- ALLEEN DIE KLEEDINI -s
onvA
Uit de Pers.
Wat heeft men aan steenkolen
SCerkel. Knus! - VAN 0¥ENf-Den Haag - Vaandels, Insignes, Vlaggen, Medailles
ingezonden Mededeelingen
IS VOORDEELIG
JLzt cC&ruUry
PLEIN 35 - TEL. 1265
NTEUWE HAARLEMSCHE COURANT,
Zesde Blad. - Vrijdag 31 October 1924
Het socialistisch gift kankert
door.
De Automobiel- en Motorbe
weging in Nederland
1915 12.589 1920 31.432
1916 14.608 1921 40.989
1917 14.169 1922 51.140
Jaar ..........Stuks
191 16.080
191 27.262
191 39.205
191 411.514
191 512.589
191 614.608
1917 14.169
191 83.763
1919 18.995
1920 31.432
1921 40.987
1922 51.149
1923 59.880
De Nederl. visschers en de
Britsche regeering.
UIT ONZE OOST.
Sprinkhanen-lekkernij.
a 60 cents per regel.
welke U naast LAGEN PRIJS
PRIMA KWALITEIT en 1ste
KLAS BEWERKING biedt.
Deze vindt U in onze
Eerste klas Engelsche
Gemaakte Heerenkleeding
Wij brengen de nieuwste
modellen en dessins in
Ratiné's Paletots HQ IS
en Ulsters vanaf I Lü.
Jongeh. Ulsters vanaf t 20
Colbert Costuums v a. f 32.50
Demisaisons v.a. f 30.—
Gabardine Regenjassen
en Mantels vanaf f 27 50
en 20 pCt. korting!!!
ZIET DE ETALAGES!
GEMENGD NIEUWS.
De geschiedenis van de'
tabakspijp.
MARKTNIEUWS.
FEUILLETON.
HET GEHEIM VAN EEN
HUURRIJTUIG
De A.-R. „Rotterdammer" schrijft
Van 1901 tot 1905 was dr. Kuyper de
>ooze geest aan wien al het kwaad dat een
anti-clericaal Nederlandsch burger over
kwam, werd toegeschreven
„Dat heeft dr. Kuyper gedaan" was
toen het gevleugeld woord.
Thans schijnt Minister Colijn die eervolle
positie in te nemen.
„Het Volk" van Zaterdag 1.1. plaatste van
Zijn Helderschen correspondent dit stukje:
„Als een bewijs dat het onzen Christe-
lijken minister Colijn uitstekend gelukt
allerlei slechte instinkten wakker te roepen
die sluimeren in de rijksdienaren, kan het
volgende dienen
Bij den Onderzeedienst is een torpedosloep
tot zinken gebracht, terwijl in de Buiten
haven een motorvlet hetzelfde lot onderging.
Bovendien zijn eenige zwengels van torpe
dodavits overboord gezet. Althans deze
werktuigen, die dienen om de davits naar
buiten te draaien teneinde de sloepen te
water te kunnen laten, zijn verdwenen. En
de ervaring heeft geleerd, dat dergelijke
daden niet tot enkele beperkt blijven. Er is
niets wat, bij de Marine althans, spoediger
doorvreet dan dit soort sabotage.
Dë hoofdbesturen bij het „Cambo" aange
sloten, hebben hun afkeuring in den meest
strengen zin over deze handelingen uitge
sproken.
Of daarmee echter deze uitingen van een
overkropt gemoed zullen zijn bezworen, is
een andere vraag.
Het is toch wel teekenend, dat dergelijke
dingen als regel plaats vinden onder chris
telijk bewind."
Proeft men den demonischen geest van
dergelijk geschrijf?
Niet de zeelieden zijn eigenlijk de schul
digen, maar dat vermaledijde Christelijke
bewind en de verfoeilijke Colijn lokken deze
misdaden uit.
„Het Volk" plaatst boven zijn artikel
„Colijn werkt door."
Is niet passender opschrift„Het socialis
tisch gift kankert door
ONZE POLITIEKE EENHEID.
Geknipt uit „De Volkskrant"
Al wat St. Michael wil het propagee-
geeren der democratische gedachte in de
Katholieke Staatspartij en het bevorde
ren der verkiezing van democratische af
gevaardigden in de Kamer, kan ook zon
der het Verbond worden nagestreefd en
werd en wordt reeds nu nagestreefd.
Ieder is in onze kiesvereeniging volko
men vrij voor zijn meening uit te komen
en voor die meening propaganda te ma
ken.
En het nieuwe kiesreglement door
professor Veraart wel wat geringschat
tend in zijn Utrechtsche rede een vol
maakt ondergeschikte kwestie genoemd
maakt het mogelijk, dat ook buiten de
grenzen van den enkelen Rijkskieskring
gelijkgezinden zich vereenigen om het
slagen der candidaten van hun keus te be
vorderen.
De oprichting van het Verbond in den
Bond van Kiesvereenigingen maakt onnoo-
dig een afscheiding, die vermeden had
kunnen worden, verscherpt de tegenstel
ling en opent den weg voor acties van an
deren aard, waaraan men dan moeilijk be
staansrecht kan ontzeggen.
Wij zijn niet zonder hoop, dat het door
verstandig overleg moge gelukken, de
plooi in onze katholieke kiezersorganisatie
glad te strijken.
Maar dan zal daarbij van meer beleid
moeten worden blijk gegeven, dan waar
over de Bondsvoorzitter bij deze gelegen
heid getoond, heeft te beschikken.
Zijn publicatie effent den weg niet, maar
belemmert op ernstige wijze een rustig
oveileg.
Deze vraag oppervlakkig bezien lijkt
dom, voor velen misschien zelfs heel dom,
maar toch is het wel eens niet on-aardig,
daar een meer, zij het dan ook bescheiden,
uitgebreid antwoord op te geven.
Dat steenkolen een brandbare delfstof is,
weet iedereen, en dat cokes verkregen
wordt door ontzwaveling van de steenkool,
mag ook wel als bekend worden aangeno
men.
We willen echter systematisch eens na
gaan, wat men alzoo uit de steenkool haalt;
en al zullen de meeste namen voor onin-
gewijden wat vreemd klinken, voor velen
misschien zelfs totaal onbegrijpelijk, ze kun
nen zich niettemin overtuigd houden, dat
het uit de steenkool komt, en ook gebruikt
wordt. Misschien kan ieder er ter zijner tijd
nog eens zijn voordeel mee doen.
Na de voor de hand liggende producten
van eierkolen, parelcokes en elementenko
len komt vooreerst het graphiet (potlood
erts) en een, laten wij het maar noemen
reiniginsmassa uit de steenkool, waaruit
weder voortkomt de zwavel, zwavelzuur,
Ferro-cyankalium, Berlijnsch blauw en cyan-
kalium.
Door de bewerking komt echter tevens
uit de kolen nog voort z.g. ruw-gaswater,
wat noodig is voor de bereiding van zwa-
velzuur-ammoniak en geconcentreerd ammo-
niakwater, terwijl uit laatstgenoemde stof
weder de chloor-ammoniak en de „geest v.
Salmiak" voortkomt.
Een uit steenkool gehaalde hoofdstof is
ook het „Teer", welke een groot aantal na
komelingen heert (niet te verwarren met
het teer dat uit het hout van den pijnboom
komt) o. a. Pek, geprepareerd staalwerk
teer, straatteer, brikettenpek, ijzerlak, dak-
lak, zware olie, Benzol wascholie, Naphta
(een sterk riekende olie) verhittingsolie en
carbolineum, alsmede de ontsmettingsmid
delen Kreoline en Lysol. Voorts nog de
Creosot-olie welke kookt bij 250 tot 280 gr.
en zeer bederfwerend is.
Een drietal oliën, welke eveneens uit
het Teer komt, en welke we respectieve
lijk zullen aanduiden als „middel-olie",
„lichte-olie" en „anthraceen-olie", is weder
den grondslag tot de bereiding van zeer
vele andere chemische en andere stoffen.
Om te beginnen bij de „middel-olie" krij
gen we vooreerst ruwe naphtaline, warme
geperste naphtaline, naphtaline voor moto
ren, en naphtaline in poeder- en. stangen-
vorm en de naphtaline-zwavelzuur. Naph
taline (ook naftaline) was voorheen een
zeer lastig bijproduct bij de lichtgas fabri
catie, thans is het echter behoudens als
bestrijdingsmiddel tegen motten enz. een
uitgangsmateriaal voor het vervaardigen
van tal van kleurstoffen, alsmede ernis,
terwijl het ook wel eens gebruikt wordt
om celluloid onbrandbaar te maken. Het
lichtgeel en indigoblauw zijn eeneens nog
een tweetal kleurstoffen welke uit de
middelolie bereid wordt.
Uit de reeds eerder genoemde ruwe
naphtaline, wordt ook bereid, de nitro-
naphtaline, naphtal, naphtal sulfaatzuur,
brilliant-scharlaken enz. enz., terwijl voor
de bereiding van de kleuren echt-rood,
hoog-rood, oranje-geel, martius-geel, schar
laken enz. naphtal gebruikt wordt. De
„middel-olie" levert echter ook nog ande-
restoffen, zooals zware handelsbenzol, Py
ridine, salicijlzuur, natron-salicijlzuur, Phe-
nacetin, aspiine en nog een 8-tal andere
stoffen w.o. ook het Diamant-zwart. Ook
picrinezuur, dat als verfstof en als spring
middel zeer nuttig zijn kan, wordt uit de
„middel-olie" bereid, alsmede de Fenol,
wat de chemische naam is voor carbol-
zuur. Deze stof is voor schimmels een
zwaar vergift, terwijl zij voor hout zeer be
derfwerend is.
Ook wordt zij als reinigingsmiddel voor
smetstoffen gebruikt, doch dan meestal in
onzuiveren toestand, zooals het n.l. uit het
Teer komt.
Het is echter in tegenstelling met haar
naam carbolzuur, absoluut geen „zuur
hoewel het toch voor het in- en uitwen
dige gebruik van den mensch alles behalve
is aan te bevelen.
Als we vervolgens de voortbrengings-
producten gaan opnoemen van de „Lichte
olie" zouden we in namen gaan vervallen,
waarvan een leek zou gaan duizelen. We
zullen ons daarom bepalen tot enkele na
men en wel: 2 soorten solventnaph^a, Han
delsbenzol van 50 pCt. en 90 pCt., Saccha
rine en kunstmatige muskus. Voorts Mala-
chiet-groen, (malachiet is een groen-ge-
steente). Brilliant-groen, groenzuur, patent-
blauw, Sulfaatzuur, Bijzoëzuur, Indigo en
Aniline beide verfstoffen. Aniline vormt
weder den grondslag voor Rose-aniline,
Methijl-groen, methijl-violet, Fucksin (ani-
linekleur) Jodium-groen, alcaluim-groen,
aniline-blauw, chysoidin, bismarck-bruin,
Violetzuur, Victoria-blauw, Benzolsulfaat-
zuur, Aniïmc-zwart, chinoline-rood, chinoli-
ne-geel, chlooraniline, enz.
Ten slotte krijgen we de voortbrengings
producten van de Anthraceen-olie. Vroe
ger was anthraceen waardeloos afval, doch
thans is het een waardevol uitgangs-pro-
duct voor de bereiding van de v.n. Aliza
rin, de grondstof voor de kunstmatige
kroplak. Behalve deze roode kleurstof le
vert anthraceen nog de grondstof voor een
zeer groot aantal andere stoffen gezame-
lijk kleurstoffen genoemd. Wij zullen en
kele van die stoffen opnoemen. Naphtali-
ne-wasch-olie, Garbanol, anthrachinon, Ni-
ti o-anthrachinon, chinizarine, alizarine-
irisol, alizarine- cyanine-groen, amin-an-
thrachinon, algol-geel, a'lgol-rood, algol-
scharlaken, algolblauw, algolbrilliant-violet,
anthracyanine-violet, alizarine-zuiverblauw,
alizarine-zwart, alizarine-indigo, alizarine-
violet, alizarine-cyanin en de alizarine bril-
liant-blauw.
Uit de Anthrachion fabriceert men weer:
ar.thrachinon-sulfaatzuur, en alizarine-saphi-
rol en wederom alinine, waaruit de alinine
kleurstoffen blauw-zwart, bordeaux-rood,
oranje en blauw worden gemaakt.
Wat de alizarine betreft, deze vervangt
de meekrap, waarvan de karmozijn-roode
kleurstof kraplak gemaakt werd. Van de
meekrap, dat zooals bekend is een plant is
welker kortelstokken de kleurstof geven,
die thans uit de alizarine gehaald wordt,
werd vroeger alleen in ons land 4000 H.A.
grond bebouwd. Thans, nu men uit de ali
zarine dezelfde grondstof voor het kraplak
haalt en dit veel goedkooper bereid kan
worden, uit afvalproducten van de gasfa
briek, is de meekrap-cultuur zoo goed als
geheel verdwenen en wordt er thans hoog
stens nog 30 H.A. van deze plant bebouwd.
Indien we alle, uit de steenkolen gehaal
de producten hadden opgesomd, zou het ge
tal 200 ruimschoots overschreden worden.
We meenen echter wel met deze te kun
nen volstaan, daar toch slechts weinig per
sonen net nut van dat alles ten volle zou
den begrijpen.
Niettemin zal men toch wel een weinig
meer waardeering hebben gekregen voor 't
nut dat oude verharde planten na eeuwen
verschaft aan het hedendaagsch geslacht.
BfêSb
„Auto Leven" bevat een interessant ar
tikel van Herman Levy over de automobiel
en motorbeweging in Nederland. De schrij
ver heeft bij de samenstelling van zijn ge-
gïvens als leiddraad de statistiek-der Rijks
inkomsten gebruikt.
„Bij de berekening van het aantal auto
mobielen en motorrijwielen op 1 Januari
1924 in ons land in gebruik, aldus de heer
Levy, moesten deze cijfers den grond
slag vormen. De daardoor verkregen ge
tallen mogen wellicht voor onze statistiek
niet heelemaal juist zijn, omdat er auto
mobielen en motorrijwielen zijn, waar
voor geen belasting wordt betaald, maar
zij zuilen toch vrijwel het juiste beeld ge
ven van den omvang der motorbeweging
in ons land, omdat de getallen der door
ongelukken en slijtage verdwenen voer
tuigen aan die der binnenlandsche pro
ductie, enz., vrijwel gelijk geacht kunnen
worden te zijn."
„Volgens onze berekening waren op 1
Januari 1924 in ons land in gebruik 23.143
automobielen, 36.405 motorrijwielen, 243
motorrijtuigen op 3 wielen en 89 electro-
mobielen of in totaal 59.880 motorvoertuigen.
Wat dit aantal ten opzichte van den groei
van de beweging wil zeggen, zal ieder duide
lijk worden, als wij dit cijfer eens gaan ver
gelijken met die uit vroegere jaren, waar
voor men volgend lijstje raadplege
Jaar Stuks Jaar Stuks
1914: 11.514 1919: 18.995
1918 3.763 192359.887
Wanneer wij de cijfers uit de oorlogsjaren
buiten beschouwing laten immers deze ge
ven ten gevolge van benzinegebrek en rijver
bod geen juist beeld dan blijkt dat de jaar
lij ksche toeneming sedert 1920 een zeer nor
male en bijna wiskunstig berekende is, nl.
van 9 tot 10.000 per jaar.
Het aantal inwoners bedroeg op 1 Januari
1914 in ons land 7.213.000, zoodat op dien
datum gerekend kon worden dat op iedere
11 inwoners één motorvoertuig in gebruik
was.
Provinciegewijs genomen bezit Zuid-Hol
land ruim 13000 motorvoertuigen of ruim
het vierde gedeelte van het totale aantal. Dan
volgt Noord-Holland met ruim 11.000, waar
van alleen Amsterdam reeds bijna de helft
oplevert. Drente bengelt, ten gevolge van de
geringe bevolking, onderaan met 1613 motor
voertuigen."
Voor de steden geven de cijfers volgend
beeld: 1. Amsterdam met 4911 stuks; 2.
Den Haag met 3348 stuks 3. Rotterdam
met 3249 stuks en ten slotte 4e. Utrecht met
1188 stuks.
Wanneer wij nagaan hoe de groei van het
automobilisme en motorisme zich ten op
zichte van de bevolkingscijfers verhoudt,
dan komen wij tot de volgende totaalcijfers:
Aantal inwoners,
p. motorvoertuig.
1000
842
675
568
512
450
475
1800
360
220
170
137
116
Vervolgens gaat d" schr*' v>r na de toene
ming van het aantaltomobiel n, dat in 1914
bedroeg 4760 stuks en in 1923 niet minder
dan 23.143 stuks. In die 10 jaar is dus het
aantal auto's meer dan vervijfvoudigd.
Provinciesgewijs staat Zuid-Holland boven
aan met 5705 waarop Noord-Holland volgt
met 4928 en Drenthe eindelijk met 412.
Van de steden is ook nu Amsterdam weer
de eerste met 2209 automobielen, gevolgd
door Rotterdam met 1693. Den Haag met
1589 en Ut.echt met slechts 471 automobielen
Het gebruik var m torrijwielen is nog ster
ker toegenomen d. n dat van automobielen
n.l. 6754 in 1914 en 36.405 in 1923. Ook hiei
staat Zuid-Holland bovenaan met 7658,
Noord-Holland volgt met 6559 en Drenthe
sluit met 1201.
Amsterdam telt van de steden de meeste
motorrijwielen, n.l. 2702 stuks dan volgt
Den Haag met 1759 stuks, vervolgens Rotter
dam met 1556dat. minder motorrijwielen
dan automobielen bezit, een verschijnsel
d.t ioh bij geen der andere steden voordoet
en Utrecht met 717 stuks.
De heer Lovink heeft den minister van
Buitenlandsche Zaken er op gewezen, dat de
reeders van Nederlandsche visschersvaar-
tuigen die in de oorlogsjaren, voornamelijk in
1916, ten gevolge van het opbrengen van
hun vaartuigen naar Engelsche havens, groote
schade hebben geleden, er nog steeds niet
in geslaagu zt)n van de Britsche regeenng
vergoeding van die schade te verkrijgen,
waartoe reeds geruimen tijd vertegenwoor
digers van die reeders onderhandelingen heb
ben gevoerd met de Britsche regeering.
De Britsche regeering neemt steeds het
standpunt in, dat zij gerechtigd was de mas
sale aanhouding en opbrenging van die vaar
tuigen naar Britsche havens, uitsluitend voor
de instelling van een onderzoek naar vermeen
de contrabande, te doen plaats hebben en
over te gaan tot verkoop van lading en vis-
scherijgoederen van vele dier vaartuigen,
zonder de daardoor geleden schade te ver
goeden. Zij gaat uit van de juiste onder
stelling, dat de door bedoelde vaartuigen
gevangen haring bestemd was voor uitvoer
naar Duitschland, niettegenstaande bekend
is, dat die uitvoer ook naar andere landen ge
schiedde en een groot deel van die aangevoer
de haring in Nederland bleef. De Britsche
regeering heeft ten slotte die vaartuigen
eerst vrijgelaten na het sluiten van een voor de
Nederlandsche reeders bezwarende overeen
komst, die noodgedwongen werd aanvaard en
waarbij o.a. is bepaald, dat slechts 20 pCt.
van de vangst naar de centrale landen zou
worden uitgevoerd, en dat niettemin na het
sluiten dier overeenkomst toch nog visschers-
vaartuigen zijn opgebracht.
De betrokken Nederlandsche reeders heb
ben deze overeenkomst stipt en loyaal nage
komen, waaromtrent Britsche autoriteiten
de meest gunstige getuigenissen hebben
afgelegd, doch de wijze, waarop de Britsche
regeering de uitvoering van de overeenkomst
heeft opgevat is voor de Nederlandsche be
langhebbenden zóó teleurstellend, dat zij
zich daarover ernstig meenen te moeten
beklagen.
Is de minister bereid bij de Britsche regee
ring onverwijld stappen te doen tot afwikke
ling van deze sinds jaren hangende aangele
genheid
Hoe heel anders de inlander vaak oor
deelt dan wij, blijkt weer eens uit het volgen
de grappige geval, dat de katholieke missio
naris, pater M.Spanjers, te Tondjang
Sakti overkwam.
Hij vertelt het in de „Java-Post"
„De les aldus die missionaris over
Joannes den Dooper viel juist samen met
het begin van den Vasten. Wat was natuur
lijker dan te wijzen op de boetvaardigheid,
die de Voorlooper des Heeren door woord
en voorbeeld predikte. „Hij droeg een kleed
van Kemelshaar en een lederen gordel om
zijn lendenen. Zijn voedsel bestond uit
wilden honing en sprinkhanen."
Groote verwondering op elks gelaat 1
Die Joannes een boetvaardige
Tot een der snaakjes zijn vinger opstak.
„Ja, laat is hooren. Aris. Wat wou je
vragen
„Een snoeper, Toean."
Een andere vinger„een lekkerbek,
meneer."
„Wie Joannes
„Ja," klonk het van alle kanten.
„Maar jongens, hoe kom je er bij
Nou, ze wilden er heel hun leven voor
teekenen. Niets dan wilde honing en sprink
hanen Ze smekten al als of ze pauwen
tongetjes te verteren kregen.
Nu ja, wilde honig gaf ik toe, maar sprink
hanen
„Nou, fijn toean, fijn Hadt u ze maar
ooit geproefd, dan zou u niet zulke groote
oogen opzetten."
En of ik nu al verklaarde, dat in de streek,
waar Joannes leefde, ook nu sprinkhanen
enkel door arme menschen gegeten worden,
of ik me al beriep op Christus' eigen ge
tuigenis, zij dachten er het hunne van.
Nog dien eigen dag zouden ze me be
wijzen, dat Joannes toch eigenlijk een lekker
bek was.
Onmiddellijk na de les aan den slag. Gauw
sprinkhanen kooitjes van rotan gemaakt. Den-
Zelfden avond op jacht. Met een fakkel
gewapend, zetten ze zich naast 't struik
gewas. Al heel gauw hadden ze er eenige te
pakken.
„Vette vangst? vroeg ik belangstellend."
„Ik heb er drie, ik twee," enz.
„En wanneer is het nu sprinkhanen-
maal
„Eerst vetmesten, meneer."
„Nou hoor, als het dan zoo ver is, vergeet
me dan niet op 't feest te verzoeken."
Onwillekeurig schijn ik een vies gezicht
getrokken te hebben.
„Meneer weet niet wat goed is," klonk
het andermaal.
„Kijk er is toean," riep toen de jongen
met den vetsten, die zijn snoeplust niet
langer kon bedwingen „dat doen we zoo."
Mee trok hij er de vleugels af, hield hem bij
de achterpooten vast, stoofde hem een
oogenblik bij 't lampenglas, eerst rechts dan
links, hap, verdwenen was de sprinkhaan
in zijn maag. Alleen de uiterste leden der
pooten hield hij in zijn hand. Triumfantelijk
keek me de ondeugd aan. Bewezen was vol-
ens hem, dat St. Joannes toch eigenlijk
likkere bro es niet versmaadde.
12 - 16 jaar
ONBERISPELIJKE PASVORM
VOOR IEDERE FIGUUR
tegenover Tempeliersstraat
BNEDERLANDSCHE STOOM
VAARTLIJNEN.
BACCHUS (W.I.M.) 17/5 v. A'datn n.
Hamburg.
BILLITON (Nederl.) 17/5 v. A'dam n.
Colon.
BOSCHDIJK (H.A.L.) 17/5 v. R'dam n.
Montreal.
BUITENZORG (R. Lloyd) 16/5 v. R'dam
te Bahia Blanca.
CERÉS (K.N.S.M.) 17/5 v. A'dam n. Ham
burg.
DIDO (K.N.S.M.) 17/5 v. Koningsbergen
te A'dam.
EURYLOCHUS (Oceaan) Batavia-Liver
pool 16/5 te Suez.
GAROET (R. Lloyd) uitreis p. 16/5 Malta.
KRAK AT AU (Ned.) 17/5 v. A'dam n. Colon.
MODJOKERTO (R. Lloyd) thuisreis p.
16/5 Kaap de Armi.
NEREUS (K.N.S.M.) 17/5 v. Valencia te
A'dam.
ORESTES (H. W. Afr. lijn) 17/5 v. A'dam
n. Hamburg.
ORPHEUS (K.N.S.M.) 17/5 v. A'dam n.
Kopenhagen.
PYRRHUS (Oceaan) 17/5 v. R'dam n.
Newport.
SIANTAR (R. Lloyd) 17/5 v. Hamburg te
Rotterdam.
SPRINGFONTEIN -(H. Z. Afr. lijn) 17/5
v. Delagoabaai te Port Natal.
STREEFKERK (Br. Indiëlijn) thuisr. p.
17/5 Kaap Bon.
VENUS (K.N.S.M.) 17/5 v. R'dam n. Gi
braltar
BINNENLANDSCHE HAVENS.
IJMUIDEN. Aangekomen 17 Mei Iser
lohn v. Batavia Nereus v. Valencia.
Vertrokken Billiton n. Colon Hastings
Mobile Orpheus n. Kopenhagen.
Wind is Noord West.
IJMUIDEN. Aangekomen 17 Mei Schie-
land v. Newcastle Herbert Fisher v. Oxela-
sundChersones v. Swansea n. Velsen
Ganger Rolf v. Havre Dido v. Konings
bergen.
Vertrokken. Rivercracke n. Goole Bure n.
ChristianisaQuentin n. LeithVega b.
R'dam Krakatau n. ColonOrestes n.
Hamburg Ceres n. HamburgSchokland
n. Immingham Redstart n. Londen Hon-
testroom n. LondenSpaarne stroom n.
HullBacchus n. Hamb.
VLIELAND. Vertrokken 17 Mei Vlie-
stroom n. Hull.
MAASSLUIS. Aangek. 17 Mei Frieda
Sigrid, lichters v. Kiel per sleepboot Vulcan
City of Weatherford v. New Orleans Yer-
seymoon b. Bassein Stantar v. Hamburg
Algenib v. Narvik Ariosto v. Hamburg.
Vertr. Boschdijk n. Montreal Pyrrhus n.
Newport Am. L'Hermite n. Duinkerken
Astur n. Trelleborg Rayford n. Grange
mouth Tint n. Santa-Maria Mieni n. Santa
Maria Midstad n. Grangemouth Iris n.
Bergen Ronan n. LeithCorncrake n.
Londen Castor n. Helsingfors Venus b.
Gibraltar Armuru n. Catania Kenning-
ton b. Newcastle Glenmoran n. Cardiff
Rica n. Napels Cavaila n. Alexandrië Gosta
n. Cardiff Ary Scheffer n. Havre Passages
n. Pasagees Burgerdijk n. Baltimore Nyro-
ca n. Southampton Tynehome n. Sunder
land Falkenstein n. Londen Wesser n.
Hamburg Nigaristan n. New-castle Lee
way n. Hamburg Diskus n. HullIsbgorn
n. Londen Tafner n. Santo Stefano Pra-
hova n. NewportHethpool n. Newcastle
Export n. Londen Baldur n. Narvik.
Vertr. Wellgunde n. Stettin Vianda n.
Buenos Ayres Sir Mames Bell.n. Harte-
pool Lina n. HamburgWartburg n.
Stettin Witte Zee n. Napels Teesdale n.
Middlesbro.
VLISSINGEN. Vertr. 17 Mei Cercea v.
Middelburg n. Antwerpen.
Gepasseerd Zeelandia bv. Antwerpen n.
Japan.
hij fabriceert, heeft onlangs een boek uit
gegeven met meer dan 250 illustraties, waar
in hij de geschiedenis van de pijp en het
rooken uitvoerig behandelt
Uit opgravingen op het Grieksche eiland
Kreta schijnt men af te leiden dat reeds 2000
jaar vóór Chr. het rooken algemeen gebruike
lijk was. Hierover bestaat echter lang geen
eensgezindheid. Algemeen wordt echter aan
genomen, dat de gewoonte, om pijpen te
rooken, uit Amerika tot ons gekomen is
door de reis van Columbus. Wij allen weten"
van den Indiaanschen ritus, waarbij het
rooken van den vredespijp een groote rol
speelt.
Vooral in de 17de eeuw heeft het rooken
zich met verbazingwekkende snelheid over
Europa verspreid. Tabak, die eerst zeer
duur was, in 1600 ongeveer kostte een
Engelsch ons ongeveer 18 shilling, kwam
later steeds meer onder ieders bereik. Met
de verbreiding zijn ook de soorten pijpen tot
in een oneindige variatie toegenomen. Wan
neer wij nagaan, hoeveel verschillende
vormen wij er in ons dagelij ksch leven reeds
van kennen, de meerschuimen en houten,
de Goudsche, de lange Duitsche tot de pijp
uit een hazensprong toe, dan kan men zich
eenigszins voorstellen, hoe de collectie van
een pijpenverzamelaar als de heer Dunhill
er wel uit moet zien. Bij zijn boek geeft hij
er afbeeldingen van. Ook vertelt hij het ver
haal van de ontdekking van het Zuid-Euro-
peesche heidewortelhout (Bruijère) waarvan
tegenwoordig zooveel pijpen worden ge
maakt.
Een bewonderaar van Napoleon maakte
eens een pelgrimstocht naar Corsica om het
huis van den keizer op te zoeken. Hij brak
zijn pijp, en een Corsicaansche bóeren-
meubelmaker sneed een nieuwe voor hem,
die hem zoo goed beviel, dat hij van het hout
meenam en de goede eigenschappen er van
alom bekend maakte.
De toeneming van het tabaksgebruik is
tijdelijk onderbroken geweest in het midden
der vorige eeuw, toen was het rooken alleen
geoorloofd in afzonderlijke rooksalons en
nooit in tegenwoordigheid van dames, bij
wie men zelfs niet verscheen met berookte
kleeren. Veel is er van deze gewoonten niet
overgebleven, nu vele dames zelf een sigaret
niet versmaden, of het zou het goede gebruik
moeten zijn om aan de aanwezige dames toe
stemming tot rooken te vragen.
De bekende Engelsche pijpen- en tabaks
fabrikant Alfred Dunhill, die een uitgebreide
studie heeft gemaakt van het voorwerp, dat
AMSTERDAM, 30 October. Aardappe
len. (Bericht v/d. mak. Jac. Knoop.) Zeeuw-
sche bonte f 5.806.00, Zeeuwsche blauwe
f 5.505.65, Zeeuwsche eigenheimers f 4.65
4.90, Zeeuwsche blauwe eigenheimers
f 5.255.50. Zeeuwsche Eigenheimer po
ters f 3.70—4.25, Drentsche Eigenheimers
f 3.00—4.00, Roode star f 3.50—3.60.
AMSTERDAM, 30 October. (Noteering
v/h. Nieuwe Veilinggeb. expl. De Jong en
Koene.) Doyenne du Commice f 32—40,
Bonne Louise d'Avranches f 3052 (extra)
idem I f 1624, Br. Hardy f 2034, Br.
Labrun f 1422, Br. Clairgeau f 1422,
William Duchesse f 2456, Leghipons f 24
34, Soldat Laboureur f 1222, Calebas
de Tirlemont f 1018, Souvenir de Con
gres f 1420, Hertogin Elza f 1424, Du-
randeau f 1424, Meloenperen f 712,
Giesen Wildeman f 610, Wintervijgen
f 1016, Bergamotperen f 57, Winter-
jannen f 48, Nouveau Poiteau f 1218,
Jodenperen f 69, Pondsperen f 511,
Kweeperen f 1824, Sterappelen f 1624,
idem extra f 2634, Transparant de Cron-
sel f 2234, idem extra f 5056, Present
van Engeland f 1630, Cox Pomona f 40
56, idem I f 1830, The Queen extra
f 2848, idem I f 1428, Notarisappelen
f 1218, Bramly Seedling f 1016, Gra-
vensteiners f 1825, Goudreinetten f 10
18, idem extra f 2438, Gron. Kroon
f 1216, Sweden appelen f 1218, Prin-
cesse Nobel f 14—26, Bellefleur f 1220,
Schagerroodjes f 1014, Tulpappelen f 8
12, Bouman Reinetten f 1828, Jasappe-
len f 1216, Gamerensch zuur f 711,
Gerrit Roelof f 1014, zure pippeling f 8
12, Paradijsappelen f 1014, Bismarck
f 14—18, Keizer Alexander f 1420, Huis-
manzoet f 812, Jaap Dirk f 812, Honing
zoet f 814, Campagnezoet f 1014, dubb.
benders f 1216 per 100 kg. Frankenthalers
f 0.840.96, Alicanten f 0.64—0.74, hazel
noten f 0.200.24, kassnijboonen f 0.75
0.95, dikke spercieboonen f 0.380.46, dun
ne spercieboonen f 0.360.44, tomaten
f 0.220.42 per kilo. Hiilegommer Zand-
aardappelen f 7.8012.30 per 100 kg., Bloem
kool f 2836 per 100 stuks. Sla f 2.404 60
per 100 krop. Uien f 3.203.60 per 50 kilo.
Spruiten f 1.503.50 per baal.
Bloemen. Chrysanthemums f 1838, Am.
anjers f 1015, Hadley f 1530, Sunburst
f 818, Ophelia f 718, Golden Ophelia
f 818, keizerin f 613, Dalia's f 2.50—6
per 100 stuks. Snijgroen f 37.50, eiketak-
ken f 1.503.50 per 100 tak. Fransche an
jers f 0.400.65, Fransche margrieten f 0.08
0.12. Fransche narcissen f 0.150.20 per
dozijn.
DELFT, 30 Oct. Boter. Aanvoer 18/8 en
5/16 v. te zamen 410 kg. Prijzen f 2.75
2.90 per kg.
ELST (Bet.) 29 Oct. Fruitveiling van
heden. Prijzen 1ste Goudreinetten 12—20,
2e soort 59, extra 2226, Bellefleurs 12
17, Sterappels 1929, Leftioenappels 14
■28, grauwe Reinetten 78 zure Rood-
jes 1420, Fransche Reinetten 1314, Pre
sent. of Engeland 2736, Fransche Belle
fleurs 1518, Citroenbellefleurs 1925,
Court Pendu 1013, Notarisappels 14
15, div. zo t- appels 813%, div. Stoof
peren 69, Nouveau Poiteau '10%20,
Engeterres 610%, beurré Clairgeau 29
37, beurré Bachelier 3337, Bonne Louise
d'Avranches 5870, Doyenne de Cornice
3254, Williams Duchesse 3556, Vijge
peren 1013, Soldat Laboureur 2024,
Truimpke de Jodeigne 1520, Kraaiperen
14%15 ct., alles per kg.
GOUDA, 30 Oct. Kaas. Aangevoerd 155
partijen, le soort f 7274, 2e soort f 6871,
rijksmerk le soort f 7375, 2e soort f 70—
72, zware f 78. Handel flauw.
HOORN, 30 Oct. Kaas. Aangevoerd 8
stapels fabriekskaas f 64 15 stapels boeren
kaas f 65 3 st. fabriekscommissie f 63 24
st. boerencommissie f 67 1 st. middelbare
f 65 totaal 51 stapels, wegende 27.733 kg
Handel matig.
Toen zij dit zeide, staarde Brian haar aan,
Want er scheen zulk een behoefte aan bloed
in haar aderen te zijn, dat de gedachte door
zijn brein schoot, of zij wel ooit in haar le-
tren zou geslapen hebben.
„Ja, riet u, daar hebt u nu mijns vaders
bróer of met andere woorden gesproken,
rnijn oom," ging de hospita voort, een kop
koffie voor Brian inschenkend, „die had ver
balend veel bloed in het lichaam, hetwelk
hem zoo lang heeft doen slapen, dat zij
hem moesten aderlaten, alvorens hij op
stond."
Brian hield den „Argus" voor zijn gelaat
en lachte zachtjes achter zijn nieuwsblad
wegens het overdreven verhaal, dat Miss
Sampson hem deed hooren.
„Het bloed stroomde er uit als een zee,"
vervolgde de huisjuffrouw, blijkbaar nog
onder den invloed harer verbeelingskracht,
„en de dokter stond verstomd van verba
zing, toen hij den Niagara aanschouwde,
die van hem afstroomde maar ik voor mij
ben niet zoo volbloedig."
Fitzgerald bedwong nogmaals zijn glim
lach. Hij bewaarde echter het stilzwijgen en
gaf slechts met duidelijke teekens te ken
nen, dat, als zij de kamer wilde verlaten,
hij zijn ontbijt kon nuttigen.
„En als u nog iets and-rs mocht noodig
hebben, Mr. Fitzgerald," zeide zij, zich naar
de deur begevend, „dan weet u de schel,
evengoed als ik de keuken weet," en, met
een iaatste gepiep, knapperde zij de kamer
uit.
Zoodra de deur zich achter haar gesloten
had, legde Brian het nieuwsblad neer en
barstte los in een schaterlach, ondanks den
ver van aangenamen toestand, in welken hij
zich bevond.
Hij dronk zijn koffie, maar liet de gereed
staande spijzen onaangeroerd en nam een
kijkje in de courant om zich op de hoogte
te stellen van de jongste nieuwstijdingen
betreffende den moord. Hetgeen hij daarin
las, deed zijn wangen nog bleeker worden
dan zij waren, en hij voelde zijn hart hoor
baar kloppen.
„Zij hebben iemand op verdenking," pre
velde hij, zijn plaats verlatend en met
groote stappen de kamer heen en weer loo
pend. „Ik ben nieuwsgierig wie het zijn
kan? Dien man van gisterenavond bracht ik
op een dwaalspoor, maar zoo hij mij ver
denkt, zal het hem geen groote moeite kos
ten mijn adres uit te vinden. Komaan! Wat
bazel ik nu voor een wartaal. Ik ben het
slachtoffer van mijn eigen ziekelijke inbeel
ding. Tusschen mij en de' misdaad is hoege
naamd geen verband, ik behoef dus voor
mijn schaduw niet bevreesd te zijn. Ik had
grooten trek, het land voor een poosje te
verlaten, maar als zij verdenking op mij
hebben, zal dit argwaan opwekken. O, Mad
ge, mijn lieveling!" riep hij vol vuur. Ais je
slechts wist, wat ik lijd, ik ben
er van overtuigd, dat je mij
zoudt beklagen, maar je moet nooit
da waarheid vernemen nooit, nooit!" en
op een stoel neervallend, bedekte hij
zijn gelaat met beide handen. Na een paar
minuten in die positie te hebben doorge
bracht, stond hij op en schelde.
Een flauw geknapper in de verte gaf te
kennen, dat juffrouw Sampson het gehoord
had en weldra verscheen zij in de kamer,
meer gelijkenis dan ooit met een krekel ver-
loonend. Brian was naar zijn slaapkamer
gegaan en riep iiaar van daar uit toe:
„Ik ga naar St. Kilda, Miss Sampson," „ik
zal waarschijnlijk den geheelen dag niet
terugkomen."
„Wat u, naar ik hopen wil, goed moge
bekomen," antwoordde de krekel, „want u
hebt niets gegeten en de zeelucht doet won
deren, wat betreft het verwekken van eet
lust bij ons, arme stervelingen. Mijn moe
ders broer was een zeeman, en het was
wonderlijk voor zijn maag, want als hij des
middags had meegegeten, dan zag de tafel
er uit, als ware er een sprinkhaan over ge-
loopen."
„Hoe noemt u dat beest?" vroeg Fitzge
rald midderwiil hij zijn handschoenen
aantrok.
„Een sprinkhaan!" antwoordde de huis
juffrouw, over zijn onwetendheid niet wei
nig verbaasd, „gij moet weten, dat ik in Oly
Writ heb gelezen, hoe John de Baptist met
hem ingenomen was, welnu, ik geloof waar
lijk niet, dat hij erg verzadigd zal geweest
zijn, wees daar maar zeker van en hij was
een lekkerbek die o.a. ook honig at."
„O, gij bedoelt een sprinkhaan,' zeide
Brian, die nu een weinig poolshoogte er
langde.
„En wat anders?" vroeg juffrouw Samp
son gebelgd, „ik geloof toch niet, dat ik nog
een schoolmeisje ben, en ik hoop, dat ik wel
Engelsch kan spreken, mijn moeders eer
ste nicht kreeg voor het spellen den eer
sten prijs op een werkkransje, maar is jong
gestorven aan de hersenkoorts, daar rij met
het woordenboek zich te veel had inge
spannen."
„Goede hemel!" antwoordde Brian werk
tuigelijk, „hoe ongelukkig." Hij had naar Mrs.
Sampson's aanmerkingen niet geluisterd,
maar herinnerde zich een afspraak, welke
hij met Madge gemaakt en waar hij tot dus
ver niet aan gedacht hl
„Mrs. Sampson," sprak hij, zich naar de
deur begevend. „Ik breng Mr. Frettbly en
diens dochter mede, om een kop thee bij
mij te drinken, gelieve dus te zorgen, dat
alles gereed is."
„Gij behoeft slechts te bevelen en gij zult
het hebben," antwoordde Mrs. Sampson
met een bevredigend geknapper door al haar
ledematen. „Ik zal thee zetten, mijnheer,
en zal er wat van mijn eigen gebakjes bij
voegen, waar ik zoo goed slag van heb;
mijn moeder heeft ze mij leeren maken die
op haar beurt weer van 'n dame, welke zij
verpleegd had, er onderricht in ontving. Deze
dame had de scharlakenkoorts, doordien zij
een zwak gestel had, stierf spoedig daarna,
omdat zij de gev oonte had, om elke
ziekte, die zij had, zich zelve op den hals
te halen.
f Wordt vervolgd.)