Brieven nit Frankrijk,
UIT HET
AND-
DE TOETREDING VAN DUITSCH-
LAND TOT DEN VOLKENBOND.
SEIS. 8UITENL. SERICHTEN.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad Maandag 20 October 1924
De candidaatstelling voor de Engelsche verkiezingen heeft Zaterdag
plaats gehad. De Duitsche regeeringscrisis is nog tot geen oplossing
gekomen. Weer een nieuwe regeering in Griekenland.
Onder de Radio-berichten: Herriot heeft in een rede op het congres
der radicale partij zijn meening over de buiten- en binnenlandsche politiek
uiteengezet. De nieuwe Zweedsche ministers.
FEUILLETON.
HET GEHEIM VAN EEN
HUURRIJTUIG
DE CHINEESCHE BURGEROORLOG
Herriot over den toestand.
Het nieuwe Zweedsche kabinet.
De strijd in Marokko
De Grieken te Constantinopei.
Boerenopstanden in Rusland.
VERKEER EN POSTERIJEN.
Een waarschuwing tegen
onbezonnen daden op het
postkantoor.
toon, die in vele redevoeringen heerscht'
doch anders is het met de ernstige week
bladen. Evenals de Labour-gezinde „New
Statesman" de vorige week MacDonald
heftig aanviel, zoo ctitiseert thans de con
servatieve „Spectator" Baldwin. Het week
blad schrijft o.a.: „Baldwin verlangt een
sterke, stabile regeering, maar zijn stem
klinkt als die van iemand die vermoeid en
onzeker is en steun zoekt. Klinkt als een
zwakke stem van een man, die uit de broeie
rige warmte van een hooischelf roept. Op een
oogenblik als dit mocht men een flinkeren
toon en beter klinkenden oproep verwach
ten. In plaats van behoorlijk voor den dag te
komen en tot de kiezers te zeggen „Wij,
conservatieven, kunnen het volk brengen
wat het noodig heeft en waarop het recht
heeft," slaat Baldwin een toon aan, dien
men, niet ten onrechte, belachelijk zal maken
als de toon van een politieken luiaard. Het
geluid, dat uit de bedompte hooiberg klinkt
kan geen mensch tot enthousiasme opwek
ken. Baldwin heeft een volkomen verkeer
de voorstelling van de psyche van den En-
gelschen kiezer. Deze wenscht geen ab
stracties te hooren, hij is niet gediend van
een politiek, die liever niets wil en liever
niets doet, maar hij verlangt duidelijk poli
tieke voorstellen waaraan hij houvast heeft.
Tegenover het gespecificeerde program van
de Labour Party had de conservatieve partij
een evenzeer gedétailleerd en duidelijk pro
gram moeten stellen. Dergelijke redevoerin
gen van de leiders der conservatieven zullen
de verkiezings-agenten van beroep verzwak
ken, ofschoon deze voor hun enthousiasme
worden betaald."
Wij willen nog eenmaal enkele cijfers in
herinnering brengen. In het nu pas ontbon
den parlement waren de 615 zetels als volgt
verdeeld Conservatieven 258, Labour 193,
Liberalen 158, onafhankelijken 5, vacant
(Londen University) 1. In December 1923
was de samenstelling Conservatieven 346,
Labour 144, Liberalen 67, Nationaal Libe
ralen 50, onafhankelijken 8. En de conser
vatieve meerderheid viel destijds op hetzelf
de strijdpunt protectie, dat Baldwin c.s. nu
wederom zij het in gematigder vorm
als een der voornaamste „issues" naar voren
brengen.
Op het laatste oogenblik zijn volgens een
V.D.-bericht, nog wijzigingen gekomen in
het aantal candidaten, dat door de drie par
tijen zal worden gesteld. Voor de 615 zetels
van het Lagerhuis zullen de conservatieven
540, de liberalen 340, de socialisten 500 en
de onafhankelijken 18 candidaten stellen,
zoodat het totaal 1398 bedraagt tegen 1439
bij de verkiezingen in December 1923.
Het aantal candidaten, dat bij enkele can-
didaatstelling gekozen zal worden, is waar
schijnlijk als volgt
Conservatieven 33, liberalen 10, socialisten
10 en onafhankelijken 1. Het eenige lid der
regeering, dat zeer waarschijnlijk bij enkele
candidaatstelling in het parlement terug zal
keeren, is de postmaster-general Heartshorn.
Hef aantal vrouwelijke candidaten is ge
stegen van 34 tot 41, van wie acht zitting had
den in het laatste parlement.
De Duitsche regeerings-
crisis.
Ook Vrijdag* is men te Berlijn met de op
lossing van de regeeringscrisis geen stap
verder gekomen. Naar te voorzien was, heb
ben de democraten den rijkskanselier ver
zekerd, dat ze in geen geval met de Duitsch-
nationalen in een kabinet willen zitten. De
democratische rijksweerminister, dr. Ges
sier, die aan de besprekingen bij den rijks
kanselier deelnam, bevestigde dit, zonder
er echter aan toe te voegen, dat hij ook zelf
zou aftreden, als er Duitsch-nationalen in
de regeering werden opgenomen.
Het zou nog te ver gaan hieruit te conclu-
deeren, dat dr. Gessier voornemens is, even
tueel ook tegen den wil van zijn fractie aan
te blijven, maar in de politiek, vooral in de
Duitsche politiek, kan men op alles verdacht
zijn. Het feit, dat minister Gessier over
dit belangrijke punt het stilzwijgen bewaart,
is zeker opmerkelijk, en zulks temeer, daar
in parlementaire kringen verluidt, dat er
van de zijde van de rijksweer een sterke druk
op den minister wordt geoefend, om in geen
geval zijn portefeuille ter beschikking te
stellen.
De Duitsch-nationalen, die Vrijdag ver
klaarden het politiek program van het rijks
kabinet als een geschikte grondslag voor
verdere besprekingen te beschouwen, heb
ben dit program zonder eenig voorbehoud
aangenomen. In hun fractievergadering werd
de vrees uitgesproken, dat men de oplossing
van de crisis op de lange baan zou trachten
te,schuiven. Natuurlijk zouden de Duitsch-
nationalen liever zien, dat dr. Marx radicaal
den knoop doorhakte en zonder zich verder
te storen aan tegen werpingen van de demo
craten, maar meteen een zuiver rechtsche
regeering vormde. Maar de rijkskanselier
voelt daar uiteraard niets voor. Hij wil nu
ieder geval afwachten, wat de democrati
sche fractie, die hedenmorgen zal bijeen
komen, zal beslissen. Vrijdag deelde dr.
Marx in de zitting van het rijkskabinet
mede, dat hij hoopte, Maandagavond eeif
definitief resultaat te hebben bereikt. Wij
hopen het ook. Want het wordt langzamer
hand werkelijk tijd, dat er een einde komt
aan deze crisis 1
Een Wolff-bericht uit Berlijn meldt ech
ter, dat dr. Gessier tijdens de besprekingen
bij den rijkskanselier verklaard heeft, dat
hij niet in de rijksregeering zou blijven, als
de democratische fractie uit de regeerings-
coalitie zou treden.
De politiek der nieuwe
Grieksche regeering.
Griekenland heeft weer eens ditmaal
vrij ongemerkt een nieuwe regeering ge
kregen, en de correspondent van de „"rtmps"
te Athene is den nieuwen premier, Michala-
copoelos, gaan vragen wat zijn plannen zijn.
Michalacopoelos is nog betrekkelijk jong
hij was aanvankelijk officier, studeerde later
rechten en vestigde zich als advocaat te
Patras. Sedert 1910 maakt hij deel uit van de
Kamer hij werd tegelijkertijd met Venizelos
gekozen. In 1912 trad hij tot het kabinet-
Venizelos als minister voor economische za
ken toe. Herhaaldelijk heeft hij van verschil
lende ministeries deel uitgemaakt, in 1916
behoorde hij tot de voorloopige regeering te
Saloniki. Hij woonde tal van vredesconferen
ties als Grieksch gedelegeerde bij, zoowel te
Lausanne, te Parijs als bij den Volkenbond
te Genève.
Michalacopoelos heeft het vorig jaar bij
het plebisciet vóór de republiek gestemd.
Na het vertrek van Venizelos stichtte hij de
conservatief-republikeinsche partij en steun
de de verschillende republikeinsche kabinet-
ten.
Thans aan het bewind gekomen, is hij
voornemens allereerst het land politiek te
vernieuwen, d.w.z. verkiezingen te doen hou
den voor de gemeenteraden, de departemen
ten, daarna voor den Senaat en ten slotte voor
de Kamer. Dit is volgens hem de eenige ma
nier, waarop het land wederom tot het inter
nationale politieke leven zou kunnen terug-
keeren.
De minister-president wees er nog op dat
bij de keuze zijner ministers alleen heeft
gelet op persoonlijke bekwaamheid, hetgeen
wordt bewezen door de benoeming van
Tsitseklif tot minister van justitie, een anti-
Venizilist.
Het nieuwe kabinet heeft een motie van
vertrouwen gekregen, welke met 201 tegen
92 stemmen en tien onthoudingen door de
Kamer werd aangenomen.
„Dernière Heure" meldt De minister
van buitenlandsche zaken heeft den Duit-
schen gezant te Brussel het antwoord van
België op de nota inzake Duitschland's toe
treding tot den Bond overhandigd. Daarin
wordt gezegd, dat Duitschland zich recht
streeks tot den Bond tnoet wenden en zich
moetrichten naar het regime van het gemeene
recht. België heeft er geen bezwaar tegen,
dat Duitschland een permanenten zetel
krijgt en verzet zich er niet tegen, dat het op
billijke wijze vertegenwoordigd zal zijn in de
verschillende organen'.
DE BEZETTINGEN.
Naar uit Dusseldorf wordt gemeld, hebben
alle bezettingstroepen in het Ruhrgebied
bericht gekregen,'de bezettingen reeds thans
onzichtbaar te maken d.w.z. in het vervolg
alle militaire marschen, parades, wacht-
aflossingen met muziek en dergelijke achter
wege te laten.
DE VERDEELING DER RUHRBATEN.
Den 27en October komt te Parijs een con
ferentie van geallieerde ministers van finan
ciën bijeen tot verdeeling van de bedragen,
tijdens de Ruhrbezetting door Frankrijk ten
behoeve van de gezamenlijke bondgenooten
geïnd. Hierbij zal Amerika, dat verzocht
heeft zijn deel in de algemeene bezettings-
kosten terug te krijgen, eveneens vertegen
woordigd zijn.
HET INCIDENT TE MöDRATH.
De „Frankf. Z." komt nog eens terug
op het Zaterdag meegedeelde incident
en den Britschen eisch tot uitlevering van
de gebroeders Wingen. Zooals men weet,
baseeren de Engelsche autoriteiten dien
eisch op de tweede verordening van de Rijn
landcommissie van 10 Jan. '20, welke in
art. 3 verklaart, dat de Duitsche autoriteiten
ook in het onbezette gebied in bepaalde ge
vallen op verlangen van geallieerde officie
ren arrestaties moeten doen en de gearres
teerden aan de geallieerde autoriteiten moe
ten uitleveren.
Deze bepaling, aldus constateert het
Frankf. blad, overschrijdt zoo duidelijk de
grenzen van het verdrag van Versailles en
van de Rijnlandovereenkomst, dat zij van
Duitsche zijde nooit is erkend. In de natio
nale vergadering heeft rijksminister Koch
op 17 Jan. '20 nadrukkelijk verklaard, dat
Duitschland zulke voorschriften niet kan
aanvaarden. Juist deze verordening behoort
ongetwijfeld tot de bepalingen van de Rijn
landcommissie van vóór den Ruhrstrijd,
waarover men het te Londen eens was, dat
zij thans in een geest van verzoening moeten
worden herzien. Het zou daarom werkelijk
onbegrijpelijk zijn, indien uit zulk een on
billijke, nooit aanvaarde bepaling thans nog
een conflict zou ontstaan tusschen de En
gelsche en Duitsche autoriteiten of zelfs tus
schen de beide regeeringen. Wij kunnen ons
niet voorstellen, zoo besluit de „Fr. Z."rf
dat het Engelsche volk en zijn regeering
zulke dingen zouden goedkeuren. Het is toch
duidelijk, dat hier geen bewuste en gewilde
aanval op een lidvan de bezettingsmacht
bedoeld was. Het blad vraagt tenslotte of
men na het Fransche, thans het Britsche
militarisme zal zien optreden.
DE „STATUS QUO" AAN DE GRENS
VAN IRAK.
De raad van den Volkenbond zal vermoe
delijk 27 October te Brussel vergaderen ter
behandeling van de quaestie van den „sta
tus quo" aan degrens van Irak, waarom
trent tusschen Engeland en Turkije meenings-
verschil bestaat.
DE IERSCHE GRENSQUAESTIE.
Beide Huizen van het parlement van den
Ierschen Vrijstaat hebben thans de wet in
zake de grensquaestie aangenomen zij is
ter onderteekening aan den gouverneur-
generaal gezonden.
EENHEIDSSTENOGRAFIE.
In het rijksministerie van binnenlandsche
Zaken te Berlijn is een conferentie gehouden
inzake de invoering van een eenheidskort
schrift. Bepaald werd, dat dit uiterlijk 1
April 1926 moet zijn ingevoerd op alle open
bare handelsscholen en voor zoover mogelijk
ook in alle andere scholen. Andere stelsels
dan het eenheids kortschrift mogen niet in
de scholen worded onderwezen. Ook bij
alle openbare diensten moet het voorgeschre
ven kortschrift zoo spoedig mogelijk in ge
bruik worden genomen en na afloop van een
zekeren niet te langen termijn zullen amb
tenaren en beambten in hun functie geen an
dere dan de eenheids-stenografie mogen
gebruiken.
Dc verkiezingsstrijd in
Engeland.
Zaterdagmiddag om 12 uur eindigde de
termijn voor de candidaatstelling voor de
Engelsche verkiezingen. De officieele ge
gevens zouden eerst in den loop van den nacht
bekend worden, en deze hebben wij als wij
dit schrijven, nog niet ontvangen, maar men
mag aannemen dat de gegevens, die alle
bladen publiceeren nagenoeg juist zijn. Vol
gens deze opgaven hebben de conservatieven
545 candidaten gesteld, de Labour Party
507 en de liberalen 350. Het aantal candidaten,
dat zonder strijd zal worden gekozen wordt
op 50 geschat, o. w. zich, voor zoover thans
bekend is, 15 conservatieven, 9 socialisten en
6 liberalen bevinden, benevens de nationalist
O'Connor, de Nestor van het vorige parle
ment. Bevestigd wordt dat van de partij
leiders alleen Baldwin bij enkele candidaat
stelling is gekozen.
MacDonald voelt zich thans weer beter.
Hij verklaarde dat hij weer in staat is zijn vol
le kracht te geven. Zaterdag sprak hij te
Port Talbot. Hij bracht den Zondag te
Cardiff door en spreekt heden in het
kiesdistrict van zijn zoon. Dinsdag keert de
premier naar zijn eigen kiesdistrict, Abera-
von, terug, waar hij tot den dag der verkie
zingen zal blijven.
Het is opvallend dat de verkiezings-cam-
pagne op een lager peil staat dan bij andere
verkiezingen in Engeland het geval was,
hetgeen voor een deel aan de overhaaste ver
kiezingen moet worden toegeschreven. De
dagbladen nemen geen aanstoot aan den
hetwelk de moordenaar noodig had en wes
halve hij den andere doodde.
„Dat is alles zeer goed," zeide Mr. Gorby,
het vest wegleggende. „Ik héb nummer twee
vóór nummer een gevonden". De eerste
vraag is deze: wie is de vermoorde man?
Hij is te Melbourne een vreemdeling dat is
ontegenzeggelijk bewezen, want anders had
er wel iemancF komen opdagen, die hem
herkend had; te meer, daar zijn beschrij
ving in de aanplakbiljetten vermeld stond.
Welnu, ik ben nieuwsgierig, of hij eenige
bloedverwanten hier ter stede heeft? Neen,
het is onmogelijk daar zij anders wel een
onderzoek naar hem gedaan hadden. Wel,
ééne zaak staat vast, minst genomen moet
hij een huisjuffrouw of huisheer gehad heb
ben, ten minste, wanneer hij niet in de
open lucht geslapen heeft.
„In een logement kan hij niet gewoond
hebben, anders zou een der te Melbourne
gevestigde logementhouders hem, op de be
schrijving afgaande, herkend hebben, voor
namelijk daar in geheel de stad de moord
de hoofdschotel van al de gesprekken was.
Een' particuliere woning is waarschijnlijk,
benevens eene hospita, die geene couranten
leest en niet babbelziek is. daar zij anders
reeds licht in de duisternis zou gebracht
hebben. Welnu, indien hij, hetgeen mij zeer
waarschijnlijk voorkomt, gemeubileerde ka
mers bewoonde en plotseling verdween, zal
zijn hospita dit immers niet met leede oogen
blijven aanschouwen. Sedert den moord is
eene volle week verstreken, dus daar de
huurder nog al dien tijd niets van zich heelt
laten zien of hoorén, zal de huisjuffrouw
ongetwijfeld een onderzoek naar hem doen
Indien, volgens mijn vermoeden ,de huurder
een vreemdeling is, zal zij niet weten bij
wien te informeeren, het zal dus, onder de
heerschende omstandigheden, voor haar het
beste wezen, eene desbetreffende adverten
tie te plaatsen: ik zal dus een kijkje nemen
in de nieuwsbladen."
Mr. Gorby nam eenige couranten ter hand,
keek zorgvuldig in de kolommen, waar ge
meenlijk de advertentiën staan voor vrien
den of menschen, die men vermist, om in
hun eigen belang terug te komen.
„Hij werd vermoord," sprak Mr. Gorby
tot zich zelve, „welbegrepen Vrijdagnacht
tusschen een en twee uur, hij kan dus tot
Maandagnacht wegblijven, zonder argwaan
te wekken. Maandag echter zal de hospita
zich niet op haar gemak gevoelen, en Dins
dag zal zij eene advertentie doen plaatsen.
„Om die reden," meende Mr. Gorby, in de
kolommen verdiept, „moet ik het blad van
Woensdag raadplegen.',
Het verscheen er echter niet in, noch in
dat van Donderdag, maar in het ochtend
blad van Vrijdag; juist eene week na dien
moord las Mr. Gorby de volgende adver
tentie:
„Indien Mr. Olivier Whyte vóór het einde
der week niet terugkeert te Pos»um Villa,
zullen de kamers te huur gezet worden.
Rubina Hableton."
„Olivier Whyte," herhaalde Mr. Gorby
langzaam, en de letters op den zakdoek, van
welke bewezen is, dat hij het eigendom was
van den overledene, waren: O. W. zijn naam
is dus Olivier Whyte? Welnu, het zal mij
verwonderen, of Rubina Hableton iets van
de zaak weet. In ieder geval," sprak Mr.
Gorby, middelerwijl hij zijn hoed opzette,
„daar ik een groot minnaar ben van de zee
lucht, komt 't mij het raadzaamst voor, mij
onverwijld naar Possum Villa, Grey Street,
St. Kilda, te begeven.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Mevrouw Hableton was een met een
groot gebrek behepte vrouw. Als eene war»
dochter van Eva moest ieder, die kennis
met haar maakte, dit aanstonds bemerken.
Beaconsfield beweert in een zijner romans,
dat niemand meer invloed uitoefent, dan hij
of zij, die voortdurend van zich zelve
spreekt, en, van dit standpunt uitgaande,
was Mr. Hableton eene buitengewoon
boeiende persoonlijkheid, daar zij nimmer,
bij welke gelegenheid het ook zijn mocht,
van een ander sprak.
Wat beteekende voor haar de bedreiging
van een Russischen aanval, zoolang zij heur
eigen grieven had, en waren deze eenmaal
uit den weg geruimd, dan vond zij ruim
schoots tijd en gelegenheid, ook op die
beuzelingen acht te slaan. Waar Mrs. Ha
bleton zich hoofdzakelijk over beklaagde,
was het gemis van kapitaal, in elk geval
geen buitengewoon iets; doch hem, die haar
hieraan zou herinneren, had Mr. Hableton
bits geantwoord, dat zij het wel deugdelijk
wist, dat ze niet rijk was.
Haar geschiedenis komt in weinige woor
den hierop neer; zij was eertijds uit de ko
lonie gekomen, toen het nog niet zoo be
zwaarlijk was als ten huidigen dage, geld
bijeen te krijgen, maar dank haren echt
genoot, was deze poging totaal mislukt. Wij
len Mr. Hableton, want hij had reeds sedert
geruimen tijd de wereld verlaten was een
slaaf van den drank, en als hij geld moest
verdienen, was hijmeerendeels in een
kroeg te vinden; zijn vrienden en zichzelve
onthalend, verbraste hij den verdienste
zijner vrouw. Het aanhoudend drin
ken, gevoegd bij het tropisch kli
maat van Victoria, sneed weldra zijne
levensdraad af, en toen Mrs. Hableton hem
op den doodenakker te Melbourne de laat
ste eer bewezen had, keerde zij huiswaarts,
om haren toestand in overweging te nemen
en er zoo mogelijk eene verbetering in te
brengen. Van het schamel overblijfsel harer
fortuin gaarde zij eenig geld bijeen, en daar
het bouwland goedkoop was, kocht zij een
klein stuk gronds te St. Kilda en liet er een
huis op bouwen. Met naaiwerk voorzag zij
in haar onderhoud, en vervulde tevens eene
plaats als ziekenverpleegster. Ten gevolge
der vele door haar verrichte bezigheden,
geraakte zij langzamerhand in 't bezit van 'n
klein kapitaaltje, dat haar nog wel nu en
dan in staat stelde, eenig geld naar de spaar
bank te brengen. Doch tegen het mensch-
dom was zij uiterst verbitterd wegens de
De Fransche bakkers en de Zondagsrust.
Hoe bescheiden het ontbijt van den
Franschman over het algemeen is, in tegen
stelling met dat van ons Hollanders en ze
ker met dat van den Engelschman, (die 's
morgens in de vroegte een gebakken vischje
of een paar spiegeleieren met ham niet ver
smaadt) is genoegzaam bekend. Fransche
en Engelsche medici hebben zelfs onlangs
uitvoerig geredekaveld over de voor-en na-
deelen van een al dan niet wel-voorzieneont-
bijttafel. Een humorist meende daarna een
aorzaak te vinden voor de talrijke mee-
ningsverschillen tusschen beide volken op
politiek gebied. Was hierin een groncLvoor
waarheid, dan zou de Engelschman minder
nuchter de zaken moeten inzien, dan een
Franschman.
Wat nu juist met het geval is. Maar „tout
badinage a part," hoe het zij, een van de re
denen dat de Franschman des morgens met
Zoo weinig genoegen neemt, is zeker gelegen
in de voortreffelijkheid en de smakelijkheid
van het Fransche brood. Des te harder zal
derhalve voor hem de slag zijn als vermoede
lijk binnenkort, de witte mijnwerkers, gelijk
de bakkers hier worden genoemd, bevrijd
Zullen worden van een sloopenden nachtar
beid. Niet langer zal dan, behalve voor de lang
slapers, het goud-gele pain de luxe knappend
op de ontbijttafel verschijnen. De versche
„croissant" zal 's-morgens vroeg bij den
bistro ontbreken en des Zondags zal in het
geheel geen versch gebakken brood zijn te
verkrijgen.
Het zou niet te verwonderen zijn indien
deze, niettemin redelijke maatregel, een om-
wehteling te weeg brengt in het Fransche
ontbijt. En dit is zelfs de bedoeling van de
Regeering, die naast afschaffing van nacht-
irbeid en invoering van Zondagsrust om den
bakker te beschermen, niets anders beoogt
dan een vermindering van broodverbruik.
Dit jaar is de graanoogst uiterst gering
tengevolge van al te grooten regenval en om
den wisselkoers niet al te ongunstig te beïn
vloeden, zal het noodig zijn, besparing van
graan in de hand te werken.
Welnu Zondagsrust en verboden nachtar
beid beduiden een dergelijke besparing.
Vooreerst heeft de practijk elders bewezen
dat oud brood minder in trek is en vervol
gens zal des Zaterdags zuiniger met brood
worden omgesprongen in het vooruitzicht
des Zondags geen nieuwe inkoopen te kun
nen doen.
Er is echter naast deze economische over
wegingen een veel hooger motief .dat af
schaffing van Zondagsarbeid gewenscht doet
Zijn, al doet zich dit zeker bij de tegenwoor
dige Regeering niet gelden.
De erkenning van den Zondag als rustdag,
als den dag des Heeren bij uitstek, is van
de hoogste beteekenis, niet alleen voor de
bakkers, ook voor andere categorieën, die
hiermede al te weinig rekening houden.
Dit vraagstuk, thans wederom op het ta
pijt gekomen, verdient des te meer onze aan
dacht waar op tal van plaatsen vreemd met
die Zondagsrust wordt omgesprongen.
In meerdere streken, vooral in de naaste
omgeving van Parijs, bestaat de gewoonte des
Maandags de zaken te sluiten en Zondags ge
opend te zijn. Een gebruik, logisch niet te
verdedigen en praktisch een belemmering
om de vervulling der christelijke plichten be
hoorlijk na te komen.
Al te zeer blijkt dan ook in die plaatsen de
waarheid van het woord, eens door Paus
Pius IX gesproken „Wij zullen binnenkort
geen godsdienst meer hebben, omdat wij ons
niet houden aan den Zondag, den dag aan
God gewijd."
Wel is er in de latere jaren eenige verbe
tering te bespeuren, maar de praktijk stemt
lang niet overeen met de wettelijke voorschrif
ten. Het is trouwens al te gemakkelijk v< o
de patroons door de njazen der wet van 1906,
herzien in 1917, heen te kruipen. Waarvan zij,
dan ook een ruim gebruik maken. Hij mag
immers zijn onderneming op Zondag ge
opend houden, indien hij, of alleen de ex
ploitatie voert, of met leden zijner familie,
die hiervoor geen geldelijke vergoeding ont-
CAILLAUX EN DE BEGRAFENIS VAN
ANATOLE FRANCE.
Caillaux, die zich, zoodra de Senaat het
amnestievoorstel heeft aangenomen, weer
geheel vrij zal kunnen bewegen, had ver
gunning gekregen Vrijdag aanwezig te zijn
bij de lijkplechtigheid voor Anatole France
met wien hij bevriend was. De „Action
Fran9aise" is daarover zeer verontwaardigd
en Maurras adviseerde, ofschoon een groot
bewonderaar en discipel van France, zijn
volgelingen om thans de plechtigheid niet
bij te wonen. Het lijkt mij beter, schreef hij,
ons niet te voegen bij den lijkstoet, die dreigt
de naam en roem eener schoone Fransche
muze dienstbaar te maken aan den triom
feerenden terugkeer van den verrader Cail
laux.
Dit belooft wat tegen dat de oud-minister
weer gewoon in Parijs rondwandelen zal
EEN NOODLOTTIGE MIJNSTORTING
1 IN BELGIë.
Bij het instorten van een mijningang in
de mijnen van Flénu zijn 15 arbeiders door
het vallende gesteente bedolven. Tot dus
verre zijn reeds twee lijken geborgen.
OVERSTROOMING IN ZUID-OOST-
SPANJE.
Een B. T. A,-bericht uit Valencia meldt,
dat de Jucar door de geweldige regens bui
ten zijn oevers is getreden. Verschillende
dorpen zijn overstroomd en het spoorweg
verkeer is gestremd. De schade is aanzienlijk.
Een nader B. T. A.-bericht meldt nog, dat
ook Algesiras en Alpea door noodweer ge
teisterd zijn.
De toestand in Sjanghai was Zaterdag
verergerd doordat 5000 goed gewapende
doch slecht gevoede manschappen van het
leger van Tsjekiang zich in loopgraven op
een kwart mijl afstand van de Noordweste
lijke grens der internationale nederzettingen
verschanst hadden. Zij weigerden zich over
te geven en ondernemen plundertochten.
De bevelhebber van Kiangsoe wilde de troe
pen zonder leiders niet met geweld versprei
den, omdat zij, wanneer zij werden versla
gen, de Chineesche stad zouden plunderen
en wellicht in brand steken. Hun werd tien
dollar per man aangeboden om naar hun land
terug te keeren, als zij de wapens neerlegden.
De verslagen troepen van Tsjekiang hebben
tenslotte een voorstel aanvaard om de wa
pens over te geven tegen ontvangst van 20
dollar per man en vrije reis naar huis. De
buitenlandsche autoriteiten gelooven, dat
het gevaar voor Sjanghai thans is geweken.
BOULOGNE SUR MER, 19 Oct. Her
riot heeft alhier, op het congres der radi
cale partij, een rede gehouden, waarin hij
eraan herinnerde, dat hij te Londen trouw
is gebleven aan de belofte, te zullen wer
ken aan het stichten van den vrede, voor
het doen ophouden van Frankrijks isole
ment, voor het hergeven aan het land van
den steun van alle moreeie krachten en voor
de regeling Ier schadevergoedingskwestie.
„We hebben", zoo zei hij, „het pian-Dawes
verbeterd en m het middelpunt van het werk
van Londen de idee van arbitrage geplaatst,
die alle partijen bij het protocol beheerscht
en verlicht."
Ingevolge de ratificatie van het verdrag
van Lausanne dooi Frankrijk zijn de Fransch-
Turksche betrekkingen aanmerkelijk ver
beterd.
Te Genève bleek de Fransche zienswijze,
die den wereldvrede beoogde maar daartoe
tevens contorm de regelen van het gezond
verstand, de onbetwistbare begrippen arbi
trage, veiligheid en ontwapening in één een
heid samenvatte, sterk te zijn, want ze ver-
eenigde op zich de overgroote meerderheid
Van de stemmen der delegaties, waardoor
het mogelijk werd, dat Frankrijk het pro
tocol het eerst teekende.
Frankrijk wenscht niet de dupe te worden
van zijn goed vertrouwen, want van alle
landen ter wereld is hij wel het meest aan
gevaren blootgesteld. Het is onmogelijk, dat
het niet te alien tijde daartegen is gewaar
borgd. Frankrijk verzwakken zou beteekenen
de begeerightid of de wraakzucht van ande
ren aan te wakkeren. Maar Frankrijk is ook
de eerste geweest, om te zeggen, dat we-
derkeerige steun essentieel is voor .een ge
organiseerd vredesregime. „Wij hebben on
zen plicht geheel vervuld; thans is het woord
aan de anderen."
De betrekkingen met Duitschland zijn van
gemakkelijker aard geworden, gelijk blijkt
■uit den afloop der eerste besprekingen over
een handelsverdrag. De republikeinsche
geest heeft zekere successen behaald, maar
we kunnen nog niet geheel en al gerust zijn.
Het schijnt, dat Duitschland nog altijd aar
zelt tusschen twee wegen die het kan kie
zen. Het is maar al te zeker, dat de natio
nalisten nog voortgaan met de jeugd in den
wapenhandel op te leiden, de vereenigingen
van oud-strijders blijven in het Rijk nog
steeds haar beteekenis houden en sommige
feesten lijken veel op proef-mobilisaties. Wij
zouden er van overtuigd willen zijn, dat men
niet méér haat zaait in de harten der Duit
sche scholieren en studenten dan in die der
onze. De toekomst blijft nog onzeker. Al
thans Frankrijk heeft den roep naar vrede
doen hooren, die het tot alle volken zonder
uitzondering heeft gericht. Het is bereid, de
betrekkingen met Rusland te hervatten en
heeft blijk gegeven van zijn wil naar recht
en internationalen vrede. Het staat aan de
andere volken, het daarin te volgen.
Herriot wees er vervolgens op, dat de bin
nenlandsche vrede volkomen is. De regee
ring zal krachtig waken voor de eerbiediging
der republikeinsche wetten; zij bedreigt
geenszins de godsdienstige overtuigingen, zij
handhaaft in ieder opzicht haar antwoord
aan de kardinaals, verwerpt iedere reli-
gieuse inmenging in de binnen- en buiten
landsche aangelegenheden, h constateert dat
de gebeurtenissen doen zien, dat de bin
nen- en buitenlandsche vrede niets hebben
gewonnen bij de hervatting van de betrek
kingen met het Vaticaan en blijft erbij, dat
alleen de absolute scheiding van de geeste
lijke en wereldlijke macht den godsdienst
vrede verzekert.
Herriot legde er nog den nadruk op, dat
het budget voor 1925 volstrekt in evenwicht
is en kondigde aan, dat de regeering ver
betering overweegt in het lot van de ambte
naren en oorlogsverminkten, en voorts in
aanhoudende studie van den strijd tegen de
duurte van plan is belangrijke sociale maat
regelen te ondernemen, alsmede de methodi
sche reorganisatie van de nationale verdedi
ging, teneinde te komen: tot verkorting van
den diensttijd.
STOCKHOLM, 18 October. - Branting
heeft heden zijn derde sociaal-democratisch
kabinet gevormd. De samenstelling is aldus;
Branting: premier.
Unden: Buitenlandsche Zaken.
Nothin: Justitie.
Hansson: Oorlog.
Möller: Binnenlandsche Zaken.
Larsson: Verkeer.
Thorsson: Financiën.
Olsson: Eeredienst.
Linders: Landbouw.
Sandler: Handel.
Wigfors en Levinson ministers zonder por
tefeuille.
LONDEN, 19 Oct. Dc Spaansche troc-
pen in Marokko gaan, zoo wordt uit Madrid
gemeld, vooruit in de streek van Gozal. Zij
hebben de verbinding met de strijdkrachten,
welke te Sak el Khamis waren afgesneden,
hersteld. Ook zijn de Rifbewoners verdre
ven uit de versterkte positie Moeratahar.
TANGER, 19 Oct. De Spanjaarden heb
ben in den Laranche-sector een nieuwe
reeks posten ontruimd, na onderhandelingen
met de Moorsche stammen.
CONSTANTINOPEL. 19 Oct. De Turk-
sche regeering heeft getoond, niet te willeB
wachten op de beslissing van de gemengde
commissie inzake de kwestie der uitwisse
ling van Grieken, te Constantinopei woon
achtig, en ving gisteren aan met de arresta
tie en interneering van de Grieken, die vol
gens de Turksche meening voor uitwisseling
in aanmerking komen.
Ongeveer 2000 Grieken van beider kunne
en lederen leeftijd werden gisteren, hetzij
in hun woning, hetzij in winkels en zelfs
op straat gearresteerd en onder gewapende
geleide naar concentratie-kampen vervoerd.
Aan het hoofd van een dier troeoen gear
resteerde Grieken liep een bakkersjongen,
wiens kleeren nog wit van het meel waren;
hij werd blijkbaar in een bakkerij gearres
teerd. Zelfs een Grieksch kind, dat aan pok
ken leed, werd uit bed gehaald en bij de
uitgewisselde Grieken ingedeeld.
De Turksche overheid te Constantinopei
waarschuwde 10 October alle Grieken al
daar. die voor uitwisseling in aanmerking
komen, dat zij, voorzoover reeds van een
paspoort voorzien, binnen 7 dagen het land
moesten verlaten. Degenen, die nog niet in
het bezit van een paspoort waren, moesten
dat terstond komen halen en binnen 10 da
gen Turkije verlaten. De betrokken Grieken
dachten echter dat de gemengde commissie
alleen bevoegd was hun uitwisseling te re.
gelen.
LONDEN, 19 Oct. Uit Riga worden ern.
stige gevechten gemeld tusschen Sovjet
troepen en de boeren in de districten van
Witebsk, Smolensk, Mohilef en andere,
waar de autoriteiten opnieuw graan en an
dere producten wilde requireeren voor de
noodlijdende gebieden. In een dorp werd de
geheele requisitie-commissie en een escorte
van negen man gedood.
Toen een strafexpeditie werd uitgezonden
doodden de boeren daarvan nog vijftig sol
daten en maakten zich meester van zeven
machinegeweren.
In opdracht van den directeur-generaal
der Posterijen en Telegrafie is op het Post
en Telegraafkantoor in Den Haag, een dienst
order uitgevaardigd, waarin de aandacht van
het personeel wordt gevestigd op het feit,
dat zij, die voor hoe kort ook, het werk zou
den neerleggen, onmiddellijk ontslagen zul
len worden.
De dienstorder is bedoeld als een waarschu
wing tegen onbezonnen daden.
behandeling welke haar ten deel was ge
vallen, en meer dan eens vormde dit onder
werp den hoofdschotel van haar gesprek.
„Ik moest voortdurend in de weer zijn,"
zeide zij dan met weemoed, „en hij zat op
zijn gemak in huis; ware hij maar niet zulk
een onbeschoft mensch geweest, maar van
een beest kan men geen mensch maken,
hoe ook Darwin en diens volgelingen om
trent dit punt mochten denken."
En het was inderdaad een hard# gelag,
want juist op den leeftijd, dat zij rust ge
nieten en van hare jeugdige werkzaamheid
de vruchten inoogsten kon, moest zij zwoe
gen voor haar dagelijksch brood, en dat
alles, zonder dat zij er den minsten schuld
aan droeg.
„Mannen zijn schavuiten," zeide Mrs. Ha
bleton, „zij huwen eene vrouw en maken er
een lastdier van, terwijl zij. thuis zitten, bier
drinken en zich de koningen van het heelal
wanen."
Possum Villa was een eenvoudig gebouw
met een laag venster en een kleine veran
da aan den voorgevel. Het wa? omgeven van
een tuintje, in hetwelk eenige rozen groei
den en dat de eenige uitspanning van Mrs.
Hableton vormde. Indien zij geen andere
bezigheden had, hulde zij haar hoofd in een
ouden doek en begaf zich in den tuin
waar zij haar bloemen zoolang met water
begoot, tot elke poging, om ze te doeo
bloeien, totaal mislukte, louter uit wanhoop
om niet alleen te zijn.
(Wordt vervolgd.)
vangen. Eveneens de arbeider heeft het recht
vrij over zijn Zondag te beschikken en elders
een zelfden arbeid te verrichten als zijn da-
gelijkschen, indien in die onderneming, waar
hij zijn vrijen Zondag wenscht door te bren
gen, de wekelijksche'rustdag niet de Zon-
Zondag is, maar volgens rooster wordt ver
leend.
De Zondagsrust wordt nog sterker be
perkt door deze op zichzelf te rechtvaardi
gen, maar misbruikte wettelijke uitzonde
ring, dat inrichtingen geopend mogen blij
ven, indien het publiek door sluiting last zou
ondervinden. In dat geval kan een andere
rustdag worden aangewezen. Toegepast op
ruime schaal stelt zij den weg open voor mis
kenning van den Zondag.
De seizoenarbeid bovendien is geheel vrij
gesteld van Zondagsrust, daar de patroon ge
rechtigd is gedurende 15 weken achtereen te
laten werken, mits hij zijn arbeiders gedu
rende het doode seizoen achtereenvolgens
een verlof van 15 dagen verleent.
Het zijn derhalve niet alleen de bakkers,
die aanspraak hebben op een betere rege
ling van hun arbeidstijd, in breeden kring
wordt vooral uit christelijke overwegingen,
daarnaar verlangd.
En zonder den Engelschen Zondag als een
ideaal te beschouwen, waar dan noodwen
dig de vrije Zaterdagmiddag, hier alles be
halve algemeen, aan moet voorafgaan, zou,
toch op het gebied van Zondagsrust nog hee!
wat zijn te bereiken.
De treinenloop op Zondag is uitgebreider
dan in de week. En al zouden wij niet gaarne
den wel zeer beperkten spoorwegdienst in
Holland op Zondag, hier zien ingevoerd daar
duizenden en duizenden dan verstoken zou
den zijn van een herademen in Gods vrije
natuur, voor groote stadsmenschen onont
beerlijk, ook bij de spoorwegen is meerdere
Zondagsrust vereischte.
Een inkrimping van den postdienst op
Zondag is denkbaar, zonder den normalen
loop van zaken al te zeer te storen.
Het is onnoodig dat tal van winkels open
blijven, waar evengoed in de week inkoopen
gedaan kunnen worden. Het zou zeker ge
wenscht zijn dat de couranten des Zondags
niet verschijnen.
De Fransche journalisten wordt geen rust
dag gegund, het dagbladbedrijf wordt geen
enkele dag per jaar onderbroken, behalve
bij „la Croix", het Katholieke dagblad, dat
Zondags niet verschijnt. Zoo zou er veel
meer zijn te noemen.
Beperken wij ons tot deze enkele voor
beelden.
Het is te hopen dat de „Mineurs blancs"
den stoot zullen geven tot de herziening van
de wet op de Zondagsrust.
Het moet niet langer mogelijk zijn dat op
sommige plaatsen het stadsbeeld weinig,
doet vermoeden dat een Zondag is aangebro
ken. Zeker de slavelijke arbeid dient dien
dag geen hoogtij te vieren. Parijs is in dit op
zicht een betrekkelijk gunstige uitzondering.
Het zijn niet alleen de kerkklokken die
moeten verkondigen dat de dag des Heeren
is gekomen, de stilstand van onnoodigen ar
beid moet eveneens getuigenis afleggen, dat
het gebod, zes dagen zult gij arbeiden, den
zevenden rusten, niet te vergeefs is afgekon
digd.
De sport, hoewel hier minder dan in an
dere landen, heeft reeds velen den weg naar
het bedehuis verleerd, het wordt tijd dat een
wettelijke Zondagsrust, waaraan de hand
wordt gehouden, den arbeider in staat stelt
zijn plichten te vervullen.
Indien de tegenwoordige Regeering zich
opwerpt als propagandist van de Zondags
rust, zij het dan ook uit sociale overwegin
gen, die met onze Katholieke levensbeschou
wing niets hebben uit te staan, dan heeft zij
aanspraak door de rechterzijde daarin ge
steund te worden.
Mr. P. v. S.
Parijs, 15 October 1924.
5
Thans begin ik het in te zien, dat de
overledene iets bezat, waar de andere be
hoefte aan had, en waarvan hij wist, dat de
doode het bij zich droeg; ziende dat hij be
schonken is, stapt hij met hem in het rijtuig
en tracht zich wederrechtelijk, hetgêen hij
noodig heeft, toe te eigenen De andere
verzet, uit den aard der zaak, zich daarte
gen, waarna hij hem doodde door middel
van chloroform, welke hij bij zich droeg;
en, terecht bevreesd, dat het rijtuig zou stil
houden en de justitie zich van hem zou
meester maken, rukt hij in minder dan geen
tijd, het bewuste voorwerp uit den zak,
zoodat hij het vest scheurt waarna hij zich
ijlings uit de voeten maakt.
„Dat is duidelijk genoeg maar nu zijn wij
tot de vraag genaderd: wat moest hij heb
ben? een doos met juweelen? Neen, het
ontroofde voorwerp kon met geene moge
lijkheid zulk een dikken omvang hebben,
Want dan zou hij het niet in het binnen-
tte van zijn vest kunnen dragen. Het moest
Iets plats zijn, wat gemakkelijk in dien zak
kon liggen b.v. een papier van waarde,