VOOR OUDERS EN OPVOEDERS. NIEUWE HAARLEM5CHE COURANT. Tweede Blad - Donderdag 23 October Onder de Radio-berichten: De partijdagen voor de algemeene ver kiezingen in Duitschland. Communistische Rijksdagieden op valsche passen gevlucht. Een boodschap van MacDdnaid aan alle Labour- candidaten. De verkiezingsstrijd in Engeland en de kansen der verschillende par tijen. De verkiezingsactie in Duitschland eveneens begonnen. ËEM. SüfTEML BERISHTEH. DE CHINEESCHE BURGEROORLOG. KERK EN SCHOOL. FEUILLETON. De a.s. heiligverklaringen. KUNST EN KENNIS. Chrysanthemum- en Najaars tentoonstelling te Amsterdam. Geraamten gevonden. Pensionneering trampersoneel. HANDEL EN NIJVERHEID. Tegen de verhoogde vracht prijzen. ORDE EN ARBEID De Bakkersgezellen en de Arbeidswet. LANDBOUW EN VISSCHERIJ- Tentoonstelling van postduiven. VERKEER EN POSTERIJEN. Luchtpost-zegels. GEMENGD NIEUWS HET GEHEIM VAN HUURRIJTUIG EEN XXXI. DE EUCHARISTIE EN DE ARÉEID. Het is onmogelijk een mensch op te voe den zonder zijn medewerking; met andere woorden, zonder arbeid kan een mensch zich niet verheffen, is hij voor volmaking niet vatbaar, is er in zijn binnenste gceü vrijwillige werking aanwezig, die aan de werking buiten hem beantwoordt, dan zul len natuur noch genade; goddelijke werking noch menschelijke hulp van hem maken, wat de opvoeding van hem maken moet; een mensch met karakter. De mensch is een handelend wezen, zijn ontwikkeling moet vrijwillig wezen; hij is een gevaiien wezen, zijn ontwikkeling moet met arbeid gepaard gaan. Hij is het mees terstuk van God; maar tot voltooïng daar van moet hij het zijne bijdragen en, naar mate hij in zijn jeugd daartoe medewerkt, verdient hij de eer zijner mannelijke jaren. Door de trapsgewijze en harmonische ont wikkeling van geest, wil en hart wordt de opvoeding voltooid en komt de jeugdige per soon tot de grootheid van den man en van de vrouw. 1) 1. De geest van den mensch is door de erf zonde verduisterd en de dagelijksche onder vinding leert bijna iedereen, dat slechts mei groote moeite de mensch zich een gedeelte van een kennis of een wetenschap eigen maakt, en dan hoe onberaden en ondoor dacht gaat hij vaak nog te werk! Het is waar, menschen met talenten weten zich met enorme krachtsinspanning boven het gewoon niveau te verheffen en gaan de roemvolle wegen der wetenschap op. Hoe klein echter is hun aantal; en, aan hun natuurlijke krach ten overgelaten, vervallen zij menigmaal in grove dwaling. Waarlijk groote mannen kennen hun eigen nietigheid en alvorens hun krachten in te spannen, vouwen zij hun handen en bidden; „Kom, H. Geest, verlicht mij door een straal van Uw hemelsch licht, zonder hetwelk ik ZJogen heb en niet zie; ooren heb en niet hoor; versland en niet versta!.... maar door dat licht zuilen de duisternissen ver dwijnen." Zij knielen neder voor het tabernakel, of naderen tot de Tafel des Heeren. „Veelvuldig communiceeren toch bewaart en vermeerdert' niet slechts de heiligmaken- de genade, en de sacramenteele genaden, maar sterkt en bevestigt tevens de deugden en de gaven van den H. Geest, die met de heiligmakende genade aan dé ziel worden geschonken. „Door de kracht van dit Sacrament wor den alle deugden gevoed," zegt Paus Inno- centius. Wie aldus veelvuldig communiceert, verbindt zich door de vermeerdering der goddelijke deugden steeds inniger met God, terwijl door de versterking der zedelijke deugden de geheele verhouding tot God, tot de medemenschen en tot zich zelf steeds meer geordend wordt. En terwijl de H. Com munie de zeven gaven van den H. Geest verrijkt, worden het verstand verlicBt en de wil steeds toegankelijker voor de verlichting en de inspraken van den H. Geest." 2) De gave der wijsheid verkwikt door de zekere kennis der dingen, welke in het licht van God naar hun waarde geschat worden. De gave/ des verstands geeft licht om te onderscheiden en voorzichtig te handelen. De gave des raads helpt, om in twijfel volgens God te beslissen. De gave der wetenschap doet kennen, welke goede werken in de gegeven omstan digheden Gode welgevallig en den mensch tot heil zijn. Jezus Christus, het licht der wereld, is ook in het Allerheiligste Sacrament het licht, dat alle menschen verlicht. 2. De wil maakt den man; daarin is zijn waarlijk eigenaardige geestkracht gelegen. De wil is het forsche mannelijke vermogen; de wil is de mensch zelf. „De mensch is een wil" zegt de H. Augustinus en de geschiede nis bewijst de waarheid dier woorden. Het doel der opvoeding is dan crok de menschen op te voeden tot menschen met een korda- ten wil. Zonder hun medewerking is dat on mogelijk. De wil van iemand, die niet met zijn opvoeders medewerkt, wordt met den dag zwakker, machteloozer en nietiger. Een luiaard wil en wil niet, maar brengt niets tot stand. Om iets uit te voeren, is stout heid noodig. De luiaard durft niet, hij is voor alles bang. Om iets uit te voeren is geest kracht noodig; de luiaard bezit die niet. Hij is loom, vadsig, slaperig. Zijn handen han gen hem slap langs het lijf en zijn werk schuw. Om iets uit te voeren, is standvastig heid noodig; de luiaard is een veranderlijk wezen. Een werkschuwe zal kunnen zeggen: „Ik heb gedurfd", „ik heb handen aan het werk geslagen" en hij kan er aan toevoegen; „Ik heb niets ten einde gebracht". Een arbeids- zame, dus iemand, die gaarne en goed werkt, schept zich een macht, die met den dag grooter wordt, omdat hij een wil heeft, die voortdutend sterker wordt. Door de erfzonde is de wil van den mensch verzwakt en het z-al hem voortdurend strijd en moeite kosten met dezen verzwakten wil steeds zich zelf te beheerschen en de hin dernissen te overwinnen, die zijn handelin gen in den weg staan.. Waar zal de mensch de kracht daartoe vinden? Het is reeds ge zegd in dit artikel; in de H. Communie ont vangt de mensch de gave van sterkte. Die gave geeft bovennatuurlijke kracht om voor deugd en gerechtigheid ook de zwaarste of fers te brengen. In de H. Communie putten de geloofshelden den moed om over pijnen, folteringen, vermoeienissen, kortom om over alles te zegevieren. Wie de arena zijn bin nengetreden, waar de groote strijd des le vens gestreden wordt weten, wat 'n overwin ning op de onstuimige hartstochten behaald, kostjweten, hoeveel waakzaamheid, wils kracht, moed en verborgen heldhaftigheid vereischt wordt, om over het eigen „ik" te zegevieren en tot een overwinning te gera ken. Zij weten bij ondervinding, dat het Christenvolk niet ten onrechte aan den voet van het tabernakel uitroept: Bella premunt hostilia, Da robur, fer auxilium! Des vijands machten dreigend staan, Nu reik ons kracht, voer bijstand aan. De H. Communie verwerft ons licht ¥001* den geest, kracht voor den wil en beurt dien op; in dat licht, met die opgewektheid zijn we als vurig brieschende leeuwen, die voor niets vreezen! 3. Het hart is het middelpunt des levens en van het centrum gaat alle ontluiking uit. Een opvoeding die het hart niet raakt is in den grond gebrekkig; de vorming van het hart is haar hoofdwerk. De opvoeding, die den mensch en zijn bestemming goed be grijpt, houdt bij 's menschen hart de wacht, gelijk de priester bij het heiligdom. Maar neen, dat is rtiet voldoende. Zij treedt er binnen en maakt daar voor het oog van-God de zaden vruchtbaar van al het goede, ware en schoone, die zij daarin heeft qjtge- strooid. Wat zal echter dé opvoeding van het hart worden zonder 's menschen medewerking? Niets, dan een verblijf der zelfzucht, die slechts verlangt naar zelfvoldoening, slechts streeft naar vermaak, die zijn eigen ik en al toos ik als doel en middelpunt van alles op den voorgrond stelt. In zoo n egoistisch hart wordt de onbaatzuchtige liefde tot God en tot den naaste niet gevonden, daar ontlui ken slechts ondeugden, driften en hartstoch ten. Wordt bij de vorming van den geest en van den wil 's menschen medewerking ge vraagd, in hooger mate wordt die gevorderd bij de vorming van het hart. Fier en onver saagd moet de inensch den strijd aanbinden tegen de ondeugden, driften en hartstochten die den glans van zijn hart willen verflau wen, die hem ongeschikt willen maken voor elke edele daad. Kracht in dezen strijd, steun bij zijn arbeid zal hij vinden in de H. Communie. De H. Communie schenkt hem de gave van godsvrucht, dien den wil aanspoort tot innige liefde voor God, welke zich open baart in goede werken ter eere Gods en tot welzijn van den mensch. In de H. Communie ontvangt hij de gave van vreeze des Heeren, die hem elke zonde doet vermijden, omdat deze God als recht vaardigen rechter en als goeden Vader be- leedigt en bedroeft. Den mensch, die de Eucharistie bemind heeft, tullen al de He- melsche goederen met haar geworden, Hoor den we zoo juist Paus Innocentius niet ver klaren: „Door de kracht van dit Sacrament worden alle deugden gevoed?" „De Heer der deugden is ook de God der tabernake len. Heb, o christen ziel, de tabernakelen lief en de Heer die daarin woont, zal u den schat uitdeelen, die Hij altijd in voorraad heeft; den schat der christelijke deugden" (4) De mensch moet medewerken aan zijn op voeding. aan de ontwikkeling van zijn geest, zijn wil en zijn hart, dat. hij dan dikwijls nadere tot den Tafel des Heeren. Elke Com munie vermeerdert het licht van den geest, de sterkte van den wil en de godsvrucht van het hart! Utrecht, St. Gregoriushuis. J. BERGMANS. (1) De Arbeid. Wet des levens en der op voeding door B. van Meurs. (2) De veelvuldige H. Communie. Bewerkt door H. M. A. Bartels. (3) De verklaring van den Catechismus. door P. Potters. (4) De Eucharistie en het Christelijk leven door Mgr. de la Bouillerie, bisschop van Carcassonne. De Engelschc verkiezingen. De berichten stroomen uit Engeland ons in massa toe, waarin melding wordt gemaakt van kolossale ac.ie, die voor de verki»zin;en daar, zooals gewoonlijk ontwi'-keld wordt en van de kopstukken n mindere goden uit de verschillende partijen. Aan voorspelli gen over den alop ont- b eekt het natuurlijk niet en zoowel conser- vatieven als arbeiderspartij hopen beide op belangrijke winst. Onder de liberalen is het zelfvertrouwen minder groot. Velen houden hier rekening met de mogelijkheid, dat vele der tot dusver liberale stemmen aan de con servatieven, of en wellicht meer nog aan de arbeiderspartij ten goede zullen ko men. In de openbare meening schijnen dan ook in de laatste dagen de kansen van de arbeiderspartij zeer gestegen. Maar ook zelfs de voor de arbeiderspartij meest optimistische schattingen geven haar nog slechts een aantal zetels, dat ver onder de volstrekte meerder heid blijft. En de toestand zou dan dus blijven gelijk hij is ook met het nieuwe Lagerhuis zou er slechts een minderheidsregeering mogelijk zijn. Uit alles blijkt wel, gelijk we al eerder opmerkten, dat de felste aanval van de arbei derspartij in dezen verkiezingsstrijd gericht is tegen de liberalen, die, als het naar den zin des heeren MacDonald gaat, tusschen zijn partij en die der conservatieven langzamer hand moeten worden weggedrukt. Het be hoort nu natuurlijk tot de verkiezingstactiek van conservatieven en van arbeiderspartij, om alvast den indruk te wekken, dat de libe rale positie vrijwel hopeloos is, omdat beide zich ten koste van de liberalen hopen te ver rijken en de middenmassa naar zich toe hopen te halen. Maar alle berekeningen omtrent den moge-ijken verkiezingsuitslag zijn slechts kansberekeningen, waarvoor men, vooral bij het huidige kiesstelsel, alle houvast rr.t t. En afwachten is dus de boodschap. De Duitsche verkiezingen. Nauwelijks was de Rijksdag ontbonden, of de verkiezingsstrijd was ook in Duitsch land reeds in vollen gang. Hier zal men er langer van genieten dan in Engeland, nu de verkiezingen eerst op 7 December zijn vastgesteld. Blijkbaar wil men maar meteen trachten heelemaal schoon schip te maken. Want, zooals wij gemeld hebben, is besloten ook den Pruisischen Landdag te ontbinden en de verkiezingen van den nieuwen Landdag met de rijksdag verkiezingen te doen samenvallen. Er zal dan dus tegelijk met de vorming van een regeeringscoalifie voor het Rijk tot de vor ming van een nieuwe regeeringscoalifie in Prue i kunnen worden overgegaan. Men weet dat in Pruisen tot dusver de groote coalitie nog regeerde, een coalitie van sociaal-democraten tot Volkspartij. Maar deze combinatie is na tuurlijk niet meer houdbaar, nu de Volks partij in het Rijk van geen samenwerking met de sociaal-democraten wil weten en zich met de Duitsch-nationalen over een regeerings- coalitie heeft verstaan. Het is daarom volkomen verklaarbaar, dat men thans ook in Pruisen verkiezingen gaat houden, die in staat zullen moeten stellen om de regeering van den grootsten Duitschen staat in overeenstemming, te brengen met die van het Rijk, hétzij in rechtschen, hetzij in linkschen geest. FRANKRIJK ERKENT SOVJET-RUS LAND DE JURE. Een V. D.-bericht uit Londen meldt, dat de Fransche regeering een telegram heeft gezonden aan de regeering te Moskou, waarin de Russische Sovjet-regeering de jure wordt erkend. In het telegram wordt er evenwel de nadruk opgelegd, dat- deze erkenning niet beteekent het afstand doen van eenige recht ten van Fransche onderdanen als eigenaren van. inbeslaggenomen eigendommen of van vergoeding van veroorzaakte schade. De oude verdragen worden bevestigd, doch de uitvoering opgeschort en de Fransche regeering noodigt Russische vertegenwoor digers uit naar Parijs te komen tot het voe ren van onderhandelingen over de herzie ning van deze verdragen. Het H. N.-bureau meldt hetzelfde be richt, maar heeft dit uit Parijs. Het offi- cieuse Havas-bureau heeft hierover nog geen berichten gegeven. GEHUWDE VROUWELIJKE MEDICI. De London County Council heeft besloten dat van j.l. Dinsdag af gehuwde vrouwelijke dokters niet langer meer zullen worden te werk gesteld. Thans zijn er aan het depar tement van openbare gezondheid van de 34 vrouwelijke medici drie gehuwd, die echter niet door den maatregel zullen worden ge troffen. EEN AARDVERSCHUIVING IN NOOR WEGEN. Draadloos wordt gemeld, dat nabij Chris- tiania een aardverschuiving een stuk land van 1 km lengte en 400 m breedte heeft verwoest, waarbij drie boerenhofsteden, de stadselectriciteitscentrale en de telefoon centrale aanzienlijke schade bekwamen en bovendien, tien menschen gedood werden. DE TOESTAND IN MEKKA. Reuter meldt uit Djeddah dat de sultan van Nejd, Iben Saoed, dezer dagen te Mekka wordt verwacht. Er zijn te Mekka geen ongeregeldheden voorgevallen en men neemt aan dat het be zoek van den sultan slechts het karakter van een inspectie-reis zal dragen. Mekka wordt nog altijd door middel van de haven van Djedijah van levensmiddelen voorzien. De gevluchte koning zou dien toevoer kunnen afsnijden, doch hij vreest in dat geval een aanval van het honger-lijdende leger der Wahabieten op Djeddah. KONING HOESSEIN NAAR BASRA. Men verwacht, dat koning Hoessein spoedig in Basra zal gaan wonen. De ministerraad van Irak heeft aan koning Feisoel medegedeeld, dat zijn vader zich als particulier moet gedragen en niet aan de po litiek moet deelnemen. TUMULT IN HET OOSTENRIJKSCHE PARLEMENT. In den Nationalen Raad ontstond Dinsdag tijdens het debat over het schoolprogram, waarbij bondskanselier Seipel zijn standpunt verdedigde een groot tumult. Toen de president van den Nat. Raad, Miklas, wilde laten stemmen over een voor stel der Groot-Duitschcrs, werd hij door de soc.-aem. van partijaigneid beschuldigd,tigheid op twee verschillende dagen willen daar een voorstel der soc.-democraten vroe- ger was ingediend. Toen Miklas in weerwil daarvan toch eerst over h t Groot-Duitsche voorstel liet stemmen, ve li ten de soc.-dem. als één man de zaal. Het voorstel werd aange nomen, en vervolgens het soc.-dem. voorstel door de chr.-soc. en Groot-Duitschers ver worpen, waarop de bezoekers der publieke tribune een oorverdoovend geroepfvan „foei" lieten hooren. De Chineesche generaal Hsoe, die, zooals werd gemeld, in de buitenlandsche kolonie te Sjanghai werd .aangehouden, is' thans op bevel van de gemeentelijke politie-autoritei- ten en met goedkeuring van het diplonrtieke corps te Peking aan boord van het stoomschip „Dardanus" gebracht om te worden gedepor teerd. De „Dardanus" vertrekt naar Enge land, doch in officieele kringen te Londen heeft men geen bevestiging ontvangen van de berichten, volgens welke generaal Hsoe naar Engeland zou worden overgebracht. Hsoe heeft reeds eenigen tijd geleden eer pas voor Europa aangevraagd en men ver wacht dat hij zich naar Zwitserland zal bege ven. IERSCHE GEVANGENEN. Bernard Shaw herinnert er aan dat er in de gévangenissen in Engeland nog een aantal Iersche gevangenen zitten, die op koster, van den Britschen belastingbetaler leven. In 1922, toen de regeering van Ulster haar toe vlucht moest nemen tot een politiek var! schrikaanjaging, waarbij ze die der Duit- scfiers dicht benaderde, legde zij niet slechts de zwaarste straffen op aan alle weerbarstige republikeinen, die zij gevangen nam maar, met de bewering dat zij geen voldoende ge vangenisruimte had, wierp zij "haar buit op den Britschen belastingbetaler, die in plaats van te zeggen „Wel, als je geen gevangenis sen hebt, waarom bouw je ze dan niet? zwak genoeg was toe te staan dat de gevange nen in Peterhead Goal werden ondergebracht, waar zij thans schijnbaar worden vergeten. In elk geval zitten ze er, zeer tegen hun eigen wil, en worden zij gevoed, gehuisvest, gekleed en ellendig gemaakt op kosten van het ge makkelijkst beet te nemen eiland aller eilan den. Zonder er zich van bewust te zijn onder houdt de Engelschman 36 lieden, die tot 233 jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld (gemiddeld 6y2 jaar „per stuk"). Volgens Shaw zijn de vonnissen van zeven® acht, tien, vijftien en 21 jaar gevangenis straf, thans barbaarsche nonsens; zij dien den te worden kwijtgescholden met veront schuldigingen voor de dringende noodzake lijkheid, welke er destijds, tijdens den bur geroorlog, voor bestond. De Britsche regee ring moet hoffelijk, doch krachtig mededee- len dat de grenzen harer gastvrijheid zijn be reikt en dat Ulster zijn gevangenen moet terughalen, tenzij het de voorkeur geeft aan de toepassing van 's Konings bevoegdheid jot het verleenen van gratie. Elke daad van gratie, welke de atmosfeer voor de bespre king der Iersche grensmoeilijkheden zou kunnen verzachten, zou thans van pas komen. Ten slotte geeft Shaw een simpele oplos sing aan de hand der Iersche grensquaestie, De queastie is zeer gevaarlijk volgens hem, omdat, daar er immers niet het minste wer kelijke excuus bestaat om er over te gaan vechten, elkeen melodramatische motieven zal aanvoeren met een schijn van edele on baatzuchtigheid. ■Het eenige wat het Iersche volk zou kunnen doen is niets doen. Laat de zaken zooals ze rijn en de werkgevers in Ulster zullen spoedig door de vakvereenigin- gen in de armen der landbouwers uit het zuiden worden gedreven. Zij zullen een par lement in Dublin verkiezen boven een Sov jet in Belfast. DE TENTOONSTELLING VAN WEM BLEY. Uit Londen wordt gemeld, dat de premier van Australië, Bruce, thans ook aan de regee ring te Londen heeft medegedeeld dat Austra lië bereid is zijn aandeel in de kosten der Rijkstentoonstelling voor het volgend jaar të dragen, mits ook andere Dominions en kolonies aan die tentoonstelling zullen deel nemen. JAPAN EN BRAZILIË. Volgens te Londen ontvangen berichten heeft Japan met de regeering van Brazilië een immigratie-verdrag gesloten volgens het welk vooreerst 3000 Japanners in Brazilië zullen worden toegelaten. Dit verdrag, wijst na het vriendschaps verdrag met Mexico erop, hoe Japan, nu de deuren der V. S. voor zijn overbevolking gesloten zijn, de oplossing zuidelijker zoekt. reserveeren. Een eindbeslissing is echter nog niet ge nomen, daar de H. Vader nog advies moet inwinir van de H. Congregs i' der Riten en pa d ima zich definitief z.l uitspreken. Naar de „Msb." uit Rome verneemt, is 1 Nov. door den H. Vader als de datum aan gewezen, waarop de voorlezing van het de creet betreffende het miraculeuze karakter der wonderen, voorgelegd voor de canonisa tie van den'Gelukzaligen Vianney, zal plaats hebben. Omtrent de zes canonisaties, waarvan nu zoo goed als vaststaat, dat zij in het jubeljaar Zullen afgekondigd worden, meldt de cor respondent nog, dat zij in vier groepen in den St. Pieter zullen plaats hebben. De gelukzalige pastoor van Ars en Jean Eudes, zullen op denzelfden dag gecanoni seerd «worden. De canonisatie van de geluk zalige mères Isstel en Bar at zal eveneens te gelijkertijd geschieden. Wat betreft de hei ligverklaring van de gelukzalige Théresia van het Kindje Jezus en Petrus Canisius, zou de Paus voor hen een afzonderlijke plech- Van 31 October tot en met 9 November a.s. zal in de zalen van het Paleis voor Volks vlijt te Amsterdam een groote Chrysanthe mum en najaarstentoonstelling worden ge houden. Het Bestuur der Nederlandsche Chry santhemum-Club heeft met medewerking van het Bestuur der Vaste Keurings-Com- missie van de Kon. Ned. Mij. voor Tuin bouw- en Plantkunde deze tentoonstelling georganiseerd. Een speciaal vraagprogramma voor ver schillende chrysanthemums is samengesteld. Men hoopt met deze expositie aan de chry santhemum-cultuur, die vooral tijdens de oorlogsjaren belangrijk is achteruitgegaan, thans' weder nieuw leven in te blazen. Uit het programma, dat het tentoonstellingsbe- stuur ons ter inzage gaf, blijkt, dat deze ten toonstelling een omvang zal krijgen, zooals wij die tot op heden in ons land nog niet heb ben gekend. De Hollandsche Chrysanten-kweekers hebben zoo lezen wij in het programma vol moed en energie deze gelegenheid aange grepen, om aan het Nederlandsche volk te toonen, dat de cultuur der Chrysanten nog altijd een der schoonste parels is aan de kroon van den Nederlandschen tuinbouw. Be halve de vele variëteiten Chrysantemums zal ook alles wat belangrijk is op tuinbouw-ge- bied, worden ingezonden. Alles, wat de vaderlandsche tuinbouw in het late najaar kan voortbrengen, zal worden geexposeerd. In dit verband is de medewer king verzocht en verkregen van de Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde. Aan prijzen voor bekroonde chrysanten in verschillenden vorm is een bedrag van ruim f 3500 beschikbaar gesteld, terwijl een onbe paald aantal prijzen voor de vrije inzendin gen ter beschikking van de jury is, waaronder 2 zilveren medailles van H. M. de Konin gin, 1 zilveren medaille van H. M. de Ko ningin-Moeder, 1 zilveren medaille van Z. K. H. den Prins, 2 zilveren medailles van het gemeentebestuur van Amsterdam, een zilveren beker van de afd. Amsterdam van de Kon. Ned. Mij. van Tuinbouw en Plant kunde en een zilveren beker van de Amster- damsche Bloemisten Patroonsvereeniging. Inzendingen van Chrysanten komen uit Aalsmeer, het Westland, Utrecht, Nijme gen, Aerdenhout, Helmond, Leeuwarden enz. enz., terwijl er bloemwerk is toegezegd uit ongeveer alle Provinciën. Verder komen er nieuwe seizoen-produc ten als Azalea's, Cyclamen, Begonia's, Pri mula's, Lelietjes, Hortensia's, Seringen en Orchideeën. Als attractie komt op de galerij een Japansche theeschenkerij van de firma Terwee, en belangrijke stands van verschil lende Bloemisterijbenoodigdheden. De heer A. W. Vonk, Sierkunstenaar te Amsterdam, is zoo vriendelijk om de muur in de groote zaal te behangen met tapijten, om zoodoende het geheel een aantrekkelijk aanzien te geven. Als in het Paleis voor Volksvlijt nu met direct een gebouw dat geschikt is voor een Bloemententoonstelling, tracht men met het keurige bloemenmateriaal een mooi geheel te krijgen. In aanmerking nemend, dat de organisatoren dezer tentoonstelling vroeger op dit gebied reeds hebben bereikt, mag ver wacht worden dat inderdaad de verandering welke zij het Paleis zullen doen ondergaan, in elk opzicht zal beantwoorden aan de eischen, welke aan een expositie als deze mag worden gesteld. Het geheel belooft iets moois te worden. Bij het leggen van buizen nabij de kerk van Marrum (Friesl.) die op een terp staat, zijn twee geraamten gevonden. Naast een er van lag een speer, waarvan het hout ver gaan, doch de spits nog bewaard gebleven is. De arbeiders hebben de geraamten weer begraven, ^ioch door de activiteit van den burgemeester van Ferwerderadeel, den heer L. Wezeman, is de speerpunt behouden ge bleven en aan het Friesch Museum geschon ken. De speerpunt is van Frankischen oor sprong en dateert uit de zevende eeuw. Op 28 October zal te 's-Gravenhage een vergadering worden gehouden ter bespreking van het pensioenvraagstuk voor tramwegper soneel. Voor deze bijeenkomst, waartoe de Ned. Ver. vc r Lokaalspoorwegen en Tram wegen het init. i f nam, zijn citgenoodigd de vereeniging van werkgevers op tramwegge- bied, het groepsverband der Ned. tramwegen, St. Raphaël, de N. V. en de Pr. Chr. Bond. Naar wij indertijd meldden is aan de exporteurs van groenten en fruit te Rotter dam op Londen aangezegd, dat van 1 Novem- ber'a.s. af, de vrachtprijzen zijn verdubbeld. De verschillende diensten op Londen hadden n.l. ee trust gevormd en besloten de vracht prijzen te verhoogen. Daar de handel van meening is, deze verhoogde lasten niet te kunnen dragen, is men tegenmaatregelen gaan beramen. Het doel van de vereeniging van groenten- en fruitexporteurs is te kamen tot een eigen dienst op "Londen. Voorloopig is echter be sloten, door tusschenkomst van scheeps makelaars booten te charteren en deze voor t eigen rekening te laten varen. Reeds heeft men van alle leden toezegging gekregen, dat zij voor den export naar Londen in dat geval uitsluitend van den eigen dienst gebruik zuilen maken. Ingevolge de beslissingen van het op 5 October gehouden buitengewoon Congres van den Algem. Nederl. Bond van Arbeiders (sters) in het Bakkers-, Chocolade- en Sui- kerbewerkingbedrijf werd heden op het departement van Arbeid een Adres aange boden. Het Adres houdt in, het verbod van nacht arbeid ook voor de patroons te handhaven, in de Wet het algemeen aanvangsuur op 6 uur des voormiddags te bepalen, geen afwijkingen toe te staan dan nadat een pariteitscommissie tan patroons en arbeiders daartoe geadvi seerd heeft en aanstelling van speciaal tech nische controleurs, in overleg met de arbei ders-organisaties. Aan het slot van het Adres wordt er bij den Minister op aangedrongen om binnen den kortst mogelijken tijd ,met de onderteekenaren van het Adres omtrent deze punten in overleg te treden. De aanbieding van dit Adres heeft heden- namiddag om 4 uur aan het Departement van Arb id, Handel en Nijverheid plaats gehad en ging vergezeld van een demonstratie van bakkersgezellen uit 's Gravenhage benevens een belangrijk aantal leden uit de omliggende afdeelingen. Door den Ned. Alg. Bond van Postduiven- liefhebbers in Nederland zal ter herdenking van het 25-jarig bestaan een groote nationale tentoonstelling worden georganiseerd tege lijk met de Ned. Tent. Club „De Postduif t op 21, 22 en 23 November in de groote zalen van het algemeen Verkooplokaal te Amster dam. Tevens zal aan deze tentoonstelling een groot congres worden verbonden, waarop de standaard van tentoonstellingspostduiven zaj worden vastgesteld. Op de Dinsdag gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel te Amsterdam is besloten den directeur-generaal der P. en T een brief te zenden, waarin er op wordt ge wezen, dat het gebruik maken van de lucht post naar de Vereenigde Staten niet weinig kan worden bevorderd indien het luchtpost- recht van resp. 8, 16 en 24 Dollarcents in gewone Nederlandsche frankeerzegels zou kunnen worden voldaan, gelijk ook sinds 1 Oct. 1924 uitsluitend Duitsche frankeer zegels mogen worden gebezigd voor Duitsch- Amerikaansche luchtpostzendingen. POOLVAARDER GERED. DRIE JAREN VERMIST. Na.een avontuurlijken tocht naar het Noord poolgebied, op zoek naar een vermisten Poolvaapder, is de Deensche schoener „So- kongen", te Aberdeen aangekomen. De vermiste, een Deen, Peter Frenchen geheeten, werd gered, toen zijn levensmid- delenvoorraad bijna uitgeput was. Hij was in 1920 uit Kopenhagen vertrok ken en sedert drie jaren had men niets meer van hem gehoord. Op de reis naar het Noorden had de „So- kongen" voorraden voor handelsnederzettin gen op Groenland meegenomen. Na een voorspoedige reis bereikte zij Kaap Farewell, in het Zuiden van Groen land, en stevende naar Davis Strait. Zij had zeer van,'slecht weder te lijden en kapitein Pedersen en zijn bemanning had den groote moeite, zich een weg te banen door het ijs en de ijsbergen te ontwijken, die naar het Zuiden dreven. Na een moeilijken tocht werd North Star Bay, één der Deensche nederzettingen, be reikt en werden daar eenige voorraden ge lost. Van de Eskimo's vernemende, dat de Pool- vaarder naar Baffin-Land was gegaan, zette kapitein Pedersen koers naar Ponds Bay. Zij vpnden Frenchen bevangen door kou de en in een slechten gezondheidstoestand. Zijn teenen waren afgevroren, zijn voedsel voorraad raakte op en hij leefde van het vleesch Van zeehonden, walrussen, rendie ren en visschen, welke hij ving. Vier der Es kimo-helpers van den Poolvaarder werden ook vermist, twee mannen en twee vouwen. Met het oog op Frenchen's toestand waren de inboorlingen met hondensleden op weg ge gaan om te pogen hulp te krijgen. Hun plannen waren om het ijs van Lan caster Sound naar North Devond over te steken. Vandaar zouden zij hun weg_ kiezen over Jones Sound naar Ellesmere Island en tenslotte Zuidwaarts naar kaap York. Door den strengen winter werden hun plannen echter verijdeld. Zij moesten terug- keeren en strandden aan den Noordkant van Bylot-eiland, waar zij door kapitein Pedersen werden ontdekt, die hen en hun honden en sleden aan boord van den schoener nam. De eenige boot, die Ponds Islet aandoet, is een Canadeesch politievaartuig, dat eens per jaar komt om twee politieagenten en een sergeant van de Canadeesche bereden politie te landen, en hen, die daar verblijven, weer naar Canada terug te voeren. De Poolvaarder was blijkbaar ziek ge worden, nadat de boot was afgevaren en, daar zij niet terug zou zijn voor het volgend jaar, en de politie waarschijnlijk verder weg ge trokken was, waren de Eskimo's er op uit getrokken om hulp te halen. Moreland's bekendheid met de zeden en ge woonten van zijn dooden vrenl zou hem trouwens ten dien opzichte een afdoend antwoord kunnen geven; voor deze zou Whyte's dood 'een belangrijke aanwinst ge weest zijn; ook zou hij van hem kunnen vernemen, wie dat rijke meisje was, waar de overledene mee ging trouwen. Wat den gerechtsbeambte niet weinig verontrustte was de vrees, dat Moreland onverhoopt onbekend ware met het treurig uiteinde van zijn vriend, daar hij zag, dat de kolommen der dagbladpers vol van den moord waren, en dat in bet uitloven der be looning, een uitvoerige beschrijving van hetgeen de overledene overkwam, opgeno men was. Slechts het vermoeden, dat deze buitenslands toefde, kon Mr. Gorby zeker heid geven omtrent Mr. Morelands buiten gewoon stilzwijgen en dat hij geen cou ranten las, noch dat hij iemand van den moord hoorde gewagen; ware dit het geval, dan kon hij voor een onbepaalden tijd weg blijven, of na een paar dagen terugkomen. In ieder geval was het de moeite waard, heden avond nogmaals naar St. Kilda le gaan, in de hoop, dat Moreland weer naar de stad was teruggekeerd en zijn vriend zou komen opzoeken. Nadat hij dus zijn thee gedronken had, zette Mr. Gorby zijn hoed °P cn ging nogmaals naar Possum Villa. Welke zelfvoldoening hem onderweg beziel de, kunnen wij met geen mogelijkheid be schrijven. Mrs. Hableton opende de deur voor hem en ging hem stilzwijgend voor, zij bracht hem niet in haar eigen zitkamer, maar in een met veel meer weelde gestof feerd vertrek, waarvan Gorby terstond ver moedde dat dit het woonvertrek van Olivier Whyte geweest was. Aandachtig gluurde hij de kamer rond. „Ik heb het netjes ingericht," merkte Mrs Hableton aan met een bevredigenden glim- i lach op haar ruw gelaat. „Als men aparte- j menten te huur aanbiedt, moeten zij goed gemeubileerd zijn, en Mr. Whyte was een goede betaler, maar met den maaltijd was hij wel wat kieskeurig; daar ik maar een eenvoudige keukenmeid ben en niet van die Fransche liflafjes kan maken, waarvan men een bedorven maag krijgt." De ballen van het gas-ornament waren van lichte vleeschkleur, en daar Mrs Hable ton, in afwachting van Mr. Gorby's komst, het gaslicht ontstoken had, heerschte er in de geheele kamer een zachte rooskleurige tint gelijk het eerste flauwe gloren van vroe gen dageraad. Mr. Gorby stak de handen in zijn ruime zakken en liet zijn blik be daard de kamer rondzweven, alles nauw keurig gadeslaande. De muren waren met schilderijen bedekt van vermaarde jockey's en beroemde paarden. Plotseling werd er luid en krachtig aan de buitendeur geklopt; dit hoorende ging Mrs. Hableton haar ijlings openen. „Dat zal Mr. Moreland zijn," zeide zij. „Ik krijg nimmer bezoek in den avond. Als hij het is, zal ik hem hier brengen." Zij ging naar buiten, en dadelijk vernam Gorby, die met ingehouden adem luisterde, een mannenstem, welke vroeg, of Mr. Whyte thuis was. „Neen, mijnheer, dat is hij niet," antwoordde de juffrouw1, „doch er is een heer in zijn kamer, die naar hem gevraagd heeft. Wilt u niet binnen komen, mijnheer?" „Voor een oogenblik ja," antwoordde de bezoeker en een seconde later verscheen Mrs. Hableton, Mr Gorby den boezemvriend van wijlen Olivier Whyte voorstellende. Het was een lange, schrale man, met een flinke en witte gelaatskleur, krullend blond haar, en een kwijnende, strookleurige snor, dat alles samen genomen was hij een door en door aristokratische verschijning. „En waar is Mr. Whyte dezen avond?" vroeg hij, zich in een stoel neervleiende en weinig notitie nemend van den gerechts dienaar. „Hebt u hem niet kortelings gezien?" vroeg deze haastig. Mr. Moreland gluurde eenige oogenblikken gekwetst naar zijn on dervrager, als ging hij met zich zeiven te rade, of het raadzamer was deze vraag be vestigend dan wel ontkennend te beant woorden. Eindelijk had hij zijn besluit ge nomen, want langzaam ontdeed hij zich van een handschoen. „Neen, ik heb hem niet gezien," sprak hij geeuwend. „Ik ben eenige dagen uit de stad geweest, en ben juist van avond terugge komen, ik heb hem dus in geen week gezien. Waarom vraagt u mij dat?" De gerechtsbeambte bleef hem het ant woord schuldig, maar sloeg het jongmensch aandachtig gade. „Ik hoop," sprak Mr. Moreland achteloos, „ik hoop dat u mij nog eens zult leeren kennen, vriendje, doch ik wist niet, dat Whyte tijdens mijn afwezigheid een gekken huis heeft opgericht. Wie bent u?" Mr. Gorby kwam naar voren en stond onder het gaslicht. „Mijn naam is Gorby, mijnheer, en ik ben geheime politie-beambte," sprak hij bedaard. „Zoo, zoo, inderdaad," zeide Mr. More land, hem onbeschaamd van het hoofd tot de voeten opnemend. „Wat heeft Whyte misdreven?" „Weet ge, waar Mr. Whyte gevonden werd?" vroeg Gorby omzichtig. Moreland glimlachte. ■•„Toch niet, mijn vriend," zeide hij luch tig. „Ik vermoed ergens hier in de buurt, daar hier zijn hoofdkwartier is; wat heeft hij uitgevoerd? Ik kan mij over niets ver wonderen/ dat verzeker ik u hij was steeds een zwerver, en „Hij betaalde geregeld;" bracht Mrs. Hableton in het midden. ..Een reputatie waarin ik mii bezwaarlijk zal kunnen verheugen," hernam de andere met een spottenden lach. „Doch waartoe die vraag, betreffende Mr. Whyte? Wat is er met hem gebeurd?" „Hij is dood," sprak Mr. Gorby plotse ling. Mr. Morelands achteloosheid verdween bij dit gezegde in een ommezien; hij stond van zijn stoel op. „Dood," herhaalde hij werktuigelijk. „Wat bedoelt u daarmee?" „Ik bedoel dat Mr. Whyte in een huur rijtuig werd vermoord." Verbijsterd staarde Moreland den ge rechtsbeambte aan. „Neem me niet kwalijk, mijn hoofd dui zelt mij," zeide hij, weer plaats nemend. „Whyte vermoord! Alles was immers in or de, toen ik hem, omstreeks veertien dagen geleden, verliet." „Hebt u de couranten niet gelezen?" vroeg Gorby. „In de laatste weken niet," hernam Mo reland. „Ik was buitenslands ec eerst he den avond, bij mijn terugkomst, vernam ik iets aangaande den moord, daar mijn hos pita mij er een breedvoerig verslag van gaf; het kwam mij echter geen oogenblik in de' gedachte, een en ander met Mr. Why te in verband te brengen. Ik kwam hier, om heqi te bezoeken, zooals wij, toen ik hem Verliet, hadden afgesproken. Arme jongen! arme jongen! arme jongen!" en, door aandoeningen overstelpt, verborg hij zijn gelaat tusschen zijn handen. Mr. Gorby was door die ongeveinsde droefenis blijkbaar ontroefd en zelfs langs Mrs. Habletons ruwe wangen biggelde een traan als bewijs van deelneming en sympa thie. Dadelijk beurde Mr. Moreland zijn hoofd op en zeide tot Gorby: „Vertel mij er alles van, al wat gij weet. Met de ellebogen leunde hij op de tafel en verborg nogmaals zijn gelaat in de han den, terwijl de gerechtsbeambte naast hem zat en hem al hetgeen hij van den moord wist, mededeelde. Toen zijn verhaal ten einde was, sioeg Moreland de oogen op en keek den verhaler droevig aan. „Als ik in de stad geweest was," zeide hij, „zou het niet gebeurd zijn, want ik was voortdurend in Whyte's omgeving." „U kendet hem dus zeer goed, mijnheer?" vroeg de man der justitie op deelnemenden toon. „Wij warén als broeders," hernam More- land droevig. „Ik kwam van Engeland met dezelfde stoomboot, waarop bij zich be vond en placht hem hier geregeld te be zoeken." Mrs. Hableton schudde baar hoofd, als om te bevestigen, dat zulks waarheid was. „Werkelijk," sprak Mr. Moreland, na zich een oogenblik bedacht te hebben, „ik was op den avond van den moord bij hem." Mrs. Hableton slaakte een luiden gil en wierp haar boezelaar over het gelaat, maar de beambte zat onbeweeglijk, daar More lands laatste bemerking hem niet weinig had doen ontstellen (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5