Eenvoudige dingen.
Tweede Blad
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Donderdag 30 October 1924
UIT DE PERS.
Decoratieve figuren.
GEMENGD NIEUWS.
Verduistering van f 7600.
Hevige waterval in Arnhem.
De jacht op wilde eenden
Schip vergaan.
Een kras geval.
BINNENLANDSCH NIEUWS,
Staatsboschbedrijf.
bij
Wanneer
ons in 't Noor
den de winter het
land in trekt en met zijn
witten mantel bosch en
weide bedekt, de winterstormen over
de velden vegen en rukken aan deur
en vensters, wanneer de vorst hetjwater tot
ijs verstart, dan voelen wij ons dubbel be-
hagelijk in onze beschuttende huizen en bij
den warmen haard. Wij halen dan nog wel
eens de herinneringen op aan de zomermaan
den en ons laatste verblijf aan zee en een hui
vering overloopt onzen rug, alleen bij de
gedachte, dat we in deze koude nu eens een
poos aan het strand zouden moeten door
brengen. We spreken met medelijden over
hen, die om hun beroep of bezigheden in de
wintermaanden zich op zee bevinden moeten.
En toch zijn er menschen, natuurvrienden,
genoeg, die juist dezen tijd kiezen voor een
verblijf aan zee, wel niet zooveel in onze bad
plaatsen, maar meer aan de kusten van den
grooten Atlantischen Oceaan, in Frankrijk,
Spanje en Portugal. In den winter bergen
dan ook de badplaatsen daar als Biarritz, St.
Sebastian, en Monte Estoril bij Lissabon, de
Zgn. Portugeesche Rivièra, een aanzienlijk
getal wintergasten, speciaal Engelschen en
Amerikanen, die de natuur in haar verheven
eenzaamheid, de winterstemming en de.door
stormen bewogen zee in haar rustelooze ver
andering bewonderen willen.
Juist deze kuststreken behooren met haar
verschillende formaties tot de meest interes
sante van Europa. Hier ontplooien, gelijk
ook aan Scandinavië's Westkust de ont
ketende elementen, ongestoord hun ver
woestende krachten en beuken met ijzereil
vuist de rotsen, beitelen met krachtige hand
de runen in het groote geschiedboek onzer
aarde, heerlijke schriftteekenen voor den be
schouwer, die daaruit lezen kan het oude
lied van worden en vergaan van alle ge
schapen dingen. In geweldige majesteit
bruisen daar ieder jaar, vooral in December
en Januari de Westerstormen over den
Atlantischen Oceaan, een machtige deining
voor zich uit zweepend, die dikwijls in geen
dagen tot rust komt. Terwijl de grootte der
golven in hooge zee over het algemeen de
zes meter niet te boven gaat en waterbergen
tot twaalf meter hoogte tot de zeldzaamheden
behooren, nemen op hindernissen stootende
watermassa's dikwijls ontzaglijke afmetingen
aan, zoodat hooge rotsen en zelfs vuurtorens
erin verdwijnen.
Onze foto's laten duidelijk zulke brandings-
golven van reusachtige afmetingen zien.
Men kan zich van de hoogte dier golven
een denkbeeld vormen, door vergelijking
me' de hoogte van de pier. die bij rustig
weder
ongeveer 8
meter boven
het wateroppervlak
uitsteekt.
De pieren in de omgeving van Biarritz
bezitten buitengewoon groote afmetingen,
strekken zich zeer ver in zee uit en zijn deels
parallel aan de kust als golfbrekers daarvóór
gebouwd. En toch, hoe klein en vergankelijk
lijkt dit fnenschenwerk, tegenover de water
massa's, die ertegenaan stormen, die zich
eroverheenwerpen als over een lichte hin
dernis, die zonder moeite genomen wordt.
Onnoemelijk veel arbeid, dikwijls tot het
beter benutten van het eb-getij bij nacht
verricht, millioenen aan kapitaal zijn aange
wend om de elementen te beteugelen, de
kust te beschermen, en den schepen een
toevluchtsoord te verzekeren. Maar wat is
menschenwerk en wat beteekenen de ver
overingen der techniek tegenover de elemen
taire, zich zelf regeerende kracht der natuur!
Hoe klein voelt de mensch zich bij den aan
blik dier geweldige, indrukwekkende, opge
spoten en opgeslingerde waterstralen en
watermassa's, die gemakkelijk over het dak
van zijn twee- drie verdiepingen hooge huis
zouden kunnen heenslaan.
In verhouding tot hare grootte ontwikkelt
een golf eenfverbazende kracht, wier druk per
vierkanten Meter 10.000 K.g. en meer nog
bereiken kan, en die voldoende is om rots
blokken van meer
dere tonnen gewicht
verplaatsen.
Door dit regelmatig
beuken der golven,
door ebbe en vloed
knaagt de zee onop
houdelijk, dag en
nacht aan de kust en
geen menschenmacht
kan haar op den duur
voldoenden weerstand
bieden.
Portugal heeft met
uitzondering van de
door aanslibbing en
zandbanken gevormde
ver in zee vooruitge
schoven mondingsge-
bieden van de Duero
en de Tajo, bijna uit
sluitend steile kusten.
Dergelijke formaties
bevinden zich in
Noord-Spanje en ge
deeltelijk in Zuid-
Frankrijk. Naar den
aard en de samenstel
ling der kustgesteen
ten geschiedt het af
knagen meer of min
der langzaam, maar
het kan wel gaan tot
60 c.M. per jaar.
Eenige onzer foto's
werden genomen in de
nabijheid van Kaap
da Roca. Deze kaap bestaat, als laatste uit-
looper van het zoogenaamde Cintra-gebergte,
nagenoeg geheel uit graniet, maar de vlak
daarnaast liggende kuststreken zijn uit zand
steen gevormd, die wegens de zeer groote
afwijkingen in de materie en de verbindings
middelen nog belangrijke verschillen in vast
heid en weerstandsvermogen bezit.
Voor de vastheid van zekere zandsteen-
soorten leggen de pyramiden een sprekend
getuigenis af, wier blokken uit Numuliten-
kalk bestaan.
Klei-, kalk- of mergel-achtige zandsteen
is losser dan de door zijn okerkleurige of
diep-rood-bruine schakeeringen dadelijk te
herkennen kiezelachtige of ijzerhoudende,
die daarom ook als bouwmateriaal zeer ge
zocht is. Zulke kiezelhoudende rotsen zijn
het, die aan den zee-oever de mooiste voor
beelden van de zgn. erosie (uitschuring)
geven. Zij vormen de steile, dikwijls
van boven ver overhangende en van
onderen diep uitgeholde en uitgeboorde
oevers, aan wier voet gewoonlijk een hoop
afgebrokkelde steenen en steentjes ligt. Zij
dragen daarenboven nog tot hun eigen ver
nieling bij, doordat de hardere kiezelsteenen,
van de weekere zandmassa ontbloot, bij ster
ken golfslag als projectteler gebruikt wor-
den, die het water met geweld tegen de rot
sen werpt, welke zoodoende steeds verder
worden uitgeschuurd.
Maar ook bij volkomen rustige zee vinden
voortdurend ingrijpende veranderingen, bij
zonder in de oppervlakte der rotsen plaats.
De louter chemische inwerking van de
lucht is voldoende om de steenen te oxy-
deeren en gelijkmatig in te vreten, onder
medewerking namelijk van het ingesijpelde
regenwater, dat zich met zekere, bij voorkeur
koolzuurhoudende bestanddeelen van de
rotsen verbindt en alkalische aarde licht op
losbaar maakt. Ook brengt de in warmere
landen plotselinge temperatuurswisseling tus-
schen dag en nacht het gesteente tot verwee
ring. Zoo ontstaan in den zandsteen de
kloven en spleten, die we overal in dolomiet
(-kalk-) gebergten aantreffen, groeven van
drie meter, of kloven van tien of meer meter
diepte, dikwijls met snijdend scherpe kam
men tusschen de verschillende, steeds verder
gaande verdiepingen, die voor den mensch
slechts met de uiterste moeite toegankelijk
zijn.
Door gestadig invreten van de oppervlakte
ontstaan zoo ook diepe gaten en pijpen, die,
ver van de zee verwijderd toch met het
zeewater in verbinding staan door het po
reuze en gespleten gesteente in den voet van
het gebergte. Bij sterken zeegang wordt dan
door het stijgen en vallen van het zeewater
de lucht uit deze onderaardsche spleten en
kloven, pijpen en gewelven met een fluitend
geluid weggestuwd en weder naar binnen
gezogen, en de met zulke verschijnselen met
vertrouwde wandelaar zal licht beangstigd
worden door het bruisen en gorgelen, sissen
en fluiten, dat hij onder zijne voeten hoort
Spoedig echter zal hij dezen natuurzang lee-
ren liefhebben, wanneer geweldige water
massa's met onweerstaanbare kracht tegen de
rotsen opstormen, omhoogslaan naar den
top, om dan na een oogenblik van rust ineen
te storten en plassend neer te vallen op de
rotspunten vanwaar ze zich in duizend
watervallen glijden laten terug in den eeuwi
gen kringloop, een groote, machtige melodie
die in bruisend rythme, ten hemel stijgt,
totdat de accoorden zich weer oplossen
en het geheel nog slechts zachtjes ademt en
uitsterft.
Zoo wordt zulk een kustwandeling een der
schoonste belevenissen, die ons, naast een
overweldigend natuurgenot een blik ook
gunt in het groote laboratorium onzer aarde.
Uit „Nieuw Nederland" knippen we het
volgende rake stukje van „Jacob van Maer-
lant"
„Daar zijn vrijgestelden in de vakbewe
ging, die van hun gewonen arbeid werden
ontheven om zich geheel te wijden aan de
belangen hunner genooten.
Aan die positie zijn gevaren verbonden,
maar zij kan ongetwijfeld reden van bestaan
hebben.
Er is een ander soort van vrijgestelden in
de maatschappij, die vlijtig alle mogelijke
verplichtingen op zich nemen, maar zich
zelf vrijstellen van den plicht er ooit een en
kele te vervullen.
Dat zijn de decoratieve figuren 1
Aan hun positie zit het gevaar vast voor
zelfoverschatting en zij heeft bovendien geen
enkele reden van bestaan. Integendeel 1
Zij nemen alles aan en niet zelden met een
geestdriftige bereidwilligheid, die den vra
ger het hart warm maakt.
Zij zijn lid van tallooze vereenigingen
maar vermijden met pijnlijke zorg ter ver
gadering te verschijnen, tenzij het een zeld
zame feestvergadering mocht zijn.
Zij zit
ten in menig
bestuur en
schrijven geregeld
en correct hun
briefje van verhin
dering, behalve als er bij gelegenheid een
foto wordt genomen voor de geïllustreerde
bladen. Dan zijn ze een kwartier te vroeg al
present.
Zij houden ten overstaan eener bewon
derende menigte een pleidooi voor „open
kerken", maar gaan op hun weg er zelden
eene binnen, al staan de deuren wagenwijd
open.
Zij treden'gaarne toe tot elk comité als het
blijkt een eere-comité te zijn.
Zij gaan manmoedig mee in eiken stoet,
mits zij voorop mogen loopen.
Zij zijn de decoratieve figuren, de noode-
looze en soms verwarrende arabesken onzer
samenleving.
Zij schijnen geboren om te sieren en ver
sierd te worden.
Want zij dragen bijna allen een kleurtje
in hun knoopsgat decoratie der decoratie.
En «een sterveling weet eigenlijk waar
om 1"
De Utrechtsche rechtbank deed Dinsdag
uitspraak in de zaak tegen den 39-jarigen J.
W. A., administrateur te Jutphaas, verdacht
van verduistering van f 7600, ten nadeele van
de woningbouwvereeniging „Hoograve."
De officier eischte 1 jaar en 6 maanden ge-
Een verpleeg
ster, die bij de ge
boorte van het kind
tegenwoordig was geweest,
verkla ar de bij de gerechte
lijke behandeling dezer zaak dat het kind
ongeveer om 3 uur 's nachts geboren
werd. Het toonde geenerlei teekenen van
leven en om half 6 's morgens, was er
geen verandering in dezen toestand gekomen.
Na het kind opnieuw onderzocht te heb
ben, gaf zij den vader een overlijdensbewijs
en verliet het huis.
Dr. Francis Williams zeide, dat hij het
postmortem-onderzoek had verricht en daar
bij constateerde, dat het kind alleen door ge
brek aan levenskracht gestorven was en niet
tengevolge van het bij vergissing begraven.
Sterk i
Te Arnhem hebben Dinsdag hevige regen
buien, die op een wolkbreuk geleken, in de
lagere stadsgedeelten huizen onder water
doen loopen. De tram naar Oosterbeek kon
reeds om 8 uur de stad niet meer bereiken.
Bij huize Mariëndal stond het water 80 C.M.
hoog. De Ooster-Stoomtram is daar ter plaat
se uit de rails geloopen. Persoonlijke ongeluk
ken kwamen er niet bij voor.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Deckers betreffende verlenging van den tijd
van openstelling voor de jacht op wilde
:>v.v;'y..>
vangenisstraf met aftrek van het voorarrest.
De rechtbank veroordeelde conform den
eisch.
De drie opvarenden omgekomen
Men meldt uit Goedereede
Nog steeds verkeert men in het onzekere
omtrent het uitblijven van de blazerschuit
G. O. 15, welke hoogstwaarschijnlijk de vori
ge week Woensdagnacht op de Noordzee ver
gaan is.
De opvarenden waren C. Lokker, schipper,
oud 42 jaar, en zijn broeder M. Lokker, 33
jaar, met zijn zoon Kommer, oud 19 jaar.
De schipper laat een vrouw na met 9 kin
deren en zijn broer een vrouw met 2 kinderen.
De verslagenheid in het dorp is groot.
Naar de Msb verneemt, was Schipper
Sperling, van Ouddorp, in genoemden nacht
nabij het Goereesche hoofd, toen hij vermoe
delijk de vergaane blazer in gevaar zag. Daar
hij zelf in gevaarlijke positie verkeerde door
den hevigen storm, kon hij geen hulp verlee-
nen en verdween de blazer plotseling uit het
gezicht. Sperling klom boven in de mast, maar
bespeurde niets meer.
Te Dowlais (Engeland) werd dezer dagen
een baby begraven, die, toen het kistje goed
en wel in het graf lag, begon te schreeuwen.
Het kind werd nog levend uit zijn enge ge
vangenis gehaald, doch stierf later
eenden heeft de minister van binnenlandsche
zaken en landbouw geantwoord:
Het is ondergeteekende bekend, dat in de
maand Februari door middel van eenden
kooien een groot aantal wilde eenden wordt
gevangen.
Met het oog daarop is het niet onwaar
schijnlijk, dat door de bepaling, dat de jacht
op wiide eenden tot 1 Februari is openge
steld, een aantal houders van eenden
kooien nadeel zal ondervinden.
Ondergeteekende is bereid, een onderzoek
naar den omvang van dat nadeel in e stel
len en te overwegen, in hoeverre in het be
lang van houders van eendenkooien een
wijziging in zijn eenmaal aangaande de
opening en sluiting der jacht genomen beslis
sing wenschelijk is.
Ingediend is een ontwerp van wet tot vast-
stelling van de begrooting van inkomsten
en uitgaven van het Staatsboschbedrijf voor
het dienstjaar 19-5.
Verwacht wordt, dat de gewone inkomsten
voor 1925 over het geheel iets hooger zullen
zijn, dan de raming voor 1924 aangeeft.
Het verliescijfer kon 42,648 lager worden
geraamd dan voor 1924.
Ik was met mijn vriend Karei Kwak op
visite geweest bij een wederzijdschen kennis
Een aardige huishouding Vader, moeder en
3 kinderen De oudste een meisje van 16,
dan een flinke knaap van 13, en eindelijk het
nakomertje van 7 iaar De laatste is vaders
naamgenooi en wordt misschien een tikje
verwend. De vrouw des huizes is wat zwak-
ies maar haar dochter helpt al aardig mee
in de huishouding en is vaders oogappel
Maar de grootste steun van alles en allen is
grootmoeder de moeder van den heer des
huizes een nog krasse en knappe dame van
even 60 jaar „Als wij die niet hadden,' zegt
de heer Havenaar di kwijls, „zou dal een tataal
ding zijn voor mijn huisgezin Moedei kan
alles van mij gedaan krijgen Als ei sprake
is van een sterke vrouw en van zich verdien
stelijk maken, dan staat moeder in het eerste
gelid I'
Wij hadden een prettig uurtie in dit gezin
doorgebracht en Karei bracht mij, na afloop
van het bezoek, naar huis en bleel nog een
oogenblik bij mij plakken, om een sigaartje te
rooken. Op één na mijn longste kwam ons
even goeden dag zeggen en vertelde meteen,
dat hij 's middags had gebiecht en van den
pater een prentje had gekregen „omdat hij zoo
goed opgepasi had' met de vermaning, om
op den ingeslagen weg voort te gaan
„Ja," zei Kwak, toen Jopie weer ver
dwenen was, „die biecht is van jullie Room-
schen toch wel een aardige uitvinding, vooral
vooi kinderen I'
„Hm," antwoordde ik, „dat woord „uit
vinding" zullen wij nu maar laten passee-
ren, maar ie zult moeten toegeven, dat de
biecht voor groote menschen even nuttig
en noodzakelijk is als voor kinderen. Mis
schien nog meer
„Nou ja,' hernam Karei, „ik bedoel, kin
deren kun ie gemakkelijk leiden.
Die vragen niet en denken niet na i Maar
als een mensch wat ouder en wijzer wordt,
stuit hem toch veel tegen de borst.... nou,
alia.... voor de nasleep! Ik heb tl tijd een
grooten tegenzin gehad tegen jullie aflaten I
Jawel, je koopt een aflaat enfttie
zonden zijn vergeven Ik heb wei eens hoo-
ren zeggen, ook de zonden die je nog be
drijven gaat maar dót heb ik toch nooit ge
loofd I"
„Daar heb ie heel verstandig aan gedaan,
lachte ik, „want ik merk al, dat ie van de af
laten niets afweet Vriend, een aflaat ver
geeft nooii een zonde i Dai doei alleen de
biecht of een volmaakt berouw Die schenken
ons weer Gods vriendschap, maar onthef
fen ons niet van de tijdelijke straffen, die
ook na de vergiffenis blijven bestaan. Dat
doen de aflaten Door de aflaten worden ons
de tijdelijke straffen geheel of gedeeltelijk
kwijtgescholden Maar nooit de eeuwige
straf, die het gevolg is der doodzonde
Denk daar we) aan En een aflaat wordt ook
nooit gekocht Men verricht de voorge
schreven gebeden en volbrengt meermalen
een goed werk I En het beste der goede
werken is toch zeker het geven van een
aalmoes I"
„Zoo," zei Kwak, „nou, enfin Maar dat
is dan nog al gemakkelijk 1 Met een paar
onze vadertjes of zoo iets. kun ie dus mis.
schien honderd of duizend taren vagevuur
alkoopen Dat is toch de bedoeling, meen ik
Dót noem ik nog eens meerwaarde-theorie
Wie verdient hier op aarde zóóveel goeds voor
zoo weinig moeitè
„Nu kom ie op het gebied der moreele-
financieele politiek der H. Kerk," zei ik- „De
R K kerk heeft een groote. zeg maar een
onuitputtelijke schatkist, waaruit zij naar
hartelust kan geven, zooveel zij wil Die
schatkist is en blijf' gevuld dooi de
overvloedige verdiensten der heiligen Die
hebben om zoo 'e zeggen veel meet op
gespaard dan zij noodig hadden, om hun
entrée in den hemel te betalen En wat er
van hun kapitaal overblijft, gaat in de schat
kist der kerk, en de Paus is daarvan de groot -
financiër I Heel eenvoudig, dunkt mij I Je
moest eens een paar boeken van mij meene
men, om een en ander te bestudeeren
Nu dat wilde Kwak wel, en met zijn boe
ken stapte hij op
Een paar weken later waren wij nogmaals
op bezoek bij de Havenaars, maar nu was
hei er niet zoo gemoedelijk als den vongen
keer Klein Jantje was erg ondeugend ge
weest, heel erg, en nog Koppig op den koop
toe 1 Dat liet vader niet over zich heen gaan
en Se kleine baas werd flink gestraft Hij
moest in de keuken blijven en vader wilde
niets meer van hem weten Hij mocht ook
met aan tafel mee eten en had het vooruit-
Zicht, zonder nachtzoen naar bed te worden
gestuurd Dót was toch wei wat heel erg I
Janties genoed werd verteederd, de tranen
kwamen los en het berouw knaagde aan het
geweten van den kleinen zondaar De meid
werd afgevaardigd naar de huiskamer, met
de boodschap dat Jantje erge spijt had.dat
hij heel zoet zou zijn en alles doen zou, wat
vader zou zeggen als vader maar weer
goed op Jantje werd en hem een nachtzoen
zou geven, en dan zou hij wel heelemaa1 alleen
naar bed gaan
Nu 'egen zoo iets is geen ouderhart be
stand Jantje mocht binnenkomen en viel
vader om den hals en daarna moeder en groot
moeder en allemaal
„Zoo," zei vader, „nu praten wij er met
meer over. Jantje is nu weer braaf en vader
houdt weer veel van Jantje, 't Zal zeker
nooit meer gebeuren Maarstraf moet
er zijn I Jantje mag Zondag niet met ons
mee naar het strand, maar moet thuis blij
ven bij Mientje in de keuken.
Dót was wat Maar de kleine vent scheen
al blij genoeg met vaders vergiffenis en terug
g wonnen liefde en Je straf werd zonder mor-
ien aanvaard Jantje ging zoet naar bed
Maar nu kwam Grootmoeder los 1 Zij
hield een heele pleitrede voor haar ïongsten
schat, wees op zijn echt berouw, stond voor
hem in, en wist het eindelijk zoover te
brengen, dat vader zei „Hoor eens, moeder,
tegen zoo'n advocaat moer iedereen het af
leggen U kunt met mij doen. wat u wilt
Wij hebben u hier in huis zooveel te danken,
dat ik u mets kan weigeren i Als Jantje aan
u een voorbeeld neemt, wordt het een kerel
van stavast l Zeg hem dan morgen maar, dat
hij Zondag 'ocb mee mag
Maar zoolang kon Grootmoe met wachten l
Zij verliet even later ongemerkt de kamer,
om Jantje nog in zijn bed de blijde tijding
mee te deelen De kleine baas viel grootmoe
om'jden hals en kuste haar. waar hij haar maar
raken kon.
„En hoor eens, Jantje," zei grootmoe, „je
hebt gister van mij een stuiver gekregen,
om een meuwen tol te koopen Weet je wat,
doe dat nu morgen in het missie-busje I Al
leen, omdat vader je de straf kwijtscheldt."
Nu dat wilde Jantje graag doen, en hij
deed het dan ook met een opgeruimd hart.
„Aardig, hè 1" zei Karei, toen wij naar
huis gingen.
Ik zou zoo zeggen die hebben slag van
kinderen opvoeden 1"
„Ja", zei ik, „echt!.... Maar heb e wel
opgemerkt, dat hier in het klein de geheele
leer der aflaten is afgespeeld Daar
had uu je een kleinen zondaar, die vaders
liefde had verloren.... Hij toom oprecht
berouw en krijgt daardoor vaders liefde terug.
Maar de straf de tijdelijke straf blijft be
staan. Hij is we! weer vaders jongen, maar
mag met mee uit Daardoor boet hij zijn
schuld uit. Maar nu wordt grootmoeder zijn
voorspreekster en grootmoeder heelt zoo
veel verdiensten, dat vader om harentwil de
geheele straf kwijt scheldt 1 kan het eenvou
diger En mooier En let nu wel
op, nu hebben wij Katholieken onze lieve
Moeder Maria, de gezegende Vrouw, de
moeder van Christus zelf Al telde de Room-
sche kerk geen één heilige, dan zou zij alleen
reeds zooveel verdiensten hebben, dat zij
voor alle zondaars in het krijt kon treden
Karei Kwak heeft mij meuwe boeker
gevraagd over de aflaten en de biecht.
J. F. NUIJENS.