Brieven uit Frankrii ^CMHOLK NIEUWE HAATHJEMSCFE COURANT. Tweede Blad Maandag 10 November 1924 Woensdag a.s. de eerste ministerraad van Baldwin's kabinet. De Oostenrijksche crisis: de sociaal-democraten tegen Mgr. Seipel en het Volkenbondsherstelplan. Verontrustende berichten uit Spanje en Ma rokko. Wijzigingen in het Amerikaansche Kabinet? De samenstelling van het huis van afgevaardigden en den Senaat. Onder de Radio-berichten: Herriot verdedigt zijn beleid tegenover Millerand en diens nieuwe partij. De onrust in Spanje. Verscheidene Noord-Amerikaansche steden door de boschbranden bedreigd. UITOBOUW FM VISSlïWCRIJ. Kostbare Barnevelders. KERK EN SCHOOL. Fr. Dr. P. H. S. Verberne O.S.B. Een vergeten leervak. FEUILLETON. IET GEHEIM V\\l EEN HUURRIJTUIG r UIT HET PARIJSCHE TOONEEL- LEVEN. Een tekort aan schouwburgen in de „ville iumière". Het klinkt bijna ongelooflijk. De directeuren klagen over het afgeloopen seizoen, de financieele uitkomsten zijn wei nig bevredigend, de artistieke niet minder en cU concurrentie van „bioscoop" en „music- h?'doet zich steede sterker gevoe en. Winstgevend lijkt het baantje van schouw burgdirecteur allesbehalve en toch het ver langen een directie te voeren is grooter dan ooit. Aan dien schouwburgnood, indien hij werkelijk bestaat, is het laatste jaar grooten- deels een eind gemaakt. Het „Theatre de P Etoile" heeft dit voorjaar zijn deuren ge pend en het „Theatre de la Madeleine' heeft een paar weken geleden de lang ver wachte openingsvoorstelling gegeven. Heerscht Sacha Guily in het eerste, André Brule en Robert Tribor, bekende tooneel- figuren in het Parijsche leven, zwaaien den scepter in het laatste. De gevel is uiterst een voudig in stijl-Lodewijk XVI opgetrokken. De zaal en een tweetal balcons bieden plaats Den inhoud zal ik mijn leze-s besparen evenals dien van „Te..tat on" van Charles Meré en „le geste" van Maurice Donnay. Heel veel zouden zij er niet bij winnen, al hebbe n deze stukken in de Fransche pers een goede kritiek weten te veroveren. Dit laatste trouwens zegt al zeer weinig, waar gunstige beoordeelingen meer van financieele offervaardigheid des auteurs dan van werkelijke verdienste afhingen. Was dit laatste niet het geval het „Thea tre du Vieux Columbier" door Jacques Co- peau, om geldelijke redenen, al wordt dit er niet bij vermeld, tijdelijk gesloten en het „Theatre Montmartre" door den zeer ern- stigen kunstenaar „Charles Dullin" geleid, zouden sedert lang een eerste plaats heb ben ingenomen onder de Parijsche schouw burgen. Het uithoudingsvermogen van Dul lin maakt dat hij desondanks op den goeden weg is, het publiek voor zich te winnen. Op den duur overwint het werkelijk goe de het minderwaardige, indien het gegeven wordt op artistieke wijze, gelijk Dullin zijn voorstellingen weet te verzorgen. En indien hij dan Pirandello, auteur a la mode, als huis dichter neemt is de zaak zoo goed als gezond, aan ongeveer 800 bezoekers. Het geheel, j Pirandello verdient zijn reputatie van be- ook van de foyers, is gehouden in een kleur i teekenisvol tooneelschrijver. Hij is niet al- van grijs en goud op een rooden achtergrond.leen veel-schrijver, sedert 1917 schreef hij Het vraagstuk van de verlichting heeft den i niet minder dan 30 stukken, hij heeft inder- architect in het bijzonder bezig gehouden, daad iets te vertellen op een geheel eigen en Geen lichtkroon, die in de meeste schouw burgen voor de hoogere rangen vaak het uit zicht beneemt, is aangebracht. Een gedempt licht valt uit de kroonlijsten neer op de toe schouwers en verhoogt de intimiteit van dit inderdaad coquette zaaltje, dat aan de meest moderne eischen op tooneelgebied voldoet. Heel veel heeft de tooneelspeel kunst van deze beide nieuwe instellingen, waarbij ik nog hit „Theatre de l'avenne" zou kunnen voe gen, niet te verwachten. Vermoedelijk zullen de bekende tooneelschrijvers die op de boule vards nog steeds aan het woord zijn, hier hun werken eveneens zien opgevoerd. En hier mede is genoeg gezegd. Het oude recept van de „Mariage a trois" zal er worden toegepast. Wat ons wordt aangekondigd is niets dan een voortzetting van wat Gymnase, Vaudevil le en „tutti quanti" ons sedert jaren brengen. Wij zijn dan ook van meening dat het Parij sche tooneel meer behoefte heeft aan verede ling en in dien zin een verjongingskuur, dan aan nieuwe schouwburgen, waar een keurig verzorgde omlijsting nog geen waar borg is dat het repertoire, moreel gesproken daarin past. De eerste opvoering althans in den Made leine schouwburg geeft ons weinig verwach ting „Manon, fille galante", door de schrij vers Bataille en Flament, jaren geleden ge trokken uit de overbekende roman van Abbé Prevoost en tegen het verlangen in van Bataille, na zijn dood ten tooneele ge bracht, is daarvoor de beste reden. Het stuk is onbelangrijk, brengt geen nieuw gezichtspunt in de geschiedenis van Manon Liscant en van het genre mag men zeggen dat het zelfs niet ontkomt aan den te stellen eisch niet vervelend te zijn, afgezien van en kele tooneelen en van de strekking, die een goedkeuring moeilijk maken. De weelderige tooneelvorming en het vrij goede spel der hoofdpersonen veranderen hieraan niets. Henri Bernstein, een van de meest op den voorgrond tredende tooneelschrijvers van Frankrijk, heeft vele pezen op zijn boog. Hij heeft dit getoond in „Judith", „le Secret", „le voleur" en vele andere stukken. „La galerie des glacés" in liet Gymnase opgevoerd schijnt een symbolische beteekenis te hebben. Deze is echter aan de meeste toeschouwers, zoo niet allen, ontgaan en wat er overblijft, is een reeks huwelijksverwikkelingen, na tuurlijk op ontrouw berustend, waarvan de nieuwigheid reeds lang af is en waar aan 't ziekelijk karakter van een der hoofdfiguren meer schijnbaar dan werkelijk een diepgaande beteekenis geeft. geestige wijze. Hij beschikt over humor, waaraan ernst niet vreemd is en zijn philoso- p. i :he beschouwingen, zonder ze als waar heid te aanvaarden, geven steeds iets te den ken. Naar waarheid streeft hij allerminst. Ze ker niet in het met succes door l'Atelier on der Dullins leiding opgevoerde „Chacun sa verité". Zijn betoog in dit amusante, wel wat al te lange werk, is juist dat er geen abso lute waarheid bestaat, dat er zooveel waar heden zijn, als er meeningen bestaan. In een kleine provinciestad is een nieuwe ambtenaar Ponza zich komen vestigen met zijn vrouw en zijn schoonmoeder. De won derlijkste verhalen over dat drietal doen de ronde. Schoonmoeder en dochter worden door Ponza op een afstand van elkander gehouden. Ondervraagd door zijn chef, den prefect, verklaart Ponza zijn schoonmoeder Mad Trolla, gek. Zij verkeert namelijk vol gens hem in de meening, dat hij nog steeds met haar dochter is gehuwd, terwijl hij na den dood van zijn eerste vrouw, de bedozlde dochter, een ander heeft genomen. Hij wil de illussie der oude dame niet verstoren en houdt daarom beiden van elkaar verwij derd. De schoonmoeder van haar kant is overtuigd dat Ponza waanzinnig is en zich ve gist in de waarachtige persoonlijkheid van zijn levensgezellin. Wat is de waarheid? Drie bedrijven, vol spitsvondige dialogen laten ons in twijfel. Want ook Madame Ponza met haar dubbelzinnige verklaringen de dochter te zijn van Madame Trolla, en de twee echtgenooten van Ponza, brengen de oplossing niet. Wat trouwens de bedoe ling is van den schrijver, die een ieder zijn eigen waarheid gunt. Zoodat wij aan het eind nog even ver zijn als aan het begin. „Chacun sa vérité" is een geestig tooneel- stuk, minder belangrijk dan het „Six per sonages en quete d'Auteur," maar niet minder rijk aan origineele vindingen. Het zal zeker het theatre Montmartre 'n even grooten toeloop bezorgen, als „voulez vous jouer avec móa" in het afgeloopen seizoen en waarvan het succes nog lang niet is uitgeput. Het is op zichzelf reeds een genoegen eens een tooneelstuk te zien, waarin de „Amour" geen rol speelt die met werkelijke liefde niets gemeen heeft dan den naam. ment tegen 2 December zal worden bijeen geroepen. Verwacht wordt dat de eenige nog niet vervulde plaats van kabinetsminister aan viscount Cecil, als kanselier van het hertog dom Lancaster zal word°n aangeboden in dat geval zal de nieuwe Postmaster general geen kabinetsminister worden. Baldwin is in het algemeen geneigd aan de vroegere conservatieve onderstaats-secre tarissen hun oude plaatsen terug te geven, doch hij wil een uitzondering maken voor de functie van Postmaster General omdat daar voor zeer bijzondere capaciteiten worden vereischt, te meer daar het post- en telegram verkeer sedert lang op verbeteringen wacht, die uitbleven omdat de Postmasters elkander zoo veelvuldig opvolgden. Zoo zijn er vooral op het gebied drr draadloc ze telegrafie, aan gaande de onderhandelingen met de Mar- coni-maatschappij e.d. tal van kwesties die noodzakelijk dienen te worden opgelost. Baldwin is nu voornemens deze functie aan een zakenman uit het parlement aan te bie den, zonder zich af te vragen of deze reeds vroeger aan de regeering heeft deelgenomen. Het blijft echter de vraag of een man uit de City bereid zal worden gevonden een derge lijke betrekkelijk slecht betaalde functie te aanvaarden. De „Evening Standard" meldt, dat Win- -,ton Churchill, de nieuwe minister van de schatkist, in Downingstreet no. 11 gaat wonen, aldus een vroegere gewoonte in eere herstellend. Tijdens het Labour-bewmd woonde Clynes, de leider van het Lagerhuis, er, dien MacDonald, ambtshalve wonende op nummer 10, op deze wijze dicht bij de hand had. De Oostenrijksche sooor- wegstaking en de kabi netscrisis. In ons nummer van Zaterdag heeft men de eerste berichten kunnen lezen omtrent de in Oostenrijk uitgebroken spoorwegstaking. Een gevolg van het vasthouden van het spoorwegpersoneel, van hetwelk alleen de christelijk-sociaal georganiseerden geneigd bleken de voorstellen van het spoorwegbe- stuur te aanvaarden, aan zijn eischen, is nu niet alleen oorzaak van het aftreden van den president van de federale spoorwegen, maar -veneens van dat van de regeering des heeren Seipel, van de regeering, die het plan van den Volkenbond tot financieel herstel van Oostenrijk aanvaardde en tot uitvoering bracht. Parijs, 5 November 1924. Mr. P. v. S. rokko neerkomt. Volgens den correspondent' van de Temps" te Tanger geschiedt dit terugtrekken alles behalve ongehinderd. In het Noorden eischt de bescherming van den weg van Tetoean naar Tanger een gestadig transport van Spaansche colonnes bijkans eiken dag worden er nieuwe posten geïnstal leerd om de rebellen der drie stammen van Andjera, War-Ras en Be i- 'vlezaoear in be dwang te houden. De internationale zone is feitelijk geblokkeerd. Na het prijsgeven van Beni-Aros hebben de Spanjaarden zich ge vestigd op een li ie, v 1 :e den weg van Ten ger naar Larasi dekt. De reeds herhaaldelijk aangekondigde ont ruiming van Tsjesjoean biedt nog groote moeilijkheden wege is de agre - ieve hom i ig van de rebellen van Ajamas. Het rebellen- hoofd heeft de stad reeds verlaten, evenals de Marokkanen en Israëlieten, die hem bij zijn actie ter zijde stonden. De houding van Raisoeli blijft raadselach tig, zoo vervolgt de correspondent. Terwijl hij alarmeerende geruchten over zijn ge- zondheidsstoestand in omloop brengt, onder houdt hij betrekkingen met de stad Tetoean, ofschoon hij in Tazaroet zetelt temidden der rebellen. De afgezant, dien Primo de Rivera 'onlangs naar Abd el Krim in Ajdir had ge zonden, is met de laatste eischen van den Rif-leider teruggekeerd lo. de erkenning van den onhafhankelijken Rif-staat 2o. de erkenning van Abd el Krim als kalief van Gomara 3o. het sorten van 10 millioen peseta's, rimo de Rivera heeft echter nog maals een onderhandelaar gezonden, die zal moeten trachten een verzach'ing der voor waarden te erlangen. Hij is vergezeld en hierop wordt de nadruk gelegd van een vertegenwoordiger van de Engelsche groep, die onlangs met Abd el Krim in verbinding heeft gestaan. Men verwacht, dat de tien millioen, die door Abd el Krim worden ge- i cht, tevens zullen strikken tot het afkoo- pen der Spaai sche gevangenen, die zich in zijn macht bevinden. Men schat hun aantal op 2000. Na de Amerikaansche verkiezingen. Van verschillende zijden wordt uit de Vereenigde Staten gemeld, dat Hughes voornemens zou zijn zich uit de regeering terug te trekken, ofschoon dit ongetwijfeld tegen den zin van president Coolidge zou zijn. In dat geval zou Hughes waarschijnlijk door Hoover worden opgevolgd. Volgens de „Minchester Guarchn" zullen er in veroand met de verkiezingen nog an dere wijzigingen in het Amerikaansche Daar de Oosnnrijksche spoorwegen een k~binet piaats hebben, in het bijzonder wat Het nieuwe Britsche ka binet. Austen Chamberlaii, de nieuwe miri - ter van buite-landsche 'aken is dezer dagen door den oni g in au ië tie oatvangen. Baldwin bevond 2i.i1 zich deze uagen in Chequers en bereidt de ede vo velke hij aan het Lord Mayor's banket z<a houden. De premier beg?:ft zich heden j^aar Londen waar Woensda<- a.®. een rri ï.terraad zal plaats hebben. Men verwacht dat het parle zelfstandige eco' o msche organisatie vormen was de regeering slechts indirect bij het con flict tusschen spoorwegdirectie en spoorweg personeel betrokken. Ongetwijfeld was de spoorwegdirectie met hare laatste voorstellen aan de verlangens van het personeel zeer ver tegemoet j?eko- men. Hare toezeggingen zouden reeds de uitgaven der spoorwegen met ongeveer 38 miiliarden kronen doen stijgen. De volledige inwilliging van de eischen van het personeel zouden de uitgaven nog weer met zes miili arden doen toenemen. De christelijke sociale organisatie van het spoorwegpersoneel was bereid, zooals gezegd, om met de toezeggingen der directie genoegen te nemen. De nationaal- socialistische organisatie echter wees de voor stellen der directie als onaannemelijk at. De beslissing lag dus bij de sociaal-Democraten, onder wie er blijkbaar wel een strooming was ten gunste van een compromisoplossing Maar die ten slotte naar is gebleken, toch ook aan den strijd de voorkeur hebben ge geven. Deze strijd van het spoorwegperso neel is trouwens slechts een phase in den strijd door de sociaal-democratie in Oosten rijk tegen de herstelpolitiek van Seipel in samenwerking met den Volkenbond ge voerd, waarbij h. i. de verbetering van den financieelen toestand te veel werd gezocht in bezuinigingen ten koste van de ambtena ren en beambten en van de voldoening aan de sociale behoeften van het Oostenrijksche volk. Zoo hadden dan ook op het jongste oarfijcongres der sociaal-democraten, deze besloten hun verdere houding jegens de re geering te laten afhangen van de houding der regeering ten aanzien van de quaestie der sociale verzekering. Met de thans uitgebroken spoorwegstaking is deze strijd tusschen de sociaal-democra ten en de regeering van dr. Seipel om het herstelplan van den Volkenbond in een phase van grootere felheid gekomen. Hetgeen dan nu aan Dr. Seipel aanleiding heeft gegeven zich terug te trekken. En zijn ondankbare taak aan anderen over te laten. W't nu mag men zich zeker met spanning afvr-g-m. Wat zal er van het herstelplan van den Volkenbond verder worden? Een samenzwering tegen het Spaansche Directo rium Men maakt melding van de arrestatie te erpignan van een 20-tal met revolvers ge wapende Spanjaarden, die van plan waren een aanslag te gaan plegen op de leden van het Soaansche Directorium, terwijl te Bar celona, van waar den laatsten tijd opmerke lijk weinig berichten omtrent wanordelijk heden kwamen, weer eens een aantal ge- waoende individuen werden aangehouden. Thans meldt een B.T.A.-bericht uit Per- nignan, dat in Spaansche kringen in dit Fransche departement reeds sedert verschei dene dagen een sterke agitatie heerscht. Het „Journal Independent des Pyrénées Orien- tales" meldt, dat er sinds Zondag 1.1. in grooten getale Spanjaarden in Pzrpignan aankomen, die zich naar Pirijs, Marseille, Bordeaux, St.-Etienne, enz. begeven^ terwijl anderen zich groepsgewijze in auto's naar de grens laten brengen. In de Spaansche kolonie spreekt men open lijk van een complot tegen de regeering te Madrid. Het terugtrekken der Spaansche troepen in Marokko. Zooals men weet, heeft de Spaansche regeerirg b' 1 'ten de strijdmacht in Marokko te laten 1 u trekken op een lirie, welke zoo ver achter net oorspronkelijke front is ge legen, dat dit terugtrekken feitelijk op een de departementen van oorlog en marine betreft. Eenigen tijd geleden was er ook sprake van het aftreden van den minister van financiën, Andrew Mellon, die de quaestie der Engelsche schulden aan Ameri ka behandelt, en wel in verband met zijn sensatnneele publicatie van de belasting aanslagen van de rijkste burgers. Thans wordt echter gemeld, dat Mellon zal aan blijven. Volgens de laatste gegevens omtrent de verkiezingen zullen de republikeinen in het nieuwe Huis van Afgevaardigden over 246 zetels beschikken, d.i. 21 meer dan op het oogenblik en 28 meer dan noodig is voor een meerderheid. De democraten zien hun aantal zetels van 207 teruggebracht op 183. In den senaat is de winst der republikei nen echter veel minder, zij hebben daar op het oogenblik 49 en krijgen nu 52 zetels, waarbij echter die van La Follette en van minstens drie zijner aanhangers zijn mee gerekend. Om nu een feitelijke meerderheid in den senaat te krijgen, is het noodig dat de repu blikeinen een of twee zetels in Minnesota en New Mexico winnen en dat zij de vacature bezetten ontstaan door het overlijden van senator Brondegee waarvoor in den loop van de volgende maand in Connecticut een tusschenzijdsche verkiezing zal plaats heb ben- Coolidge kan op het oogenblik in het kies college rekenen op 374 stemmen, waar schijnlijk zullen daar nog 8 stemmen bij komen voor New Mexico en North Dacota. Davis beschikt over 136 stemmen en La Follette is 00 13 blijven staan. Het oude 68ste Congres, dat nog in oude samenstelling blijft voortleven tot 4 Maart 1925, zal voor het laatst in gewone zitting bijeen komen in het begin van December. Het is echter niet waarschijnlijk dat het veel anders zal afdoen dan loopende zaken. Van een groot aant.T congresleden dat in het nie' - we congres niet zal terugkeeren kan nauwe lijks worden verwacht dat zij voor belang rijke nieuwe wetten of maatregelen nog ver antwoordelijkheid zullen dragen. Het voort bestaan gedurende vier maanden van het o de parhment, nadat het ki zerscorps een nieuw heeft aangewezen is dan ook eigenlijk een anomatie die in de praktijk door op schorting van alle belangrijke zaken wordt geneutraliseerd. Het nieuwe 69ste Congres dat op 4 Maart 1925 in functie treedt, zal evenwel vermoede lijk eerst in December 1925 voor het eerst bijeen komen. Wel is waar kan president Coolidge het eerder bijeen roepen, maar volgens de berichten in de Engelsche bladen, gelooft hij dat het land nu een tijd van rust na alle politieke en wetgevende beroering wenscht, teneinde zich geheel en ongestoord aan het economische leven te kunnen wijden. Bovendien is de Republikeinsche meerder heid in den nieuwen Senaat, dank zij de aanwezigheid daarin van onberekenbare ra- dikale elementen, niet veilig genoeg dan dat alle kansen op blokkeeringsmoeilijkheid zou den zijn uitgesloten. Naast de uiterste radi kale nominale Republikeinen zooals de senatoren La Follette, Frazur, Lodd en Norris (4 dus) zijn er ook wat de correspon dent van de Londensche „Times" de gema tigde radikale nominale Republikeinen noemt zooals senator Barah, Hiram Johnson, Howell, Couzens, Capper Norbeck, McMasters en Schal (8 dus) Deze 12 zouden het in hun macht hebben om de Republikeinsche fractie van 52 in bepaalde gevallen tot een minimum van 40 (een volstrekte minderheid dus) terug te brengen. En met deze mogelijkheid dienen Coaüdge en zijn conservatieve partijgenooten bij hun wetgevenden arbeid terdege rekening te houden. In het Huis beschikken de Republikeinen gedeeltelijke ontruiming van Spaansch Ma- over 246 zetels, een gewone meerderheid dus van 57 stemmen. Hier bevinden zij zich dus op veiliger terrein, tenzij zou blijken dat de 4 millioen stemmen die op La Follette werden uitgebracht ook een evenredig aantal radikale afgevaardigden in het Huis hebben gebracht. Daaromtrent ontbreken vooralsnog de be richten. Een figuur die in de toekomst een rol van toenemende beteekenis zal spelen is senator Borah, die sedert senator Lodge (die sterven de is) werd uitgeschakeld als --rzitter van de commissie voor buitenlands e t ngelegen- heden, het oudste lid dezer nmissie is en als zoodanig voor het voorzitterschap is aangewezen. Als zoodanig zal zijn vooruit strevende invloed een factor worden waar mede Coolidge en Hughes rekening zullen moeten houden, te meer nu Barah ook op treedt als leider der „gematigde radikalen" die tegelijk met La Folette c.s. op de wip zit ten. Wat Borah's ideeën over buitenlandsche politiek betreft, zoo herinneren wij aan zijn wensch naar een internationale conferentie voor ontwapening en economische vraag stukken (met inbegrip der intergeallieerde en Amerikaansche schulden) lang voor anderen op dit denkbeeld kwamen. Hij is geen volken- bonder, maar voor het Hof, hoewel hij vindt dat dit niet ver genoeg gaat. En in elk geval is hij veel minder bevreesd voor contact met Europa dan Lodge of de „old guard". Hij is zelfs bereid om sovjet-Rusland op zekere voorwaarden te erkennen. Maar dat alles zal nog eenigen tijd blijven sluimeren. Krijgt Coolidge zijn zin, dan is het nu politieke pauze tot even vóór Kerst mis van het volgend jaar. HET NCIDENT TE INGOLST DT. De Duitsche rijksregeering heeft in ver band met het incident te Ingolstadt ook aan den voorzitter der intergeallieerde mili taire Controlecommissie haar leedwezen laten betuigen en haar verontschuldiging laten aanbieden. HET CONFLICT LUDENDORFF-RUP- PRECHT. Vrijdagavond heeft generaal Ludendorff in de befaamde Bürgerbraukeller te Mün- chen weder een rede gehouden, waarin hij terug kwam op het conflict met ex-kroon- prins Rupprecht. Hij verklaarde er zich niets van aan te trekken, dat de 28 Beiersche generaals niet meer met hem wilden omgaan en 't liet hem koud, dat de Beiersche officieren hadden besloten zich bij de generaals aan te sluiten. Volgens Ludendorff bestaat er voor hem slechts één „Standesgemeinschaft", n.l. die van het Duitsche volk, en slechts één eer, n.l. die van den soldaat. Ludendorff is nog steeds zijn keizer trouw, maar dit beteekent daar om niet, dat hij in byzantinisme tegen een koning opziet. Wat er thans in Beieren ge beurt, is niets anders dan byzantinisme, het is reactie van de ergste soort. „Ik be schuldig de reactie," aldus spr., „dat zij den strijd tegen zwart-rood-goud en tegen het Marxisme ondermijnt, hetgeen stellig niet te verwonderen is, want de reactie is zwart." DE BRUG TE DINANT INGESTORT. De brug over de Maas, te Dinant, die in het begin van de overstrooming zwaar ge leden had, doordat een aantal boomstammen met kracht tegen de middenpeilers waren aangedreven, is Vrijdag voor een groot ge deelte ingestort. Het middengedeelte is in het water verdwenen. Een aantal genie-sol daten, die bezig waren om het wrakke mid dengedeelte met stalen trossen te veranke ren, werd mede in het water getrokken en werd slechts met veel moeite gered. Een hun ner dreef op een boomstam tot aan het een half uur stroomafwaarts gelegen Bouvignée en werd daar door een bootje opgepikt. DE VLOOTBASIS VAN SINGAPORE. Bruce, de premier van Australië, heeft te Sydney verklaard, van het bestuur der En gelsche conservatieve partij de verzekering te hebben ontvangen, dat de nieuwe regeering dadelijk een begin zou maken met het aan leggen der oorloc-haven van F'*>eapore. Co: de premie r van Nieuw Zeeland, Mar - sey, neeft in zijn parlement zijn voldoening uitgesproken over de aanstaande construc tie der havenwerken. Nieuw-Zeeland zal daaraan echter geen deel nemen, doch heeft 100.000 bestemd voor een nieuwen krui ser op verzoek van het Britsche ministerie van marine,. De leider der oppositie van Nieuw-Zeeland verklaarde zich hiermede accoord en sprak ook zijn voldoening uit over het plan inzake Singapore. HET NIEUWE KABINET-PASJITSJ. Het nieuwe Zuid-Slavische kabinet-Pas- jitsj (voorloopig geleid door Marko Trifko- vitsj, die in de regeering zit als minister zonder portefeuille) telt 12 radicalen en vier l"den van de democratische groep van P. ibitsjewitsj. Als minister van buitenlandsche zaken treedt Niitsjitsj weer op. COMMUNISTISCHE PROPAGANDA IN DE FRANSCHE KOLONIËN. Evenals in Engeland de onderhandelingen met Sovjet - Rusland een goede gelegenheid boden aan de tegenstanders van een hervat ting der betrekkingen met Moskou om ont hullingen te doen omtrent bolsjewistische intriges, verheft thans de rechtsche pers in Frankrijk haar stem om te wijzen op de ge vaarlijke communistische propaganda in de Fransche koloniën. Het „Journal des Débats" beweert dat de erkenning der Sovjets door Frankrijk de ernstigste gevolgen voor de Fransche kolo niën kan hebben. Nog kort geleden, zoo be toogt het blad, zijn de volgende feiten aan het licht gekomen De Fransche communis tische partij is bezig zich te reorganiseeren. In haar nieuwe program is een groote plaats aan de revolutionnaire beweging in de kolo niën ingeruimd. In het begin der volgende maand zal te Parijs een „congres d'Afrique du Nord" worden gehouden onder leiding van het Kamerlid Doriot, terwijl er binnen kort een communistische school voor de in- WAT ER AAN ONTBRAK. A.: Sedert je getrouwd ben, zie je er zoo ontevreden uit. Zoover ik weet, heb je toch een lieve vrouw. Wat ontbreekt er dan nog aan je geluk? B.: Een goede keukenmeid. WAAR ZE MOEST WEZEN. Mevrouw: Ja, een keukenmeisje. En een goed. Zij moet zelfstandig kunnen werken, zoodat ik haar niet den geheelen dag be hoef na te lcopen. Ik moet haar kunnen vertrouwen en zeker zijn, dat de maaltijden op tijd en goed klaar zijn. De Juffrouw: Mevrouw, dan moet u is het historisch museum zijn. DE PROFESSOR. Jongejuffrouw: Wel, professor, hoe gaat het met u? Kent u me nog? U hebt me der tig jaar geleden een huwelijksaanzoek ge- daan. Verstrooide professor: Zoo? En hebt 11 het aangenomen? landsche jeugd, die in Frankrijk is geves tigd, zal worden geopend. Einde Juli zijn in Indo-China een groot aantal communis tische geschriften in beslag genomen, die uit Parijs waren verzonden 1000 exemplaren in Annam, 300 in Tonkin, 100 in Cochin- China. Den 4en October j J. is de communis tische agitator Khemiri in Bizerte aange komen. Maran, de bekende schrijver van Batonala (dat met den Goncourt-pnjs werd bekroond), heeft zijn post van adjunct- administrateur in het gebied van Tchad met verlof verlaten om in Amerika lezingen te houden. Het blad somt nog tal van voorvallen op, die er op zouden wijzen dat het in Algiers woelt en gist. Moskou is de aanstichter var- dit alles, en de Fransche minister van kob» niën, Daladier, zou een verpletterende ver antwoordelijkheid op zich laden indien hij niet onmiddellijk het gebied, waarover zijn gezag zich uitstrekt, voor agitatoren zou sluiten. Tevens dient van de a.s. onderhande lingen met Sovjet-Rusland gebruik te worden gemaakt om van de Russen waarborgen te eischen dat zij zich van communistisch', propaganda zullen onthouden. DE CHINEESCHE BURGEROORLOG Woe Pei Foe bevindt zich aan boord var- een transportschip in de haven van Tsjifoe. Men vreest, dat hij troepen aan land zal zetten Er zijn nog drie Amerikaansche torpedo- bootjagers aangekomen. De Amerikaansche vlootcommandant neemt maatregelen voor het aan land zetten van 240 man, die m de buitenlandsche nederzetting zullen worden gestationeerd. (Tsjifoe ligt op het schiereiland Sjan- toeng.) Men verneemt uit Peking, dat Tsjang lso Lin Moekden heeft verlaten om Zich naar Tientsin te begeven. De regeering te Peking zal een edict pu- bliceeren, waarin alle decreten, die het begin van het negende jaar der Republiek tot 2 Nov. j.l. zijn uitgevaardigd, in zoover zij betrekking hebben op het vervallen ver klaren van betrekkingen of eereposten ot op het in hechtenis nemen van ambtenaren, nietig worden verklaard. Hierdoor komen alle ambtenaren van Anfoe, die sedert ïyzu zijn ontslagen, weder terug in hun vorige rechten en bedieningen, terwijl ook Tsjang Tso Lin, die in 1922 was gedegradeerd, m eere wordt hersteld. KOSTBARE BARNEVELDERS. Men meldt uit Barneveld Tijdens de te Barneveld gehouden Pluim veetentoonstelling werd een zeer drukke handel in raskippen gedreven. Vooral de be kroonde dieren waren zeer gezocht. Zoo kocht een Engelsche fokker, speciaal voor dit doel naar hier gekomen, van de hoeve „den Akker een toom (1—6) „Barnevelders voor f 140. Voorts werd deze fokker eigenaar van tal van jonge hennen en hanen, voor prijzen van f 20 tot f 40 per stuk, wat zeker als een bewijs mag worden beschouwd, hoezeer ons hoen ook in het buitenland is gezocht. Op den feestdag van St. Martinus, 11 November a.s., zal in de St. Paulus-abdij te Oosterhout fr. P. H. S. Verberne zijn plech tige geloften afleggen in de orde der Bene dictijnen. Dr. Verberne was voor hij in het klooster trad, officier van gezondheid, in welke hoe danigheid hij tot de oprichters behoorde van de R.K. Artsenvereenigine. De Werkgever klaagt, dat het Spaansch een vergeten, althans te veel verwaarloosd leervak op de handelsscholen is en dit nog wel, terwijl er in Zuid-Amerika nog alom groote velden braak liggen en er voor den ondernemenden, soliden,handel veel te doen is. Men ruste onze aankomende kooplieden toe tot den handelswedijver daarginds, aller eerst door hi n de taal te leeren, waarmede hun de toegang tot beurs en kantoor ont sloten wordt. 22. hier „Ha!" Calton haalde zwaar adem was een straal van hoop. „Wist u niet, dat de man, die beschonken bij de Schotsche kerk lag, Olivier Whyte was?" „Neen, dat wist ik niet, had ik bet ge weten, ik had hem ongetwijfeld laten lig gen." „Natuurlijk herkende u hem later?" „Ja, dat deed ik, en zooals de courant vermeldt, liet ik hem vallen en zette mijn .veg voort." „Waarom verliet u hem zoo plotseling?" Brian zag zijn vrager verwonderd aan. „Omdat ik hem haatte," sprak hij kort af. „Waarom haattet gij hem. Geen antwoord. „Was het, omdat hij Miss Frettlby be wonderde en naar alle waarschijnlijkheid met haar zou gaan trouwen." „Welzeker," klonk het norsch „En nu," zei Calton hartstochtelijk, „zie daar het eenige punt, waar het geheele proces omheen draait, waarom ging u met hem in het rijtuig?" „Ik ging niet in het rijtuig." „De koetsier verklaart, dat u zulks wel te zeggen, dat zij met mij verloofd was. deed „Hij heeft ongelijk. Ik kwam niet meer te- 1 rug, nadat ik Whyte herkend had." „Wie was dan de man, die met Whyte in het rijtuig stapte?" „Dat weet ik niet." „Kunt u niet de minste beschrijving van hem geven?" „Niet de minste." „Bent u daar zeker van?" „Ja, volkomen zeker." „Hij schijnt precies als u gekleed te zijn geweest" t „Zeer waarschijnlijk. Ik kan, op z'n minst staat van beschuldiging te stellen? genomen, een dozijn mijner kennissen op- Fitzgerald wende zijn hoofd om. noemen, die lichte jassen boven hun avond- „Ja, antwoordde hij op Achten toon, „ik kleeren dragen en vilten hoeden." 1 sprak zeer wild, inderdaad, op dit oogen- „Weet u ook, of Whyte vijanden had?" blik wist ik niet wat ik zei. „Neen, dat weet ik niet, ik weet hoege- „Bedreigde u hem? naamd niets van hem, uitgezonderd dat j „Ja, dat deed ik. Ik zei, dat ik ham zou een korten tijd geleden hij uit Engeland dooden, als hij bleef volharden in zijn voor kwam met een aanbcvelingsschrijven voor nemen, om Madge te huwen.' Mr. Frettlby en hij zich niet ontzag, Madge „O, als de huisjuffrouw haar verklaring, ten huwelijk te vragen." ,.En wat zei hij?" „Hij lachte mij uit. Vloek over hem." „Er vielen vermoedelijk hooge woorden." Brian lachte bitter." „Ja, er vielen hooge woorden.' „Heeft een derde u gehoord?" „Ik geloof, de hospita. Toen ik het huis verliet, zag ik haar in de gang." „De instructie zal haar als getuige dag vaarden." „Zeer waarschijnlijk," meende hij onver schillig. „Zei u iets dergelks, om u zeiven in „Waar woonde Whyte?" Ginds, te St. Kilda, aan het einde van Grey-Street." „Hoe weet u dat?" „Het stond in de couranten, en en," liet hij aarzelend er op volgen, „ik ben bij hem geweest." „Waarom?" „Om te zien, of hij zijn voornemen, met Madge te huwen, wilde laten varen, en hem dat zij u dit hoorde zeggen, onder eede kan afleggen, zal dit sterk tegen u getuigen. Zoover ik zien kan, bestaat er voor u slechts één verdediging, en die is een zeer gemak kelijke, om n.l. uw alibi te bewijzen." Wederom geen antwoord. „U zei, dat u niet terugkwaamt en in het rijtuig slapte," zei Calton, den beschuldigde aandachtig gadeslaande. „Neen, het was iemand anders, die juist zooals ik gekleed was." „En kunt u zich geen denkbeeld vormen, wie het was?" „Neen, dat kan ik niet." „Waar ging u later heen, nadat u Whyte verliet en door Russell street liep?" „Dat kan ik u niet zeggen." „Waart u in beschonken toestand?" „Neen!" luidde zijn antwoord veront waardigd. ti „U kunt u dus alles herinneren?" „Ja. „En waar waart gij?" „Dat kan ik u niet zeggen." „Gij weigert?" „Ja, beslist." „Overweeg en denk na. Uw weigering kan u duur te staan komen." „Zoo noodig, zal ik er mij aan onderwer pen." „En u wilt mij niet zeggen, waar u waart?" „Neen, dat wil ik niet." Calton gevoelde zich niets op zijn ge- mak. „U bent meer dan dwaas," zeide hij, „om uw leven voor een kwalijk eergevoel ten offer te brengen. Gij moet een alibi bewij zen." Geen antwoord. „Hoe laat keerde u huiswaarts?" ,,'t Was omstreeks twee uur in den mor gen." ..Wandelde u naar huis?" „Ja, door de Fitzroy Gardens." „Ontmoette u iemand op uw terugweg?" „Ik weet het niet, ik sloeg daar geen acht op." „Zag u iemand?" „Zoover ik weet, niet." „U weigert dus mij te zeggen, waar u waart Vrijdagmorgen tusschen één en twee uur na middernacht?" „Onherroepelijk." Calton was voor een oogenblik voorne mens, een andere krijgslist te verzinnen. „Wist u dat Whyte papieren van waarde bij zich had?" Fitzgerald aarzelde, een doodelijke blos overtoog zijn gelaat. „Neen, dat wist ik niet," sprak hij aar zelend. De advocaat maakte een gebaar van mis noegdheid. „Waarom ontnaamt u ze hem dan?" „Wat, had hij geldswaardige papieren on der zijn berusting?" Calton ontging het voordeel niet, dat hij behaald had en besloot dan ook, het zich onverwijld ten nutte te maken. „Ja, hij had ze bij zich. Waarom naamt u ze?" „Ik heb ze niet genomen, ik wist zelfs niet, dat hij ze bij zich had." „Inderdaad, wilt u zoo beleefd zijn mij te zeggen, wat zij bevatte." Brian zag den strik, waarin hij gevallen was. „Neen, dat wil ik niet," antwoordde hij kalm. „Was het een, juweel?" „Neen." M „Was het een belangrijk document?" „~jt weet ik niet." „O, het was een geschrift. Ik Kan het aan uw gelaat bespeuren. En was dit geschrift voor u belangrijk?" „Waarom vraagt u dit?" Calton vestigde zijn vurige oogen kalm e. vastberaden op Brians gelaat. „Omdat," antwoordde hij gerekt, „de man voor wien dit Geschrift zulk een groote waarde bezat, de moordenaar van Whyte moet geweest zijn." Terwijl een doodelijke blos Brians ge- laat overtoog, sprong hij, als door een ad, der bestoken, van zijn plaats op. „Mijn Gód," schreeuwde hij, zijn beide handen uitstrekkende, „dat moet de waar. heid zijn," en hij viel op den steenen vloei neer. Calton, angstig en ongerust, riep den ge vangenbewaarder, en beiden legden zij hem op het bed, en besproeiden zijn gelaat met koud water. Hij kwam bij en kermde zwak, ter-"::I Calton, ziende, dat hij niet meer bij machte was te spreken, de gevangenis verliet. Toen hij buiten was bleef hij een oogen blik staan en wendde den blik naar de ake lige grijze muren. „Brian Fitzgerald," sprak hij op doffen, plechtigen toon, „gij zelf beging', den moord niet, gij weet echter, wie de moordenaar is." (Wordt vervolgd.]

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5