6EM. BUiTENL. BERICHTEN. LUCHTVERKEER. KERK EN SCHOOL KUNST EN KENNIS. De erkenning van Rusland door Frankrijk: volgens rechts had Herriot nooit de hand mogen drukken van moordenaars; links heerscht groote vreugde; de „Humanité'' waarschuwt, dat de strijd wordt voortgezet. Het Turksche standpunt In de kwestie van Mosoel. Onder de Radio-berichten: De eerste uitslagen der Engelsche verkiezin gen. Men verwacht successen voor de conservatieven. FRANKRIJK ERXENT RUSLAND. FEUILLETON. hEt GEHEIM VAN EEN HUURRIJTUIG untw Het telegram van Her riot. H-rriot heeft Dinsdag aan Rykow en Iéjitsjerin het volgende telegram gezonden Krachtens de ministerieele verklaring van 17 Juni 1924 en uwe mededeeling van 19 Juli 1924 erkent Frankrijk, daar een trouwe vriendschap het Fransche en Russische volk verbindt, van af heden de regeering der Vereenigde Sovjetrepublieken als de regee ring over de gebieden van het oude Russi sche rijk, waar haar autoriteit is aanvaard door de inwoners en in die gebieden als op volger van de vorige Russische regeeringen. Frankrijk is derhalve bereid om van af heden de regelmatige diplomatieke betrek kingen met de regeering der Vereenigde Sovjetrepublieken aan te knoopen door het wederkeerig uitzenden van ambassadeurs. Met het ter uwer kennis brengen van deze erkenning, die geen enkele verplich ting of door Frankrijk geteekende verdra gen zou kunnen aantasten, geeft de regee ring van Frankrijk uiting aan haar geloof in de mogelijkheid, dat tusschen onze beide landen een accoord kan worden gesloten waarvan de hervatting der diplomatieke betrekkingen de inleiding is. Frankrijk reserveert zich echter met klem alle rechten, die Fransche burgers ontlee- nen aan verplichtingen door Rusland of hen, die tot zijn gebied behooren, onder vroe gere regimes aangegaan, verplichtingen, waar van de eerbiediging is verzekerd door alge- meene rechtsbeginselen, welke voor ons het richtsnoer voor het internationale leven blijven. Hetzelfde voorbehoud is toepasselijk op de verplichtingen, die Rusland sedert 1914 jegens den Franschen Staat en de Fransche burgers op zich nam. In dezen geest heeft de Fransche regee ring, om nog eens de belangen van den vre de en de toekomst van Europa te dienen, het voornemen om gezamenlijk te zoeken naar een juiste en practische regeling, om tusschen beide staten de noodzakelijke en normale betrekkingen te herstellen, indien het Fransche geweten voldoende zal kun nen worden gerustgesteld. Zoodra gij uwe toestemming zult hebben gegeven tot de opening van de algemeene cn meer speciaal tot de economi sche onderhandelingen, zullen wij uwe ge delegeerden met volledige volmacht, te Pa rijs ontvangen, ten einde in onderhandeling te treden. Tot dat deze onderhandelingen tot een goed einde zijn gebracht, zullen de verdra- fen, conventies en regelingen, die tusschen rankrijk of Fransche burgers en Rusland hebben bestaan, nog niet van kracht zijn de privaatrechtelijke betrekkingen die vóór de instelling van het Sovjetbewind tusschen Franschen en Russen bestonden, zullen blijven gelijk zij tot nu toe waren, in afwach ting van de regeling der financieele verre kening tusschen beide staten. Ten slotte moet overeengekomen worden, dat van nu af non-interventie in binnen- hndsche aangelegenheden regel zal zijn in de verhouding tusschen beide staten. Het telegram was geteekend Herriot. Het Russische antwoord. Het ministerie van buitenlandsche zaken ontving op 29 October om kwart voor twee 's nachts het Russische antwoord, waarin verklaard wordt, dat de Sovjet-regeering met groote voldoening het voorstel van de Fran sche regeering heeft ontvangen om ten volle de geregelde diplomatieke betrekkingen te hervatten door het wederzijdsch zenden van ambassadeurs en om terstond onderhande lingen te openen teneinde te komen tot vriend schappelijke betrekkingen tusschen de Sov jetrepubliek en Frankrijk. Verder wordt ver trouwen uitgesproken, dat alle kwesties in het telegram van den president van de Fran sche republiek vermeld zullen geregeld kun nen worden in volkomen overeenstemming tusschen beide landen, daar bij beide de goe de wil aanwezig is evenals de wil tot volko men eerbiediging van de wederzijdsche be langen. De Sovjet-regeering hecht er de grootste waarde aan, dat alle misverstanden tusschen Rusland en Frankrijk worden uit den weg geruimd, dat tusschen hen een alge meene overeenkomst tot stand komt, welke kan dienen als stevigen grondslag voor hun vriendschappelijke betrekkingen, waarbij de Russische regeering zich laatlei- den door haar voortdurende zorg om te ko men tot een werkelijke waarborging van den algemeenen vrede in het belang van het ar beidende volk in alle landen en in vriend schap te leven met alle volken. Inzonderheid doet de Sovjetregeering het ontzaglijke voordeel uitkomen, dat voor bei de landen voortvloeit uit het aanknoopen van nauwe en duurzame economische be trekkingen, waardoor hun voortbrengende krachten worden gesterkt evenals hun we derzijdsche handel. Evenals de Fransche regeering is de Rus- sis ;he van oordeel, dat wederkeerige nietr interventie in de binnenlandsche aangele genheden onmisbare voorwaarde is voor de betrekkingen met eiken staat in het alge meen en met Frankrijk in het bijzonder. Met voldoening heeft zij de desbetreffende ver garingen van de Fransche regeering verno men. De Russische regeenng aanvaardt Parijs als zetel voor de onderhandelingen en deelt de Fransche regeering mede, dat zij den raad van volkscommissarissen en het commissa riaat van buitenlandsche zaken heeft opge dragen alle noodige maatregelen te nemen om zonder verwijl de onderhandelingen te beginnen en deze te doen komen tot een vriendschappelijke oplossing van de proble men tusschen beide staten. Zij hoopt ten zeerste, dat deze kwesties ten volle tot oplos sing zullen worden gebracht in het belang van beide landen en den algemeenen vrede. Het stuk is geteekend door Kalenin, Ry- koff en Tsjitsjerin. De indruk in Frankrijk. De erkenning van de Sovjetregeering, welke door de ontvangst van het antwoord van Moskou is beklonken, werd reeds te lang voorzien dan dat zij nog eenige ver rassing had kunnen veroorzaken. Ook zijn r;eds zoovele andere staten voorgegaan, dat deze erkenning nu niet zoo bijzonder sensa tioneel is. Niettemin ontmoet ze in Frankrijk heel wat commentaar, waarbij theoretische en praktische argumenten kunnen worden on derscheiden, op grond waarvan Kerriot voor d/ze daad lof en blaam wordt toegevoegd. Theoretisch overweegt voor de rechtsche beoordeelaars de qualiteit van misdadigers van de tegenwoordige Russische machtheb bers. Volgens hun had Herriot nooit» een hand mogen drukken, welke door zooveel moorden bevlekt is. Dit wordt in de recht sche pers te sterker op den voorgrond ge bracht, aangezien men daar niet gelooft aan mogelijke voordeelen voor Frankrijk van de erkenning. De Fransche gezant te Moskou zal niets kunnen doen, betoogt men, terwijl de Russische ambassade te Parijs een prach tige basis zal vormen voor een propaganda, die de sovjets wel in hun antwoord uitslui ten, maar waarmede ze natuurlijk dadelijk krachtdadig zullen beginnen. Het voorbeeld van Engeland doet doenst eenerzijds om te betoogen, dat dit land, door de erkenning volstrekt niet gebaat is, omdat na zeven maanden onderhandelen nog geen bevredi gend verdrag gemaakt is kunnen worden anderzijds om aan de hand van den brief van Zinowjew aan te toonen, dat men de sovjets nooit en te nimmer vertrouwen kan. De erkenning der sovjets is een dwaling van Herriot, schrijft Pertinax, want door een nieuwe impus te geven aan een kracht, die Frankrijk vijandig gezind is, zal ze de Fransche moeilijkheden in geheel Europa vermeerderen. Vermelding verdient in dit verband de opinie van het werkgeversblad de „Journée industrielle", waarin onder Romiers's pen altijd interessante koel-zakelijk gehouden beschouwingen voorkomen. Romier betreurt, dat de erkenning niet eerder geschied is, ze zou dan meer waarde hebben gehad, vooral indien zij afkomstig was van een gematigd Fransch ministerie, waarvan men niet den indruk krijgen kon, dat het handelde onder dwang van de Fransche bolsjewisten. Niet temin was deze erkenning absoluut noodig, omdat Frankrijk niet langer verwijderd kan blijven van Moskou, dat, naarmate de Azia tische gebeurtenissen zich ontwikkelen, een steeds belangrijker waarnemingspost wordt. De gekozen vorm van voorafgaande erken ning is de juiste, omdat het gevaarlijk ge weest zou zijn dadelijk uitgebreide „mar- chandages" te beginnen, terwijl men nu door de diplomatie eerst eens voorzichtig de kat uit den boom kijken kan. Links komt de verwachte groote vreugde tot uiting. Herinnerd wordt hier aan het geen vóór 1917 door Rusland voor Frankrijk is gedaan. Door Rusland thans de marte laarskroon af te nemen, waarmede het nog steeds pronkte, neemt men een maatregel van humaniteit, die tegelijk zeer handig is, want ze ontneemt aan de bolsjewistische agitatoren het voorwendsel van opgeschroef de verontwaardiging, dat het voornaamste element van een gemakkelijke campagne is. Natuurlijk triomfeert de communistische Humanité, die echter dadelijk waarschuwt, dat de strijd doorgaat bij de taktiek van ge welddadig optreden komt thans de diploma tieke, maar dit verhindert volstrekt niet, dat geweld nog zal worden gebruikt als de omstandigheden daartoe gunstig zijn. De sovjets hebben een nieuwen slag op het kapi taal gewonnen, roept het blad geestdrif tig uitde Fransche arbeiders moeten thans krachtig voortwerken aan hun verdere tri omfen. In een onderhoud met de „Petit Pari- sien" doet De Monzie, de voornaamste be werker van de erkenning, uitkomen, dat Frankrijk uitdrukkelijk alle rechten heeft gereserveerd. Voor alles gaan de aanspraken van de kleine spaarders, die indertijd hun geld geleend hebben aan Rusland, omdat dit bondgenoot was en ze het dus vertrouwden. Hun belangen gaan nog vóór die van de thans door de revolutie beroofde Franschen. Men zal zich niet .tevreden stellen met een theoretische erkenning van hun vorderingen door Moskou, waaraan men weinig hebben zou, maar moet trachten de sovjets materieel belang bij betaling te geven door vast te stellen, dat geen enkele nieuwe leening in Frankrijk mogelijk is zonder dat aan de kleine iuyaen net vertrouwen Is weerge geven. Daarna komt het vraagstuk van de slachtoffers der revolutie. Het is volstrekt niet onmogelijk voor hen compensaties te vinden, zooals trouwens wel blijkt uit het feit, dat hun vertegenwoordiger Noulens met de overige leden der commissie van voorbe reiding eensgezind gebleken is. Het eenige effect van de erkenning is echter voor- loopig, dat men kan gaan onderhandelen meme pour se disputer et discuter il faut se connaitre ou se reconnaitre, les impossibili- tés ont pris fin, les difficultés commencent. Het „Journal" deelt mee, dat het ant woord der sovjets oorspronkelijk begon met „ond;r reserve van de bestaande feiten en van de wetgeving des sovjets." Het feit, dat die aanhef voor de tegenwoordige plaats ge maakt heeft, bewijst welk een weg afgelegd De verkiezingen in En geland. De verkiezingen hebben het gisteren met het weer getroffen. Om zeven uur stonden er al file's voor sommige stembureaux te Londen. De kortste verkiezingscampagne uit den modernen tijd in Britannië is (aldus de Brit- sche draadlooze dienst) Dinsdagavond ge ëindigd toen bijna veertien honderd candi- daten een laatste beroep op kun kiezers deden. Er werd buitengewoon druk gestemd. Bovendien is het aantal kiezers ingevolge de dezen herfst vastgestelde nieuwe lijst grooter dan verleden jaar, hetgeen in schier ieder district van invloed is. Geraamd wordt, dat de toeneming, vergeleken bij verleden jaar, 422,000 is. Gisteravond zouden er ongeveer 230 uit slagen worden bekend gemaaktde uit slagen voor de overige 334 zetels worden eerst heden bekend gemaakt. (Er zijn naar men weet een aantal leden bij enkele candi- daatstelling gekozen, terwijl de uitslag der universiteiten eerst later bekend wordt ge maakt). Het ware misleidend aldus de Britsche draadlooze dienst verder eenigerlei de finitieve conclusie ten aanzien der samen stelling van het Lagerhuis te gronden op de hedenavond bekend te maken uitslagen, want zij hebben voornamelijk betrekking op de steden welker belangen niet noodzake lijkerwijs identiek zijn met die van de plat telandsdistricten, die het leeuwendeel der later bekend te maken uitslagen vormen. In het laatste Lagerhuis waren deze 230 zetels als volgt verdeeld. Conservatieven 95, Labour 80. liberalen 54 en onafhanke- lijken 4. De premier bracht den dag van gisteren evenals' andere candidaten, in zijn district door. Hij is ietwat uitgeput na zijn krach tige campagne en lijdt aan een lichte kwets uur aan de rechterhand, die verzwikt is door handdrukken van al te geestdriftige aan hangers. De geheime instructies uit Moskou. VTanus, de Engelsche communist, die zitting heeft in het bestuur van de com munistische Internationale, en wiens hand- teekening naast die van Zinowjew en van Kuusinen op het zoogenaamde Russische do cument zou voorkomen, heeft aan Gregory; die tijdens de afwezigheid van MacDonald deze aangelegenheid behandelt, een brief ge richt, waarin hij verzoekt om een fotografi sche copie van den brief. Tegelijkertijd heeft de secretaris van de Britsche communistische partij, Inkpin, er bij den premier op aan gedrongen, dat deze zijn invloed zal aanwen den, opdat het Foreign Office aan het ver zoek van MacManus zal voldoen. Een oplossing voor de quaestie van Mosoel Volgens een bericht uit Brussel heeft Bran- ting, de rapporteur van den Raad van den Volkenbond inzake het grensgeschil van Mosoel, een oplossing voor de moeilijkheid gevonden, die bevredigend is voor beide par tijen. Hij zou deze oplossing gisteren aan den Raad voorleggen. Aan de uiteenzetting van het Turksche standpunt inzake de quaestie van Mosoel door Fethi Bey, ontleenen wij, dat deze zeide, dat toen te Moedros, op 30 October 1918, de conventie inzake den wapenstilstand was geteekend, de Britsche troepen zich in een linie bevonden, waardoor Mosoel en andere plaatsen buiten de zone hunner be zetting waren geplaatst. Doch de Britsche bevelhebber, generaal Marshall, bezette, ondanks die conventie, een groot gebied, dat niet bezet was vóór de staking der vijande lijkheden en waarbinnen ook Mosoel viel. Turkije moest voor het geweld zwichten en zich bepalen tot protesten tegen deze on rechtmatig geachte bezettingen. Fethi Bey verklaarde, dat geen der Britsche aanspra ken, welke begonnen met die van generaal Marshall en eindigden met de conclusie, ver vat in de nota van 29 September j.l., werd aanvaard door Turkije „of eenige waarde heeft uit een oogpunt van recht." Er vie! Z.i. evenwel niet aan te twijfelen, dat de handhaving van den status quo van 24 Juli 1923, de datum der onderteekening van het verdrag van Lausanne, bindend was voor beide partijen. Toenmaals was Soelemania niet door de Britsche troepen bezet, die pas Rowandoez bezet hadden. Ook waren er en kele afdeelingen te Zaho en Amadia. Ten aanzien der bewering, dat de afwezigheid van troepen in een bepaald gebied een vol doende rechtvaardiging was om het te be schouwen als buiten den invloed van den souvereinen staat, deed Fethi Bey opmerken, dat de Turksche staat evenals iedere andere, niet iedere duimbreed van zijn gebied onder militaire bezetting, behoeft te plaatsen ten einde zijn buren te overtuigen dat al die punten onder zijn invloed staan. De bewering der Britsche regeering, dat de linie, welke beide partijen zich op 30 Sep tember te Genève plechtig verbonden had den in acht te nemen, de'linie was door de Britsche regeering in haar nota van 29 Sep tember aangegeven, was volgens Fethi Bey volkomen onjuist. Tenslotte verklaarde hij, dat de vast te stellen linie waarbij rekening werd gehouden met alle elementen van het vraagstuk, door Turkije getrouw zal worden geëerbiedigd. 14. Gorby echter was op zijn post en had, op een behoorlijken afstand, den blik onafge wend op hem gevestigd. Brian verliet het station en begaf zich langzaam naar Flinderstreet, oogenschijnlijk in gedachten verdiept. Toen hij tot Russel- street genaderd was, wendde hij zich om, en bleef stilstaan, alvorens hij bij het monu ment van Burke en Will was, op dezelfde plaats, waar het rijtuig in den nacht van den moord op Wbyte, had stilgehouden. „Ha, ha!" zeide de gerechtsdienaar bij zich zelve, toén hij in de schaduw aan den over kant der straat stond. „U gaat nog eens een kijkje nemen, is het niet zoo? ik zou het niet doen, als ik in uw plaats was, het is gevaarlijk." Fitzgerald bleef eenige oogenblikken op den hoek staan, en sloeg toen de Collinstreet fn. Toen hij aan de standplaats der rijtuigen gekomen was, steeds vermoedende, dat hij achtervolgd werd, nam hij tegenover de Melbourne Club een rijtuig en reed weg in de richting van Springstreet. Gorby was eenigszins uit het veld geslagen op dien on- verwachten zet; doch hurde zonder uitstel een ander rijtuig, en beval den koetsier, het perste te volgen, tot het stilhield. „Wij kunnen beiden één spel spelen," zeide hij zich in het rijtuig achterover wer- j pend, „en toch zal ik het winnen, hoe knap u ook zijn mocht en knap bent u," ging hij op verbaasden toon voort, toen hij in het weelderig rijtuig om zich heen zag, „om zulk een gemakkelijke plaats voor een moord te kiezen; geen storing en genoeg tijd, om te ontsnappen, nadat u uw misda dig werk volbracht hebt; het is mij een waar genoegen een snaak als u te achtervolgen; tenminste veel liever dan mannen, die val len als rijpe vruchten, en geen hersens heb ben, om hun misdaad geheim te houden." Terwijl de gerechtsdienaar in dier voege zijn alleenspraak hield, was zijn rijtuig, het spoor van zijn voorganger volgend, Spring street doorgereden, en was spoedig Welling ton Parade overgestoken in de richting van East Melbourne. Het nam toen wèer een wending naar Powlettstreet, waarmee Gorby zeer was ingenomen. „Toch niet zoo geslepen als ik dacht," sprak hij tot zich zelve, „gaat regelrecht 'op zijn nest af zonder eenige poging te doen, om op te houden." „Kijk eens mijnheer," schreeuwde Gorby's koetsier, door het portier in de koets glu rend, „hoe lang moet dat spelletje nog du ren? Mijn knol is totaal afgemat, ja zeker, en hij kan bijna niet meer op zijn pooten staan." „Vervolg uw weg!" antwoordde de ge- NIET MEER CHRISTIANIA MAAR OSLA. Aan de gezanten in het buitenland is op dracht gegeven er de aandacht op te vestigen, dat ingevolge de wet van 11 Juli 1924 de hoofdstad van Noorwegen met ingang van 1 Januari Osla zal heeten en dat de naam Christiania met 31 December officieel ver valt. DUITSCH-AMERIKA. De New Yorksche correspondent van de Londensche „Times" meldt dat de beman ning van de Z.R. 3, de Zeppelin die van Frie- drichshafen naar Lakehurst vloog, tot de eeregasten behoorde van de Vereenigde Duit sche vereenigingen van New York, die een „Duitschen Dag" vierden ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan. Vijfduizend men- schen zongen geestdriftig „Deutschland über alles". De Amerikaansche vlag en de Duit- sche vlag van het oude keizerrijk waren naast elkander gedrapeerd. De redevoeringen wer den in het Duitsch gehouden. En tusschen beide vlaggen zweefden een zilveren Zeppe lin met het opschrift „In vriendschap ver eend," DE BURGEROORLOG IN CHINA Een proclamatie van maarschalk Tsi Hsieh Yoean deelt mede, dat de militaire gouver neurs van Kiangsoe, Anhoei, Tsjekiang en Foekien, en feitelijk de geheele Chineesche vloot hebben besloten Woe Pei Foe te steu nen. De proclamatie stelt het verraad van Feng Yoe Siang aan de kaak. Een Reuter-telegram uit Tientsin meldt, dat Woe Pei Foe niet bezig is op te rukken (naar Peking). Er zijn aanwijzingen, dat er geen slag aanstaande is en dat Woe Pei Foe op bepaalde beloften van bevriende provin cies wacht. De oudste consul te Tientsin heeft de aandacht van Woe Pei Foe geves tigd op het protocol, waarbij het verboden is troepen te hebben in de nabijheid van Tient sin. De troepen van Tsjang Tso Lin hebben door een flankbeweging Roenstjau bedreigd, waarop de troepen van Tsjili begonnen te rug te trekken. Ongeveer 20.000 hunner trokken door Loeantsjau. Het overige deel der troepen van Tsjili is blijkbaar omsin geld en zal zich moeten overgeven. De terug trekkende troepen bezetten een nieuwe stel- 1 n aan het Loataikanaal, waar de troepen van Woe Pei Foe sedert eenige dagen loop graven aan het aanleggen zijn. EEN JAAR NA DE JAPANSCHE AARDBEVING. Het „Overseas Magazine of Travel" „Ja pan" heeft een speciaal nummer uitgegeven „One Year after Edition", gewijd aan den opbouw van Tokio sinds September 1923, In artikelen van verschillende leidende per soonlijkheden in Japan, wordt van allerlei over de hoofdstad medegedeeld. Zoo ver telt de burgemeester van Tokio, Hideiiro Nagata, dat men bezig is om de hoofdstad tof een moderne stad te herbouwen. Reeds vóór de aardbeving was een plan tot recon structie der stad ontworpen door de ver woesting in 1923 is de uitvoering er van ver haast, men hoopt er geheel mee gereed te Zijn in 1928. De directeur van de havenwer ken verhaalt van de plannen, ontworpen tot herstel van de havens, die grootendeels nog uitgevoerd moeten wordenJohn Ste wart Happer geeft een overzicht van kunst schatten, die in de vlammen te loor gingen, in 't bijzonder van de teekeningen van Oeta- moro en Hanoenoboe. Alle artikelen zijn met mooie foto's ge llustreerd foto's van ge bouwen, stadswijken, kunstvoorwerpen enz. Dé aflevering wordt geopend met een arti kel van den minister van binnenlandsche za ken Kijoero Shidèhara, over The Impera tive1 Need of Thinking Internationally." DOOR DE LUCHT NAAR INDIË. De Balkancorrespondent van de „N. R. Ct." schrijft d.d. 22 October: In de vakkringen te Sofia wordt het opti misme van Guilonard, betreffende de moge lijkheid het vliegtuig ter plaatse vóór 15 Noveniber d. i. o'nnen drie weken zoodanig te herstellen, dat het gerust den heelen tocht tot Batavia zal kunnen volvoe ren, over het algemeen niet gedeeld. Men meent, dat Guilonard en de vliegers te wei nig er mede rekening houden, dat toestanden en verhoudingen hier in vele opzichten an ders zijn dan in hun land. Vooreerst betwijfelt men, of motor en ver- wisselstukken wel zoo vlug naar de plaats zullen kunnen worden vervoerd, als de vlie gers blijkbaar schijnen aan te nemen. Men kan dergelijke omvangrijke en zware voor werpen niet als bagage meenemen in den Simplon-express en evenmin in den snel trein naar Konstantinopel. En wanneer ze als'ijlgoed men den meesten spoed worden vervoerd, dan duurt naar de ervaring heeft geleerd, het transport door de verschillende landen, welke moeten /orden gepasseerd, die, elk hun bijzondere chicanes en sleur heb ben, zonder eenig aanzien des persoons of der zaak, op zijn minst al eenige weken. Het denkbeeld en aanbod door eenige ondernemende jongelui te Utrecht aan de hand gsdaan, om het 1 enoodigde per vracht auto over te brengen, zou in den zomertijd waarschijnlijk wel aanbevelenswaard zijn ge weest. Nu zijn echter met name in Zuid- Slavië, de weg< daartoe reeds te door weekt. Juist is nu ook het spoorwegverkeer in Servië reed- weer al drie dagen onder broken, wegens hevige overstroomingen. We zijn namelijk nu in deze streken in den kwaden moesson, den tijd van slagregens en stormen, in afwachting van zwaren sneeuw val. Wegen en akkers werden daardoor na genoeg onbegaanbaar; een sterke kleverige papmassa, waarin men zijn waterlaarzen haast verliest Het tweede dergelijke seizoen is van half April tot half Mei, als de sneeuw overal smelt, en daardoor min of meer noodlottige rechtsdienaar ongeduldig, „ik zal u goed be talen!" De ijver des koetsiers werd door deze ver zekering niet weinig opgewekt, en door de macht der vleitaal en het technisch gebruik der leidsels, slaagde hij er in, zijn afgemar teld paard in goeden gang te houden. Omstreeks dien tijd waren zij tot Fitzroy genaderd, waarna de beide rijtuigen den weg door Gertrudestreet naar Nicholsonstreet insloegen; vervolgens door Evelyn- en Springstreet, tot Brian's koets aan den hoek van Collinsstreet stilhield. Gorby zag hem uitstappen en den koetsier wegzenden. Hij zelf ging toen de straat in en verdween in Treasury Gardens. „Ik sta er verstomd van," sprak de ge rechtsdienaar, toen hij eveneens uitstapte en de vracht betaalde, die hem geenszins mee viel, doch waaromtrent hem den tijd tot onderhandelen ontbrak, „wij hebben een cirkel gevormd, en ondanks alles, geloof ik waarlijk nog, dat hij in Powlettstreet woont." Hij ging de Gardens door en zag, dat Brian oen niet onbelangrijken voorsprong had en met versnelden pas liep. De maan I scheen helder en hij kon Fitzgerald gemak kelijk door zijn lichten jas onderscheiden Hij ging door de laan met olmen, vervol gens langs Wellington Parade, en sloeg den weg in naar Powlettstreet, waar hij stil hield voor een huis bij Cain's Memorial Keck, tot niet geringe verlichting van Mr. Gorby. Hij hield zich echter goed in de schaduw en zag Fitzgerald een laatsten blik om zich heen werpen, alvorens hij het huis betrad. Toen nam Mr. Gorby nauwkeurig het huis op en prentte de plaatselijke ge- j steldheid van hetzelvé goed in zijn geheu- gen, daar hij voornemens was, er den vol genden dag een bezoek af te leggen „Het geen ik nu te doen heb," sprak hij, terwijl hij langzaam naar Melbourne terugliep, „is zijn huisjuffrouw te spreken, als hij uit is, en uit te vorschen, welk uur hij in den nacht van den moord thuiskwam. Als het overeen komt met den tijd, dat hij uit Rankins koets stapte, zal ik een bevel van gevan genneming trachten te verkrijgen en hem doodeenvoudig arresteeren." NEGENDE HOOFDSTUK. In weerwil van zijn langdurige wandeling en nog langeren rit, sliep Brian dien nacht niet al te best. j Hij bewoog zich heen en weer en draaide j zich om, hij kon niet inslapen en moest steeds aan Whyte denken. Tegen het aan breken van den dag, toen de eerste flauwe morgenstralen door de Venetiaansche blin den heendrongen, verviel hij in een soort onrustige sluimering, door akelige droomen afgewisseld. Hij dacht, dat hij in een rij tuig reed, toen hij eensklaps bemerkte, dat Whyte naast hem zat, in een wit gewas- schen laken gedost, hem met akelige vroo- lijkheid aangrijzend en bespottend. Toen j ging de koets over een omheining en viel ■overstroomingen worden veroorzaakt. Dan droogt echter alles spoedig op, dank zij de dan reeds sterk warmende zon. Blijft het voortdurend droog hetgeen niet aan te nemen is dan kan ook het rijstveld geheel doorgroefd met greppels van een halven meter tot één meter diepte voor de irrigatie droog en betreedbaar blijven. Na een paar flinke regens zooals die nu dagelijks te verwachten zijn wor den de greppels doorgespoeld en wordt het veld een drassige modderpoel; terwijl ook de landweg erheen niet meer voor vrachten van eenig gewicht zal zijn te gebruiken. Wegvliegen van zulk een land is dan niet mogelijk. Trouwens, ook wanneer de bodem betrekkelijk droog en hard blijft, zal die eerst over een aanmerkelijken afstand moeten worden gelijk gemaakt of met planken wor den belegd, om starten te veroorloven. Om al die redenen blijft men in de vak kringen te Sofia van oordeel, dat het het beste zou wezen den tocht tot het volgend seizoen uit te stellen, dien dan te onderne men met een geheel nieuw vliegtuig, het nu gestrande uit elkaar te nemen, wanneer het weer en de staat van de plaats, waar het ligt, het toelaten, en de stukken dan desge- wenscht van Boergas uit per boot naar Am sterdam terug te zenden. JAVASCHOLEN. Een missie-vriend en goed kenner van Ja vaansche toestanden schrijft aan den Secr. van het Utr. Missie-comité: Thuis gekomen van de reis, is mijn eerste werk U nogmaals van harte te danken voor Uwe vriendelijke ontvangst en de mooie gift voor de school van Solo/Moge Uwe bijdrage de rij openen van eene lange reeks ten bate van de op te richten Javaansche Scholen te Soerakarta. Dringend toch is daar de nood. Er zijn te Solo ruim 125 duizend Javanen, in de stad alleen, en die tienduizenden zijn geen on beschaafde wilden en ook geen fanatieke Javanen. Ze zijn Hindoe-Javaansch van ge loof, zooals ook allen aan 't Hof van den Sultan en in de omgeving van den Kraton en de Astana van den Mangkoe Negara en in het familieleven van het volk. De protestantsche zending is te Solo tot grooten bloei gekomen, ze heeft er scholen niet alleen voor de Europeanen, maar nog meer voor de Javanen, met Hollandsch, Ja- vaansch en Maleisch als voertaal. Ze heeft er een hospitaal, een internaat voor Javaan sche meisjes en nog zooveel meer, dat de Kath. Missionaris nog als toekomst-idealen moet beschouwen. Het socialisme tiert ook hier temidden van de verouderde, afbrokkelende resten van een roemrijk patriarchaal verleden; de Theoso- phie vindt hier een rijken bodem op het weelderige Aziatisme. En toch, er is voor ons iets grootsch te doen daar in Solo. Katholieke, jeugdige Jav. onderwijzers staan gereed om de kinderen van hun volk te brengen tót den Goddelijken kindervriend, om hun apostolisch werk te beginnen met het vuur van hun jong ver worven, maar zoo diep gewaardeerd geloof. Ze smeeken om te mogen arbeiden. Er zijn duizenden zielen te winnen voor Chris tus.... maar er is geen geld. De nood is dringend; indien niet spoedig hulp komt, wordt de mooie blanke zielenoogst gemaaid door handen, die ze in vreemde schuren op tassen. Zou Katholiek Nederland, dat zoo mild dadig de 'Missiën in den vreemde bedeelt, koud kunnen staan tegenover deze in de toekomst zoo ingrijpende zaak? Is het Kath. belang van Indië niet in geestelijk en mate rieel opzicht het belang van Kath. Neder land? Hier is nog geld, Goddank, Ook voor dezen nood. Zou Holland niet een paar scholen kunnen schenken voor deze oude Keizer stad? Zoo'n Jav. school kost slechts enkele duizenden guldens, en de oogst is onmiddel lijk een rijke. Elke missieschool die geopend wordt, loopt onmiddellijk vol leerlingen. Dit beschaafde, innerlijk godsdienstige volk tot Christus te leiden met slechts 't offer van z'n overvloed, gaat dat boven de krach ten van Kath, Apostolisch Nederland? Ik hoop toch zoo van harte dat men wel willend kennis neemt van den toestand in Solo en dat men geld zendt om in die stad en haar omgeving scholen op te richten, om zielen, honderd duizenden zielen te winnen voor Christus. Aan de dringende bede van dezen oogge tuige valt niet veel toe te voegen: voor wat geld zijn daar op ons eigen Java jonge Christenen te kweeken, vele en vrome jonge Christenen, in de toekomst weer vaders en moeders van heele Christen-geslachten. Die enkele duizenden guldens zijn bijeen te bren gen. Wat de Protestanten en de Theosophen kunnen, kunnen wij, Katholieken dat niet? Zullen we onze Javaansche broeders, van nature zoo goed, daar overlaten aan het verwordend Protestantisme en de trooste- looze Theosophie? Het gaat hier werkelijk om groote belangen voor Indië, voor eigen vaderland, voor tienduizenden jongelieden, die goede Katholieken worden, als wij voor scholen zorgen, maar voor de Kerk verlo ren zijn, als wij niet spoedig helpen. Gaarne zal de secretaris van het Utrecht- sche Missie-Comité, Prof. G. Voskuilen, Seminarie Culemborg, giften in ontvangst nemen, om te Solo op Java scholen op le richten. Dat is een prachtig doel, waarvan de zegenrijke gevolgen verzekerd zijn. Wie met bovengenoemde kenner van Indië per soonlijk in relatie wenscht te treden, kan zijn adres bij den secretaris van het Utr. Missie-Comité te Culemborg vernemen. Men zal van kennismaking geen spijt hebben. HET UTRECHTSCHE MISSIE- COMITE.. T. O. J, A. Men schrijft ons uit Amsterdam: Men weet nu reeds allerwegen te Am sterdam, wat deze letters beteekenen, maar daarbuiten zal het nog niet overal zijn door gedrongen, dat ze de afkorting zijn voor „Tentoonstelling op Jeugdgebied Amster dam". Toch is dit noodig, daar het Comité erop gerekend heeft, dat de bezoekers ook van elders zullen komen kijken, wat de 200G knapen onzer 21 Patronaten zooal konden leveren. Het doel der tentoonstelling is im mers in de eerste plaats het maken van pro paganda voor het jeugdwerk, het bekend maken van alles wat er reeds op dat gebied door katholiek Amsterdam is gedaan. In het Patronaatsgebouw aan de St. Wil- librordusstraat zal daarvan tusschen 15 en 23 November een hoogst interessante getui genis worden gegeven. Men zal daar te zien krijgen cartonnagewerk, bindwerk, snij- en zaagwerk, vlechtwerk, boetseer- en koper werk; verder de werkstukken, die de jongens welke reeds een vak beoefenen, hebben in gezonden, hun teekenstudies, hun verzame lingen eigen werk en de producten van hun vrije liefhebberijtjes. Belangrijk zullen ook zijn de inzendingen van leer- en ontspan ningsmiddelen, de resultatenstatistiek van 't handels- en teekenonderwijs, de Arbeids beurs en ten slotte van de bemoeiingen in zake de beroepskeuze. Dat alles zal worden getoond in een keurige en smaakvolle om geving, waarvoor een' kundig jong architect, de heer G. A. M. Loogmans, zijn uitvoerders zorgvuldig heeft uitgekozen. Een attractie zal ook geboden worden door een zending van het zielkundig Bureau voor Beroeps keuze te Utrecht, waarbij de leider dezer instelling, de heer G. D. Zegers, de wering der verschillende toestellen zal demonstree- ren voor elk belangstellend bezoeker. Hier voor dient de bibliotheekzaal van het ge bouw. Het bezoek bij avond heeft de T.O.J.A.. Commissie aantrekkelijk gemaakt door d< bovenzaal van het gebouw op bijzondere wijze in te richten voor ontspanning. Men zal er van muziek, zang, voordrachten, goo- cheltoertjes, clownerieën en dergelijke at tracties kunnen genieten en opdat alles op hoog peil en in volkomen zekerheid voor het welslagen zal staan, is de leiding van dat cabaretwerk toevertrouwd aan den heer Vincent Berghegge. Eenige jonge dames zul len voor de bediening zorgen. Voor de jon gens en hun ouders, en wie er verder ge bruik van zullen maken, is in de week vóór en tijdens de T.O.J.A. de groote zaal van het St. Josephsgezellenhuis aan de Stadhouders kade in gebruik genomen voor uitvoeringen en wedstrijden op het gebied van tooneel, gymnastiek, zang en muziek uitgevoerd door patronaatsjongens. Men zal begrijpen, dat de regeling van dit alles heel wat zorgen en hoofdbreken kost en dat daarbij ook gerekend moest worden op een algemeene waardeering door katho liek Amsterdam op de eerste plaats, en van al onze patronaatswerkers in de nabijheid op de tweede. Op de jongste vergadering had men nog maar één zorg, n.l. of er wel voldoende ruimte zou zijn in de groote gymnastiekzaal, om het publiek te doen circuleeren. Men hoopte evenwel, dat de duizenden bezoe kers, die te wachten zijn, zich van zelf eeni- germate over de uren van den dag en den avond zullen verdeelen en men niet zal wachten tot de laatste dagen der T.O.J.A.- week, die op den vastgestelden datum moet eindigen. Voor de distributie van entrée-kaarten kan men zich wenden tot den heer W. Ver meulen, Westerstraat 91, tel. 41704, die ook op aanvraag zorgt voor toezending van het fraaie reclameplakkaat. Voorzitter van den Amst. R. K. Patrona- tenbond is thans pastoor J. W. B. van Heel O. F. M., terwijl de tentoonstellingscom missie onder leiding staat van kapelaan L. Oudejans, Eere-comité. Van hoeveel belang deze onderneming wordt beschouwd, moge blijken uit de vol gende lijst van notabelen, die zich hebben gevormd tot een eere-comité: Ch. Ruys de Beerenbrouck, Minister-Pre sident, 's-Qravenhage; W.' de Vlugt, Burgemeester van A'dam. P. Stroomer, Déken van Amsterdam; Mr, A. I. M. J, baron van Wijnbergen, Voorzitter Ned. Jeugdraad, Utrecht; Rector W. L. van Adrichem, Centraal President der Sint Josephsgezellen-Vereeni- ging, Amsterdam; Pastoor C. H. Bramlage, Amsterdam; Rector A. J. Brouwers, voorzitter van den Bond van Jongenspatronaten in het Bisdom Breda, te Hulst; J. B, van Dijk, Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te Amsterdam; Prof. dr. Jac. van Ginneken S. J., te Nij megen; Prof. P. G. Groenen, te Warmond; Pastoor W. H. de Grijs, secretaris van het Centraal Comité tot bevordering van Patro- naatsbelangen in Nederland, te Uithoorn; Pastoor B. v. d. Hagen, Voorzitter Centr. Comité tot bevordering van Patronaatsbe. langen, te Helmond; L. J. M. Hazelzet, Hoofdredacteur van „Da Maasbode" te Rotterdam; Rector J. G. Jansen, Voorzitter der Inter diocesane Jeugdcommissie, te Amsterdam; Pastoor J. G. van Kelckhoven, Oud-Voor zitter van den R. K. Patronatenbond, te Am sterdam; Mr. G. C. J. D. Kropman, Voorzitter der K. S.' A., Amsterdam; Alph. Laudy, Hoofdredacteur van „De Tijd", Amsterdam; Aug. H. M. C. Lindner, Voorzitter van den Bijzonderen Raad der St. Vincentius-Veree- niging, Amsterdam. Pastoor J. M. Lucassen, Voorzitter van R. K. Juvenaat in het Bisdom Haarlem, te Halfweg; H. Raëskin, Voorzitter van het St. Vin- centius-schoolbestuur, te Amsterdam; Prof. dr. F. Roels, te Utrecht; Mr. Ch. P. Romme, vice-voorzitter van het St. Vincentiusschoolbestuur, te Amsterdam; Pastoor F. W. de Rooij, te Amsterdam; W. A. Schade van Westrum Hzn., secre taris van het St, Vincentiusschoolbestuur, te Amsterdam; Dr. N. P. van Spanje, Directeur O. L, Vrouwe Gasthuis, te Amsterdam; Mgr. W. van Stee, Eere-Voorzitter van het R. K. Juvenaat, te Voorburg; Pastoor J. A. Verheggen, Voorzitter Pa tronatenbond in Limburg, te Spekholzer- heide; B. H. Vroom Wzn., Penningmeester St, Vincentiusschoolbestuur, te Amsterdam; Ferd. Wierdels, Wethouder van Amster dam, van een ontzaglijke hoogte neer, zoodat hij met een luiden gil ontwaakte en ontwaarde, dat de dag was aangebroken. Vergeefs was zijn poging, om nog langer te kunnen sla pen, hij stond dus met een zwaren zucht op en nam een bad, daar hij zich door on rust en behoefte naar slaap, moedeloos en afgemat gevoelde. Het had een weldadi- gen invloed op zijn gestel, daar het koude water hem opfrischte en zijn krachten eeni- germate herstelde. Toch kon hij niet nala ten, een kreet van verbazing te slaken, toen hij, zijn gelaat in den spiegel aan schouwde en zag hoe verouderd en verwil- wilderd hij scheen. „Een aangenaam leventje ga ik tegemoet, als de zaken zoo doorgaan," sprak hij bit ter, „ik wenschte, dat ik Whyte nooit ge zien of géhoord had." Hij kleedde zich echter zorgvuldig aan, want Brian was iemand, die nimmer zijn toilet veronachtzaamde, al mocht hij zich ook nog zoo onrustig en slecht geluimd ge voelen. Maar ondanks alle pogingen, om zich van zijn droefgeestigheid te ontdoen en een vroolijk uiterlijk te vertoonen, was zijn huisjuffrouw ontsteld, toen zij ontwaarde, hoe verwilderd en bleek zijn anders zoo regelmatige gelaatstrekken waren. Deze hospita was een klein vrouwtje, met een geel gerimpeld aangezicht, zij zag er zoo verdroogd en broos uit dat vreem den tegen wil en dank de meening moesten toegedaan zijn, dat het haar geen kwaad zou doen, indien zij een jaartje in het water werd geweekt, om haar een weinig zachter te maken. Bewoog zij zich, dan ontstond een licht geknapper en wanneer men haar gekrompen ledematen beschouwde, zweefde men voortdurend in de vrees, dat zij zou den afbreken, gelijk de takken van een doo-, den boom. Als zij sprak geschiedde het met een luide, schrille stem, gelijk een krekel; en wanneer zij in haar bruin zijden japon gekleed was, hetgeen met haar vorm en haar schraal lichaam in volmaakte overeen stemming was, had zij met dat beestje een treffende gelijkenis. Zij knapperde in Brian's zitkamer met den „Argus" en de koffie en een trek van medelijden vertoonde zich op haar hardvochtig gelaat, toen zij zijn ver ouderde gelaatstrekken zag. „Maar, mijn beste mijnheer," tjilpte zij met haar heesche stem, haar last op de ta fel plaatsende, „bent u niet goed in orde?" Brian schudde het hoofd. „Behoefte aan slaap, ziedaar alles, Miss Sampson," antwoordde hij, den „Argus" ter hand nemend. „O, dat komt, omdat u niet genoeg bloed in het hoofd hebt," zeide Miss Sampson gewichtig, want op het gebied van gezond heid had zij haar eigen zienswijzen. „Als men geen bloed genoeg heeft, dan kan men den slaap ook niet te pakken krijgen." iWordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 6