeschool, zal zonder twijfel zijn die der vrijzinnigheid, ze zal een copie worden van de moederlandsche Rijkshoogescholen, die allen den liberaal-vrijzinnigen geest ademen En dit feit hebben we voorloopig zeker te aanvaarden. Het Katholieke, en, meer in 't algemeen gesproken het Christelijke volksdeel moge de grootste helft vormen der Hollandsche natie, het mag daarbij de poli tieke meerderheid tevens bezitten, in de wetenschappelijke wereld komt het door allerlei omstandigheden nog immer achteraan en moet het noodgedwongen er genoegen mee nemen, dat de liberale en vrijzinnige wereld de leerstoelen voor het jvergroote deel bezri. Zoo zullen ook dezelfde omstan digheden het onafwijsbaar maken, dat de nieuwe zetels der Indische Rechtshooge school zullen ingenomen worden door docen ten van vrijzinnigen huize. Daarmee zal de vrijzinnigheid, die reeds zoolang Indië tot het Koninkrijk der Nederlanden behoort, haar stempel op de Indische maatschappij heeft kunnen zett a ook al weer door allerlei omstandigheden opnieuw een machtigen voorsprong krijgen op de ideeën vorming hier te lande. Dit is buiten kijf en. niet te vermijden. De hooger-onderwijsinrichtingen zullen echter ook bezocht worden door jongeman nen van Katholieken huize. Nu laat over 't algemeen de vorming der Katholieke ongelingschap in Indië zeer veel te wenschen over. Katholiek lager onderwijs is steeds sporadisch geweest en beperkt zich ook nu nog tot enkele der groote plaatsen. Katholiek middelbaar onderwijs bestaat er enkel voor meisjes op de 3-jarige H. B. S.en Ier zusters Ursulinen te Batavia, Bandoeng en Soerabaia. Voor de jongens bestaat er niets. Hoe moeten bij zoo'n toestand Katho lieke voorgangers van Indischen huize ge vormd worden? 't Is duidelijk, dat daarvan weinig of niets terecht kan komen. En thans staan we hier voor het feit, dat ze na de a. Katholieke lagere en middelbare school geheel doordrenkt worden van den liberaal vrijzinnigen geest op de komende openbare hoogescholen. Inderdaad staat het er voor de vorming van een katholieke leidersgroep van Indischen hu-- zeer slecht voor. En toch is deze vorming met het oog op de zich 'mtwikkelende en naar autonomie strevende Indische maatschappij hoogst gewenscht, wil het Katholicisme hier te lande niet in steriliteit, hetgeen inhaerent is aan het ge brek aan eigen voormannen, een kwijnend bestaan voeren of wellicht het afleggen. Wat wij dan allereerst noodig en van de meeste urgentie achten? Dat zoo spoedig mogelijk een Katholieks middelbare school voor jongens in Indië ver- rijze. Zoodanige inrichting waaraan even noodzakelijk een niet te duur inte naat ver bonden moet worden- zal de Katholieke jongelingschap van de Indische lagere scholen, die voor hoogere studieën is voor bestemd, kunnen opvangen en gedurende de meest ontvankelijke jaren de I atholieke levensvisie en levenshouding kunnen bij brengen. Alsdan zal het gevaar van afzakken hetwelk in Indië toch al zoo groot on veelvuldig is, bij het daarop) volgend bezoe ken der staatshoogescholen tot een minimum gereduceerd worden. Tevens kan het con tact, op welke wijze ork. van et loceerend personeel mits dit van den aanvang af oo j hoog peil staat met z'n oud-leerlingen er krachtig toe medewerken, dat niettegen- j staande de a-katholieke vorming op de j hoogeschool toch een goed onderlegde en j strijdbare leidersgroep van Indische origine aan de maatschappij wordt afgeleverd. Wij achten deze aangelegenheid van niet minder j beteekenis dan de huidige missioneering. Want zonder dezen tak van jeugdvorming zullen we wel krijgen een kudde, wellicht een vrij groote kudde, doch missende de leiders uit het eigen volk. De gevaren aan zoo'n toestand verbonden, zullen we zeker niet behoeven te schetsen. Men is in Indië sinds eenige jaren bezig met de vorming van een fonds, dat gedoopt is naar den vorigen bisschop van Batavia: het Mgr. Luypen-fonds. Financiëele kracht schuilt er echter weinig onder de Indische Katholieken, zoodat het zonder hulp van buitenaf nog jaren zal moeten duren, eer er voldoende kapitaal aanwezig is voor het be oogde doel. En nu prijzen we gaarne de alom verspreide missieactie en offervaardig heid van onze Nederlandsche landgenooten. De gestadige voortgang van het Indische mis siewerk is noodzakelijk in meer dan één opzicht. Doch warneer daarneven niet vol doende gedacht wordt aan de consolidatie, in den vorm van goed onderlegde leiders, die het kompas moeten bevaren in de In dische sociaal-politieke wereld der naaste toekomst, dan wordt maar half werk ver richt. Zouden de Nederlandsche missie-vrien den ook aan deze aangelegenheid eens hun bizondere aandacht willen wijden? Nu we toch over missie-acties en belan gen spreken, kunnen we gevoegelijk even de recente Balische missie-kwestie in be schouwing nemen. Door den afgevaardigde voor Bali in den Volksraad, den heer Tjokorde Soekawati, was bij motie voorgesteld de Regeering te ver zoeken de R. K. Missie niet op Bali toe te laten. De heer Tj. Soekawati, behoorende tot den hoogen Balischen adel, welke met de priesterkaste 1) de tv ee hoogste standen uitmaken, vreesde door toelating der Ka tholieke missie op zijn eiland, een aantasting der Balisch-Hindoeïstische cultuur, hetgeen de eenheid des volks, dat in geheel zijn leven en streven opgaat in die cultuur, ten zeerste in gevaar zou brengen. (In hoeverre Euro- peesche vrienden met anti-Katholieke ge voelens en hevige adoratie voor de Balische, in wezen heidensche, cultuur, den afgevaar digde in diens optreden geïnfluenceerd of geadviseerd hebben, laten we buiten be spreking. Een Mohamedaansch voorman, die ook van afsluitingspolitiek niets moet heb- i ben, gaf ons als zijn indruk te kennen, dat zoodanige adviseurs achter de schermen werkten). Deze motie ging wel zéér over de schreef! Alle geestesrichtingen hebben vrijen toegang tot Bali, zooals communisme, Mohameda- nisme, theosophie, e. t. q., zoodat een ver zoek tot de Regeering om speciaal Katho lieke missioneering te verbieden, wel wat te absurd was. De motie werd dan ool^ er- vangen door een andere van deze strekking, dat de Regeering verzocht werd geen steun te verleenen aan propaganda de' Kath. mis sie op Bali. Deze wensch lijkt doeltreffend, wijl aanvrage was geda. n om subsidiëering van een Holl. Inlandsche sehool, welke de Missie voornemens was (en is) op Bali he stichten. Pas tegen de stemming over de motie, toen er dus een beslissing moest worden genomen, kwamen de meeningen los, zij 't tn korte betoogen, waarbij de vrijzinnige groe pen van alle schakeeringen, (voorzoover ze het woord voerden) zich met de strekking der motie vereenigden. Namens de Katholieke fractie verklaarde de heer Schmutzer natuurlijk tegen de motie te zullen stemmen, niet alleen wijl hij ze een aantasting der Katholieke vrijheid achtte, maar ook, wijl het voor een cultuur in het algemeen geen voordeel kan zijn. wanneer ze geheel geïsoleerd blijft van andere cul tuursinvloeden. Daarbij verwees hij naar den bloei, tot welken Katholiek in Protes- tantsch godsdienstig gemeenschapsleven in Holland geleid hebben, juist door de voort durende aanraking, terwijl onbeïnvloede godsdienstige culturen, als in Cpanje, Italië en de Noorsche rijen in steriliteit dreigen te verzinken. Het gewicht der kwestie en de zeer on voldoende voorbereiding, deed ondergetee- kende besluiten tot het voorstel, de motie aan te houden, aan welke poging steun ge geven werd door den Regeeringsgemachtigdc den Directeur van Onderwijs en Eero- dienst en den Voorzitter van den Volks raad. Deze laatste wenschte daarbij, dat de Regeering eerst een nader onderzoek zou instellen en tót het bekend stellen der re sultaten daarvan niet tot steun aan eeniger- lei instelling zou overgaan. Aldus werd besloten en we gelooven, dat zeer vele Volksraadsled -n deze oplossing der opgeworpen k\ e.tie voorloopig de ge lukkigste achtten. Een onderzoek is nu gaan de en in de najaarszitting van den Volksraad zal de kwestie wel opnieuw aan de orde gesteld worden. Afgescheiden van de vraag, of er op Bah kans is op spoedig succes voor den arbeid der missie, is de zaak ook nog te beschou wen van een meer algemeen standpunt. Doch vooraf toch iets over de kansen voor missioneering. Het Balische volk is in al z'n la^en door- deesemd van den Hindoeïstische.i godsdienst. Het geheele maatschappelijk léven is door weven met godsdienstige gebruiken en fees ten. Wie b.v. kennis neemt van de intense deelname van het volk aan den éodsdiens- tigen ritus eener lijkverbranding, waarbij groote praal en pracht tentoongesteld wordt, moet erkennen, dat de Hindoe-cultuur op Bali geen vernisje is, gelijk'b.v. het Moha- medanisme in Midden-Java, maar door merg en been is gedrongen. Daarbij is het Balische volk welvarend. Dit alles maakt de kansen op een vrucht- 1 are missioneering problematiek. Een schuch ter .aanpakken met bescheiden middelen, een loodskerkje b.v. en een een/ordig schooltje, zal op de Baliërs in geen geval den invloed hebben, welke te verwachten is bij een meer primitieve heidensch-animislische be volking. O.i. zal de zaak op onbekrompen voet, min of meer grootscheeps, aangepakt moeten worden. Én laten de middelen, waarover de Missie beschikt, zulks toe? Van meer algemeen politiek standpunt vertoont de zaak dit aspect: 't Is buitenge sloten, dat een kleine gemeenschap als Bali te midden der steeds meer werkende in vloeden van buitenaf en door de eigen deel name aan het buiten-Balische leven, haar cultuur en godsdienst kan bewaren en be houden. Onderwijs, en voortgezette deelname aan het Indische politieke en sociale leven, zal den Baliër de broosheid van zijn poli- theïsme doen inzien. Een millioenmaatschap- pij als de Britsch Indische Hindoe-wereld ver mag zich wellicht nog eeuwenlang zonder al te veel afval of verwording staande te houden, een klein enclave als dr Baliscne gemeenschap is daartoe niet in staat. Wat zal het eiland dan worden? Dat is tenslotte de vraag, waar het om gaat. Een Neder- landsch-Indische politiek zal dan moeten kiezen voor christelijke beïnvloeding, voor christianiseering. Wordt het Hindoeïsme op Bali vervangen door Mohamedanisme, dan is dit geen winst voor Nederlandschen in vloed in Indië en een harmonisch samen gaan van beide gebieden. Vrijzinnige beïn vloeding leidt afgescheiden van de gods dienstig? leegheid welke het meebrengt voor allen voor de lagere klassen, de groote massa dus, tot import en aanvaarding van socialisme en bolchevisme, dien dreigender, geesel van de Aziatische landen, met niet minder Europeanenhaat als het Mohame danisme aankleeft. Slechts christianiseering en wel in haar volkomen vorm welken het Katholicisme biedt, is de richting, waarin een Nederlandsch-Indische politiek van breede opvatting het zal moeten zoeken, tot heil der Baliërs zelve, ten voordeele eener goede functioneering der belangen- eenheid: Nederland-Indië en last not least het bevorderen van een evenwichtige poli tieke constellatie in het Indische Rijk. Buitenzorg, 2 September 1924. A. B. TEN BERGE, Lid van den Volksraad. 1) De bevolking is er naar de Hindoeïs tische maatschappij-inrichting in vier, vrij streng gescheiden kasten verdeeld. De verkiezingen in Enge- geland. De Engelsche regeering publiceert thans een reeks statistieken om de onj' i theid aan te toonen van beweringen der conservatie ven en liberalen, als zou de werkloosheid tij dens haar bewind zijn gestegen. Weliswaar aldus wordt in deze regeeringspublicatie ge zegd, is het aantal uitkeeringen gestegen, doch dit is alleen een gevolg van de mildere toepassing door de Labour-regeering, waar door de uitkeeringen, die vroeger slechts ge durende een zekeren maximum-tijd werden verstrekt, worden doorbetaald. Het aantal werkloozen is echter voort durend afgenomen. Bij de vorige verkiezingen heeft „Labour" in 64 districten een zetel gekregen ofschoon het geen volstrekte meerderheid had, ten ge volge van de verdeeldheid zijner tegenstan ders. Voor 42 van deze districten is thans een overeenkomst tusschen liberalen en con servatieven gesloten om driehoeksverkiezin gen te vermijden, en tegenover den Labour- candidaat slechts één tegencandidaat, hetzij liberaal of conservatief, te stellen. In 20 van de overblijvende 22 districten zullen echter evenals het vorige jaar, driehoeksverkiezin gen plaats hebben, teiwijl in twee gevallen nog geen beslissing werd genomen. Het blijft inmiddels zeer de vraag of deze tactiek voor deden zal opleveren, want de Engelsche kie zers zijn zeer tegen dergelijke overeenkom sten gel aat en het is niet uitgesloten dat vele liberalen in zulke gevallen op den Labour- randidaat zullen stemmen. Het t?at tha is vast dat de tonsziv nven ditmaal 530 candidaten zullen stellen, dat is 35 meer dan bij de vorige verkiezingen. La bour stelt 500 candidaten of 70 meer dan het vorige jaar. De stand der kwestie van Mosoel. Het bericht over een uitlating van den Britschen minister van koloniën, Thomas, over Irak deed vreezen, dat er weer nieuwe en ernstige incidenten in de streek van Mosoel zouden zijn voorgekomen. Hierom trent is niets nader gebleken en waarschijn lijk had dus de uitlating van Thomas be trekking op hetgeen alreeds geschied was de schending n.l. van de voorloopige grens van Irak door de Turksche troepen, waar tegen Engeland onlangs protesteerde. Blijk baar heeft de heer Thomas het noodig ge oordeeld de Turken nog eens nadrukkelijk te waarschuwen, dat ze v.oorzichtig behoo- ren te zijn en dat de Britsche arbeidersre- geering, ondanks alle beslommeringen van de verkiezingen, volstrekt niet van plan is haar waakzaamheid te doen verslappen of een gewelddadigen inbreuk op haar verdrags rechten te dulden. De Turken hebben deze waarschuwing ter harte genomen en de Turksche regeering heeft nu bevestigd, wat de Turksche ge delegeerde te Genève reeds verklaarde, dat Turkije zich zal neerleggen bij de uit spraak van den Raad van den Volkenbond, aan welke krachtens het verdrag van Lau sanne, nu beide partijen zelf niet tot een op lossing konden komen, de beslissing van de quaestie van Mosoel is overgelaten. De Britsche 'regeering had al dadelijk verklaard de uitspraak van den Raad te zullen aanvaarden. Maar aanvankelijk maak te ze te Genevè nog dit bezwrar, dat ze het punt van geschil, waarover de Raad zou heb ben te beslissen, beperkte en het bezit van Mosoel, zelf reeds als afgedane zaak be schouwde. Tegenover het Turksche ver zet is zij echter van dit standpunt terug gekomen en te Genevè werd dus overeen gekomen de quaestie van Mosoel de vraag dus of dit gebied tot Irak of tot Tur kije zou behooren in vollen omvang aan het oordeel van den Raad van den Volken bond te onderwerpen. Intusschen echter grepen de Turken al in door aan de grens van Irak troepen te concentreeren en de voorloopig aangewezen grenslijn te over schrijden, en in hun geest te corrigeeren. Onder het motto waarschijnlijk van hebben is hebben en krijgen is de kunst. Tegen over deze dubbelhartige houding van de Turken, die wel verklaarden de uitspraak van den Raad te zullen aanvaarden, maar inmiddels zich tot een gewelddadige beslis sing van de quaestie gereed maakten, is de Britsche regeering met de krachtige waarschuwing gekomen, dat ze zulk een gewelddadige oplossing met geweld zal kee- ren. En dat de Turken niet moeten mee- nen, dat een Britsche Labour-regeering over de behartiging van Britsche belangen en rechten anders zou denken, dan vroegere Britsche regeeringen. Van Turksche zijde echter wordt ver klaard, dat Turkije volstrekt niet streeft ->ar een gewelddadige oplossing. Het is h t echter oneens met de interpretatie, welke e Engelschen geven aan het besluit van den Volkenbondsraad van 30 September, waarbij den twistenden partijen werd gelast den status quo te handhaven in afwachting van de grensregeling door den Raad. Zoo heeft de Turksche regeering zich tot den secretaris-generaal van den Vol kenbond gewend met het verzoek de aan dacht van den Raad te vestigen op de maat regelen der Britsche regeering, welke zich wil verzetten tegen Turksche maatregelen, die volgens de Turksche regeering volkomen in overeenstemming zijn met de getroffen overeenkomsten en de uitspraken van den Raad. Nadrukkelijk verklaart de Turksche re geering, dat zij haar troepenconcentratie, die alleen was ondernomen ter bestrijding van rooverbenden, heeft gestaakt en dat dus als er incidenten nog mochten voorkomen, deze door de Engelschen worden uitgelokt. De Raad zal dus nu allereerst moeten uitmaken wat eigenlijk de status quo is, die gehandhaafd moet blijven, en daarop wordt nu van weerskanten aangedrongen. De Iersche kwestie. Het parlement van den lerschen Vrijstaat heeft de wet tot instelling der grenscommis- sie in alle lezingen aangenomen, nadat pre sident Cosgrave had verklaard, dat er geen sprake is van een interpretatie van het Ier sche verdrag, welke door de Britsche onder teekenaars tijdens de onderhandelingen zou zijn geheim gehouden. Het bijeenkomen der Fransche Kamers, De „Quotidien" dringt op zoo spoedig mog lijke bijeenkomst der Kamers aan, eener- zijds om den Senaat de amnestie te doen aannemen, anderzijds om wettelijke maatre gelen te nemen tegen de dreigende kapitaals- vlucht. Dit is dringend noodig omdat elk verloren uur ettelijke verloren millioenen beteekent. Daarom spoort het blad aan om niet te wachten tot November, zooals de bedoeling der regeering schijnt te zijn. De salarissen der Fran sche ambtenaren. De Fransche ambtenaren krijgen hun zin. In de laatste zitting van de conferentie, die onder Herriot's leiding is gehouden, is bei- sloten het minimum-salaris voor alle cate- goriën van ambtenaren te brengen op 6000 francs. Verdere verhoogingen worden toe gekend in overeenstemming met de hoogere rangen, waardoor men komt tot een maxi mum van 40.000 francs. Slechts zeer enkele buitengewone ambtenaren, als gezanten, enz., komen hier nog boven en bereiken 55.000 francs. Als men bedenkt dat 40.000 francs, de limiet van de belangrijkste posten, tegenwoordig slechts- weinig meer dan 5000 gulden bedraagt, lijkt dit alles naar onze be grippen nog niet heel hoog. De plannen tot afschaffing van 20.000 ambtenaren hebben het mogelijk gemaakt deze verhooging toe te staan, ten opzichte waarvan de regeering met nadruk verklaart dat ze veel minder geld kosten dan aanvan kelijk is berekend en nog blijven beneden totaal van 700 miilioen door Clémentel ge noemd. EEN OORLOGSMONUMENT. Aan de bakende Achelsche Kluis, eyen over de Noord-Brabantsch-Belgische grens is een gedenkteeken onthuld ter nagedachtenis aan de gevallenen bij de verdediging der kluis door den Briri^chen generaal De Sc^epoer met zijn 200 jagers, in Augustus 1914. N? eene korte kannonade uit het zware Duit sche geschut waardoor de abdij beschadigd werd, trok de generaal met zijn troep in 20 automobielen oo Nederlandsch gebied terug, na eerst nog het vuur der Duitsche afdee- ling uit een paar kleine kanonnen en eenige mitrailleurs beantwoord te hebben. De Belgen werden door eene arileeling Nederlandsche militaire wielrijders naar Eindhoven gevoerd en verder geïnterneerd. RUE ANATOLE FRANCE. In den Parijschen gemeenteraad is een voorstel ingediend om aan één van de voor naamste straten der hoofdstad den naam van Rue Anatole France te geven. DE ARRESTATIE VAN TILLESEN. De dezer dagen te Pressburg gearresteer de Duitscher, dien men verdacht den moor denaar van Erzberger, Tillesen te zijn, is Woensdag door de politie aan een langdurig verhoor onderworpen, waarin hij erkende, lid te zijn van de O. C. (Organisatie-Consul) en met de moordplannen ten opzichte -van Rathenau op de hoogte te zijn geweest. Bo vendien gaf hij toe, dat hij kort na den moord bij herhaling den naam Tillesen had aange nomen. Bij de voortzetting van het verhoor in den namiddag verklaarde der verdachte, die voor gaf Bischowski te heeten, dat bij inderdaad met den gezochten moordenaar Tillesen iden tiek was. „Tillesen" bestaat volgens hem echter niet. Hij had dezen naam ten tijde van den moord slechts aangenomen. In werke lijkheid heette hij Bischowski. Ook later ver klaarde de verdachte nogmaals, dat hij inder daad, te zamen met Schulz, Erzberger had vermoord. In weerwil van deze bekentenis twijfelt men aan de juistheid der verklaringen -van Tillesen-Bischowski. Men vermoedt, dat bij skchts v il trachten de justitie op een dwaal spoor te brengen. DE PRINS VAN WALES BIJ FORD. De prins van Wales heeft Woensdag, blij kens een draadloos N. T. A.-bericht, een be zoek gebracht aan de fabriek van Ford te Detroit en het in elkaar zetten van een auto bijgewoond. Volgens een ander draadloos N.T.A.- bericht is de prins uit Detroit te Toronto aangekomen. Eergisteren is hij bij een vos senjacht van zijn paard geworpen, doch hij is weer opgestegen en heeft oogenschijnlijk ongedeerd de jacht voortgezet. EEN FASCISTISCH SCHRIKBEWIND. Een eigenaardige toestand heerscht er in het district Molinelja in Noord-Italië, het welk kort na den oorlog door de plaatselijke communistische organisatie tot een soort van onafhankeb'ike republiek werd ingericht. Na de fas i tische overwinning bleef het ka rakter der „republiek" ongewijzigd, alleen werden de roode leiders door de fascisten vervangen. De nieuwe minister van binnenlandsche zaken, Federzoni, besloot onlangs het dis trict te „zuiveren". Een strijdmacht van 200 carabiniere werd van Bologna in vrachtauto's naar Molinella gedirigeerd, doch de chef van het fascistische bewind, Regazzi, die een ware tyrannie over het district uitoefent, kon nog niet worden gearresteerd. Het incident heeft natuurlijk tot veel com mentaar aanleiding gegeven. Zelfs de „Os- servatore Romano" spreekt een oordeel uit en haalt een uitlating van Leonardo da Vi- ci aan, nl. dat een ongesfrafte misdaad een gewilde misdaad is,hetgeen als een kritiek op het fascistisch bewina wordt beschouwd. In een Egyptisch communiqué wordt ge zegd, dat het onwaarschijnlijk is dat de Wahabieten voornemens zijn een aanval te doen op Egypte. Wellicht echter zullen zij afgezanten zenden naar het schiereiland Sinai om de Arabieren aan te sporen zich te voegen bij het leger van sultan Ibn Seoed om de grenzen van Palestina aan te vallen. De Egyptische regeering zal de meest vol strekte onzijdigheid in acht nemen. DE Z. R. III EN DE SCHADEVERGOE DING. Reuter verneemt, dat de regeering der Vereenigde Staten, na het aanvaarden van de Z. R. III, een bedrag van 2.200.000 dollar op de Duitsche schadevergoedingsrekening zal afschrijven. GROOTE IN OVERSTROOMINGEN RUSLAND. In de buurt van Nikolaweski is de Amoer buiten zijn oevers getreden en heeft veel schade aan de visscherij toegebracht. Er zijn 400 slachtoffers. S Op 21 October a.s. zal met goedkeuring van het Doorluchtig Episcopaat van Neder land, het tweede congres plaats hebben voor de Priesters der Aanbidding en voor de Leden van het Eucharistisch Priesterver- bond in het klooster van het Allerheiligste Sacrament te BrakkensteinNijmegen. PROF. DR. I. J. PALACHE. Tot hoogleeraar in de taal en letterkun de der Semietische oudheden en de uitleg ging van het Oude Testament aan de ge meentelijke Universiteit van Amsterdam, is door den Raad van Amsterdam benoemd Prof. Dr. I. J. Palache, aldaar. UIT DE JAVA-MISSIE. Java is een nieuw kerkgebouw rijker gz- worden, juicht de Java-Post. Java, viermaal zoo groot als Nederland, bezit buiten de particuliere kapellen van verschillende kloos ters vier en dertig openbare kerken en kapellen. Als men weet dat Amsterdam alleen 32, zegge twee en dertig kerken bezit dan voelt men de rechtmatige blijdschap, nu aan dat getal 34 weer een eentje mag worden toe gevoegd en wij onze vijf-en-dertigste kerk noteeren. De nieuwe kerk ligt op het areaal, van le suikerfabriek Gandjoeran en het kruis steekt de lucht in te midden van de Javaanschc dessa's wier eerstelingen, nog gering in aan tal, de kerkinzegening op 20 Augustus 1.L bijwoonden. De inzegening was treffend mooi. Men pro fiteerde van de assistentie uit Djokja's Pastorie en Noviciaat, zoodat het wonder mogelijk bleek, om midden tusschen de Javaansche dessa's een Hoogmis te cele- breeren, waarin de HoogEerw. pastoor Hoe- berechts Overste der Missie celebrans was, terzijde gestaan door de Eerw. H.H. L. v. Rijckevorsel en H. Koch als diaken en sub diaken, terwijl de Javanenpastoor van Driessche als ceremoniemeester alles leidde, onder de H. Mis de Javanen toesprak en hun de beteekenis van dit nieuwe kerkge bouw uiteenzette. De nieuwe kerk is geheel in steen opge trokken en werd gebouwd onder leiding van den administrateur zelf, voor wien het een groote voldoening was, ook van vakkunSigen te mogen vernemen, dat de kerk zeer geluk kig was zoowel in- als uitwendig. Hopen wij dat deze voorlóopige kerk spoe dig te klein zijn zal en men haar kan over laten aan haar definitieve bestemming van vergaderlokaal, nadat de groote toekomst- kerk in Javaanschen stijl zal zijn opgetrok ken. Moge dit gebouw, waaraan met zooveel piëteit werd gearbeid voor onzen Goddelij- ken Meester als een eereboete zijn, in steen vastgelegd, voor de missigits welke door zoovele ondernemingen, slechts om hun on- derhoorigen zoetjes te stemmen, worden ge bouwd. Aan een particulier schrijven ontleenen wij nog het volgende: De Javaansche Fraters werken met succes in de dessa's. Op de fiets gaan ze naar die plaatsen, die per trein minder goed te berei ken zijn, zelfs Pastoor Strater, de ascetische novicenmeester, schroomt niet van dat modern vervoermiddel gebruik te maken. Om de 14 dagen gaat P. Strater naar Medari en tegenwoordig ook te Kalassan Mis-lezen. De nieuwe tooverlantaarn bewijst goede diensten bij het catechismus-onderwijs en de Fraters weten daar zoo leuk bij te vertellen, dat de menschen werkelijk getrokken wor den. Pastoor v. Driessche kan 't werk onmo gelijk meer af; den vorigen Zondag heeft z.Ew. 135 catechumenen ingeschreven, toen werd 't te laat en werd 'n volgenden dag er mee doorgegaan. De Melania-club verricht vruchtbaar werk. In t Melania-vonvict worden meisjes on dergebracht, die op de sigarenfabriek werken en geen onderdak hebben of die minder ge schikt in de kampong Kunnen wonen. Nu zijn de dames druk bezig om Javaan sche meisjes naar de scholen te krijgen. Jongens zijn er in overvloed, maar nog wei nig meisjes genieten onderwijs. 150 zijn er nu al door haar gebracht, waarvoor leergeld en als t moet ook de kleeding verschatt wordt. De normaalschool voor Inlandsche meisjes te Ambarawa is begonnen met 'n twintigtal leerlingen, waarvan twaalf met 'n studiebeurt van het St. Melania-Werk. Jammer dat P, v. Kalken te veel van zijn krachten heeft ge vergd. Vroeger gunde hij zich geen rust, zelfs niet de noodige nachtrust; nu moet hij er voor boeten. Pastoor Fischer (hoofdpastoor te Djokja) zal binnenkort naar Holland gaan om er wat uit te rusten. Sinds hij hier is, is de parochie veel vooruitgegaan. n.ov'c'aat zal spoedig te klein zijn, ge lukkig is er plaats voor uitbreiding. Onder de Europeanen neemt het godsdienstig levea zeer toe. De Europeesche kerk is 's Zondags te klein. Ook bij onzen plechtigen Eucharis- tischen flag bleek het godsdienstig leven duidelijk. Dat is een heerlijk feest geweest, waar blank en bruin broederlijk hebben samengewerkt. Op de Canisius-drukkerij is Thomas 4 Kempis in t Javaansch verschenen, terwijl de oijbelsche Geschiedenis in 't Maleisch en in t Javaansch ter perse is. Het Utrechtsch Missie-Comité. „Ja, waarop hij ten antwoord gaf, in Grey- ii Ackland Street (St. Kilda) te wonen, doch dat hij het mij bij de „Vereeniging" wel zelf zou zeggen." „Dus de heer met den lichten jas gaf zich _en schijn, als hij niet wist, waar de over ledene woonde?'' „Zoo is het niet; want hij gewaagde van Ackland Street of Grey Street. „Vindt gij dit niet opvallend? „Neen, het kwam mij voor, dat hij slechts koff'ehuisvrienden waren.'' „Hoe lang sprak de heer met den lichten jas met u?" „Ongeveer vijf minuten." „En vernaamt ge al dien tijd geen rumoer het rijtuig?'' „Neen, want ik dacht, dat de overledene sliep." ,,En wat gebeurde er, nadat de man met oen lichten jas zijn metgezel een goeden nacht had toegewenscht?" „Toen ontstak hij eene cigarette, gaf mij een halve souverein en liep daarna naar Mel bourne.'' „Hebt gij opgelet, of de heer met den lich- t n jas zijn zakdoek bij zich had?" „O zeker; want hij heeft er de stof van zijn schoenen mede afgewischt, daar de weg vrij stoffig was." „Sloeg gij eenige treffende bijzonderheden b: hem gade?'' „Toch niet, met uitzondering van een dia manten ring, dien hij aan zijn vinger droeg." Viel daar iets bijzonders aan op te mer ken?" „Hij droeg hem aan den voorsten vinger zijner rechterhand, en vóór dien tijd had ik er nog niets van bespeurd.'' „Wanneer hebt gij dit dan voor het eerst b merkt?" „Toen hij zijne cigarette aanstak." „Hoevele malen riep gij, bij de „Vereeni ging'' aangekomen, den overledene?" „Drie of vier keer. Toen kwam ik van den bok af en kwam tot de treurige ontdekking, dat de ziel aan het lichaam ontvl n was." ,."n welke positie trof gij hem aan?'' „Hij zat in elkander gedrongen in een hoek van het rijtuig, bijna in dezelfde hou ding, als wanneer ik hem verliet, na hem in de koets getild te hebben. Het hoofd hing op den schouder, om zijn mond was een zakdoek gebonden. Toen ik hem aanraakte, viel hij werktuigelijk naar het andere einde der koets en toen ontwaardde ik, dat hij morsdood was. Vervolgens reed ik onver wijld naar het politiebureau te St. Kilda en deed aldaar een getrouw verslag van het gebeurde," Na het getuigenverhoor van Royston, waarbij Gorby verscheidene aanteekeningen gemaakt had, kwam de beurt aan Robert Chinston. Hij verklaarde het volgende: ,lk ben een gediplomeerd arts, gevestigd in Colinsreet, East. Ik bewerkstelligde een „post-mortem"", onderzoek aan het lichaam des overledenen, en wel Vrijdagmorgen." „Aldus weinige uren na den dood? „Ja; te oordeelen naar de houding in welke zich de zakdoek met chloroform be vond, houd ik mij overtuigd, dat dit ge vaarlijk bestanddeel zijn dood heeft ver oorzaakt, en wetende, hoe schielijk dit ver gif haar uitwerking doet, ging ik onverwijlt tot een onderzoek over." Lijkschouwer: „Ga voort, mijnheer." Dr. Cliriston sprak: „Uitwendig zag het lijk er zuiver en goed geconserveerd uit. Er waren geen sporen van geweld aan op te merken. De zichtbare vlekken aan de bee- nen en aan de romp gaven blijk van de con gestie van het post mortem. Inwendig waren de hersens hypereamie, en vooral in de op pervlakkige vaten was een aanzienlijk op- i hoopings-proces merkbaar. Van hersen kwaal kon geen sprake zijn. De longen wa ren in uitstekenden toestand, doch in lichte volgorde. Nadat ik ^e borst had onderzocht ontwaarde ik duir' k een flauwe lucht, 't uitvloeisel van geestrijke vochten. De maag bevatte onéeveer een pint geheel verteerd voedsel. Het hart was slap. De rechterzijde van dit lichaamsdeel, bevate een aanzien lijke hoeveelheid donker, vloeibaar bloed. Er was neiging tot vettige ontaarding van dit zintuig. Het is mijn onomstootelijke over tuiging, dat deze persoon stierf aan de ge volgen van chloroform-inademing." „Gij zeidet dus, dat er neiging bestond tot vettige ontaarding in de hartstreek? Zou die omstandigheid met den plotselingen dood in verband staan?" „Ware er niets anders bijgekomen,' ik zou mii niet bevoegd achten, die vraag in be vestigenden zin te beantwoorden Maar aan gezien, hetgeen hem toegediend werd, juist chloroform was, en het hart zich in den zooeven omschreven toestand bevond, be schouw ik een en ander als een toevallige samenloop van omstandigheden, welke' de noodlottige uitwerking niet weinig verhaast heeft. Tevens mag ik niet ontveinzen, dat de post mortem teekenen, bij vergiftiging door choroloform, meerendeels bedriegelijk zijn." Het werd dr. Chinston vergund, zich te rug te trekken en Clement Rankin, de an dere huurkoetsier, werd alsnu in verhoor genomen. Diens verklaring kwam hierop neer: „Mijn beroep is dat van koetsier, ik ben metterwoon in Collingwood gevestigd, er. bestuur gewoonlijk een huurrijtuig. Juist had ik een gezelschap naar St. Kilda gere den en keerde omstreeks half een terug. Op een korte afstand, even voorbij de Taal school, wenkte mij in een lichte jas gekleede heer. Een sigaret rookende, gelaste hij mij hem naar Pawletsfreet in het oosten van Melbourne te rijden. Ik gehoorzaamde en hij stapte uit aan den hoek van Wellington Pa rade en Powlett-Street. Alsdan betaalde hij mij een halve souverein voor den rit en sloeg toen den weg in naar Powlett-Street, midderwijl ik naar de stad terugreed." „Hoe laat was het toen uw rijtuig in Pow- let-Street stilhield?" „Juist twee uur." „Hoe weet gij zulks?" „Daar het dien nacht zeer stil was en ik de klok van het postkantoor het tweede uur na middernacht hoorde verkondigen." „Viel u iets bijzonders aan den man met den lichten jas op?" „Neen, hij zag er juist als een gewoon sterveling uit. Hij dunkte mij een van die stads-grappenmakers te zijn, die van een pretje houden. De hoed stak hem tot over de oogen in het gelaat, waardoor ik niet bij machte was zijn trekken te onderscheiden. „Hebt gij ook opgelet of hij een ring aan den vinger droeg?" „Ja, daarop was zeker mijn aandacht ge vestigd." Want terwijl hij mij de halve souverein ter hand stelde, ontwaarde ik een ring met diamanten steen, dien hij aan den voorsten vinger zijner rechterhand droeg." „Zeidz hij niet, waarom hij in zulk een vergevorderd uur te St. Kilda was?" „Neen, dat deed hij niet." Hiermede was het verhoor van Clement Rankin afgeloopen, en de lijkschouwer hield zich gedurende langer dan een half uur be zig met het bijeenbrengen der verkregen ant woorden. Hij maakte hieruit de gevolgtrek king, dat de overledene in geen geval een natuurlijken dood gestorven was, doch dat de uitwerking van het vergif hiervan de oorzaak was. Tot op dit oogenblik zijn slechts onbeduidende bewijzen verkregen, de bijzonderheden dier euveldaad betreffende, en de eenige persoon die verdacht kan wore den het feit te hebben gepleegd, is de o* bekende man, die Vrijdagnacht, met den overledene, toen hij in het rijtuig stapte aan den hoek van de Schotsche kerk, nabij de standbeelden van Burke en Will. Het feit is door bewijzen gestaafd, dat de overledene, toen hij in het rijtuig stapte, zich klaarblij kelijk in normalen gezondheidstoestand be vond, echter in een lichte graad van dron kenschap. Het feit intusschen, dat hij door den koetsier Royston gevonden werd, nadat de man met den lichten jas hem yerlaten had, met eenen met chloroform doorweek ten zakdoek om den mond gebonden, wet tigt het vermoeden, dat hij door de inade ming van de chloroform, die hem bij een groote hoeveelheid is toegediend, gestor ven is. De verkregen bewijzen in dit geding zijn van verschillende omstandigheden af hankelijk. maar het valt niet te ontkennen, dat wij hier staan voor een misdaad, plaat» gehad hebbende onder de meest ijzingwek kende omstandigheden. Aangezien de ver kregen bewijzen in verschillende leemten moeten aangevuld worden, moet de jury zich bepalen tot het opmaken van een behoor lijk proces-vrbaal. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5