I w ACH HoEJf Brieven uit Frankrijk. s Kooiboter is ongekend duur. Ingezonden MededeeHngen. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Dinsdag 28 October 1924 De kwestie der echtheid van de gepubliceerde Moskousche instructies aan de Britsche communisten. Een nota van de Sowjet-regeering: een arbitrage-commissie voorgesteld. Onder de Radio-berichten: Ook MacDonald beschouwt thans den brief van Zinowjew als een mystificatie en wel niemand gelooft nu verder nog aan de echtheid. Samenwerking tusschen centrum, democraten en soc.-democraten in Duitschland? a 60 cents per regei. GEM. fiUITENL. BERICHTEN. Nederlandsch Fabrikaat. LANDBOUW EM VISSCHERIJ. De vischvangst bij Pampus in de Zuiderzee. FEUILLETON. HET GEHEIM VAN EEN HUURRIJTUIG. SSSSSSSSSSSSSSSSSES Her auto-verkeer eischt strengere maatregelen. In de nabijheid van Parijs is een autodró- me geopend. Enkele dagen geleden hebben wij daar de auto's zien voortjakkeren langs ten steile baan, 200 K.M. en meer per uur. De aanblik was ontstellend en angstwek kend. Wij meenden in een gekkenhuis te ttjn aangeland. Bovendien het schouwspel was eentonig en vervelend. Enkele oogenblikken volg je met nieuws- [ierige belangstelling die snelheidsmaniak- -ten, sta je verbaasd over hun koelbloedig heid en schuldige doodsverachting, maar nauwelijks is het gezonde verstand terugge keerd of je vraagt je af, waartoe die waan zin, dat rijden op leven en dood. Een op sensatie belust publiek, in spanning wach tend of er iets bijzonders zal gebeuren, moge al smaak vinden in dergelijke vertoo ningen, de autoindustrie moge al beweren, dat zij nuttig zijn om de capaciteit der mo toren te beproeven, de overheid moest wij zer zijn en geen toestemming verleenen voor die levensgevaarlijke sportbeoefening. Op alle mogelijke wijze beproeft zij de veiligheid van het auto-verkeer te verzekeren langs de groote wegen roept zij nieuwwe verkeersmaatregelen in Parijs zelf, in 't leven en tegelijkertijd staat zij toe, dat een leerschool voor snelheidswaanzin de poor ten opent. Want het overgroote aantal auto's moge zeker een der oorzaken hee- ten dat een voetganger het centrum van Parijs niet zonder moeite en gevaar door kruist, de ongetemde lust steeds sneller voort te jagen, eischt het aantal slachtoffers, waarvan de ongeluksstatistieken dagelijks gewagen. Wij hebben hierover enkele maanden ge leden het een en ander verteld. Wij willen thans terugkomen op enkele maatregelen, gedeeltelijk getroffen, gedeeltelijk door de Regeering in overweging genomen, om de veiligheid te bevorderen. De voorwaarden verbonden aan het ver krijgen van een rijbewijs zijn daarvan niet de minst belangrijke. Welke deze zijn, zal onze landgenooten temeer interesseeren, Waar, naar ik verneem, ook in Nederland het verkrijgen van een rijverlof afhankelijk Zal worden gesteld van een proefrit, waarbij tevens eenige theoretische kennis van den motor zal worden geeischt. Sedert eenigen tijd worden hier de rij bewijzen niet meer verstrekt van Rijkswege door ingenieurs daartoe aangewezen, wier arbeid trouwens bezwaarlijk toeliet als af nemers van een auto-examen op te treden, maar door de „Union nationale des Associa tions de Tourisme," in samenwerking met plaatselijke automobielclubs. Het is dit li chaam dat thans met officieel gezag, dezen dienst voor het Rijk waarneemt en de onge veer 90.000 candidaten per jaar aan een niet al te gemakkelijk examen onderwerpt. Deze associatie is daardoor te eerder aange wezen, waar-zij reeds belast was met toe- Zicht op het auto-verkeer en derhalve het naleven van de „Code de la Route" een noodzakelijke aanvulling is van haar taak. De kosten aan dergelijke examens verbon den, brengen geen zwarigheid voor 's Rijks schatkist mede, en zullen dit ook in Neder land niet behoeven te doen. Wie een rijbewijs verlangt betaalt de be scheiden som van 65 francs om tot een proefrit te worden toegelaten. Slaagt hij de eerste maal niet, dan wordt hem voor de volgende keeren een bedrag van 15 francs in rekening gebracht. Hieruit kunnen vol doende de kosten de» examinatoren, veelal gepensionneerde deskundigen, worden be streden, terwijl zelfs nog een niet onbelang rijk batig saldo overblijft, om de verdere kosten van de auto-verkeersregeling te be strijden. Het examen zelf omvat eenige oefeningen op heuvelachtig terrein, waarbij het gebruik van beide remmen een belangrijke rol speelt. In Parijs en de meeste groote steden wordt vooral rekening gehouden met de drukte van het verkeer en de proefrit vindt plaats op een der drukste verkeerspunten. Verschillende eischen worden gesteld naar mate men bestuurder wenscht te zijn van een "klein wagentje, een vrachtauto of een groote luxe wagen. De theorie tftstaat uit enkele vragen over de inrichting van den motor, den carbura teur, den radiateur, de bougies enz waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de noodzakelijkheid te weten, hoe in geval van storing moet worden gehandeld om niet „en panne" te blijven. De bepalingen van de „Code de la Route" betreffende Rijkswegen, provinciale en plaat selijke wegen, het geven van seinen door handbeweging, het dooven der groote lichten in geval men een anderen auto tegen komt, dienen uitnemend gekend. Het is niet het minst deze theoretische ken nis die de proefrijder voor een herexamen in aanmerking doet komen. Het groote nut van dit examen is vooral, dat men gedwongen is te voren zich te oefenen onder leiding en niet, gelijk in Holland nog het geval is, alleen met een administra tieve toestemming zónder meer, gerechtigd is achter het stuurrad plaats te nemen. Dit bewijs van eenige technische vaardig heid is echter nog geen waarborg tegen de alle perken te buitengaande snÊlheid, waar mede tegenwoordig wordt gereden. Hier voor zijn andere maatregelen noodig die te vergeefs in de wet op de verkeerswegen worden gezocht. Een wettige snelheidsbe perking, waaraan de hand wordt gehouden, is geboden en wordt van meerdere zijden gevorderd. Ongetwijfeld, de controle.is moeilijk, maar niet onmogelijk. De plaatselijke politie zal voldoende zijn om toezicht in de kommen der gemeenfe te houden. Voor de groote heirwegen zullen ver- keersinspecteurs dienen ingesteld, die zelf in auto's gezeten, op ongeregelde tijden de snelheid der hen voorbijsnorrende wa gens kunnen opnemen. Eerst dan wanneer een autobestuurder niet weet of hij door een dergelijken inspecteur wordt bespied, of de hem passeerende auto een controleur bevat, kan redelijkerwijze worden aangenomen, dat diens onvermoede aanwezigheid zijn snelheidszucht zal beperken. Deze inspecteurs zouden tevens een nut tigen arbeid kunnen verrichten door belast te worden met toezicht op den staat en het onderhoud der wegen. Deze en andere maat regelen worden thans onder de oogen ge zien en zijn binnen niet al te langen tijd te verwachten. Algemeen is men 't eens over den onhoud- baren toestand van 't oogenblik. De voet ganger niet alleen in Parijs dient beschermd, ook op de groote verkeerswegen en in bosch- rijke streken dient hij zonder levensgevaar zijn weg te kunnen gaan en van de natuur te kunnen genieten. En de autobestuurders, die geen waarde aan een menschenleven schijnen te hechten, moeten aan den lijve on dervinden dat hun roekeloosheid wettelijk strafbaar is. Men kan de auto-fabrikanten moeilijk ver bieden motoren af te leveren, die een vaart van meer dan 100 K.M. per uur toelaten Men kan den bestuurder wel verbieden dat cijfer te bereiken. Auto-renbanen en snel heidswedstrijden zijn niet de juiste middelen gematigdheid en voorzichtigheid te leeren. Woorden wekken voorbeelden strekken. Een strenge wet is urgent om de levenszeker heid te herstellen, door het huidige auto wezen in gevaar gebracht. Parijs, 22 October 1924. Mr. P. v. S. De geheime instructies uit Moskou aan de Brit sche communisten. In verband met de sensatie, gewekt door de publicatie van de instructies van Zinowjew aan de Britsche communisten en den krach- tigen protestbrief van het Foreign Office •an Rakowsky, dienen verschillende bepaalde punten in gedachten te worden gehouden. Het eerste is dat de deskundigen, wier taak het is zich uit te spreken over de echtheid van dergelijke documenten volledig overtuigd waren en zijn dat het stuk echt is en geen Vervalsching. Het tweede punt is, dat de gebruikelijke weg werd gevolgd ten aanzien van de regee- ringskanalen, door welke een dergelijk do cument pleegt te gaan. Het derde punt is, dat de bewering, dat een exemplaar er van verstrekt werd door een dagblad, hetzij juist of niet, niets te maken heeft met de feiten der zaak. Voorzoover het 't Foreign Office betreft, werd de zaak noch tegengehouden noch bespoedigd. Het vierde punt is, dat daar de echtheid van het document be schouwd werd als boven eiken twijfel ver heven te zijn, de brief aan Rakowsky ver zonden werd gelijk hij luidde op gezag van en ingevolge instructies van den premier. Ofschoon de Britsche regeering natuurlijk niet voornemens is de juiste wijze te onthul len waarop de mededeeling van Zinowjew in haar bezit kwam, wordt de bewering, dat de heer Hodgson, de Britsche vertegenwoordi ger in Moskou, die zich met verlof in het Zuiden van Frankrijk bevindt, op een of andere wijze aansprakelijk was, te Londen officieel en beslist tegengesproken. Van Roomboter niet te onderschei den en de helft goedkooper is De Gruyter's hoogfijne Melange. Slechts 85 cent per pond. Plantenboter slechts 60 ct. p. pond. Alléén in De Gruyter's winkels! Ramsay MacDonald bevindt zich te.Aber- avond in Zuid-Wales, waar hij zijn verkie zingscampagne voert. De nota, die uit zijn naam Vrijdag j.l. aan Rakowsky werd ge zonden, werd in zijn afwezigheid geteekend door Gregory, het hoofd der afdeeling voor de noordelijke landen in het Foreign Office. Snowden, de kanselier van de schatkist, heeft te Colne Valley het woord voerend, gezegd, dat het Foreign Office, aannemende dat het document echt was, snel had ge handeld. Voortgaande zeide hij, dat de Brit sche nota toont, dat de regeering een derge lijke propaganda in Engeland door de Rus sische bolsjewieken niet zal dulden. Als het document echt zou blijken te zijn, verkrijgt de quaestie der ratificatie van het Engelsch-Russisch verdrag- een nieuw aan zien. De Britsche regeering zal nooit om ra tificatie van het verdrag vragen als er bewij zen kunnen worden aangevoerd van kwade trouw van de sovjetregeering sedert het ge teekend werd. De voorgestelde leening hangt er geheel en al van af of Rusland het meest volstrekte bewijs en den meest volstrekten waarborg van zijn goede trouw geeft. Kun nen deze niet worden gegeven, dan is het uit met het verdrag. Het optreden der Brit sche regeering door dit document te publi ceeren, dat naar het heet geteekend is door de Internationale van Moskou en door een nota te richten tot de sovjetregeering, toont vol gens Snowden, dat de Labour-regeering niets wenscht te verbergen maar het publiek vol ledig op de hoogte wil houden van alle feiten der Russische zaak. Het bewijst, dat het aan de Labour-regeering kan worden overgela ten te zorgen, dat de belangen van Groot- Britannië worden gehandhaafd en gewaar borgd. Verscheidene ministers hebben, hetzij openlijk, hetzij in meer gedekte termen, in redevoeringen of in interviews te kennen ge geven, dat zij niet aan de echtheid van Zinowjew's brief gelooven. Minis ter Wheatley verklaarde zonder omwegen, dat het vanzelf spreekt, dat het document vervalscht is en hij maakte de burgerlijke pers er een verwijt van dat deze, ofschoon zij dit zeer goed weet, den brief nog in ex- tenso heeft gepubliceerd. Minister Thomas zeide „Snowden en ik hebben Zaterdagmorgen de kwestie met MacDonald besproken. Wij weten geen van beiden of het document echt is. Indien men hier met een mystificatie te doen heeft, dan bewijst dit hoe gemakkelijk dergelijke mis leidingen kunnen plaats hebben, doch in dien de brief echt is, heeft de regeering goed gedaan door onmiddellijk tot publicatie over te gaan en tot de Sovjet-regeering te zeggen: Wanneer dit uwe methodes zijn, dan zullen wij uook behandelen zooals gij dat verdient" Ook de ministers dynes en Henderson hebben inmiddels hun twijfel aan de echt heid van den brief uitgesproken. Ponsonby ging nog verder en zeide, dat thans geble ken is, dat de geruchten omtrent de zooge naamde sovjet-propaganda in Engeland niets te beteekenen hebben. Ponsonby acht zich dan ook gerechtigd het verdrag met Rus land' te blijven verdedigen. Lord Birkenhead verklaarde, evenals lord Curzon, dat MacDonald alleen tot de pu blicatie is overgegaan uit vrees, dat anderen hem vóór zouden zijn, hetgeen blijkt uit het feit, dat hij ofschoon hem reeds ongeveer een maand geleden een afschrift van den brief ter hand werd gesteld, al dien tijd de zaak geheim heeft gehouden. Lord Birken head voegde hieraan toe, dat de echtheid van het document niet kan worden betwijfeld. Lord Curzon verklaarde nog, dat MacDo nald zich door de publicatie heeft moeten blootgeven op een wijze, die geen enkele premier kan overleven en dat het onbegrij pelijk is, dat zijn collega's het aan hem per soonlijk hebben overgelaten den beganen flater te bekennen. Lord Curzon is er van overtuigd, dat het verdrag met Rusland nooit zal worden geratificeerd. Russische ontkenningen. Uit Moskou wordt gemeld, dat de sovjet regeering Zondag een nota heeft gezonden aan de Britsche regeering waarin de echt heid wordt ontkend van den zoogenaamden brief van Zinowjew en een verontschuldiging wordt geeischt voor tenlastelegging van propagandistische bedrijvigheid. In de nota wordt voorgesteld om, teneinde de huidige goede betrekkingen tusschen beide landen niet te benadeelen, een arbitragecommissie in te stellen om haar oordeel uit te spreken over de merites van het document, dat vol gens de sovjet-regeering een besliste verval sching is. Reuter meldt, dat de nota van Litwinow gisteren door Rakowsky aan het Foreign Office is overhandigd. Er wordt ook nog in aangekondigd op bestraffing van de parti culiere en officieele personen betrokken bij de publicatie van deze „vervalsching" als een officieel document. Zinowjew verklaarde in een boodschap aan het Britsche vakvereenigingscongres, dat de aan hem toegeschreven brief een grove ver valsching is en blijkbaar een verkiezings manoeuvre. Hij biedt aan den algemeenen raad der vakvereerigingen door middel eener bijzon dere commissie toe te staan Rusland te be zoeken en onverwijld een onderzoek in te stellen naar de quaestie der echtheid van het document. De beslissing dezer commissie zou dan als definitief worden aanvaard. De Duitsche democrati sche partij. Naar de „Frank. Ztg." van het te Berlijn 1 gevestigde hoofdbureau der democratische partij, Sis ook van net Durêau te Frankfort verneemt, melden zich de laatste dagen een verrassend groot aantal personen voor het lidmaatschap der partij aan. Velen verklaren hiertoe te zijn gebracht door de krachtige houding der rijksdagfractie bij de onderhan delingen over de uitbreding der regeering naar rechts. Ook vele leden der D.V.P. gaan naar de democraten over. De, tot machtelooze woede van de rechts- radicale organisaties, snel in macht toene mende Rijksvlag, heeft den eersten republi- keinschen dag Zondag te Potsdam gehou den, waarbij het vaandel zwart-wit-goud is ingewijd, waarbij verschillende redevoerin gen zijn gehouden. Het is na afloop van de eigenlijke plechtigheid hier en daar tot bot singen gekomen met rechtsradicale elemen ten, die in grooten getale aanwezig waren. (Zie onze Radio-berichten van gisteren.) De „Vorwarts" geeft in een commentaar op dezen republikeinschen dag antwoord op de vraag waarom deze plechtigheid nu juist te Potsdam moest plaats vinden. Dit optreden van de Rijksvlag in Pots dam moet de geheele beschaafde wereld het bewijs leveren, constateert het soc. orgaan, dat de geest van Weimar in het Duitsche volk is gevaren en dat deze geest niet ge dood kan worden door die kringen, die thans nog verre staan van den gedachtengang van den nieuwen staat en van de grondwet en deze afwijzen. Niet, dat de bedoeling is om degenen, die den Potsdammer geest in zich gelooven te belichamen, tot den nieuwen geest te bekeeren. Dit ware een onbegonnen werk. Want de geest van Potsdam is de geest van het absolutisme en van het conservatis me, dat in het volk slechts het „canaille" ziet en overigens zoo lang koningsgetrouw is zoo lang de koning zijn wil doet. De Rijksvlag ging naar Potsdam om het Duitsche volk en de geheele wereld te too- nen, dat de geest van Weimar niet halt maakt en niet halt maken kan voor Potsdam dat Potsdam het teeken is, dat de republikein- sche gedachte haar zegetocht voortzet ook over de graven'heen van een groot ver leden. Nog iets anders echter beteekent Pots dam. Voor de republikeinsche partijen moet Potsdam het begin zijn van de afrekening met de tegenstanders van rechts en links. Het gaat in dezen verkiezingstijd om niets meer of minder dan om de vraag republiek óf monarchie. En tevens om deze kwestie het leggen van de lasten op de schouders van de bezitters óf van de bezitloozen. Want daarover mag geen twijfel bestaan, stelt de „Vorwarts" nadrukkelijk vastde drie groo te republikeinsche partijen, die gezamenlijk in Potsdam vertegenwoordigd worden door hun woordvoerders, zijn van meening, dat handhaving van de republiek beteekent, dat het bezit betrokken wordt bij het dragen der op Duitschland rustende lasten, bene vens verbreeding van de sociale wetgeving. Deze eisch, te Potsdam geformuleerd, zal een weerklank wekken in de geheele Duit sche republiek en zal alle republikeinschen in *t geweer roepen om de zege voor de re publikeinsche partijen te veroveren. INGRIJPENDE WIJZIGINGEN IN HET EGYPTISCHE MINISTERIE. Volgens bericht uit Ca ïro heeft de premier Zagloel Pasja ingrijpende wijzigingen aange kondigd in het ministerie. Ambtenaren met vele jaren dienst zijn vervangen door aan hangers van Zagloel, blijkbaar met het doel diens positie en prestige te versterken. EEN JACHT VERMIST. Het Amerikaansche State Departement heeft de Deensche regeering verzocht een algemeene waarschuwing uit te zenden aan de scheepvaart in den noordelijken Atlantischen Oceaan, ten einde hulp te vragen bij de op sporing van het Amerikaansche jacht „Leif Erickson," dat reeds vier weken geleden in Battle Harbor had moeten aankomen, op weg van Christiania naar Stockholm. TREINROOVERS. Een dezer dagen is in den nachttrein MarseilleLyon bij het station Tam een vrouw door twee roovers aangevallen, die haar bij de keel grepen om haar te bestelen. Zij wist zich los te worstelen en aan den noodrem te trekken. De aanvallers maakten van het langzaam rijden van den trein ge bruik om Uit het portier te springen.... Maar het personeel en verschillende reizigers zetten hen na en grepen hen na een jacht van een half uur in Tain. Het zijn twee jonge Corsicanen. Mevrouw Michoudet wordt in het ziekenhuis te Tain verpleegd. EEN BALLONONGELUK. Bij de gasfabriek van St. Pieters-Jette is Vrijdag een ellendig vliegongeluk gebeurd. Er was een wedstrijd voor militaire ballons uitgeschreven. Vier ballons zouden mee doen. Om 12 uur werd een kinderballonetje opgelaten om zich over de snelheid en de richting van dén wind te vergewissen. De aanduiding was Oost. Kort daarop steeg een ballon van 930 m3 op. In het schuitje namen plaats de kapitein van de eerste militaire luchtvaart groep van Zeilick, Van Huysse en zijn hel per, luitenant Robert Mayer. Toen de ballon een 20-tal m hoog was, werd hij in een war relwind opgenomen en met groot geweld te gen een der pijlers van een gashouder, 52 'hoog, gedreven. Op een hoogte van 50 m keerde het schuitje om en kapitein Van Huysse werd in de ruimte geslingerd. Hij viel letterlijk te pletter op den grond, voor de oogen zijner vrienden en mededingers. Men snelde hem ter hulp, maar hij was op den slag gedood. Zijn helper, Mayer, kon zich met wanho pige wilskracht aan de touwen vastklampen. Van zooveel ballast ontdaan, ging de ballon nu de hoogte in en werd met fantastische snelheid voortgedreven in de richting van de Noordzee en verdween uit het gezicht. Zoodra het nieuws was bekend, werden de autoriteiten der kust verwittigd om zich, in geval de ballon daar mocht dalen aanstonds hulp te bieden. Eenige uren later kwam er bericnt uit Nazareth ten Z.W. van Deinze dat luitenant Mayer daar was geland. Hij was slechts licht gekwetst. DE VERVOLGING VAN DE COMMU NISTISCHE CORRESPONDENTEN. „Prawda" deelt mede, dat de aanvallen en moorden op de „rabkors" en „selkors" (arbei ders- en boerencorrespondenten) van de bols jewistische dagbladen steeds toenemen. Er gaat geen week voorbij zonder dat een derge lijke medewerker naar het heet vermoord of mishandeld wordt. De bevolking maakt dezen „journalisten" het leven ondragelijk, ran selt hen bij iedere gelegenheid af, steekt hun huizen in brand, vernietigt hun have enz. Het blad geeft een lange lijst van dergelijke behandeling van medewerkers van de bolsje wistische bladen. Hoe dezen haat van de bevolking tegen de „rabkors" en „selkors" te verklaren Voor een gedeelte zal het wel het gevolg zijn van den alles behalve onberispelijken levenswan del dezer heeren. Menigeen werd correspon dent, om op deze wijze, de bevolking te' kun nen terroriseeren en zich te verrijken, maar dat is niet de eenige en zelfs niet de gewich tigste oorzaak van den haat. Er zijn ontegen zeggelijk onder de correspondenten veel mannen, die volkomen eerlijk en overtuigde communisten zijn. De bevolking ziet echter in hen agenten van de gehate regeering en wreekt zich op hen voor alles wat zij van de bolsjewistische regeerders heeft uit te staan. Tegen de regeering zelf durft de bevolking nog niet in opstand te komen, maar de cor respondenten kan zij wel aan. Bovendien zijn deze correspondenten eigen menschen, voor wie men niets verborgen kan houden, om dat zij* alles weten en iedereen kennen. „Prawda" ziet in deze vervolging der cor respondenten de uiting van een steeds toene mende contra-revolutionaire gezindheid on der de bevolking en dringt bij de regeering aan op het nemen van strenge maatregelen, tot doodstraf toe. In de October-aflevering van het tijd schrift der vereeniging „Nederlandsch Fa brikaat" treffen wij o.a. aan Een bijdrage „Poststempel reclame en nationaal belang," waarin de heer J. J. Hoo- gewerff er op wijst, dat in Noorwegen op eiken brief, die aan de hoede van de poste rijen wordt toevertrouwd, bij de afstempe ling tevens de aansporing wordt afgedrukt: „Stött Norsk Arbeid." (Steunt Noorsehe arbeid). De schrijver stelt de vraag of het geen aanbeveling verdient op dezelfde wijze hier te lande op te treden. Van de serie artikelen „De Vrouw in de Nederlandsche Nijverheid" wordt ditmaal besproken de organisatie van de vrouwen arbeid. In „Het Nederlandsch Fabrikaat en de Zakelijke belasting op het Bedrijf" wordt een adres afgedrukt dat door de Afdeeling Haarlem van de vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat" is gericht tot Burgemeester en Wethouders dier Gemeente en waarin erop wordt gewezen, dat het afdeelingsbestuur meermalen is gebleken, dat het verschil in prijs tusschen het nationale en het buiten- landsche product oorzaak is, dat de voort brengselen der Nederlandsche industrie niet werden gekocht. De Vereeniging „Neder landsch Fabrikaat" streeft er daarom naar te helpen bevorderen, dat die maatregelen, welke de nationale industrie belemmeren in haar strijd tegen het buitenlandsch fabri kaat, uit den weg worden geruimd en daar onder deze maatregelen de zakelijke belas ting op het bedrijf wel een der meest be langrijke is, wordt verzocht de afschaffing van deze belasting in overweging te willen nemen, want, al moge het bedrag dezer be lasting niet van grooten invloed zijn op de exploitatierekening van een onderneming, dient bedacht te worden, dat, daar zoowel de fabrikant, als expediteur en veelal winkelier de zakelijke belasting op het bedrijf heeft te betalen, elk product meermalen door den fiscus zal worden getroffen. De schrijver licht dan in een naschrift een en ander nog eens nader toe. De heer Meijer de Vries schrijft over de Arbeidsmarkt en behandelt daarbij den stand van de werkloosheod in de laatste maanden. In de bijdrage „In en Uitvoercijfers" wordt een overzicht gegeven van het verloop van den in- en uitvoer van sigaren en siga retten vanaf 1916. „Rubbervloerbedekkingen" bevat een uit eenzetting van Dr. J. G. Fol, den leider van de Propaganda Afdeeling der Internationale Internationale Vereeniging voor de rubber en andere cultures in Nederlandsch Indië, omtrent de eischen waaraan deze vloerbe dekking moet voldoen, met welke opmer kingen de daarvoor in aanmerking komende Nederlandsche fabrikanten hun voordeel kunnen doen. Tenslotte trof ons in deze aflevering nog in het bijzonder een stukje, getiteld „Waar elke Nederlander eiken dag bij het opstaan aan moet denken, luidende als volgt „Ik koop Nederlandsch fabrikaat en wek mijn vrienden en bekenden op het zelfde te doen, omdat door Rijk en Gemeenten in 1923 voor werkloozenzorg werd uitgegeven ïqeer dan 35 millioen gulden omdat bij de arbeidsbeursen per week gemiddeld als werkloos waren ingeschreven in 1923 ruim 36000 mannen omdat 23 °/0 van mijn inkomstenbelasting moet worden gebruikt voor bestrijding van werkloosheid en voor armoede-steun omdat het koopen van Nederlandsch fa brikaat beteekent bestrijding van werkloos heid, verhooging van de Nationale welvaart, versterking van de Nationale Onafhankelijk heid. VOOR DE RECHTBANK. Rechter „Beklaagde, hoe is het mogelijk dat je alleen het waschgoed gestolen hebt en de gouden voorwerpen onaangeroerd hebt gelaten Beklaagde „Wees zoo goed, edelachtbare, mij dat uwerzijds niet te verwijten, mijn vrouw heeft er al genoeg over te keer ge gaan." UIT DE KAZERNE. Sergeant-instructeur „Ik heb 't jullie al duizendmaal gezegd rechtsomkeert is precies herzelfde als linksomkeertalleea is het andersom." EEN OUDE BEKENDE. Gast „Hoor eens, kellner, het jonge hoent je, dat je mij gebracht hebt, is een oude be kende van mij." Kellner „Hoe meent u dat? Gast „Ja, zie je, verleden jaar heb ik hiet een kuiken gegeten, dat „grootmoeder" te gen haar moest zeggen." EEN MOEILIJKE OPDRACHT. „Ja, zie je, 't is zoo gelegen," sprak de nieuwe rijke vertrouwelijk tot den archi tect „Mijn vrouw is sterk voor Kwien An en mijn dochter voor rokoekoe, en mijn zoon voor Lewie hoe-noem-je-'m-ook-weer en mijn ken het heelemaal niet schelen. Maar ziet u nou maar, dat u het huis zoo in mekaar zet, dat ze allemaal hun zin hebben 1" MOED HOUDEN! „Zoo, Lies, en hoe gaat het jullie als ge trouwde jongelui „Dank u, tante. Wij slaan er ons weJ door." Het standpunt der Visscherijinspectie* De Visscherij-Inspectie heeft aan de vis- zchersvereenigingen langs de Zuiderzee mede gedeeld. dat door de regeering voor het jaar 1924 slechts ge'^'r beschikbaar gesteld zijn voor de bewaki g van Pampus en het Hoornsche Hop iot en met 31 October a. s. Daarom wordt op dien dag begonnen met 't lichten der tonnen, die voor afbakening ge diend hebben. Het is dus mogelijk, dat in den avond van 31 October reeds een aantal tonnen gelicht is,.zoodat dan de bewaking der terreinen is opgeheven. Hiermede zijn de millioenen jonge visch- jes, als haring, ansjovis, snoekbaars, enz., vogelvrij verklaard. Op de terreinen waar ze thans beschermd worden, zullen ze van den dag der opheffing af door tal van kuilvis- schers weggevangen en als „nest" aan de eendenhouders worden verkocht. Naar aanleiding van bovenstaande mede deeling, verneemt de „Tel." de volgende in lichtingen van den heer Janssens, inspecteur der visscherijen in het betreffende district. Het vischgebied op Pampus wordt ge sloten, ter bescherming van de jonge ansjo vis en wel in normale omstandigheden van 1 Augustus1 November. Het is een uit zonderingsgeval, wanneer deze sluiting, waar toe de minister de bevoegdheid heeft, ver lengd wordt. Een bijkomstige omstandigheid bij deze sluiting is, dat de visschers met staande net ten, rustig hun bedrijf kunnen uitoefenen, en niet gehinderd worden door kuilvisschers. De jonge ansjovis houdt zich bij sommige winden in de Zuiderzee op, ook bij Pampus, doch in October gaan de jonge ansjovis uit naar de Noordzee. Daar worden ze volwassen en in April komen zij terug in de Zuiderzee. Zij blijven daar tot October. Hoe later in den tijd, hoe minder jonge ansjovis. In het visscherij-reglement staat, dat som mige gedeelten der Zuiderzee gesloten kun nen worden voor de kustvisscherij. Dit is ook het geval met het gebied bij Pampus. De minister heeft, zooals gezegd, de bevoegd heid, den termijn te verlengen na 31 Oc tober en wel met zes weken. Als er aanleiding was en er veel jonge ansjovis was, zou de mi nister dus den termijn reet 11maand kunnen verlengen. De inspectie heeft evenwel met het kuii- net proefgevischt en toen is gebleken, dat bij Pampus niet veel ansjovis is. De visschers-vereenigingen heBben aan de inspectie gevraagd, het gebied langer ge sloten te houden. Dit kost -evenwel nogal wat geld, daar er tonnen met carbidlampen moeten worden aangebracht en onderhouden en een bewa kingsdienst moet worden ingesteld. Elk jaar wordt op de begrooting een bedrag hiervoor uitgetrokken. Thans is dit slechts toereikend tot 1 November dat beteekent dus voor den normalen termijn. Wat de snoekbaars betreft, deze is een zoetwatervisch. Bij het spuien te Muiden komt zij in de Zuiderzee. Het is gebleken, dat deze zich in hoofdtaak ophoudt dicht on der de kust. Bij proef i ;schen dan is geble en, dat er weinig van deze vischsoort in de Zuiaer- zee is. We! wordt ze dicht op de kust gevan gen in fuiken. Vlak voor de haven van Muiden komt zij in het diepe water weinig voor. De opinie van den inspecteur voor de binnenvisscherij is ook dienaangaande ge vraagd, doch deze vond het niet noodig, vlak bij de haven voor het vissclien van snoek baars speciale maatregelen te nemen. De visch wordt hoofdzakelijk in fuiken gevangen. Hoe het 't volgend jaar zal gaan, is nog niet bekend. Zooals gebruikelijk is, wordt, ten aa; en van al dergelijk aangelegenheden 't advies van den Zuiderzeeraad ingewonnen nen. Deze komt weldra weer bijeen. 12. Alle aanwezigen stemden met Caltons opinie in, het was immers de natuurlijkste zaak der wereld, dat een misdadiger op •linksche en behendige wijze de justitie op een dwaalspoor tracht te brengen, om zich te redden uit de handen van den H. Her mandad. „Ik zal u wat zeggen," sprak Felix tot Brian, toen beiden zich op weg naar de ge zelschapskamer bevonden, „indien de kerel, die de misdaad bedreven heeft, Calton als verdediger wordt toegevoegd, dan mag hij, tan groot geluk spreken." ACHTSTE HOOFDSTUK Toen de heeren de gezelschapskamer bin- Pen traden hield zich een jonge dame on ledig een van de afschuwelijkste muziek stukken, genaamd „Morceau de salon", te «pelen. De aria heette: „over den tuinmuur" met variation van Signora Thompanini, en ue jonge dame, die haar speelde, was een leerlinge van dien beroemden Italiaanschen componist. Toen het mannelijk gedeelte der gasten binnen kwam, werd deze aria op de lage tonen gespeeld met een helsch lawaai (dat wil zeggen, zij trapte met haar voet op het harde pedaal), terwijl haar schrille stem geen poging onverzuimd liet, om het geraas te overstemmen. „Bij alle heiligen! men gaat hier met een hagelstorm over den tuinmuur," zeide Felix, om de piano heen slenterend, daar hij zag, j dat de pianiste Miss Featherweight was, een erfgename, aan wie hij bet hof maakte, in de hoop, dat zij niet ongenegen was, haar naam voor den zijne te verwisselen. Toen dus de schoone aan het oorverdoovend ge raas een einde had gemaakt, als ware de heer, die over een tuinmuur was getuimeld, in een komkommervat terecht gekomen, had Felix aanstonds zijn rijkste woordenschat beschikbaar. „Zoo goed gedisponeerd, Miss Feather weight," sprak hij, zich in een stoel nêer- vleiend en innerlijk verbaasd, dat de snaren der piano niet alle gebroken waren. „Het gaat iemand aan 't hart en werkt op al onze «pieren ook, bij alle heiligen?" liet hij er half luid op volgen. „Het is slechts een oefening," antwoordde Miss Featerweight met een zedigen blos, „ik zit iederen dag vier uur aan de piano." „O Heer," zuchtte Felix, „wat blijft er dan veel tijd voor de huishouding beschik baar," doch hij hield deze opmerking voor zich zelf, en, zijn lorgnet in zijn linker-oog drukkende, liet hij er op volgen: „gelukkige piano". Miss Featherweight, niet bij machte, dit gezegde aanstonds doeltreffend te beant woorden, sloeg haar oogen nêer en bloosde, terwijl de oprechte Felix zijn oogen hemel waarts vestigde en een diepen zucht slaakte. Madge en Brian zaten in een hoek van de kamer samen over Whyle's dood te pra ten. „Ik mocht hem nimmer lijden," zeide zij, „maar de gedachte, dat hij een dusdanigen dood moest vinden, is niettemin ijzingwek kend." „Dat ben ik nog niet met u eens," ant woordde Brian wrevelig, „zoover mij ter oore is gekomen, moet de dood door chlo roform, minst genomen, een zeer gemakke lijke zijn." „De doodstrijd kan nimmer gemakkelijk wezen," hernam Madge, „voornamelijk niet voor een persoon, even gezond en verstan dig als Whyte." „Ik geloof, dat zijn dood u met geen ge ringe droefheid vervult," zeide Brian. „Bent u er dan eveneens bedroefd om?' vroeg zij eenigszins verrast. Te mortuis mnil nisi bene," sprak Fitz.- gerald. „Doch ik haatte hem bij zijn leven, hoe kunt u dan verwachten, dat ik zijn dood zou betreuren?" Madge bleef het antwoord schuldig, doch zag hem vluchtig aan, en voor den eersten keer viel het haar op, dat hij er slecht uit zag. „Wat deert u toch, mijn waarde?" vroeg zij, haar hand op zijn arm leggende. „U ziet er ver van gunstig uit." „Niets niets," antwoordde hij ijlings „Ik' ben int den laatsten tijd eenigszins door bezigheden overstelpt, doch komaan," zeide hij, opstaande, „laat ons naar buiten gaan, want ik zie, dat uw vader het meisje, dat een stem als een stoomfluit heeft, ver zocht heeft, te zingen." Het meisje, dat een stem als een stoom fluit had was Julia Featherweight, de zuster van Rolleston's verloofde. Madge onder drukte een glimlach, toen zij zich met Fitz gerald naar de veranda begaf. „Schaam u, zoo iets te zeggen," sprak zij, toen ze zich in veiligheid wisten, onder een proestbui, „zij heeft de beste zangers tot leermeesters gehad. Hoe beklaag ik hen," antwoordde Brian grimmig terwijl Julia het uitgalmde. „Ik luis terde veel liever naar onze aartsvaderlijke Banshees dan haar nogmaals te ontmoeten. Eén onderhoud is al meer dan genoeg." Madge gaf geen antwoord, maar over de hooge verschansing van de veranda leunen de, keek zij naar het zachte licht van de maan. Een groot aantal menschen bewoog zich over het plein, enkele bleven sta^n en luisterden naar Julia's gillende toonen, welke, door den verren afstand getemperd, eenigszins betooverend schenen te klinken. Eén vooral scheen nog al veel genegenheid voor muziek te hebben, want hij keek onaf gewend naar de verlichte vensters van het huis. Brian en Madge spraken over allerlei soort van zaken doch telkens, als Madge opkeek, zag zij den man, die in zijn bespie- dingsrol volhardde. „Wat heeft die man daar toch noodig, Brian?" vroeg zij. „Welke man?" vroeg Brian angstvallig. „Och," hernam hij onverschillig toen de man van het hek wegging en den weg naar het voetpad insloeg, „hij houdt ongetwijfeld veel van muziek, naar ik veronderstel, ziedaar alles." Madge zeide niets, maar moest zich ver beelden, dat hier nog iets anders als de mu ziek in het spel was. Een oogenblik later hield Julia op en zij deed het voorstel, om naar binnen te gaan. „Waarom?" vroeg Brian, die, in een leun stoel gemakkelijk neergevleid, zijn cigarette rookte en de geurige dampen voor zich uit blies. „Het is hier lang niet onaardig." „Ik moet mijn gasten mijn opwachting maken," antwoordde zij, opstaande. „U kunt hier blijven en uw cigarette oprooken," en onder een vroolijk lachje vloog zij het huis in. Brian bleef zitten rooken. Ja, die man moest ongetwijfeld het huis bespieden, want hij zat op een der banken en hield zijn oogen onafgewend op een der venstersge- richt. 'Brian wierp zijn cigarette weg en een I lichte huivering voer door zijn leden. 1 „Zou iemand mij gezien hebben?" mom- pelde hij, misnoegd opstaande. „Bah, onge- I twijfeld niet, en de koetsier zou mij toch (ook niet meer herkennen. Vervloekte Whyte, ik wenschte, dat ik hem nimmer onder de oogen had gekregen.' Hij vestigde nog een zijdelingschen blik o** de donkere gestalte op de bank, en begaf zich toen met een lichte huivering naar het warm en goed verlicht vertrek. Hij gevoelde zich niets op zijng emak, en zou het nog minder geweest zijn, indien hij geweten had, dat de man op de bank een der be kwaamste geheime politie-beambten te Mel bourne was. Mr. Gorby besteedde zijn ge- heelen avond met de bespieding van net huis, een ver van benijdenswaardige taak. Moreland wist niet, waar Fitzgerald woon de, en daar de gerechtsdienaar het noodig achtte, zulks uit te vorschen, besloot hij Brians bewegingen nauwkeurig gade te slaan en hem tot aen zijn huis te volgen. „Indien hij de beminde van dit aardig meisje is, zal ik wachten, tot hij het huis verlaat," redeneerde Mr. Gorby tot zich zelve, toen hij voor de eerste keer zijn plaats op het plein innam. „Hij zal toch geen eeuwigheid bij haar vertoeven, en als hij maar eerst wèer het huis verlaat, zal ik hem overal volgen, totdat ik ontdekt heb, waar hij woont." Toen Brian in den vroegen avond den weg naar de woning van Mark Frettlbv in sloeg, was hij in avondkostuum gekleed, een lichten jas er over heen en een zachten vil ten hoed op het hoofd. (Wordt vervolgd..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5