f^MET16D-=.
JgfUEWS
die afschuwelijke kwelling
verdwijnt snel en zeker met
UIT DE PERS.
De Bond van Veraart.
Pensioen voor weduwen van
Kamerleden.
UIT ONZE OOST.
Moord op een Doehoen.
T ragisch.
In een vlaag van verstandsverbijstering
kondigde hij op een Zaterdagavond een voor
bracht aan, te houden in den Stadsschouw
De geweigerde N. Guinea-
concessie.
KUNST EN KENNIS.
Historische portretzegels.
ORDE EN ARBEID.
Fabriekscommissies.
LEGER EN VLOOT.
Gep. Oud-militairen.
LANBiOUW m VISSGHERIiL
H oender diphterie.
RECHTSZAKEN.
De Leidsche malversaties.
Na den Culemborgschen moord.
De zaak van de Levensver
zekering Maatschappij Kosmos.
Gevangenen op Java.
STATEN GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Interpellatie-W ijnkoop.
T ariefwet.
v "^c'
Een dure dag.
Verkeersongeval.
Films als schietschijf in gebruik
bij de New-Yorksche politie.
De slag bij Elandslaagte.
Van een koude kermis thuis.
Wederinvoering van de kermis.
Schiet- en Voetbalveld.
Bijtijds gegrepen.
LUCHTVERKEER.
Fokker op de tentoonstelling
te Parijs.
Vliegongevallen in Italië.
Onder dit opschrift lezen we in de
i,Limb. Koer." volgend artikeltje.
„We beleven tegenwoordig allerlei rarig-
heden om niet te zeggen narigheden in
de Kath. Staatspartij.
Na de N. K. P. en de R. K. Volkspartij
krijgen we nu ook een R. K. Deraocratischen
Bond. Den Haag is er de bakermat, prof.
Veraart de vroedmeester van en men gaat
probeeren te Utrecht het kind ten doop te
houden
Deze R. K. Dem. Bond in spe onder
scheidt zich van de beide andere zusjes,
doordat hij zich van meet af aan wil plaat
sen binnen het kader der Kath. Staatspartij,
die hij trachten wil „te doordringen van de
democratische gedachte".
Hiertoe is een program van een zestal pia
vota in elkaar gezet, waarvan no, 4 ons bij
zonder karakteristiek lijkt. Het luidt n.l.:
„Bezuiniging, onder meer door het slui
ten van rentelooze leeningen."
Op papier prachtigl
Maar stel u nu een oogenblik de practijk
voor.
Er zullen niet veel vaderlanders zijn, die
op een Rentelooze Ned. Staatsleening in-
teekenen, zoolang zij elders 5 tot lYn per
cent van hun geld kunnen maken.
Wil de R. K. Democratische Bond zijn
wensch verwezenlijkt zien, dan moet hij on
vermijdelijk komen tot den eisch: gedwon
gen rentelooze leeningen.
Practisch kunnen deze alleen afgenomen
worden van degenen, die op de registers
der Vermogensbelasting te boek staan als
kapitaalbezitters.
Httgeen dus eenvoudig neerkomt op een
zware extra heffing op het kapitaal, beter
gezegd: op een tijdelijke naasting van een
deel der particuliere vermogens.
Waarom komt de Bond van prof. Veraart
bier niet liever zonder omwegen voor uit?
Dan kan hij tegelijk de middelen aange
ven, waardoor hij het noodwendig gevolg
van zulk een naasting meent te kunnen
voorkomen: het ontvallen van veel kapitaal
aan nijverheidsondernemingen en het daar
uit voortvloeiend gebrek aan arbeidsgele
genheid voor werkwilligen."
De „Nederl." schrijft:
Het is niet aangenaam over eigen inkomen
of bijkomstige baten in het openbaar te spre
ken. Kooplieden en bankiers doen het nooit.
Ambtenaren doen het zelden. Kamerleden
doen het ongaarne en slechts bij hooge uil
zondering.
Het thans door de Regeering ingediende
wetsontwerp, tot regeling van het pensioen
voor weduwen en weezen van leden der
Tweede Kamer, zal dan ook vermoedelijk
tonder discussie worden aangenomen. Het
is gebaseerd om het omslag-stelsel. Er ligt
een klein voordeeltje in voor het Rijk.
De Kamerleden zullen 3 pet. van hunne
schadeloosstelling in 's Rijks kas storten,
hetgeen een jaarlijksche bate brengt van
15.000. De pensioenen zullen uit 's Rijks
kas worden betaald. Het hoogste bedrag voot
een weduwepensioen zal 1500 zijn. Er zija
thans, naar wij meenen, twee tot-pensioen
gerechtigde weduwen. Het zal wel heel wat
jaren duren eer haar aantal tien mocht be
dragen. Van weezen-pensioen zal wel heel
zelden sprake zijn. Mocht, na misschien vele
jaren, blijken, dat de gestorte som van
15.000 niet voldoende was voor de uit te
betalen weduwen- en weezenpensioenen,
zoo zou het te storten bedrag kunnen wor
den verhoogd.
Over hetgeen in het wetsontwerp staat
valt dus eigenlijk weinig te zeggen.
Toch hadden wij het wetsontwerp gaarne
anders gezien. Toen de schadeloosstelling
der Kamerleden werd bepaald op 5000, op
zich zelf beschouwd een zeer te rechtvaar
digen bedrag, waren de ambtenaars-salaris
sen 10 pet hooger dan zij heden zijn en
werd door de ambtenaren geen premie be
taald voor hun pensioen en het pensioen
hunner weduwen. Thans betalen de ambte
naren daarvoor een premie van 8'A pet. van
hun salaris.
Het hindert vele Kamerleden, en het ver
mindert het prestige der Kamer, dat, waar
ieder moet bijdragen tot herstel van het
evenwicht in de Staatsfinanciën, de schade
loosstelling der Kamerleden tot heden on
veranderd bleef en ook na 1 Januari 1925
zoo goed als onveranderd zal blijven. Voor
zich zelf kan ieder Kamerlid aan dit bezwaar
tegemoet komen, door te verzoeken een
zeker gedeelte zeg 10 pCt. van zijne scha
deloosstelling in te houden. Een aantal Ka-
rerleden doet dit reeds sedert 1 Januari
1924; anderen volgden in den loop des jaars.
Maar dit is niet genoeg.
Nu de schadeloosstelling van 5000 in de
Grondwet is bepaald, en Grondwetsherzie
ning voor dit doel moeilijk is. ware het de
aangewezen weg in het thans-ingediende
wetsontwerp eene storting op te nemen van
10 pet. der schadeloosstelling Dit ware, ge
zien het doel der storting, voorloopig een
voordeel voor 's Rijks schatkist van 47,000
per jaar. Maar om dit voordeel is het juist
te doqn.
Voor de Kamerleden, althans voor hen, die
zich vrijwillig de korting oplegden, is het
hoogst moeilijk, tegenover hunne medele
den, zoodanig voorstel of amendement in te
dienen. Het spijt ons echter dat de Regee.
ring niet kloekweg eene storting van 10 pet.
voorstelde. Zoodanig voorstel, in de gegeven
omstandigheden, zou van wijsheid getuigen.
Het had voor de Kamerleden de eenheid
van handelen jegens de schatkist hersteld.
Ook de Kamerleden, die, om te eerbiedigen
redenen, tot heden niet overgingen tot vrij
willige storting van 10 pet., zouden zich <en
slote door zoodanige wettelijke regeling be
vredigd gevoelen.
i m i
In de desa Manggeën, district Sotja op
Madoera, is een doekoen, die handelde in
djimats, vermoord, De man had aan de bevol
king, zoo meldt de Bintang Soerabaja, tal
rijke djimats verkocht, die heetten te helpen
tegen velerlei gevaren en kwalen. Nu wilde
het geval, dat er juist in gezinnen, waarvan
de man of de vrouw zich djimats hadden aan
geschaft, zich ziekte voordeed. Natuurlijk
achtten deze menschen zich bekocht de
doekoen had hun klaarblijkelijk kwade dji
mats in plaats van weldadige verkocht. Het
gevolg bleef niet uit. De doekoen zat op een
avond rustig voor zijn huis te rooken, toen
een der gedupeerden op hem toetrad en hem
zonder meer doodstak. De dader heeft zich
zelf aangegeven.
Naar het Bat. Nieuwsblad meldt, werd naar
Buitenzorg getransporteerd, teneinde in het
krankzinnigengesticht aldaar ter observatie
te worden opgenomen, een Bataviasche ge-
Oeesheer, wiens naam den laatsten tijd vaak
genoemd was in verband met de oprichting
•an een ziekenfonds, waartoe hij het initia
tief had genomen.
Deze dokter schijnt lijdende te zijn aan
cyclische psychose.
burg, over „<ïc biecht van een praktizeerend
geneesheer.''
De entreeprijs werd gesteld op 10, ter
wijl H. B.-scholieren vrijen toegang zouden
hebben.
Een en ander heeft de aandacht getrokken
van den B. G. D„ die er voor zorg droeg, dat
de ongelukkige patiënt ender toezicht ge
steld werd.
Het Bat. Nbl. verneemt, dat het niet de
eerste maal is, dat die dokter symptomen van
geestesverbijstering vertoont. Reeds tijdens
zijn studie in Holland bleek hij door boven
genoemde ziekte aangetast.
Nochtans schijnt er geen aanleiding te be
staan hem zijn artsdiploma te ontnemen.
Over Molest-risico.
Betreffende de afwijzing der Duitsche ver
langens in zake Nieuw Guinea, schrijft D e
Loc. van 15 September
Tot de bedenkingen, in de pers ingebracht
tegen het thans afgewezen Duitsche Nieuw
Guinea-plan, behoorde ook deze, dat het
even stoere als consequente slag fortuin
zoekers, waaruit de woudloopers der Zuidzee
landen plegen te worden gerecruteerd, de
bevolking en vooral de mededingers der blan
ke jagers en speurders minder zachtzinnig
zouden bejegenen. Voor die bedenking kan
ook de regeering niet doof zijn geweest. Het
is ook haar genoegzaam bekend hoe weerloos
ook de meest „woeste" Papoea's staan tegen
over de modern bewapende ijzervreters,
waarover de Duitsche maatschappij de be
schikking zou verkrijgen. Maar de hoffelijk
heid heeft blijkbaar verboden op de moge
lijkheid van verkeerde activiteit ten opzichte
van de bevolking te zinspelen. En daarom
luidt letter d der gouvernementeele over
wegingen tot afwijzing van de concessie aldus:
„dat ook overigens de inwendige om
standigheden van Nederlandsch Nieuw
Guinea eene behoorlijke bestuurscontrole
op in het binnenland werkende onderne
mers bezwaarlijk maken en geen voldoen
de waarborgen opleveren tegen vrijwa
ring voor molest van de zijde der inheem-
sche bevolking."
De uitvinder dezer clausule verdient met
promotie over te gaan naar onzen diploma-
tieken dienst.
Onder leiding van den heer S. Pregers
leeraar in de geschiedenis aan de gemeente
lijke H. B. S. met 5-j. c. te Hilversum is
door het Bureau voor Historische Zegels te
Amsterdam een serie historische portret
zegels uitgegeven.
De afbeeldingen ,in de afmeting van 3 bij
4 c.M., werden gemaakt naar kopergravures
van bekende meesters, afgedrukt op kunst
drukpapier. Zij geven weer de beeltenissen
van bekende personen op elk gebied vor
sten, kunstenaars, geleerden, veldheeren,
staatslieden, zoowel uit de geschiedenis van
Nederland als uit die van andere staten en
volkeren. Bij elk zegel behoort een korte
tekst. Zij zijn bestemd voor een album.
Stellig zal de verzameling voor vele jongens
en meisjes inzonderheid van leerlingen van
M. O. en M.U.L.O. een prettig en leerrijk
werk zijn.
Door de directie der Nederlandsche Kunst
zijdefabriek te Ede, zullen zoogenaamde
fabriekscommissies ingesteld worden, ten
einde, zooals art. 1 van het reglement zegt,
een geregeld overleg te bevorderen tusschen
de directie en het personeel dezer onder
neming in zake allerlei aangelegenheden van
algemeenen en individueelen aard, den
dienst en de toepassing der arbeidsvoor
waarden betreffende. De leden dezer fabrieks
commissies zullen na gehouden candidaat-
stelling door en uit de werknemers (neem-
sters) der fabrieken te Ede en Arnhem
gekozen worden. De werknemers (neem-
sters) kunnen bij deze commissies hun
wenschen en klachten kenbaar maken, ter
wijl deze iederen ^aterdagihierover bespre
kingen met de directie zullen voeren.
Een adres aan de Tweede Kamer.
De hoofdbesturen van den Alg. Mtl.
Pensioenbond, den Kon. Ned. Bond van
Oud-Onderofficieren, den Eersten Ned. Bond
van oud-Onderofficieren, de Ned. Ver. van
oud-Onderofficieren der zeemacht en den
Bond van Res.-Onderofficieren hebben zich
met een rekest gewend tot de Tweede Kamer,
waarin zij herinneren aan de verklaring van
den minister van Marine in de Kamer
zitting van 4 April jl„ dat de regeering
bereid is een voorste! te doen tot verzachting
van het lot der oude gepensionneerden,
zoodra zij uitzicht heeft gekregen op een
sluitend budget en aan de thans verschenen
nota, betreffende den toestand van 's lands
financiën meedeelt, dat het tekort op den
gewonen dienst 1925 volledig gedekt zal zijn,
indien de door de regeering ingediende wets
ontwerpen tot verhooging der middelen tot
wet zullen worden verheven.
Adressanten betreuren het, dat uit de
inmiddels ingediende begrootingen voor
Marine en Oorlog niet blijkt, dat de re
geering voornemens is de door haar, bij
monde van den minister van Marine gegeven
belofte in de Kamerzitting van 4 April jl.
in te lossen.
Zij verzoeken der Kamer haar mede
werking te willen verleenen, opdat althans
bij de behandeling van de resp. begrootingen
voor 1925 afdoende maatregelen worden
getroffen t.a.v. de pensioenherziening van de
militair gepensionneerden en hun weduwen
en weezen, vallende buiten de thans bestaan
de wetten.
Men meldt uit Schagen aan de „De Maas
bode":
Ook in Noord-Hollands Noorderkwartier
begint de gevreesde hoenderdiphterie te
heerschen. Bij een kippenhouder in den om
trek zijn er al 100 stuks aan deze ziekte ge
storven.
Door voorzorgsmaatregelen als inenting
tracht men uitbreiding tegen te gaan.
Naar aanleiding van het strafproces in
Zake de malversaties bij den bouw van het
Leidsche Ziekenhuis maakt het „Weekblad
van het Recht" de volgende kantteekening:
Wie met eenige aandacht gelezen heeft
de verslagen van de dezer dagen voor de
Haagsche rechtbank behandelde strafzaken,
moet daarvan een droevigen, zeer ernstigen
indruk hebben overgehouden. Wij hebben
in ons land altijd groot vertrouwen gehad
in de eerlijkheid en onkreukbaarheid onzer
ambtenaren; dat vertrouwen ontving een
zwaren schok. Wij spreken niet over de
strafrechtelijke vragen, die bij de processen
een rol speelden; adhuc sub judice lis est.
"Wij zwijgen nu ook maar over de bij die
processen wederom gevolgde methode om
een of meer beklaagden uit een behandelde
strafzaak als getuigen onder eede te hoo-
ren in een volgende. Wij komen op deze
Zoo hoogst bedenkelijke methode nog wel
eens afzonderlijk terug. Wij willen nu even
wijzen op den diepen achtergrond bij al
deze strafgedingen. Er moet in de wijze,
waarop bij den Staat de administratie van
de bouwbedrijven is ingericht en in de
daarbij gevolgde regelen van comptabili
teit een sterke aanleiding liggen voor de
betrokkenen om zich aan malversatiën
schuldig te maken.
Wij beweren met, dat daarin voor dezen
eene verontschuldiging kan gelegen zijn
of en in hoeverre dat het geval mag zijn,
zal de rechter bij de bepaling van de straf
maat hebben te beoordeelen. Maar ook al
blijft de verantwoordelijkheid van de amb
tenaren ten volle gehandhaafd, dan blijft
niettemin het feit bestaan, dat de aan den
dag getreden wantoestanden een diepere
oorzaak vinden in de bestaande regelingen
en in de daarmee verbonden zeer onvol
doende controle. Hoogere ambtenaren plaat
sen hun handteekening op gezag van lagere,
zonder dat zij zelf de juistheid der goedge
keurde mandaten nagaan, misschien ook
zonder dat zij daartoe in staat zijn. Voor
de praktijk ongeschikte en onbruikbare
voorschriften dwingen tot allerlei kunstmid
delen, in welker gebruik eene onmiddellijke
aanleiding ligt tot misbruiken en tot oneer
lijkheden. Het ligt niet op onzen weg dit
nader in bijzonderheden uit te werken,
doch wel willen wij er den bijzonderen na
druk op leggen, dat allen, die aansprakelijk
zijn voor het laten voortbestaan van toe
standen, zooals die zijn gebleken te bestaan,
de medeverantwoordelijkheid op zich laden
van misdrijven, die daaruit kunnen voort
vloeien. Het is dringend noodzakelijk, dat
een ernstig onderzoek wordt ingesteld om
trent hetgeen bij de bedoelde processien is
voor den dag gekomen en dat afdoende maat
regelen getroffen worden om de oorzaken,
de aanleiding tot misdrijven weg te nemen,
die hier haar verderfelijken invloed hebben
geoefend. Bestrijding van criminaliteit moet
minder gezocht worden in de oplegging van
straffen, meer of minder zwaar, dan wel in
de wegneming van de crimogene oorzaken,
in de wegneming van de oorzaken, waarin de
misdadigheid haren grond vindt.
Als verdediger in de strafzaak tegen O. de
Beus, beschuldigd van smaadschrift in de
zaak betreffende den commissaris van po
litie Blok te Culenborg, zal optreden mr. M.
Mcndels te Amsterdam.
De Haagsche Rechtbank heeft Dinsdag
uitspraak gedaan in zake de incidenteele vor
dering van eenige aandeelhouders tegen de
Verzekerings Mij. „Kosmos", te Zeist. Deze
was gedagvaard tot volstorting der aandee-
len, tot oproeping in vrijwaring van hen, die
leden der directie en van den Raad van Be
stuur waren in 1917 en de volgende jaren.
De rechtbank verklaarde deze aandeelhou
ders niet ontvankelijk in hun incidenteele
vordering. Zij bepaalde, dat de vordering
in hoofdzaak dus de vordering tot volstor
ting der aandeelen opnieuw zal worden aan
gebracht in de zitting van 4 November 1924,
en ten slotte, dat hooger beroep van deze
uitspraak niet, dan met het eindvonnis "kan
worden ingesteld.
Heel gemoedelijk.
In het „A. I. D." van 20 Sept. j.l. staa
te lezen
De weg van Tomo naar Soemedang is
twintig palen lang, vijf-en-dertig kilometer.
En op een dag liepen een ambtenaar en een
goedé kennis daarlangs, toen achter elkaar
ongeveer negentien menschen zich in de
richting van Soemedang begaven.
„Kijk," zei de ambtenaar, daar gaan de
gestraften. Die eerste daar heeft twee maan
den, nummer twee heeft een half jaar, de
derde veertien dagen."
„Gehad, bedoel je zeker?" meende de
goede kennis.
„Neen, zeker niet, ze gaan nu naar Soe
medang om hun straftijd uit te zitten."
Inderdaad, daar gingen zij. Zonder toe
zicht. Heel gemoedelijk, en zij rookten er
een strootje bij.
Nadat zij zoo een flink kilometertje hadden
geloopen, waren zij tot de gevangenis van
Soemedang genaderd.
De meest vrijmoedige klopte aan. De
cipier deed open.
„Goedenmiddag, mijnheer," zeide de moe
digste beleefd, „heeft u een oogenblikje
voor mij
„Ja, zeker, wat is er aan de hand?"
„Ik kom hier een maandje zitten, mijnheer
de cipier."
De cipier monsterte gijn aansstaanden
logé en knikt tevreden.
„Geen bezwaar," zegt hij, „hoe heet je
„Endeh, als u geen bezwaar heeft."
De cipier neemt een register en kijkt het na.
„Het klopt," zegt hij tevreden, „kom maar
binnen. Zijn er nog meer
„Ja, nog achttien anderen," antwoordt de
gelukkige, die voor opsluiting zonder meer
in aanmerking is gebracht.
En inderdaad, successievelijk melden zich
nu ook de anderen aan, worden met een
treepje aangeteekend als „present" en daari a
in de cellen geleid.
De straftijd is begonnen.
In de blauwe lucht hangt een vredige
stilte de muziek van de Preanger klinkt in
het rond en alles is even mooi op deze P>ek
der aarde, waar gevangenen naar hun cellen
gaan zonder dwang en zonder geleide.
Vergadering van Dinsdag 21 Octob
nam. 1 uur.
Aan de orde is: Behandeling van het ver
zoek van den heer Wijnkoop om verlof tot
het richten van vragen aan den Minister van
Koloniën betreffende de aangekondigde
maatregelen der Indische Regeering tot be
strijding van de volksbeweging der arbeiders
en boeren in Indië, speciaal blijkbaar tot be
strijding van de Sarakat Rajat en van de
Perserikatan Kommunist India (P. K. I.)
Het verzoek wordt toegestaan.
-De VOORZIT IER stelt voor deze interpel
latie te houden op een nader te bepalen dag.
De heer WIJNKOOP, C. P., vraagt deze
interpellatie te houden na de Tari-lwet.
De VOORZITTER zal dat overwegen.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van het ontwerp tot vaststelling eener nieu
we Tariefwet.
De he„r VAN VUUREN, R. K„ betoogt
dat deze wet niets met protectie heelt te
maken ondanks het bewijs dat de heer van
Gijn daarvoor meent te hebben gegeven in
zijn laatdunkende rede tegenover ieder die
het niet met hem eens is. Wie het niet met
den heer van Gijn eens is, heet idioot of dom
of wordt ais oneerlijk gekwalificeerd. Onbe
hoorlijk acht spr. ook het optreden van het
bestuur van het Ned. Landbouwcomité, dat
niet een pro en contra redenaar liet sprexen;
maar slechts één die overtuigd vrijhan.de jaar
is, nl. baron van Weideren Rengers. Zoo han-
d lt alleen een bestuur, dat zijn vereeniging
tot een bepaalde uitspraak wil dwingen.
Het is van belang dat de daden der rech
terzijde niet verkeerd worden uitgelegd. Ter
wille van de waarheid geelt de rechterzijde
geen anderen naam aan deze wet dan zij
meent dat ze verdient. Fiscaal en technisch
is deze herziening en anders niet. Als het
anders was, zou de rechterzijde het zeggen.
Zij is er altijd rond voor uitgekomen wat zij
De oude wet was zeer gebrekkig en al zal
zij thans nog niet ideaal zijn, zij zal zeer veel
verbeterd zijn. De bescherming die deze wet
brengt is gelijk aan die der bestaande wet en
is slechts een neven-werking van de wet. De
wet is niet opgezet als protectionistische wet.
Men kan e-en wet te ver doorvoeren en zijn
doel voorbij schieten, gelijk met enkele be
lastingwetten reeds het geval is. Dan kan
deze wet ook een protectionistisch karakter
krijgen maar dat is nog niet het geval.
Om te komen tot het financieel evenwicht
iu ons land is verhooging van het tarief on
vermijdelijk. Er is geen andere weg meer
n dan deze. Uitvoerig gaat spr. allerlei
punten na om te betoogen dat nergens meer
belasting is te hellen. Tegen iedere belas-
tingverhooging komt verzet en zij is daardoor
onmogelijk geworden. Men ziet t al weer bij
de verhooging van den tabaksaccijns. Wil de
linkerzijde mede werken aan een tariefsher
ziening in Engelschen geest? Spr. gelooft het
niet. Om onze internationalen handel, om
onze boeren en om onze huisvrouwen heb
ben wij het thans voorgestelde tarief noodig
ook om het Engelsche stelsel te ontgaan. Ui.
Grief zal den wereldvrede niet verstoren,
wat wel het geval zou zijn met het Engel
sche.
Deze tariefsherziening is fiscaal, is een be
lastingstelsel, waarbij hij zich neerlegt, om
dat de nadeelen geringer zijn dan de voor
deden.
De oppositie tegen dit ontwerp staat bui
ten v-rhouding van de belangrijkheid van dit
ontwerp. Het verkrijgen van de meest be
gunstiging wordt over het algemeen over
schat. Het bezit daarvan was dikwijls van
twijfelachtige waarde omdat men toch wel
kans zag door splitsing der tarielkosten Ne
derland de meestbegunstiging te laten maar
toch te treffen door hoogere tarieven. De Mi
nister van Buitenlandsche Zaken maakt zich
eigenlijk van zaa'. af. Van een goed-ingericht
tariefstelsel dat grondslag kan zijn van on
derhandelingen verwacht spr. veel meer dan
van de vrijheid aan de Regeering gelaten om
maatregelen te treffen.
Uit financieel oogpunt acht hij dit ont
werp alleszins aannemelijk.
De heer DE MONTé VERLOREN Ja.-r.)
constateert dat de linkerzijde het politieke
element heeft gebracht in een aangelegen
heid die vrij van politiek moet blijven. Hij
betreurt die hbuding ten zeerste en meent
dat zij onbillijk is. Vervolgens behandelt hij
de rede ran den heer Van Gijn, die z. i. een
verkeerde scheidingslijn trok tusschen pro
tectie en vrijhandel. Van de prijsverhoogingen
die het gevolg zouden zijn van deze tariefs-
verhooging valt weinig te voorspellen. Dat
die verhooging niet zal zijn wat men ter lin
kerzijde vreest, acht hij buiten twijfel.
De financieele toestand des lands elscht
nog steeds grootc voorzichtigheid van de Re
geering. Spr. is er b.v. niet gerust op, dat de
hoogere opbrengst der inkomstenbelasting
over 1925, die op 5 millioen is geraamd,
niet te gunstig is geacht. Spr. voorziet in de
wederopleving van Duitschland een enorme
concurrentie voor ons land on het is zaak,
dat de regeering daartegen waakzaam is.
Onjuist aebt hij de voorstelling, dat deze
belastingverhooging dient cm bezuiniging te
voorkomen. Juist wanneer het evenwicht is
hersteld, zal reorganisatie van den Staats
dienst dringend noodig zijn om nieuwe tekor
ten te voorkomen. Het zal noodig zijn onze
financieele handelingen te herzien en het is
een belangrijke taak, dat de Regeering tracht
de financiën des lands op beteren voet te
schoeien. Zij verdient daarvoor den dank
van ons land.
De heer KERSTEN (Staatk. Gcref. Partij)
meent, dat de vrijhandelaar eer conservatief
is te noemen, omdat hij vasthoudt aan den
ouden vorm van de handelspoltiek.
Hij is principieel niet tegen dat ontwerp,
al kent men het protectionistische tendenzen
toe Aan ernstige bezwaren is reeds veel te
gemoet gekomen; de bestrijding is te hoog
opgevoerd en spr. ziet niet in, dat verhooging
van 5 tot 8 pCt. een ramp is voor ons land.
Het nadeel voor den landbouw wordt al
weer ontkend. Wat baat de goedkoopte, als
er werkloosheid is? De Regeering moet ech
ter voorzichtig zijn en alleen in geval van
nood met belastingverhooging komen.
Spr. neemt dus aan, dat die nood er was,
en hij hoopt, dat de Regeering thans ernstig
naar belastingverlaging zal streven.
De storting van 12 millioen voor het Ouder
domspensioen kan zijns inziens nog wel wat
wachten cn bij vraagt den minister dit te
overwegen.
Mej. GROENEWEG (S. D.) ziet in de vrij
stellingen, die de Minister voorstelt, al het
bewijs, dat men prijsstijging vreest van de
belaste artikelen. Sommige leden vertellen
ons, dat de binnenlandsche artikelen niet
duurder zullen worden. Door de positieve
mededcelingen daaromtrent van den heer v.
d. Heuvel is spr. niet overtuigd. Artikelen als
reuzel zullen stellig duurder worden. De
prijsstijging der buitenandsche artikelen zal
herhaaldelijk de prijzen der binnenlandsche
artikelen doen stijgen.
Spr. wijst op het gebruik van boter, melk
en eieren, dat zeer sterk is teruggeloopen, als
gevolg van de prijsstijging en van de verla
ging der salarissen.
Ten slotte verklaart zij zich vierkant tegen
dit ontwerp.
De heer SMEENK (A. R.) bestrijdt ook nog
eens de opvatting, dat dit ontwerp protectie
is. Protectie zou 20 put. taner pas Kunnen
heeten.
Vervolgens gaat spr. na, hoe vóór den oorlog
in Duitschland de toestand was. De loonen
waren daar 30 pCt. hooger dan hier, maar het
leven was er niet 30 pCt. duurder. Echter is
een beroep op de enquête van vóór den
oorlog van weinig beteekenis meer, omdat
de toestanden zeer zijn veranderd.
Het matige recht, dat thans wordt voorge
steld, zal de prijzen niet noemenswaard doen
stijgen. De tariefsverhooging op nijverheids-
producten kan zelfs leiden tot prijsverlaging.
De heer v. d. WAERDEN (S. D.) acht fi-
na*cieel deze wet niet noodig. De Minister
heeft zijn bewijs daarvoor niet voldoende ge
argumenteerd.
De vraag van protectie of vrijhandel is niet
een rekensommetje van 5 o£ 8 pCt., maar
wel het volgen van een richting en het kan
niet ontkend worden, dat dit ontwerp in de
richting van protectie gaat.
Vervolgens bestrijdt hij tal van passages uit
de redevoeringen der verdedigers van het
ontwerp.
De Minister van Financiën, de heer COLIJN,
is aan het woord, maar zal heden zijn rede
slechts aanvangen. Spr. betuigt thans allen
zijn dank voor den hem verleenden steun. Hi)
zegt, niet te zullen wijzen op enkele punten,
want hij dient nog heden een nota van wij
ziging in. Spr. zal behandelen don financieelen
toestand, de wijze van voorbereiding, de
technische inrichting der wet, het karakter
van het tarief, het duurte-argument en de in-
ternatior.ile beteekenis.
De vergadering wordt verdaagd tot Woens
dag 1 uur.
De melkboer B. te Woerden had aldaar op
de najaarsmarkt voor ongeveer f 300 een
paard gekocht. Het dier werd voor den wa
gen gespannen, waarna men naar huis reed.
Voor den oprij weg aangekomen, weigerde
het paard pertinent de plaats op te rijden.
Het steigerde zoodanig achteruit, dat de
wagen in de gracht terecht kwam, waardoor
tevens het paard werd medegesleept het
verdronk. De gracht is ter plaatse zoo diep,
dat van den wagen niets meer te zien was.
Zondagmorgen is een motorrijtuig, waarop
een heer en een dame gezeten waren, op den
Abcouder Straatweg, niet ver van Abcoude,
van achteren aangereden door een van Am
sterdam komenden auto, met het gevolg,
dat de op het motorrijtuig zittenden daaraf
geslingerd werden.
De motorrijder kwam er betrekkelijk
goed af de dame moest echter per auto naar
een der Amsterdamsche ziekenhuizen ver
voerd worden, alwaar hersenschudding ge
constateerd werd.
Degene, die de aanrijding veroorzaakt
had, heeft zich met den auto verwijderd,
zonder verder naar de slachtoffers der aan
rijding om te zien.
Een motorrijder, die van het ongeval ge
tuige was, heeft den auto echter weten te ach
terhalen en het nummer aan de politie opge
geven, welke thans een onderzoek instelt.
In het hoofdkwartier der New Yorksche
politie heeft men zich eenige filmapparaten
aangeschaft, ten einde de politie te oefenen
in het schieten op films, waarop motorrijden
de bandieten te zien zijn. Practische bedre
venheid in dit soort schieten is noodzakelijk
geworden, ten gevolge van de veelvuldig voor
komende vermetele vergrijpen van bandieten,
die auto's gebruiken.
Dinsdag, den 25-jarigen gedenkdag van
den slag bij Elandslaagte (Natal), is te Lei
den bij den herinneringssteen in de Aca
demie voor een der toen gesneuvelden, dr.
Herman Coster, van Alkmaar, namens een
12-tal vereenigingen met den Senaat der
Universiteit, een krans aan de nagedachte
nis der toen gevallenen gewijd en o.a. het
woord gevoerd door mr. J. C. Kakebeeke,
van Deventer, een der oud-strijders. Ook
Alkmaar's burgemeester legde namens het
bestuur dier gemeente een krans neer.
Toen zekere F. uit Brunssum met zijn
vrouw en schoonzuster Zondagavond naar
huis terugkeerde, werden zij op den Venweg
door twee met een zakdoek voor hun ge
zicht gebonden mannen, ieder met een
knuppel gewapend, staande gehouden en
bedreigd. F. sprong echter direct cp één
hunner toe en gaf hem een aantal vuist
slagen, zoodat de andere gemaskerde het noo
dig oordeelde zijn vriend te helpen. De
vrouw van F hield dien man met alle geweld
vast, zoodat hij niet veel kon uitrichten.
Toen F. den eersten aanrander, op de
vlucht gejaagd had, ging hij op den andere
toe, doch deze koos de wijste partij en ging
er, met achterlating van zijn pet, ook vandoor.
Zij liepen echter in de armen van een paar
surveilleerende veldwachters, die hen arre
steerden en in verzekerde bewaring stelden.
Het bleken te zijn zekere P. v. H. en H. J. S.,
beiden uit Brur.ssum.
Te Almelo heeft een comité tot wederin
voering van de kermis een adres aan den
raad gericht, voorzien van 7041 handteeke-
ningen van meerderjarige ingezetenen, waar
bij wordt aangedrongen op de wederinvoe
ring van een „drankvrije" kermis.
Zondagmorgen werd te Velp op een ter
rein aan de Modelhoeve een voetbalwed
strijd gehouden. Plotseling klonken er scho
ten en hoorden verschillende spelers ko
gels langs zich fluiten. De schutter, die in
een tuin aan de Roosendaalsche laan
stond, trof al spoedig den 20-jarigcn voet
baller Roclofsen, wonende te Arnhem, in
de liesstreek.. De leider van het spel. een
politieagent uit Arnhem, waarschuwde een
dokter en de politie, die spoedig op het
terrein waren. De getroflenue werd door
den dokter in een auto mee naar het
Velpsche ziekenhuis genomen. Dc voetbal
lers hadden intusschen met hun bedreigin
gen den schutter op de vlucht gejaagd. Ge
bleken is, dat deze, de heer v. d. B. wonen
de aan de Rosendaalsche laan, met scherp
op een dun houten schijfje had staan schie
ten, waar de kogels doorheen waren ge
gaan en in het onmiddellijk achter zijn tuin
gelegen voetbalveld waren terecht geko
men. Dc politie heeft hem in verhoor ée-
nomen.
Zaterdagavond werd de echtgenoote van
den heer H. te Amsterdan op het perron
te Hilversum lastig gevallen door een 20-jarig
jongmensch. Deze laatste op zijn onbehoor
lijk gedrag gewezen, trok een mes en stak
den heer L. C. uit Amsterdam in den rech
terarm, met gevolg dat de onderarm op twee
plaatsen doorstoken werd. De dader, ge
bruik willende maken van de verwarring, om
te ontvluchten, werd juist bijtijds gegrepen
door een Hilversumsche politieagent, die juist
met den trein uit Amsterdan was gekomen.
De dader werd in arrest gesteld.
WAARDOOR ONTSTAAT KANKER}
Kanker is een door iedereen gevreesde
ziekte. Ze komt veel voor en er schijnt geen
kruid tegen gewassen te zijn. „Het zit in het
bloed", zegt de volksmond. Als kankerge
zwellen worden weggenomen, blijft altijd
de vrees dat de kwaal zie!', na eenigen tijd op
een andere plek weer zal openbaren. Als ze
eenmaal ver gevorderd ri staat de geneeskun
de er machteloos tegen. Soms verloopt het
proces pijnloos, maar in vele gevallen moet
de lijder tot aan zijn dood hevige pijnen door
staan.
Wat is eigenlijk de oorzaak van kanker?
Er zijn verschillende antwoorden op die
vraag maar niemand durft het met zekerheid
te zeggen. De wetenschap tast nog in het
duister. Een Engelsche specialiteit, de heer
Ellis Barker, die reeds dikwerf over deze
gevreesde ziekte heeft geschreven, geeft in
het Engelsche periodiek „The Spectator"
r.og eens eenige beschouwingen ten beste.
Hij heeft een theorie over het ontstaan van
kanker en hij zou die gaarne willen toetsen
aan de praktijk. Indien vijfhonderd kanker-
lijders bereid waren mij de gewenschte me-
dedeelingen te doen, zoo zegt hij, en indien
470 van hen mij zouden bevestigen in mijn
vermoedens van chronische vergiftiging cn
van een tekort aan vitaminen, dan ben ik
overtuigd dat het kankerprobieem opgelost
zou zijn.
Kanker, zoo constateert hij, is een ziekte
der beschaafde volkeren. De kwaal maakt
de meeste slachtoffers onder de meest ge
civiliseerde naties. Ze wordt veel meer aan
getroffen in de steden dan op het platteland.
En de rijken hebben er meer onder te lijden
dan de armen. Ellis Barker gelooft niet aan
de veronderstelling, dat kanker een gevolg
is van chronische geïrriteerdheid. Hij heeft
een andere hypothese. Hij verdenkt ons
voedsel of liever bepaalde chemische pre
paraten en kleurstoffen die wij bij onze maal
tijden naar binnen krijgen, er van, kanker
in ons gestel te brengen.
„Constipatie is een kwaal van de gecivili
seerde menschen," zoo zegt hij, „en in bijna
ieder kankergeval kan een chronische con
stipatie worden geconstateerd, die zich over
twintig of méér jaren uitstrekt. Het kwij
nen der vitaminen veroorzaakt niet slechts
constipatie, maar leidt ook tot permanente
ontwrichting en verzwakking van maag en
ingewanden alsmede tot talrijke kwetsingen
van het voedingskanaal, waardoor giftstof-
fen uit de ingewanden zich door het lichaam
verspreiden. Kanker wordt het meest ge
constateerd nabij het voedingskanaal en wel
speciaal op die plekken, die het meest zijn
bloot gesteld aan den schurenden druk van
harde ontlasting en die daardoor langzamer
hand gedeerd worden. Ik ben daarom tot
de conclusie gekomen, dat kanker te wijten
is aan chronische vergiftiging en gebrek aan
vitaminen dat kanker een kwaal is, voort
komende uit een verkeerde levenswijze en
dat ze kan worden geëlimineerd door een
juiste levenswijze. Begrijpelijkerwijze zou
den dus menschen, die al ver op weg zijn
naar kanker, gered kunnen worden door
hun gewoonte te wijzigen en zich voortaan
te hoeden voor chronische vergiftiging en
kwijning der vitaminen iets wat men
vinat bij de beschaafde volkeren, onder de
stadsmenschen en bijzonder bij de rijken en
welgestelden."
Om zijn theorie te toetsen, zou Ellis Bar
ker twee dingen willen doen. Hij zou wil
len onderzoeken of men kanker ook vindt
bij de niet of halfbeschaafde stammen en
hoe die menschen leven. En daarnaast acht
hij een uitgebreid onderzoek noodig onder
kankerlijders. Hij zegt, dat hij binnenkort
dit onderzoek hoopt te beginnen. Hij is over
tuigd, dat er geen kankerbacil bestaat even
min als er een bacil bestond voor het vroe
ger zoo gevreesde koudvuur of voor bepaal
de leverziekten, welke laatste aan on
matig alcoholgebruik zijn toe te schrijven.
Volgens zijn overtuiging is kanker een
voudig een gevolg van verkeerde voedings
gewoonten, waardoor chronische vergifti
ging ontstaat, constipatie, ontijdige slijting
der interne organen, gepaard aan kwijnen
der vitaminen.
Het zou een verademing zijn, als men de
oorzaak van kanker met zekerheid koa v**-
stellen.
Naar de Tel. verneemt, zal de Nederland
sche vliegtuigenfabriek exposeeren op den
Parijschen vliegsalon, welke in December
a.s. gehouden wordt. De heer A. H. G.
Fokker heeft thans een uitnoodiging tot
exposeeren ontvangen in tegenstelling met
2 jaar geleden, toen de le salon gehouden
werd en Fokker geweigerd werd.
De heer Fokker heeft thans een grooten
stand gehuurd, waar hij zal exposeeren het
nieuwste type van de fabriek, de F VII, het
toestel waarmede de vlucht Holland—'Indië
gemaakt wordt en dat thans in serie gebouwd
wordt. Verder worden geëxposeerd twee
moderne oorlogsvüegtuigen, een jager en een
verkenner. Het verkeerstoestel wordt uit
gerust met een 360 P.K. Rolls-Royce motor
de verkenner met een 400 P.K. Hispano Suiza
Het gagt met de Italiaansche aviatiek nil
bijster gelukkig. Uit de blauwe lucht die
juist in dezen tijd zoo vrijwel geheel windstil
is vallen veel te veel van die snorrende libellen
eensklaps uitgegor.sd, te pletter.
Het volgende lijstje wordt uit Rome aan
de Tel. opgegeven
Voor korteen vliegtuig gevallen in dm
Tiber, de bestuurder verdronken eerst
dagen later opgevisc'nt.
Eergisteren een aeroplaan neergestort op
het vliegterrein bij Rome. Bestuurder en pas
sagier dood.
Tot nu toe waren slechts slachtoffers, zij
die het gevaar zochten.
Maar heden is een watervliegtuig dat van
Pola naar Rovigno vloog, ternauwernood
daar aangekomen, neergestort, door een te
kort genomen boog, en terecht gekomen pp
een terras waar het in zijn val drie meisjes
neerwierp. Twee dier meisjes werden zwaar
gewond. Het derde schijnt er met den schrik
en wat schrammen te zij:, afgekomen.
De bestuurder van het vliegtuig kreeg een
schedelbreuk en zijn helper verbrandde ge
heel.
Bovendien ontstond door de ontploffing
van den motor brand in het huis dat vrijwel
geheel uitbrandde terwijl het vuur zich ook
uitbreidde over de aangrenzende huizen.
Als ge ze zoo ziet vliegen in de blauwe,
stille lucht, die zilveren libellen, zijn het snoe
zige, alleen maar wat luidruchtige, dir.gskes,
snoeperig speelgoed. Maar intusschen...»