ACHHOEtt j Uit de Pers. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Dinsdag 18 November 1924 De groote fout der Katholieken. €£fg. BUITENL. BER1SHTEH. DE GENERAALS DE METZ EN DEU- VTGNES VERVANGEN DOOR BUR GERS. LllilOSIW EM ÏISSCNERIJ. Critiek van Millerand op Herriot's politiek: de betrekkingen met de Sovjets en met hej Vaticaan. Poincaré's verantwoordelijkheid voor het ontstaan van den oorlog. Zaghloel's aanblijven is slechts voorwaar delijk. Onder de Radio-berichten: Poincaré's dementi: inzake zijn beweerde schuld aan den oorlog. Mgr. Dr. Seipel treedt definitief als Oostenrijksch premier af. Een energieke houding van het nieuwe Britsche kabinet tegenover de Russen. HANDEL EN NIJVERHEID. UITLOTINGEN. No. 1903042, 5Q.000fr. Nos. 1185501 1363849 1364037 2280190, 10.000 fr. Nos. 478952 720886 881459 1839227 2478022 2728455, 5000 fr. Betaalbaar 1 Dec. 1924. 7e Trekking 3 November 1924. Nos. 382953 1382953 2382953 3382953 4382953 5382953 100.000 frs. Nos. 682953 1682953 268953 3682953 4682953 5682953 50.000 francs. Nos. 512953 622953 1512953 1622593 2512953 2622953 3512953 3622953 4512953 4622953 5512953 5622953 10.000 francs. Nos. 102953 132953 172953 342953 3520953 372953 792953 972953 1102953 1132953 1172953 1342953 1352953 1372953 1792953 1972953 2102953 2132953 2172953 2342953 2352953 2372953 2792953 2972953 3102953 3132953 3172953 3342953 3352953 3372953 3792953 3972953 4102953 4132953 4172953 4342953 4352953 4372953 4792953 4972953 5102953 5132953 5172953 5342953 5372953 5792953 5972953 500 francs. Met uitzondering van bovenstaande hoofd prijzen zijn alle oblg., waarvan de nummers op de volgende vier cijfers eindigen 2953 Vruchtboomen als weg- beplanting. Nieuwe Grieksche consulaten. Een drie-motorig vliegtuig voor de K. L. M. FEUILLETON. HET GEHEIM ~VAN EÏN HUURRIJTUIG Onder het opschrift „Geloofsafval" schrijft W. v. Koevorden in de „Mededeelingen" der Petrus Canisius-vereeniging „Naar aanleiding van de discussies, ge voerd op de algemeene ledenvergadering is het misschien nuttig een schrijven te publi- ceeren, dat ik ontving, met weglating na tuurlijk van namen. „Eenige jaren gelden vroeg ik me voort durend af, hoe het toch mogelijk was, dat de middenstanders onder de Katho lieken hier ter plaatse zoo weinig van de Katholieke actie afwisten en er bijgevolg zoo weinig aan deden. Het had allang mijn aandacht getrokken, dat zelfs vooraanstaande Katholieken, waarmede ik in het vereenigingsleven zat, vaak blijk gaven een en ander niet te weten, waar de Katholieke pers vol van had ge staan. Dit bracht mij er toe een enquête in te stellen, te meer, daar ik er een bij- Zonder prachtige gelegenheid toe had. Ik kwam toen tot een allerzonderlingste Ontdekking, die ik werkelijk de moeite waard oordeel om u eens mede te deelen. Ik kan u absoluut verzekeren, dat mijn gegevens juist zijn ik ben bereid om met namen, enz., alles te illustreeren, wat ik u vertellen zal. Alleen merk ik op, dat het relaas betrekking heeft op een jaar geleden welke verandering er intusschen ingetreden is, zal ik u nog wel eens melden. Welnu, door de vooraanstaande Katho lieken hier ter stede wordt bijna geen Katholiek blad gelezen. De Maasbode telt hier 200 lezers. De N. R. C. telt er onder de Katholieken (juristen en dokters lezen uitsluitend dit blad) drie honderd. En in het geheel heeft laatstgenoemd blad hier ter stede slechts 500 abonnementen. Volgens de laatste volkstelling zijn hier maar een kleine 40 pet. Katholieken. Toen ik dit merkte ben ik maar niet verder gegaan met mijn onderzoek :De Telegraaf heeft een massa abonné's onder de Katholieken. Vooral werd me den moed wel een beetje ontnomen, toen ik met zekerheid consta teerde, dat de leider van de R.-K. Raads fractie, als eenig Katholiek 'blad in zijn huis krijgt.het kerke krantje, dat en dit is even zeker in de keuken blijft 1" Ik wil het hierbij laten. En bewaar dit schrijven, als document voon de Commissie die het systematisch onderzoek naar den ge loofsafval in ons land zal instellen. Ik geloof niet, dat de redacteur van de Mededeelingen bezwaar zal maken, om wat plaats in te ruimen voor anderen, die derge lijke mededeelingen aan mij opzenden." gestemd zijn ambt te blijven bekleeden èn vrijheid van handelen had verkregen inzake de ministersbenoemingen en het ontslag van Hassau Nasjet pasja, die onlangs tot leider van het kabinet des konings was benoemd. De „Vorwarts" verneemt uit Parijs, dat de Rijnlandcommissie de beide Fransche generaals De Metz en Deuvignes, als gede legeerden van de commissie te Spiers en Mainz heeft teruggeroepen en vervangen door civiele ambtenaren. Zooals men weet was generaal De Metz de groote steun van het separatisme. Hij gold voor een der krachtigste ijveraars voor de plannen van de Fransche militaristen. Zijn terugroeping, welke erop wijst, dat men breken wil met het militaire karakter van de bezetting, heeft derhalve groote beteekenis. EEN MONUMENT MET EEN KRUIS VERBODEN. Te Benaméuil zou een oorlogsmonument expeditie is een rechtstreeksche luchtlijn te organiseeren van Algiers tot de golf van Gui nea. Van Colomb-Bechar zal via Beni-Abbes, Adrar, Taoerit naar Boerem aan de Niger worden gereden. Het laatste stuk gaat dwars door het meest verlaten gedeelte van de woes tijn. Langs de rivier zullen zij verder via Gao, Ansango, Niamey en Gayo naar de kust van Kotonoe rijden. DE MOORD OP MRS. EVANS. Twee mannen, die schuldig zijn bevonden aan den moord op mrs. Evans, de Engelsche dame, die in Augustus op haar boerderij werd vermoord, wijn ter dood veroordeeld. DE REVOLUTIE IN BRAZILIË. President Bernardes heeft een manifest ge richt tot het Braziliaansche volk, waarin hij zijn besluit te kennen geeft het constitutio neel bewind te handhaven. Voorts deelde hij mede, dat aan de revolu- tionnairen geen amnesteie zal worden ver leend. MOESTAFA KEMAL NAAR PARIJS. De bladen melden dat Moestafa Kemal binnenkort een bezoek zal brengen aan worden opgericht, hetwelk volgens den Frankrijk, vergezeld door een maritieme en wensch van den gemeenteraad voorzien zou militaire missie, Ismed pasja en generaal worden van een kruis. De onderprefect te Lunéville heeft echter den burgemeester meegedeeld, dat hij voor de oprichting van zulk een monument vol gens de wet van Dec. 1905, waarbij de aan Mougin, den Franschen vertegenwoordiger te Angora. DE UITWISSELING DER GRIEKEN. De gemengde commissie voor de uitwis- Millerand over de politiek van Herriot. Oud-president Millerand treedt in de voïtsporen van zijn voorganger Poincaré: elke week houdt hij politieke redevoeringen, waarin hij op hetzelfde aambeeld hamert. Mït groote felheid bestrijdt hij 'de politiek van Herriot. Zaterdagavond heeft hij voor de Union Chrétiïnne een lezing gehouden. Hij betoog de, dat hij het tijdstip voor Frankrijk nog niet gekomen achtte om den militairen diensttijd te verminderen, noch om afstand te doen van de vier jaar geleden aangenomen belastingen. Het Fransche leger moet sterk blijven zoolang de Volkenbond nog niet alle waarborgen verschaft voor Frankrijk's vei ligheid. Het is te hopen, zoo zeide hij, dat wanneer, zooals in 1914, een gevaar Frankrijk bedreigt, de naties het recht en de rechtvaar digheid te hulp zullen komen. Maar het moet niet voorkomen, dat zij, zooals in 1914 bijna was geschied, na de nederlaag ver schijnen. Natuurlijk is Millerand sterk tegen een hervatting der betrekkingen met de soVjets gekeerd. Ernstige ondernemingen worden in Rusland rechtens niet beschermd. De Sov jets erkennen, wil zeggen: mannen aanmoe digen, die in Frankrijk evenals elders hebben getracht in het leger, de marine en onder de arbeiders naar oproer aan te sturen. Voorts verzette hij zich tegen de plannen tot opheffing van het Fransche gezantschap bij het Vatikaan. „Daar het geen redenen van buitenlandsche politie ken aard betreft; daar het om binnenlandsche politieke rede nen gaat daar het er dus om gaat voldoe ning te geven aan de eischen van eenige dogmatici geldt het hier een uitdaging "aan de Katholieken van Frankrijk," verzekerde hij. Publicaties over het ont staan van den oorlog. Veel opzien wordt te Parijs gewekt door z publicatie, welke in de „Oeuvre" is be gonnen van de uittreksels uit het dagboek van wijlen Georges Louis, die gedurende «enigen tijd Fransch gezant te Petersburg is geweest, en waarvan uitvoeriger gedeelten verschijnen in de revue „l'Europe". De be doeling van die publicatie is aan te toonen, dat Poincaré zijn deel gehad heeft in de vijan delijke stemming in de wereld, welke op den grooten oorlog is uitgeloopen. Louis schreef in zijn dagboek de gesprekken op, die hij met Pichon, Jules Cambon enz. had en waarin deze erkenden, dat de oorlog misschien niet uitgebroken zou zijn, indien hij (Louis) te Petersburg niet door Delcassé en later door Paleologue zou zijn vervangen. Terwijl Poincaré, die Zondag te Straats burg het woord voerde, aldaar verklaarde, dat hij deze uittreksels reeds lang kende en dat hij er op zal antwoorden met een démenti van de brieven van Cambon en Pichon zelf, spreekt een deel der rechtsche pers haar ver ontwaardiging uit over deze poging om Poin caré de verantwoordelijkheid voer den oor log aan te wrijven. De „Éclair" betoogt, dat men slechts de gebeurtenissen in Juli 1914 behoeft na te gaan om wederom te zien, dat brenging van elk religieus emblema is ver-seIing der bevolking heeft besloten de inter boden, geen toestemming kan geven. I pretatie van het woord „gevestigd" (met be- De burgemeester heeft geantwoord, dan te 1 trekking tot de vóór 1918 in Konstantinopel zullen wijken, daar men niet wil gedwongen j gevestigde Grieken) aan het Permanente worden af te zien van een monument voor jjof van Internationale Justitie te 's-Gra- de gevallen gemeentenaren, die intusschen yenhage voor te leggen, op voorwaarde dat de oorlog door Dvi'schland opzettelijk is uit gelokt. Dat Poincaré zich verontrustte over den toenemenden oorlogszin in Duitschland en daartegen maatregelen nam, is volkomen verklaarbaar en geeft niet het recht hem mede verantwoordelijk te noemen, maar de uittrek sels van wijlen Louis' dagboek (fjie den moed miste er tijdens zijn leven mee aan te komen) toonen bij dezen ex-gezant zulk een absolute afwezigheid van kritiek en zulk een mateloo- ze zelfoverschatting, dat men er zich over verwondert, dat hij ooit op zoo'n moeilijke post benoemd werd. De „Oeuvre", die nog enkele minder be langrijke uittreksels publiceert, steekt den draak met de aanstaande tegenspraken van Poincaré, welke te wachten waren, en be toogt verder, dat deze documenten van be lang zijn voor de kennis van de geheele ge schiedenis. Aan de oorlogszucht van Duitsch land in 1914 zal geen verstandig mensch twijfelen, maar daarom is het toch zeer wel mogelijk, dat Poincaré heeft meegewerkt aan de vorming van de atmosfeer van wantrou wen en noodelooze spanning, die eindelijk tot de botsing heeft geleid. De onrust in Spanje. Vrijdag hebben voor den krijgsraad te Pamplona de eerste vier personen terecht gestaan, beschuldigd van deelneming aan de jongste revolutionnaire beweging. Tegen drie hunner werd de doodstraf, tegen den vierde zes maanden gevangenisstraf geëischt. Een der drie ter dood veroordeelden ver klaarde bij het verhoor, dat hij met zijn vrienden naar Spanje was gekomen om aan de revolutie deel te nemen. Te Bayonne, waar de deelnemers uit Parijs en het overige Frankrijk bijeenkwamen om hun laatste in structies te ontvangen, werden gedrukte biljetten uitgedeeld, volgens bekl. op last van een Fransch republikeinsch afgevaar digde en prof. Unamuno. Van Vera zou men oprukken naar Irun en San Sebastian, waar het garnizoen zich naar men ver-* wachtte bij hen zou aansluiten. Daartoe was vooraf propagandalectuur in de kazernes verspreid. In strijd met de verwachting heeft, naar het B.T.A. nader meldt, de krijgsraad te Pamplona de vier personen, die terechtston den wegens deelneming aan de jongste revo lutionaire beweging (tegen drie van hen was de doodstraf, tegen den vierde zes maanden gevangenisstraf geëischt) vrijgesproken. Men ziet in deze onverwachte beslissing een uiting van den verzoenenden geest, die thans in het leger heerscht. Daar de kapi tein-generaal zich echter bij dit vonnis niet neerlegt, heeft hij de zaak naar den in Ma drid zetelenden krijgsraad verwezen. Zaghloel blijft voorwaar delijk aan. Volgens berichten uit Kaïro heeft Zagh loel pasja na een lang onderhoud met koning Foead zijn verzoek tot ontslag ingetrokken, zooals wij gisteren reeds onder onze Radio berichten hebben medegedeeld. In een zit ting van de Kamer deelde Zaghloel pasja mede, dat hij er voorwaardelijk in had toe- allen tot den katholieken godsdienst be hoorden. NAPOLEON'S GEBOORTEHUIS. Gisteren*hebben wij verteld, dat aan prins Victor Napoleon, het hoofd van het Huis Bo naparte, tal van historische voorwerpen der Bonaparte's zijn toegewezen, welke wijlen ex-keizer Eugenie toebehoorden. Prins Victor Napoleon heeft thans het geboortehuis van Napoleon I te Ajaccio aan den Franschen staat geschonken. EEN ANTI-BOLSJEWISTISCH STUDENT. Uit Rome wordt aan de „Petit Par sien" gemeld dat een jeugdig student uit Bologna Zaterdag het vlaggetje van den auto van den Sovjet-gezant in Rome heeft afgerukt. De hoofdcommissaris van politite van het Chigi-paleis heeft den gezant verontschuldi gingen aangeboden en den dader doen arres teeren. DE ONBEKENDE SOLDAAT. Zondag is het monument ter nagedachtenis van den Luxemburgschen Onbekenden Sol daat en de in het groothertogdom gesneu velde Fransche soldaten ingewijd in tegen woordigheid van prins Felix, den Franschen minister-president Herriot en de Belgische ministers Theunis en Hymans. EDWIN MONTAGU t Edwin Montagu, die van 1917 tot 1920 minister voor Indië was, is Zaterdagmiddag te Londen overleden. Hij was eenige dagen buiten bewustzijn en zijn dood was het ge volg van bloedvergiftiging. Montagu was de geestelijke vader van het Indische hervor mingsplan van 1920. DE REGELING INZAKE HET BEZIT VAN MOSOEL. De bladen vernemen uit Konstantinopel, dat de Turksche regeering ter kennis van den Britschen vertegenwoordiger heeft ge bracht dat de troepen, die onlangs eenige districten in het vilayet Mosoel* bezetten, order hebben gekregen zich terug te trekken op de demarcatielijn, welke bij het Britsch- Turksche verdrag is vastgesteld. Een bericht uit Angora meldt, dat de ontruiming heeft plaats gehad. BEDRIEGERIJEN MET HUIZENVER KOOP. De Weensche politie is een aantal bedrie gerijen op het spoor gekomen, waardoor vreemdelingen, die hu. zen te Weenen heb ben gekocht, vermoedelijk benadeeld zijn. Het is gebleken, dat bemiddelaars bij ver koop van onroerende goederen met valsche documenten hebben gewerkt. Een zekere Krüger, die zich ook Kaiser noemde, is reeds in hechtenis genomen. DE OOSTENRIJKSCHE REGEERINGS CRISIS. De onderhandelingen van den Oosten- rij kschen Bondskanselier, mgr. dr. Seipel, met de vertegenwoordigers van de Bondsta ten, zijn in een ernstig stadium gekomen. Dr. Seipel verklaarde, dat wanneer hij geen verdere tegemoetkomingen zou ondervin den, hij zal aftreden. De op heden vastgestel de verkiezing van een nieuwe regeering is opnieuw uitgesteld. EEN NIEUWE AUTOTOCHT DOOR DE SAHARA. De geslaagde autotocht met de Citroën- .rupsen" het vorig jaar door de Sahara ge daan, wordt thans gevolgd door een tweede expeditie, ditmaal met Renault-wagens. Za terdag is de heer Gaston Gradis, vergezeld door den bekenden generaal Franchet d'Es- er geen enkele maatregel tegen deze Grieken zal worden genomen vóór de definitieve be slissing van het Haagsche Hof. 3% Loten Parijs 1871. 212de Premietrekking 20 Oct. 1924. No. 695014, 100.000 fr.. Nos. 101188 1266482, 50.000 fr. No.s 80660 295963 408281 621028 756682. 924410 939909 969419 1033035 1249660, 10.000 francs. 2 Y2% Loten Parijs 1892. 128ste Trekking 22 Oct. 1924. No. 185603, 100.000 fr. No. 445831, 50.000 fr. Nos. 282129 322890 10.000 fr. Betaalbaar 15 Nov. 1924. 5% Loten Parijs 1919. 31ste Trekking 22 Oct. 1924. No. 1742823, 1.000.000 fr. No. 2817270, 100.000 fr. UITLOTINGEN. 5 pCt. BELGISCHE PREMIELEE- LEENING 1922. Trekking 10 October. Serie 22478 no. 13 frs. 250.000. Serie 22478 no. 17 en Serie 64599 no. 4 frs. 100.000. Alle overige nummers der series 4409, 22478 en 64599 met frs. 500. CREDIT NATIONATPOUR FACILITER LA REPARATION DESD OMMAGES CAUSES PAR LA GUERRE. 5 pCt. leening 1920. 34e Trekking 3 November 1924. No. 6289434 1.000.000 francs. No. 358059 500.000 francs. Nos. 2280569, 6035274, 200.000 francs. Nos. 6627148 6981020 742864 100.000 fr. Nos. 2374894 2831414 3912534 5444904 5969730 7606597 50.000 francs. Betaalbaar 1 December 1924. Nos. 358001—100 1000401—500 2280501 —600 2375801—900 2831401—500 3912501 —600 5444901—5445000 5969701—800 6035201—300 6289401—500 6627101—200 6981001—100 7606501—600 7425801—900 7986901—7986901—7987000 met frs. 500. Betaalbaar 15 December 1924. 6 CT. LEENING 1923. EM. JANUARI.. Het is algemeen bekend hoe de iepenziekte de laatste jaren haar intrede heeft gedaan in ons land en tal van zware boomen tot haar slachtoffer heeft gemaakt. Ook de Italiaan- sche populieren lijden thans weet' aan een zwamziekte. Die feiten maken het nood zakelijk naar andere boomsoortenvoor de weg- beplanri ïgen om te zien en van zelf rijst daar bij de vraag of hier, in navolging van het buitenland men denke bijv. maar eens aan Duitschland een beplanten met vrucht boomen mogelijk zou zijn. In een artikel in het „Tijdschrift der Neder- landschè Heidemaatschappij" wordt die mogelijkheid door den heer Lijsten onder de oogen gezien. Voor het feit dat een derge lijke beplanting tot dusver zoo weiniz is voorgekomen, kan de schrijver geen verkla ring vinden, of het moest zijn de grootere baldadigheid van de jeugd, waardoor de kans op oogsten gering wordt. Maar de vrees voor diefstal mag niet de oorzaak zijn dat be plantingen met vruchtboomen achterwege blijven, wanneer deze overigens gewenscht geoordeeld worden. Er zullen wel maatrege ien tegen vandalisme genomen moeten wor den en zeker zullen niet in de eerste plaats die variëteiten geplant moeten worden, die door uiterlijk of smaak bijzonder uitblinken. In aanmerking komen noteboomen en som. mige appels en peren. De eerste kunnen de vergelijking met ei ken en beuken doorstaan en zijn in staat zware, indrukwekkende lanen te vormen. Voorts komt de noteboom laat in blad, zoodat de wegen in het voorjaar goed kun nen opdrogen, terwijl hij regelmatig weinig in het oog loopende vruchten draagt, welke reeds lang voor rijpheid een goede handels waarde bezitten. Het blad blijft gedurende den geheelen zomer frisch groen en wordt heel weinig door insecten beschadigd. Nadeelen zijn het gemakkelijk bevrie zen en de hooge eischen welke aan den bo dem worden gesteld. Deze laatste moet goed doorlatend en vruchtbaar zijn, zoodat vele wegbermen niet geschikt zijn voor den aan plant van noten. De appel en peresoorten welke voor wegbe- planting in aanmerking komen, kunnen wat den kroonvorm betreft, met eiken, iepen, enz. niet wedijveren, maar komen om die reden juist in aanmerking voor plaatsen, waar de gewone loofboomen het landelijk schoon zouden storen, doordat ze zich te sterk bo ven de omgeving verheffen. In het algemeen mag gezegd worden dat appels een breedere kroon vormen, peren een smallere, steil opgroeiende. Beide zullen evenwel den weg tenzij deze smal is nooit geheel over welven, zoodat het opdrogen der wegen in voor en najaar bevorderd zal worden. Boven dien zijn de appels en peren een sieraad voor den weg in den bloeitijd. De planter zal echter goed op de hoogte moeten zijn van de eigenschappen der ver schillende soorten vruchtboomen, zooals de eischen welke zij stellen aan den bodem en het klimaat, en het min of mindA bestand zijn tegen ziekten, insectenbeschadigingen e.d.. Wegbeplanting met vruchtboomen zal dan ook alleen kunnenworden aangeraden wanneer deze geschiedt op advies van deskundigen. Het is van groot belang, indien rijk, provincie en gemeente aan dat punt meer aandacht beste den. Niet alleen dat door dergelijke beplantin gen het nationale bezit wordt verhoogd, tevens zullen vele streken erdoor aan natuurschoon winnen. Tallooze wegen welke thans onbe- plant zich door het vlakke land slingeren, zullen een sieraad van de omgeving worden, wanneer zij met appels en peren worden be plant. Vruchtboomen zullen geen grootere uit gaven vorderen dan laanboomen de kosten van het plantsoen blijven gelijk evenals de bewerkingskosten van den grond, het vast zetten der boomen en het geregeld onderhoud. Daartegenoyer staat dat bij vruchtboomen reeds betrekkelijk spoedig inkomsten ver wacht mogen worden dat in de jaren, wan neer het aanlegkapitaal voor gewone loof boomen regelmatig verhoogd wordt door .ren te, enz. de vruchtboomen in volle productie zijn en niet alleen de telkens weerkeerende onkosten uit de inkomsten kunnen worden bestreden doch tevens het aanlegkapitaal zal terugvloeien. perey, twee zoons van generaal Estienne, drie soldaten van het vreemdelingenlegioen en drie chauffeurs, in drie auto's uit Colomt - 4540*7551 aflosbaar met 1000 francs* Bechar (Algerië) vertrokken* Het doel der I Betaalbaar 1 December 1924 De Grieksche Legatie deelt mede, dat d Grieksche regeering in verband met de ge stadig toenemende handelsbeweging tus- schen Nederland en Griekenland en op aan beveling harer legatie te 's Gravenhage, be roepsconsulaten heeft gevestigd te Amster dam en te Rotterdam. Te Amsterdam is benoemd de heer Bistis, voorheen consul te Braila; de titularis te Rotterdam is de heer Sourias, tot dusverre secretaris bij de Grieksche legatie te Ber lijn. De Kon. Luchtvaart Maatschappij, welke zich ongetwijfeld een eerste plaats heeft weten te veroveren in het internationale vliegwezen, gaat haar luchtvloot uitbreiden Daarvoor heeft zij het oog geslagen op een geheel nieuw verkeersvliegtuig, dat op natio- nalen bodem wordt vervaardigd naar het ontwerp van een in luchtvaartkringen be kend landgenoot. Is op zichzelf reeds het steunen van een nog jonge en daarbij vader- landsche industrie een zeer lofwaardig stre ven, nog lofwaardiger wordt de arbeid van de K.L.M. omdat zij thans een proef gaat RAAK ANTWOORD. Student (tot een ouden heer in een café): „Hoe komt het toch, mijnheer, dat geest rijke dranken ouderen heeren steeds in de been en en jongeren heeren steeds naar het hoofd schieten?" Oude heer: „Heel eenvoudigZij zoe ken juist bij ieder mensch de zwakste olaats op." EEN GLAASJE CONTRADICTIE. „Wat wenscht u te gebruiken?" vroeg de gastheer. „Geef mij maar een contradictie?" vrtieg de gast. „Wat is dat, een contradictie?" vroeg de ander. „Hoe komt u daaraan?" „Wel," was het antwoord, „eerst doet o whisky in het glas om het sterk te maken, dan water om het slap te maken, dan citroen voor het zuur en weer suiker voor het zoet; dan zeg je: daar ga je, en de ander blijft zitten. Is dat geen contradictie?" DE DURE HOED. „Hoe krijg je toch zoo gemakkelijk die dure hoeden van je man los?" „O, heel eenvoudig. Ik ga eerst met hem wandelen en winkels kijken tot hij doodmoe is; ten slotte ga ik een hoedenwinkel binnen en begin hoeden te passen, terwijl hij er bij moet staan. Dan duurt het niet lang of hij zegt: „Kies er nu maar gauw den uit, dat we naar huis komen!" GEEN RUZIE. Ruzie komt bij ons niet voor, zei Dora. In ons huwelijk hebben mijn man en ik af gesproken, dat we om beurten gelijk zou den hebben. Denken we nu net eender over iets, dan heeft mijn man gelijk, en denken we er niet eender over, dan heb ik gelijk natuurlijk. ONBEKEND. Heer: „Zoo is uw patroon weg. Weet o niet waar hij is?" Bediende: „Neen mijnheer. De justitie 1» er nog niet achter." nemen met een geheel nieuw type van verkeersvliegtuig, nJ. een dat door drie motoren wordt voortbewogen. Dit toestel dat thans naar het ontwerp van den be kenden vliegtuigconstructeur Frits Kool hoven wordt vervaardigd, is een monoplane welke een spanwijdte van 25 meter heeft en niet minder dan 10 passagiers, twee piloten en een waarnemer kan vervoeren, en daarbij een snelheid van 180 K.M. per uur kan ontwikkelen. De cabine voor de passagiers heeft veel van een wagon van een Pullman car, zoo ruim en zoo hoog is zij. De heer Koolhoven, die toch een respectabele lengte heeft, kaft er gemakkelijk rechtop in staan. Vóór de cabine, en daarvan afgescheiden door een schuifdeur, bevindt zich de cok- pitch, welke eveneens uiterst ruim is en waar twee bestuurders-zitplaatsen zijn aan gebracht. Nog meer naar voren, maar iets lager vindt ten slotte de waarnemer een plaats. Het geheel heeft veel van een Sedan carosserie van een automobiel, want aan alle zijden is het volkomen afgesloten door groote ramen, zoodat bestuurders en waar nemer een uitstekend uitzicht hebben. De drie motoren zijn zoodanig aange bracht, dat te allen tijde het evenwicht bewaard blijft. Twee zijn ter zijde van den vleugel aangebracht en het derde boven de fuselage direct achter den vleugel. Voor een verkeersvliegtuig zullen de drie motoren een groote mate van veiligheid waarborgen, daar wanneer één motor zou weigeren, toch nog de twee andere in staat zijn om het toe stel gewoon zijn tocht te laten voortzetten. Voor het vrijwel ondenkbare geval dat twee motoren tegelijk den dienst zouden weigeren, zal de derde motor den bestuurder in de gelegenheid stellen om in een veel langere glijvlucht een geschikt landings terrein te zoeken, of als hij niet te ver van het doel verwijderd is, dit nog te bereiken. De motoren zijn de bekende Siddeley Puma 6-cylinder in een lijn motoren van 240 P.K. De geheele inrichting van het toestel ts er op berekend om den passagiers zooveel mogelijk comfort te verschaffen. Achter de cabine is zelfs een toilet aangebracht en terzijde van de bestuurderszitplaatsen be vinden zich ruime bagagehokken. Zelfs een nooduitgang ontbreekt niet ofschoon men deze in de lucht, naar de meening van den heer Koolhoven, wel nooit noodig zal blijken te hebben, omdat het vliegtuig volkomen berekend is voor de taak, welke aan een verkeersvliegtuig moet worden gesteld n.l. dat het de passagiers veilig te bestemder plaatse brengt. Als bijzonderheden van het toestel dienen nog genoemd een olieremmend onderstel, het gemakkelijke demonteeren der motoren, en het feit dat vier alluminiumreservoirs van 1200 liter benzine in den vleugel zijn aangebracht. Wij hebben een kijkje mogen nemen bij de vervaardiging van het mooie toestel, in de fabrieken der Nationale Vliegtuigindu strie en moeten erkennen dat wij verbaasd stonden over de activiteit welke er heerscht om het zoo spoedig mogelijk te kunnen af leveren aan de K.L.M. Een miniatuur-model van dit nieuwe verkeersvliegtuig zal de Nederlandsche Vlieg tuigindustrie exposeeren op de Parijsche Luchtvaarttentoonstelling, welke in De cember wordt gehouden. 29 Doch Mr. Calton luisterde niet meer naar hem toen hij naast zijn metgezel voort stapte, dacht hij: „Wat in 's Hemels naam, kan een ternau wernood uit Engeland aangekomen vrouw, wonende in een der achterbuurten van Mel bourne, Fizgerald omtrent Madge Frettlby te zeggen hebben?" HOOFDSTUK XV. fioukestreet is altijd meer bevolkt dan dollinsstreet, voornamelijk bij avond. Daar zijn de schouwburgen, en uit den aard der zaak bezit de electrische verlichting voor de groote menigte een onwederstaanbare aantrekkingskracht. Na zonsondergang, bij het invallen der duisternis, wandelt de groo te wereld niet meer langs de straten, maar geeft er de voorkeur aan zich zachtjes in haar koetsen voort te laten rijden; daarom levert het gewemel in Boukestreet bij avond een hemelsbreed verschil op met dat van Collinsstreet bij dag. De woelige me nigte, die onophoudelijk dringt en duwt langs de straten, is grootendeels van een Tupzig en smerig gehalte. Rondom de deuren van de talrijke koffie- huizen zijn een aantal havelooze en ver dacht uitziende personen verzameld, die te- 1 gen de muren leunen, om de menige over den hekel te halen, zij wachten tot een hun ner vrienden hen inviteeren, een glaasje te nemen, welk verzoek zij met verdachte op geruimdheid aannemen. Verderop staat een troep jockey's onder de veranda van het Opera-gebouw, en loopt het gesprek uitslui tend over sport en de daaraan verbonden weddenschappen, hier voeren dé bookma kers het' hooge woord. Ook ontwaart men hier en daar door havelooze Arabieren be woonde straten, die van den verkoop van lucifers en nieuwsbladen een broodwinning maken; en tegen den verandapost leunt in den vollen gloed van het electrische licht een vermoeide, in het slijk wentelende vrouw, met den eenen arm een zuigeling aan haar borst drukkende en in den anderen een bundel couranten vasthoudend, terwijl zij met heesche stem onophoudelijk schreeuwt: „Herald, derde uitgave, vijf cents!" totdat men door de aanhoudende herhaling, aan dien uitroep gewend raakt. Rijtuigen ratelen voortdurend over de stra ten; hier, een dichte, met èen vlug paard bespannen koets, de jeunesse dorée naar haar club voerend; ginds een smerig voertuig door een mageren vierpooter voortgesleept, een beest, dat blindelings door de straten ronddwaalt. Beurtelings ziet men rijtuigen voortrollen, getrokken door goed verzorgde hengsten en van binnen ontwaart men lieve gelaatstrekken en heldere oogen, witte kleedjes en het flikkeren van kostbare edel gesteenten. Verderop, juist op den band van het trottoir, is een troepje gestationneerd, bestaande uit drie violisten en één harp, welke een Duitsche wals voor een groote menigte aandachtige toeschouwers ten bes te geven. Zoo er één zaak bestaat, aan wel ke de Melbourners boven alles den voor keur geven, is dit de muziek; hun liefde voor die kunst houdt gelijken tred met hun be wondering en geestrift voor de wedrennen, federe straatvereeniging, die maar eenigs- zins boven het middelmatige speelt, kan zich bij voorbaat van een goede ontvangst en van een, haar soutste verwachtingen over treffende uitkomst, overtuigd houden. Een dichter heeft Melbourne bij Glasgow verge leken en met de lucht van Alexandrië; en het overheerlijk klimaat van Australië, in haar pracht dat van Italië evenarend, moet een grooten invloed uitoefenen op de zoo ontvankelijke natuur der Angelsaksische af stammelingen. In spijt van "de akelige voor spelling van Marcus Clarke, betreffende den Australiër der toekomst, dien hij beschrijft, als zijnde een langen, groven, inhaligen, on- dernemenden, begaafden man, uitmuntend in de zwem- en rijkunst, is het waarschijnlijker, dat hij een beschaafd en vadsig persoon kan zijn met een geavanceerde waardeering voor kunsten en wetenschappen, met tegenzin voor hard werken en winstgevende begin- toekomstigen Australiër, en onze nakome lingschap zou niet meer gelijkenis met ons hebben, dan de weelderige Venetianen met hunne koene voorzaten, die het eerst eeir aanvang maakten met het bebouwen van de afgezonderde zandige eilanden in de Adria- tische zee. Zoo waren de gevolgtrekkingen van Mr. Calton, toen hij zijn gids door de bevolkte straten volgde en hij ontwaarde, met welk een ongekunstelde belangstelling de menig te luisterde naar de welluidende klanken van Strauss of de opgewekte medolieën van den onsterfelijken Offenbach. De helder verlichte straat met haar steeds afwisselenden menschendrom levert voort durend een vroolijk schouwspel op; het schril geschreeuw, de straat-Arabieren, het geratel der rijt* igen en de opwekkende me- lo<*' van boven omschreven muziektonen, dat alles liet bij hem een betooverenden indruk achter; den ganschen nacht kon hij blijven doorwandelen, de 10,000 schaduwen van het menschelijk geslacht, die zijn oogen voorbij zweefden, aandachtig gadeslaande. Doch zijn gids, die met het gepeupel veel gemeens had, spoedde zich voort naar Little Bourkestreet, waar het enge der straat, met de hooge gebouwen aan weerszijden, het donkere licht van de ver van elkander ver spreide gaslantaarns, en de weinige, in lompen gehulde figuren rondslenterend, een groote tegenstelling vormde met de schit- selen. De invloed van het* klimaat "zou ge- terende en joelende menigte, welke zij zoo- steld kunnen worden on rekening van den|ev®n verlaten haaqpn, Little Bourkestreet verlatende, sloeg de gerechtsdienaar een donkere steeg in, waar men zich als in een smeltoven gevoelde, hetgeen aan de hitte van den dag te wijten was; doch den blik omhoog heffende, ontwaarde Calton het blauwe uitspansel, dat met sterren bezaaid was, en een verfrisschende uitwerking bij hem teweeg bracht. „Blijf dicht bij mij," fluisterde Kilsip, den advocaat op diens arm tikkende; „wij moch ten soms met die liederlijke bewoners uit de buurt een ontmoeting hebben. Voor Mr. Calton echter was zulk een waarschuwing geheel overbodig, want de buurt, welke zij passeerden, had zooveel overeenkomst met de Seven Dials te Lon den, dat hij even dicht aan de zijde van zijn gids bleef als Dante aan die van Virgilius in de onderaardsche wereld. Het was niet geheel duister, want de atmospheer was van die heldere nevelsoort bezwangerd, welke de Australisch schemering zoo merkwaardig doet zijn, en dit vreemdsoortig licht was juist voldoepde, om de duisternis zichtbaar te maken. Veiligheidshalve bleven Kilsip en de advocaat in het midden der steeg loopen, zoodat niemand hen onverwacht kon over vallen, en zij konden bij wijlen aan de eene zijde een man achterover zien hurken in de zwarte schaduw, en aan den anderen kant een vrouw met loshangende haren uit een venster liggend, een poging doende, om een weinig frissche lucht in te ademen. Ook speelden eenige kinderen op de opgedroogde gootplanken, en hun schrille jeugdige stem men gaven door het half duister een vreem de weerklank, afgewisseld door een gezang van dezen of genen straatslijper, die over de ruwe steenen heen en weer slenterde. Nu en dan hoorde men een zachte snaar, getokkeld door de zonen van het Hemelsche rijk, gekleed in hun donkerkleurig blauwe buizen, schril door elkander kakelend, ge lijk een troep papegaaien, of zich stil door de steeg bewegend met een dwaze Oostersche onverschilligheid op hun gele gelaatstrek ken. Hier en daar brak zich een stroom var warme dampen door een geopende deui baan, en van binnen zaten de Mongolen rondom de speeltafel verzameld, fan-tan s-elende, of ook wel hun lievelingsvermaak verlatend, om gelijk sluipmoordenaars langs de talrijke kokswinkels te glijden, waar de verleidelijk uitziende vogels of de reeds ge braden kalkoenen even zoovele koopers verbeidden. Kilsip sloeg links om, leidde den advocaat door een anderen en nog nau- weren gang, de duisternis, die er heerscbU, deed den advocaat werktuigelijk sidderen, bij de gedachte, hoe menschelijke wezens in zulke holen konden komen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5