f50.*
Het forensen-ontwerp.
Maandag 27 October 1924
47ste Jaargang No. 15876
Dit nummer bestaat uit 10 bladzijden. - Eerste blad.
De goede toon.
Ergerlijk optreden.
Verbond „St. Michaël
Agenda
28 October
Feestavond ten bate der Reddings-
maatschappijen.
„Kareltje" van de film.
1. J. WEBER ZOON
Ooficiens Fabrikanten
Koningstraat 10 Haarlem.
Telegraphisch Weerbericht.
Waarom juist Franken'* Melkbrood?? Omdat U dan ZEKER 1
ss brood ie hebben bereid uit de BESTE grondstoffen!! j
Haarl. Athletiek en worstelclub
„Door Oefening kracht."
R. en T. Haarlem,
De abonnementsprijs bedraagt vook
Haarlem en Agentschappen;
Per week 0.25
Per kwartaal 3.25
Franco per post per kwartaal bij
vooruitbetaling 3.58
Bureaux; Nassaulaan 49.
Telefoonnummers: 1426, 2741 en
1748.
Postrekening No. 5970.
Advertentiën 35 cents per regel.
Bij contract belangrijke korting.
Advertentiên tusschen den tekst,
als ingezonden mededeeling, 60 ct
per regel op de le Pagina's 75 ct
per regeL Vraag- en aanbod-adver-
tentiën 14 regels 60 ct per plaat*
sing; elke regel meer 15 ct., bij
vooruitbetaling.
Alle abonrs's op dit blad zijn, ingevolge de verzekeriiigsvoorwaarden,
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringcn:
"f 30ftfï Steele on 7 R F1 ^'j een ongeval met i nrrj bij verlies van een hand, 1 inr
geschiktheid tot werken; T Sdoodehjken afloop. T fcöO," een voet of een oog; T Ifcij»"»
bij verlies van een
duim of wijsvinger;
bij een breuk van f40- bij verlies van een
been of arm;
andere vinger.
Bij Kon. Boodschap van 11 Augustus 1924
is, zooals bekend mag worden verondersteld,
bij de Tweede Kamer ingediend een voorstel
van wet tot wijziging van de Gemeentewet,
met betrekking tot de plaatselijke belastingen.
Het voornaamste doel van dit wetsontwerp
is een nieuwe regeling te brengen ten aan
zien van de forensenbelasting, een materie
welke het laatst werd herzien aan het einde
van 1920, onder Minister de Vries.
De wijziging van Minister de Vries kwam
hierop neer, dat de woongemeente voortaan
2/3 van de inkomstenbelasting zou heffen ea
de werkgemeente eveneens 2/3, terwijl de
verhouding voor de woonforensen bleef ge
lijk tevoren, d.w.z. 3/3 voor de woonge
meente en 1/3 voor de forensaal gemeente.
Bracht de wijziging van Minister de Vries
geenerlei principieele wijziging op
stuk van forensenbelasting, wel is dit het ge
val met het voorliggend ontwerp van Minis
ter Coüjn.
Dit ontwerp plaatst de forensenbelasting
op een geheel andere basis. Meet thans de
werkforens in de werkgemeente voor 2/3
belasting betalen naar z ijn v o 11 e inkomen,
indien dit ontwerp tot wet wordt verheven,
betaalt hij alléén maar belasting naar het be
drag, dat hij geacht wordt in de werk
gemeente te hebben verkre
gen. Hierdoor verandert de forensenbelas
ting geheel van karakter, omdat zij in plaats
van een inkomstenbelasting wordt een soort
opbrengst-belasting. De heffing in de werkge
meente wordt dus losgemaakt van het totaal
inkomen van den forens.
Er zijn tot heden, reeds verschillende voor-
en tegenstanders van dit ontwerp aan het
woord geweest, maar opvallend is, dat in
tal van gevallen aan het geluid viel te onder
kennen, of de gemeente, wier belangen min
of mee. werden voorgestaan, voor- of nadeel
bij de ontworpen regeling zal hebben. Toch
zal dit ontwerp in de Staten Generaal moei
lijk naar deze gevolgen kunnen worden be
oordeeld.
Voorop dient de vraag te worden gesteld,
welk beginsel het meest juiste is, dat, hetwelk
van 1897 af tot heden heeft gegolden en
waarbij de forens in de werkgemeente naar
zijn volle inkomen wordt aangeslagen,
hetzij dan voor 1/3, gelijk vóór 1921, hetzij
voor 2/3, gelijk na de wijziging-de Vries, of
het beginsel door Minister Colijn in zijn ont
werp neergelegd en naar de meening ook
door de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten en door anderen reeds vroeger
bepleit, om den aanslag in de forensaal ge
meente alléén te doen verband houden met
het daar verworven inkomen.
De forensenbelasting deed haar intrede in
de gemeentewet in 1897. Men ging toen uit
van de gedachte, dat het billijk was de werk
gemeente tot een aanslag van de forensen
bevoegd te verklaren, omdat er tusschen die
werkgemeente en den forens een zeker ver
band of contact bestaat. Die werkgemeente
sticht en onderhoudt havens, beurzen, ver
keersmiddelen, handelsinrichtingen en an
dere kostbare instituten en de forens profi
teert daarvan, er bestaat dus een zeker ver
band en wel een zoodanig verhand, waardoor
lie werkgemeente alle recht heeft dien forens
op eenigerlei wijze in hare belastingheffing
te betrekken.
Bestond in 1897 reeds behoefte aan een
zoodanige heffing van de forensen, hoeveel
te meer is dit thans, ruim 25 jaar later, hst
geval, nu uitgebreider spoorwegverbindingen,
electrisch verkeer, telefoon, rijwielen en
automobielen het buiten wonen zóózeer heb
ben vergemakkelijkt, nu de aantrekkelijk
heid der steden in den loop dier jaren als
woonplaats er op is verminderd en de algc-
meene opvattingen zich belangrijk hebben
gewijzigd ten gunste van het buiten wonen.
De categorie van personen, die van de
werkgemeente profiteered en elders wonen,
is nu zóó uitgebreid géworden, dat de foren
senbelasting onmogelijk zou kunnen worden
gemist.
De forensenbelasting vindt dus haar rechts
grond in het verband dat er wel degelijk be
staat tusschen den forens en de werkge
meente. Dit lijkt ons voor geen tegenspraak
vatbaar. Maar wanneer dit juist is, dan
mag ook de aard en de omvang van die be
lasting niet verder reiken, dan door het be
staande verband wordt gerechtvaardigd. Voor
zoover de forens in de werkgemeente een be
paalde inrichting ter beschikking heeft, is
dit verband aanwezig en aantoonbaar en voor
zoover dus de inkomsten daaruit voort
vloeiende, in de belasting worden betrokken
tot welke hoogte, zij thans in het midden
gelaten is daartegen billijkheidshalve
geen enkel bezwaar aan te voeren. Dit is de
gedachtengang van het ontwerp-Colijn,
welke zooals gezegd, rechtstreeks ingaat
tegen het beginsel van heffing van forensen
belasting, zooals dit sinds 1897 hier te lande
heeft gegolden.
25 jaar lang is het hier te lande als recht
beschouwd den aanslag van den werkforens
in de werkgemeente te regelen naar de totaal
inkomsten van den betrokkene, ook dus daar
die inkomsten, welke geenerlei verband hou
den met de inrichting in de werkgemeente
aanwezig, b.v. naar de inkomsten uit arbeid
in de woongemeente verworven, of naar in
komsten uit vermogen van den forens, diens
echtgenoote of minderjarige kinderen ver
kregen. Dat Minister Colijn dit reeds eerder
bestreden standpunt verlaat, lijkt ons princi-
pieël een aanmerkelijke verbetering. Over de
moeilijkheden, welke aan de uitvoering der
voorgedragen regeling verbonden zijn, en
welke wij geenszins gering schatten, spreken
wij thans niet, zij raken niet het beginsel,
waarover alleen wij het thans willen hebben
en zijn waarschijnlijk tijdens de behandeling
in de Tweedf Kamer nog wel geheel of ge
deeltelijk te ondervangen, voor zoover de
Minister zelf daarin alsnog bij Nota van
Wijzigingen niet zou voorzien.
Ér is over geklaagd, dat wanneer dit ont
werp tot wet zou worden verheven, een
aantal gemeenten er veel slechter op zou
worden. Wij stemmen dit gaarne toe; maar
de vraag in hoeverre dit onbillijk zou zijn,
hangt af van de andere vraag, n.i.
in hoeverre de forensen in kosten
van de huishouding en het bestuur der
werkgemeente mogen worden b-trokken. Er
zal wel niemand gevonden worden die
precies kan aangeven, hoe de verhouding van
het totaal der bijdragen van de ingezetenen
eenerzijds en forensen anderzijds dient te
zijn. Het zal hier -teeds moeten blijven bij
een aangeven dier verhouding „bij benade
ring." Was het 1/3 van vóór 1921 de juiste
norm; is het huidige bedrag van 2/3 over
eenkomstig de billijkt eid, oi moet men de
voorgestelde regeling van 14 der inkomsten
in de gemeente verkregen, aanvaarden als
het meest rechtvaardige stelsel? Niemand
kan dat precies zeggen I
Zou men van oordeel zijn, dal sommige
werkgemeenten al te zeer gedupeerd zouden
worden, dan zou liet middel daartegen
trouwens niet zijn, het aangeboden stelsel
te verwerpen. Dat zou gelijk staan met het
naar buiten werpen van het kind met het
badwater! Meer aangewezen lijkt ons voor
hen die er zoo over denken, voor hen die de
billijkheid door dit wetvoorstel niet gediend
achten, voor hen die meer raar de gevolgen
zien: het percentage hetwelk in de
werkgemeente mag geheven worden van het
bedrag dat kan geacht worden daar verkre
gen te zijn, te verhoogen (art. 244d,
3c lid).
Is de voorgedragen regeling tegenover de
werkgemeente principieel een verbetering,
niet minder is zulks het gcal ten aanzien
van de woongemeente. Deze ontvangt immers
thans van hen die elders als werkforens zijn
aangeslagen, slechts 2/3 van den gewonen
aanslag, Men kan misschien pogen dit te
verdedigen door de opwerping dat dergelijk
forens in de woongemeente ook niet de vol
heid zijner belangen heeft liggen, maar deze
houdt geen steek, want logisch toegepast,
zou dit er toe leiden de hoe grootheid der
aanslagen in de inkomstenbelasting afhanke
lijk te stellen van den omvang der belanger,
welke de ingezetenen in de woongemeente
hebben, zoodat dan b.v. een rentenier van
hetzelfde inkomen minder belasting zou heb
ben te betalen dan een zakeman. Het omge
keerde dient eerder het geval te zijn.
Neen, aan het ingezetenschap dient de
volheid van den aanslag verbonden te zijn,
ongeacht verhoudingen en verplichtingen,
welke elders mogen bestaan. Ook in dit op
zicht is het aangeboden ontwerp dus een ver
betering.
Onwillekeurig trekt het forensen-vraagstuk
bij deze gelegenheid meer de aandacht dan
anders en daarom komt de vraag naar voren,
of wel allen die in de tegenwoordige regeling
als forens belastingplichtig zijn, dit moeten
blijven? Het aangeboden ontwerp brengt
hierin reeds eenige verandering, b.v. ;le
commissaris eener N.V. zal in den regel niet
meer in de forensenbelasting vallen, terwijl
de z.g. vliegende winkels er nieuw onder
worden gebracht enz.
Bij het stellen dezer vraag denken wij aan
een talrijke groep forensen, wier belasting
opbrengst in verschillende gemeenten niet
zonder beteekenis is, wij bedoelen de ar
beiders, kleine ambtenaren, geringe nering
doenden en dergelijke personen. Toen de
regeling der forensen in 1897 werd ontwor
pen, heeft men hen niet op het oog gehad.
Hen treft de tegenwoordige regeling reeds
zwaar en de ontworpen regeling zal hen ver
moedelijk in den regel nog zwaarder belas
ten.
Dit lijkt ons niet billijk, omdat 'de rechts
grond voor de forensenbelasting is, dat er
een persoonlijk contact tusschen den forens
en de werkgemeente bestaat. Dit persoonlijk
contact is bij den eenig: zins gezeten indu
strieel of handelsm n zeker in meerdere of
mindere male aanwezig, maar bij de catego-
riën welke wij zooeven noemden, is dit zeker
niet of in slechts zeer onbeteekenende mate
het geval. Ten hoogste zal men kunnen
spreken van een indirect contact, dat
er tusschen de werkgemeente, via het bedrijf
waarin de arbeider werkt en hem bestaat
Wanneer men dit tot grondslag van heffing
aanvaardt, zou men allen die indirect,
via de bedrijven, met de werkgemeente in
contact staat, in de forensenbelasting moeten
betrekeken, hetgeen natuurlijk niemand
wenscht of kan. Bovendien moge niet worden
uit het oog verloren, dat de (werk)gemeente
ook nog de bevoegdheid heeft van inrich
tingen met 10 of meer arbeiders een zakelijke
belasting op het bedrijf te heffen, welke be
voegdheid vóór de wet-de Vries niet bestond.
De bezwaren uit de aanwezigheid van een
groot aantal arbeiders enz. in de werkge
meente voortvloeiende, worden daardoor
dus reeds goeddeels geldelijk gecompenseerd.
De onbillijkheid van deze forensen-aanslagen
springt te meer in het oog, wanneer wij ons
denken twee arbeiders, waarvan de één
werkt bij een patroon in dezelfde gemeente
en de andere bij een patroon, die zijn werk
plaats enkele minuten verder even over de
grens der gemeente heeft. De eerste arbeider
betaalt geen, de laatste wel forensbelasting.
Vrijheid van keuze bestaat er vaak voor hem
niet en de eigenaardige indeeling van ons
land in gemeenten maakt vele arbeiders tot
gedwongen forensen. In alle streken van ons
land kan men dan ook de grieven tegen de
heffing van forensbelasting van deze catego
rieën van personen beluisteren. In Limburg
komt het voor, dat mijnwerkers uit de ge
meente A, werken in een mijn die haar in
gang heeft op het grondgebied der gemeente
B. Maar den ganschen dag werken zij onder
gronds onder de gemeente A. Toch moeten
zij forensbelasting betalen.
Het zal daarom aanbeveling verdienen bij
deze gelegenheid, nu de forensenbelasting
toch principieel wordt herzien, en verschil
lende ingeslopen misstanden op dit gebied
worden weggenomen, ook deze onbillijkheid
weg te nemen.
Dit zou dan moeten geschieden door de
forensen die geen vaste inrichting ter be
schikking hebben en die beneden een zekeren
inkomen (b.v. 2000) blijven, van forensen
belasting vrij te stellen. De wet zou dit be
drag kunnen noemer, of wel de bepaling
daarvan aan een algemeenen maatregel van
bestuur kunnen overlaten, met al of niet
vaststelling van een minimum bij de wet.
Billijkheidshalve zou dit bedrag dan voor
aalle forensen moet worden afgetrokken,
omdat anders de arbeider met 2000 in
komen geen forensenbelasting moet betalen
en die met 2100 het volle bedrag. Ter
wille van den geleidelijken overgang zal dit
bedrag ook van hoogere inkomens moeten
worden afgetrokken. Over de vraag of die
aftrek moet doorloopen tot zelfs de hoogste
inkomens ten aanzien van welke die aftrek
toch geen noemenswaardige rol speelt, zullen
de gevoelens waarschijnlijk verschillen.
Zou deze vrijstelling van forensenplicht bij
dit ontwerp tot stand komen, dan zouden
twee der voornaamste bezwaren daartegen,
n.l. dat het een verzwaring van lasten voor
de minder draagkrachtigen brengt, tegen
over de verlichting van lasten aan de meer
draagkrachtigen geschonken en dat het 't
forenseisme voor die categorieën die daar
aan meer dan anderen behoefte hebben, be
lemmert, vervallen en zou daarentegen met
recht kunnen worden gezegd, dat het voor de
minder gesitueerden den trek naar buiten
bevordert, hetgeen uit een sociaal en ethisch
oogpunt allé aanbeveling vredient.
Het zou dan echter tevens aanbeveling ver
dienen uit de Gemeentewet te verwijderen
art. 122a, welk artiael daarin is opgenomen
in 1920 bij de wet tot verruiming van het
belastinggebied der gemeente en krachtens
hetwelk een- gemeente in wier gebied arbei
ders wonen, welke in eene andere gemeente
werkzaam zijn, aan laatstbedoelde werkge
meente eene toegemoetkoming kan vragen in
de kosten, welke de aanwezigheid dier ar
beiders aan de woongemeente oplevert. Zou
nu ten aanzien van deze catagorie forensen
de werkgemeente de bevoegdheid tot be
lastingheffing verliezen, dan is het rationeel,
dat daartegenover ook vervalt de bevoegd
heid der woongemeente om een tegemoet
koming te vragen air in art. 122a bedoeld.
Het ontwerp-Colijn bevat nog wel meer
dere bepalingen, waaromtrent allerlei opmer
kingen zouden kunnen worden gemaakt ea
bezwaren zouden unnen worden naar voren
gebracht. Voor dezen keer meenen wij ons
echter tot deze opmerkingen van beperkte
strekking te moeten bepalen.
A. B. MICHIELSEN.
Haarlem.
Er wordt en niet ten onrechte, in de pers
geklaagd over den toon, die spreekt uit de
vergaderingen ook van het Katholiek over
heidspersoneel.
Er zijn zoo schrijft „Onze Strijder",
weekblad van den Ned. R. K. Bond van
Overheidspersoneel „St. Paulus" moties
aangenomen, waarin het vertrouwen aan
onze regeering en Kamerfractie wordt op
gezegd. Wel kunnen wij begrijpen, dat een
vergadering een oogenblik oplaait. Toch
meenen wij, dat ons gezond verstand de
overhand moet houden en wij moeten be
grijpen, dat, wanneer men iemand zijn ver
trouwen opzegt, dat men dan den volgenden
dag niet kan komen om een bespreking,
waarin wij van die zelfde Kamerleden hulp
vragen om ons tegemoet te komen. Dat gaat
niet,
In ieder geval dient in een Katholieke or
ganisatie de goede toon bewaard te blijven,
altijd en onder iedere omstandigheid.
Bovenstaande schrijven wij slechts ter
waarschuwing van hen, die mogen meenen,
dat van een dergelijk optreden eenig resul
taat is te verwachten.
In onze organisatie kwam het gelukig niet
voor en zien wij de zaak goed, dan zal het
ook niet voorkomen. Tenminste, uit de mo
ties, welke reeds zijn aangenomen, spreekt
gezonde vakvereenigingstactiek en wat altijd
noodzakelijk blijft, er spreekt ook uit „een
goede toon".
Bespotting van den Godsdienst.
Het gebeurde voor het Kantongerecht
te T.
Een onderwijzer, zoo vertelt het „Kath.
Schoolblad," had een leerling gestraft voor
een z.i. ernstig feit. De jongen (12 jaar oud)
had 's morgens een kleiner meisje onder weg
naar de kerk gedwongen, iets op te eten,
wat hij haar gaf, met geweld gedwongen, zoo
dat ze zich ontnuchterde en niet te Com
munie kon gaan, wat haar bedoeling was.
Dit achtte de onderwijzer een ernstig feit,
zoodat hiervoor een strenge straf noodig
was.
Bij het hooren van deze reden barstten èn
kantonrechter èn de ambtenaar van het O.
M. in luid lachen uit!
„Is dat nu iets erstigs?" werd gevraagd.
„Voor ons katholieken zeer zeker," luidde
het antwoord.
„Wat weet een jongen van 12 jaar daar
nu van! Daarvoor is hij veel te jong!"
Zoo bespotten in openbare rechtszitting
heeren rechters de bepalingen onzer H.
Kerk.
't Is ergerlijk, zegt met reden, hel „Cen
trum," waaraan we dit geval ontleenen.
Zaterdag 25 October werd te Utrecht
opgericht het Verbond „St. Michael" van
clubs tot bevordering der Katholiek-Demo
cratische gedachte in de R.K. Staatspartij.
Aanwezig waren afgevaardigden uit Gro
ningen, Deventer, Nijmegen, Utrecht, Am
sterdam, Haarlem, Velse o <rd, Helder, 's Gra
venhage, Delft, Schiedam, Rotterdam, Hel
mond, Dordrecht, Doetinchem, 's Hertogen
bosch.
De vergadering werd geopend door den
heer A. Holleman, voorzitter der Politieke
Studie- en Debatingclub „St. Michael" te
's Gravenhage, die na een korte openings
rede het woord gaf aan Prof. Dr. J. A. Ver
aart tot het houden van zijn reeds gepubli
ceerde „Inleiding".
Na de rede van Prof. Veraart werd onder
algemeene instemming het Verband „St.
Michaël" opgericht verkJ a d.
Hierna werd overgegaan t;t de verkiezing
van het Hoofdbestuur, dat uit 9 leden be
staat. Gekozen werden Prof Dr. J. A. Ver
aart, Dr. E. B. F. F. Witteit van Hoogland,
G. P. Bon, Mevrouw Brouns van Eesouw,
B. Mooijman, F. Spit, J. J. Bonfrer en A.
Conijn. Voor Nijmegen zal een plaats in het
Hoofdbestuur worden opengehouden. De
heer Max van Poll wenschte een benoeming
in beraad te houden. Iidirn hij bereid blijkt
het Hoofdbestuurslidmaatschap te aan
vaarden, zal de heer Mooijman of de heer
Spit voor hem plaats maken.
Voor het voorzitterschap droeg de heer
L. F. Guit voor Prof. Veraart en Baron
Wittert van Hoogland. De heer Wittert uitte
zijn wensch, dat de leiding zou worden
toevertrouwd aan Prof. Veraart. Deze was
bereid het vooi z tterschap te aanvaarden.
Hierna nam het nieuwgekozen Hoofd
bestuur aan de bestiurtfel p)->ats.
Besloten werd het cntw:rpen v ,n statuten
op te dragen aan het Hoofdbestuur.
Ingesteld werd een Commissie van Advies
welke het Hoofdbestuur en het Verbond
zal hebben voor te lichten inzake voor
stellen voor het program der R.K. Staats
partij en omtrent in de kiesvereenigingen te
stellen candidaten voor de Tweede Kamer.
In verband met het tweede gedeelte van de
taak dezer commissie werd besloten, dat
voor het lidmaatschap alleen in aanmerking
zouden komen personen, van wie thans
reeds vaststaat, dat zij niet voor een Kamer-
candidatuur in aanmerking willen komen.
Gekozen werden Prof. Veraart, Baron Wit-
t rt van Hoogland en J. W. v. d. Akker te
Nijmegen. De Commissie zal met nog twee
leden worden u tzebreid.
Na de behande iig van eenige huishoude
lijke aangelegenheden kwam het Hoofd
bestuur bijeen ter verdeeling der functies.
Ondervoorzitter werd Dr. E. B. F. F. Baron
Wittert van Hoogland, te 's Gravenhage
secretaris G. P. Bon, Weimarstraat 140, Te).
30619, 's Gravenhage penningmeester F,
Spit, 's Gravenhage leden Mevrouw
Brouns-van Besouw, 's Hertogenbosch
A. Conijn, Doetinchem J. J. Bonfrer,
Amsterdam W. Mooijma i, 's Gravenhage.
Behalve in de ter vergadering vertegen
woordigde plaatsen zijn of worden clubs op
gericht te Breda, Bergen op Zoom, Maas
tricht, Arnhem en Zwolle.
Sociëteit „St. Bavo" Tooneelvoorstelling
Vrouwenbond 8 uur Rechtskundig
Bureau 8 uur Santa Lucia 8 uur
Tooneelclub Spoor en Tram Grafi-
schen Bond 8 uur.
R, K. Middenstandsgebouw Zangvereen.
„Excelsior" 6 uur Reddingsbrigade
kwart na 8 uur.
Gem. Concertzaal Haarlemsche Bach-
vereeniging Willem Mengelberg met
het Concertgebouworkest 8 uur.
Groote- of St. Bavokerk Orgelbespeling
door George Robert 23 uur.
Parochiale Bibliotheek (Kleverparkweg)
Ingang tusschen Kerk en Pastorie
lederen Dinsdagavond.
Arbeidsbemiddelingsbureau van Sint Fran-
ciscus' Liefdewerk, Zoetestraat 11 El-
ken Donderdag van 8934 uur.
R. K. Arbeidsbeurs voor mannen Jaco-
bijnestraat 15 Alle werkdagen voorm.
van 912 uur, n.m. van 25 uur. Zater
dags alleen van 912 uur.
R. K. Arbeidsbeurs voor vrouwen Kleine
Houtweg 13 Alle werkdagen de"
voorm. van half 11half 12 en des nam.
van 3 tot 4 en van half 8 tot half 9 uur.
Telefoon 2981.
R. K. Leeszaal en uitleen bibliotheek
.Jansstraat 49 Eiken dag geopend van
1012, van 25 en van 710 uur, be
halve des Maandagsochtends en op Zon
en Feestdagen Uitleenen van boeken.
Marthavereeniging Bloemhofstraat 1
Betrekkingsbureau voor vrouwen. Alle
werkdagen van 1012, van 24 en van
89 uur. Tel, 1671. Tevens gezellig sa
menzijn voor Hollandsche meisjes, die hier
geen tehuis hebben Zondag en Woensdag
van 810 uur n.m
R. K. Bevolkingsbureau Gebouw Sint
Bavo Smedestraat 23 van 810 uur
op Maandag-, Woensdag, en Vrijdag
avond.
St. Elisabeth's Vereeniging Jansstraat
Aanvragen om versterkende middelen
voor arme zieken der S. V. E. Maan
dags van 23 uur. Donderdags van 12
uur
Bisschoppelijk Museum. Dagelijks, uitge
nomen Zaterdag, Zon. en Feestdagen, toe
gankelijk.
De Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-
Maatschappij en de Zuid-Holl. Maatschappij
tot redding van schipbreukelingen vieren hun
honderdjarig bestaan en voor deze gele
genheid hebben zich plaatselijke comité's
gevormd, die gelden inzamelen voor de aan
bieding van een huldeblijk. Geld inzamelen
was dan ook het doel van den feestavond,
die Zaterdagavond in den Stadsschouwburg
gehouden werd.
De heer Van Bemmelen heette, namens
het plaatselijl comité, de talrijke aanwezi
gen welkom, in 't bijzonder den eere-voor-
zitter, burgemeester Maarschalk, en zijn
echtgenoote. Hij wees in een korte toespraak
op de beteekenis van dit jubilé en bracét
dank voor de reeds ingekomen grootere en
kleinere giften. Na ook, namens het provin
ciaal comité de vertegenwoordigers van
andere plaatsen verwelkomd te hebben, be
sloot hij met een herhaald „hoezee" op de
jubileerende maatschappijen, waarmee door
de gasten levendig werd ingestemd.
Een orkestje, onder leiding van E. Baron
van Heeckeren van Waliën, zorgde voer
opgewekte muziek en toen werd het blijspel
„De Lampekap" opgevoerd, 't Bleek 'n een
voudig kamerstukje tc zijn, geschreven door
W. C. Gravin van Limburg StirumBaronesse
van Heemstra, en ondank- zijn onbeduidend
heid ontlokte het veel applaus. De schrijfster,
die ook de vrouwelijke hoofdrol speelde,
ontving een menigte bloemstukken. De aan
kleeding van het tooeel .belangloos door de
firma Van Thiel verzorgd, was prachtig.
Hierop volgde „Het eeuwige trio", loo-
neelspel in één bedrijf van Alfred Sutro,
bewerkt door Charivarius. 't Is de vraag, of
dit knap geschreven werkje voor zoo'n avond
eigenlijk geschikt is uit het ontijdige, hin
derlijk,. gelach van een deel van het gesoig
neerde publiek bleek, dat het wrang-tragi
sche van het psychologisch fijn ontleede ge
val niet door allen begrepen of.... de ver
borgen strekking niet aanvaard werd. Het
spel van het trio was zeer sterk en zeer
fijn. L. van Gasteren had in Mimi Flummel
en T. E. van Putten Jr. een paar voortreffe
lijke helpers.
De pauze werd gebruikt om de kas van
het comité te versterken, door middel van
vriendelijk aangeboden, prijzige consumptie.
De avond werd besloten mei „De verloving
bij de lantaarn", 'n landelijke operette met
geestige muziek van Jacques Offenbach. Er
werd prettig gezongen en geacteerd, vooral
door Peter, den heer J. Kroon, en het mooie
tooneel, de fleurige costumes en de opge
wekte muziek zorgden mede voor 'n aardig
geheel.
De aansporing van den voorzitter, in h?t
begin van den avond, om,ter wille van het
goede doel, mild, zeer mild te zijn, bleek
niet voor doove ooren te zijn gesproken,
zoodat deze aardige feestavond wel aan zijn
doel zal hebben beantwoord
Onze lezers zullen reeds in ons nummer
van Zaterdag j.l. eenige foto's hebben aan
getroffen, die illustreerden, welk een
kluchtige gast de vorige week deze stad be
zocht. Het was niemand minder, dan een
namaak „Harold Lloyd", meer bekend on
der den naam „Kareltje" van de film. On
getwijfeld hebben velen reeds de echte
„Kareltje" in sommige films gezien en plei-
zier gehad in zijn fratsen en grappen.
De pseudo „Kareltje", een Duitscher,
Pragge uit Wiesbaden, zooals we hoorden
trachtte hem in zijn kluchten getrouw na
te bootsen en hij slaagde daarin zeer wel,
waarmee meteen z'n doel bereikt was, re
clame te maken voor de film, welke in
een der Theaters „draaide", en waarin de
hem in zeer veel oozichien goed gelijken
de Harold optrad. Want ook de gelijkenis
ontbrak niet en de stereotype hoornen bril
de zgn. „Uilenbril" vervolmaakte het ge
heel.
Dag aan dag, kon men hem in z'n matro
zenpak, de pet zwierig op 't hoofd langs
de straten en pleinen zien wandelen, in al
les anders, dan de gewone kalme wande-
Barometerstand 9 uur v.m.: 755. Stilstand.
OPGAVE VAN.
Medegedeeld door bet Kon. Ned. Meteoro
logisch Instituut te De Bildt.
Naar waarnemingen in der. morgen van
27 October:
Hoogste Barometerstand 766 8 m.M. te
Memel.
Laagste Barometerstand 747.1 m.M. te
Valentia.
Verwachting van den avond van 27 tot
den avond van 28 October:
Meest matige, wellicht tijdelijk krachtige
zuidelijke tot zuidwestelijken wind, zwaar
bewolkt of betrokken, waarschijnlijk eenige
regen, zelfde temperatuur.
laars. Voor niets was hij bang, alles durfde
hij, alles mocht hij en al werd de een of
de ander, welke hij te pakken nam, ook
kwaad, zijn glimlach verdween niet en even
opgewekt verzon hij weer een nieuwe grap.
Met alles trok hij de aandacht. Had men
hem kalm zien wandelen in een der druk
ste straten, alsof er niets gebeurde, eens
klaps zat hij in de zijspan van een motor
en stoof er vandoor sprong er weer even
kalm een eind verder uit en stapte dood
bedaard verder. Dan stond hij weer op een
vrachtauto, sprong er met een vaart af,
greep twee kleine jongens, die naar deze
wonderlijke gymnastische toeren met open
mond stonden te staren, vast, schudde ze
eens flink doorelkaar, lachte 'ns en ver
dween weer even vlug.
Eenige meters verder springt hij op een
voorbijrijdenden vrachtauto, maar valt er
door den snellen gang weer af. 't Schijnt
'm echter niet te deren.
Als er een 'auto aankwam en hij kreeg
't in den zin, liet hij zich zoomaar vallen,
de auto reed over hem heen, zonder hem
evenwel te raken en, zooals 't op de film
ook altijd moet gaan, met 'n lachend snuit
kroop hij te voorschijn en bleef dan met
een glimlach den verdwijnenden wagen na
kijken. Dan draaide hij zich om, struikelde
en viel, maar z'n lichaam scheen van staal,
want hij bleef even opgewekt als steeds.
Iedereen kreeg een prospectus van de film,
welke hij „vertegenwoordigde", tot zelfs
eenige werklieden, welke een reparatie
aan den gevel van 't Stadhuis verrichtten.
Doodbedaard beklom hij de ladder, die op
stond, ging naar boven en met veel zwier
deelde hij zijn gave uit.
Vrijdag vertrok hij weer naar zijn Heimat
maar voor hij vertrok verzekerde hij in
December weer terug te komen. Dan zal
zijn repertoire misschien nog uitgebreider
zijn.
Zaterdag 25 Oct. had in de zaal van ge
bouw Flora de viering van het 16-jarig be
staan van bovengenoemde vereeniging
plaats. Het geheel genomen, kan gezegd
worden, dat de feestavond schitterend ge
slaagd mag heeten. Na opening door den
voorzitter, had allereerst een kleine her
denking plaats van de verdienste van den
heer Kensen, die gedurende lange jaren
de steun van de vereeniging is geweest en
eenige maanden geleden door drukke werk
zaamheden heeft moeten bedanken. Ook
mevr. Kensen die al dien tijd veel met D.
O. K. op heeft gehad en dit herhaalde ma
len betoond heeft, werd dank gezegd, te
vens moest zij een prachtig bouquet van
de vereeniging in ontvangst nemen. Het
volgende heeft er niet weinig toe bijge
dragen den avond gezellig te doen verloo-
pen, nm. de huldiging van de heeren Moze-
man en Vierwind, die beide 123; jaar lid
van de vereeniging zijn. Allereerst werd
er een jubileumlied door alle aanwezigen
uit volle borst gezongen, dat voortreffelijk
door den heer Serné op rijm was gebracht.
Hierna hield de heer Serné op zijn be
kende wijze een hartelijke toespraak tot de
beide jubilarissen en overhandigde hun een
pracht gouden medaille met inscriptie. Bei
den dankten zichtbaar aangedaan voor dit
prachtig geschenk. Ook hadden zij nog een
pracht bronzen athleet in ontvangst te ne
men, geschonken door de heeren Terhorst
en Giljou, donateurs der vereeniging. De.
avond werd voortgezet door den heer P.
de Vos, humorist, die de lachspieren danig
in beweging wist te brengen. Het accordeon
gezelschap „Ons Genoegen" bracht ver
schillende prachtnummers ten gehoore Dat
dit in den smaak viel, bewees wel het
langdurig applaus wat de heeren in ont
vangst moesten nemen die ten slotte eenige
toegiftnummers moesten geven. Voor de
koekverloting waren veel fraaie prijzen be
schikbaar gesteld, geen wonder dat de
kaarten grif van de hand gingen. Wel wat
et laat nam het bal onder leiding van den
heer Harting een aanvang Gedurende het
bal had nog een aardige wedstrijd plaats
voor dames, waarna er tot circa 3 uur ge
danst werd, waarna het schitterend ge
slaagd feest weer tot het verleden be
hoorde. Dient nog vermeld te worden, dat
zich verscheidene donateurs opgaven.
HET JUBILEUM VAN DEN
HAARLEMSCHEN VOETBALBOND.
De receptie.
Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum
van den Haarlemschen Voetbalbond recipi
eerde het Bestuur van dezen Bond Zaterdag
j.l. in „De Kroon". De feestelijk versierde
zaal bood een schitterenden aanblik en de
stemming onder de aanwezigen was zeer
opgewekt. Dit laatste werd nog verhoogd
door een keurig strijkje onder leiding van
den heer E. Stoeken, welke tusschen de
bedrijven door eenige nummertjes ten beste
gaf.
Dat de Haarlemsche Voetbalbond een
goede bekende is bij andere bonden, doch
ook niet minder bij vooraanstaande personen
in en buiten de sportwereld, bewees een blik
in het receptieboek. Wij zagen vertegen
woordigers van D.O.A., „Ulyssus", Vitesse,
C.V.P., Opr. Haarl. Crt., Schoten, E.D.O.,
„Stormvogels", Noord.Hoil. V.B., D.I.S.,
A'damsche V.B., H.S.V., V.V, „Hercules",
Federatie van Erkende Bonden en Haagsche
V.B. Scheidsrechtersvereeniging, Haarlem,
H.F.C., R.C.H., Bloemendaal, O.V.A., Ned.
V.B., U.P.V.B., Limb. V.B., D.I.O., Spaar-
nestad, Spaarndam, T.H.B., Zandvoort,
H.G.S.C., D.V.S. en verschillende bekende
personen. o.a. H. L. Warnier, Inspecteur
Lichamelijke Opvoeding, J. Admiraal, Dr.
Spoelder, Rector Gymnasium, Jan J. van
den Berg, Eere voorzitter „Haarlem", Tenc-
kinck, Commissaris van Politie te Haarlem.
Door al deze personen werd het Bestuur
gecomplimenteerd, welke felicitaties meer
malen gepaard gingen met het overhandigen
van fraaie bloemstukken en cadeaux. Bloem
stukken overhandigden de vertegenwoordi
gers van de volgende vereenigingen R.C.H.,
H.F.C., Zandvoort, Spaarndam, Vitesse,
O.V.A., H.G.S.C., E.D.O., Bloemendaal,
Stormvogels, Schoten, Ulyssus, D.O.A.,
benevens van den L.V.B. en de Haarlemsche
Scheidsrechtersvereeniging.
Vele telegrammen waren binnengekomen,
wairin de Bond werd geluk gewenscht met
he 25-jarig bestaan en de beste wenschen
voor de toekomst.
De telegrammen kwamen van „Trekvogels,
J. A. van Arkel, Langeveld, Gem. Bestuur
van Haarlem, Groninger V.B., Geldersche
V.B., Amsterdamsche Kantoor V.B., Rotter-
damsche V.B. „Ajax". Limb. V.B., I.V.O.,
Mr. F. Davidson, Diocesaan Haarl. V.B.,
Brabantsche V.B., Noord Centrale V.B.,
Kennemexland, schrijven van den heer
Overmeer, Sportred. O. H. Crt., H. J.
Wielink, Burgemeester van Haarlem, enz.
De heer Thijsseling, voorzitter van het
feestcomité, sprak den heer Dankelman
voorzitter van den H.V.B., toe. Hij wenschte
het Bestuur geluk en hoopte dat de Bond
onder de tegenwoordige leiding nog in groei
en bloei mocht toenemen. Hierna overhandig
de spreker den heer Dankelman een prachtige
archiefkast, namens alle aangesloten vereeni
gingen en het eere-comité. De Voorzitter
dankte met een hartelijk woord. Hij wees op
den bloei van den Bond, daarbij opmerkende
dat, nu Haa-lem 4 eerste klassers telt, de
qualiteit van het spel der Haarlemsche ver
eenigingen zee hoofg staat. De hulde, aldus
spr., op het oogenblik aan mij en mijn mede
bestuursleden gebracht, komt ook zeker toe
aan het eerste bestuur van den H.V.B. en
aan die bestuursleden die in den loop van
deze 25 ja en hun krachten aan den Bond
hebben gegeven.
Ik ben zeer verrast doo het prachtige
cadeau en, vereenigingen, aanvaardt den dank
van mij en van ons geheele bestuur, (applaus).
Namens den N.V.B. werd een cydosteel
aangeboden. De Haagsche Bond schonk een
zilveren schrein en de Amsterdamsche Bond
alsmede de Vereeniging „Haarlem" gaven
ieder een voorzittershamer. Hiermede was
de drukbezochte receptie geëindigd, doch
direct daarna had de uitreiking plaats van de
prijzen welke uitgeloofd waren voor de ju
bileum-seriewedstrijden van den H.V.B.
De heer Dankelman reikte met eenige
toepasselijke woorden de prijzen uit en bracht
een warm woord van dank aan de vereenigin
gen welke hun terreinen te beschikking
stelden, aan de heeren scheidsrechters en aan
die personen, welke prijzen uitloofden. Een
mededeeling dat door de Stads Editie O. H.
Crt. een nieuwe zilveren wisselbeker was
geschonken, te verspelen onde de H.V.B.-
elftallen, werd met luid applaus begroet.
Hierna gingen allen welvoldaan huis
waarts. Het was een waardig slot van een
waardig jubileum. De winnende vereenigin
gen hebben wij reeds gepubliceerd in ons
blad van Zaterdag jJ.
Gisteren hield bovengenoemde vereeniging
sprintwedstrijden over 300 Meter voor
klasse A en B.-rijders. Aantal deelnemers 15.
Het eerst werd begonnen met de serie's van
de A-klasse, waarvan het verloop was als
volgt
le serie 1G. H. Stouten, 2. W. de Nijs,
3. P. Prenen.
2e serie 1. N. Kat, 2. P. Korf, 3. P. Roos,
4. B. Voskuijl,.
Herkansingsrit voor de 2e en 3e aanko
menden.
le Korf, 2e Koenen, 3de Nijs, 4e Roos, zoodat
Korf en Koenen in de Finale mede rijden,
wat reeds voor den eerste mede gereden wed
strijd voor beiden en Bataafleden een aardig
succes is.
Finale le prijs G. H. Stouten, 2e prijs N. Kat,
3e prijs P. Korf, 4e prijs Koenen.
Een spannende rit, allen gaven een snelle
sprint te zien.
Klasse B.
le serie le P. Eggink, 2e W. Bruin, 3e W.J.
Scheffer, 4e v. d. Broek.
2e serie le W. Sleutel, 2e J. Smit, 3e J.
Civ al.
Herkansingsrit le de Bruin, 2e Scheffer 3e
Smit, 4e Cival.
Finale le prijs P. Eggink, 2e prijs W. dc
Bruin, 3e prijs W. Sleutel, 4e W. J. Scheffer.
Ook in deze Finale werd goed gesprint,
beide eerste gaven elkaar zeer weinig toe. Na
afloop van deze zeer prettig en goed geslaagde
wedstrijden werd gezamelijk naar den Zeeweg
gereden, waar het lid W. Kruif een Match over
300 Meter (Handicap) moest rijden tegen
Jan Tulleken, den bekenden Prof.Willy Kruif
hield zich kranig en won met 1/4 wiel.