f50.* Het forensen-ontwerp. Maandag 27 October 1924 47ste Jaargang No. 15876 Dit nummer bestaat uit 10 bladzijden. - Eerste blad. De goede toon. Ergerlijk optreden. Verbond „St. Michaël Agenda 28 October Feestavond ten bate der Reddings- maatschappijen. „Kareltje" van de film. 1. J. WEBER ZOON Ooficiens Fabrikanten Koningstraat 10 Haarlem. Telegraphisch Weerbericht. Waarom juist Franken'* Melkbrood?? Omdat U dan ZEKER 1 ss brood ie hebben bereid uit de BESTE grondstoffen!! j Haarl. Athletiek en worstelclub „Door Oefening kracht." R. en T. Haarlem, De abonnementsprijs bedraagt vook Haarlem en Agentschappen; Per week 0.25 Per kwartaal 3.25 Franco per post per kwartaal bij vooruitbetaling 3.58 Bureaux; Nassaulaan 49. Telefoonnummers: 1426, 2741 en 1748. Postrekening No. 5970. Advertentiën 35 cents per regel. Bij contract belangrijke korting. Advertentiên tusschen den tekst, als ingezonden mededeeling, 60 ct per regel op de le Pagina's 75 ct per regeL Vraag- en aanbod-adver- tentiën 14 regels 60 ct per plaat* sing; elke regel meer 15 ct., bij vooruitbetaling. Alle abonrs's op dit blad zijn, ingevolge de verzekeriiigsvoorwaarden, tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringcn: "f 30ftfï Steele on 7 R F1 ^'j een ongeval met i nrrj bij verlies van een hand, 1 inr geschiktheid tot werken; T Sdoodehjken afloop. T fcöO," een voet of een oog; T Ifcij»"» bij verlies van een duim of wijsvinger; bij een breuk van f40- bij verlies van een been of arm; andere vinger. Bij Kon. Boodschap van 11 Augustus 1924 is, zooals bekend mag worden verondersteld, bij de Tweede Kamer ingediend een voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet, met betrekking tot de plaatselijke belastingen. Het voornaamste doel van dit wetsontwerp is een nieuwe regeling te brengen ten aan zien van de forensenbelasting, een materie welke het laatst werd herzien aan het einde van 1920, onder Minister de Vries. De wijziging van Minister de Vries kwam hierop neer, dat de woongemeente voortaan 2/3 van de inkomstenbelasting zou heffen ea de werkgemeente eveneens 2/3, terwijl de verhouding voor de woonforensen bleef ge lijk tevoren, d.w.z. 3/3 voor de woonge meente en 1/3 voor de forensaal gemeente. Bracht de wijziging van Minister de Vries geenerlei principieele wijziging op stuk van forensenbelasting, wel is dit het ge val met het voorliggend ontwerp van Minis ter Coüjn. Dit ontwerp plaatst de forensenbelasting op een geheel andere basis. Meet thans de werkforens in de werkgemeente voor 2/3 belasting betalen naar z ijn v o 11 e inkomen, indien dit ontwerp tot wet wordt verheven, betaalt hij alléén maar belasting naar het be drag, dat hij geacht wordt in de werk gemeente te hebben verkre gen. Hierdoor verandert de forensenbelas ting geheel van karakter, omdat zij in plaats van een inkomstenbelasting wordt een soort opbrengst-belasting. De heffing in de werkge meente wordt dus losgemaakt van het totaal inkomen van den forens. Er zijn tot heden, reeds verschillende voor- en tegenstanders van dit ontwerp aan het woord geweest, maar opvallend is, dat in tal van gevallen aan het geluid viel te onder kennen, of de gemeente, wier belangen min of mee. werden voorgestaan, voor- of nadeel bij de ontworpen regeling zal hebben. Toch zal dit ontwerp in de Staten Generaal moei lijk naar deze gevolgen kunnen worden be oordeeld. Voorop dient de vraag te worden gesteld, welk beginsel het meest juiste is, dat, hetwelk van 1897 af tot heden heeft gegolden en waarbij de forens in de werkgemeente naar zijn volle inkomen wordt aangeslagen, hetzij dan voor 1/3, gelijk vóór 1921, hetzij voor 2/3, gelijk na de wijziging-de Vries, of het beginsel door Minister Colijn in zijn ont werp neergelegd en naar de meening ook door de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten en door anderen reeds vroeger bepleit, om den aanslag in de forensaal ge meente alléén te doen verband houden met het daar verworven inkomen. De forensenbelasting deed haar intrede in de gemeentewet in 1897. Men ging toen uit van de gedachte, dat het billijk was de werk gemeente tot een aanslag van de forensen bevoegd te verklaren, omdat er tusschen die werkgemeente en den forens een zeker ver band of contact bestaat. Die werkgemeente sticht en onderhoudt havens, beurzen, ver keersmiddelen, handelsinrichtingen en an dere kostbare instituten en de forens profi teert daarvan, er bestaat dus een zeker ver band en wel een zoodanig verhand, waardoor lie werkgemeente alle recht heeft dien forens op eenigerlei wijze in hare belastingheffing te betrekken. Bestond in 1897 reeds behoefte aan een zoodanige heffing van de forensen, hoeveel te meer is dit thans, ruim 25 jaar later, hst geval, nu uitgebreider spoorwegverbindingen, electrisch verkeer, telefoon, rijwielen en automobielen het buiten wonen zóózeer heb ben vergemakkelijkt, nu de aantrekkelijk heid der steden in den loop dier jaren als woonplaats er op is verminderd en de algc- meene opvattingen zich belangrijk hebben gewijzigd ten gunste van het buiten wonen. De categorie van personen, die van de werkgemeente profiteered en elders wonen, is nu zóó uitgebreid géworden, dat de foren senbelasting onmogelijk zou kunnen worden gemist. De forensenbelasting vindt dus haar rechts grond in het verband dat er wel degelijk be staat tusschen den forens en de werkge meente. Dit lijkt ons voor geen tegenspraak vatbaar. Maar wanneer dit juist is, dan mag ook de aard en de omvang van die be lasting niet verder reiken, dan door het be staande verband wordt gerechtvaardigd. Voor zoover de forens in de werkgemeente een be paalde inrichting ter beschikking heeft, is dit verband aanwezig en aantoonbaar en voor zoover dus de inkomsten daaruit voort vloeiende, in de belasting worden betrokken tot welke hoogte, zij thans in het midden gelaten is daartegen billijkheidshalve geen enkel bezwaar aan te voeren. Dit is de gedachtengang van het ontwerp-Colijn, welke zooals gezegd, rechtstreeks ingaat tegen het beginsel van heffing van forensen belasting, zooals dit sinds 1897 hier te lande heeft gegolden. 25 jaar lang is het hier te lande als recht beschouwd den aanslag van den werkforens in de werkgemeente te regelen naar de totaal inkomsten van den betrokkene, ook dus daar die inkomsten, welke geenerlei verband hou den met de inrichting in de werkgemeente aanwezig, b.v. naar de inkomsten uit arbeid in de woongemeente verworven, of naar in komsten uit vermogen van den forens, diens echtgenoote of minderjarige kinderen ver kregen. Dat Minister Colijn dit reeds eerder bestreden standpunt verlaat, lijkt ons princi- pieël een aanmerkelijke verbetering. Over de moeilijkheden, welke aan de uitvoering der voorgedragen regeling verbonden zijn, en welke wij geenszins gering schatten, spreken wij thans niet, zij raken niet het beginsel, waarover alleen wij het thans willen hebben en zijn waarschijnlijk tijdens de behandeling in de Tweedf Kamer nog wel geheel of ge deeltelijk te ondervangen, voor zoover de Minister zelf daarin alsnog bij Nota van Wijzigingen niet zou voorzien. Ér is over geklaagd, dat wanneer dit ont werp tot wet zou worden verheven, een aantal gemeenten er veel slechter op zou worden. Wij stemmen dit gaarne toe; maar de vraag in hoeverre dit onbillijk zou zijn, hangt af van de andere vraag, n.i. in hoeverre de forensen in kosten van de huishouding en het bestuur der werkgemeente mogen worden b-trokken. Er zal wel niemand gevonden worden die precies kan aangeven, hoe de verhouding van het totaal der bijdragen van de ingezetenen eenerzijds en forensen anderzijds dient te zijn. Het zal hier -teeds moeten blijven bij een aangeven dier verhouding „bij benade ring." Was het 1/3 van vóór 1921 de juiste norm; is het huidige bedrag van 2/3 over eenkomstig de billijkt eid, oi moet men de voorgestelde regeling van 14 der inkomsten in de gemeente verkregen, aanvaarden als het meest rechtvaardige stelsel? Niemand kan dat precies zeggen I Zou men van oordeel zijn, dal sommige werkgemeenten al te zeer gedupeerd zouden worden, dan zou liet middel daartegen trouwens niet zijn, het aangeboden stelsel te verwerpen. Dat zou gelijk staan met het naar buiten werpen van het kind met het badwater! Meer aangewezen lijkt ons voor hen die er zoo over denken, voor hen die de billijkheid door dit wetvoorstel niet gediend achten, voor hen die meer raar de gevolgen zien: het percentage hetwelk in de werkgemeente mag geheven worden van het bedrag dat kan geacht worden daar verkre gen te zijn, te verhoogen (art. 244d, 3c lid). Is de voorgedragen regeling tegenover de werkgemeente principieel een verbetering, niet minder is zulks het gcal ten aanzien van de woongemeente. Deze ontvangt immers thans van hen die elders als werkforens zijn aangeslagen, slechts 2/3 van den gewonen aanslag, Men kan misschien pogen dit te verdedigen door de opwerping dat dergelijk forens in de woongemeente ook niet de vol heid zijner belangen heeft liggen, maar deze houdt geen steek, want logisch toegepast, zou dit er toe leiden de hoe grootheid der aanslagen in de inkomstenbelasting afhanke lijk te stellen van den omvang der belanger, welke de ingezetenen in de woongemeente hebben, zoodat dan b.v. een rentenier van hetzelfde inkomen minder belasting zou heb ben te betalen dan een zakeman. Het omge keerde dient eerder het geval te zijn. Neen, aan het ingezetenschap dient de volheid van den aanslag verbonden te zijn, ongeacht verhoudingen en verplichtingen, welke elders mogen bestaan. Ook in dit op zicht is het aangeboden ontwerp dus een ver betering. Onwillekeurig trekt het forensen-vraagstuk bij deze gelegenheid meer de aandacht dan anders en daarom komt de vraag naar voren, of wel allen die in de tegenwoordige regeling als forens belastingplichtig zijn, dit moeten blijven? Het aangeboden ontwerp brengt hierin reeds eenige verandering, b.v. ;le commissaris eener N.V. zal in den regel niet meer in de forensenbelasting vallen, terwijl de z.g. vliegende winkels er nieuw onder worden gebracht enz. Bij het stellen dezer vraag denken wij aan een talrijke groep forensen, wier belasting opbrengst in verschillende gemeenten niet zonder beteekenis is, wij bedoelen de ar beiders, kleine ambtenaren, geringe nering doenden en dergelijke personen. Toen de regeling der forensen in 1897 werd ontwor pen, heeft men hen niet op het oog gehad. Hen treft de tegenwoordige regeling reeds zwaar en de ontworpen regeling zal hen ver moedelijk in den regel nog zwaarder belas ten. Dit lijkt ons niet billijk, omdat 'de rechts grond voor de forensenbelasting is, dat er een persoonlijk contact tusschen den forens en de werkgemeente bestaat. Dit persoonlijk contact is bij den eenig: zins gezeten indu strieel of handelsm n zeker in meerdere of mindere male aanwezig, maar bij de catego- riën welke wij zooeven noemden, is dit zeker niet of in slechts zeer onbeteekenende mate het geval. Ten hoogste zal men kunnen spreken van een indirect contact, dat er tusschen de werkgemeente, via het bedrijf waarin de arbeider werkt en hem bestaat Wanneer men dit tot grondslag van heffing aanvaardt, zou men allen die indirect, via de bedrijven, met de werkgemeente in contact staat, in de forensenbelasting moeten betrekeken, hetgeen natuurlijk niemand wenscht of kan. Bovendien moge niet worden uit het oog verloren, dat de (werk)gemeente ook nog de bevoegdheid heeft van inrich tingen met 10 of meer arbeiders een zakelijke belasting op het bedrijf te heffen, welke be voegdheid vóór de wet-de Vries niet bestond. De bezwaren uit de aanwezigheid van een groot aantal arbeiders enz. in de werkge meente voortvloeiende, worden daardoor dus reeds goeddeels geldelijk gecompenseerd. De onbillijkheid van deze forensen-aanslagen springt te meer in het oog, wanneer wij ons denken twee arbeiders, waarvan de één werkt bij een patroon in dezelfde gemeente en de andere bij een patroon, die zijn werk plaats enkele minuten verder even over de grens der gemeente heeft. De eerste arbeider betaalt geen, de laatste wel forensbelasting. Vrijheid van keuze bestaat er vaak voor hem niet en de eigenaardige indeeling van ons land in gemeenten maakt vele arbeiders tot gedwongen forensen. In alle streken van ons land kan men dan ook de grieven tegen de heffing van forensbelasting van deze catego rieën van personen beluisteren. In Limburg komt het voor, dat mijnwerkers uit de ge meente A, werken in een mijn die haar in gang heeft op het grondgebied der gemeente B. Maar den ganschen dag werken zij onder gronds onder de gemeente A. Toch moeten zij forensbelasting betalen. Het zal daarom aanbeveling verdienen bij deze gelegenheid, nu de forensenbelasting toch principieel wordt herzien, en verschil lende ingeslopen misstanden op dit gebied worden weggenomen, ook deze onbillijkheid weg te nemen. Dit zou dan moeten geschieden door de forensen die geen vaste inrichting ter be schikking hebben en die beneden een zekeren inkomen (b.v. 2000) blijven, van forensen belasting vrij te stellen. De wet zou dit be drag kunnen noemer, of wel de bepaling daarvan aan een algemeenen maatregel van bestuur kunnen overlaten, met al of niet vaststelling van een minimum bij de wet. Billijkheidshalve zou dit bedrag dan voor aalle forensen moet worden afgetrokken, omdat anders de arbeider met 2000 in komen geen forensenbelasting moet betalen en die met 2100 het volle bedrag. Ter wille van den geleidelijken overgang zal dit bedrag ook van hoogere inkomens moeten worden afgetrokken. Over de vraag of die aftrek moet doorloopen tot zelfs de hoogste inkomens ten aanzien van welke die aftrek toch geen noemenswaardige rol speelt, zullen de gevoelens waarschijnlijk verschillen. Zou deze vrijstelling van forensenplicht bij dit ontwerp tot stand komen, dan zouden twee der voornaamste bezwaren daartegen, n.l. dat het een verzwaring van lasten voor de minder draagkrachtigen brengt, tegen over de verlichting van lasten aan de meer draagkrachtigen geschonken en dat het 't forenseisme voor die categorieën die daar aan meer dan anderen behoefte hebben, be lemmert, vervallen en zou daarentegen met recht kunnen worden gezegd, dat het voor de minder gesitueerden den trek naar buiten bevordert, hetgeen uit een sociaal en ethisch oogpunt allé aanbeveling vredient. Het zou dan echter tevens aanbeveling ver dienen uit de Gemeentewet te verwijderen art. 122a, welk artiael daarin is opgenomen in 1920 bij de wet tot verruiming van het belastinggebied der gemeente en krachtens hetwelk een- gemeente in wier gebied arbei ders wonen, welke in eene andere gemeente werkzaam zijn, aan laatstbedoelde werkge meente eene toegemoetkoming kan vragen in de kosten, welke de aanwezigheid dier ar beiders aan de woongemeente oplevert. Zou nu ten aanzien van deze catagorie forensen de werkgemeente de bevoegdheid tot be lastingheffing verliezen, dan is het rationeel, dat daartegenover ook vervalt de bevoegd heid der woongemeente om een tegemoet koming te vragen air in art. 122a bedoeld. Het ontwerp-Colijn bevat nog wel meer dere bepalingen, waaromtrent allerlei opmer kingen zouden kunnen worden gemaakt ea bezwaren zouden unnen worden naar voren gebracht. Voor dezen keer meenen wij ons echter tot deze opmerkingen van beperkte strekking te moeten bepalen. A. B. MICHIELSEN. Haarlem. Er wordt en niet ten onrechte, in de pers geklaagd over den toon, die spreekt uit de vergaderingen ook van het Katholiek over heidspersoneel. Er zijn zoo schrijft „Onze Strijder", weekblad van den Ned. R. K. Bond van Overheidspersoneel „St. Paulus" moties aangenomen, waarin het vertrouwen aan onze regeering en Kamerfractie wordt op gezegd. Wel kunnen wij begrijpen, dat een vergadering een oogenblik oplaait. Toch meenen wij, dat ons gezond verstand de overhand moet houden en wij moeten be grijpen, dat, wanneer men iemand zijn ver trouwen opzegt, dat men dan den volgenden dag niet kan komen om een bespreking, waarin wij van die zelfde Kamerleden hulp vragen om ons tegemoet te komen. Dat gaat niet, In ieder geval dient in een Katholieke or ganisatie de goede toon bewaard te blijven, altijd en onder iedere omstandigheid. Bovenstaande schrijven wij slechts ter waarschuwing van hen, die mogen meenen, dat van een dergelijk optreden eenig resul taat is te verwachten. In onze organisatie kwam het gelukig niet voor en zien wij de zaak goed, dan zal het ook niet voorkomen. Tenminste, uit de mo ties, welke reeds zijn aangenomen, spreekt gezonde vakvereenigingstactiek en wat altijd noodzakelijk blijft, er spreekt ook uit „een goede toon". Bespotting van den Godsdienst. Het gebeurde voor het Kantongerecht te T. Een onderwijzer, zoo vertelt het „Kath. Schoolblad," had een leerling gestraft voor een z.i. ernstig feit. De jongen (12 jaar oud) had 's morgens een kleiner meisje onder weg naar de kerk gedwongen, iets op te eten, wat hij haar gaf, met geweld gedwongen, zoo dat ze zich ontnuchterde en niet te Com munie kon gaan, wat haar bedoeling was. Dit achtte de onderwijzer een ernstig feit, zoodat hiervoor een strenge straf noodig was. Bij het hooren van deze reden barstten èn kantonrechter èn de ambtenaar van het O. M. in luid lachen uit! „Is dat nu iets erstigs?" werd gevraagd. „Voor ons katholieken zeer zeker," luidde het antwoord. „Wat weet een jongen van 12 jaar daar nu van! Daarvoor is hij veel te jong!" Zoo bespotten in openbare rechtszitting heeren rechters de bepalingen onzer H. Kerk. 't Is ergerlijk, zegt met reden, hel „Cen trum," waaraan we dit geval ontleenen. Zaterdag 25 October werd te Utrecht opgericht het Verbond „St. Michael" van clubs tot bevordering der Katholiek-Demo cratische gedachte in de R.K. Staatspartij. Aanwezig waren afgevaardigden uit Gro ningen, Deventer, Nijmegen, Utrecht, Am sterdam, Haarlem, Velse o <rd, Helder, 's Gra venhage, Delft, Schiedam, Rotterdam, Hel mond, Dordrecht, Doetinchem, 's Hertogen bosch. De vergadering werd geopend door den heer A. Holleman, voorzitter der Politieke Studie- en Debatingclub „St. Michael" te 's Gravenhage, die na een korte openings rede het woord gaf aan Prof. Dr. J. A. Ver aart tot het houden van zijn reeds gepubli ceerde „Inleiding". Na de rede van Prof. Veraart werd onder algemeene instemming het Verband „St. Michaël" opgericht verkJ a d. Hierna werd overgegaan t;t de verkiezing van het Hoofdbestuur, dat uit 9 leden be staat. Gekozen werden Prof Dr. J. A. Ver aart, Dr. E. B. F. F. Witteit van Hoogland, G. P. Bon, Mevrouw Brouns van Eesouw, B. Mooijman, F. Spit, J. J. Bonfrer en A. Conijn. Voor Nijmegen zal een plaats in het Hoofdbestuur worden opengehouden. De heer Max van Poll wenschte een benoeming in beraad te houden. Iidirn hij bereid blijkt het Hoofdbestuurslidmaatschap te aan vaarden, zal de heer Mooijman of de heer Spit voor hem plaats maken. Voor het voorzitterschap droeg de heer L. F. Guit voor Prof. Veraart en Baron Wittert van Hoogland. De heer Wittert uitte zijn wensch, dat de leiding zou worden toevertrouwd aan Prof. Veraart. Deze was bereid het vooi z tterschap te aanvaarden. Hierna nam het nieuwgekozen Hoofd bestuur aan de bestiurtfel p)->ats. Besloten werd het cntw:rpen v ,n statuten op te dragen aan het Hoofdbestuur. Ingesteld werd een Commissie van Advies welke het Hoofdbestuur en het Verbond zal hebben voor te lichten inzake voor stellen voor het program der R.K. Staats partij en omtrent in de kiesvereenigingen te stellen candidaten voor de Tweede Kamer. In verband met het tweede gedeelte van de taak dezer commissie werd besloten, dat voor het lidmaatschap alleen in aanmerking zouden komen personen, van wie thans reeds vaststaat, dat zij niet voor een Kamer- candidatuur in aanmerking willen komen. Gekozen werden Prof. Veraart, Baron Wit- t rt van Hoogland en J. W. v. d. Akker te Nijmegen. De Commissie zal met nog twee leden worden u tzebreid. Na de behande iig van eenige huishoude lijke aangelegenheden kwam het Hoofd bestuur bijeen ter verdeeling der functies. Ondervoorzitter werd Dr. E. B. F. F. Baron Wittert van Hoogland, te 's Gravenhage secretaris G. P. Bon, Weimarstraat 140, Te). 30619, 's Gravenhage penningmeester F, Spit, 's Gravenhage leden Mevrouw Brouns-van Besouw, 's Hertogenbosch A. Conijn, Doetinchem J. J. Bonfrer, Amsterdam W. Mooijma i, 's Gravenhage. Behalve in de ter vergadering vertegen woordigde plaatsen zijn of worden clubs op gericht te Breda, Bergen op Zoom, Maas tricht, Arnhem en Zwolle. Sociëteit „St. Bavo" Tooneelvoorstelling Vrouwenbond 8 uur Rechtskundig Bureau 8 uur Santa Lucia 8 uur Tooneelclub Spoor en Tram Grafi- schen Bond 8 uur. R, K. Middenstandsgebouw Zangvereen. „Excelsior" 6 uur Reddingsbrigade kwart na 8 uur. Gem. Concertzaal Haarlemsche Bach- vereeniging Willem Mengelberg met het Concertgebouworkest 8 uur. Groote- of St. Bavokerk Orgelbespeling door George Robert 23 uur. Parochiale Bibliotheek (Kleverparkweg) Ingang tusschen Kerk en Pastorie lederen Dinsdagavond. Arbeidsbemiddelingsbureau van Sint Fran- ciscus' Liefdewerk, Zoetestraat 11 El- ken Donderdag van 8934 uur. R. K. Arbeidsbeurs voor mannen Jaco- bijnestraat 15 Alle werkdagen voorm. van 912 uur, n.m. van 25 uur. Zater dags alleen van 912 uur. R. K. Arbeidsbeurs voor vrouwen Kleine Houtweg 13 Alle werkdagen de" voorm. van half 11half 12 en des nam. van 3 tot 4 en van half 8 tot half 9 uur. Telefoon 2981. R. K. Leeszaal en uitleen bibliotheek .Jansstraat 49 Eiken dag geopend van 1012, van 25 en van 710 uur, be halve des Maandagsochtends en op Zon en Feestdagen Uitleenen van boeken. Marthavereeniging Bloemhofstraat 1 Betrekkingsbureau voor vrouwen. Alle werkdagen van 1012, van 24 en van 89 uur. Tel, 1671. Tevens gezellig sa menzijn voor Hollandsche meisjes, die hier geen tehuis hebben Zondag en Woensdag van 810 uur n.m R. K. Bevolkingsbureau Gebouw Sint Bavo Smedestraat 23 van 810 uur op Maandag-, Woensdag, en Vrijdag avond. St. Elisabeth's Vereeniging Jansstraat Aanvragen om versterkende middelen voor arme zieken der S. V. E. Maan dags van 23 uur. Donderdags van 12 uur Bisschoppelijk Museum. Dagelijks, uitge nomen Zaterdag, Zon. en Feestdagen, toe gankelijk. De Noord- en Zuid-Hollandsche Redding- Maatschappij en de Zuid-Holl. Maatschappij tot redding van schipbreukelingen vieren hun honderdjarig bestaan en voor deze gele genheid hebben zich plaatselijke comité's gevormd, die gelden inzamelen voor de aan bieding van een huldeblijk. Geld inzamelen was dan ook het doel van den feestavond, die Zaterdagavond in den Stadsschouwburg gehouden werd. De heer Van Bemmelen heette, namens het plaatselijl comité, de talrijke aanwezi gen welkom, in 't bijzonder den eere-voor- zitter, burgemeester Maarschalk, en zijn echtgenoote. Hij wees in een korte toespraak op de beteekenis van dit jubilé en bracét dank voor de reeds ingekomen grootere en kleinere giften. Na ook, namens het provin ciaal comité de vertegenwoordigers van andere plaatsen verwelkomd te hebben, be sloot hij met een herhaald „hoezee" op de jubileerende maatschappijen, waarmee door de gasten levendig werd ingestemd. Een orkestje, onder leiding van E. Baron van Heeckeren van Waliën, zorgde voer opgewekte muziek en toen werd het blijspel „De Lampekap" opgevoerd, 't Bleek 'n een voudig kamerstukje tc zijn, geschreven door W. C. Gravin van Limburg StirumBaronesse van Heemstra, en ondank- zijn onbeduidend heid ontlokte het veel applaus. De schrijfster, die ook de vrouwelijke hoofdrol speelde, ontving een menigte bloemstukken. De aan kleeding van het tooeel .belangloos door de firma Van Thiel verzorgd, was prachtig. Hierop volgde „Het eeuwige trio", loo- neelspel in één bedrijf van Alfred Sutro, bewerkt door Charivarius. 't Is de vraag, of dit knap geschreven werkje voor zoo'n avond eigenlijk geschikt is uit het ontijdige, hin derlijk,. gelach van een deel van het gesoig neerde publiek bleek, dat het wrang-tragi sche van het psychologisch fijn ontleede ge val niet door allen begrepen of.... de ver borgen strekking niet aanvaard werd. Het spel van het trio was zeer sterk en zeer fijn. L. van Gasteren had in Mimi Flummel en T. E. van Putten Jr. een paar voortreffe lijke helpers. De pauze werd gebruikt om de kas van het comité te versterken, door middel van vriendelijk aangeboden, prijzige consumptie. De avond werd besloten mei „De verloving bij de lantaarn", 'n landelijke operette met geestige muziek van Jacques Offenbach. Er werd prettig gezongen en geacteerd, vooral door Peter, den heer J. Kroon, en het mooie tooneel, de fleurige costumes en de opge wekte muziek zorgden mede voor 'n aardig geheel. De aansporing van den voorzitter, in h?t begin van den avond, om,ter wille van het goede doel, mild, zeer mild te zijn, bleek niet voor doove ooren te zijn gesproken, zoodat deze aardige feestavond wel aan zijn doel zal hebben beantwoord Onze lezers zullen reeds in ons nummer van Zaterdag j.l. eenige foto's hebben aan getroffen, die illustreerden, welk een kluchtige gast de vorige week deze stad be zocht. Het was niemand minder, dan een namaak „Harold Lloyd", meer bekend on der den naam „Kareltje" van de film. On getwijfeld hebben velen reeds de echte „Kareltje" in sommige films gezien en plei- zier gehad in zijn fratsen en grappen. De pseudo „Kareltje", een Duitscher, Pragge uit Wiesbaden, zooals we hoorden trachtte hem in zijn kluchten getrouw na te bootsen en hij slaagde daarin zeer wel, waarmee meteen z'n doel bereikt was, re clame te maken voor de film, welke in een der Theaters „draaide", en waarin de hem in zeer veel oozichien goed gelijken de Harold optrad. Want ook de gelijkenis ontbrak niet en de stereotype hoornen bril de zgn. „Uilenbril" vervolmaakte het ge heel. Dag aan dag, kon men hem in z'n matro zenpak, de pet zwierig op 't hoofd langs de straten en pleinen zien wandelen, in al les anders, dan de gewone kalme wande- Barometerstand 9 uur v.m.: 755. Stilstand. OPGAVE VAN. Medegedeeld door bet Kon. Ned. Meteoro logisch Instituut te De Bildt. Naar waarnemingen in der. morgen van 27 October: Hoogste Barometerstand 766 8 m.M. te Memel. Laagste Barometerstand 747.1 m.M. te Valentia. Verwachting van den avond van 27 tot den avond van 28 October: Meest matige, wellicht tijdelijk krachtige zuidelijke tot zuidwestelijken wind, zwaar bewolkt of betrokken, waarschijnlijk eenige regen, zelfde temperatuur. laars. Voor niets was hij bang, alles durfde hij, alles mocht hij en al werd de een of de ander, welke hij te pakken nam, ook kwaad, zijn glimlach verdween niet en even opgewekt verzon hij weer een nieuwe grap. Met alles trok hij de aandacht. Had men hem kalm zien wandelen in een der druk ste straten, alsof er niets gebeurde, eens klaps zat hij in de zijspan van een motor en stoof er vandoor sprong er weer even kalm een eind verder uit en stapte dood bedaard verder. Dan stond hij weer op een vrachtauto, sprong er met een vaart af, greep twee kleine jongens, die naar deze wonderlijke gymnastische toeren met open mond stonden te staren, vast, schudde ze eens flink doorelkaar, lachte 'ns en ver dween weer even vlug. Eenige meters verder springt hij op een voorbijrijdenden vrachtauto, maar valt er door den snellen gang weer af. 't Schijnt 'm echter niet te deren. Als er een 'auto aankwam en hij kreeg 't in den zin, liet hij zich zoomaar vallen, de auto reed over hem heen, zonder hem evenwel te raken en, zooals 't op de film ook altijd moet gaan, met 'n lachend snuit kroop hij te voorschijn en bleef dan met een glimlach den verdwijnenden wagen na kijken. Dan draaide hij zich om, struikelde en viel, maar z'n lichaam scheen van staal, want hij bleef even opgewekt als steeds. Iedereen kreeg een prospectus van de film, welke hij „vertegenwoordigde", tot zelfs eenige werklieden, welke een reparatie aan den gevel van 't Stadhuis verrichtten. Doodbedaard beklom hij de ladder, die op stond, ging naar boven en met veel zwier deelde hij zijn gave uit. Vrijdag vertrok hij weer naar zijn Heimat maar voor hij vertrok verzekerde hij in December weer terug te komen. Dan zal zijn repertoire misschien nog uitgebreider zijn. Zaterdag 25 Oct. had in de zaal van ge bouw Flora de viering van het 16-jarig be staan van bovengenoemde vereeniging plaats. Het geheel genomen, kan gezegd worden, dat de feestavond schitterend ge slaagd mag heeten. Na opening door den voorzitter, had allereerst een kleine her denking plaats van de verdienste van den heer Kensen, die gedurende lange jaren de steun van de vereeniging is geweest en eenige maanden geleden door drukke werk zaamheden heeft moeten bedanken. Ook mevr. Kensen die al dien tijd veel met D. O. K. op heeft gehad en dit herhaalde ma len betoond heeft, werd dank gezegd, te vens moest zij een prachtig bouquet van de vereeniging in ontvangst nemen. Het volgende heeft er niet weinig toe bijge dragen den avond gezellig te doen verloo- pen, nm. de huldiging van de heeren Moze- man en Vierwind, die beide 123; jaar lid van de vereeniging zijn. Allereerst werd er een jubileumlied door alle aanwezigen uit volle borst gezongen, dat voortreffelijk door den heer Serné op rijm was gebracht. Hierna hield de heer Serné op zijn be kende wijze een hartelijke toespraak tot de beide jubilarissen en overhandigde hun een pracht gouden medaille met inscriptie. Bei den dankten zichtbaar aangedaan voor dit prachtig geschenk. Ook hadden zij nog een pracht bronzen athleet in ontvangst te ne men, geschonken door de heeren Terhorst en Giljou, donateurs der vereeniging. De. avond werd voortgezet door den heer P. de Vos, humorist, die de lachspieren danig in beweging wist te brengen. Het accordeon gezelschap „Ons Genoegen" bracht ver schillende prachtnummers ten gehoore Dat dit in den smaak viel, bewees wel het langdurig applaus wat de heeren in ont vangst moesten nemen die ten slotte eenige toegiftnummers moesten geven. Voor de koekverloting waren veel fraaie prijzen be schikbaar gesteld, geen wonder dat de kaarten grif van de hand gingen. Wel wat et laat nam het bal onder leiding van den heer Harting een aanvang Gedurende het bal had nog een aardige wedstrijd plaats voor dames, waarna er tot circa 3 uur ge danst werd, waarna het schitterend ge slaagd feest weer tot het verleden be hoorde. Dient nog vermeld te worden, dat zich verscheidene donateurs opgaven. HET JUBILEUM VAN DEN HAARLEMSCHEN VOETBALBOND. De receptie. Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van den Haarlemschen Voetbalbond recipi eerde het Bestuur van dezen Bond Zaterdag j.l. in „De Kroon". De feestelijk versierde zaal bood een schitterenden aanblik en de stemming onder de aanwezigen was zeer opgewekt. Dit laatste werd nog verhoogd door een keurig strijkje onder leiding van den heer E. Stoeken, welke tusschen de bedrijven door eenige nummertjes ten beste gaf. Dat de Haarlemsche Voetbalbond een goede bekende is bij andere bonden, doch ook niet minder bij vooraanstaande personen in en buiten de sportwereld, bewees een blik in het receptieboek. Wij zagen vertegen woordigers van D.O.A., „Ulyssus", Vitesse, C.V.P., Opr. Haarl. Crt., Schoten, E.D.O., „Stormvogels", Noord.Hoil. V.B., D.I.S., A'damsche V.B., H.S.V., V.V, „Hercules", Federatie van Erkende Bonden en Haagsche V.B. Scheidsrechtersvereeniging, Haarlem, H.F.C., R.C.H., Bloemendaal, O.V.A., Ned. V.B., U.P.V.B., Limb. V.B., D.I.O., Spaar- nestad, Spaarndam, T.H.B., Zandvoort, H.G.S.C., D.V.S. en verschillende bekende personen. o.a. H. L. Warnier, Inspecteur Lichamelijke Opvoeding, J. Admiraal, Dr. Spoelder, Rector Gymnasium, Jan J. van den Berg, Eere voorzitter „Haarlem", Tenc- kinck, Commissaris van Politie te Haarlem. Door al deze personen werd het Bestuur gecomplimenteerd, welke felicitaties meer malen gepaard gingen met het overhandigen van fraaie bloemstukken en cadeaux. Bloem stukken overhandigden de vertegenwoordi gers van de volgende vereenigingen R.C.H., H.F.C., Zandvoort, Spaarndam, Vitesse, O.V.A., H.G.S.C., E.D.O., Bloemendaal, Stormvogels, Schoten, Ulyssus, D.O.A., benevens van den L.V.B. en de Haarlemsche Scheidsrechtersvereeniging. Vele telegrammen waren binnengekomen, wairin de Bond werd geluk gewenscht met he 25-jarig bestaan en de beste wenschen voor de toekomst. De telegrammen kwamen van „Trekvogels, J. A. van Arkel, Langeveld, Gem. Bestuur van Haarlem, Groninger V.B., Geldersche V.B., Amsterdamsche Kantoor V.B., Rotter- damsche V.B. „Ajax". Limb. V.B., I.V.O., Mr. F. Davidson, Diocesaan Haarl. V.B., Brabantsche V.B., Noord Centrale V.B., Kennemexland, schrijven van den heer Overmeer, Sportred. O. H. Crt., H. J. Wielink, Burgemeester van Haarlem, enz. De heer Thijsseling, voorzitter van het feestcomité, sprak den heer Dankelman voorzitter van den H.V.B., toe. Hij wenschte het Bestuur geluk en hoopte dat de Bond onder de tegenwoordige leiding nog in groei en bloei mocht toenemen. Hierna overhandig de spreker den heer Dankelman een prachtige archiefkast, namens alle aangesloten vereeni gingen en het eere-comité. De Voorzitter dankte met een hartelijk woord. Hij wees op den bloei van den Bond, daarbij opmerkende dat, nu Haa-lem 4 eerste klassers telt, de qualiteit van het spel der Haarlemsche ver eenigingen zee hoofg staat. De hulde, aldus spr., op het oogenblik aan mij en mijn mede bestuursleden gebracht, komt ook zeker toe aan het eerste bestuur van den H.V.B. en aan die bestuursleden die in den loop van deze 25 ja en hun krachten aan den Bond hebben gegeven. Ik ben zeer verrast doo het prachtige cadeau en, vereenigingen, aanvaardt den dank van mij en van ons geheele bestuur, (applaus). Namens den N.V.B. werd een cydosteel aangeboden. De Haagsche Bond schonk een zilveren schrein en de Amsterdamsche Bond alsmede de Vereeniging „Haarlem" gaven ieder een voorzittershamer. Hiermede was de drukbezochte receptie geëindigd, doch direct daarna had de uitreiking plaats van de prijzen welke uitgeloofd waren voor de ju bileum-seriewedstrijden van den H.V.B. De heer Dankelman reikte met eenige toepasselijke woorden de prijzen uit en bracht een warm woord van dank aan de vereenigin gen welke hun terreinen te beschikking stelden, aan de heeren scheidsrechters en aan die personen, welke prijzen uitloofden. Een mededeeling dat door de Stads Editie O. H. Crt. een nieuwe zilveren wisselbeker was geschonken, te verspelen onde de H.V.B.- elftallen, werd met luid applaus begroet. Hierna gingen allen welvoldaan huis waarts. Het was een waardig slot van een waardig jubileum. De winnende vereenigin gen hebben wij reeds gepubliceerd in ons blad van Zaterdag jJ. Gisteren hield bovengenoemde vereeniging sprintwedstrijden over 300 Meter voor klasse A en B.-rijders. Aantal deelnemers 15. Het eerst werd begonnen met de serie's van de A-klasse, waarvan het verloop was als volgt le serie 1G. H. Stouten, 2. W. de Nijs, 3. P. Prenen. 2e serie 1. N. Kat, 2. P. Korf, 3. P. Roos, 4. B. Voskuijl,. Herkansingsrit voor de 2e en 3e aanko menden. le Korf, 2e Koenen, 3de Nijs, 4e Roos, zoodat Korf en Koenen in de Finale mede rijden, wat reeds voor den eerste mede gereden wed strijd voor beiden en Bataafleden een aardig succes is. Finale le prijs G. H. Stouten, 2e prijs N. Kat, 3e prijs P. Korf, 4e prijs Koenen. Een spannende rit, allen gaven een snelle sprint te zien. Klasse B. le serie le P. Eggink, 2e W. Bruin, 3e W.J. Scheffer, 4e v. d. Broek. 2e serie le W. Sleutel, 2e J. Smit, 3e J. Civ al. Herkansingsrit le de Bruin, 2e Scheffer 3e Smit, 4e Cival. Finale le prijs P. Eggink, 2e prijs W. dc Bruin, 3e prijs W. Sleutel, 4e W. J. Scheffer. Ook in deze Finale werd goed gesprint, beide eerste gaven elkaar zeer weinig toe. Na afloop van deze zeer prettig en goed geslaagde wedstrijden werd gezamelijk naar den Zeeweg gereden, waar het lid W. Kruif een Match over 300 Meter (Handicap) moest rijden tegen Jan Tulleken, den bekenden Prof.Willy Kruif hield zich kranig en won met 1/4 wiel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 1