i^CHHOLK Van Wet en Wetgeving. WEM GD gflIEUWS NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Donderdag 13 November 1924 '✓L, - Bezwaren tegen lord Cecil's minister-benoeming: Sir Thompson's be noeming tot minister van Posterijen. De crisis-geruchten en de belas ing-ontwerpen in België. Onder de Radio-berichten: De Iersche grenskwestie weer op het doode punt. De spoorwegstaking in Oostenrijk geëindigd. De toestand in Marokko en in Spanje. CEM. BUITENL. BERICHTEN. DE CHINEESCHE BURGEROORLOG. Een familiedrama. Brand door Hooibroed. diamanten. Geen oorlogschip verbrand. Rooken in een autobus. Het hotel in de Vijzelstraat te Amsterdam. Dievenbende gearresteerd- FEUILLETON. fill" GEHEIM VAN EEN HUURRIJTUIG :s:sss38sssssasi DE PLAATSELIJKE BEGROOTING EN REKENING. Wij leven in den begrootingstijd. Als wij Ie courant nagaan kunnen wij regelmatig verslagen lezen van raadsvergaderingen, waarin de begrooting is aangeboden of oehandeld. Deze tijd is dus wel geschikt om eens een woordje aan de plaatselijke begrooting en rekening te wijden. 1)3 begrooting wordt opgemaakt door Burgemeester en Wethouders en de wet eischt, dat zij vier maanden vóór den aan vang van het jaar, waarvoor zij moet die nen, door dit college aan den Raad wopdt aangeboden. Van dien termijn wordt nogal eens afgeweken. Dat eene begrooting vóór September wordt aangeboden en dat zoude toch volgens de wet feitelijk moe ten komt haast niet voor. De begrooting mag aanstonds bij de aan bieding niet worden behandeld, neen, tus- schen de aanbieding en de behandeling der begrooting moeten minstens 14 dagen ver- loopen. In die Veertien dagen ligt de be grooting voor een ieder ter lezing en is tegen betaling dei kosten algemeen ver krijgbaar. De wetgever heeft blijkbaar ge wild dat aan zulk een gewichtig stuk als de begrooting algemeen publiciteit zoude worden gegeven, opdat de critiek beter tot haar recht zoude komen. Toch is in deze de theorie anders dan de praktijk. Want behalve in de grootere steden waar de dagbladcorrespondenten ter voorlichting hunner lezers zich wel op de hoogte moe ten stellen, maakt nagenoeg niemand van zijne bevoegdheid om inzage der begroo ting te nemen, gebruik. En wat de ver- krijgba'arstelling tegen de betaling der kos ten betreft, sinds de Heilige Bcreaucratius de gemeentelijke begrooting onder zijne be scherming heeft genomen, met het gevolg dat zelfs de begrooting der kleinste ge meente is uitgedijd tot een respectabel boekdeel, zullen de kosten wel zoo hoog zijn, dat slechts een enkeling zich de be grooting zal aanschaffen. De begrooting is een raming van alle in komsten der Gemeente en een raming van ille uitgaven. Ten aanzien van de uitgaven valt te onderscheiden tusscben de uitgaven, waartoe de gemeente verplicht is en de jitgaven waartoe de gemeente niet ver- jlicht is, maar die zij in het algemeen belang wenschelijk acht. Zijn met betrek king tot de verplichte uitgaven de noodige bedragen niet of niet voldoende op de begrooting geraamd, dan vestigen Gedepu teerde Staten hierop de aandacht van den Raad. Weigert de Raad evenwel de door de wet aan de gemeente opgelegde uitga ven op de begrooting te brengen, dan ge schiedt dit door Gedep. Staten. Indien, in dat geval, de plaatselijke inkomsten niet reikende zijn en de Raad weigert nieuwe middelen tot dekking voor te dragen, dan worden de overige, niet bij de wet aan de gemeente opgelegde uitgaven door Gede puteerde Staten bij een in het provinciaal blad te plaatsen besluit, in zoodanige re den verminderd, dat tusschen de plaatse lijke inkomsten en uitgaven evenwicht zij. Tot de verplichte uitgaven der gemeente behooren o.m. de jaarwedden van Burge meester, secretaris, ontvanger en verder gemeentelijk personeel en de renten en aflossingen van de door de gemeente aan gegane geldleeningen. Zoude dus een ge meentebestuur bolsjewistische, bevliegingen krijgen en op voorbeeld der roode broe deren zijn financieele verplichtingen tegen over derden willen ignoreeren, dan zouden Gedeputeerde Staten daar spoedig een stokje vooi steken. Dat komt intusschen nog niet voor. Wat echter wel en zelfs herhaalde malen voorkomt, dat is dat ge meenteraden weigerachtig zijn om de jaar wedden van het personeel tot het bedrag dat hetzelve rechtens toekomt, op de be grooting uit te trekken. Gedeputeerde Sta ten regelen de jaarwedden van Burgemees ter, secretaris en ontvanger. Het bedrag, waarop die jaarwedden door Gedeputeerde Staten worden gesteld is sommigen ge meenteraden niet naar den zin. En als pro est tegen de regeling van Gedeputeerde Staten worden dan deze salarissen niet tot het vastgestelde bedrag op de begrooting uitgetrokken. Met het gevolg, dat de wei gerachtige gemeenteraden op de koffie komen, daar Gedeputeerde Staten in- I gevolge de voormelde bepalingen zelf de benoodigde bedragen op de begrooting uittrekken. De wijze waarop de begrooting wordt in gericht wordt bepaald door Gedeputeerde Staten, m.a.w. Gedeputeerde Staten stel len het model der begrooting vast. Voor heen had elke provincie haar eigen model. Sinds enkele jaren is dat evenwel veran derd. De griffiers van de diverse provinciën hebben samen geconfereerd en resultaat dier conferenties is, dat alle provinciën met uitzondering van Limburg thans hetzelfde model van de begrooting en de rekening hebben. Men kan Limburg ten deze met zijne afzijdigheid geluk wenschen. Want wij stipten het boven reeds aan de geest van Sint Bureaucratius is wel licht hun ondanks over hen, die deze begrooting samenstelden, gevaren. Theore tisch mogen de modellen der begrooting en rekening mooi in elkaar zitten, practisch vragen zij veel onnoodig werk. Dat onder vindt men op de secretarieën. Dat onder vindt men nog veel meer op provinciale griffiën, waar de begrootingen en rekenin gen van alle gemeenten in de provincie moeten worden nagezien, daar de gemeen telijke begrootingen door Gedeputeerde Staten moeten worden goedgekeurd en de rekeningen der gemeenten door Gedepu teerde Staten moeten worden vastgesteld. Men zit dan ook op sommige provinciale griffiën met de handen in het haar, pein zend hoe men tijdig door het werk zal komen. Het dienstjaar, waarvoor de be grooting geldt, is soms al meer dan voor de helft voorbij, vooraleer Gedeputeerde Staten de begrooting hebben goedgekeurd en als men de rekening ter vaststelling in zendt, duurt het gewoonlijk een half jaar en meer voor men ze vastgesteld terug krijgt. Er zal op den duur wel weinig anders op zitten dan dat het personeel op de pro vinciale griffiën aanmerkelijk wordt uitge breid, tenzij de drang tot bezuiniging sterk genoeg is om den bureaucratischen geest te verdrijven, zoodat weer tot het meer eenvoudige stelsel van vroeger, dat in de practijk goed voldoet, wordt teruggekeerd. De rekening der gemeente wordt opge maakt nadat het dienstjaar is verstreken, zoodat geen uitgaven op den betreffenden dienst meer kunnen geschieden. Die op making geschiedt door den gemeente-ont vanger. B. en W. leggen de door den ge meente-ontvanger opgemaakte rekening aan den Raad over. Ook hier moeten tus schen de aanbieding en behandeling der rekening 14 dagen verloopen. De Raad stelt de rekening voorloopig vast. De definitieve vaststelling geschiedt door Ged. Staten. Wij wezen reeds boven op den omslach- tigen winkel die het opmaken en contro leeren der plaatselijke begrootingen en re keningen op de secretariën en provinciale griffiën te weeg brengt Doch ook de bui tenstaander met name degene, die aan de Gemeente wat heeft geleverd of voor de gemeente wat heeft gedaan, kan wel eens last van den bureaucratischen rompslomp hebben. Men zou ioo denken, dat als men wat te goed heeft van de gemeente en men dient eene rekening in, dat de zaak dan wel in orde komt Maar zoo gemakkelijk gaat het niet. Neen, men krijgt nog eens de rekening terug om die deugdelijk te verklaren, 't Is inderdaad grappig, dat men op de rekening die men zelf heeft inge diend, nog een verklaring moet stellen dat ze deugdelijk is. 't Is eigenlijk al te grap pig de samenstellers der begrootings- en rekeningsvoorschriften vonden het zelf ook en daarom zijn deze voorschriften thans zoo gewijzigd dat met toestemming van Ge deputeerde Staten voor bepaalde gemeen ten van den eisch vkn deugdelijkverklaring kan worden afgeweken. Beaucoup de bruit pour peu de besogne. Begrijpt men dan niet, dat men door zooveel aandacht te schenken aan zulke futiliteiten, zijn eigen systeem veroordeelt? Het nieuwe Britsche ministerie. De „Daily Chronicle" heeft bezwaar :egen h t geven van een plaats in het kabi; et aan lord Cecil, indien, zooals waarschijnlijk is, hieraan verbonden wordt de vertegen woordiging van Engeland in den Volkenbond. Lord Cecil, zegt het blad, en andere bladen spreken desgelijks, heeft bij vroegere gele genheden meer werk gemaakt van de be langen van den Volkenbond dan van die van zijn eigen land. Hij was de vader van de over' eenkomst van onderlingen bijstand, waar van zelfs MacDonald niets wilde weten en hij is daarom niet de persoon om onderhan delingen te voeren o.-er het ingewikkelde en op zich zelf onra inemelijke protocol van Genève, dat voor rekening komt van lord Parmoor, ook al zoo iemand, die meer in den Volkenbond dan in zijn eigen land 1 "ft. Als lord Cecil thans naar Genève gaat, zal hij niet alleen door zijn persoonlijke op' vattingen, maar ook door zijn verleden be- j lemmerd worden in de vrijhe'd van beweging, die een vertegenwoordiger van Engeland noodig heeft. De benoeming van Sir William Mitchell Thompson, die parlementair secretaris van het departement van handel was in het vorige ministerie-Baldwin, tot minister van posterijen, wijst volgens den Britschen draadloozen dienst op de bedoeling van den premier om den postdienst meer te beschou wen als een der meest belangrijke „busi- ness"-departementen dan als middel tot overgang naar andere ambten. De nieuwbe noemde heeft een belangrijke loopbaan als zakenman en jurist gehad. Een der eerste dingen, waarmee de nieuwe „postmaster-general" zich zal hebben be zig te houden zal de overweging van de mogelijkheid zijn tot wederinvoering van het stuiversport. Majoor Ormsby-Gore is niet minister van koloniën geworden, gelijk in ons blad van gisteren werd gemeld, maar onder-minister Amery is naar men weet minister van kolo niën. De moeilijkheden van het Belgische kabinet. Het Belgische parlement is Dinsdag naar men heeft gelezen, heropend, voor korten duur echter, daar over een vijftal maanden reeds de nieuwe verkiezingen zullen worden gehouden. Sedert eenige weken doen tal van geruch ten de ronde volgens welke een groep katho lieken uit de meerderheid voornemens zou zijn de regeering een echec te bezorgen door te weigeren vóór de 120 millioen nieuwe be lastingen te stemmen, welke 't kabinet reeds sedert geruimen tijd heeft voorgesteld en die zouden worden gebruikt om de salarissen der ambtenaren te verhoogen zonder het budgetair evenwicht te verstoren. De regee ring heeft de conclusies aanvaard van de commissie, welke was belast met de opstel ling van het ontwerp inzake deze verhoo ging, en de conclusies onmiddellijk van kracht doen worden (met terugwerkende kracht tot 1 Juli). Zij vraagt daartoe geen aanvullende1 credieten, daar zij over een vol doende saldo beschikt om tot 31 December a.s. aan de nieuwe financieele eischen te vol doen. Van 1 Januari 1925 af echter dient zij van het parlement 120 millioen aan nieu we inkomsten los te krijgen. Terwijl de re EEN CONFLICT IN DE SAKSISCHE SOC.-DEM. PARTIJ De verwerping van het voorstel tot ont binding van den Saksischen Landdag heeft onder de radicale socialisten in Saksen groote opwinding veroorzaakt. Tot het laatste oogen- blik hadden zij gehoopt, dat de 22 regeerings- gezinde socialisten van meening zouden ver anderen. Nog den vorigen dag was een ver gadering der fractie, met inbegrip van de ra dicalen, gehouden, waarin zou worden ge tracht de regeeringsgezinden tot andere ge dachten te brengen. Dit is niet gelukt. Vol gens de radicalen, die de heele partijmachine en daarmede ook de soc. pers in Saksen be- heerschen, is daarmede de laatste kans om den strijd in den boezem der Saksische soc. dem. partij te doen staken verkeken. De ra dicalen gaan thans over de geheele linie tot den aanval op de regeeringsgezinden over en zij beginnen met de scherpste pressie te werken. Óp soc. vergaderingen te Dresden en Leipzig zijn reeds voorstellen ingediend om de 22 onwilligen uit de partij te stooten en men twijfelt niet of daartoe zal worden besloten. Daarmede zou een scheuring in het soc. kamp zijn gekomen en een strijd beginnen, welks gevolgen voor Saksen niet zijn te overzien. DE HERDENKING VAN DEN WAPEN STILSTAND IN FRANKRIJK. Te Parijs heeft de herdenking van den wa penstilstand zich Dinsdag als naar gewoonte rondom het graf van den Onbekenden Sol daat geconcentreerd. Tal van hoogeplaatste autoriteiten hebben het graf in den loop van den dag bezocht, nadat 's ochtens om elf uur president Doumergue, omringd door de le den van het kabinet, een krans had neerge legd. Daarna stelden de troepen zich op de Champs Elysées tot aan de Place de l'Etoile op om door den president te worden ge schouwd. Onder de talrijke burgers, verminkten en oud-strijders, die lanes het graf defileerden, bevonden zich ook 200 veteranen uit Elzas- Lotharingen 's Ochtends had maarschalk Foch een krans neergelegd aan den voet van den gedenk steen, die in de Notre-Dame ter nagedach tenis van de Britsche gesneuvelden is aange bracht. Maandagmiddag reeds was op de Parijsche beurs de wapenstilstandsdag met één minuut stilte herdacht. Een bankbediende, die wei gerde zich aan het ceremonieel te onderwer pen, werd door de verwoede beursbezoekers geering aldus tegemoet komt aan de eischen f ducht afgeranseld. In Chambery had de a burgemeester zich genoodzaakt gezien een meeting van communistische oud-strijders te verbieden, waar ook een Duitscher het der ambtenaren, officieren en spoorweglie- den, blijft de salaris kwestie der magistraten, onderwijzers en geestelijkheid wier honora ria bij de wet zijn vastgesteld, nog onopge lost. Theunis heeft echter een handigen zet ge daan door te verklaren dat hij de belasting voorstellen zal laten voorgaan en zal eischen dat het parlement zich daarover eerst zal uit spreken alvorens tot de beraadslaging over de salarissen der magistraten, onderwijzers en geestelijkheid over te gaan. Worden de belastingvoorstellen niet aangenomen, dan zal de regeering den koning om machtiging tot ontbinding der Kamers verzoeken, zoo dat dan juist de eischen van de magistraten, onderwijzers, en vooral van de geestelijkheid niet zouden kunnen worden ingewilligd ten gevolge van de houding eener kleine groep katholieken in het parlement. Deze omstandigheden zullen de katho lieke Kamerleden doen aarzelen om de re geering een echec te bezorgen bij de stem ming over de belasting-ontwerpen en een crisis uit te lokken. Er is dan ook reeds in een bijeenkomst van de bureaux der rech terzijde uit den Senaat en de Kamer be sloten geen besluit te nemen alvorens kennis te hebben genomen van het algemeen exposé der begrooting van 1925. DUITSCHLAND EN DE VOLKENBOND. „Bohemia" meldt dat op het verzoek van Duitschland om een permanenten zetel in den Volkenbond te verkrijgen, reeds toe stemmend geantwoord is door Engeland, Frankrijk, Italië, België en Uruguay. Tsje- cho-Slowakije zal zich in den loop van deze week bij eerstgenoemde landen aansluiten. Men gelooft dat Duitschland een formeel verzoek zal indienen tijdens de bijeenkomst van den Volkenbond, welke in December te Rome zal plaats vinden. GENERAAL V. SCHöNAICH IN HET SAARGEBIED EN DE PALTS. Het optreden van den bekenden pacifisti- schen gep. generaal v. Schönaich in het Saargebicd en de Palts, waar hij over „de mocratie, pacifisme en hun tegenstanders" sprak, heeft volgens de „Köln. Ztg." onder de meerderheid der bevolking groote veront waardiging veroorzaakt. Vooreerst hebben zijn provoceerende uitdrukkingen tegen an dersdenkenden in genoemde streken onte vredenheid gewekt en in de tweede plaats het feit, dat hij te zamen met een Fransche dame optrad. De bijeenkomsten, waar beiden het woord voerden, werden gehouden onder de auspiciën van de „Saarl andische Friedens- liga." Deze, aldus de „K. Z."staat in dienst van het Fransch; annexionisme en im perialisme in het Saargebied, hetgeen de generaal niet schijnt te hebben geweten. Maar wat men erger acht, is het feit, dat Schönaich voor een gehoor, hetwelk voor het meerendeel bestond uit Franschen, waar onder vele leden van het bezettingsleger, heeft verklaard, dat Duitschland en Oosten rijk de schuld aan den oorlog dragen, waar mede hij Duitschjands positie dus e-nstig be moeilijkt, vooral ,n het Saa: gebied. Verschil lende bladen in genoemde streken geven dan ook in heftig gestelde artikelen aan hun ver ontwaardiging lucht. woord voeren zou. De Chineesche leiders, die te Tientsin confereeren, zijn overeengekomen, dat de troepen van Feng te Peking zich zullen ge reed houden om in de richting van Hankow op te rukken (blijkbaar tegen Woe Pei Foe.) terwijl Tsjang Tso Lin voornemens is te Tiefttsin 30.000 man troepen te leggen en evenzooveel te Sjanhaikwan. DE RECONSTRUCTIE VAN TOKIO. De „Times" komt met een artikel over het nieuwe Tokio en vertelt van een uitge breid herbouwingsplan, dat reeds voor een klein deel is uitgevoerd. Tokio heeft in Sept. 1923 veel meer van het vuur dan van de aardbeving geleden. De huizen waren om dat men op het gevaar van een aardbeving bedacht was op een speciale wijze ge bouwd. Maar tegen het vuur was nagenoeg geen bescherming. Dit was grootendeels het gevolg ten eerste van het feit dat de meeste huizen van hout waren en ten tweede van den stadsaanleg. In het oude Tokio stonden de huizen vlak op elkaar, de wegen tusschen de huizen in waren meestal smalle straten of steegjes, waardoor de brandweerwagens niet konden rijden. De regeering heeft dus ook ingezien, dat hierin verandering moet wor den gebracht, maar eveneens begrepen, dat daarvoor de stadsaanleg geheel gewijzigd zou moeten worden. In het nieuwe plan van de hoofdstad zijn nu verschillende hoofdwegen ontworpen, waarop een groot aantal breede zijstraten uit zullen komen. Hiertoe moeten een groot aantal huizen in de dichtbewoonde districten van Tokio verwijderd worden. 300.000 huizen zullen totaal moeten wor den afgebroken, terwij! 119.000 zullen moe ten worden verplaatst. Een groot aantal daar van behoeft slechts een paar meters op zij te worden gezet, Practisch komt het hier op neer, dat niet alleen de straten in het ver woeste gedeelte van Tokio verbreed moe ten worden, maar bijna alle verkeerswegen in de geheele stad. D? kosten worden ge raamd op 35.00Q.000, waarvan reeds 26.000.000 door de regeering zijn toege staan. Een nog onopgelost probleem is hoe het vuur te bestrijden, als wervelwinden binnen enkele seconden dit over groote oppervlak ten verspreiden. Bij den laatsten brand zijn er voorbeelden geweest, dat zulke wervel winden een snelheid hadden van meer dan 300 mijl in een uur en alles opnamen wa* in hun weg kwamen en tegen den grond, wierpen. Een afdoend verweermiddel is tot nu toe niet gevonden. Beweerd wordt, dat boomen de kracht van deze winden breken en daarom zullen er in de stad overal boo men geplant worden. DE STRIJD IN SPAANSCH-MAROKKO De Spaansche troepen hebben in de nabij heid van de stellingen van Oued Lau een aanval gedaan op groote concentraties van rebellen en deze uiteengejaagd. De rebellen verlieten hun stellingen met achterlating van een vijftiental dooden. De Spanjaarden hadden een veertigtal dooden en gewonden. Naar het „Journal" verneemt bevindt de heer Echevarrieta, een industrieel uit Bil bao, die in 1922 namens de Spaansche re geering met de Riffkabylen over het los- koopen der Spaansche gevangenen heeft onderhandeld, zich aan boord van zijn jacht te Gibraltar. Tevens is daar uit Melilla - ange komen de rebellenleider Ciaera, wiens invloed op de stammen van Gomara zeer groot is. Hij is vergezeld van een Moorsch notabel, Benuna, die zich minister van inanciën der Riffrepubliek noemt. Zij zullen namens Abd el Krim vredes-1 onderhandelingen openen met Echevarrieta, die zijnerzijds wordt bij gestaan-door Lopez Ferrer, voormalig secretaris-generaal van het hooge commissariaat in Marokko. EEN GRAPPENMAKER. (Straatjongen tot heer op straat): „Hebt u soms een bon van 'n rijksdaalder verlo ren, mijnheer?" Heer (zijn verrassing verbergend): „Ja, De N.we Soer. C-t." van 10 Oct. schrijft I dat kan wel Heb je hem soms gevonden?" In de onmiddellijke omgeving van Solo is Straatjongen: „Neen, ik wou maar eens dezer dagen door een groep Ch'neezen een weten hoeveel menschen vandaag een familielid vermoord, nadat hiertoe eerst door rijksdaalder hebben verloren; u bent de ze- een soort van familieraad was besloten. vetl netfpntl<Sstp! ven en negentigste! Voor zoover de politie Over inlichtingen beschikt, is een grondbezitkwestie de oorzaak van dit misdrijf. Voor de richtige afwikkeling van deze zaak stond een Chinees zijn overige familieleden in den weg en daarom werd op een familiebijeen komst besloten om hem maar uit den weg te ruimen. Zelfs de naaste familieleden van hetlpen zijn tong uit den bek hangen, Jantje? slachtoffer namen aan deze bijeenkomst deel. »A'S tegenwicht voor zijn staart meneer-' Met de uitvoering van het besluit werd niettja ad mDDrrTir lang gedraald. De man werd op straat op- n w;7, i gelicht, netjes geboeid en zoo naar zijn eigen evrou™ 3X man,': f, i_ - j i t. j vent, e hebt e daar straks met onzen woning gebracht waar hl, m de gelegenheid vrien^ lelijk versproken. Rembrandt is werd gesteld om afscheid te nemen van vrouw geen wijn) het h een s00rt kaas en kinderen. De man, die wel eenigszins EEN „VIEZE" OORZAAK. „En wat heeft de dokter je tegen je sla peloosheid voorgeschreven?" „Insectenpoeder." OP SCHOOL. Waarom laat een hond bij het hard loo- 'N KLEINIGHEID. „Ober, geef mij 'n kalfs-oester." „Goed, meneer „Maar een groote, hoor. Ik ben uiterst nerveus, en iedere kleinigheid maakt me gek van woede!" voelde, dat het misschien ernst zou kunnen worden, drukte bij dit afscheid zijn vrouw op het hart in de toekomst goed voor de kin deren te zorgen, indien hij misschien eens niet mocht terugkomen. De vrouw vatte dit echter niet als ernst op I en dacht nog steeds, dat zij met een grap te maken had. Het waren immers de eigen zwagers, die haar man gebonden hadden, den raad een voordracht tot de uitgifte in Waarschijnlijk wilden zij hem plagen. En erfpacht van het terrein zal worden ingediend, bovendien was er ook een nichtje van een jaar Het oorsponke'.ijke ontwerp is, wijl men of twaalf bij Zij zag dus geen gevaar. ten stadhuize meende dat het Munttorentje Inmiddels werd de gebonden Chinees niet in de verdrukking komen en dus het aan- door zijn familieleden in de richting van de woon,,lagen verminderen moest, vrij be- sawahs gevoerd en daar in de eenzaamheid 'angrijk gewijzigd. Beneden komt arcaden- ,j - bouw, de eerste verdieping wordt voor verga- draalde men me lang met de ten uivoer der2al£n bestemd> daa\0^en vier étages *et legging van het plan. Op de afschuwelijkste kamers> honderd twintig in totaal, elk voor manier werd de man letterlijk geslacht. zien van een badkamer, de vijfde verdieping Na het volbrengen van de misdaad werd het is bestemd voor dienstdoeleinden. Ómdat de kleine meisje er op afgestuurd om de andere adviseur verlaging van de oorspronkelijke aan familieleden te waarschuwen ten einde te genomen hoogte verlangde, is het plan meer komen helpen om het lijk te begraven. Deze m de breedte uitgewerkt en heeft de architect werden nu voor de gevolgen van de daad ech- ee" gedeelte noodig van het terrein, tus- taiv** kwamen „ia,. Wai gSSSSSS gaven .zij een patjol mee. en yj en de commissie verkregen. De moordenaars begroeven daarna zelf hun Het gedeelte van de Reguliersdwarsstraat, vermoord familielid in de sawah en keerden tusschen de beide terreinen, zal zóó worden daarna huiswaarts alsof er niets was gebeurd, overbouwd dat aan de Vijzelstraat een poort- Toen de man echter inderdaad weg bleef en ing mg ontstaat, leidende naar een vierkant e twee dagen verliepen zonder dat de vrouw Pintje. Door die poort aan de Vijzelstraat zal ,eK over haar ,ch,B,„oo, hoorde, werd zij ,och dSSltaSkS £,SS ongerust en zij besloot het bestuur van de U> lfmeti„Sg geprojecteerd, die in he", be- vermissing in kennis te stellen. staande stadsbeeld, naar de deskundigen var- Het onmiddellijk aangevangen onderzoek klaren, „het zeer aardig zal doen." bracht de hierboven omschreven gruwel- Het ligt in de bedoeling der combinatie op daad aan het licht. den duur een hotel te exploiteeren van De moordenaars zijn reeds gearresteerd. 240 kamers. Vandaar dat nog met het gemeen te-bestuur onderhandeld wordt om het vrij Dinsdagmorgen is door hooibroei brand dellijk grenzende aan de strook van het ontstaan in een hooiberg aan de hooiperserij „grondoppervlak" dat bij het hotel wordt te Hasselt, toebehoorende aan Gebr. For- getrokken, in optie te krijgen. Op het plan tuin. Men slaagde erin de nabijstaande hooi- Jet bouwen van het hotel op het eerste bergen te behouden. Ongeveer 200.000 pond «hter geen^invloed hooi ging verloren. Zoodra de raad de desbetreffende voor dracht heeft aangenomen, wordt aan de uit- Een rijke arme. voering begonnen, en dan kan, onvoorziene omstandigheden voorbehouden, binnen twee Dezer dagen vervoegde zich, volgens jaren het aspect van dat gedeelte van de Vij- Het Volk" aan de Arnhemsche gemeente- zeistraat belangrijk zijn verbeterd, bank-van-leening de vrouw van een werk- (Hbld.) looze, die een broche ter beleening aanbood en vroeg of zij daar drie kwartjes voor kon Met lucifers gespeeld. krijgen. Doordat kinderen met lucifers speelden Op de vraag van den ambtenaar en een k de houten veeschuur van D. jalsma tt politieman, die daar juis aanwezig was, hoe Wirdum brand. Het aanwezige vee ze daaraan kwam, vertelde ze het een paar kwam om jaar geleden in den tuin van een villa aan den Velperweg te hebben gevonden. De dienst- bode, wie zij het toen liet zien, had gezegd: Door een paard getrapt. Hou dat prul maar. Ze had het een paar Terwijl de jacht-opziener G. v. d. Beek, te jaar gedragen en wilde nu, door werkloos- Kallenbroek, gemeente Barneveld, met en- heid van haar man gedwongen, er wat geld keje beeren 0p jacht was, werd hij door een voor maken. in eer> weide loopend paard zoodanig ge- Men heeft het „prul" bij een goudsmid trapt, dat hij, behalve een armbreuk, een laten taxeeren en deze schatte de waarde op.ernstige hoofdwonde bekwam, f 250, dus iets meer dan drie kwartjes. Het bleek een gouden broche te zijn, bezet met De vrouw heeft den tuin aangewezen, Naar aanleiding van een bericht in Het waarin zij het gevonden had. De toenmalige Volk, als zou in den nacht van Zondag op bewoonster, die intusschen verhuisd was naar Maandag het artillerie-instructieschip Bellona Velp. herkende haar eigendom terstond. te Helder zijn afgebrand, wordt van de mee.t bevoegde zijde medegedeeld, dat niet ge noemd schip, maar een gebouwtje, waarin vroeger onderricht werd gegeven aan de bemarfning van het instructieschip Bellona is afgebrand. De brand is vermoedelijk aan kwaadwillig heid te wijten. Het „Hbld" schrijft Onze Almelosche correspondent nam Vrij dagmiddag te Nijverdal plaats in een autobus, rijdende voor Almelo. Toen hij goed en wel zat, las hij daarin de waarschuwing: „Rooken aan de passagiers verboden, Art. 4 der Politie- verord." De chauffeur dampte er evenwel lus tig op los, waarna onze coorrespondent hem vroeg „Rookt u Een tweede passagier wees den vrager op de waarschuwing en zeide: dat geldt alleen voor de passagiers en niet voor den chauffeur." Laatstgenoemde voegde er nog aan toe: „Ja, mijnheer, als ik den heelen dag niet mocht rooken, kon ik het niet volhouden." Het plan tot het stichten van een hotel in de Vijzelstraat te Amsterdam, onder archi tectuur van de»1 bouwmeester G. J. Rutgers, is gekomen i - i -tac'ium, dat 1 i menkort bij Men meldt uit Terborg.aan de Msb. Door de politie alhier zijn vier individuën aangehouden en ter beschikking van den Offi cier van 'Justitie te Arnhem gesteld, die ge- ruimen tijd alhier de omstreken onveilig maakten door allerlei diefstallen aardappe len, kippen, waschgoed, enz., alles was van hun gading. Ook aan inbraken maakten ze zich schuldig en van een hunner is reeds be wezen, dat hij medeplichtig is aan een in braak bij den bakker H„ te Silvolde gepleegd. Verder is alhier en te Ulft een groote partij waschgoed, van diefstal afkomstig, opge spoord. Nog een aantal arrestaties worden verwacht. 25. „Dan Is er nog een andere zaak," sprak lalton behoedzaam. „De brief kan hem lei hand zijn gesteld tusschen het spoor wegstation Elisabethstreet en den club." „Dat kunnen wij spoedig gewaar worden," antwoordde Madge, „want Mr. Rollestone was omstreeks dien tijd bij hem." „Dat is zoo," antwoordde Calton, „en daar komt juist Rollestone de straat door. Wij zullen hem terstond vragen." Juist passeerde het rijtuig het monument van Burke en Will, toen Caltons scherpe blik Rollestone in het oog kreeg, deze liep aan den linkerkant der straat. Wat het eerst Calton's aandacht trok, was de schitterende verschijning van Felix. Zijft goed geborstelde hoed glom, zijn verlakte laarzen glommen en hetzelfde kon gezegd worden van zijn diamanten ring en de speld van den shawl das; kortom, zoo schitterend was zijn ver schijning, dat hij er uitzag als een levende diamant, die tusschen de flikkerende zon komt aangeloopen. De koets reed tot op den hoek, en Rollestone liet eensklaps stilhou den, toen Calton er uitsprong en vlak voor hem staan bleef. Madge leunde achterover in het rijtuig en trok haar sluier naar om laag, er niet op gesteld zijnde, door Felix te worden herkend, daar zij wist, dat, bij aldien hij dit deed, het weldra door geheel de stad bekend zou zijn. „Hola! oude jongen," zeide Rollestone met belangrijke verbazing. „Waar kom je zoo vandaan springen?" „Uit het rijtuig natuurlijk," antwoordde Calton lachende. „Een soort van deus ex machina," her nam Rolestone, een slechte woordspeling bezigend. „Juist," sprak Calton. Hoor eens, Rolle stone, herinnert gij u dien avond, toen Whyte vermoord werd je ontmoette Fitzgerald aan het spoorwegstation." „In de trein," verbeterde Felix. „Wel, wel, dat doet niets ter zake, je vergezelde hem tot aan den club." „Ja, en ging daar van hem af." „Heb je opgelet, of hij ook een boodschap I ontving, terwijl hij bij je was?" I „Een boodschap?" herhaalde Felix. „Neen, hij ontving er geen; wij waren al dien tijd j in druk gesprek, en hij sprak met niemand anders dan met mij." „Was hij nog al opgeruimd?" „Uitmuntend, hij maakte mij geducht aan het lachen doch waartoe al deze vragen?" „O niets," antwoordde Calton, zich naar het rijtuig terug begevend. „Ik had een kleine inlichting van u n»odig; den volgenden keer, als ik u wêerzie, zal ik het u wel uitleg gen! tot ziens!" „Maar wat ik zeggen wil," begon Felix; het rijtuig rolde echter reeds voort, zoodat Mr. Rolleston gramstorig zijn weg vervolgde. „Nooit zag ik iets zooals die advokaten," sprak hij tot zich zelve. „Calton is een echte dwarrelwind!" Intusschen zat deze reeds in druk gesprek met Madge. „U had gelijk," zeide hij, „er moet zeker voor hem een boodschap op Sen club zijn gekomen, want onderweg ontving hij er geen." „En wat zullen wij nu doen?" vroeg Madge, die het gesprek reeds gehoord had en zich geen moeite gaf, om den advokaat daaromtrent te ondervragen. „Uit te vorschen of er dien avond op de club een brief voor hem bezorgd was. zeide Calton, toen de koets voor de deur van den Melbourne Club stilhield. „Wij zijn er," en vlug als een ree liep hij den trap op. Hij ging naar het kantoor van den club om te zien of er eenige brieven waren voor Fitzgerald, en trof er een bediende aan, met welken hij vrij goed bekend was. „Hoor eens, Brown," sprak de advocaat, „herinner je je dien Donderdagavond, toen zak. „Maar ik ben het waarlijk vergeten. „Scherp uw geheugen en herinner u, zei Calton. Brown deed een geduchte poging om zich te herinneren en gaf ten laatste een bevredi gend antwoord. „Neen, mijnheer, er was er geen!" „Bent u daar zeker van," zei Calton hevig teleurgesteld. „Volkomen zeker, mijnheer, hernam de an dere vertrouwelijk, „ik ging dien avond ver scheidene malen naar het brievenrek, en ik ben er zeker van, dat er geen enkele voor Mr. Fitzgerald was." „O, ik dacht het wel," sprak Calton, een zwaren zucht slakend. „Wacht eens," zei Brown, daar hij zich eensklaps iets scheen te herinneren. „Of schoon er geen brief over den post kwam, mijnheer, werd er toch dien avond een voor hem bezorgd." „Ha!" riep Calton, zich vlug omkeerend, „hoe laat?" „Even vóór twaalven, mijnheer." „Wie bracht hem?" „Een jonge vrouw, mijnheer," zei Brown, de moord in het huurrijtuig plaats greep, of zij sloop de deur in en schreeuwde uit al h iar er ook een brief voor Mr Fitzgerald be zorgd werd?" „Wel zeker, mijnheer," stamelde Brown, „het is zoo lang geleden, dat ik het verge ten ben." Calton gaf hem een souvereign. „O, dat is niet noodig, Mr. Calton," sprak de bediende, maar stak toch het geld in zijn macht: „Is hij binnen." „Ga heen," zeide ik, „of ik zal de politie halen;" „och neen, dat zult u niet," zeide zij, „u zult hem dit ge ven." Dit zeggende schoof zij mij een brief in de handen. „Wie is hij?" vroeg ik. „Dat weet ik niet," luidde het antwoord, „het staat hierop te lezen, en die kunst versta ik niet: geef het, hem dadelijk." Ejp in een om mezien was zij verdwenen, alvorens ik haar kon tegenhouden „En die brief was voor Mr. Fitzgerald?" „Ja mijnheer, en een fameus smerigen bdef was het ook." *Je gaf hem denzelve natuurlijk?" „Dat deed ik, mijnheer. Hij zat kaart te spelen, en hij stak hem in den zak; na de enveloppe bekeken te hebben, zette hij zijn kaartspel voort." „Maakte hij hem niet open?" „Toen niet, mijnheer, maar hij deed het la ter, zoowat omstreeks kwart vóór eenen. Ik was in de kamer, hij opende en las hem. Toen sprak hij half luid: „Wat een drom- melsche oneschaamdheid," waarna hij hem weer in den zak stak. „Was hij verstoord?" „Niet zoo weinig, mijnheer, hij zag wel een weinig boos, deed zijn jas en hoed aan, en ging opistreeks vijf minuten vóór eenen heen." „Zoo, en om een uur ontmoette hij Why te," mompelde Calton. „Er bestaat geen twijfel meer De brief was een afspraak en hij was heengega-n, om er te komen Hoe zag de brief er uit?" „Zee- smerig, mijnheer, in een vierkante enveloppe, maar het papier was goed en zoo was ook het schrift." „Dat is voldoende," sprak Calton, „ik ben u zeer verplicht," dit zeggende spoedde hij zich naar het rijtuig terug, in hetwelk Mad ge hem reeds met ongeduld verbeidde. „U had gelijk," zeide hij tot haar, toen het rijtuig zich weer in beweging stelde. „Dien avond ontving hij een brief, en ging heen om op de daarin vermelde afspraak present te zijn en Whyte te ontmoeten." „Ik wist het wel," juichte Madge met vol* doening „U zult zien, dat wij het bewuste schrijven in zijn woning zullen vinden." „Dat hoop ik," zei Calton, „maar wij moe ten ons niet ai te zeer verheugen; hij kan hem vernietigd hebben." „Neen, dat heeft hij niet," hernam zij, „Ik ben overtuigd, dat hij nog aanwezig is." „Welnu," hernam Calton, haar aanschou wende, „ik wil u niet tegenspreken, want uw vrouwelijk vernuft heeft meer gedaan om de waarheid te ontdekken, dan mijn rede neeringen, doch dit is met vrouwen vaak het geval zij tasten in het donker, waar een man zou aarzelen, en in negen van de tien gevallen, landen zij in een behouden haven 'ammer genoeg voor het tiende," zei Miss Frettlby, „maar uitzonderingen moeten er altijd wezen." Haar goede geluimdheid was teruggekeerd zij scheen er overtuigd van, dat haar bemid deling haar minnaar zou redden. Mr. Cal ton echter ontwaarde, dat haar zenuwen in de hoogste mate gespannen waren, en dat het slechts haar# ijzersterke natuur was, die haar weerhield, ineen te zakken. „Zij is een moedig meisje," mompelde hij. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5