6EM. BUiTENL. BERICHTEN.
LUCHTVERKEER.
KERK EN SCHOOL
KUNST EN KENNIS.
De erkenning van Rusland door Frankrijk: volgens rechts had Herriot
nooit de hand mogen drukken van moordenaars; links heerscht groote
vreugde; de „Humanité'' waarschuwt, dat de strijd wordt voortgezet.
Het Turksche standpunt In de kwestie van Mosoel.
Onder de Radio-berichten: De eerste uitslagen der Engelsche verkiezin
gen. Men verwacht successen voor de conservatieven.
FRANKRIJK ERXENT RUSLAND.
FEUILLETON.
hEt GEHEIM VAN EEN
HUURRIJTUIG
untw
Het telegram van Her
riot.
H-rriot heeft Dinsdag aan Rykow en
Iéjitsjerin het volgende telegram gezonden
Krachtens de ministerieele verklaring van
17 Juni 1924 en uwe mededeeling van 19
Juli 1924 erkent Frankrijk, daar een trouwe
vriendschap het Fransche en Russische volk
verbindt, van af heden de regeering der
Vereenigde Sovjetrepublieken als de regee
ring over de gebieden van het oude Russi
sche rijk, waar haar autoriteit is aanvaard
door de inwoners en in die gebieden als op
volger van de vorige Russische regeeringen.
Frankrijk is derhalve bereid om van af
heden de regelmatige diplomatieke betrek
kingen met de regeering der Vereenigde
Sovjetrepublieken aan te knoopen door het
wederkeerig uitzenden van ambassadeurs.
Met het ter uwer kennis brengen van
deze erkenning, die geen enkele verplich
ting of door Frankrijk geteekende verdra
gen zou kunnen aantasten, geeft de regee
ring van Frankrijk uiting aan haar geloof
in de mogelijkheid, dat tusschen onze beide
landen een accoord kan worden gesloten
waarvan de hervatting der diplomatieke
betrekkingen de inleiding is.
Frankrijk reserveert zich echter met klem
alle rechten, die Fransche burgers ontlee-
nen aan verplichtingen door Rusland of hen,
die tot zijn gebied behooren, onder vroe
gere regimes aangegaan, verplichtingen, waar
van de eerbiediging is verzekerd door alge-
meene rechtsbeginselen, welke voor ons
het richtsnoer voor het internationale leven
blijven.
Hetzelfde voorbehoud is toepasselijk op
de verplichtingen, die Rusland sedert 1914
jegens den Franschen Staat en de Fransche
burgers op zich nam.
In dezen geest heeft de Fransche regee
ring, om nog eens de belangen van den vre
de en de toekomst van Europa te dienen,
het voornemen om gezamenlijk te zoeken
naar een juiste en practische regeling, om
tusschen beide staten de noodzakelijke en
normale betrekkingen te herstellen, indien
het Fransche geweten voldoende zal kun
nen worden gerustgesteld.
Zoodra gij uwe toestemming zult hebben
gegeven tot de opening van de algemeene
cn meer speciaal tot de economi
sche onderhandelingen, zullen wij uwe ge
delegeerden met volledige volmacht, te Pa
rijs ontvangen, ten einde in onderhandeling
te treden.
Tot dat deze onderhandelingen tot een
goed einde zijn gebracht, zullen de verdra-
fen, conventies en regelingen, die tusschen
rankrijk of Fransche burgers en Rusland
hebben bestaan, nog niet van kracht zijn
de privaatrechtelijke betrekkingen die vóór
de instelling van het Sovjetbewind tusschen
Franschen en Russen bestonden, zullen
blijven gelijk zij tot nu toe waren, in afwach
ting van de regeling der financieele verre
kening tusschen beide staten.
Ten slotte moet overeengekomen worden,
dat van nu af non-interventie in binnen-
hndsche aangelegenheden regel zal zijn in
de verhouding tusschen beide staten.
Het telegram was geteekend Herriot.
Het Russische antwoord.
Het ministerie van buitenlandsche zaken
ontving op 29 October om kwart voor twee
's nachts het Russische antwoord, waarin
verklaard wordt, dat de Sovjet-regeering met
groote voldoening het voorstel van de Fran
sche regeering heeft ontvangen om ten volle
de geregelde diplomatieke betrekkingen te
hervatten door het wederzijdsch zenden van
ambassadeurs en om terstond onderhande
lingen te openen teneinde te komen tot vriend
schappelijke betrekkingen tusschen de Sov
jetrepubliek en Frankrijk. Verder wordt ver
trouwen uitgesproken, dat alle kwesties in
het telegram van den president van de Fran
sche republiek vermeld zullen geregeld kun
nen worden in volkomen overeenstemming
tusschen beide landen, daar bij beide de goe
de wil aanwezig is evenals de wil tot volko
men eerbiediging van de wederzijdsche be
langen. De Sovjet-regeering hecht er de
grootste waarde aan, dat alle misverstanden
tusschen Rusland en Frankrijk worden uit
den weg geruimd, dat tusschen hen een alge
meene overeenkomst tot stand komt, welke
kan dienen als stevigen grondslag voor
hun vriendschappelijke betrekkingen,
waarbij de Russische regeering zich laatlei-
den door haar voortdurende zorg om te ko
men tot een werkelijke waarborging van den
algemeenen vrede in het belang van het ar
beidende volk in alle landen en in vriend
schap te leven met alle volken.
Inzonderheid doet de Sovjetregeering het
ontzaglijke voordeel uitkomen, dat voor bei
de landen voortvloeit uit het aanknoopen
van nauwe en duurzame economische be
trekkingen, waardoor hun voortbrengende
krachten worden gesterkt evenals hun we
derzijdsche handel.
Evenals de Fransche regeering is de Rus-
sis ;he van oordeel, dat wederkeerige nietr
interventie in de binnenlandsche aangele
genheden onmisbare voorwaarde is voor de
betrekkingen met eiken staat in het alge
meen en met Frankrijk in het bijzonder. Met
voldoening heeft zij de desbetreffende ver
garingen van de Fransche regeering verno
men.
De Russische regeenng aanvaardt Parijs
als zetel voor de onderhandelingen en deelt
de Fransche regeering mede, dat zij den raad
van volkscommissarissen en het commissa
riaat van buitenlandsche zaken heeft opge
dragen alle noodige maatregelen te nemen
om zonder verwijl de onderhandelingen te
beginnen en deze te doen komen tot een
vriendschappelijke oplossing van de proble
men tusschen beide staten. Zij hoopt ten
zeerste, dat deze kwesties ten volle tot oplos
sing zullen worden gebracht in het belang
van beide landen en den algemeenen vrede.
Het stuk is geteekend door Kalenin, Ry-
koff en Tsjitsjerin.
De indruk in Frankrijk.
De erkenning van de Sovjetregeering,
welke door de ontvangst van het antwoord
van Moskou is beklonken, werd reeds te
lang voorzien dan dat zij nog eenige ver
rassing had kunnen veroorzaken. Ook zijn
r;eds zoovele andere staten voorgegaan, dat
deze erkenning nu niet zoo bijzonder sensa
tioneel is. Niettemin ontmoet ze in Frankrijk
heel wat commentaar, waarbij theoretische en
praktische argumenten kunnen worden on
derscheiden, op grond waarvan Kerriot voor
d/ze daad lof en blaam wordt toegevoegd.
Theoretisch overweegt voor de rechtsche
beoordeelaars de qualiteit van misdadigers
van de tegenwoordige Russische machtheb
bers. Volgens hun had Herriot nooit» een
hand mogen drukken, welke door zooveel
moorden bevlekt is. Dit wordt in de recht
sche pers te sterker op den voorgrond ge
bracht, aangezien men daar niet gelooft aan
mogelijke voordeelen voor Frankrijk van de
erkenning. De Fransche gezant te Moskou
zal niets kunnen doen, betoogt men, terwijl
de Russische ambassade te Parijs een prach
tige basis zal vormen voor een propaganda,
die de sovjets wel in hun antwoord uitslui
ten, maar waarmede ze natuurlijk dadelijk
krachtdadig zullen beginnen. Het voorbeeld
van Engeland doet doenst eenerzijds om te
betoogen, dat dit land, door de erkenning
volstrekt niet gebaat is, omdat na zeven
maanden onderhandelen nog geen bevredi
gend verdrag gemaakt is kunnen worden
anderzijds om aan de hand van den brief
van Zinowjew aan te toonen, dat men de
sovjets nooit en te nimmer vertrouwen kan.
De erkenning der sovjets is een dwaling van
Herriot, schrijft Pertinax, want door een
nieuwe impus te geven aan een kracht,
die Frankrijk vijandig gezind is, zal ze de
Fransche moeilijkheden in geheel Europa
vermeerderen.
Vermelding verdient in dit verband de
opinie van het werkgeversblad de „Journée
industrielle", waarin onder Romiers's pen
altijd interessante koel-zakelijk gehouden
beschouwingen voorkomen. Romier betreurt,
dat de erkenning niet eerder geschied is, ze
zou dan meer waarde hebben gehad, vooral
indien zij afkomstig was van een gematigd
Fransch ministerie, waarvan men niet den
indruk krijgen kon, dat het handelde onder
dwang van de Fransche bolsjewisten. Niet
temin was deze erkenning absoluut noodig,
omdat Frankrijk niet langer verwijderd kan
blijven van Moskou, dat, naarmate de Azia
tische gebeurtenissen zich ontwikkelen, een
steeds belangrijker waarnemingspost wordt.
De gekozen vorm van voorafgaande erken
ning is de juiste, omdat het gevaarlijk ge
weest zou zijn dadelijk uitgebreide „mar-
chandages" te beginnen, terwijl men nu door
de diplomatie eerst eens voorzichtig de kat
uit den boom kijken kan.
Links komt de verwachte groote vreugde
tot uiting. Herinnerd wordt hier aan het
geen vóór 1917 door Rusland voor Frankrijk
is gedaan. Door Rusland thans de marte
laarskroon af te nemen, waarmede het nog
steeds pronkte, neemt men een maatregel
van humaniteit, die tegelijk zeer handig is,
want ze ontneemt aan de bolsjewistische
agitatoren het voorwendsel van opgeschroef
de verontwaardiging, dat het voornaamste
element van een gemakkelijke campagne is.
Natuurlijk triomfeert de communistische
Humanité, die echter dadelijk waarschuwt,
dat de strijd doorgaat bij de taktiek van ge
welddadig optreden komt thans de diploma
tieke, maar dit verhindert volstrekt niet,
dat geweld nog zal worden gebruikt als de
omstandigheden daartoe gunstig zijn. De
sovjets hebben een nieuwen slag op het kapi
taal gewonnen, roept het blad geestdrif
tig uitde Fransche arbeiders moeten thans
krachtig voortwerken aan hun verdere tri
omfen.
In een onderhoud met de „Petit Pari-
sien" doet De Monzie, de voornaamste be
werker van de erkenning, uitkomen, dat
Frankrijk uitdrukkelijk alle rechten heeft
gereserveerd. Voor alles gaan de aanspraken
van de kleine spaarders, die indertijd hun
geld geleend hebben aan Rusland, omdat dit
bondgenoot was en ze het dus vertrouwden.
Hun belangen gaan nog vóór die van de
thans door de revolutie beroofde Franschen.
Men zal zich niet .tevreden stellen met een
theoretische erkenning van hun vorderingen
door Moskou, waaraan men weinig hebben
zou, maar moet trachten de sovjets materieel
belang bij betaling te geven door vast te
stellen, dat geen enkele nieuwe leening in
Frankrijk mogelijk is zonder dat aan de
kleine iuyaen net vertrouwen Is weerge
geven. Daarna komt het vraagstuk van de
slachtoffers der revolutie. Het is volstrekt
niet onmogelijk voor hen compensaties te
vinden, zooals trouwens wel blijkt uit het
feit, dat hun vertegenwoordiger Noulens met
de overige leden der commissie van voorbe
reiding eensgezind gebleken is. Het eenige
effect van de erkenning is echter voor-
loopig, dat men kan gaan onderhandelen
meme pour se disputer et discuter il faut se
connaitre ou se reconnaitre, les impossibili-
tés ont pris fin, les difficultés commencent.
Het „Journal" deelt mee, dat het ant
woord der sovjets oorspronkelijk begon met
„ond;r reserve van de bestaande feiten en
van de wetgeving des sovjets." Het feit, dat
die aanhef voor de tegenwoordige plaats ge
maakt heeft, bewijst welk een weg afgelegd
De verkiezingen in En
geland.
De verkiezingen hebben het gisteren met
het weer getroffen. Om zeven uur stonden
er al file's voor sommige stembureaux te
Londen.
De kortste verkiezingscampagne uit den
modernen tijd in Britannië is (aldus de Brit-
sche draadlooze dienst) Dinsdagavond ge
ëindigd toen bijna veertien honderd candi-
daten een laatste beroep op kun kiezers deden.
Er werd buitengewoon druk gestemd.
Bovendien is het aantal kiezers ingevolge
de dezen herfst vastgestelde nieuwe lijst
grooter dan verleden jaar, hetgeen in schier
ieder district van invloed is. Geraamd wordt,
dat de toeneming, vergeleken bij verleden
jaar, 422,000 is.
Gisteravond zouden er ongeveer 230 uit
slagen worden bekend gemaaktde uit
slagen voor de overige 334 zetels worden
eerst heden bekend gemaakt. (Er zijn naar
men weet een aantal leden bij enkele candi-
daatstelling gekozen, terwijl de uitslag der
universiteiten eerst later bekend wordt ge
maakt).
Het ware misleidend aldus de Britsche
draadlooze dienst verder eenigerlei de
finitieve conclusie ten aanzien der samen
stelling van het Lagerhuis te gronden op
de hedenavond bekend te maken uitslagen,
want zij hebben voornamelijk betrekking
op de steden welker belangen niet noodzake
lijkerwijs identiek zijn met die van de plat
telandsdistricten, die het leeuwendeel der
later bekend te maken uitslagen vormen.
In het laatste Lagerhuis waren deze 230
zetels als volgt verdeeld. Conservatieven
95, Labour 80. liberalen 54 en onafhanke-
lijken 4.
De premier bracht den dag van gisteren
evenals' andere candidaten, in zijn district
door. Hij is ietwat uitgeput na zijn krach
tige campagne en lijdt aan een lichte kwets
uur aan de rechterhand, die verzwikt is door
handdrukken van al te geestdriftige aan
hangers.
De geheime instructies
uit Moskou.
VTanus, de Engelsche communist, die
zitting heeft in het bestuur van de com
munistische Internationale, en wiens hand-
teekening naast die van Zinowjew en van
Kuusinen op het zoogenaamde Russische do
cument zou voorkomen, heeft aan Gregory;
die tijdens de afwezigheid van MacDonald
deze aangelegenheid behandelt, een brief ge
richt, waarin hij verzoekt om een fotografi
sche copie van den brief. Tegelijkertijd heeft
de secretaris van de Britsche communistische
partij, Inkpin, er bij den premier op aan
gedrongen, dat deze zijn invloed zal aanwen
den, opdat het Foreign Office aan het ver
zoek van MacManus zal voldoen.
Een oplossing voor de
quaestie van Mosoel
Volgens een bericht uit Brussel heeft Bran-
ting, de rapporteur van den Raad van den
Volkenbond inzake het grensgeschil van
Mosoel, een oplossing voor de moeilijkheid
gevonden, die bevredigend is voor beide par
tijen. Hij zou deze oplossing gisteren aan den
Raad voorleggen.
Aan de uiteenzetting van het Turksche
standpunt inzake de quaestie van Mosoel
door Fethi Bey, ontleenen wij, dat deze
zeide, dat toen te Moedros, op 30 October
1918, de conventie inzake den wapenstilstand
was geteekend, de Britsche troepen zich in
een linie bevonden, waardoor Mosoel en
andere plaatsen buiten de zone hunner be
zetting waren geplaatst. Doch de Britsche
bevelhebber, generaal Marshall, bezette,
ondanks die conventie, een groot gebied, dat
niet bezet was vóór de staking der vijande
lijkheden en waarbinnen ook Mosoel viel.
Turkije moest voor het geweld zwichten en
zich bepalen tot protesten tegen deze on
rechtmatig geachte bezettingen. Fethi Bey
verklaarde, dat geen der Britsche aanspra
ken, welke begonnen met die van generaal
Marshall en eindigden met de conclusie, ver
vat in de nota van 29 September j.l., werd
aanvaard door Turkije „of eenige waarde
heeft uit een oogpunt van recht." Er vie!
Z.i. evenwel niet aan te twijfelen, dat de
handhaving van den status quo van 24 Juli
1923, de datum der onderteekening van het
verdrag van Lausanne, bindend was voor
beide partijen. Toenmaals was Soelemania
niet door de Britsche troepen bezet, die pas
Rowandoez bezet hadden. Ook waren er en
kele afdeelingen te Zaho en Amadia. Ten
aanzien der bewering, dat de afwezigheid
van troepen in een bepaald gebied een vol
doende rechtvaardiging was om het te be
schouwen als buiten den invloed van den
souvereinen staat, deed Fethi Bey opmerken,
dat de Turksche staat evenals iedere andere,
niet iedere duimbreed van zijn gebied onder
militaire bezetting, behoeft te plaatsen ten
einde zijn buren te overtuigen dat al die
punten onder zijn invloed staan.
De bewering der Britsche regeering, dat
de linie, welke beide partijen zich op 30 Sep
tember te Genève plechtig verbonden had
den in acht te nemen, de'linie was door de
Britsche regeering in haar nota van 29 Sep
tember aangegeven, was volgens Fethi Bey
volkomen onjuist.
Tenslotte verklaarde hij, dat de vast te
stellen linie waarbij rekening werd gehouden
met alle elementen van het vraagstuk, door
Turkije getrouw zal worden geëerbiedigd.
14.
Gorby echter was op zijn post en had, op
een behoorlijken afstand, den blik onafge
wend op hem gevestigd.
Brian verliet het station en begaf zich
langzaam naar Flinderstreet, oogenschijnlijk
in gedachten verdiept. Toen hij tot Russel-
street genaderd was, wendde hij zich om, en
bleef stilstaan, alvorens hij bij het monu
ment van Burke en Will was, op dezelfde
plaats, waar het rijtuig in den nacht van den
moord op Wbyte, had stilgehouden.
„Ha, ha!" zeide de gerechtsdienaar bij zich
zelve, toén hij in de schaduw aan den over
kant der straat stond. „U gaat nog eens een
kijkje nemen, is het niet zoo? ik zou het
niet doen, als ik in uw plaats was, het
is gevaarlijk."
Fitzgerald bleef eenige oogenblikken op
den hoek staan, en sloeg toen de Collinstreet
fn. Toen hij aan de standplaats der rijtuigen
gekomen was, steeds vermoedende, dat hij
achtervolgd werd, nam hij tegenover de
Melbourne Club een rijtuig en reed weg in
de richting van Springstreet. Gorby was
eenigszins uit het veld geslagen op dien on-
verwachten zet; doch hurde zonder uitstel
een ander rijtuig, en beval den koetsier, het
perste te volgen, tot het stilhield.
„Wij kunnen beiden één spel spelen,"
zeide hij zich in het rijtuig achterover wer- j
pend, „en toch zal ik het winnen, hoe knap
u ook zijn mocht en knap bent u," ging
hij op verbaasden toon voort, toen hij in
het weelderig rijtuig om zich heen zag, „om
zulk een gemakkelijke plaats voor een
moord te kiezen; geen storing en genoeg
tijd, om te ontsnappen, nadat u uw misda
dig werk volbracht hebt; het is mij een waar
genoegen een snaak als u te achtervolgen;
tenminste veel liever dan mannen, die val
len als rijpe vruchten, en geen hersens heb
ben, om hun misdaad geheim te houden."
Terwijl de gerechtsdienaar in dier voege
zijn alleenspraak hield, was zijn rijtuig, het
spoor van zijn voorganger volgend, Spring
street doorgereden, en was spoedig Welling
ton Parade overgestoken in de richting van
East Melbourne. Het nam toen wèer een
wending naar Powlettstreet, waarmee Gorby
zeer was ingenomen.
„Toch niet zoo geslepen als ik dacht,"
sprak hij tot zich zelve, „gaat regelrecht 'op
zijn nest af zonder eenige poging te doen,
om op te houden."
„Kijk eens mijnheer," schreeuwde Gorby's
koetsier, door het portier in de koets glu
rend, „hoe lang moet dat spelletje nog du
ren? Mijn knol is totaal afgemat, ja zeker,
en hij kan bijna niet meer op zijn pooten
staan."
„Vervolg uw weg!" antwoordde de ge-
NIET MEER CHRISTIANIA MAAR
OSLA.
Aan de gezanten in het buitenland is op
dracht gegeven er de aandacht op te vestigen,
dat ingevolge de wet van 11 Juli 1924 de
hoofdstad van Noorwegen met ingang van
1 Januari Osla zal heeten en dat de naam
Christiania met 31 December officieel ver
valt.
DUITSCH-AMERIKA.
De New Yorksche correspondent van de
Londensche „Times" meldt dat de beman
ning van de Z.R. 3, de Zeppelin die van Frie-
drichshafen naar Lakehurst vloog, tot de
eeregasten behoorde van de Vereenigde Duit
sche vereenigingen van New York, die een
„Duitschen Dag" vierden ter gelegenheid
van haar 25-jarig bestaan. Vijfduizend men-
schen zongen geestdriftig „Deutschland über
alles". De Amerikaansche vlag en de Duit-
sche vlag van het oude keizerrijk waren naast
elkander gedrapeerd. De redevoeringen wer
den in het Duitsch gehouden. En tusschen
beide vlaggen zweefden een zilveren Zeppe
lin met het opschrift „In vriendschap ver
eend,"
DE BURGEROORLOG IN CHINA
Een proclamatie van maarschalk Tsi Hsieh
Yoean deelt mede, dat de militaire gouver
neurs van Kiangsoe, Anhoei, Tsjekiang en
Foekien, en feitelijk de geheele Chineesche
vloot hebben besloten Woe Pei Foe te steu
nen.
De proclamatie stelt het verraad van Feng
Yoe Siang aan de kaak.
Een Reuter-telegram uit Tientsin meldt,
dat Woe Pei Foe niet bezig is op te rukken
(naar Peking). Er zijn aanwijzingen, dat er
geen slag aanstaande is en dat Woe Pei Foe
op bepaalde beloften van bevriende provin
cies wacht. De oudste consul te Tientsin
heeft de aandacht van Woe Pei Foe geves
tigd op het protocol, waarbij het verboden is
troepen te hebben in de nabijheid van Tient
sin.
De troepen van Tsjang Tso Lin hebben
door een flankbeweging Roenstjau bedreigd,
waarop de troepen van Tsjili begonnen te
rug te trekken. Ongeveer 20.000 hunner
trokken door Loeantsjau. Het overige deel
der troepen van Tsjili is blijkbaar omsin
geld en zal zich moeten overgeven. De terug
trekkende troepen bezetten een nieuwe stel-
1 n aan het Loataikanaal, waar de troepen
van Woe Pei Foe sedert eenige dagen loop
graven aan het aanleggen zijn.
EEN JAAR NA DE JAPANSCHE
AARDBEVING.
Het „Overseas Magazine of Travel" „Ja
pan" heeft een speciaal nummer uitgegeven
„One Year after Edition", gewijd aan den
opbouw van Tokio sinds September 1923,
In artikelen van verschillende leidende per
soonlijkheden in Japan, wordt van allerlei
over de hoofdstad medegedeeld. Zoo ver
telt de burgemeester van Tokio, Hideiiro
Nagata, dat men bezig is om de hoofdstad
tof een moderne stad te herbouwen. Reeds
vóór de aardbeving was een plan tot recon
structie der stad ontworpen door de ver
woesting in 1923 is de uitvoering er van ver
haast, men hoopt er geheel mee gereed te
Zijn in 1928. De directeur van de havenwer
ken verhaalt van de plannen, ontworpen tot
herstel van de havens, die grootendeels nog
uitgevoerd moeten wordenJohn Ste
wart Happer geeft een overzicht van kunst
schatten, die in de vlammen te loor gingen,
in 't bijzonder van de teekeningen van Oeta-
moro en Hanoenoboe. Alle artikelen zijn met
mooie foto's ge llustreerd foto's van ge
bouwen, stadswijken, kunstvoorwerpen enz.
Dé aflevering wordt geopend met een arti
kel van den minister van binnenlandsche za
ken Kijoero Shidèhara, over The Impera
tive1 Need of Thinking Internationally."
DOOR DE LUCHT NAAR INDIË.
De Balkancorrespondent van de „N. R.
Ct." schrijft d.d. 22 October:
In de vakkringen te Sofia wordt het opti
misme van Guilonard, betreffende de moge
lijkheid het vliegtuig ter plaatse vóór 15
Noveniber d. i. o'nnen drie weken
zoodanig te herstellen, dat het gerust den
heelen tocht tot Batavia zal kunnen volvoe
ren, over het algemeen niet gedeeld. Men
meent, dat Guilonard en de vliegers te wei
nig er mede rekening houden, dat toestanden
en verhoudingen hier in vele opzichten an
ders zijn dan in hun land.
Vooreerst betwijfelt men, of motor en ver-
wisselstukken wel zoo vlug naar de plaats
zullen kunnen worden vervoerd, als de vlie
gers blijkbaar schijnen aan te nemen. Men
kan dergelijke omvangrijke en zware voor
werpen niet als bagage meenemen in den
Simplon-express en evenmin in den snel
trein naar Konstantinopel. En wanneer ze
als'ijlgoed men den meesten spoed worden
vervoerd, dan duurt naar de ervaring heeft
geleerd, het transport door de verschillende
landen, welke moeten /orden gepasseerd,
die, elk hun bijzondere chicanes en sleur heb
ben, zonder eenig aanzien des persoons of
der zaak, op zijn minst al eenige weken.
Het denkbeeld en aanbod door eenige
ondernemende jongelui te Utrecht aan de
hand gsdaan, om het 1 enoodigde per vracht
auto over te brengen, zou in den zomertijd
waarschijnlijk wel aanbevelenswaard zijn ge
weest. Nu zijn echter met name in Zuid-
Slavië, de weg< daartoe reeds te door
weekt. Juist is nu ook het spoorwegverkeer
in Servië reed- weer al drie dagen onder
broken, wegens hevige overstroomingen. We
zijn namelijk nu in deze streken in den
kwaden moesson, den tijd van slagregens en
stormen, in afwachting van zwaren sneeuw
val. Wegen en akkers werden daardoor na
genoeg onbegaanbaar; een sterke kleverige
papmassa, waarin men zijn waterlaarzen
haast verliest
Het tweede dergelijke seizoen is van half
April tot half Mei, als de sneeuw overal
smelt, en daardoor min of meer noodlottige
rechtsdienaar ongeduldig, „ik zal u goed be
talen!"
De ijver des koetsiers werd door deze ver
zekering niet weinig opgewekt, en door de
macht der vleitaal en het technisch gebruik
der leidsels, slaagde hij er in, zijn afgemar
teld paard in goeden gang te houden.
Omstreeks dien tijd waren zij tot Fitzroy
genaderd, waarna de beide rijtuigen den weg
door Gertrudestreet naar Nicholsonstreet
insloegen; vervolgens door Evelyn- en
Springstreet, tot Brian's koets aan den hoek
van Collinsstreet stilhield. Gorby zag hem
uitstappen en den koetsier wegzenden. Hij
zelf ging toen de straat in en verdween in
Treasury Gardens.
„Ik sta er verstomd van," sprak de ge
rechtsdienaar, toen hij eveneens uitstapte en
de vracht betaalde, die hem geenszins mee
viel, doch waaromtrent hem den tijd tot
onderhandelen ontbrak, „wij hebben een
cirkel gevormd, en ondanks alles, geloof ik
waarlijk nog, dat hij in Powlettstreet
woont."
Hij ging de Gardens door en zag, dat Brian
oen niet onbelangrijken voorsprong had en
met versnelden pas liep. De maan
I scheen helder en hij kon Fitzgerald gemak
kelijk door zijn lichten jas onderscheiden
Hij ging door de laan met olmen, vervol
gens langs Wellington Parade, en sloeg den
weg in naar Powlettstreet, waar hij stil
hield voor een huis bij Cain's Memorial
Keck, tot niet geringe verlichting van Mr.
Gorby. Hij hield zich echter goed in de
schaduw en zag Fitzgerald een laatsten blik
om zich heen werpen, alvorens hij het huis
betrad. Toen nam Mr. Gorby nauwkeurig
het huis op en prentte de plaatselijke ge-
j steldheid van hetzelvé goed in zijn geheu-
gen, daar hij voornemens was, er den vol
genden dag een bezoek af te leggen „Het
geen ik nu te doen heb," sprak hij, terwijl
hij langzaam naar Melbourne terugliep, „is
zijn huisjuffrouw te spreken, als hij uit is, en
uit te vorschen, welk uur hij in den nacht
van den moord thuiskwam. Als het overeen
komt met den tijd, dat hij uit Rankins
koets stapte, zal ik een bevel van gevan
genneming trachten te verkrijgen en hem
doodeenvoudig arresteeren."
NEGENDE HOOFDSTUK.
In weerwil van zijn langdurige wandeling
en nog langeren rit, sliep Brian dien nacht
niet al te best.
j Hij bewoog zich heen en weer en draaide
j zich om, hij kon niet inslapen en moest
steeds aan Whyte denken. Tegen het aan
breken van den dag, toen de eerste flauwe
morgenstralen door de Venetiaansche blin
den heendrongen, verviel hij in een soort
onrustige sluimering, door akelige droomen
afgewisseld. Hij dacht, dat hij in een rij
tuig reed, toen hij eensklaps bemerkte, dat
Whyte naast hem zat, in een wit gewas-
schen laken gedost, hem met akelige vroo-
lijkheid aangrijzend en bespottend. Toen
j ging de koets over een omheining en viel
■overstroomingen worden veroorzaakt. Dan
droogt echter alles spoedig op, dank zij de
dan reeds sterk warmende zon.
Blijft het voortdurend droog hetgeen
niet aan te nemen is dan kan ook het
rijstveld geheel doorgroefd met greppels
van een halven meter tot één meter diepte
voor de irrigatie droog en betreedbaar
blijven. Na een paar flinke regens zooals
die nu dagelijks te verwachten zijn wor
den de greppels doorgespoeld en wordt het
veld een drassige modderpoel; terwijl ook
de landweg erheen niet meer voor vrachten
van eenig gewicht zal zijn te gebruiken.
Wegvliegen van zulk een land is dan niet
mogelijk. Trouwens, ook wanneer de bodem
betrekkelijk droog en hard blijft, zal die eerst
over een aanmerkelijken afstand moeten
worden gelijk gemaakt of met planken wor
den belegd, om starten te veroorloven.
Om al die redenen blijft men in de vak
kringen te Sofia van oordeel, dat het het
beste zou wezen den tocht tot het volgend
seizoen uit te stellen, dien dan te onderne
men met een geheel nieuw vliegtuig, het nu
gestrande uit elkaar te nemen, wanneer het
weer en de staat van de plaats, waar het ligt,
het toelaten, en de stukken dan desge-
wenscht van Boergas uit per boot naar Am
sterdam terug te zenden.
JAVASCHOLEN.
Een missie-vriend en goed kenner van Ja
vaansche toestanden schrijft aan den Secr.
van het Utr. Missie-comité:
Thuis gekomen van de reis, is mijn eerste
werk U nogmaals van harte te danken voor
Uwe vriendelijke ontvangst en de mooie gift
voor de school van Solo/Moge Uwe bijdrage
de rij openen van eene lange reeks ten bate
van de op te richten Javaansche Scholen te
Soerakarta.
Dringend toch is daar de nood. Er zijn te
Solo ruim 125 duizend Javanen, in de stad
alleen, en die tienduizenden zijn geen on
beschaafde wilden en ook geen fanatieke
Javanen. Ze zijn Hindoe-Javaansch van ge
loof, zooals ook allen aan 't Hof van den
Sultan en in de omgeving van den Kraton
en de Astana van den Mangkoe Negara en
in het familieleven van het volk.
De protestantsche zending is te Solo tot
grooten bloei gekomen, ze heeft er scholen
niet alleen voor de Europeanen, maar nog
meer voor de Javanen, met Hollandsch, Ja-
vaansch en Maleisch als voertaal. Ze heeft
er een hospitaal, een internaat voor Javaan
sche meisjes en nog zooveel meer, dat de
Kath. Missionaris nog als toekomst-idealen
moet beschouwen.
Het socialisme tiert ook hier temidden van
de verouderde, afbrokkelende resten van een
roemrijk patriarchaal verleden; de Theoso-
phie vindt hier een rijken bodem op het
weelderige Aziatisme.
En toch, er is voor ons iets grootsch te
doen daar in Solo. Katholieke, jeugdige Jav.
onderwijzers staan gereed om de kinderen
van hun volk te brengen tót den Goddelijken
kindervriend, om hun apostolisch werk te
beginnen met het vuur van hun jong ver
worven, maar zoo diep gewaardeerd geloof.
Ze smeeken om te mogen arbeiden. Er zijn
duizenden zielen te winnen voor Chris
tus.... maar er is geen geld. De nood is
dringend; indien niet spoedig hulp komt,
wordt de mooie blanke zielenoogst gemaaid
door handen, die ze in vreemde schuren op
tassen.
Zou Katholiek Nederland, dat zoo mild
dadig de 'Missiën in den vreemde bedeelt,
koud kunnen staan tegenover deze in de
toekomst zoo ingrijpende zaak? Is het Kath.
belang van Indië niet in geestelijk en mate
rieel opzicht het belang van Kath. Neder
land?
Hier is nog geld, Goddank, Ook voor dezen
nood. Zou Holland niet een paar scholen
kunnen schenken voor deze oude Keizer
stad? Zoo'n Jav. school kost slechts enkele
duizenden guldens, en de oogst is onmiddel
lijk een rijke. Elke missieschool die geopend
wordt, loopt onmiddellijk vol leerlingen.
Dit beschaafde, innerlijk godsdienstige volk
tot Christus te leiden met slechts 't offer
van z'n overvloed, gaat dat boven de krach
ten van Kath, Apostolisch Nederland?
Ik hoop toch zoo van harte dat men wel
willend kennis neemt van den toestand in
Solo en dat men geld zendt om in die stad
en haar omgeving scholen op te richten, om
zielen, honderd duizenden zielen te winnen
voor Christus.
Aan de dringende bede van dezen oogge
tuige valt niet veel toe te voegen: voor wat
geld zijn daar op ons eigen Java jonge
Christenen te kweeken, vele en vrome jonge
Christenen, in de toekomst weer vaders en
moeders van heele Christen-geslachten. Die
enkele duizenden guldens zijn bijeen te bren
gen. Wat de Protestanten en de Theosophen
kunnen, kunnen wij, Katholieken dat niet?
Zullen we onze Javaansche broeders, van
nature zoo goed, daar overlaten aan het
verwordend Protestantisme en de trooste-
looze Theosophie? Het gaat hier werkelijk
om groote belangen voor Indië, voor eigen
vaderland, voor tienduizenden jongelieden,
die goede Katholieken worden, als wij voor
scholen zorgen, maar voor de Kerk verlo
ren zijn, als wij niet spoedig helpen.
Gaarne zal de secretaris van het Utrecht-
sche Missie-Comité, Prof. G. Voskuilen,
Seminarie Culemborg, giften in ontvangst
nemen, om te Solo op Java scholen op le
richten. Dat is een prachtig doel, waarvan
de zegenrijke gevolgen verzekerd zijn. Wie
met bovengenoemde kenner van Indië per
soonlijk in relatie wenscht te treden, kan
zijn adres bij den secretaris van het Utr.
Missie-Comité te Culemborg vernemen. Men
zal van kennismaking geen spijt hebben.
HET UTRECHTSCHE MISSIE-
COMITE..
T. O. J, A.
Men schrijft ons uit Amsterdam:
Men weet nu reeds allerwegen te Am
sterdam, wat deze letters beteekenen, maar
daarbuiten zal het nog niet overal zijn door
gedrongen, dat ze de afkorting zijn voor
„Tentoonstelling op Jeugdgebied Amster
dam". Toch is dit noodig, daar het Comité
erop gerekend heeft, dat de bezoekers ook
van elders zullen komen kijken, wat de 200G
knapen onzer 21 Patronaten zooal konden
leveren. Het doel der tentoonstelling is im
mers in de eerste plaats het maken van pro
paganda voor het jeugdwerk, het bekend
maken van alles wat er reeds op dat gebied
door katholiek Amsterdam is gedaan.
In het Patronaatsgebouw aan de St. Wil-
librordusstraat zal daarvan tusschen 15 en
23 November een hoogst interessante getui
genis worden gegeven. Men zal daar te zien
krijgen cartonnagewerk, bindwerk, snij- en
zaagwerk, vlechtwerk, boetseer- en koper
werk; verder de werkstukken, die de jongens
welke reeds een vak beoefenen, hebben in
gezonden, hun teekenstudies, hun verzame
lingen eigen werk en de producten van hun
vrije liefhebberijtjes. Belangrijk zullen ook
zijn de inzendingen van leer- en ontspan
ningsmiddelen, de resultatenstatistiek van
't handels- en teekenonderwijs, de Arbeids
beurs en ten slotte van de bemoeiingen in
zake de beroepskeuze. Dat alles zal worden
getoond in een keurige en smaakvolle om
geving, waarvoor een' kundig jong architect,
de heer G. A. M. Loogmans, zijn uitvoerders
zorgvuldig heeft uitgekozen. Een attractie
zal ook geboden worden door een zending
van het zielkundig Bureau voor Beroeps
keuze te Utrecht, waarbij de leider dezer
instelling, de heer G. D. Zegers, de wering
der verschillende toestellen zal demonstree-
ren voor elk belangstellend bezoeker. Hier
voor dient de bibliotheekzaal van het ge
bouw.
Het bezoek bij avond heeft de T.O.J.A..
Commissie aantrekkelijk gemaakt door d<
bovenzaal van het gebouw op bijzondere
wijze in te richten voor ontspanning. Men
zal er van muziek, zang, voordrachten, goo-
cheltoertjes, clownerieën en dergelijke at
tracties kunnen genieten en opdat alles op
hoog peil en in volkomen zekerheid voor
het welslagen zal staan, is de leiding van dat
cabaretwerk toevertrouwd aan den heer
Vincent Berghegge. Eenige jonge dames zul
len voor de bediening zorgen. Voor de jon
gens en hun ouders, en wie er verder ge
bruik van zullen maken, is in de week vóór
en tijdens de T.O.J.A. de groote zaal van het
St. Josephsgezellenhuis aan de Stadhouders
kade in gebruik genomen voor uitvoeringen
en wedstrijden op het gebied van tooneel,
gymnastiek, zang en muziek uitgevoerd door
patronaatsjongens.
Men zal begrijpen, dat de regeling van dit
alles heel wat zorgen en hoofdbreken kost
en dat daarbij ook gerekend moest worden
op een algemeene waardeering door katho
liek Amsterdam op de eerste plaats, en van
al onze patronaatswerkers in de nabijheid
op de tweede.
Op de jongste vergadering had men nog
maar één zorg, n.l. of er wel voldoende
ruimte zou zijn in de groote gymnastiekzaal,
om het publiek te doen circuleeren. Men
hoopte evenwel, dat de duizenden bezoe
kers, die te wachten zijn, zich van zelf eeni-
germate over de uren van den dag en den
avond zullen verdeelen en men niet zal
wachten tot de laatste dagen der T.O.J.A.-
week, die op den vastgestelden datum moet
eindigen.
Voor de distributie van entrée-kaarten
kan men zich wenden tot den heer W. Ver
meulen, Westerstraat 91, tel. 41704, die ook
op aanvraag zorgt voor toezending van het
fraaie reclameplakkaat.
Voorzitter van den Amst. R. K. Patrona-
tenbond is thans pastoor J. W. B. van Heel
O. F. M., terwijl de tentoonstellingscom
missie onder leiding staat van kapelaan L.
Oudejans,
Eere-comité.
Van hoeveel belang deze onderneming
wordt beschouwd, moge blijken uit de vol
gende lijst van notabelen, die zich hebben
gevormd tot een eere-comité:
Ch. Ruys de Beerenbrouck, Minister-Pre
sident, 's-Qravenhage;
W.' de Vlugt, Burgemeester van A'dam.
P. Stroomer, Déken van Amsterdam;
Mr, A. I. M. J, baron van Wijnbergen,
Voorzitter Ned. Jeugdraad, Utrecht;
Rector W. L. van Adrichem, Centraal
President der Sint Josephsgezellen-Vereeni-
ging, Amsterdam;
Pastoor C. H. Bramlage, Amsterdam;
Rector A. J. Brouwers, voorzitter van den
Bond van Jongenspatronaten in het Bisdom
Breda, te Hulst;
J. B, van Dijk, Lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, te Amsterdam;
Prof. dr. Jac. van Ginneken S. J., te Nij
megen;
Prof. P. G. Groenen, te Warmond;
Pastoor W. H. de Grijs, secretaris van het
Centraal Comité tot bevordering van Patro-
naatsbelangen in Nederland, te Uithoorn;
Pastoor B. v. d. Hagen, Voorzitter Centr.
Comité tot bevordering van Patronaatsbe.
langen, te Helmond;
L. J. M. Hazelzet, Hoofdredacteur van „Da
Maasbode" te Rotterdam;
Rector J. G. Jansen, Voorzitter der Inter
diocesane Jeugdcommissie, te Amsterdam;
Pastoor J. G. van Kelckhoven, Oud-Voor
zitter van den R. K. Patronatenbond, te Am
sterdam;
Mr. G. C. J. D. Kropman, Voorzitter der
K. S.' A., Amsterdam;
Alph. Laudy, Hoofdredacteur van „De
Tijd", Amsterdam;
Aug. H. M. C. Lindner, Voorzitter van den
Bijzonderen Raad der St. Vincentius-Veree-
niging, Amsterdam.
Pastoor J. M. Lucassen, Voorzitter van
R. K. Juvenaat in het Bisdom Haarlem, te
Halfweg;
H. Raëskin, Voorzitter van het St. Vin-
centius-schoolbestuur, te Amsterdam;
Prof. dr. F. Roels, te Utrecht;
Mr. Ch. P. Romme, vice-voorzitter van het
St. Vincentiusschoolbestuur, te Amsterdam;
Pastoor F. W. de Rooij, te Amsterdam;
W. A. Schade van Westrum Hzn., secre
taris van het St, Vincentiusschoolbestuur, te
Amsterdam;
Dr. N. P. van Spanje, Directeur O. L,
Vrouwe Gasthuis, te Amsterdam;
Mgr. W. van Stee, Eere-Voorzitter van
het R. K. Juvenaat, te Voorburg;
Pastoor J. A. Verheggen, Voorzitter Pa
tronatenbond in Limburg, te Spekholzer-
heide;
B. H. Vroom Wzn., Penningmeester St,
Vincentiusschoolbestuur, te Amsterdam;
Ferd. Wierdels, Wethouder van Amster
dam,
van een ontzaglijke hoogte neer, zoodat hij
met een luiden gil ontwaakte en ontwaarde,
dat de dag was aangebroken. Vergeefs was
zijn poging, om nog langer te kunnen sla
pen, hij stond dus met een zwaren zucht
op en nam een bad, daar hij zich door on
rust en behoefte naar slaap, moedeloos
en afgemat gevoelde. Het had een weldadi-
gen invloed op zijn gestel, daar het koude
water hem opfrischte en zijn krachten eeni-
germate herstelde. Toch kon hij niet nala
ten, een kreet van verbazing te slaken,
toen hij, zijn gelaat in den spiegel aan
schouwde en zag hoe verouderd en verwil-
wilderd hij scheen.
„Een aangenaam leventje ga ik tegemoet,
als de zaken zoo doorgaan," sprak hij bit
ter, „ik wenschte, dat ik Whyte nooit ge
zien of géhoord had."
Hij kleedde zich echter zorgvuldig aan,
want Brian was iemand, die nimmer zijn
toilet veronachtzaamde, al mocht hij zich
ook nog zoo onrustig en slecht geluimd ge
voelen. Maar ondanks alle pogingen, om zich
van zijn droefgeestigheid te ontdoen en een
vroolijk uiterlijk te vertoonen, was zijn
huisjuffrouw ontsteld, toen zij ontwaarde,
hoe verwilderd en bleek zijn anders zoo
regelmatige gelaatstrekken waren.
Deze hospita was een klein vrouwtje,
met een geel gerimpeld aangezicht, zij zag
er zoo verdroogd en broos uit dat vreem
den tegen wil en dank de meening moesten
toegedaan zijn, dat het haar geen kwaad
zou doen, indien zij een jaartje in het water
werd geweekt, om haar een weinig zachter
te maken. Bewoog zij zich, dan ontstond
een licht geknapper en wanneer men haar
gekrompen ledematen beschouwde, zweefde
men voortdurend in de vrees, dat zij zou
den afbreken, gelijk de takken van een doo-,
den boom. Als zij sprak geschiedde het met
een luide, schrille stem, gelijk een krekel;
en wanneer zij in haar bruin zijden japon
gekleed was, hetgeen met haar vorm en
haar schraal lichaam in volmaakte overeen
stemming was, had zij met dat beestje een
treffende gelijkenis. Zij knapperde in Brian's
zitkamer met den „Argus" en de koffie en
een trek van medelijden vertoonde zich op
haar hardvochtig gelaat, toen zij zijn ver
ouderde gelaatstrekken zag.
„Maar, mijn beste mijnheer," tjilpte zij
met haar heesche stem, haar last op de ta
fel plaatsende, „bent u niet goed in orde?"
Brian schudde het hoofd.
„Behoefte aan slaap, ziedaar alles, Miss
Sampson," antwoordde hij, den „Argus" ter
hand nemend.
„O, dat komt, omdat u niet genoeg bloed
in het hoofd hebt," zeide Miss Sampson
gewichtig, want op het gebied van gezond
heid had zij haar eigen zienswijzen. „Als
men geen bloed genoeg heeft, dan kan men
den slaap ook niet te pakken krijgen."
iWordt vervolgd.)