- ALLEEN DIE KLEEDINI -s onvA Uit de Pers. Wat heeft men aan steenkolen SCerkel. Knus! - VAN 0¥ENf-Den Haag - Vaandels, Insignes, Vlaggen, Medailles ingezonden Mededeelingen IS VOORDEELIG JLzt cC&ruUry PLEIN 35 - TEL. 1265 NTEUWE HAARLEMSCHE COURANT, Zesde Blad. - Vrijdag 31 October 1924 Het socialistisch gift kankert door. De Automobiel- en Motorbe weging in Nederland 1915 12.589 1920 31.432 1916 14.608 1921 40.989 1917 14.169 1922 51.140 Jaar ..........Stuks 191 16.080 191 27.262 191 39.205 191 411.514 191 512.589 191 614.608 1917 14.169 191 83.763 1919 18.995 1920 31.432 1921 40.987 1922 51.149 1923 59.880 De Nederl. visschers en de Britsche regeering. UIT ONZE OOST. Sprinkhanen-lekkernij. a 60 cents per regel. welke U naast LAGEN PRIJS PRIMA KWALITEIT en 1ste KLAS BEWERKING biedt. Deze vindt U in onze Eerste klas Engelsche Gemaakte Heerenkleeding Wij brengen de nieuwste modellen en dessins in Ratiné's Paletots HQ IS en Ulsters vanaf I Lü. Jongeh. Ulsters vanaf t 20 Colbert Costuums v a. f 32.50 Demisaisons v.a. f 30.— Gabardine Regenjassen en Mantels vanaf f 27 50 en 20 pCt. korting!!! ZIET DE ETALAGES! GEMENGD NIEUWS. De geschiedenis van de' tabakspijp. MARKTNIEUWS. FEUILLETON. HET GEHEIM VAN EEN HUURRIJTUIG De A.-R. „Rotterdammer" schrijft Van 1901 tot 1905 was dr. Kuyper de >ooze geest aan wien al het kwaad dat een anti-clericaal Nederlandsch burger over kwam, werd toegeschreven „Dat heeft dr. Kuyper gedaan" was toen het gevleugeld woord. Thans schijnt Minister Colijn die eervolle positie in te nemen. „Het Volk" van Zaterdag 1.1. plaatste van Zijn Helderschen correspondent dit stukje: „Als een bewijs dat het onzen Christe- lijken minister Colijn uitstekend gelukt allerlei slechte instinkten wakker te roepen die sluimeren in de rijksdienaren, kan het volgende dienen Bij den Onderzeedienst is een torpedosloep tot zinken gebracht, terwijl in de Buiten haven een motorvlet hetzelfde lot onderging. Bovendien zijn eenige zwengels van torpe dodavits overboord gezet. Althans deze werktuigen, die dienen om de davits naar buiten te draaien teneinde de sloepen te water te kunnen laten, zijn verdwenen. En de ervaring heeft geleerd, dat dergelijke daden niet tot enkele beperkt blijven. Er is niets wat, bij de Marine althans, spoediger doorvreet dan dit soort sabotage. Dë hoofdbesturen bij het „Cambo" aange sloten, hebben hun afkeuring in den meest strengen zin over deze handelingen uitge sproken. Of daarmee echter deze uitingen van een overkropt gemoed zullen zijn bezworen, is een andere vraag. Het is toch wel teekenend, dat dergelijke dingen als regel plaats vinden onder chris telijk bewind." Proeft men den demonischen geest van dergelijk geschrijf? Niet de zeelieden zijn eigenlijk de schul digen, maar dat vermaledijde Christelijke bewind en de verfoeilijke Colijn lokken deze misdaden uit. „Het Volk" plaatst boven zijn artikel „Colijn werkt door." Is niet passender opschrift„Het socialis tisch gift kankert door ONZE POLITIEKE EENHEID. Geknipt uit „De Volkskrant" Al wat St. Michael wil het propagee- geeren der democratische gedachte in de Katholieke Staatspartij en het bevorde ren der verkiezing van democratische af gevaardigden in de Kamer, kan ook zon der het Verbond worden nagestreefd en werd en wordt reeds nu nagestreefd. Ieder is in onze kiesvereeniging volko men vrij voor zijn meening uit te komen en voor die meening propaganda te ma ken. En het nieuwe kiesreglement door professor Veraart wel wat geringschat tend in zijn Utrechtsche rede een vol maakt ondergeschikte kwestie genoemd maakt het mogelijk, dat ook buiten de grenzen van den enkelen Rijkskieskring gelijkgezinden zich vereenigen om het slagen der candidaten van hun keus te be vorderen. De oprichting van het Verbond in den Bond van Kiesvereenigingen maakt onnoo- dig een afscheiding, die vermeden had kunnen worden, verscherpt de tegenstel ling en opent den weg voor acties van an deren aard, waaraan men dan moeilijk be staansrecht kan ontzeggen. Wij zijn niet zonder hoop, dat het door verstandig overleg moge gelukken, de plooi in onze katholieke kiezersorganisatie glad te strijken. Maar dan zal daarbij van meer beleid moeten worden blijk gegeven, dan waar over de Bondsvoorzitter bij deze gelegen heid getoond, heeft te beschikken. Zijn publicatie effent den weg niet, maar belemmert op ernstige wijze een rustig oveileg. Deze vraag oppervlakkig bezien lijkt dom, voor velen misschien zelfs heel dom, maar toch is het wel eens niet on-aardig, daar een meer, zij het dan ook bescheiden, uitgebreid antwoord op te geven. Dat steenkolen een brandbare delfstof is, weet iedereen, en dat cokes verkregen wordt door ontzwaveling van de steenkool, mag ook wel als bekend worden aangeno men. We willen echter systematisch eens na gaan, wat men alzoo uit de steenkool haalt; en al zullen de meeste namen voor onin- gewijden wat vreemd klinken, voor velen misschien zelfs totaal onbegrijpelijk, ze kun nen zich niettemin overtuigd houden, dat het uit de steenkool komt, en ook gebruikt wordt. Misschien kan ieder er ter zijner tijd nog eens zijn voordeel mee doen. Na de voor de hand liggende producten van eierkolen, parelcokes en elementenko len komt vooreerst het graphiet (potlood erts) en een, laten wij het maar noemen reiniginsmassa uit de steenkool, waaruit weder voortkomt de zwavel, zwavelzuur, Ferro-cyankalium, Berlijnsch blauw en cyan- kalium. Door de bewerking komt echter tevens uit de kolen nog voort z.g. ruw-gaswater, wat noodig is voor de bereiding van zwa- velzuur-ammoniak en geconcentreerd ammo- niakwater, terwijl uit laatstgenoemde stof weder de chloor-ammoniak en de „geest v. Salmiak" voortkomt. Een uit steenkool gehaalde hoofdstof is ook het „Teer", welke een groot aantal na komelingen heert (niet te verwarren met het teer dat uit het hout van den pijnboom komt) o. a. Pek, geprepareerd staalwerk teer, straatteer, brikettenpek, ijzerlak, dak- lak, zware olie, Benzol wascholie, Naphta (een sterk riekende olie) verhittingsolie en carbolineum, alsmede de ontsmettingsmid delen Kreoline en Lysol. Voorts nog de Creosot-olie welke kookt bij 250 tot 280 gr. en zeer bederfwerend is. Een drietal oliën, welke eveneens uit het Teer komt, en welke we respectieve lijk zullen aanduiden als „middel-olie", „lichte-olie" en „anthraceen-olie", is weder den grondslag tot de bereiding van zeer vele andere chemische en andere stoffen. Om te beginnen bij de „middel-olie" krij gen we vooreerst ruwe naphtaline, warme geperste naphtaline, naphtaline voor moto ren, en naphtaline in poeder- en. stangen- vorm en de naphtaline-zwavelzuur. Naph taline (ook naftaline) was voorheen een zeer lastig bijproduct bij de lichtgas fabri catie, thans is het echter behoudens als bestrijdingsmiddel tegen motten enz. een uitgangsmateriaal voor het vervaardigen van tal van kleurstoffen, alsmede ernis, terwijl het ook wel eens gebruikt wordt om celluloid onbrandbaar te maken. Het lichtgeel en indigoblauw zijn eeneens nog een tweetal kleurstoffen welke uit de middelolie bereid wordt. Uit de reeds eerder genoemde ruwe naphtaline, wordt ook bereid, de nitro- naphtaline, naphtal, naphtal sulfaatzuur, brilliant-scharlaken enz. enz., terwijl voor de bereiding van de kleuren echt-rood, hoog-rood, oranje-geel, martius-geel, schar laken enz. naphtal gebruikt wordt. De „middel-olie" levert echter ook nog ande- restoffen, zooals zware handelsbenzol, Py ridine, salicijlzuur, natron-salicijlzuur, Phe- nacetin, aspiine en nog een 8-tal andere stoffen w.o. ook het Diamant-zwart. Ook picrinezuur, dat als verfstof en als spring middel zeer nuttig zijn kan, wordt uit de „middel-olie" bereid, alsmede de Fenol, wat de chemische naam is voor carbol- zuur. Deze stof is voor schimmels een zwaar vergift, terwijl zij voor hout zeer be derfwerend is. Ook wordt zij als reinigingsmiddel voor smetstoffen gebruikt, doch dan meestal in onzuiveren toestand, zooals het n.l. uit het Teer komt. Het is echter in tegenstelling met haar naam carbolzuur, absoluut geen „zuur hoewel het toch voor het in- en uitwen dige gebruik van den mensch alles behalve is aan te bevelen. Als we vervolgens de voortbrengings- producten gaan opnoemen van de „Lichte olie" zouden we in namen gaan vervallen, waarvan een leek zou gaan duizelen. We zullen ons daarom bepalen tot enkele na men en wel: 2 soorten solventnaph^a, Han delsbenzol van 50 pCt. en 90 pCt., Saccha rine en kunstmatige muskus. Voorts Mala- chiet-groen, (malachiet is een groen-ge- steente). Brilliant-groen, groenzuur, patent- blauw, Sulfaatzuur, Bijzoëzuur, Indigo en Aniline beide verfstoffen. Aniline vormt weder den grondslag voor Rose-aniline, Methijl-groen, methijl-violet, Fucksin (ani- linekleur) Jodium-groen, alcaluim-groen, aniline-blauw, chysoidin, bismarck-bruin, Violetzuur, Victoria-blauw, Benzolsulfaat- zuur, Aniïmc-zwart, chinoline-rood, chinoli- ne-geel, chlooraniline, enz. Ten slotte krijgen we de voortbrengings producten van de Anthraceen-olie. Vroe ger was anthraceen waardeloos afval, doch thans is het een waardevol uitgangs-pro- duct voor de bereiding van de v.n. Aliza rin, de grondstof voor de kunstmatige kroplak. Behalve deze roode kleurstof le vert anthraceen nog de grondstof voor een zeer groot aantal andere stoffen gezame- lijk kleurstoffen genoemd. Wij zullen en kele van die stoffen opnoemen. Naphtali- ne-wasch-olie, Garbanol, anthrachinon, Ni- ti o-anthrachinon, chinizarine, alizarine- irisol, alizarine- cyanine-groen, amin-an- thrachinon, algol-geel, a'lgol-rood, algol- scharlaken, algolblauw, algolbrilliant-violet, anthracyanine-violet, alizarine-zuiverblauw, alizarine-zwart, alizarine-indigo, alizarine- violet, alizarine-cyanin en de alizarine bril- liant-blauw. Uit de Anthrachion fabriceert men weer: ar.thrachinon-sulfaatzuur, en alizarine-saphi- rol en wederom alinine, waaruit de alinine kleurstoffen blauw-zwart, bordeaux-rood, oranje en blauw worden gemaakt. Wat de alizarine betreft, deze vervangt de meekrap, waarvan de karmozijn-roode kleurstof kraplak gemaakt werd. Van de meekrap, dat zooals bekend is een plant is welker kortelstokken de kleurstof geven, die thans uit de alizarine gehaald wordt, werd vroeger alleen in ons land 4000 H.A. grond bebouwd. Thans, nu men uit de ali zarine dezelfde grondstof voor het kraplak haalt en dit veel goedkooper bereid kan worden, uit afvalproducten van de gasfa briek, is de meekrap-cultuur zoo goed als geheel verdwenen en wordt er thans hoog stens nog 30 H.A. van deze plant bebouwd. Indien we alle, uit de steenkolen gehaal de producten hadden opgesomd, zou het ge tal 200 ruimschoots overschreden worden. We meenen echter wel met deze te kun nen volstaan, daar toch slechts weinig per sonen net nut van dat alles ten volle zou den begrijpen. Niettemin zal men toch wel een weinig meer waardeering hebben gekregen voor 't nut dat oude verharde planten na eeuwen verschaft aan het hedendaagsch geslacht. BfêSb „Auto Leven" bevat een interessant ar tikel van Herman Levy over de automobiel en motorbeweging in Nederland. De schrij ver heeft bij de samenstelling van zijn ge- gïvens als leiddraad de statistiek-der Rijks inkomsten gebruikt. „Bij de berekening van het aantal auto mobielen en motorrijwielen op 1 Januari 1924 in ons land in gebruik, aldus de heer Levy, moesten deze cijfers den grond slag vormen. De daardoor verkregen ge tallen mogen wellicht voor onze statistiek niet heelemaal juist zijn, omdat er auto mobielen en motorrijwielen zijn, waar voor geen belasting wordt betaald, maar zij zuilen toch vrijwel het juiste beeld ge ven van den omvang der motorbeweging in ons land, omdat de getallen der door ongelukken en slijtage verdwenen voer tuigen aan die der binnenlandsche pro ductie, enz., vrijwel gelijk geacht kunnen worden te zijn." „Volgens onze berekening waren op 1 Januari 1924 in ons land in gebruik 23.143 automobielen, 36.405 motorrijwielen, 243 motorrijtuigen op 3 wielen en 89 electro- mobielen of in totaal 59.880 motorvoertuigen. Wat dit aantal ten opzichte van den groei van de beweging wil zeggen, zal ieder duide lijk worden, als wij dit cijfer eens gaan ver gelijken met die uit vroegere jaren, waar voor men volgend lijstje raadplege Jaar Stuks Jaar Stuks 1914: 11.514 1919: 18.995 1918 3.763 192359.887 Wanneer wij de cijfers uit de oorlogsjaren buiten beschouwing laten immers deze ge ven ten gevolge van benzinegebrek en rijver bod geen juist beeld dan blijkt dat de jaar lij ksche toeneming sedert 1920 een zeer nor male en bijna wiskunstig berekende is, nl. van 9 tot 10.000 per jaar. Het aantal inwoners bedroeg op 1 Januari 1914 in ons land 7.213.000, zoodat op dien datum gerekend kon worden dat op iedere 11 inwoners één motorvoertuig in gebruik was. Provinciegewijs genomen bezit Zuid-Hol land ruim 13000 motorvoertuigen of ruim het vierde gedeelte van het totale aantal. Dan volgt Noord-Holland met ruim 11.000, waar van alleen Amsterdam reeds bijna de helft oplevert. Drente bengelt, ten gevolge van de geringe bevolking, onderaan met 1613 motor voertuigen." Voor de steden geven de cijfers volgend beeld: 1. Amsterdam met 4911 stuks; 2. Den Haag met 3348 stuks 3. Rotterdam met 3249 stuks en ten slotte 4e. Utrecht met 1188 stuks. Wanneer wij nagaan hoe de groei van het automobilisme en motorisme zich ten op zichte van de bevolkingscijfers verhoudt, dan komen wij tot de volgende totaalcijfers: Aantal inwoners, p. motorvoertuig. 1000 842 675 568 512 450 475 1800 360 220 170 137 116 Vervolgens gaat d" schr*' v>r na de toene ming van het aantaltomobiel n, dat in 1914 bedroeg 4760 stuks en in 1923 niet minder dan 23.143 stuks. In die 10 jaar is dus het aantal auto's meer dan vervijfvoudigd. Provinciesgewijs staat Zuid-Holland boven aan met 5705 waarop Noord-Holland volgt met 4928 en Drenthe eindelijk met 412. Van de steden is ook nu Amsterdam weer de eerste met 2209 automobielen, gevolgd door Rotterdam met 1693. Den Haag met 1589 en Ut.echt met slechts 471 automobielen Het gebruik var m torrijwielen is nog ster ker toegenomen d. n dat van automobielen n.l. 6754 in 1914 en 36.405 in 1923. Ook hiei staat Zuid-Holland bovenaan met 7658, Noord-Holland volgt met 6559 en Drenthe sluit met 1201. Amsterdam telt van de steden de meeste motorrijwielen, n.l. 2702 stuks dan volgt Den Haag met 1759 stuks, vervolgens Rotter dam met 1556dat. minder motorrijwielen dan automobielen bezit, een verschijnsel d.t ioh bij geen der andere steden voordoet en Utrecht met 717 stuks. De heer Lovink heeft den minister van Buitenlandsche Zaken er op gewezen, dat de reeders van Nederlandsche visschersvaar- tuigen die in de oorlogsjaren, voornamelijk in 1916, ten gevolge van het opbrengen van hun vaartuigen naar Engelsche havens, groote schade hebben geleden, er nog steeds niet in geslaagu zt)n van de Britsche regeenng vergoeding van die schade te verkrijgen, waartoe reeds geruimen tijd vertegenwoor digers van die reeders onderhandelingen heb ben gevoerd met de Britsche regeering. De Britsche regeering neemt steeds het standpunt in, dat zij gerechtigd was de mas sale aanhouding en opbrenging van die vaar tuigen naar Britsche havens, uitsluitend voor de instelling van een onderzoek naar vermeen de contrabande, te doen plaats hebben en over te gaan tot verkoop van lading en vis- scherijgoederen van vele dier vaartuigen, zonder de daardoor geleden schade te ver goeden. Zij gaat uit van de juiste onder stelling, dat de door bedoelde vaartuigen gevangen haring bestemd was voor uitvoer naar Duitschland, niettegenstaande bekend is, dat die uitvoer ook naar andere landen ge schiedde en een groot deel van die aangevoer de haring in Nederland bleef. De Britsche regeering heeft ten slotte die vaartuigen eerst vrijgelaten na het sluiten van een voor de Nederlandsche reeders bezwarende overeen komst, die noodgedwongen werd aanvaard en waarbij o.a. is bepaald, dat slechts 20 pCt. van de vangst naar de centrale landen zou worden uitgevoerd, en dat niettemin na het sluiten dier overeenkomst toch nog visschers- vaartuigen zijn opgebracht. De betrokken Nederlandsche reeders heb ben deze overeenkomst stipt en loyaal nage komen, waaromtrent Britsche autoriteiten de meest gunstige getuigenissen hebben afgelegd, doch de wijze, waarop de Britsche regeering de uitvoering van de overeenkomst heeft opgevat is voor de Nederlandsche be langhebbenden zóó teleurstellend, dat zij zich daarover ernstig meenen te moeten beklagen. Is de minister bereid bij de Britsche regee ring onverwijld stappen te doen tot afwikke ling van deze sinds jaren hangende aangele genheid Hoe heel anders de inlander vaak oor deelt dan wij, blijkt weer eens uit het volgen de grappige geval, dat de katholieke missio naris, pater M.Spanjers, te Tondjang Sakti overkwam. Hij vertelt het in de „Java-Post" „De les aldus die missionaris over Joannes den Dooper viel juist samen met het begin van den Vasten. Wat was natuur lijker dan te wijzen op de boetvaardigheid, die de Voorlooper des Heeren door woord en voorbeeld predikte. „Hij droeg een kleed van Kemelshaar en een lederen gordel om zijn lendenen. Zijn voedsel bestond uit wilden honing en sprinkhanen." Groote verwondering op elks gelaat 1 Die Joannes een boetvaardige Tot een der snaakjes zijn vinger opstak. „Ja, laat is hooren. Aris. Wat wou je vragen „Een snoeper, Toean." Een andere vinger„een lekkerbek, meneer." „Wie Joannes „Ja," klonk het van alle kanten. „Maar jongens, hoe kom je er bij Nou, ze wilden er heel hun leven voor teekenen. Niets dan wilde honing en sprink hanen Ze smekten al als of ze pauwen tongetjes te verteren kregen. Nu ja, wilde honig gaf ik toe, maar sprink hanen „Nou, fijn toean, fijn Hadt u ze maar ooit geproefd, dan zou u niet zulke groote oogen opzetten." En of ik nu al verklaarde, dat in de streek, waar Joannes leefde, ook nu sprinkhanen enkel door arme menschen gegeten worden, of ik me al beriep op Christus' eigen ge tuigenis, zij dachten er het hunne van. Nog dien eigen dag zouden ze me be wijzen, dat Joannes toch eigenlijk een lekker bek was. Onmiddellijk na de les aan den slag. Gauw sprinkhanen kooitjes van rotan gemaakt. Den- Zelfden avond op jacht. Met een fakkel gewapend, zetten ze zich naast 't struik gewas. Al heel gauw hadden ze er eenige te pakken. „Vette vangst? vroeg ik belangstellend." „Ik heb er drie, ik twee," enz. „En wanneer is het nu sprinkhanen- maal „Eerst vetmesten, meneer." „Nou hoor, als het dan zoo ver is, vergeet me dan niet op 't feest te verzoeken." Onwillekeurig schijn ik een vies gezicht getrokken te hebben. „Meneer weet niet wat goed is," klonk het andermaal. „Kijk er is toean," riep toen de jongen met den vetsten, die zijn snoeplust niet langer kon bedwingen „dat doen we zoo." Mee trok hij er de vleugels af, hield hem bij de achterpooten vast, stoofde hem een oogenblik bij 't lampenglas, eerst rechts dan links, hap, verdwenen was de sprinkhaan in zijn maag. Alleen de uiterste leden der pooten hield hij in zijn hand. Triumfantelijk keek me de ondeugd aan. Bewezen was vol- ens hem, dat St. Joannes toch eigenlijk likkere bro es niet versmaadde. 12 - 16 jaar ONBERISPELIJKE PASVORM VOOR IEDERE FIGUUR tegenover Tempeliersstraat BNEDERLANDSCHE STOOM VAARTLIJNEN. BACCHUS (W.I.M.) 17/5 v. A'datn n. Hamburg. BILLITON (Nederl.) 17/5 v. A'dam n. Colon. BOSCHDIJK (H.A.L.) 17/5 v. R'dam n. Montreal. BUITENZORG (R. Lloyd) 16/5 v. R'dam te Bahia Blanca. CERÉS (K.N.S.M.) 17/5 v. A'dam n. Ham burg. DIDO (K.N.S.M.) 17/5 v. Koningsbergen te A'dam. EURYLOCHUS (Oceaan) Batavia-Liver pool 16/5 te Suez. GAROET (R. Lloyd) uitreis p. 16/5 Malta. KRAK AT AU (Ned.) 17/5 v. A'dam n. Colon. MODJOKERTO (R. Lloyd) thuisreis p. 16/5 Kaap de Armi. NEREUS (K.N.S.M.) 17/5 v. Valencia te A'dam. ORESTES (H. W. Afr. lijn) 17/5 v. A'dam n. Hamburg. ORPHEUS (K.N.S.M.) 17/5 v. A'dam n. Kopenhagen. PYRRHUS (Oceaan) 17/5 v. R'dam n. Newport. SIANTAR (R. Lloyd) 17/5 v. Hamburg te Rotterdam. SPRINGFONTEIN -(H. Z. Afr. lijn) 17/5 v. Delagoabaai te Port Natal. STREEFKERK (Br. Indiëlijn) thuisr. p. 17/5 Kaap Bon. VENUS (K.N.S.M.) 17/5 v. R'dam n. Gi braltar BINNENLANDSCHE HAVENS. IJMUIDEN. Aangekomen 17 Mei Iser lohn v. Batavia Nereus v. Valencia. Vertrokken Billiton n. Colon Hastings Mobile Orpheus n. Kopenhagen. Wind is Noord West. IJMUIDEN. Aangekomen 17 Mei Schie- land v. Newcastle Herbert Fisher v. Oxela- sundChersones v. Swansea n. Velsen Ganger Rolf v. Havre Dido v. Konings bergen. Vertrokken. Rivercracke n. Goole Bure n. ChristianisaQuentin n. LeithVega b. R'dam Krakatau n. ColonOrestes n. Hamburg Ceres n. HamburgSchokland n. Immingham Redstart n. Londen Hon- testroom n. LondenSpaarne stroom n. HullBacchus n. Hamb. VLIELAND. Vertrokken 17 Mei Vlie- stroom n. Hull. MAASSLUIS. Aangek. 17 Mei Frieda Sigrid, lichters v. Kiel per sleepboot Vulcan City of Weatherford v. New Orleans Yer- seymoon b. Bassein Stantar v. Hamburg Algenib v. Narvik Ariosto v. Hamburg. Vertr. Boschdijk n. Montreal Pyrrhus n. Newport Am. L'Hermite n. Duinkerken Astur n. Trelleborg Rayford n. Grange mouth Tint n. Santa-Maria Mieni n. Santa Maria Midstad n. Grangemouth Iris n. Bergen Ronan n. LeithCorncrake n. Londen Castor n. Helsingfors Venus b. Gibraltar Armuru n. Catania Kenning- ton b. Newcastle Glenmoran n. Cardiff Rica n. Napels Cavaila n. Alexandrië Gosta n. Cardiff Ary Scheffer n. Havre Passages n. Pasagees Burgerdijk n. Baltimore Nyro- ca n. Southampton Tynehome n. Sunder land Falkenstein n. Londen Wesser n. Hamburg Nigaristan n. New-castle Lee way n. Hamburg Diskus n. HullIsbgorn n. Londen Tafner n. Santo Stefano Pra- hova n. NewportHethpool n. Newcastle Export n. Londen Baldur n. Narvik. Vertr. Wellgunde n. Stettin Vianda n. Buenos Ayres Sir Mames Bell.n. Harte- pool Lina n. HamburgWartburg n. Stettin Witte Zee n. Napels Teesdale n. Middlesbro. VLISSINGEN. Vertr. 17 Mei Cercea v. Middelburg n. Antwerpen. Gepasseerd Zeelandia bv. Antwerpen n. Japan. hij fabriceert, heeft onlangs een boek uit gegeven met meer dan 250 illustraties, waar in hij de geschiedenis van de pijp en het rooken uitvoerig behandelt Uit opgravingen op het Grieksche eiland Kreta schijnt men af te leiden dat reeds 2000 jaar vóór Chr. het rooken algemeen gebruike lijk was. Hierover bestaat echter lang geen eensgezindheid. Algemeen wordt echter aan genomen, dat de gewoonte, om pijpen te rooken, uit Amerika tot ons gekomen is door de reis van Columbus. Wij allen weten" van den Indiaanschen ritus, waarbij het rooken van den vredespijp een groote rol speelt. Vooral in de 17de eeuw heeft het rooken zich met verbazingwekkende snelheid over Europa verspreid. Tabak, die eerst zeer duur was, in 1600 ongeveer kostte een Engelsch ons ongeveer 18 shilling, kwam later steeds meer onder ieders bereik. Met de verbreiding zijn ook de soorten pijpen tot in een oneindige variatie toegenomen. Wan neer wij nagaan, hoeveel verschillende vormen wij er in ons dagelij ksch leven reeds van kennen, de meerschuimen en houten, de Goudsche, de lange Duitsche tot de pijp uit een hazensprong toe, dan kan men zich eenigszins voorstellen, hoe de collectie van een pijpenverzamelaar als de heer Dunhill er wel uit moet zien. Bij zijn boek geeft hij er afbeeldingen van. Ook vertelt hij het ver haal van de ontdekking van het Zuid-Euro- peesche heidewortelhout (Bruijère) waarvan tegenwoordig zooveel pijpen worden ge maakt. Een bewonderaar van Napoleon maakte eens een pelgrimstocht naar Corsica om het huis van den keizer op te zoeken. Hij brak zijn pijp, en een Corsicaansche bóeren- meubelmaker sneed een nieuwe voor hem, die hem zoo goed beviel, dat hij van het hout meenam en de goede eigenschappen er van alom bekend maakte. De toeneming van het tabaksgebruik is tijdelijk onderbroken geweest in het midden der vorige eeuw, toen was het rooken alleen geoorloofd in afzonderlijke rooksalons en nooit in tegenwoordigheid van dames, bij wie men zelfs niet verscheen met berookte kleeren. Veel is er van deze gewoonten niet overgebleven, nu vele dames zelf een sigaret niet versmaden, of het zou het goede gebruik moeten zijn om aan de aanwezige dames toe stemming tot rooken te vragen. De bekende Engelsche pijpen- en tabaks fabrikant Alfred Dunhill, die een uitgebreide studie heeft gemaakt van het voorwerp, dat AMSTERDAM, 30 October. Aardappe len. (Bericht v/d. mak. Jac. Knoop.) Zeeuw- sche bonte f 5.806.00, Zeeuwsche blauwe f 5.505.65, Zeeuwsche eigenheimers f 4.65 4.90, Zeeuwsche blauwe eigenheimers f 5.255.50. Zeeuwsche Eigenheimer po ters f 3.70—4.25, Drentsche Eigenheimers f 3.00—4.00, Roode star f 3.50—3.60. AMSTERDAM, 30 October. (Noteering v/h. Nieuwe Veilinggeb. expl. De Jong en Koene.) Doyenne du Commice f 32—40, Bonne Louise d'Avranches f 3052 (extra) idem I f 1624, Br. Hardy f 2034, Br. Labrun f 1422, Br. Clairgeau f 1422, William Duchesse f 2456, Leghipons f 24 34, Soldat Laboureur f 1222, Calebas de Tirlemont f 1018, Souvenir de Con gres f 1420, Hertogin Elza f 1424, Du- randeau f 1424, Meloenperen f 712, Giesen Wildeman f 610, Wintervijgen f 1016, Bergamotperen f 57, Winter- jannen f 48, Nouveau Poiteau f 1218, Jodenperen f 69, Pondsperen f 511, Kweeperen f 1824, Sterappelen f 1624, idem extra f 2634, Transparant de Cron- sel f 2234, idem extra f 5056, Present van Engeland f 1630, Cox Pomona f 40 56, idem I f 1830, The Queen extra f 2848, idem I f 1428, Notarisappelen f 1218, Bramly Seedling f 1016, Gra- vensteiners f 1825, Goudreinetten f 10 18, idem extra f 2438, Gron. Kroon f 1216, Sweden appelen f 1218, Prin- cesse Nobel f 14—26, Bellefleur f 1220, Schagerroodjes f 1014, Tulpappelen f 8 12, Bouman Reinetten f 1828, Jasappe- len f 1216, Gamerensch zuur f 711, Gerrit Roelof f 1014, zure pippeling f 8 12, Paradijsappelen f 1014, Bismarck f 14—18, Keizer Alexander f 1420, Huis- manzoet f 812, Jaap Dirk f 812, Honing zoet f 814, Campagnezoet f 1014, dubb. benders f 1216 per 100 kg. Frankenthalers f 0.840.96, Alicanten f 0.64—0.74, hazel noten f 0.200.24, kassnijboonen f 0.75 0.95, dikke spercieboonen f 0.380.46, dun ne spercieboonen f 0.360.44, tomaten f 0.220.42 per kilo. Hiilegommer Zand- aardappelen f 7.8012.30 per 100 kg., Bloem kool f 2836 per 100 stuks. Sla f 2.404 60 per 100 krop. Uien f 3.203.60 per 50 kilo. Spruiten f 1.503.50 per baal. Bloemen. Chrysanthemums f 1838, Am. anjers f 1015, Hadley f 1530, Sunburst f 818, Ophelia f 718, Golden Ophelia f 818, keizerin f 613, Dalia's f 2.50—6 per 100 stuks. Snijgroen f 37.50, eiketak- ken f 1.503.50 per 100 tak. Fransche an jers f 0.400.65, Fransche margrieten f 0.08 0.12. Fransche narcissen f 0.150.20 per dozijn. DELFT, 30 Oct. Boter. Aanvoer 18/8 en 5/16 v. te zamen 410 kg. Prijzen f 2.75 2.90 per kg. ELST (Bet.) 29 Oct. Fruitveiling van heden. Prijzen 1ste Goudreinetten 12—20, 2e soort 59, extra 2226, Bellefleurs 12 17, Sterappels 1929, Leftioenappels 14 ■28, grauwe Reinetten 78 zure Rood- jes 1420, Fransche Reinetten 1314, Pre sent. of Engeland 2736, Fransche Belle fleurs 1518, Citroenbellefleurs 1925, Court Pendu 1013, Notarisappels 14 15, div. zo t- appels 813%, div. Stoof peren 69, Nouveau Poiteau '10%20, Engeterres 610%, beurré Clairgeau 29 37, beurré Bachelier 3337, Bonne Louise d'Avranches 5870, Doyenne de Cornice 3254, Williams Duchesse 3556, Vijge peren 1013, Soldat Laboureur 2024, Truimpke de Jodeigne 1520, Kraaiperen 14%15 ct., alles per kg. GOUDA, 30 Oct. Kaas. Aangevoerd 155 partijen, le soort f 7274, 2e soort f 6871, rijksmerk le soort f 7375, 2e soort f 70— 72, zware f 78. Handel flauw. HOORN, 30 Oct. Kaas. Aangevoerd 8 stapels fabriekskaas f 64 15 stapels boeren kaas f 65 3 st. fabriekscommissie f 63 24 st. boerencommissie f 67 1 st. middelbare f 65 totaal 51 stapels, wegende 27.733 kg Handel matig. Toen zij dit zeide, staarde Brian haar aan, Want er scheen zulk een behoefte aan bloed in haar aderen te zijn, dat de gedachte door zijn brein schoot, of zij wel ooit in haar le- tren zou geslapen hebben. „Ja, riet u, daar hebt u nu mijns vaders bróer of met andere woorden gesproken, rnijn oom," ging de hospita voort, een kop koffie voor Brian inschenkend, „die had ver balend veel bloed in het lichaam, hetwelk hem zoo lang heeft doen slapen, dat zij hem moesten aderlaten, alvorens hij op stond." Brian hield den „Argus" voor zijn gelaat en lachte zachtjes achter zijn nieuwsblad wegens het overdreven verhaal, dat Miss Sampson hem deed hooren. „Het bloed stroomde er uit als een zee," vervolgde de huisjuffrouw, blijkbaar nog onder den invloed harer verbeelingskracht, „en de dokter stond verstomd van verba zing, toen hij den Niagara aanschouwde, die van hem afstroomde maar ik voor mij ben niet zoo volbloedig." Fitzgerald bedwong nogmaals zijn glim lach. Hij bewaarde echter het stilzwijgen en gaf slechts met duidelijke teekens te ken nen, dat, als zij de kamer wilde verlaten, hij zijn ontbijt kon nuttigen. „En als u nog iets and-rs mocht noodig hebben, Mr. Fitzgerald," zeide zij, zich naar de deur begevend, „dan weet u de schel, evengoed als ik de keuken weet," en, met een iaatste gepiep, knapperde zij de kamer uit. Zoodra de deur zich achter haar gesloten had, legde Brian het nieuwsblad neer en barstte los in een schaterlach, ondanks den ver van aangenamen toestand, in welken hij zich bevond. Hij dronk zijn koffie, maar liet de gereed staande spijzen onaangeroerd en nam een kijkje in de courant om zich op de hoogte te stellen van de jongste nieuwstijdingen betreffende den moord. Hetgeen hij daarin las, deed zijn wangen nog bleeker worden dan zij waren, en hij voelde zijn hart hoor baar kloppen. „Zij hebben iemand op verdenking," pre velde hij, zijn plaats verlatend en met groote stappen de kamer heen en weer loo pend. „Ik ben nieuwsgierig wie het zijn kan? Dien man van gisterenavond bracht ik op een dwaalspoor, maar zoo hij mij ver denkt, zal het hem geen groote moeite kos ten mijn adres uit te vinden. Komaan! Wat bazel ik nu voor een wartaal. Ik ben het slachtoffer van mijn eigen ziekelijke inbeel ding. Tusschen mij en de' misdaad is hoege naamd geen verband, ik behoef dus voor mijn schaduw niet bevreesd te zijn. Ik had grooten trek, het land voor een poosje te verlaten, maar als zij verdenking op mij hebben, zal dit argwaan opwekken. O, Mad ge, mijn lieveling!" riep hij vol vuur. Ais je slechts wist, wat ik lijd, ik ben er van overtuigd, dat je mij zoudt beklagen, maar je moet nooit da waarheid vernemen nooit, nooit!" en op een stoel neervallend, bedekte hij zijn gelaat met beide handen. Na een paar minuten in die positie te hebben doorge bracht, stond hij op en schelde. Een flauw geknapper in de verte gaf te kennen, dat juffrouw Sampson het gehoord had en weldra verscheen zij in de kamer, meer gelijkenis dan ooit met een krekel ver- loonend. Brian was naar zijn slaapkamer gegaan en riep iiaar van daar uit toe: „Ik ga naar St. Kilda, Miss Sampson," „ik zal waarschijnlijk den geheelen dag niet terugkomen." „Wat u, naar ik hopen wil, goed moge bekomen," antwoordde de krekel, „want u hebt niets gegeten en de zeelucht doet won deren, wat betreft het verwekken van eet lust bij ons, arme stervelingen. Mijn moe ders broer was een zeeman, en het was wonderlijk voor zijn maag, want als hij des middags had meegegeten, dan zag de tafel er uit, als ware er een sprinkhaan over ge- loopen." „Hoe noemt u dat beest?" vroeg Fitzge rald midderwiil hij zijn handschoenen aantrok. „Een sprinkhaan!" antwoordde de huis juffrouw, over zijn onwetendheid niet wei nig verbaasd, „gij moet weten, dat ik in Oly Writ heb gelezen, hoe John de Baptist met hem ingenomen was, welnu, ik geloof waar lijk niet, dat hij erg verzadigd zal geweest zijn, wees daar maar zeker van en hij was een lekkerbek die o.a. ook honig at." „O, gij bedoelt een sprinkhaan,' zeide Brian, die nu een weinig poolshoogte er langde. „En wat anders?" vroeg juffrouw Samp son gebelgd, „ik geloof toch niet, dat ik nog een schoolmeisje ben, en ik hoop, dat ik wel Engelsch kan spreken, mijn moeders eer ste nicht kreeg voor het spellen den eer sten prijs op een werkkransje, maar is jong gestorven aan de hersenkoorts, daar rij met het woordenboek zich te veel had inge spannen." „Goede hemel!" antwoordde Brian werk tuigelijk, „hoe ongelukkig." Hij had naar Mrs. Sampson's aanmerkingen niet geluisterd, maar herinnerde zich een afspraak, welke hij met Madge gemaakt en waar hij tot dus ver niet aan gedacht hl „Mrs. Sampson," sprak hij, zich naar de deur begevend. „Ik breng Mr. Frettbly en diens dochter mede, om een kop thee bij mij te drinken, gelieve dus te zorgen, dat alles gereed is." „Gij behoeft slechts te bevelen en gij zult het hebben," antwoordde Mrs. Sampson met een bevredigend geknapper door al haar ledematen. „Ik zal thee zetten, mijnheer, en zal er wat van mijn eigen gebakjes bij voegen, waar ik zoo goed slag van heb; mijn moeder heeft ze mij leeren maken die op haar beurt weer van 'n dame, welke zij verpleegd had, er onderricht in ontving. Deze dame had de scharlakenkoorts, doordien zij een zwak gestel had, stierf spoedig daarna, omdat zij de gev oonte had, om elke ziekte, die zij had, zich zelve op den hals te halen. f Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 21