VOOR OUDERS EN OPVOEDERS.
NIEUWE HAARLEM5CHE COURANT.
Tweede Blad - Donderdag 23 October
Onder de Radio-berichten: De partijdagen voor de algemeene ver
kiezingen in Duitschland. Communistische Rijksdagieden op valsche
passen gevlucht. Een boodschap van MacDdnaid aan alle Labour-
candidaten.
De verkiezingsstrijd in Engeland en de kansen der verschillende par
tijen. De verkiezingsactie in Duitschland eveneens begonnen.
ËEM. SüfTEML BERISHTEH.
DE CHINEESCHE BURGEROORLOG.
KERK EN SCHOOL.
FEUILLETON.
De a.s. heiligverklaringen.
KUNST EN KENNIS.
Chrysanthemum- en Najaars
tentoonstelling te Amsterdam.
Geraamten gevonden.
Pensionneering trampersoneel.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Tegen de verhoogde vracht
prijzen.
ORDE EN ARBEID
De Bakkersgezellen en de
Arbeidswet.
LANDBOUW EN VISSCHERIJ-
Tentoonstelling van postduiven.
VERKEER EN POSTERIJEN.
Luchtpost-zegels.
GEMENGD NIEUWS
HET GEHEIM VAN
HUURRIJTUIG
EEN
XXXI.
DE EUCHARISTIE EN DE ARÉEID.
Het is onmogelijk een mensch op te voe
den zonder zijn medewerking; met andere
woorden, zonder arbeid kan een mensch
zich niet verheffen, is hij voor volmaking
niet vatbaar, is er in zijn binnenste gceü
vrijwillige werking aanwezig, die aan de
werking buiten hem beantwoordt, dan zul
len natuur noch genade; goddelijke werking
noch menschelijke hulp van hem maken,
wat de opvoeding van hem maken moet;
een mensch met karakter.
De mensch is een handelend wezen, zijn
ontwikkeling moet vrijwillig wezen; hij is
een gevaiien wezen, zijn ontwikkeling moet
met arbeid gepaard gaan. Hij is het mees
terstuk van God; maar tot voltooïng daar
van moet hij het zijne bijdragen en, naar
mate hij in zijn jeugd daartoe medewerkt,
verdient hij de eer zijner mannelijke jaren.
Door de trapsgewijze en harmonische ont
wikkeling van geest, wil en hart wordt de
opvoeding voltooid en komt de jeugdige per
soon tot de grootheid van den man en van
de vrouw. 1)
1. De geest van den mensch is door de erf
zonde verduisterd en de dagelijksche onder
vinding leert bijna iedereen, dat slechts mei
groote moeite de mensch zich een gedeelte
van een kennis of een wetenschap eigen
maakt, en dan hoe onberaden en ondoor
dacht gaat hij vaak nog te werk! Het is
waar, menschen met talenten weten zich met
enorme krachtsinspanning boven het gewoon
niveau te verheffen en gaan de roemvolle
wegen der wetenschap op. Hoe klein echter
is hun aantal; en, aan hun natuurlijke krach
ten overgelaten, vervallen zij menigmaal in
grove dwaling.
Waarlijk groote mannen kennen hun eigen
nietigheid en alvorens hun krachten in te
spannen, vouwen zij hun handen en bidden;
„Kom, H. Geest, verlicht mij door een straal
van Uw hemelsch licht, zonder hetwelk ik
ZJogen heb en niet zie; ooren heb en niet
hoor; versland en niet versta!.... maar
door dat licht zuilen de duisternissen ver
dwijnen."
Zij knielen neder voor het tabernakel, of
naderen tot de Tafel des Heeren.
„Veelvuldig communiceeren toch bewaart
en vermeerdert' niet slechts de heiligmaken-
de genade, en de sacramenteele genaden,
maar sterkt en bevestigt tevens de deugden
en de gaven van den H. Geest, die met de
heiligmakende genade aan dé ziel worden
geschonken.
„Door de kracht van dit Sacrament wor
den alle deugden gevoed," zegt Paus Inno-
centius. Wie aldus veelvuldig communiceert,
verbindt zich door de vermeerdering der
goddelijke deugden steeds inniger met God,
terwijl door de versterking der zedelijke
deugden de geheele verhouding tot God, tot
de medemenschen en tot zich zelf steeds
meer geordend wordt. En terwijl de H. Com
munie de zeven gaven van den H. Geest
verrijkt, worden het verstand verlicBt en de
wil steeds toegankelijker voor de verlichting
en de inspraken van den H. Geest." 2)
De gave der wijsheid verkwikt door de
zekere kennis der dingen, welke in het licht
van God naar hun waarde geschat worden.
De gave/ des verstands geeft licht om te
onderscheiden en voorzichtig te handelen.
De gave des raads helpt, om in twijfel
volgens God te beslissen.
De gave der wetenschap doet kennen,
welke goede werken in de gegeven omstan
digheden Gode welgevallig en den mensch
tot heil zijn.
Jezus Christus, het licht der wereld, is ook
in het Allerheiligste Sacrament het licht, dat
alle menschen verlicht.
2. De wil maakt den man; daarin is zijn
waarlijk eigenaardige geestkracht gelegen.
De wil is het forsche mannelijke vermogen;
de wil is de mensch zelf. „De mensch is een
wil" zegt de H. Augustinus en de geschiede
nis bewijst de waarheid dier woorden. Het
doel der opvoeding is dan crok de menschen
op te voeden tot menschen met een korda-
ten wil. Zonder hun medewerking is dat on
mogelijk. De wil van iemand, die niet met
zijn opvoeders medewerkt, wordt met den
dag zwakker, machteloozer en nietiger. Een
luiaard wil en wil niet, maar brengt niets
tot stand. Om iets uit te voeren, is stout
heid noodig. De luiaard durft niet, hij is voor
alles bang. Om iets uit te voeren is geest
kracht noodig; de luiaard bezit die niet. Hij
is loom, vadsig, slaperig. Zijn handen han
gen hem slap langs het lijf en zijn werk
schuw. Om iets uit te voeren, is standvastig
heid noodig; de luiaard is een veranderlijk
wezen.
Een werkschuwe zal kunnen zeggen: „Ik
heb gedurfd", „ik heb handen aan het werk
geslagen" en hij kan er aan toevoegen; „Ik
heb niets ten einde gebracht". Een arbeids-
zame, dus iemand, die gaarne en goed werkt,
schept zich een macht, die met den dag
grooter wordt, omdat hij een wil heeft, die
voortdutend sterker wordt.
Door de erfzonde is de wil van den mensch
verzwakt en het z-al hem voortdurend strijd
en moeite kosten met dezen verzwakten wil
steeds zich zelf te beheerschen en de hin
dernissen te overwinnen, die zijn handelin
gen in den weg staan.. Waar zal de mensch
de kracht daartoe vinden? Het is reeds ge
zegd in dit artikel; in de H. Communie ont
vangt de mensch de gave van sterkte. Die
gave geeft bovennatuurlijke kracht om voor
deugd en gerechtigheid ook de zwaarste of
fers te brengen. In de H. Communie putten
de geloofshelden den moed om over pijnen,
folteringen, vermoeienissen, kortom om over
alles te zegevieren. Wie de arena zijn bin
nengetreden, waar de groote strijd des le
vens gestreden wordt weten, wat 'n overwin
ning op de onstuimige hartstochten behaald,
kostjweten, hoeveel waakzaamheid, wils
kracht, moed en verborgen heldhaftigheid
vereischt wordt, om over het eigen „ik" te
zegevieren en tot een overwinning te gera
ken. Zij weten bij ondervinding, dat het
Christenvolk niet ten onrechte aan den voet
van het tabernakel uitroept:
Bella premunt hostilia,
Da robur, fer auxilium!
Des vijands machten dreigend staan,
Nu reik ons kracht, voer bijstand aan.
De H. Communie verwerft ons licht ¥001*
den geest, kracht voor den wil en beurt dien
op; in dat licht, met die opgewektheid zijn
we als vurig brieschende leeuwen, die voor
niets vreezen!
3. Het hart is het middelpunt des levens
en van het centrum gaat alle ontluiking uit.
Een opvoeding die het hart niet raakt is in
den grond gebrekkig; de vorming van het
hart is haar hoofdwerk. De opvoeding, die
den mensch en zijn bestemming goed be
grijpt, houdt bij 's menschen hart de wacht,
gelijk de priester bij het heiligdom. Maar
neen, dat is rtiet voldoende. Zij treedt er
binnen en maakt daar voor het oog van-God
de zaden vruchtbaar van al het goede, ware
en schoone, die zij daarin heeft qjtge-
strooid.
Wat zal echter dé opvoeding van het hart
worden zonder 's menschen medewerking?
Niets, dan een verblijf der zelfzucht, die
slechts verlangt naar zelfvoldoening, slechts
streeft naar vermaak, die zijn eigen ik en al
toos ik als doel en middelpunt van alles op
den voorgrond stelt. In zoo n egoistisch hart
wordt de onbaatzuchtige liefde tot God en
tot den naaste niet gevonden, daar ontlui
ken slechts ondeugden, driften en hartstoch
ten.
Wordt bij de vorming van den geest en
van den wil 's menschen medewerking ge
vraagd, in hooger mate wordt die gevorderd
bij de vorming van het hart. Fier en onver
saagd moet de inensch den strijd aanbinden
tegen de ondeugden, driften en hartstochten
die den glans van zijn hart willen verflau
wen, die hem ongeschikt willen maken voor
elke edele daad. Kracht in dezen strijd,
steun bij zijn arbeid zal hij vinden in de H.
Communie.
De H. Communie schenkt hem de gave
van godsvrucht, dien den wil aanspoort tot
innige liefde voor God, welke zich open
baart in goede werken ter eere Gods en tot
welzijn van den mensch.
In de H. Communie ontvangt hij de gave
van vreeze des Heeren, die hem elke zonde
doet vermijden, omdat deze God als recht
vaardigen rechter en als goeden Vader be-
leedigt en bedroeft. Den mensch, die de
Eucharistie bemind heeft, tullen al de He-
melsche goederen met haar geworden, Hoor
den we zoo juist Paus Innocentius niet ver
klaren: „Door de kracht van dit Sacrament
worden alle deugden gevoed?" „De Heer
der deugden is ook de God der tabernake
len. Heb, o christen ziel, de tabernakelen
lief en de Heer die daarin woont, zal u den
schat uitdeelen, die Hij altijd in voorraad
heeft; den schat der christelijke deugden" (4)
De mensch moet medewerken aan zijn op
voeding. aan de ontwikkeling van zijn geest,
zijn wil en zijn hart, dat. hij dan dikwijls
nadere tot den Tafel des Heeren. Elke Com
munie vermeerdert het licht van den geest,
de sterkte van den wil en de godsvrucht van
het hart!
Utrecht, St. Gregoriushuis.
J. BERGMANS.
(1) De Arbeid. Wet des levens en der op
voeding door B. van Meurs.
(2) De veelvuldige H. Communie. Bewerkt
door H. M. A. Bartels.
(3) De verklaring van den Catechismus.
door P. Potters.
(4) De Eucharistie en het Christelijk leven
door Mgr. de la Bouillerie, bisschop van
Carcassonne.
De Engelschc verkiezingen.
De berichten stroomen uit Engeland ons
in massa toe, waarin melding wordt gemaakt
van kolossale ac.ie, die voor de verki»zin;en
daar, zooals gewoonlijk ontwi'-keld wordt en
van de kopstukken n mindere goden uit
de verschillende partijen.
Aan voorspelli gen over den alop ont-
b eekt het natuurlijk niet en zoowel conser-
vatieven als arbeiderspartij hopen beide op
belangrijke winst. Onder de liberalen is het
zelfvertrouwen minder groot. Velen houden
hier rekening met de mogelijkheid, dat vele
der tot dusver liberale stemmen aan de con
servatieven, of en wellicht meer nog
aan de arbeiderspartij ten goede zullen ko
men. In de openbare meening schijnen dan
ook in de laatste dagen de kansen van de
arbeiderspartij zeer gestegen. Maar ook zelfs
de voor de arbeiderspartij meest optimistische
schattingen geven haar nog slechts een aantal
zetels, dat ver onder de volstrekte meerder
heid blijft. En de toestand zou dan dus blijven
gelijk hij is ook met het nieuwe Lagerhuis
zou er slechts een minderheidsregeering
mogelijk zijn.
Uit alles blijkt wel, gelijk we al eerder
opmerkten, dat de felste aanval van de arbei
derspartij in dezen verkiezingsstrijd gericht
is tegen de liberalen, die, als het naar den zin
des heeren MacDonald gaat, tusschen zijn
partij en die der conservatieven langzamer
hand moeten worden weggedrukt. Het be
hoort nu natuurlijk tot de verkiezingstactiek
van conservatieven en van arbeiderspartij,
om alvast den indruk te wekken, dat de libe
rale positie vrijwel hopeloos is, omdat beide
zich ten koste van de liberalen hopen te ver
rijken en de middenmassa naar zich toe hopen
te halen. Maar alle berekeningen omtrent
den moge-ijken verkiezingsuitslag zijn slechts
kansberekeningen, waarvoor men, vooral
bij het huidige kiesstelsel, alle houvast rr.t t.
En afwachten is dus de boodschap.
De Duitsche verkiezingen.
Nauwelijks was de Rijksdag ontbonden,
of de verkiezingsstrijd was ook in Duitsch
land reeds in vollen gang.
Hier zal men er langer van genieten dan
in Engeland, nu de verkiezingen eerst op 7
December zijn vastgesteld. Blijkbaar wil
men maar meteen trachten heelemaal schoon
schip te maken. Want, zooals wij gemeld
hebben, is besloten ook den Pruisischen
Landdag te ontbinden en de verkiezingen
van den nieuwen Landdag met de rijksdag
verkiezingen te doen samenvallen. Er zal
dan dus tegelijk met de vorming van een
regeeringscoalifie voor het Rijk tot de vor
ming van een nieuwe regeeringscoalifie in
Prue i kunnen worden overgegaan. Men weet
dat in Pruisen tot dusver de groote coalitie nog
regeerde, een coalitie van sociaal-democraten
tot Volkspartij. Maar deze combinatie is na
tuurlijk niet meer houdbaar, nu de Volks
partij in het Rijk van geen samenwerking met
de sociaal-democraten wil weten en zich met
de Duitsch-nationalen over een regeerings-
coalitie heeft verstaan.
Het is daarom volkomen verklaarbaar, dat
men thans ook in Pruisen verkiezingen gaat
houden, die in staat zullen moeten stellen
om de regeering van den grootsten Duitschen
staat in overeenstemming, te brengen met
die van het Rijk, hétzij in rechtschen, hetzij
in linkschen geest.
FRANKRIJK ERKENT SOVJET-RUS
LAND DE JURE.
Een V. D.-bericht uit Londen meldt, dat
de Fransche regeering een telegram heeft
gezonden aan de regeering te Moskou,
waarin de Russische Sovjet-regeering de
jure wordt erkend.
In het telegram wordt er evenwel de
nadruk opgelegd, dat- deze erkenning niet
beteekent het afstand doen van eenige recht
ten van Fransche onderdanen als eigenaren
van. inbeslaggenomen eigendommen of van
vergoeding van veroorzaakte schade.
De oude verdragen worden bevestigd, doch
de uitvoering opgeschort en de Fransche
regeering noodigt Russische vertegenwoor
digers uit naar Parijs te komen tot het voe
ren van onderhandelingen over de herzie
ning van deze verdragen.
Het H. N.-bureau meldt hetzelfde be
richt, maar heeft dit uit Parijs. Het offi-
cieuse Havas-bureau heeft hierover nog geen
berichten gegeven.
GEHUWDE VROUWELIJKE MEDICI.
De London County Council heeft besloten
dat van j.l. Dinsdag af gehuwde vrouwelijke
dokters niet langer meer zullen worden te
werk gesteld. Thans zijn er aan het depar
tement van openbare gezondheid van de 34
vrouwelijke medici drie gehuwd, die echter
niet door den maatregel zullen worden ge
troffen.
EEN AARDVERSCHUIVING IN NOOR
WEGEN.
Draadloos wordt gemeld, dat nabij Chris-
tiania een aardverschuiving een stuk land
van 1 km lengte en 400 m breedte heeft
verwoest, waarbij drie boerenhofsteden, de
stadselectriciteitscentrale en de telefoon
centrale aanzienlijke schade bekwamen en
bovendien, tien menschen gedood werden.
DE TOESTAND IN MEKKA.
Reuter meldt uit Djeddah dat de sultan
van Nejd, Iben Saoed, dezer dagen te Mekka
wordt verwacht.
Er zijn te Mekka geen ongeregeldheden
voorgevallen en men neemt aan dat het be
zoek van den sultan slechts het karakter van
een inspectie-reis zal dragen. Mekka wordt
nog altijd door middel van de haven van
Djedijah van levensmiddelen voorzien. De
gevluchte koning zou dien toevoer kunnen
afsnijden, doch hij vreest in dat geval een
aanval van het honger-lijdende leger der
Wahabieten op Djeddah.
KONING HOESSEIN NAAR BASRA.
Men verwacht, dat koning Hoessein
spoedig in Basra zal gaan wonen.
De ministerraad van Irak heeft aan koning
Feisoel medegedeeld, dat zijn vader zich als
particulier moet gedragen en niet aan de po
litiek moet deelnemen.
TUMULT IN HET OOSTENRIJKSCHE
PARLEMENT.
In den Nationalen Raad ontstond Dinsdag
tijdens het debat over het schoolprogram,
waarbij bondskanselier Seipel zijn standpunt
verdedigde een groot tumult.
Toen de president van den Nat. Raad,
Miklas, wilde laten stemmen over een voor
stel der Groot-Duitschcrs, werd hij door de
soc.-aem. van partijaigneid beschuldigd,tigheid op twee verschillende dagen willen
daar een voorstel der soc.-democraten vroe-
ger was ingediend. Toen Miklas in weerwil
daarvan toch eerst over h t Groot-Duitsche
voorstel liet stemmen, ve li ten de soc.-dem.
als één man de zaal. Het voorstel werd aange
nomen, en vervolgens het soc.-dem. voorstel
door de chr.-soc. en Groot-Duitschers ver
worpen, waarop de bezoekers der publieke
tribune een oorverdoovend geroepfvan „foei"
lieten hooren.
De Chineesche generaal Hsoe, die, zooals
werd gemeld, in de buitenlandsche kolonie
te Sjanghai werd .aangehouden, is' thans op
bevel van de gemeentelijke politie-autoritei-
ten en met goedkeuring van het diplonrtieke
corps te Peking aan boord van het stoomschip
„Dardanus" gebracht om te worden gedepor
teerd. De „Dardanus" vertrekt naar Enge
land, doch in officieele kringen te Londen
heeft men geen bevestiging ontvangen van
de berichten, volgens welke generaal Hsoe
naar Engeland zou worden overgebracht.
Hsoe heeft reeds eenigen tijd geleden eer
pas voor Europa aangevraagd en men ver
wacht dat hij zich naar Zwitserland zal bege
ven.
IERSCHE GEVANGENEN.
Bernard Shaw herinnert er aan dat er in de
gévangenissen in Engeland nog een aantal
Iersche gevangenen zitten, die op koster,
van den Britschen belastingbetaler leven. In
1922, toen de regeering van Ulster haar toe
vlucht moest nemen tot een politiek var!
schrikaanjaging, waarbij ze die der Duit-
scfiers dicht benaderde, legde zij niet slechts
de zwaarste straffen op aan alle weerbarstige
republikeinen, die zij gevangen nam maar,
met de bewering dat zij geen voldoende ge
vangenisruimte had, wierp zij "haar buit op
den Britschen belastingbetaler, die in plaats
van te zeggen „Wel, als je geen gevangenis
sen hebt, waarom bouw je ze dan niet?
zwak genoeg was toe te staan dat de gevange
nen in Peterhead Goal werden ondergebracht,
waar zij thans schijnbaar worden vergeten.
In elk geval zitten ze er, zeer tegen hun eigen
wil, en worden zij gevoed, gehuisvest, gekleed
en ellendig gemaakt op kosten van het ge
makkelijkst beet te nemen eiland aller eilan
den. Zonder er zich van bewust te zijn onder
houdt de Engelschman 36 lieden, die tot
233 jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld
(gemiddeld 6y2 jaar „per stuk").
Volgens Shaw zijn de vonnissen van zeven®
acht, tien, vijftien en 21 jaar gevangenis
straf, thans barbaarsche nonsens; zij dien
den te worden kwijtgescholden met veront
schuldigingen voor de dringende noodzake
lijkheid, welke er destijds, tijdens den bur
geroorlog, voor bestond. De Britsche regee
ring moet hoffelijk, doch krachtig mededee-
len dat de grenzen harer gastvrijheid zijn be
reikt en dat Ulster zijn gevangenen moet
terughalen, tenzij het de voorkeur geeft aan
de toepassing van 's Konings bevoegdheid
jot het verleenen van gratie. Elke daad van
gratie, welke de atmosfeer voor de bespre
king der Iersche grensmoeilijkheden zou
kunnen verzachten, zou thans van pas
komen.
Ten slotte geeft Shaw een simpele oplos
sing aan de hand der Iersche grensquaestie,
De queastie is zeer gevaarlijk volgens hem,
omdat, daar er immers niet het minste wer
kelijke excuus bestaat om er over te gaan
vechten, elkeen melodramatische motieven
zal aanvoeren met een schijn van edele on
baatzuchtigheid. ■Het eenige wat het Iersche
volk zou kunnen doen is niets doen. Laat
de zaken zooals ze rijn en de werkgevers in
Ulster zullen spoedig door de vakvereenigin-
gen in de armen der landbouwers uit het
zuiden worden gedreven. Zij zullen een par
lement in Dublin verkiezen boven een Sov
jet in Belfast.
DE TENTOONSTELLING VAN WEM
BLEY.
Uit Londen wordt gemeld, dat de premier
van Australië, Bruce, thans ook aan de regee
ring te Londen heeft medegedeeld dat Austra
lië bereid is zijn aandeel in de kosten der
Rijkstentoonstelling voor het volgend jaar
të dragen, mits ook andere Dominions en
kolonies aan die tentoonstelling zullen deel
nemen.
JAPAN EN BRAZILIË.
Volgens te Londen ontvangen berichten
heeft Japan met de regeering van Brazilië
een immigratie-verdrag gesloten volgens het
welk vooreerst 3000 Japanners in Brazilië
zullen worden toegelaten.
Dit verdrag, wijst na het vriendschaps
verdrag met Mexico erop, hoe Japan, nu
de deuren der V. S. voor zijn overbevolking
gesloten zijn, de oplossing zuidelijker zoekt.
reserveeren.
Een eindbeslissing is echter nog niet ge
nomen, daar de H. Vader nog advies moet
inwinir van de H. Congregs i' der Riten
en pa d ima zich definitief z.l uitspreken.
Naar de „Msb." uit Rome verneemt, is
1 Nov. door den H. Vader als de datum aan
gewezen, waarop de voorlezing van het de
creet betreffende het miraculeuze karakter
der wonderen, voorgelegd voor de canonisa
tie van den'Gelukzaligen Vianney, zal plaats
hebben.
Omtrent de zes canonisaties, waarvan nu
zoo goed als vaststaat, dat zij in het jubeljaar
Zullen afgekondigd worden, meldt de cor
respondent nog, dat zij in vier groepen in
den St. Pieter zullen plaats hebben.
De gelukzalige pastoor van Ars en Jean
Eudes, zullen op denzelfden dag gecanoni
seerd «worden. De canonisatie van de geluk
zalige mères Isstel en Bar at zal eveneens te
gelijkertijd geschieden. Wat betreft de hei
ligverklaring van de gelukzalige Théresia
van het Kindje Jezus en Petrus Canisius,
zou de Paus voor hen een afzonderlijke plech-
Van 31 October tot en met 9 November
a.s. zal in de zalen van het Paleis voor Volks
vlijt te Amsterdam een groote Chrysanthe
mum en najaarstentoonstelling worden ge
houden.
Het Bestuur der Nederlandsche Chry
santhemum-Club heeft met medewerking
van het Bestuur der Vaste Keurings-Com-
missie van de Kon. Ned. Mij. voor Tuin
bouw- en Plantkunde deze tentoonstelling
georganiseerd.
Een speciaal vraagprogramma voor ver
schillende chrysanthemums is samengesteld.
Men hoopt met deze expositie aan de chry
santhemum-cultuur, die vooral tijdens de
oorlogsjaren belangrijk is achteruitgegaan,
thans' weder nieuw leven in te blazen. Uit
het programma, dat het tentoonstellingsbe-
stuur ons ter inzage gaf, blijkt, dat deze ten
toonstelling een omvang zal krijgen, zooals
wij die tot op heden in ons land nog niet heb
ben gekend.
De Hollandsche Chrysanten-kweekers
hebben zoo lezen wij in het programma
vol moed en energie deze gelegenheid aange
grepen, om aan het Nederlandsche volk te
toonen, dat de cultuur der Chrysanten nog
altijd een der schoonste parels is aan de kroon
van den Nederlandschen tuinbouw. Be
halve de vele variëteiten Chrysantemums zal
ook alles wat belangrijk is op tuinbouw-ge-
bied, worden ingezonden.
Alles, wat de vaderlandsche tuinbouw in
het late najaar kan voortbrengen, zal worden
geexposeerd. In dit verband is de medewer
king verzocht en verkregen van de Kon.
Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde.
Aan prijzen voor bekroonde chrysanten in
verschillenden vorm is een bedrag van ruim
f 3500 beschikbaar gesteld, terwijl een onbe
paald aantal prijzen voor de vrije inzendin
gen ter beschikking van de jury is, waaronder
2 zilveren medailles van H. M. de Konin
gin, 1 zilveren medaille van H. M. de Ko
ningin-Moeder, 1 zilveren medaille van Z.
K. H. den Prins, 2 zilveren medailles van
het gemeentebestuur van Amsterdam, een
zilveren beker van de afd. Amsterdam van
de Kon. Ned. Mij. van Tuinbouw en Plant
kunde en een zilveren beker van de Amster-
damsche Bloemisten Patroonsvereeniging.
Inzendingen van Chrysanten komen uit
Aalsmeer, het Westland, Utrecht, Nijme
gen, Aerdenhout, Helmond, Leeuwarden
enz. enz., terwijl er bloemwerk is toegezegd
uit ongeveer alle Provinciën.
Verder komen er nieuwe seizoen-produc
ten als Azalea's, Cyclamen, Begonia's, Pri
mula's, Lelietjes, Hortensia's, Seringen en
Orchideeën. Als attractie komt op de galerij
een Japansche theeschenkerij van de firma
Terwee, en belangrijke stands van verschil
lende Bloemisterijbenoodigdheden.
De heer A. W. Vonk, Sierkunstenaar te
Amsterdam, is zoo vriendelijk om de muur
in de groote zaal te behangen met tapijten,
om zoodoende het geheel een aantrekkelijk
aanzien te geven.
Als in het Paleis voor Volksvlijt nu met
direct een gebouw dat geschikt is voor een
Bloemententoonstelling, tracht men met het
keurige bloemenmateriaal een mooi geheel
te krijgen. In aanmerking nemend, dat de
organisatoren dezer tentoonstelling vroeger
op dit gebied reeds hebben bereikt, mag ver
wacht worden dat inderdaad de verandering
welke zij het Paleis zullen doen ondergaan,
in elk opzicht zal beantwoorden aan de
eischen, welke aan een expositie als deze
mag worden gesteld. Het geheel belooft iets
moois te worden.
Bij het leggen van buizen nabij de kerk
van Marrum (Friesl.) die op een terp staat,
zijn twee geraamten gevonden. Naast een
er van lag een speer, waarvan het hout ver
gaan, doch de spits nog bewaard gebleven is.
De arbeiders hebben de geraamten weer
begraven, ^ioch door de activiteit van den
burgemeester van Ferwerderadeel, den heer
L. Wezeman, is de speerpunt behouden ge
bleven en aan het Friesch Museum geschon
ken. De speerpunt is van Frankischen oor
sprong en dateert uit de zevende eeuw.
Op 28 October zal te 's-Gravenhage een
vergadering worden gehouden ter bespreking
van het pensioenvraagstuk voor tramwegper
soneel. Voor deze bijeenkomst, waartoe de
Ned. Ver. vc r Lokaalspoorwegen en Tram
wegen het init. i f nam, zijn citgenoodigd de
vereeniging van werkgevers op tramwegge-
bied, het groepsverband der Ned. tramwegen,
St. Raphaël, de N. V. en de Pr. Chr. Bond.
Naar wij indertijd meldden is aan de
exporteurs van groenten en fruit te Rotter
dam op Londen aangezegd, dat van 1 Novem-
ber'a.s. af, de vrachtprijzen zijn verdubbeld.
De verschillende diensten op Londen hadden
n.l. ee trust gevormd en besloten de vracht
prijzen te verhoogen. Daar de handel van
meening is, deze verhoogde lasten niet te
kunnen dragen, is men tegenmaatregelen
gaan beramen.
Het doel van de vereeniging van groenten-
en fruitexporteurs is te kamen tot een eigen
dienst op "Londen. Voorloopig is echter be
sloten, door tusschenkomst van scheeps
makelaars booten te charteren en deze voor
t eigen rekening te laten varen.
Reeds heeft men van alle leden toezegging
gekregen, dat zij voor den export naar Londen
in dat geval uitsluitend van den eigen dienst
gebruik zuilen maken.
Ingevolge de beslissingen van het op 5
October gehouden buitengewoon Congres
van den Algem. Nederl. Bond van Arbeiders
(sters) in het Bakkers-, Chocolade- en Sui-
kerbewerkingbedrijf werd heden op het
departement van Arbeid een Adres aange
boden.
Het Adres houdt in, het verbod van nacht
arbeid ook voor de patroons te handhaven,
in de Wet het algemeen aanvangsuur op 6 uur
des voormiddags te bepalen, geen afwijkingen
toe te staan dan nadat een pariteitscommissie
tan patroons en arbeiders daartoe geadvi
seerd heeft en aanstelling van speciaal tech
nische controleurs, in overleg met de arbei
ders-organisaties. Aan het slot van het Adres
wordt er bij den Minister op aangedrongen
om binnen den kortst mogelijken tijd ,met
de onderteekenaren van het Adres omtrent
deze punten in overleg te treden.
De aanbieding van dit Adres heeft heden-
namiddag om 4 uur aan het Departement van
Arb id, Handel en Nijverheid plaats gehad
en ging vergezeld van een demonstratie van
bakkersgezellen uit 's Gravenhage benevens
een belangrijk aantal leden uit de omliggende
afdeelingen.
Door den Ned. Alg. Bond van Postduiven-
liefhebbers in Nederland zal ter herdenking
van het 25-jarig bestaan een groote nationale
tentoonstelling worden georganiseerd tege
lijk met de Ned. Tent. Club „De Postduif t
op 21, 22 en 23 November in de groote zalen
van het algemeen Verkooplokaal te Amster
dam.
Tevens zal aan deze tentoonstelling een
groot congres worden verbonden, waarop de
standaard van tentoonstellingspostduiven zaj
worden vastgesteld.
Op de Dinsdag gehouden vergadering van
de Kamer van Koophandel te Amsterdam is
besloten den directeur-generaal der P. en T
een brief te zenden, waarin er op wordt ge
wezen, dat het gebruik maken van de lucht
post naar de Vereenigde Staten niet weinig
kan worden bevorderd indien het luchtpost-
recht van resp. 8, 16 en 24 Dollarcents in
gewone Nederlandsche frankeerzegels zou
kunnen worden voldaan, gelijk ook sinds
1 Oct. 1924 uitsluitend Duitsche frankeer
zegels mogen worden gebezigd voor Duitsch-
Amerikaansche luchtpostzendingen.
POOLVAARDER GERED.
DRIE JAREN VERMIST.
Na.een avontuurlijken tocht naar het Noord
poolgebied, op zoek naar een vermisten
Poolvaapder, is de Deensche schoener „So-
kongen", te Aberdeen aangekomen.
De vermiste, een Deen, Peter Frenchen
geheeten, werd gered, toen zijn levensmid-
delenvoorraad bijna uitgeput was.
Hij was in 1920 uit Kopenhagen vertrok
ken en sedert drie jaren had men niets meer
van hem gehoord.
Op de reis naar het Noorden had de „So-
kongen" voorraden voor handelsnederzettin
gen op Groenland meegenomen.
Na een voorspoedige reis bereikte zij
Kaap Farewell, in het Zuiden van Groen
land, en stevende naar Davis Strait.
Zij had zeer van,'slecht weder te lijden en
kapitein Pedersen en zijn bemanning had
den groote moeite, zich een weg te banen door
het ijs en de ijsbergen te ontwijken, die naar
het Zuiden dreven.
Na een moeilijken tocht werd North Star
Bay, één der Deensche nederzettingen, be
reikt en werden daar eenige voorraden ge
lost.
Van de Eskimo's vernemende, dat de Pool-
vaarder naar Baffin-Land was gegaan, zette
kapitein Pedersen koers naar Ponds Bay.
Zij vpnden Frenchen bevangen door kou
de en in een slechten gezondheidstoestand.
Zijn teenen waren afgevroren, zijn voedsel
voorraad raakte op en hij leefde van het
vleesch Van zeehonden, walrussen, rendie
ren en visschen, welke hij ving. Vier der Es
kimo-helpers van den Poolvaarder werden
ook vermist, twee mannen en twee vouwen.
Met het oog op Frenchen's toestand waren
de inboorlingen met hondensleden op weg ge
gaan om te pogen hulp te krijgen.
Hun plannen waren om het ijs van Lan
caster Sound naar North Devond over te
steken. Vandaar zouden zij hun weg_ kiezen
over Jones Sound naar Ellesmere Island en
tenslotte Zuidwaarts naar kaap York.
Door den strengen winter werden hun
plannen echter verijdeld. Zij moesten terug-
keeren en strandden aan den Noordkant van
Bylot-eiland, waar zij door kapitein Pedersen
werden ontdekt, die hen en hun honden en
sleden aan boord van den schoener nam.
De eenige boot, die Ponds Islet aandoet, is
een Canadeesch politievaartuig, dat eens per
jaar komt om twee politieagenten en een
sergeant van de Canadeesche bereden politie
te landen, en hen, die daar verblijven, weer
naar Canada terug te voeren.
De Poolvaarder was blijkbaar ziek ge
worden, nadat de boot was afgevaren en, daar
zij niet terug zou zijn voor het volgend jaar,
en de politie waarschijnlijk verder weg ge
trokken was, waren de Eskimo's er op uit
getrokken om hulp te halen.
Moreland's bekendheid met de zeden en ge
woonten van zijn dooden vrenl zou hem
trouwens ten dien opzichte een afdoend
antwoord kunnen geven; voor deze zou
Whyte's dood 'een belangrijke aanwinst ge
weest zijn; ook zou hij van hem kunnen
vernemen, wie dat rijke meisje was, waar de
overledene mee ging trouwen.
Wat den gerechtsbeambte niet weinig
verontrustte was de vrees, dat Moreland
onverhoopt onbekend ware met het treurig
uiteinde van zijn vriend, daar hij zag, dat
de kolommen der dagbladpers vol van den
moord waren, en dat in bet uitloven der be
looning, een uitvoerige beschrijving van
hetgeen de overledene overkwam, opgeno
men was. Slechts het vermoeden, dat deze
buitenslands toefde, kon Mr. Gorby zeker
heid geven omtrent Mr. Morelands buiten
gewoon stilzwijgen en dat hij geen cou
ranten las, noch dat hij iemand van den
moord hoorde gewagen; ware dit het geval,
dan kon hij voor een onbepaalden tijd weg
blijven, of na een paar dagen terugkomen.
In ieder geval was het de moeite waard,
heden avond nogmaals naar St. Kilda le
gaan, in de hoop, dat Moreland weer naar
de stad was teruggekeerd en zijn vriend
zou komen opzoeken. Nadat hij dus zijn thee
gedronken had, zette Mr. Gorby zijn hoed
°P cn ging nogmaals naar Possum Villa.
Welke zelfvoldoening hem onderweg beziel
de, kunnen wij met geen mogelijkheid be
schrijven. Mrs. Hableton opende de deur
voor hem en ging hem stilzwijgend voor, zij
bracht hem niet in haar eigen zitkamer,
maar in een met veel meer weelde gestof
feerd vertrek, waarvan Gorby terstond ver
moedde dat dit het woonvertrek van Olivier
Whyte geweest was. Aandachtig gluurde
hij de kamer rond.
„Ik heb het netjes ingericht," merkte Mrs
Hableton aan met een bevredigenden glim-
i lach op haar ruw gelaat. „Als men aparte-
j menten te huur aanbiedt, moeten zij goed
gemeubileerd zijn, en Mr. Whyte was een
goede betaler, maar met den maaltijd was
hij wel wat kieskeurig; daar ik maar een
eenvoudige keukenmeid ben en niet van die
Fransche liflafjes kan maken, waarvan men
een bedorven maag krijgt."
De ballen van het gas-ornament waren
van lichte vleeschkleur, en daar Mrs Hable
ton, in afwachting van Mr. Gorby's komst,
het gaslicht ontstoken had, heerschte er in
de geheele kamer een zachte rooskleurige
tint gelijk het eerste flauwe gloren van vroe
gen dageraad. Mr. Gorby stak de handen
in zijn ruime zakken en liet zijn blik be
daard de kamer rondzweven, alles nauw
keurig gadeslaande. De muren waren met
schilderijen bedekt van vermaarde jockey's
en beroemde paarden.
Plotseling werd er luid en krachtig aan
de buitendeur geklopt; dit hoorende ging
Mrs. Hableton haar ijlings openen.
„Dat zal Mr. Moreland zijn," zeide zij. „Ik
krijg nimmer bezoek in den avond. Als hij
het is, zal ik hem hier brengen."
Zij ging naar buiten, en dadelijk vernam
Gorby, die met ingehouden adem luisterde,
een mannenstem, welke vroeg, of Mr. Whyte
thuis was. „Neen, mijnheer, dat is hij niet,"
antwoordde de juffrouw1, „doch er is een
heer in zijn kamer, die naar hem gevraagd
heeft. Wilt u niet binnen komen, mijnheer?"
„Voor een oogenblik ja," antwoordde de
bezoeker en een seconde later verscheen
Mrs. Hableton, Mr Gorby den boezemvriend
van wijlen Olivier Whyte voorstellende. Het
was een lange, schrale man, met een flinke
en witte gelaatskleur, krullend blond haar,
en een kwijnende, strookleurige snor, dat
alles samen genomen was hij een door en
door aristokratische verschijning.
„En waar is Mr. Whyte dezen avond?"
vroeg hij, zich in een stoel neervleiende en
weinig notitie nemend van den gerechts
dienaar.
„Hebt u hem niet kortelings gezien?"
vroeg deze haastig. Mr. Moreland gluurde
eenige oogenblikken gekwetst naar zijn on
dervrager, als ging hij met zich zeiven te
rade, of het raadzamer was deze vraag be
vestigend dan wel ontkennend te beant
woorden. Eindelijk had hij zijn besluit ge
nomen, want langzaam ontdeed hij zich van
een handschoen.
„Neen, ik heb hem niet gezien," sprak hij
geeuwend. „Ik ben eenige dagen uit de stad
geweest, en ben juist van avond terugge
komen, ik heb hem dus in geen week gezien.
Waarom vraagt u mij dat?"
De gerechtsbeambte bleef hem het ant
woord schuldig, maar sloeg het jongmensch
aandachtig gade.
„Ik hoop," sprak Mr. Moreland achteloos,
„ik hoop dat u mij nog eens zult leeren
kennen, vriendje, doch ik wist niet, dat
Whyte tijdens mijn afwezigheid een gekken
huis heeft opgericht. Wie bent u?" Mr.
Gorby kwam naar voren en stond onder het
gaslicht.
„Mijn naam is Gorby, mijnheer, en ik ben
geheime politie-beambte," sprak hij bedaard.
„Zoo, zoo, inderdaad," zeide Mr. More
land, hem onbeschaamd van het hoofd tot
de voeten opnemend. „Wat heeft Whyte
misdreven?"
„Weet ge, waar Mr. Whyte gevonden
werd?" vroeg Gorby omzichtig.
Moreland glimlachte.
■•„Toch niet, mijn vriend," zeide hij luch
tig. „Ik vermoed ergens hier in de buurt,
daar hier zijn hoofdkwartier is; wat heeft
hij uitgevoerd? Ik kan mij over niets ver
wonderen/ dat verzeker ik u hij was
steeds een zwerver, en
„Hij betaalde geregeld;" bracht Mrs.
Hableton in het midden.
..Een reputatie waarin ik mii bezwaarlijk
zal kunnen verheugen," hernam de andere
met een spottenden lach. „Doch waartoe die
vraag, betreffende Mr. Whyte? Wat is er
met hem gebeurd?"
„Hij is dood," sprak Mr. Gorby plotse
ling.
Mr. Morelands achteloosheid verdween
bij dit gezegde in een ommezien; hij stond
van zijn stoel op.
„Dood," herhaalde hij werktuigelijk. „Wat
bedoelt u daarmee?"
„Ik bedoel dat Mr. Whyte in een huur
rijtuig werd vermoord."
Verbijsterd staarde Moreland den ge
rechtsbeambte aan.
„Neem me niet kwalijk, mijn hoofd dui
zelt mij," zeide hij, weer plaats nemend.
„Whyte vermoord! Alles was immers in or
de, toen ik hem, omstreeks veertien dagen
geleden, verliet."
„Hebt u de couranten niet gelezen?"
vroeg Gorby.
„In de laatste weken niet," hernam Mo
reland. „Ik was buitenslands ec eerst he
den avond, bij mijn terugkomst, vernam ik
iets aangaande den moord, daar mijn hos
pita mij er een breedvoerig verslag van
gaf; het kwam mij echter geen oogenblik
in de' gedachte, een en ander met Mr. Why
te in verband te brengen. Ik kwam hier,
om heqi te bezoeken, zooals wij, toen ik
hem Verliet, hadden afgesproken. Arme
jongen! arme jongen! arme jongen!" en,
door aandoeningen overstelpt, verborg hij
zijn gelaat tusschen zijn handen.
Mr. Gorby was door die ongeveinsde
droefenis blijkbaar ontroefd en zelfs langs
Mrs. Habletons ruwe wangen biggelde een
traan als bewijs van deelneming en sympa
thie. Dadelijk beurde Mr. Moreland zijn
hoofd op en zeide tot Gorby:
„Vertel mij er alles van, al wat gij weet.
Met de ellebogen leunde hij op de tafel
en verborg nogmaals zijn gelaat in de han
den, terwijl de gerechtsbeambte naast hem
zat en hem al hetgeen hij van den moord
wist, mededeelde. Toen zijn verhaal ten
einde was, sioeg Moreland de oogen op en
keek den verhaler droevig aan.
„Als ik in de stad geweest was," zeide
hij, „zou het niet gebeurd zijn, want ik was
voortdurend in Whyte's omgeving."
„U kendet hem dus zeer goed, mijnheer?"
vroeg de man der justitie op deelnemenden
toon.
„Wij warén als broeders," hernam More-
land droevig. „Ik kwam van Engeland met
dezelfde stoomboot, waarop bij zich be
vond en placht hem hier geregeld te be
zoeken."
Mrs. Hableton schudde baar hoofd, als om
te bevestigen, dat zulks waarheid was.
„Werkelijk," sprak Mr. Moreland, na zich
een oogenblik bedacht te hebben, „ik was
op den avond van den moord bij hem."
Mrs. Hableton slaakte een luiden gil en
wierp haar boezelaar over het gelaat, maar
de beambte zat onbeweeglijk, daar More
lands laatste bemerking hem niet weinig
had doen ontstellen (Wordt vervolgd).