f^MET16D-=. JgfUEWS die afschuwelijke kwelling verdwijnt snel en zeker met UIT DE PERS. De Bond van Veraart. Pensioen voor weduwen van Kamerleden. UIT ONZE OOST. Moord op een Doehoen. T ragisch. In een vlaag van verstandsverbijstering kondigde hij op een Zaterdagavond een voor bracht aan, te houden in den Stadsschouw De geweigerde N. Guinea- concessie. KUNST EN KENNIS. Historische portretzegels. ORDE EN ARBEID. Fabriekscommissies. LEGER EN VLOOT. Gep. Oud-militairen. LANBiOUW m VISSGHERIiL H oender diphterie. RECHTSZAKEN. De Leidsche malversaties. Na den Culemborgschen moord. De zaak van de Levensver zekering Maatschappij Kosmos. Gevangenen op Java. STATEN GENERAAL. TWEEDE KAMER. Interpellatie-W ijnkoop. T ariefwet. v "^c' Een dure dag. Verkeersongeval. Films als schietschijf in gebruik bij de New-Yorksche politie. De slag bij Elandslaagte. Van een koude kermis thuis. Wederinvoering van de kermis. Schiet- en Voetbalveld. Bijtijds gegrepen. LUCHTVERKEER. Fokker op de tentoonstelling te Parijs. Vliegongevallen in Italië. Onder dit opschrift lezen we in de i,Limb. Koer." volgend artikeltje. „We beleven tegenwoordig allerlei rarig- heden om niet te zeggen narigheden in de Kath. Staatspartij. Na de N. K. P. en de R. K. Volkspartij krijgen we nu ook een R. K. Deraocratischen Bond. Den Haag is er de bakermat, prof. Veraart de vroedmeester van en men gaat probeeren te Utrecht het kind ten doop te houden Deze R. K. Dem. Bond in spe onder scheidt zich van de beide andere zusjes, doordat hij zich van meet af aan wil plaat sen binnen het kader der Kath. Staatspartij, die hij trachten wil „te doordringen van de democratische gedachte". Hiertoe is een program van een zestal pia vota in elkaar gezet, waarvan no, 4 ons bij zonder karakteristiek lijkt. Het luidt n.l.: „Bezuiniging, onder meer door het slui ten van rentelooze leeningen." Op papier prachtigl Maar stel u nu een oogenblik de practijk voor. Er zullen niet veel vaderlanders zijn, die op een Rentelooze Ned. Staatsleening in- teekenen, zoolang zij elders 5 tot lYn per cent van hun geld kunnen maken. Wil de R. K. Democratische Bond zijn wensch verwezenlijkt zien, dan moet hij on vermijdelijk komen tot den eisch: gedwon gen rentelooze leeningen. Practisch kunnen deze alleen afgenomen worden van degenen, die op de registers der Vermogensbelasting te boek staan als kapitaalbezitters. Httgeen dus eenvoudig neerkomt op een zware extra heffing op het kapitaal, beter gezegd: op een tijdelijke naasting van een deel der particuliere vermogens. Waarom komt de Bond van prof. Veraart bier niet liever zonder omwegen voor uit? Dan kan hij tegelijk de middelen aange ven, waardoor hij het noodwendig gevolg van zulk een naasting meent te kunnen voorkomen: het ontvallen van veel kapitaal aan nijverheidsondernemingen en het daar uit voortvloeiend gebrek aan arbeidsgele genheid voor werkwilligen." De „Nederl." schrijft: Het is niet aangenaam over eigen inkomen of bijkomstige baten in het openbaar te spre ken. Kooplieden en bankiers doen het nooit. Ambtenaren doen het zelden. Kamerleden doen het ongaarne en slechts bij hooge uil zondering. Het thans door de Regeering ingediende wetsontwerp, tot regeling van het pensioen voor weduwen en weezen van leden der Tweede Kamer, zal dan ook vermoedelijk tonder discussie worden aangenomen. Het is gebaseerd om het omslag-stelsel. Er ligt een klein voordeeltje in voor het Rijk. De Kamerleden zullen 3 pet. van hunne schadeloosstelling in 's Rijks kas storten, hetgeen een jaarlijksche bate brengt van 15.000. De pensioenen zullen uit 's Rijks kas worden betaald. Het hoogste bedrag voot een weduwepensioen zal 1500 zijn. Er zija thans, naar wij meenen, twee tot-pensioen gerechtigde weduwen. Het zal wel heel wat jaren duren eer haar aantal tien mocht be dragen. Van weezen-pensioen zal wel heel zelden sprake zijn. Mocht, na misschien vele jaren, blijken, dat de gestorte som van 15.000 niet voldoende was voor de uit te betalen weduwen- en weezenpensioenen, zoo zou het te storten bedrag kunnen wor den verhoogd. Over hetgeen in het wetsontwerp staat valt dus eigenlijk weinig te zeggen. Toch hadden wij het wetsontwerp gaarne anders gezien. Toen de schadeloosstelling der Kamerleden werd bepaald op 5000, op zich zelf beschouwd een zeer te rechtvaar digen bedrag, waren de ambtenaars-salaris sen 10 pet hooger dan zij heden zijn en werd door de ambtenaren geen premie be taald voor hun pensioen en het pensioen hunner weduwen. Thans betalen de ambte naren daarvoor een premie van 8'A pet. van hun salaris. Het hindert vele Kamerleden, en het ver mindert het prestige der Kamer, dat, waar ieder moet bijdragen tot herstel van het evenwicht in de Staatsfinanciën, de schade loosstelling der Kamerleden tot heden on veranderd bleef en ook na 1 Januari 1925 zoo goed als onveranderd zal blijven. Voor zich zelf kan ieder Kamerlid aan dit bezwaar tegemoet komen, door te verzoeken een zeker gedeelte zeg 10 pCt. van zijne scha deloosstelling in te houden. Een aantal Ka- rerleden doet dit reeds sedert 1 Januari 1924; anderen volgden in den loop des jaars. Maar dit is niet genoeg. Nu de schadeloosstelling van 5000 in de Grondwet is bepaald, en Grondwetsherzie ning voor dit doel moeilijk is. ware het de aangewezen weg in het thans-ingediende wetsontwerp eene storting op te nemen van 10 pet. der schadeloosstelling Dit ware, ge zien het doel der storting, voorloopig een voordeel voor 's Rijks schatkist van 47,000 per jaar. Maar om dit voordeel is het juist te doqn. Voor de Kamerleden, althans voor hen, die zich vrijwillig de korting oplegden, is het hoogst moeilijk, tegenover hunne medele den, zoodanig voorstel of amendement in te dienen. Het spijt ons echter dat de Regee. ring niet kloekweg eene storting van 10 pet. voorstelde. Zoodanig voorstel, in de gegeven omstandigheden, zou van wijsheid getuigen. Het had voor de Kamerleden de eenheid van handelen jegens de schatkist hersteld. Ook de Kamerleden, die, om te eerbiedigen redenen, tot heden niet overgingen tot vrij willige storting van 10 pet., zouden zich <en slote door zoodanige wettelijke regeling be vredigd gevoelen. i m i In de desa Manggeën, district Sotja op Madoera, is een doekoen, die handelde in djimats, vermoord, De man had aan de bevol king, zoo meldt de Bintang Soerabaja, tal rijke djimats verkocht, die heetten te helpen tegen velerlei gevaren en kwalen. Nu wilde het geval, dat er juist in gezinnen, waarvan de man of de vrouw zich djimats hadden aan geschaft, zich ziekte voordeed. Natuurlijk achtten deze menschen zich bekocht de doekoen had hun klaarblijkelijk kwade dji mats in plaats van weldadige verkocht. Het gevolg bleef niet uit. De doekoen zat op een avond rustig voor zijn huis te rooken, toen een der gedupeerden op hem toetrad en hem zonder meer doodstak. De dader heeft zich zelf aangegeven. Naar het Bat. Nieuwsblad meldt, werd naar Buitenzorg getransporteerd, teneinde in het krankzinnigengesticht aldaar ter observatie te worden opgenomen, een Bataviasche ge- Oeesheer, wiens naam den laatsten tijd vaak genoemd was in verband met de oprichting •an een ziekenfonds, waartoe hij het initia tief had genomen. Deze dokter schijnt lijdende te zijn aan cyclische psychose. burg, over „<ïc biecht van een praktizeerend geneesheer.'' De entreeprijs werd gesteld op 10, ter wijl H. B.-scholieren vrijen toegang zouden hebben. Een en ander heeft de aandacht getrokken van den B. G. D„ die er voor zorg droeg, dat de ongelukkige patiënt ender toezicht ge steld werd. Het Bat. Nbl. verneemt, dat het niet de eerste maal is, dat die dokter symptomen van geestesverbijstering vertoont. Reeds tijdens zijn studie in Holland bleek hij door boven genoemde ziekte aangetast. Nochtans schijnt er geen aanleiding te be staan hem zijn artsdiploma te ontnemen. Over Molest-risico. Betreffende de afwijzing der Duitsche ver langens in zake Nieuw Guinea, schrijft D e Loc. van 15 September Tot de bedenkingen, in de pers ingebracht tegen het thans afgewezen Duitsche Nieuw Guinea-plan, behoorde ook deze, dat het even stoere als consequente slag fortuin zoekers, waaruit de woudloopers der Zuidzee landen plegen te worden gerecruteerd, de bevolking en vooral de mededingers der blan ke jagers en speurders minder zachtzinnig zouden bejegenen. Voor die bedenking kan ook de regeering niet doof zijn geweest. Het is ook haar genoegzaam bekend hoe weerloos ook de meest „woeste" Papoea's staan tegen over de modern bewapende ijzervreters, waarover de Duitsche maatschappij de be schikking zou verkrijgen. Maar de hoffelijk heid heeft blijkbaar verboden op de moge lijkheid van verkeerde activiteit ten opzichte van de bevolking te zinspelen. En daarom luidt letter d der gouvernementeele over wegingen tot afwijzing van de concessie aldus: „dat ook overigens de inwendige om standigheden van Nederlandsch Nieuw Guinea eene behoorlijke bestuurscontrole op in het binnenland werkende onderne mers bezwaarlijk maken en geen voldoen de waarborgen opleveren tegen vrijwa ring voor molest van de zijde der inheem- sche bevolking." De uitvinder dezer clausule verdient met promotie over te gaan naar onzen diploma- tieken dienst. Onder leiding van den heer S. Pregers leeraar in de geschiedenis aan de gemeente lijke H. B. S. met 5-j. c. te Hilversum is door het Bureau voor Historische Zegels te Amsterdam een serie historische portret zegels uitgegeven. De afbeeldingen ,in de afmeting van 3 bij 4 c.M., werden gemaakt naar kopergravures van bekende meesters, afgedrukt op kunst drukpapier. Zij geven weer de beeltenissen van bekende personen op elk gebied vor sten, kunstenaars, geleerden, veldheeren, staatslieden, zoowel uit de geschiedenis van Nederland als uit die van andere staten en volkeren. Bij elk zegel behoort een korte tekst. Zij zijn bestemd voor een album. Stellig zal de verzameling voor vele jongens en meisjes inzonderheid van leerlingen van M. O. en M.U.L.O. een prettig en leerrijk werk zijn. Door de directie der Nederlandsche Kunst zijdefabriek te Ede, zullen zoogenaamde fabriekscommissies ingesteld worden, ten einde, zooals art. 1 van het reglement zegt, een geregeld overleg te bevorderen tusschen de directie en het personeel dezer onder neming in zake allerlei aangelegenheden van algemeenen en individueelen aard, den dienst en de toepassing der arbeidsvoor waarden betreffende. De leden dezer fabrieks commissies zullen na gehouden candidaat- stelling door en uit de werknemers (neem- sters) der fabrieken te Ede en Arnhem gekozen worden. De werknemers (neem- sters) kunnen bij deze commissies hun wenschen en klachten kenbaar maken, ter wijl deze iederen ^aterdagihierover bespre kingen met de directie zullen voeren. Een adres aan de Tweede Kamer. De hoofdbesturen van den Alg. Mtl. Pensioenbond, den Kon. Ned. Bond van Oud-Onderofficieren, den Eersten Ned. Bond van oud-Onderofficieren, de Ned. Ver. van oud-Onderofficieren der zeemacht en den Bond van Res.-Onderofficieren hebben zich met een rekest gewend tot de Tweede Kamer, waarin zij herinneren aan de verklaring van den minister van Marine in de Kamer zitting van 4 April jl„ dat de regeering bereid is een voorste! te doen tot verzachting van het lot der oude gepensionneerden, zoodra zij uitzicht heeft gekregen op een sluitend budget en aan de thans verschenen nota, betreffende den toestand van 's lands financiën meedeelt, dat het tekort op den gewonen dienst 1925 volledig gedekt zal zijn, indien de door de regeering ingediende wets ontwerpen tot verhooging der middelen tot wet zullen worden verheven. Adressanten betreuren het, dat uit de inmiddels ingediende begrootingen voor Marine en Oorlog niet blijkt, dat de re geering voornemens is de door haar, bij monde van den minister van Marine gegeven belofte in de Kamerzitting van 4 April jl. in te lossen. Zij verzoeken der Kamer haar mede werking te willen verleenen, opdat althans bij de behandeling van de resp. begrootingen voor 1925 afdoende maatregelen worden getroffen t.a.v. de pensioenherziening van de militair gepensionneerden en hun weduwen en weezen, vallende buiten de thans bestaan de wetten. Men meldt uit Schagen aan de „De Maas bode": Ook in Noord-Hollands Noorderkwartier begint de gevreesde hoenderdiphterie te heerschen. Bij een kippenhouder in den om trek zijn er al 100 stuks aan deze ziekte ge storven. Door voorzorgsmaatregelen als inenting tracht men uitbreiding tegen te gaan. Naar aanleiding van het strafproces in Zake de malversaties bij den bouw van het Leidsche Ziekenhuis maakt het „Weekblad van het Recht" de volgende kantteekening: Wie met eenige aandacht gelezen heeft de verslagen van de dezer dagen voor de Haagsche rechtbank behandelde strafzaken, moet daarvan een droevigen, zeer ernstigen indruk hebben overgehouden. Wij hebben in ons land altijd groot vertrouwen gehad in de eerlijkheid en onkreukbaarheid onzer ambtenaren; dat vertrouwen ontving een zwaren schok. Wij spreken niet over de strafrechtelijke vragen, die bij de processen een rol speelden; adhuc sub judice lis est. "Wij zwijgen nu ook maar over de bij die processen wederom gevolgde methode om een of meer beklaagden uit een behandelde strafzaak als getuigen onder eede te hoo- ren in een volgende. Wij komen op deze Zoo hoogst bedenkelijke methode nog wel eens afzonderlijk terug. Wij willen nu even wijzen op den diepen achtergrond bij al deze strafgedingen. Er moet in de wijze, waarop bij den Staat de administratie van de bouwbedrijven is ingericht en in de daarbij gevolgde regelen van comptabili teit een sterke aanleiding liggen voor de betrokkenen om zich aan malversatiën schuldig te maken. Wij beweren met, dat daarin voor dezen eene verontschuldiging kan gelegen zijn of en in hoeverre dat het geval mag zijn, zal de rechter bij de bepaling van de straf maat hebben te beoordeelen. Maar ook al blijft de verantwoordelijkheid van de amb tenaren ten volle gehandhaafd, dan blijft niettemin het feit bestaan, dat de aan den dag getreden wantoestanden een diepere oorzaak vinden in de bestaande regelingen en in de daarmee verbonden zeer onvol doende controle. Hoogere ambtenaren plaat sen hun handteekening op gezag van lagere, zonder dat zij zelf de juistheid der goedge keurde mandaten nagaan, misschien ook zonder dat zij daartoe in staat zijn. Voor de praktijk ongeschikte en onbruikbare voorschriften dwingen tot allerlei kunstmid delen, in welker gebruik eene onmiddellijke aanleiding ligt tot misbruiken en tot oneer lijkheden. Het ligt niet op onzen weg dit nader in bijzonderheden uit te werken, doch wel willen wij er den bijzonderen na druk op leggen, dat allen, die aansprakelijk zijn voor het laten voortbestaan van toe standen, zooals die zijn gebleken te bestaan, de medeverantwoordelijkheid op zich laden van misdrijven, die daaruit kunnen voort vloeien. Het is dringend noodzakelijk, dat een ernstig onderzoek wordt ingesteld om trent hetgeen bij de bedoelde processien is voor den dag gekomen en dat afdoende maat regelen getroffen worden om de oorzaken, de aanleiding tot misdrijven weg te nemen, die hier haar verderfelijken invloed hebben geoefend. Bestrijding van criminaliteit moet minder gezocht worden in de oplegging van straffen, meer of minder zwaar, dan wel in de wegneming van de crimogene oorzaken, in de wegneming van de oorzaken, waarin de misdadigheid haren grond vindt. Als verdediger in de strafzaak tegen O. de Beus, beschuldigd van smaadschrift in de zaak betreffende den commissaris van po litie Blok te Culenborg, zal optreden mr. M. Mcndels te Amsterdam. De Haagsche Rechtbank heeft Dinsdag uitspraak gedaan in zake de incidenteele vor dering van eenige aandeelhouders tegen de Verzekerings Mij. „Kosmos", te Zeist. Deze was gedagvaard tot volstorting der aandee- len, tot oproeping in vrijwaring van hen, die leden der directie en van den Raad van Be stuur waren in 1917 en de volgende jaren. De rechtbank verklaarde deze aandeelhou ders niet ontvankelijk in hun incidenteele vordering. Zij bepaalde, dat de vordering in hoofdzaak dus de vordering tot volstor ting der aandeelen opnieuw zal worden aan gebracht in de zitting van 4 November 1924, en ten slotte, dat hooger beroep van deze uitspraak niet, dan met het eindvonnis "kan worden ingesteld. Heel gemoedelijk. In het „A. I. D." van 20 Sept. j.l. staa te lezen De weg van Tomo naar Soemedang is twintig palen lang, vijf-en-dertig kilometer. En op een dag liepen een ambtenaar en een goedé kennis daarlangs, toen achter elkaar ongeveer negentien menschen zich in de richting van Soemedang begaven. „Kijk," zei de ambtenaar, daar gaan de gestraften. Die eerste daar heeft twee maan den, nummer twee heeft een half jaar, de derde veertien dagen." „Gehad, bedoel je zeker?" meende de goede kennis. „Neen, zeker niet, ze gaan nu naar Soe medang om hun straftijd uit te zitten." Inderdaad, daar gingen zij. Zonder toe zicht. Heel gemoedelijk, en zij rookten er een strootje bij. Nadat zij zoo een flink kilometertje hadden geloopen, waren zij tot de gevangenis van Soemedang genaderd. De meest vrijmoedige klopte aan. De cipier deed open. „Goedenmiddag, mijnheer," zeide de moe digste beleefd, „heeft u een oogenblikje voor mij „Ja, zeker, wat is er aan de hand?" „Ik kom hier een maandje zitten, mijnheer de cipier." De cipier monsterte gijn aansstaanden logé en knikt tevreden. „Geen bezwaar," zegt hij, „hoe heet je „Endeh, als u geen bezwaar heeft." De cipier neemt een register en kijkt het na. „Het klopt," zegt hij tevreden, „kom maar binnen. Zijn er nog meer „Ja, nog achttien anderen," antwoordt de gelukkige, die voor opsluiting zonder meer in aanmerking is gebracht. En inderdaad, successievelijk melden zich nu ook de anderen aan, worden met een treepje aangeteekend als „present" en daari a in de cellen geleid. De straftijd is begonnen. In de blauwe lucht hangt een vredige stilte de muziek van de Preanger klinkt in het rond en alles is even mooi op deze P>ek der aarde, waar gevangenen naar hun cellen gaan zonder dwang en zonder geleide. Vergadering van Dinsdag 21 Octob nam. 1 uur. Aan de orde is: Behandeling van het ver zoek van den heer Wijnkoop om verlof tot het richten van vragen aan den Minister van Koloniën betreffende de aangekondigde maatregelen der Indische Regeering tot be strijding van de volksbeweging der arbeiders en boeren in Indië, speciaal blijkbaar tot be strijding van de Sarakat Rajat en van de Perserikatan Kommunist India (P. K. I.) Het verzoek wordt toegestaan. -De VOORZIT IER stelt voor deze interpel latie te houden op een nader te bepalen dag. De heer WIJNKOOP, C. P., vraagt deze interpellatie te houden na de Tari-lwet. De VOORZITTER zal dat overwegen. Voortgegaan wordt met de behandeling van het ontwerp tot vaststelling eener nieu we Tariefwet. De he„r VAN VUUREN, R. K„ betoogt dat deze wet niets met protectie heelt te maken ondanks het bewijs dat de heer van Gijn daarvoor meent te hebben gegeven in zijn laatdunkende rede tegenover ieder die het niet met hem eens is. Wie het niet met den heer van Gijn eens is, heet idioot of dom of wordt ais oneerlijk gekwalificeerd. Onbe hoorlijk acht spr. ook het optreden van het bestuur van het Ned. Landbouwcomité, dat niet een pro en contra redenaar liet sprexen; maar slechts één die overtuigd vrijhan.de jaar is, nl. baron van Weideren Rengers. Zoo han- d lt alleen een bestuur, dat zijn vereeniging tot een bepaalde uitspraak wil dwingen. Het is van belang dat de daden der rech terzijde niet verkeerd worden uitgelegd. Ter wille van de waarheid geelt de rechterzijde geen anderen naam aan deze wet dan zij meent dat ze verdient. Fiscaal en technisch is deze herziening en anders niet. Als het anders was, zou de rechterzijde het zeggen. Zij is er altijd rond voor uitgekomen wat zij De oude wet was zeer gebrekkig en al zal zij thans nog niet ideaal zijn, zij zal zeer veel verbeterd zijn. De bescherming die deze wet brengt is gelijk aan die der bestaande wet en is slechts een neven-werking van de wet. De wet is niet opgezet als protectionistische wet. Men kan e-en wet te ver doorvoeren en zijn doel voorbij schieten, gelijk met enkele be lastingwetten reeds het geval is. Dan kan deze wet ook een protectionistisch karakter krijgen maar dat is nog niet het geval. Om te komen tot het financieel evenwicht iu ons land is verhooging van het tarief on vermijdelijk. Er is geen andere weg meer n dan deze. Uitvoerig gaat spr. allerlei punten na om te betoogen dat nergens meer belasting is te hellen. Tegen iedere belas- tingverhooging komt verzet en zij is daardoor onmogelijk geworden. Men ziet t al weer bij de verhooging van den tabaksaccijns. Wil de linkerzijde mede werken aan een tariefsher ziening in Engelschen geest? Spr. gelooft het niet. Om onze internationalen handel, om onze boeren en om onze huisvrouwen heb ben wij het thans voorgestelde tarief noodig ook om het Engelsche stelsel te ontgaan. Ui. Grief zal den wereldvrede niet verstoren, wat wel het geval zou zijn met het Engel sche. Deze tariefsherziening is fiscaal, is een be lastingstelsel, waarbij hij zich neerlegt, om dat de nadeelen geringer zijn dan de voor deden. De oppositie tegen dit ontwerp staat bui ten v-rhouding van de belangrijkheid van dit ontwerp. Het verkrijgen van de meest be gunstiging wordt over het algemeen over schat. Het bezit daarvan was dikwijls van twijfelachtige waarde omdat men toch wel kans zag door splitsing der tarielkosten Ne derland de meestbegunstiging te laten maar toch te treffen door hoogere tarieven. De Mi nister van Buitenlandsche Zaken maakt zich eigenlijk van zaa'. af. Van een goed-ingericht tariefstelsel dat grondslag kan zijn van on derhandelingen verwacht spr. veel meer dan van de vrijheid aan de Regeering gelaten om maatregelen te treffen. Uit financieel oogpunt acht hij dit ont werp alleszins aannemelijk. De heer DE MONTé VERLOREN Ja.-r.) constateert dat de linkerzijde het politieke element heeft gebracht in een aangelegen heid die vrij van politiek moet blijven. Hij betreurt die hbuding ten zeerste en meent dat zij onbillijk is. Vervolgens behandelt hij de rede ran den heer Van Gijn, die z. i. een verkeerde scheidingslijn trok tusschen pro tectie en vrijhandel. Van de prijsverhoogingen die het gevolg zouden zijn van deze tariefs- verhooging valt weinig te voorspellen. Dat die verhooging niet zal zijn wat men ter lin kerzijde vreest, acht hij buiten twijfel. De financieele toestand des lands elscht nog steeds grootc voorzichtigheid van de Re geering. Spr. is er b.v. niet gerust op, dat de hoogere opbrengst der inkomstenbelasting over 1925, die op 5 millioen is geraamd, niet te gunstig is geacht. Spr. voorziet in de wederopleving van Duitschland een enorme concurrentie voor ons land on het is zaak, dat de regeering daartegen waakzaam is. Onjuist aebt hij de voorstelling, dat deze belastingverhooging dient cm bezuiniging te voorkomen. Juist wanneer het evenwicht is hersteld, zal reorganisatie van den Staats dienst dringend noodig zijn om nieuwe tekor ten te voorkomen. Het zal noodig zijn onze financieele handelingen te herzien en het is een belangrijke taak, dat de Regeering tracht de financiën des lands op beteren voet te schoeien. Zij verdient daarvoor den dank van ons land. De heer KERSTEN (Staatk. Gcref. Partij) meent, dat de vrijhandelaar eer conservatief is te noemen, omdat hij vasthoudt aan den ouden vorm van de handelspoltiek. Hij is principieel niet tegen dat ontwerp, al kent men het protectionistische tendenzen toe Aan ernstige bezwaren is reeds veel te gemoet gekomen; de bestrijding is te hoog opgevoerd en spr. ziet niet in, dat verhooging van 5 tot 8 pCt. een ramp is voor ons land. Het nadeel voor den landbouw wordt al weer ontkend. Wat baat de goedkoopte, als er werkloosheid is? De Regeering moet ech ter voorzichtig zijn en alleen in geval van nood met belastingverhooging komen. Spr. neemt dus aan, dat die nood er was, en hij hoopt, dat de Regeering thans ernstig naar belastingverlaging zal streven. De storting van 12 millioen voor het Ouder domspensioen kan zijns inziens nog wel wat wachten cn bij vraagt den minister dit te overwegen. Mej. GROENEWEG (S. D.) ziet in de vrij stellingen, die de Minister voorstelt, al het bewijs, dat men prijsstijging vreest van de belaste artikelen. Sommige leden vertellen ons, dat de binnenlandsche artikelen niet duurder zullen worden. Door de positieve mededcelingen daaromtrent van den heer v. d. Heuvel is spr. niet overtuigd. Artikelen als reuzel zullen stellig duurder worden. De prijsstijging der buitenandsche artikelen zal herhaaldelijk de prijzen der binnenlandsche artikelen doen stijgen. Spr. wijst op het gebruik van boter, melk en eieren, dat zeer sterk is teruggeloopen, als gevolg van de prijsstijging en van de verla ging der salarissen. Ten slotte verklaart zij zich vierkant tegen dit ontwerp. De heer SMEENK (A. R.) bestrijdt ook nog eens de opvatting, dat dit ontwerp protectie is. Protectie zou 20 put. taner pas Kunnen heeten. Vervolgens gaat spr. na, hoe vóór den oorlog in Duitschland de toestand was. De loonen waren daar 30 pCt. hooger dan hier, maar het leven was er niet 30 pCt. duurder. Echter is een beroep op de enquête van vóór den oorlog van weinig beteekenis meer, omdat de toestanden zeer zijn veranderd. Het matige recht, dat thans wordt voorge steld, zal de prijzen niet noemenswaard doen stijgen. De tariefsverhooging op nijverheids- producten kan zelfs leiden tot prijsverlaging. De heer v. d. WAERDEN (S. D.) acht fi- na*cieel deze wet niet noodig. De Minister heeft zijn bewijs daarvoor niet voldoende ge argumenteerd. De vraag van protectie of vrijhandel is niet een rekensommetje van 5 o£ 8 pCt., maar wel het volgen van een richting en het kan niet ontkend worden, dat dit ontwerp in de richting van protectie gaat. Vervolgens bestrijdt hij tal van passages uit de redevoeringen der verdedigers van het ontwerp. De Minister van Financiën, de heer COLIJN, is aan het woord, maar zal heden zijn rede slechts aanvangen. Spr. betuigt thans allen zijn dank voor den hem verleenden steun. Hi) zegt, niet te zullen wijzen op enkele punten, want hij dient nog heden een nota van wij ziging in. Spr. zal behandelen don financieelen toestand, de wijze van voorbereiding, de technische inrichting der wet, het karakter van het tarief, het duurte-argument en de in- ternatior.ile beteekenis. De vergadering wordt verdaagd tot Woens dag 1 uur. De melkboer B. te Woerden had aldaar op de najaarsmarkt voor ongeveer f 300 een paard gekocht. Het dier werd voor den wa gen gespannen, waarna men naar huis reed. Voor den oprij weg aangekomen, weigerde het paard pertinent de plaats op te rijden. Het steigerde zoodanig achteruit, dat de wagen in de gracht terecht kwam, waardoor tevens het paard werd medegesleept het verdronk. De gracht is ter plaatse zoo diep, dat van den wagen niets meer te zien was. Zondagmorgen is een motorrijtuig, waarop een heer en een dame gezeten waren, op den Abcouder Straatweg, niet ver van Abcoude, van achteren aangereden door een van Am sterdam komenden auto, met het gevolg, dat de op het motorrijtuig zittenden daaraf geslingerd werden. De motorrijder kwam er betrekkelijk goed af de dame moest echter per auto naar een der Amsterdamsche ziekenhuizen ver voerd worden, alwaar hersenschudding ge constateerd werd. Degene, die de aanrijding veroorzaakt had, heeft zich met den auto verwijderd, zonder verder naar de slachtoffers der aan rijding om te zien. Een motorrijder, die van het ongeval ge tuige was, heeft den auto echter weten te ach terhalen en het nummer aan de politie opge geven, welke thans een onderzoek instelt. In het hoofdkwartier der New Yorksche politie heeft men zich eenige filmapparaten aangeschaft, ten einde de politie te oefenen in het schieten op films, waarop motorrijden de bandieten te zien zijn. Practische bedre venheid in dit soort schieten is noodzakelijk geworden, ten gevolge van de veelvuldig voor komende vermetele vergrijpen van bandieten, die auto's gebruiken. Dinsdag, den 25-jarigen gedenkdag van den slag bij Elandslaagte (Natal), is te Lei den bij den herinneringssteen in de Aca demie voor een der toen gesneuvelden, dr. Herman Coster, van Alkmaar, namens een 12-tal vereenigingen met den Senaat der Universiteit, een krans aan de nagedachte nis der toen gevallenen gewijd en o.a. het woord gevoerd door mr. J. C. Kakebeeke, van Deventer, een der oud-strijders. Ook Alkmaar's burgemeester legde namens het bestuur dier gemeente een krans neer. Toen zekere F. uit Brunssum met zijn vrouw en schoonzuster Zondagavond naar huis terugkeerde, werden zij op den Venweg door twee met een zakdoek voor hun ge zicht gebonden mannen, ieder met een knuppel gewapend, staande gehouden en bedreigd. F. sprong echter direct cp één hunner toe en gaf hem een aantal vuist slagen, zoodat de andere gemaskerde het noo dig oordeelde zijn vriend te helpen. De vrouw van F hield dien man met alle geweld vast, zoodat hij niet veel kon uitrichten. Toen F. den eersten aanrander, op de vlucht gejaagd had, ging hij op den andere toe, doch deze koos de wijste partij en ging er, met achterlating van zijn pet, ook vandoor. Zij liepen echter in de armen van een paar surveilleerende veldwachters, die hen arre steerden en in verzekerde bewaring stelden. Het bleken te zijn zekere P. v. H. en H. J. S., beiden uit Brur.ssum. Te Almelo heeft een comité tot wederin voering van de kermis een adres aan den raad gericht, voorzien van 7041 handteeke- ningen van meerderjarige ingezetenen, waar bij wordt aangedrongen op de wederinvoe ring van een „drankvrije" kermis. Zondagmorgen werd te Velp op een ter rein aan de Modelhoeve een voetbalwed strijd gehouden. Plotseling klonken er scho ten en hoorden verschillende spelers ko gels langs zich fluiten. De schutter, die in een tuin aan de Roosendaalsche laan stond, trof al spoedig den 20-jarigcn voet baller Roclofsen, wonende te Arnhem, in de liesstreek.. De leider van het spel. een politieagent uit Arnhem, waarschuwde een dokter en de politie, die spoedig op het terrein waren. De getroflenue werd door den dokter in een auto mee naar het Velpsche ziekenhuis genomen. Dc voetbal lers hadden intusschen met hun bedreigin gen den schutter op de vlucht gejaagd. Ge bleken is, dat deze, de heer v. d. B. wonen de aan de Rosendaalsche laan, met scherp op een dun houten schijfje had staan schie ten, waar de kogels doorheen waren ge gaan en in het onmiddellijk achter zijn tuin gelegen voetbalveld waren terecht geko men. Dc politie heeft hem in verhoor ée- nomen. Zaterdagavond werd de echtgenoote van den heer H. te Amsterdan op het perron te Hilversum lastig gevallen door een 20-jarig jongmensch. Deze laatste op zijn onbehoor lijk gedrag gewezen, trok een mes en stak den heer L. C. uit Amsterdam in den rech terarm, met gevolg dat de onderarm op twee plaatsen doorstoken werd. De dader, ge bruik willende maken van de verwarring, om te ontvluchten, werd juist bijtijds gegrepen door een Hilversumsche politieagent, die juist met den trein uit Amsterdan was gekomen. De dader werd in arrest gesteld. WAARDOOR ONTSTAAT KANKER} Kanker is een door iedereen gevreesde ziekte. Ze komt veel voor en er schijnt geen kruid tegen gewassen te zijn. „Het zit in het bloed", zegt de volksmond. Als kankerge zwellen worden weggenomen, blijft altijd de vrees dat de kwaal zie!', na eenigen tijd op een andere plek weer zal openbaren. Als ze eenmaal ver gevorderd ri staat de geneeskun de er machteloos tegen. Soms verloopt het proces pijnloos, maar in vele gevallen moet de lijder tot aan zijn dood hevige pijnen door staan. Wat is eigenlijk de oorzaak van kanker? Er zijn verschillende antwoorden op die vraag maar niemand durft het met zekerheid te zeggen. De wetenschap tast nog in het duister. Een Engelsche specialiteit, de heer Ellis Barker, die reeds dikwerf over deze gevreesde ziekte heeft geschreven, geeft in het Engelsche periodiek „The Spectator" r.og eens eenige beschouwingen ten beste. Hij heeft een theorie over het ontstaan van kanker en hij zou die gaarne willen toetsen aan de praktijk. Indien vijfhonderd kanker- lijders bereid waren mij de gewenschte me- dedeelingen te doen, zoo zegt hij, en indien 470 van hen mij zouden bevestigen in mijn vermoedens van chronische vergiftiging cn van een tekort aan vitaminen, dan ben ik overtuigd dat het kankerprobieem opgelost zou zijn. Kanker, zoo constateert hij, is een ziekte der beschaafde volkeren. De kwaal maakt de meeste slachtoffers onder de meest ge civiliseerde naties. Ze wordt veel meer aan getroffen in de steden dan op het platteland. En de rijken hebben er meer onder te lijden dan de armen. Ellis Barker gelooft niet aan de veronderstelling, dat kanker een gevolg is van chronische geïrriteerdheid. Hij heeft een andere hypothese. Hij verdenkt ons voedsel of liever bepaalde chemische pre paraten en kleurstoffen die wij bij onze maal tijden naar binnen krijgen, er van, kanker in ons gestel te brengen. „Constipatie is een kwaal van de gecivili seerde menschen," zoo zegt hij, „en in bijna ieder kankergeval kan een chronische con stipatie worden geconstateerd, die zich over twintig of méér jaren uitstrekt. Het kwij nen der vitaminen veroorzaakt niet slechts constipatie, maar leidt ook tot permanente ontwrichting en verzwakking van maag en ingewanden alsmede tot talrijke kwetsingen van het voedingskanaal, waardoor giftstof- fen uit de ingewanden zich door het lichaam verspreiden. Kanker wordt het meest ge constateerd nabij het voedingskanaal en wel speciaal op die plekken, die het meest zijn bloot gesteld aan den schurenden druk van harde ontlasting en die daardoor langzamer hand gedeerd worden. Ik ben daarom tot de conclusie gekomen, dat kanker te wijten is aan chronische vergiftiging en gebrek aan vitaminen dat kanker een kwaal is, voort komende uit een verkeerde levenswijze en dat ze kan worden geëlimineerd door een juiste levenswijze. Begrijpelijkerwijze zou den dus menschen, die al ver op weg zijn naar kanker, gered kunnen worden door hun gewoonte te wijzigen en zich voortaan te hoeden voor chronische vergiftiging en kwijning der vitaminen iets wat men vinat bij de beschaafde volkeren, onder de stadsmenschen en bijzonder bij de rijken en welgestelden." Om zijn theorie te toetsen, zou Ellis Bar ker twee dingen willen doen. Hij zou wil len onderzoeken of men kanker ook vindt bij de niet of halfbeschaafde stammen en hoe die menschen leven. En daarnaast acht hij een uitgebreid onderzoek noodig onder kankerlijders. Hij zegt, dat hij binnenkort dit onderzoek hoopt te beginnen. Hij is over tuigd, dat er geen kankerbacil bestaat even min als er een bacil bestond voor het vroe ger zoo gevreesde koudvuur of voor bepaal de leverziekten, welke laatste aan on matig alcoholgebruik zijn toe te schrijven. Volgens zijn overtuiging is kanker een voudig een gevolg van verkeerde voedings gewoonten, waardoor chronische vergifti ging ontstaat, constipatie, ontijdige slijting der interne organen, gepaard aan kwijnen der vitaminen. Het zou een verademing zijn, als men de oorzaak van kanker met zekerheid koa v**- stellen. Naar de Tel. verneemt, zal de Nederland sche vliegtuigenfabriek exposeeren op den Parijschen vliegsalon, welke in December a.s. gehouden wordt. De heer A. H. G. Fokker heeft thans een uitnoodiging tot exposeeren ontvangen in tegenstelling met 2 jaar geleden, toen de le salon gehouden werd en Fokker geweigerd werd. De heer Fokker heeft thans een grooten stand gehuurd, waar hij zal exposeeren het nieuwste type van de fabriek, de F VII, het toestel waarmede de vlucht Holland—'Indië gemaakt wordt en dat thans in serie gebouwd wordt. Verder worden geëxposeerd twee moderne oorlogsvüegtuigen, een jager en een verkenner. Het verkeerstoestel wordt uit gerust met een 360 P.K. Rolls-Royce motor de verkenner met een 400 P.K. Hispano Suiza Het gagt met de Italiaansche aviatiek nil bijster gelukkig. Uit de blauwe lucht die juist in dezen tijd zoo vrijwel geheel windstil is vallen veel te veel van die snorrende libellen eensklaps uitgegor.sd, te pletter. Het volgende lijstje wordt uit Rome aan de Tel. opgegeven Voor korteen vliegtuig gevallen in dm Tiber, de bestuurder verdronken eerst dagen later opgevisc'nt. Eergisteren een aeroplaan neergestort op het vliegterrein bij Rome. Bestuurder en pas sagier dood. Tot nu toe waren slechts slachtoffers, zij die het gevaar zochten. Maar heden is een watervliegtuig dat van Pola naar Rovigno vloog, ternauwernood daar aangekomen, neergestort, door een te kort genomen boog, en terecht gekomen pp een terras waar het in zijn val drie meisjes neerwierp. Twee dier meisjes werden zwaar gewond. Het derde schijnt er met den schrik en wat schrammen te zij:, afgekomen. De bestuurder van het vliegtuig kreeg een schedelbreuk en zijn helper verbrandde ge heel. Bovendien ontstond door de ontploffing van den motor brand in het huis dat vrijwel geheel uitbrandde terwijl het vuur zich ook uitbreidde over de aangrenzende huizen. Als ge ze zoo ziet vliegen in de blauwe, stille lucht, die zilveren libellen, zijn het snoe zige, alleen maar wat luidruchtige, dir.gskes, snoeperig speelgoed. Maar intusschen...»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 7