i^CHHOLK
Van Wet en Wetgeving.
WEM GD
gflIEUWS
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Donderdag 13 November 1924
'✓L, -
Bezwaren tegen lord Cecil's minister-benoeming: Sir Thompson's be
noeming tot minister van Posterijen. De crisis-geruchten en de belas
ing-ontwerpen in België.
Onder de Radio-berichten: De Iersche grenskwestie weer op het doode
punt. De spoorwegstaking in Oostenrijk geëindigd. De toestand in
Marokko en in Spanje.
CEM. BUITENL. BERICHTEN.
DE CHINEESCHE BURGEROORLOG.
Een familiedrama.
Brand door Hooibroed.
diamanten. Geen oorlogschip verbrand.
Rooken in een autobus.
Het hotel in de Vijzelstraat te
Amsterdam.
Dievenbende gearresteerd-
FEUILLETON.
fill" GEHEIM VAN EEN
HUURRIJTUIG
:s:sss38sssssasi
DE PLAATSELIJKE BEGROOTING EN
REKENING.
Wij leven in den begrootingstijd. Als wij
Ie courant nagaan kunnen wij regelmatig
verslagen lezen van raadsvergaderingen,
waarin de begrooting is aangeboden of
oehandeld. Deze tijd is dus wel geschikt
om eens een woordje aan de plaatselijke
begrooting en rekening te wijden.
1)3 begrooting wordt opgemaakt door
Burgemeester en Wethouders en de wet
eischt, dat zij vier maanden vóór den aan
vang van het jaar, waarvoor zij moet die
nen, door dit college aan den Raad wopdt
aangeboden. Van dien termijn wordt nogal
eens afgeweken. Dat eene begrooting vóór
September wordt aangeboden en dat
zoude toch volgens de wet feitelijk moe
ten komt haast niet voor.
De begrooting mag aanstonds bij de aan
bieding niet worden behandeld, neen, tus-
schen de aanbieding en de behandeling der
begrooting moeten minstens 14 dagen ver-
loopen. In die Veertien dagen ligt de be
grooting voor een ieder ter lezing en is
tegen betaling dei kosten algemeen ver
krijgbaar. De wetgever heeft blijkbaar ge
wild dat aan zulk een gewichtig stuk als
de begrooting algemeen publiciteit zoude
worden gegeven, opdat de critiek beter tot
haar recht zoude komen. Toch is in deze
de theorie anders dan de praktijk. Want
behalve in de grootere steden waar de
dagbladcorrespondenten ter voorlichting
hunner lezers zich wel op de hoogte moe
ten stellen, maakt nagenoeg niemand van
zijne bevoegdheid om inzage der begroo
ting te nemen, gebruik. En wat de ver-
krijgba'arstelling tegen de betaling der kos
ten betreft, sinds de Heilige Bcreaucratius
de gemeentelijke begrooting onder zijne be
scherming heeft genomen, met het gevolg
dat zelfs de begrooting der kleinste ge
meente is uitgedijd tot een respectabel
boekdeel, zullen de kosten wel zoo hoog
zijn, dat slechts een enkeling zich de be
grooting zal aanschaffen.
De begrooting is een raming van alle in
komsten der Gemeente en een raming van
ille uitgaven. Ten aanzien van de uitgaven
valt te onderscheiden tusscben de uitgaven,
waartoe de gemeente verplicht is en de
jitgaven waartoe de gemeente niet ver-
jlicht is, maar die zij in het algemeen
belang wenschelijk acht. Zijn met betrek
king tot de verplichte uitgaven de noodige
bedragen niet of niet voldoende op de
begrooting geraamd, dan vestigen Gedepu
teerde Staten hierop de aandacht van den
Raad. Weigert de Raad evenwel de door
de wet aan de gemeente opgelegde uitga
ven op de begrooting te brengen, dan ge
schiedt dit door Gedep. Staten. Indien,
in dat geval, de plaatselijke inkomsten niet
reikende zijn en de Raad weigert nieuwe
middelen tot dekking voor te dragen, dan
worden de overige, niet bij de wet aan de
gemeente opgelegde uitgaven door Gede
puteerde Staten bij een in het provinciaal
blad te plaatsen besluit, in zoodanige re
den verminderd, dat tusschen de plaatse
lijke inkomsten en uitgaven evenwicht zij.
Tot de verplichte uitgaven der gemeente
behooren o.m. de jaarwedden van Burge
meester, secretaris, ontvanger en verder
gemeentelijk personeel en de renten en
aflossingen van de door de gemeente aan
gegane geldleeningen. Zoude dus een ge
meentebestuur bolsjewistische, bevliegingen
krijgen en op voorbeeld der roode broe
deren zijn financieele verplichtingen tegen
over derden willen ignoreeren, dan zouden
Gedeputeerde Staten daar spoedig een
stokje vooi steken. Dat komt intusschen
nog niet voor. Wat echter wel en zelfs
herhaalde malen voorkomt, dat is dat ge
meenteraden weigerachtig zijn om de jaar
wedden van het personeel tot het bedrag
dat hetzelve rechtens toekomt, op de be
grooting uit te trekken. Gedeputeerde Sta
ten regelen de jaarwedden van Burgemees
ter, secretaris en ontvanger. Het bedrag,
waarop die jaarwedden door Gedeputeerde
Staten worden gesteld is sommigen ge
meenteraden niet naar den zin. En als pro
est tegen de regeling van Gedeputeerde
Staten worden dan deze salarissen niet tot
het vastgestelde bedrag op de begrooting
uitgetrokken. Met het gevolg, dat de wei
gerachtige gemeenteraden op de koffie
komen, daar Gedeputeerde Staten in-
I gevolge de voormelde bepalingen zelf
de benoodigde bedragen op de begrooting
uittrekken.
De wijze waarop de begrooting wordt in
gericht wordt bepaald door Gedeputeerde
Staten, m.a.w. Gedeputeerde Staten stel
len het model der begrooting vast. Voor
heen had elke provincie haar eigen model.
Sinds enkele jaren is dat evenwel veran
derd. De griffiers van de diverse provinciën
hebben samen geconfereerd en resultaat
dier conferenties is, dat alle provinciën
met uitzondering van Limburg thans
hetzelfde model van de begrooting en de
rekening hebben. Men kan Limburg ten
deze met zijne afzijdigheid geluk wenschen.
Want wij stipten het boven reeds aan
de geest van Sint Bureaucratius is wel
licht hun ondanks over hen, die deze
begrooting samenstelden, gevaren. Theore
tisch mogen de modellen der begrooting en
rekening mooi in elkaar zitten, practisch
vragen zij veel onnoodig werk. Dat onder
vindt men op de secretarieën. Dat onder
vindt men nog veel meer op provinciale
griffiën, waar de begrootingen en rekenin
gen van alle gemeenten in de provincie
moeten worden nagezien, daar de gemeen
telijke begrootingen door Gedeputeerde
Staten moeten worden goedgekeurd en de
rekeningen der gemeenten door Gedepu
teerde Staten moeten worden vastgesteld.
Men zit dan ook op sommige provinciale
griffiën met de handen in het haar, pein
zend hoe men tijdig door het werk zal
komen. Het dienstjaar, waarvoor de be
grooting geldt, is soms al meer dan voor
de helft voorbij, vooraleer Gedeputeerde
Staten de begrooting hebben goedgekeurd
en als men de rekening ter vaststelling in
zendt, duurt het gewoonlijk een half jaar en
meer voor men ze vastgesteld terug krijgt.
Er zal op den duur wel weinig anders op
zitten dan dat het personeel op de pro
vinciale griffiën aanmerkelijk wordt uitge
breid, tenzij de drang tot bezuiniging sterk
genoeg is om den bureaucratischen geest
te verdrijven, zoodat weer tot het meer
eenvoudige stelsel van vroeger, dat in de
practijk goed voldoet, wordt teruggekeerd.
De rekening der gemeente wordt opge
maakt nadat het dienstjaar is verstreken,
zoodat geen uitgaven op den betreffenden
dienst meer kunnen geschieden. Die op
making geschiedt door den gemeente-ont
vanger. B. en W. leggen de door den ge
meente-ontvanger opgemaakte rekening
aan den Raad over. Ook hier moeten tus
schen de aanbieding en behandeling der
rekening 14 dagen verloopen. De Raad stelt
de rekening voorloopig vast. De definitieve
vaststelling geschiedt door Ged. Staten.
Wij wezen reeds boven op den omslach-
tigen winkel die het opmaken en contro
leeren der plaatselijke begrootingen en re
keningen op de secretariën en provinciale
griffiën te weeg brengt Doch ook de bui
tenstaander met name degene, die aan de
Gemeente wat heeft geleverd of voor de
gemeente wat heeft gedaan, kan wel eens
last van den bureaucratischen rompslomp
hebben. Men zou ioo denken, dat als men
wat te goed heeft van de gemeente en men
dient eene rekening in, dat de zaak dan
wel in orde komt Maar zoo gemakkelijk
gaat het niet. Neen, men krijgt nog eens
de rekening terug om die deugdelijk te
verklaren, 't Is inderdaad grappig, dat men
op de rekening die men zelf heeft inge
diend, nog een verklaring moet stellen dat
ze deugdelijk is. 't Is eigenlijk al te grap
pig de samenstellers der begrootings- en
rekeningsvoorschriften vonden het zelf ook
en daarom zijn deze voorschriften thans
zoo gewijzigd dat met toestemming van Ge
deputeerde Staten voor bepaalde gemeen
ten van den eisch vkn deugdelijkverklaring
kan worden afgeweken. Beaucoup de bruit
pour peu de besogne. Begrijpt men dan
niet, dat men door zooveel aandacht te
schenken aan zulke futiliteiten, zijn eigen
systeem veroordeelt?
Het nieuwe Britsche
ministerie.
De „Daily Chronicle" heeft bezwaar
:egen h t geven van een plaats in het kabi; et
aan lord Cecil, indien, zooals waarschijnlijk
is, hieraan verbonden wordt de vertegen
woordiging van Engeland in den Volkenbond.
Lord Cecil, zegt het blad, en andere bladen
spreken desgelijks, heeft bij vroegere gele
genheden meer werk gemaakt van de be
langen van den Volkenbond dan van die van
zijn eigen land. Hij was de vader van de over'
eenkomst van onderlingen bijstand, waar
van zelfs MacDonald niets wilde weten en
hij is daarom niet de persoon om onderhan
delingen te voeren o.-er het ingewikkelde
en op zich zelf onra inemelijke protocol van
Genève, dat voor rekening komt van lord
Parmoor, ook al zoo iemand, die meer in
den Volkenbond dan in zijn eigen land
1 "ft. Als lord Cecil thans naar Genève gaat,
zal hij niet alleen door zijn persoonlijke op'
vattingen, maar ook door zijn verleden be-
j lemmerd worden in de vrijhe'd van beweging,
die een vertegenwoordiger van Engeland
noodig heeft.
De benoeming van Sir William Mitchell
Thompson, die parlementair secretaris van
het departement van handel was in het
vorige ministerie-Baldwin, tot minister van
posterijen, wijst volgens den Britschen
draadloozen dienst op de bedoeling van den
premier om den postdienst meer te beschou
wen als een der meest belangrijke „busi-
ness"-departementen dan als middel tot
overgang naar andere ambten. De nieuwbe
noemde heeft een belangrijke loopbaan als
zakenman en jurist gehad.
Een der eerste dingen, waarmee de nieuwe
„postmaster-general" zich zal hebben be
zig te houden zal de overweging van de
mogelijkheid zijn tot wederinvoering van
het stuiversport.
Majoor Ormsby-Gore is niet minister van
koloniën geworden, gelijk in ons blad van
gisteren werd gemeld, maar onder-minister
Amery is naar men weet minister van kolo
niën.
De moeilijkheden van het
Belgische kabinet.
Het Belgische parlement is Dinsdag naar
men heeft gelezen, heropend, voor korten
duur echter, daar over een vijftal maanden
reeds de nieuwe verkiezingen zullen worden
gehouden.
Sedert eenige weken doen tal van geruch
ten de ronde volgens welke een groep katho
lieken uit de meerderheid voornemens zou
zijn de regeering een echec te bezorgen door
te weigeren vóór de 120 millioen nieuwe be
lastingen te stemmen, welke 't kabinet reeds
sedert geruimen tijd heeft voorgesteld en die
zouden worden gebruikt om de salarissen
der ambtenaren te verhoogen zonder het
budgetair evenwicht te verstoren. De regee
ring heeft de conclusies aanvaard van de
commissie, welke was belast met de opstel
ling van het ontwerp inzake deze verhoo
ging, en de conclusies onmiddellijk van
kracht doen worden (met terugwerkende
kracht tot 1 Juli). Zij vraagt daartoe geen
aanvullende1 credieten, daar zij over een vol
doende saldo beschikt om tot 31 December
a.s. aan de nieuwe financieele eischen te vol
doen. Van 1 Januari 1925 af echter dient
zij van het parlement 120 millioen aan nieu
we inkomsten los te krijgen. Terwijl de re
EEN CONFLICT IN DE SAKSISCHE
SOC.-DEM. PARTIJ
De verwerping van het voorstel tot ont
binding van den Saksischen Landdag heeft
onder de radicale socialisten in Saksen groote
opwinding veroorzaakt. Tot het laatste oogen-
blik hadden zij gehoopt, dat de 22 regeerings-
gezinde socialisten van meening zouden ver
anderen. Nog den vorigen dag was een ver
gadering der fractie, met inbegrip van de ra
dicalen, gehouden, waarin zou worden ge
tracht de regeeringsgezinden tot andere ge
dachten te brengen. Dit is niet gelukt. Vol
gens de radicalen, die de heele partijmachine
en daarmede ook de soc. pers in Saksen be-
heerschen, is daarmede de laatste kans om
den strijd in den boezem der Saksische soc.
dem. partij te doen staken verkeken. De ra
dicalen gaan thans over de geheele linie tot
den aanval op de regeeringsgezinden over
en zij beginnen met de scherpste pressie te
werken. Óp soc. vergaderingen te Dresden
en Leipzig zijn reeds voorstellen ingediend
om de 22 onwilligen uit de partij te stooten
en men twijfelt niet of daartoe zal worden
besloten. Daarmede zou een scheuring in
het soc. kamp zijn gekomen en een strijd
beginnen, welks gevolgen voor Saksen niet
zijn te overzien.
DE HERDENKING VAN DEN WAPEN
STILSTAND IN FRANKRIJK.
Te Parijs heeft de herdenking van den wa
penstilstand zich Dinsdag als naar gewoonte
rondom het graf van den Onbekenden Sol
daat geconcentreerd. Tal van hoogeplaatste
autoriteiten hebben het graf in den loop van
den dag bezocht, nadat 's ochtens om elf uur
president Doumergue, omringd door de le
den van het kabinet, een krans had neerge
legd. Daarna stelden de troepen zich op de
Champs Elysées tot aan de Place de l'Etoile
op om door den president te worden ge
schouwd.
Onder de talrijke burgers, verminkten en
oud-strijders, die lanes het graf defileerden,
bevonden zich ook 200 veteranen uit Elzas-
Lotharingen
's Ochtends had maarschalk Foch een krans
neergelegd aan den voet van den gedenk
steen, die in de Notre-Dame ter nagedach
tenis van de Britsche gesneuvelden is aange
bracht.
Maandagmiddag reeds was op de Parijsche
beurs de wapenstilstandsdag met één minuut
stilte herdacht. Een bankbediende, die wei
gerde zich aan het ceremonieel te onderwer
pen, werd door de verwoede beursbezoekers
geering aldus tegemoet komt aan de eischen f ducht afgeranseld. In Chambery had de
a burgemeester zich genoodzaakt gezien een
meeting van communistische oud-strijders
te verbieden, waar ook een Duitscher het
der ambtenaren, officieren en spoorweglie-
den, blijft de salaris kwestie der magistraten,
onderwijzers en geestelijkheid wier honora
ria bij de wet zijn vastgesteld, nog onopge
lost.
Theunis heeft echter een handigen zet ge
daan door te verklaren dat hij de belasting
voorstellen zal laten voorgaan en zal eischen
dat het parlement zich daarover eerst zal uit
spreken alvorens tot de beraadslaging over
de salarissen der magistraten, onderwijzers
en geestelijkheid over te gaan. Worden de
belastingvoorstellen niet aangenomen, dan
zal de regeering den koning om machtiging
tot ontbinding der Kamers verzoeken, zoo
dat dan juist de eischen van de magistraten,
onderwijzers, en vooral van de geestelijkheid
niet zouden kunnen worden ingewilligd ten
gevolge van de houding eener kleine groep
katholieken in het parlement.
Deze omstandigheden zullen de katho
lieke Kamerleden doen aarzelen om de re
geering een echec te bezorgen bij de stem
ming over de belasting-ontwerpen en een
crisis uit te lokken. Er is dan ook reeds in
een bijeenkomst van de bureaux der rech
terzijde uit den Senaat en de Kamer be
sloten geen besluit te nemen alvorens kennis
te hebben genomen van het algemeen exposé
der begrooting van 1925.
DUITSCHLAND EN DE
VOLKENBOND.
„Bohemia" meldt dat op het verzoek van
Duitschland om een permanenten zetel in
den Volkenbond te verkrijgen, reeds toe
stemmend geantwoord is door Engeland,
Frankrijk, Italië, België en Uruguay. Tsje-
cho-Slowakije zal zich in den loop van deze
week bij eerstgenoemde landen aansluiten.
Men gelooft dat Duitschland een formeel
verzoek zal indienen tijdens de bijeenkomst
van den Volkenbond, welke in December
te Rome zal plaats vinden.
GENERAAL V. SCHöNAICH IN HET
SAARGEBIED EN DE PALTS.
Het optreden van den bekenden pacifisti-
schen gep. generaal v. Schönaich in het
Saargebicd en de Palts, waar hij over „de
mocratie, pacifisme en hun tegenstanders"
sprak, heeft volgens de „Köln. Ztg." onder
de meerderheid der bevolking groote veront
waardiging veroorzaakt. Vooreerst hebben
zijn provoceerende uitdrukkingen tegen an
dersdenkenden in genoemde streken onte
vredenheid gewekt en in de tweede plaats
het feit, dat hij te zamen met een Fransche
dame optrad. De bijeenkomsten, waar beiden
het woord voerden, werden gehouden onder
de auspiciën van de „Saarl andische Friedens-
liga." Deze, aldus de „K. Z."staat in dienst
van het Fransch; annexionisme en im
perialisme in het Saargebied, hetgeen de
generaal niet schijnt te hebben geweten.
Maar wat men erger acht, is het feit, dat
Schönaich voor een gehoor, hetwelk voor
het meerendeel bestond uit Franschen, waar
onder vele leden van het bezettingsleger,
heeft verklaard, dat Duitschland en Oosten
rijk de schuld aan den oorlog dragen, waar
mede hij Duitschjands positie dus e-nstig be
moeilijkt, vooral ,n het Saa: gebied. Verschil
lende bladen in genoemde streken geven dan
ook in heftig gestelde artikelen aan hun ver
ontwaardiging lucht.
woord voeren zou.
De Chineesche leiders, die te Tientsin
confereeren, zijn overeengekomen, dat de
troepen van Feng te Peking zich zullen ge
reed houden om in de richting van Hankow
op te rukken (blijkbaar tegen Woe Pei Foe.)
terwijl Tsjang Tso Lin voornemens is te
Tiefttsin 30.000 man troepen te leggen en
evenzooveel te Sjanhaikwan.
DE RECONSTRUCTIE VAN TOKIO.
De „Times" komt met een artikel over
het nieuwe Tokio en vertelt van een uitge
breid herbouwingsplan, dat reeds voor een
klein deel is uitgevoerd. Tokio heeft in Sept.
1923 veel meer van het vuur dan van de
aardbeving geleden. De huizen waren om
dat men op het gevaar van een aardbeving
bedacht was op een speciale wijze ge
bouwd. Maar tegen het vuur was nagenoeg
geen bescherming. Dit was grootendeels het
gevolg ten eerste van het feit dat de meeste
huizen van hout waren en ten tweede van
den stadsaanleg. In het oude Tokio stonden
de huizen vlak op elkaar, de wegen tusschen
de huizen in waren meestal smalle straten of
steegjes, waardoor de brandweerwagens niet
konden rijden. De regeering heeft dus ook
ingezien, dat hierin verandering moet wor
den gebracht, maar eveneens begrepen, dat
daarvoor de stadsaanleg geheel gewijzigd zou
moeten worden. In het nieuwe plan van de
hoofdstad zijn nu verschillende hoofdwegen
ontworpen, waarop een groot aantal breede
zijstraten uit zullen komen. Hiertoe moeten
een groot aantal huizen in de dichtbewoonde
districten van Tokio verwijderd worden.
300.000 huizen zullen totaal moeten wor
den afgebroken, terwij! 119.000 zullen moe
ten worden verplaatst. Een groot aantal daar
van behoeft slechts een paar meters op zij te
worden gezet, Practisch komt het hier op
neer, dat niet alleen de straten in het ver
woeste gedeelte van Tokio verbreed moe
ten worden, maar bijna alle verkeerswegen
in de geheele stad. D? kosten worden ge
raamd op 35.00Q.000, waarvan reeds
26.000.000 door de regeering zijn toege
staan.
Een nog onopgelost probleem is hoe het
vuur te bestrijden, als wervelwinden binnen
enkele seconden dit over groote oppervlak
ten verspreiden. Bij den laatsten brand zijn
er voorbeelden geweest, dat zulke wervel
winden een snelheid hadden van meer dan
300 mijl in een uur en alles opnamen wa* in
hun weg kwamen en tegen den grond,
wierpen. Een afdoend verweermiddel is tot
nu toe niet gevonden. Beweerd wordt, dat
boomen de kracht van deze winden breken
en daarom zullen er in de stad overal boo
men geplant worden.
DE STRIJD IN SPAANSCH-MAROKKO
De Spaansche troepen hebben in de nabij
heid van de stellingen van Oued Lau een
aanval gedaan op groote concentraties van
rebellen en deze uiteengejaagd. De rebellen
verlieten hun stellingen met achterlating
van een vijftiental dooden. De Spanjaarden
hadden een veertigtal dooden en gewonden.
Naar het „Journal" verneemt bevindt de
heer Echevarrieta, een industrieel uit Bil
bao, die in 1922 namens de Spaansche re
geering met de Riffkabylen over het los-
koopen der Spaansche gevangenen heeft
onderhandeld, zich aan boord van zijn jacht
te Gibraltar. Tevens is daar uit Melilla
- ange komen de rebellenleider Ciaera, wiens
invloed op de stammen van Gomara zeer
groot is. Hij is vergezeld van een Moorsch
notabel, Benuna, die zich minister van
inanciën der Riffrepubliek noemt.
Zij zullen namens Abd el Krim vredes-1
onderhandelingen openen met Echevarrieta,
die zijnerzijds wordt bij gestaan-door Lopez
Ferrer, voormalig secretaris-generaal van
het hooge commissariaat in Marokko.
EEN GRAPPENMAKER.
(Straatjongen tot heer op straat): „Hebt
u soms een bon van 'n rijksdaalder verlo
ren, mijnheer?"
Heer (zijn verrassing verbergend): „Ja,
De N.we Soer. C-t." van 10 Oct. schrijft I dat kan wel Heb je hem soms gevonden?"
In de onmiddellijke omgeving van Solo is Straatjongen: „Neen, ik wou maar eens
dezer dagen door een groep Ch'neezen een weten hoeveel menschen vandaag een
familielid vermoord, nadat hiertoe eerst door rijksdaalder hebben verloren; u bent de ze-
een soort van familieraad was besloten. vetl netfpntl<Sstp!
ven en negentigste!
Voor zoover de politie Over inlichtingen
beschikt, is een grondbezitkwestie de oorzaak
van dit misdrijf.
Voor de richtige afwikkeling van deze zaak
stond een Chinees zijn overige familieleden in
den weg en daarom werd op een familiebijeen
komst besloten om hem maar uit den weg te
ruimen. Zelfs de naaste familieleden van hetlpen zijn tong uit den bek hangen, Jantje?
slachtoffer namen aan deze bijeenkomst deel. »A'S tegenwicht voor zijn staart meneer-'
Met de uitvoering van het besluit werd niettja ad mDDrrTir
lang gedraald. De man werd op straat op- n w;7, i
gelicht, netjes geboeid en zoo naar zijn eigen evrou™ 3X man,':
f, i_ - j i t. j vent, e hebt e daar straks met onzen
woning gebracht waar hl, m de gelegenheid vrien^ lelijk versproken. Rembrandt is
werd gesteld om afscheid te nemen van vrouw geen wijn) het h een s00rt kaas
en kinderen. De man, die wel eenigszins
EEN „VIEZE" OORZAAK.
„En wat heeft de dokter je tegen je sla
peloosheid voorgeschreven?"
„Insectenpoeder."
OP SCHOOL.
Waarom laat een hond bij het hard loo-
'N KLEINIGHEID.
„Ober, geef mij 'n kalfs-oester."
„Goed, meneer
„Maar een groote, hoor. Ik ben uiterst
nerveus, en iedere kleinigheid maakt me gek
van woede!"
voelde, dat het misschien ernst zou kunnen
worden, drukte bij dit afscheid zijn vrouw
op het hart in de toekomst goed voor de kin
deren te zorgen, indien hij misschien eens
niet mocht terugkomen.
De vrouw vatte dit echter niet als ernst op I
en dacht nog steeds, dat zij met een grap te
maken had. Het waren immers de eigen
zwagers, die haar man gebonden hadden, den raad een voordracht tot de uitgifte in
Waarschijnlijk wilden zij hem plagen. En erfpacht van het terrein zal worden ingediend,
bovendien was er ook een nichtje van een jaar Het oorsponke'.ijke ontwerp is, wijl men
of twaalf bij Zij zag dus geen gevaar. ten stadhuize meende dat het Munttorentje
Inmiddels werd de gebonden Chinees niet in de verdrukking komen en dus het aan-
door zijn familieleden in de richting van de woon,,lagen verminderen moest, vrij be-
sawahs gevoerd en daar in de eenzaamheid 'angrijk gewijzigd. Beneden komt arcaden-
,j - bouw, de eerste verdieping wordt voor verga-
draalde men me lang met de ten uivoer der2al£n bestemd> daa\0^en vier étages *et
legging van het plan. Op de afschuwelijkste kamers> honderd twintig in totaal, elk voor
manier werd de man letterlijk geslacht. zien van een badkamer, de vijfde verdieping
Na het volbrengen van de misdaad werd het is bestemd voor dienstdoeleinden. Ómdat de
kleine meisje er op afgestuurd om de andere adviseur verlaging van de oorspronkelijke aan
familieleden te waarschuwen ten einde te genomen hoogte verlangde, is het plan meer
komen helpen om het lijk te begraven. Deze m de breedte uitgewerkt en heeft de architect
werden nu voor de gevolgen van de daad ech- ee" gedeelte noodig van het terrein, tus-
taiv** kwamen „ia,. Wai gSSSSSS
gaven .zij een patjol mee. en yj en de commissie verkregen.
De moordenaars begroeven daarna zelf hun Het gedeelte van de Reguliersdwarsstraat,
vermoord familielid in de sawah en keerden tusschen de beide terreinen, zal zóó worden
daarna huiswaarts alsof er niets was gebeurd, overbouwd dat aan de Vijzelstraat een poort-
Toen de man echter inderdaad weg bleef en ing mg ontstaat, leidende naar een vierkant
e twee dagen verliepen zonder dat de vrouw Pintje. Door die poort aan de Vijzelstraat zal
,eK over haar ,ch,B,„oo, hoorde, werd zij ,och dSSltaSkS £,SS
ongerust en zij besloot het bestuur van de U> lfmeti„Sg geprojecteerd, die in he", be-
vermissing in kennis te stellen. staande stadsbeeld, naar de deskundigen var-
Het onmiddellijk aangevangen onderzoek klaren, „het zeer aardig zal doen."
bracht de hierboven omschreven gruwel- Het ligt in de bedoeling der combinatie op
daad aan het licht. den duur een hotel te exploiteeren van
De moordenaars zijn reeds gearresteerd. 240 kamers. Vandaar dat nog met het gemeen
te-bestuur onderhandeld wordt om het vrij
Dinsdagmorgen is door hooibroei brand dellijk grenzende aan de strook van het
ontstaan in een hooiberg aan de hooiperserij „grondoppervlak" dat bij het hotel wordt
te Hasselt, toebehoorende aan Gebr. For- getrokken, in optie te krijgen. Op het plan
tuin. Men slaagde erin de nabijstaande hooi- Jet bouwen van het hotel op het eerste
bergen te behouden. Ongeveer 200.000 pond «hter geen^invloed
hooi ging verloren. Zoodra de raad de desbetreffende voor
dracht heeft aangenomen, wordt aan de uit-
Een rijke arme. voering begonnen, en dan kan, onvoorziene
omstandigheden voorbehouden, binnen twee
Dezer dagen vervoegde zich, volgens jaren het aspect van dat gedeelte van de Vij-
Het Volk" aan de Arnhemsche gemeente- zeistraat belangrijk zijn verbeterd,
bank-van-leening de vrouw van een werk- (Hbld.)
looze, die een broche ter beleening aanbood
en vroeg of zij daar drie kwartjes voor kon Met lucifers gespeeld.
krijgen. Doordat kinderen met lucifers speelden
Op de vraag van den ambtenaar en een k de houten veeschuur van D. jalsma tt
politieman, die daar juis aanwezig was, hoe Wirdum brand. Het aanwezige vee
ze daaraan kwam, vertelde ze het een paar kwam om
jaar geleden in den tuin van een villa aan den
Velperweg te hebben gevonden. De dienst-
bode, wie zij het toen liet zien, had gezegd: Door een paard getrapt.
Hou dat prul maar. Ze had het een paar Terwijl de jacht-opziener G. v. d. Beek, te
jaar gedragen en wilde nu, door werkloos- Kallenbroek, gemeente Barneveld, met en-
heid van haar man gedwongen, er wat geld keje beeren 0p jacht was, werd hij door een
voor maken. in eer> weide loopend paard zoodanig ge-
Men heeft het „prul" bij een goudsmid trapt, dat hij, behalve een armbreuk, een
laten taxeeren en deze schatte de waarde op.ernstige hoofdwonde bekwam,
f 250, dus iets meer dan drie kwartjes. Het
bleek een gouden broche te zijn, bezet met
De vrouw heeft den tuin aangewezen, Naar aanleiding van een bericht in Het
waarin zij het gevonden had. De toenmalige Volk, als zou in den nacht van Zondag op
bewoonster, die intusschen verhuisd was naar Maandag het artillerie-instructieschip Bellona
Velp. herkende haar eigendom terstond. te Helder zijn afgebrand, wordt van de mee.t
bevoegde zijde medegedeeld, dat niet ge
noemd schip, maar een gebouwtje, waarin
vroeger onderricht werd gegeven aan de
bemarfning van het instructieschip Bellona
is afgebrand.
De brand is vermoedelijk aan kwaadwillig
heid te wijten.
Het „Hbld" schrijft
Onze Almelosche correspondent nam Vrij
dagmiddag te Nijverdal plaats in een autobus,
rijdende voor Almelo. Toen hij goed en wel
zat, las hij daarin de waarschuwing: „Rooken
aan de passagiers verboden, Art. 4 der Politie-
verord." De chauffeur dampte er evenwel lus
tig op los, waarna onze coorrespondent hem
vroeg „Rookt u Een tweede passagier
wees den vrager op de waarschuwing en zeide:
dat geldt alleen voor de passagiers en niet
voor den chauffeur." Laatstgenoemde voegde
er nog aan toe: „Ja, mijnheer, als ik den
heelen dag niet mocht rooken, kon ik het niet
volhouden."
Het plan tot het stichten van een hotel
in de Vijzelstraat te Amsterdam, onder archi
tectuur van de»1 bouwmeester G. J. Rutgers,
is gekomen i - i -tac'ium, dat 1 i menkort bij
Men meldt uit Terborg.aan de Msb.
Door de politie alhier zijn vier individuën
aangehouden en ter beschikking van den Offi
cier van 'Justitie te Arnhem gesteld, die ge-
ruimen tijd alhier de omstreken onveilig
maakten door allerlei diefstallen aardappe
len, kippen, waschgoed, enz., alles was van
hun gading. Ook aan inbraken maakten ze
zich schuldig en van een hunner is reeds be
wezen, dat hij medeplichtig is aan een in
braak bij den bakker H„ te Silvolde gepleegd.
Verder is alhier en te Ulft een groote partij
waschgoed, van diefstal afkomstig, opge
spoord. Nog een aantal arrestaties worden
verwacht.
25.
„Dan Is er nog een andere zaak," sprak
lalton behoedzaam. „De brief kan hem
lei hand zijn gesteld tusschen het spoor
wegstation Elisabethstreet en den club."
„Dat kunnen wij spoedig gewaar worden,"
antwoordde Madge, „want Mr. Rollestone
was omstreeks dien tijd bij hem."
„Dat is zoo," antwoordde Calton, „en
daar komt juist Rollestone de straat door.
Wij zullen hem terstond vragen."
Juist passeerde het rijtuig het monument
van Burke en Will, toen Caltons scherpe
blik Rollestone in het oog kreeg, deze liep
aan den linkerkant der straat. Wat het eerst
Calton's aandacht trok, was de schitterende
verschijning van Felix. Zijft goed geborstelde
hoed glom, zijn verlakte laarzen glommen
en hetzelfde kon gezegd worden van zijn
diamanten ring en de speld van den shawl
das; kortom, zoo schitterend was zijn ver
schijning, dat hij er uitzag als een levende
diamant, die tusschen de flikkerende zon
komt aangeloopen. De koets reed tot op den
hoek, en Rollestone liet eensklaps stilhou
den, toen Calton er uitsprong en vlak voor
hem staan bleef. Madge leunde achterover
in het rijtuig en trok haar sluier naar om
laag, er niet op gesteld zijnde, door Felix
te worden herkend, daar zij wist, dat, bij
aldien hij dit deed, het weldra door geheel
de stad bekend zou zijn.
„Hola! oude jongen," zeide Rollestone met
belangrijke verbazing. „Waar kom je zoo
vandaan springen?"
„Uit het rijtuig natuurlijk," antwoordde
Calton lachende.
„Een soort van deus ex machina," her
nam Rolestone, een slechte woordspeling
bezigend.
„Juist," sprak Calton. Hoor eens, Rolle
stone, herinnert gij u dien avond, toen Whyte
vermoord werd je ontmoette Fitzgerald
aan het spoorwegstation."
„In de trein," verbeterde Felix.
„Wel, wel, dat doet niets ter zake, je
vergezelde hem tot aan den club."
„Ja, en ging daar van hem af."
„Heb je opgelet, of hij ook een boodschap
I ontving, terwijl hij bij je was?"
I „Een boodschap?" herhaalde Felix. „Neen,
hij ontving er geen; wij waren al dien tijd
j in druk gesprek, en hij sprak met niemand
anders dan met mij."
„Was hij nog al opgeruimd?"
„Uitmuntend, hij maakte mij geducht aan
het lachen doch waartoe al deze vragen?"
„O niets," antwoordde Calton, zich naar
het rijtuig terug begevend. „Ik had een kleine
inlichting van u n»odig; den volgenden keer,
als ik u wêerzie, zal ik het u wel uitleg
gen! tot ziens!"
„Maar wat ik zeggen wil," begon Felix;
het rijtuig rolde echter reeds voort, zoodat
Mr. Rolleston gramstorig zijn weg vervolgde.
„Nooit zag ik iets zooals die advokaten,"
sprak hij tot zich zelve. „Calton is een
echte dwarrelwind!"
Intusschen zat deze reeds in druk gesprek
met Madge.
„U had gelijk," zeide hij, „er moet zeker
voor hem een boodschap op Sen club zijn
gekomen, want onderweg ontving hij er
geen."
„En wat zullen wij nu doen?" vroeg
Madge, die het gesprek reeds gehoord had
en zich geen moeite gaf, om den advokaat
daaromtrent te ondervragen.
„Uit te vorschen of er dien avond op de
club een brief voor hem bezorgd was. zeide
Calton, toen de koets voor de deur van
den Melbourne Club stilhield. „Wij zijn er,"
en vlug als een ree liep hij den trap op.
Hij ging naar het kantoor van den club
om te zien of er eenige brieven waren voor
Fitzgerald, en trof er een bediende aan, met
welken hij vrij goed bekend was.
„Hoor eens, Brown," sprak de advocaat,
„herinner je je dien Donderdagavond, toen
zak. „Maar ik ben het waarlijk vergeten.
„Scherp uw geheugen en herinner u, zei
Calton.
Brown deed een geduchte poging om zich
te herinneren en gaf ten laatste een bevredi
gend antwoord.
„Neen, mijnheer, er was er geen!"
„Bent u daar zeker van," zei Calton hevig
teleurgesteld.
„Volkomen zeker, mijnheer, hernam de an
dere vertrouwelijk, „ik ging dien avond ver
scheidene malen naar het brievenrek, en ik
ben er zeker van, dat er geen enkele voor
Mr. Fitzgerald was."
„O, ik dacht het wel," sprak Calton, een
zwaren zucht slakend.
„Wacht eens," zei Brown, daar hij zich
eensklaps iets scheen te herinneren. „Of
schoon er geen brief over den post kwam,
mijnheer, werd er toch dien avond een voor
hem bezorgd."
„Ha!" riep Calton, zich vlug omkeerend,
„hoe laat?"
„Even vóór twaalven, mijnheer."
„Wie bracht hem?"
„Een jonge vrouw, mijnheer," zei Brown,
de moord in het huurrijtuig plaats greep, of zij sloop de deur in en schreeuwde uit al h iar
er ook een brief voor Mr Fitzgerald be
zorgd werd?"
„Wel zeker, mijnheer," stamelde Brown,
„het is zoo lang geleden, dat ik het verge
ten ben."
Calton gaf hem een souvereign.
„O, dat is niet noodig, Mr. Calton," sprak
de bediende, maar stak toch het geld in zijn
macht: „Is hij binnen." „Ga heen," zeide
ik, „of ik zal de politie halen;" „och neen,
dat zult u niet," zeide zij, „u zult hem dit ge
ven." Dit zeggende schoof zij mij een brief
in de handen. „Wie is hij?" vroeg ik. „Dat
weet ik niet," luidde het antwoord, „het
staat hierop te lezen, en die kunst versta ik
niet: geef het, hem dadelijk." Ejp in een om
mezien was zij verdwenen, alvorens ik haar
kon tegenhouden
„En die brief was voor Mr. Fitzgerald?"
„Ja mijnheer, en een fameus smerigen
bdef was het ook."
*Je gaf hem denzelve natuurlijk?"
„Dat deed ik, mijnheer. Hij zat kaart te
spelen, en hij stak hem in den zak; na de
enveloppe bekeken te hebben, zette hij zijn
kaartspel voort."
„Maakte hij hem niet open?"
„Toen niet, mijnheer, maar hij deed het la
ter, zoowat omstreeks kwart vóór eenen. Ik
was in de kamer, hij opende en las hem.
Toen sprak hij half luid: „Wat een drom-
melsche oneschaamdheid," waarna hij hem
weer in den zak stak.
„Was hij verstoord?"
„Niet zoo weinig, mijnheer, hij zag wel
een weinig boos, deed zijn jas en hoed aan,
en ging opistreeks vijf minuten vóór eenen
heen."
„Zoo, en om een uur ontmoette hij Why
te," mompelde Calton. „Er bestaat geen
twijfel meer De brief was een afspraak en
hij was heengega-n, om er te komen Hoe
zag de brief er uit?"
„Zee- smerig, mijnheer, in een vierkante
enveloppe, maar het papier was goed en zoo
was ook het schrift."
„Dat is voldoende," sprak Calton, „ik ben
u zeer verplicht," dit zeggende spoedde hij
zich naar het rijtuig terug, in hetwelk Mad
ge hem reeds met ongeduld verbeidde.
„U had gelijk," zeide hij tot haar, toen het
rijtuig zich weer in beweging stelde. „Dien
avond ontving hij een brief, en ging heen
om op de daarin vermelde afspraak present
te zijn en Whyte te ontmoeten."
„Ik wist het wel," juichte Madge met vol*
doening „U zult zien, dat wij het bewuste
schrijven in zijn woning zullen vinden."
„Dat hoop ik," zei Calton, „maar wij moe
ten ons niet ai te zeer verheugen; hij kan
hem vernietigd hebben."
„Neen, dat heeft hij niet," hernam zij,
„Ik ben overtuigd, dat hij nog aanwezig is."
„Welnu," hernam Calton, haar aanschou
wende, „ik wil u niet tegenspreken, want
uw vrouwelijk vernuft heeft meer gedaan om
de waarheid te ontdekken, dan mijn rede
neeringen, doch dit is met vrouwen vaak het
geval zij tasten in het donker, waar een
man zou aarzelen, en in negen van de tien
gevallen, landen zij in een behouden haven
'ammer genoeg voor het tiende," zei Miss
Frettlby, „maar uitzonderingen moeten er
altijd wezen."
Haar goede geluimdheid was teruggekeerd
zij scheen er overtuigd van, dat haar bemid
deling haar minnaar zou redden. Mr. Cal
ton echter ontwaarde, dat haar zenuwen in
de hoogste mate gespannen waren, en dat
het slechts haar# ijzersterke natuur was, die
haar weerhield, ineen te zakken.
„Zij is een moedig meisje," mompelde hij.
(Wordt vervolgd.)