ACHHOEtt
j
Uit de Pers.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Dinsdag 18 November 1924
De groote fout der Katholieken.
€£fg. BUITENL. BER1SHTEH.
DE GENERAALS DE METZ EN DEU-
VTGNES VERVANGEN DOOR BUR
GERS.
LllilOSIW EM ÏISSCNERIJ.
Critiek van Millerand op Herriot's politiek: de betrekkingen met de
Sovjets en met hej Vaticaan. Poincaré's verantwoordelijkheid voor het
ontstaan van den oorlog. Zaghloel's aanblijven is slechts voorwaar
delijk.
Onder de Radio-berichten: Poincaré's dementi: inzake zijn beweerde
schuld aan den oorlog. Mgr. Dr. Seipel treedt definitief als Oostenrijksch
premier af. Een energieke houding van het nieuwe Britsche kabinet
tegenover de Russen.
HANDEL EN NIJVERHEID.
UITLOTINGEN.
No. 1903042, 5Q.000fr.
Nos. 1185501 1363849 1364037 2280190,
10.000 fr.
Nos. 478952 720886 881459 1839227
2478022 2728455, 5000 fr.
Betaalbaar 1 Dec. 1924.
7e Trekking 3 November 1924.
Nos. 382953 1382953 2382953 3382953
4382953 5382953 100.000 frs.
Nos. 682953 1682953 268953 3682953
4682953 5682953 50.000 francs.
Nos. 512953 622953 1512953 1622593
2512953 2622953 3512953 3622953 4512953
4622953 5512953 5622953 10.000 francs.
Nos. 102953 132953 172953 342953 3520953
372953 792953 972953 1102953 1132953
1172953 1342953 1352953 1372953 1792953
1972953 2102953 2132953 2172953 2342953
2352953 2372953 2792953 2972953 3102953
3132953 3172953 3342953 3352953 3372953
3792953 3972953 4102953 4132953 4172953
4342953 4352953 4372953 4792953 4972953
5102953 5132953 5172953 5342953 5372953
5792953 5972953 500 francs.
Met uitzondering van bovenstaande hoofd
prijzen zijn alle oblg., waarvan de nummers
op de volgende vier cijfers eindigen 2953
Vruchtboomen als weg-
beplanting.
Nieuwe Grieksche consulaten.
Een drie-motorig vliegtuig voor
de K. L. M.
FEUILLETON.
HET GEHEIM ~VAN EÏN
HUURRIJTUIG
Onder het opschrift „Geloofsafval" schrijft
W. v. Koevorden in de „Mededeelingen"
der Petrus Canisius-vereeniging
„Naar aanleiding van de discussies, ge
voerd op de algemeene ledenvergadering is
het misschien nuttig een schrijven te publi-
ceeren, dat ik ontving, met weglating na
tuurlijk van namen.
„Eenige jaren gelden vroeg ik me voort
durend af, hoe het toch mogelijk was,
dat de middenstanders onder de Katho
lieken hier ter plaatse zoo weinig van de
Katholieke actie afwisten en er bijgevolg
zoo weinig aan deden.
Het had allang mijn aandacht getrokken,
dat zelfs vooraanstaande Katholieken,
waarmede ik in het vereenigingsleven zat,
vaak blijk gaven een en ander niet te weten,
waar de Katholieke pers vol van had ge
staan. Dit bracht mij er toe een enquête
in te stellen, te meer, daar ik er een bij-
Zonder prachtige gelegenheid toe had.
Ik kwam toen tot een allerzonderlingste
Ontdekking, die ik werkelijk de moeite
waard oordeel om u eens mede te deelen.
Ik kan u absoluut verzekeren, dat mijn
gegevens juist zijn ik ben bereid om
met namen, enz., alles te illustreeren,
wat ik u vertellen zal. Alleen merk ik op,
dat het relaas betrekking heeft op een jaar
geleden welke verandering er intusschen
ingetreden is, zal ik u nog wel eens melden.
Welnu, door de vooraanstaande Katho
lieken hier ter stede wordt bijna geen
Katholiek blad gelezen.
De Maasbode telt hier 200 lezers.
De N. R. C. telt er onder de Katholieken
(juristen en dokters lezen uitsluitend dit
blad) drie honderd. En in het geheel heeft
laatstgenoemd blad hier ter stede slechts
500 abonnementen.
Volgens de laatste volkstelling zijn hier
maar een kleine 40 pet. Katholieken.
Toen ik dit merkte ben ik maar niet
verder gegaan met mijn onderzoek :De
Telegraaf heeft een massa abonné's onder
de Katholieken.
Vooral werd me den moed wel een beetje
ontnomen, toen ik met zekerheid consta
teerde, dat de leider van de R.-K. Raads
fractie, als eenig Katholiek 'blad in zijn
huis krijgt.het kerke krantje, dat en
dit is even zeker in de keuken blijft 1"
Ik wil het hierbij laten. En bewaar dit
schrijven, als document voon de Commissie
die het systematisch onderzoek naar den ge
loofsafval in ons land zal instellen.
Ik geloof niet, dat de redacteur van de
Mededeelingen bezwaar zal maken, om wat
plaats in te ruimen voor anderen, die derge
lijke mededeelingen aan mij opzenden."
gestemd zijn ambt te blijven bekleeden èn
vrijheid van handelen had verkregen inzake
de ministersbenoemingen en het ontslag van
Hassau Nasjet pasja, die onlangs tot leider
van het kabinet des konings was benoemd.
De „Vorwarts" verneemt uit Parijs, dat
de Rijnlandcommissie de beide Fransche
generaals De Metz en Deuvignes, als gede
legeerden van de commissie te Spiers en
Mainz heeft teruggeroepen en vervangen
door civiele ambtenaren.
Zooals men weet was generaal De Metz
de groote steun van het separatisme. Hij gold
voor een der krachtigste ijveraars voor de
plannen van de Fransche militaristen. Zijn
terugroeping, welke erop wijst, dat men
breken wil met het militaire karakter van de
bezetting, heeft derhalve groote beteekenis.
EEN MONUMENT MET EEN KRUIS
VERBODEN.
Te Benaméuil zou een oorlogsmonument
expeditie is een rechtstreeksche luchtlijn te
organiseeren van Algiers tot de golf van Gui
nea. Van Colomb-Bechar zal via Beni-Abbes,
Adrar, Taoerit naar Boerem aan de Niger
worden gereden. Het laatste stuk gaat dwars
door het meest verlaten gedeelte van de woes
tijn. Langs de rivier zullen zij verder via
Gao, Ansango, Niamey en Gayo naar de kust
van Kotonoe rijden.
DE MOORD OP MRS. EVANS.
Twee mannen, die schuldig zijn bevonden
aan den moord op mrs. Evans, de Engelsche
dame, die in Augustus op haar boerderij werd
vermoord, wijn ter dood veroordeeld.
DE REVOLUTIE IN BRAZILIË.
President Bernardes heeft een manifest ge
richt tot het Braziliaansche volk, waarin hij
zijn besluit te kennen geeft het constitutio
neel bewind te handhaven.
Voorts deelde hij mede, dat aan de revolu-
tionnairen geen amnesteie zal worden ver
leend.
MOESTAFA KEMAL NAAR PARIJS.
De bladen melden dat Moestafa Kemal
binnenkort een bezoek zal brengen aan
worden opgericht, hetwelk volgens den Frankrijk, vergezeld door een maritieme en
wensch van den gemeenteraad voorzien zou militaire missie, Ismed pasja en generaal
worden van een kruis.
De onderprefect te Lunéville heeft echter
den burgemeester meegedeeld, dat hij voor
de oprichting van zulk een monument vol
gens de wet van Dec. 1905, waarbij de aan
Mougin, den Franschen vertegenwoordiger
te Angora.
DE UITWISSELING DER GRIEKEN.
De gemengde commissie voor de uitwis-
Millerand over de politiek
van Herriot.
Oud-president Millerand treedt in de
voïtsporen van zijn voorganger Poincaré:
elke week houdt hij politieke redevoeringen,
waarin hij op hetzelfde aambeeld hamert.
Mït groote felheid bestrijdt hij 'de politiek
van Herriot.
Zaterdagavond heeft hij voor de Union
Chrétiïnne een lezing gehouden. Hij betoog
de, dat hij het tijdstip voor Frankrijk nog
niet gekomen achtte om den militairen
diensttijd te verminderen, noch om afstand
te doen van de vier jaar geleden aangenomen
belastingen. Het Fransche leger moet sterk
blijven zoolang de Volkenbond nog niet alle
waarborgen verschaft voor Frankrijk's vei
ligheid. Het is te hopen, zoo zeide hij, dat
wanneer, zooals in 1914, een gevaar Frankrijk
bedreigt, de naties het recht en de rechtvaar
digheid te hulp zullen komen. Maar het
moet niet voorkomen, dat zij, zooals in 1914
bijna was geschied, na de nederlaag ver
schijnen.
Natuurlijk is Millerand sterk tegen een
hervatting der betrekkingen met de soVjets
gekeerd. Ernstige ondernemingen worden in
Rusland rechtens niet beschermd. De Sov
jets erkennen, wil zeggen: mannen aanmoe
digen, die in Frankrijk evenals elders hebben
getracht in het leger, de marine en onder de
arbeiders naar oproer aan te sturen.
Voorts verzette hij zich tegen de plannen
tot opheffing van het Fransche gezantschap
bij het Vatikaan. „Daar het geen redenen
van buitenlandsche politie ken aard betreft;
daar het om binnenlandsche politieke rede
nen gaat daar het er dus om gaat voldoe
ning te geven aan de eischen van eenige
dogmatici geldt het hier een uitdaging "aan
de Katholieken van Frankrijk," verzekerde
hij.
Publicaties over het ont
staan van den oorlog.
Veel opzien wordt te Parijs gewekt door
z publicatie, welke in de „Oeuvre" is be
gonnen van de uittreksels uit het dagboek
van wijlen Georges Louis, die gedurende
«enigen tijd Fransch gezant te Petersburg
is geweest, en waarvan uitvoeriger gedeelten
verschijnen in de revue „l'Europe". De be
doeling van die publicatie is aan te toonen,
dat Poincaré zijn deel gehad heeft in de vijan
delijke stemming in de wereld, welke op den
grooten oorlog is uitgeloopen. Louis schreef
in zijn dagboek de gesprekken op, die hij
met Pichon, Jules Cambon enz. had en waarin
deze erkenden, dat de oorlog misschien niet
uitgebroken zou zijn, indien hij (Louis) te
Petersburg niet door Delcassé en later door
Paleologue zou zijn vervangen.
Terwijl Poincaré, die Zondag te Straats
burg het woord voerde, aldaar verklaarde,
dat hij deze uittreksels reeds lang kende en
dat hij er op zal antwoorden met een démenti
van de brieven van Cambon en Pichon zelf,
spreekt een deel der rechtsche pers haar ver
ontwaardiging uit over deze poging om Poin
caré de verantwoordelijkheid voer den oor
log aan te wrijven. De „Éclair" betoogt, dat
men slechts de gebeurtenissen in Juli 1914
behoeft na te gaan om wederom te zien, dat
brenging van elk religieus emblema is ver-seIing der bevolking heeft besloten de inter
boden, geen toestemming kan geven. I pretatie van het woord „gevestigd" (met be-
De burgemeester heeft geantwoord, dan te 1 trekking tot de vóór 1918 in Konstantinopel
zullen wijken, daar men niet wil gedwongen j gevestigde Grieken) aan het Permanente
worden af te zien van een monument voor jjof van Internationale Justitie te 's-Gra-
de gevallen gemeentenaren, die intusschen yenhage voor te leggen, op voorwaarde dat
de oorlog door Dvi'schland opzettelijk is uit
gelokt. Dat Poincaré zich verontrustte over
den toenemenden oorlogszin in Duitschland
en daartegen maatregelen nam, is volkomen
verklaarbaar en geeft niet het recht hem mede
verantwoordelijk te noemen, maar de uittrek
sels van wijlen Louis' dagboek (fjie den moed
miste er tijdens zijn leven mee aan te komen)
toonen bij dezen ex-gezant zulk een absolute
afwezigheid van kritiek en zulk een mateloo-
ze zelfoverschatting, dat men er zich over
verwondert, dat hij ooit op zoo'n moeilijke
post benoemd werd.
De „Oeuvre", die nog enkele minder be
langrijke uittreksels publiceert, steekt den
draak met de aanstaande tegenspraken van
Poincaré, welke te wachten waren, en be
toogt verder, dat deze documenten van be
lang zijn voor de kennis van de geheele ge
schiedenis. Aan de oorlogszucht van Duitsch
land in 1914 zal geen verstandig mensch
twijfelen, maar daarom is het toch zeer wel
mogelijk, dat Poincaré heeft meegewerkt aan
de vorming van de atmosfeer van wantrou
wen en noodelooze spanning, die eindelijk
tot de botsing heeft geleid.
De onrust in Spanje.
Vrijdag hebben voor den krijgsraad te
Pamplona de eerste vier personen terecht
gestaan, beschuldigd van deelneming aan
de jongste revolutionnaire beweging. Tegen
drie hunner werd de doodstraf, tegen den
vierde zes maanden gevangenisstraf geëischt.
Een der drie ter dood veroordeelden ver
klaarde bij het verhoor, dat hij met zijn
vrienden naar Spanje was gekomen om aan
de revolutie deel te nemen. Te Bayonne,
waar de deelnemers uit Parijs en het overige
Frankrijk bijeenkwamen om hun laatste in
structies te ontvangen, werden gedrukte
biljetten uitgedeeld, volgens bekl. op last
van een Fransch republikeinsch afgevaar
digde en prof. Unamuno. Van Vera zou
men oprukken naar Irun en San Sebastian,
waar het garnizoen zich naar men ver-*
wachtte bij hen zou aansluiten. Daartoe was
vooraf propagandalectuur in de kazernes
verspreid.
In strijd met de verwachting heeft, naar
het B.T.A. nader meldt, de krijgsraad te
Pamplona de vier personen, die terechtston
den wegens deelneming aan de jongste revo
lutionaire beweging (tegen drie van hen was
de doodstraf, tegen den vierde zes maanden
gevangenisstraf geëischt) vrijgesproken.
Men ziet in deze onverwachte beslissing
een uiting van den verzoenenden geest, die
thans in het leger heerscht. Daar de kapi
tein-generaal zich echter bij dit vonnis niet
neerlegt, heeft hij de zaak naar den in Ma
drid zetelenden krijgsraad verwezen.
Zaghloel blijft voorwaar
delijk aan.
Volgens berichten uit Kaïro heeft Zagh
loel pasja na een lang onderhoud met koning
Foead zijn verzoek tot ontslag ingetrokken,
zooals wij gisteren reeds onder onze Radio
berichten hebben medegedeeld. In een zit
ting van de Kamer deelde Zaghloel pasja
mede, dat hij er voorwaardelijk in had toe-
allen tot den katholieken godsdienst be
hoorden.
NAPOLEON'S GEBOORTEHUIS.
Gisteren*hebben wij verteld, dat aan prins
Victor Napoleon, het hoofd van het Huis Bo
naparte, tal van historische voorwerpen der
Bonaparte's zijn toegewezen, welke wijlen
ex-keizer Eugenie toebehoorden.
Prins Victor Napoleon heeft thans het
geboortehuis van Napoleon I te Ajaccio aan
den Franschen staat geschonken.
EEN ANTI-BOLSJEWISTISCH
STUDENT.
Uit Rome wordt aan de „Petit Par sien"
gemeld dat een jeugdig student uit Bologna
Zaterdag het vlaggetje van den auto van den
Sovjet-gezant in Rome heeft afgerukt.
De hoofdcommissaris van politite van het
Chigi-paleis heeft den gezant verontschuldi
gingen aangeboden en den dader doen arres
teeren.
DE ONBEKENDE SOLDAAT.
Zondag is het monument ter nagedachtenis
van den Luxemburgschen Onbekenden Sol
daat en de in het groothertogdom gesneu
velde Fransche soldaten ingewijd in tegen
woordigheid van prins Felix, den Franschen
minister-president Herriot en de Belgische
ministers Theunis en Hymans.
EDWIN MONTAGU t
Edwin Montagu, die van 1917 tot 1920
minister voor Indië was, is Zaterdagmiddag
te Londen overleden. Hij was eenige dagen
buiten bewustzijn en zijn dood was het ge
volg van bloedvergiftiging. Montagu was de
geestelijke vader van het Indische hervor
mingsplan van 1920.
DE REGELING INZAKE HET BEZIT
VAN MOSOEL.
De bladen vernemen uit Konstantinopel,
dat de Turksche regeering ter kennis van
den Britschen vertegenwoordiger heeft ge
bracht dat de troepen, die onlangs eenige
districten in het vilayet Mosoel* bezetten,
order hebben gekregen zich terug te trekken
op de demarcatielijn, welke bij het Britsch-
Turksche verdrag is vastgesteld.
Een bericht uit Angora meldt, dat de
ontruiming heeft plaats gehad.
BEDRIEGERIJEN MET HUIZENVER
KOOP.
De Weensche politie is een aantal bedrie
gerijen op het spoor gekomen, waardoor
vreemdelingen, die hu. zen te Weenen heb
ben gekocht, vermoedelijk benadeeld zijn.
Het is gebleken, dat bemiddelaars bij ver
koop van onroerende goederen met valsche
documenten hebben gewerkt. Een zekere
Krüger, die zich ook Kaiser noemde, is reeds
in hechtenis genomen.
DE OOSTENRIJKSCHE REGEERINGS
CRISIS.
De onderhandelingen van den Oosten-
rij kschen Bondskanselier, mgr. dr. Seipel,
met de vertegenwoordigers van de Bondsta
ten, zijn in een ernstig stadium gekomen.
Dr. Seipel verklaarde, dat wanneer hij geen
verdere tegemoetkomingen zou ondervin
den, hij zal aftreden. De op heden vastgestel
de verkiezing van een nieuwe regeering is
opnieuw uitgesteld.
EEN NIEUWE AUTOTOCHT DOOR
DE SAHARA.
De geslaagde autotocht met de Citroën-
.rupsen" het vorig jaar door de Sahara ge
daan, wordt thans gevolgd door een tweede
expeditie, ditmaal met Renault-wagens. Za
terdag is de heer Gaston Gradis, vergezeld
door den bekenden generaal Franchet d'Es-
er geen enkele maatregel tegen deze Grieken
zal worden genomen vóór de definitieve be
slissing van het Haagsche Hof.
3% Loten Parijs 1871.
212de Premietrekking 20 Oct. 1924.
No. 695014, 100.000 fr..
Nos. 101188 1266482, 50.000 fr.
No.s 80660 295963 408281 621028 756682.
924410 939909 969419 1033035 1249660,
10.000 francs.
2 Y2% Loten Parijs 1892.
128ste Trekking 22 Oct. 1924.
No. 185603, 100.000 fr.
No. 445831, 50.000 fr.
Nos. 282129 322890 10.000 fr.
Betaalbaar 15 Nov. 1924.
5% Loten Parijs 1919.
31ste Trekking 22 Oct. 1924.
No. 1742823, 1.000.000 fr.
No. 2817270, 100.000 fr.
UITLOTINGEN.
5 pCt. BELGISCHE PREMIELEE-
LEENING 1922.
Trekking 10 October.
Serie 22478 no. 13 frs. 250.000.
Serie 22478 no. 17 en Serie 64599 no. 4
frs. 100.000.
Alle overige nummers der series 4409,
22478 en 64599 met frs. 500.
CREDIT NATIONATPOUR FACILITER
LA REPARATION DESD OMMAGES
CAUSES PAR LA GUERRE.
5 pCt. leening 1920.
34e Trekking 3 November 1924.
No. 6289434 1.000.000 francs.
No. 358059 500.000 francs.
Nos. 2280569, 6035274, 200.000 francs.
Nos. 6627148 6981020 742864 100.000 fr.
Nos. 2374894 2831414 3912534 5444904
5969730 7606597 50.000 francs.
Betaalbaar 1 December 1924.
Nos. 358001—100 1000401—500 2280501
—600 2375801—900 2831401—500 3912501
—600 5444901—5445000 5969701—800
6035201—300 6289401—500 6627101—200
6981001—100 7606501—600 7425801—900
7986901—7986901—7987000 met frs. 500.
Betaalbaar 15 December 1924.
6 CT. LEENING 1923. EM. JANUARI..
Het is algemeen bekend hoe de iepenziekte
de laatste jaren haar intrede heeft gedaan
in ons land en tal van zware boomen tot haar
slachtoffer heeft gemaakt. Ook de Italiaan-
sche populieren lijden thans weet' aan een
zwamziekte. Die feiten maken het nood
zakelijk naar andere boomsoortenvoor de weg-
beplanri ïgen om te zien en van zelf rijst daar
bij de vraag of hier, in navolging van het
buitenland men denke bijv. maar eens aan
Duitschland een beplanten met vrucht
boomen mogelijk zou zijn.
In een artikel in het „Tijdschrift der Neder-
landschè Heidemaatschappij" wordt die
mogelijkheid door den heer Lijsten onder
de oogen gezien. Voor het feit dat een derge
lijke beplanting tot dusver zoo weiniz is
voorgekomen, kan de schrijver geen verkla
ring vinden, of het moest zijn de grootere
baldadigheid van de jeugd, waardoor de kans
op oogsten gering wordt. Maar de vrees
voor diefstal mag niet de oorzaak zijn dat be
plantingen met vruchtboomen achterwege
blijven, wanneer deze overigens gewenscht
geoordeeld worden. Er zullen wel maatrege
ien tegen vandalisme genomen moeten wor
den en zeker zullen niet in de eerste plaats
die variëteiten geplant moeten worden, die
door uiterlijk of smaak bijzonder uitblinken.
In aanmerking komen noteboomen en som.
mige appels en peren.
De eerste kunnen de vergelijking met ei
ken en beuken doorstaan en zijn in staat
zware, indrukwekkende lanen te vormen.
Voorts komt de noteboom laat in blad,
zoodat de wegen in het voorjaar goed kun
nen opdrogen, terwijl hij regelmatig weinig
in het oog loopende vruchten draagt, welke
reeds lang voor rijpheid een goede handels
waarde bezitten. Het blad blijft gedurende
den geheelen zomer frisch groen en wordt
heel weinig door insecten beschadigd.
Nadeelen zijn het gemakkelijk bevrie
zen en de hooge eischen welke aan den bo
dem worden gesteld. Deze laatste moet goed
doorlatend en vruchtbaar zijn, zoodat vele
wegbermen niet geschikt zijn voor den aan
plant van noten.
De appel en peresoorten welke voor wegbe-
planting in aanmerking komen, kunnen wat
den kroonvorm betreft, met eiken, iepen, enz.
niet wedijveren, maar komen om die reden
juist in aanmerking voor plaatsen, waar
de gewone loofboomen het landelijk schoon
zouden storen, doordat ze zich te sterk bo
ven de omgeving verheffen. In het algemeen
mag gezegd worden dat appels een breedere
kroon vormen, peren een smallere, steil
opgroeiende. Beide zullen evenwel den weg
tenzij deze smal is nooit geheel over
welven, zoodat het opdrogen der wegen in
voor en najaar bevorderd zal worden. Boven
dien zijn de appels en peren een sieraad voor
den weg in den bloeitijd.
De planter zal echter goed op de hoogte
moeten zijn van de eigenschappen der ver
schillende soorten vruchtboomen, zooals de
eischen welke zij stellen aan den bodem en
het klimaat, en het min of mindA bestand
zijn tegen ziekten, insectenbeschadigingen
e.d..
Wegbeplanting met vruchtboomen zal dan
ook alleen kunnenworden aangeraden wanneer
deze geschiedt op advies van deskundigen. Het
is van groot belang, indien rijk, provincie en
gemeente aan dat punt meer aandacht beste
den. Niet alleen dat door dergelijke beplantin
gen het nationale bezit wordt verhoogd, tevens
zullen vele streken erdoor aan natuurschoon
winnen. Tallooze wegen welke thans onbe-
plant zich door het vlakke land slingeren,
zullen een sieraad van de omgeving worden,
wanneer zij met appels en peren worden be
plant.
Vruchtboomen zullen geen grootere uit
gaven vorderen dan laanboomen de kosten
van het plantsoen blijven gelijk evenals de
bewerkingskosten van den grond, het vast
zetten der boomen en het geregeld onderhoud.
Daartegenoyer staat dat bij vruchtboomen
reeds betrekkelijk spoedig inkomsten ver
wacht mogen worden dat in de jaren, wan
neer het aanlegkapitaal voor gewone loof
boomen regelmatig verhoogd wordt door .ren
te, enz. de vruchtboomen in volle productie
zijn en niet alleen de telkens weerkeerende
onkosten uit de inkomsten kunnen worden
bestreden doch tevens het aanlegkapitaal zal
terugvloeien.
perey, twee zoons van generaal Estienne,
drie soldaten van het vreemdelingenlegioen
en drie chauffeurs, in drie auto's uit Colomt - 4540*7551 aflosbaar met 1000 francs*
Bechar (Algerië) vertrokken* Het doel der I Betaalbaar 1 December 1924
De Grieksche Legatie deelt mede, dat d
Grieksche regeering in verband met de ge
stadig toenemende handelsbeweging tus-
schen Nederland en Griekenland en op aan
beveling harer legatie te 's Gravenhage, be
roepsconsulaten heeft gevestigd te Amster
dam en te Rotterdam.
Te Amsterdam is benoemd de heer Bistis,
voorheen consul te Braila; de titularis te
Rotterdam is de heer Sourias, tot dusverre
secretaris bij de Grieksche legatie te Ber
lijn.
De Kon. Luchtvaart Maatschappij, welke
zich ongetwijfeld een eerste plaats heeft
weten te veroveren in het internationale
vliegwezen, gaat haar luchtvloot uitbreiden
Daarvoor heeft zij het oog geslagen op een
geheel nieuw verkeersvliegtuig, dat op natio-
nalen bodem wordt vervaardigd naar het
ontwerp van een in luchtvaartkringen be
kend landgenoot. Is op zichzelf reeds het
steunen van een nog jonge en daarbij vader-
landsche industrie een zeer lofwaardig stre
ven, nog lofwaardiger wordt de arbeid van de
K.L.M. omdat zij thans een proef gaat
RAAK ANTWOORD.
Student (tot een ouden heer in een café):
„Hoe komt het toch, mijnheer, dat geest
rijke dranken ouderen heeren steeds in de
been en en jongeren heeren steeds naar het
hoofd schieten?"
Oude heer: „Heel eenvoudigZij zoe
ken juist bij ieder mensch de zwakste olaats
op."
EEN GLAASJE CONTRADICTIE.
„Wat wenscht u te gebruiken?" vroeg de
gastheer.
„Geef mij maar een contradictie?" vrtieg
de gast.
„Wat is dat, een contradictie?" vroeg de
ander. „Hoe komt u daaraan?"
„Wel," was het antwoord, „eerst doet o
whisky in het glas om het sterk te maken,
dan water om het slap te maken, dan citroen
voor het zuur en weer suiker voor het zoet;
dan zeg je: daar ga je, en de ander blijft
zitten. Is dat geen contradictie?"
DE DURE HOED.
„Hoe krijg je toch zoo gemakkelijk die
dure hoeden van je man los?"
„O, heel eenvoudig. Ik ga eerst met hem
wandelen en winkels kijken tot hij doodmoe
is; ten slotte ga ik een hoedenwinkel binnen
en begin hoeden te passen, terwijl hij er bij
moet staan. Dan duurt het niet lang of hij
zegt: „Kies er nu maar gauw den uit, dat we
naar huis komen!"
GEEN RUZIE.
Ruzie komt bij ons niet voor, zei Dora.
In ons huwelijk hebben mijn man en ik af
gesproken, dat we om beurten gelijk zou
den hebben. Denken we nu net eender over
iets, dan heeft mijn man gelijk, en denken
we er niet eender over, dan heb ik gelijk
natuurlijk.
ONBEKEND.
Heer: „Zoo is uw patroon weg. Weet o
niet waar hij is?"
Bediende: „Neen mijnheer. De justitie 1»
er nog niet achter."
nemen met een geheel nieuw type van
verkeersvliegtuig, nJ. een dat door drie
motoren wordt voortbewogen. Dit toestel
dat thans naar het ontwerp van den be
kenden vliegtuigconstructeur Frits Kool
hoven wordt vervaardigd, is een monoplane
welke een spanwijdte van 25 meter heeft en
niet minder dan 10 passagiers, twee piloten
en een waarnemer kan vervoeren, en daarbij
een snelheid van 180 K.M. per uur kan
ontwikkelen. De cabine voor de passagiers
heeft veel van een wagon van een Pullman
car, zoo ruim en zoo hoog is zij. De heer
Koolhoven, die toch een respectabele lengte
heeft, kaft er gemakkelijk rechtop in staan.
Vóór de cabine, en daarvan afgescheiden
door een schuifdeur, bevindt zich de cok-
pitch, welke eveneens uiterst ruim is en
waar twee bestuurders-zitplaatsen zijn aan
gebracht. Nog meer naar voren, maar iets
lager vindt ten slotte de waarnemer een
plaats. Het geheel heeft veel van een Sedan
carosserie van een automobiel, want aan
alle zijden is het volkomen afgesloten door
groote ramen, zoodat bestuurders en waar
nemer een uitstekend uitzicht hebben.
De drie motoren zijn zoodanig aange
bracht, dat te allen tijde het evenwicht
bewaard blijft. Twee zijn ter zijde van den
vleugel aangebracht en het derde boven de
fuselage direct achter den vleugel. Voor
een verkeersvliegtuig zullen de drie motoren
een groote mate van veiligheid waarborgen,
daar wanneer één motor zou weigeren, toch
nog de twee andere in staat zijn om het toe
stel gewoon zijn tocht te laten voortzetten.
Voor het vrijwel ondenkbare geval dat
twee motoren tegelijk den dienst zouden
weigeren, zal de derde motor den bestuurder
in de gelegenheid stellen om in een veel
langere glijvlucht een geschikt landings
terrein te zoeken, of als hij niet te ver van
het doel verwijderd is, dit nog te bereiken.
De motoren zijn de bekende Siddeley
Puma 6-cylinder in een lijn motoren van
240 P.K.
De geheele inrichting van het toestel ts
er op berekend om den passagiers zooveel
mogelijk comfort te verschaffen. Achter
de cabine is zelfs een toilet aangebracht en
terzijde van de bestuurderszitplaatsen be
vinden zich ruime bagagehokken. Zelfs een
nooduitgang ontbreekt niet ofschoon men
deze in de lucht, naar de meening van den
heer Koolhoven, wel nooit noodig zal blijken
te hebben, omdat het vliegtuig volkomen
berekend is voor de taak, welke aan een
verkeersvliegtuig moet worden gesteld n.l.
dat het de passagiers veilig te bestemder
plaatse brengt.
Als bijzonderheden van het toestel dienen
nog genoemd een olieremmend onderstel,
het gemakkelijke demonteeren der motoren,
en het feit dat vier alluminiumreservoirs
van 1200 liter benzine in den vleugel zijn
aangebracht.
Wij hebben een kijkje mogen nemen bij
de vervaardiging van het mooie toestel, in
de fabrieken der Nationale Vliegtuigindu
strie en moeten erkennen dat wij verbaasd
stonden over de activiteit welke er heerscht
om het zoo spoedig mogelijk te kunnen af
leveren aan de K.L.M.
Een miniatuur-model van dit nieuwe
verkeersvliegtuig zal de Nederlandsche Vlieg
tuigindustrie exposeeren op de Parijsche
Luchtvaarttentoonstelling, welke in De
cember wordt gehouden.
29
Doch Mr. Calton luisterde niet meer naar
hem toen hij naast zijn metgezel voort
stapte, dacht hij:
„Wat in 's Hemels naam, kan een ternau
wernood uit Engeland aangekomen vrouw,
wonende in een der achterbuurten van Mel
bourne, Fizgerald omtrent Madge Frettlby
te zeggen hebben?"
HOOFDSTUK XV.
fioukestreet is altijd meer bevolkt dan
dollinsstreet, voornamelijk bij avond. Daar
zijn de schouwburgen, en uit den aard der
zaak bezit de electrische verlichting voor
de groote menigte een onwederstaanbare
aantrekkingskracht. Na zonsondergang, bij
het invallen der duisternis, wandelt de groo
te wereld niet meer langs de straten, maar
geeft er de voorkeur aan zich zachtjes in
haar koetsen voort te laten rijden; daarom
levert het gewemel in Boukestreet bij
avond een hemelsbreed verschil op met dat
van Collinsstreet bij dag. De woelige me
nigte, die onophoudelijk dringt en duwt
langs de straten, is grootendeels van een
Tupzig en smerig gehalte.
Rondom de deuren van de talrijke koffie-
huizen zijn een aantal havelooze en ver
dacht uitziende personen verzameld, die te- 1
gen de muren leunen, om de menige over
den hekel te halen, zij wachten tot een hun
ner vrienden hen inviteeren, een glaasje te
nemen, welk verzoek zij met verdachte op
geruimdheid aannemen. Verderop staat een
troep jockey's onder de veranda van het
Opera-gebouw, en loopt het gesprek uitslui
tend over sport en de daaraan verbonden
weddenschappen, hier voeren dé bookma
kers het' hooge woord. Ook ontwaart men
hier en daar door havelooze Arabieren be
woonde straten, die van den verkoop van
lucifers en nieuwsbladen een broodwinning
maken; en tegen den verandapost leunt in
den vollen gloed van het electrische licht
een vermoeide, in het slijk wentelende
vrouw, met den eenen arm een zuigeling aan
haar borst drukkende en in den anderen
een bundel couranten vasthoudend, terwijl
zij met heesche stem onophoudelijk
schreeuwt: „Herald, derde uitgave, vijf
cents!" totdat men door de aanhoudende
herhaling, aan dien uitroep gewend raakt.
Rijtuigen ratelen voortdurend over de stra
ten; hier, een dichte, met èen vlug paard
bespannen koets, de jeunesse dorée naar
haar club voerend; ginds een smerig voertuig
door een mageren vierpooter voortgesleept,
een beest, dat blindelings door de straten
ronddwaalt. Beurtelings ziet men rijtuigen
voortrollen, getrokken door goed verzorgde
hengsten en van binnen ontwaart men lieve
gelaatstrekken en heldere oogen, witte
kleedjes en het flikkeren van kostbare edel
gesteenten. Verderop, juist op den band van
het trottoir, is een troepje gestationneerd,
bestaande uit drie violisten en één harp,
welke een Duitsche wals voor een groote
menigte aandachtige toeschouwers ten bes
te geven. Zoo er één zaak bestaat, aan wel
ke de Melbourners boven alles den voor
keur geven, is dit de muziek; hun liefde voor
die kunst houdt gelijken tred met hun be
wondering en geestrift voor de wedrennen,
federe straatvereeniging, die maar eenigs-
zins boven het middelmatige speelt, kan zich
bij voorbaat van een goede ontvangst en
van een, haar soutste verwachtingen over
treffende uitkomst, overtuigd houden. Een
dichter heeft Melbourne bij Glasgow verge
leken en met de lucht van Alexandrië; en
het overheerlijk klimaat van Australië, in
haar pracht dat van Italië evenarend, moet
een grooten invloed uitoefenen op de zoo
ontvankelijke natuur der Angelsaksische af
stammelingen. In spijt van "de akelige voor
spelling van Marcus Clarke, betreffende den
Australiër der toekomst, dien hij beschrijft,
als zijnde een langen, groven, inhaligen, on-
dernemenden, begaafden man, uitmuntend in
de zwem- en rijkunst, is het waarschijnlijker,
dat hij een beschaafd en vadsig persoon kan
zijn met een geavanceerde waardeering voor
kunsten en wetenschappen, met tegenzin
voor hard werken en winstgevende begin-
toekomstigen Australiër, en onze nakome
lingschap zou niet meer gelijkenis met ons
hebben, dan de weelderige Venetianen met
hunne koene voorzaten, die het eerst eeir
aanvang maakten met het bebouwen van de
afgezonderde zandige eilanden in de Adria-
tische zee.
Zoo waren de gevolgtrekkingen van Mr.
Calton, toen hij zijn gids door de bevolkte
straten volgde en hij ontwaarde, met welk
een ongekunstelde belangstelling de menig
te luisterde naar de welluidende klanken
van Strauss of de opgewekte medolieën van
den onsterfelijken Offenbach.
De helder verlichte straat met haar steeds
afwisselenden menschendrom levert voort
durend een vroolijk schouwspel op; het
schril geschreeuw, de straat-Arabieren, het
geratel der rijt* igen en de opwekkende me-
lo<*' van boven omschreven muziektonen,
dat alles liet bij hem een betooverenden
indruk achter; den ganschen nacht kon hij
blijven doorwandelen, de 10,000 schaduwen
van het menschelijk geslacht, die zijn oogen
voorbij zweefden, aandachtig gadeslaande.
Doch zijn gids, die met het gepeupel veel
gemeens had, spoedde zich voort naar Little
Bourkestreet, waar het enge der straat, met
de hooge gebouwen aan weerszijden, het
donkere licht van de ver van elkander ver
spreide gaslantaarns, en de weinige, in
lompen gehulde figuren rondslenterend, een
groote tegenstelling vormde met de schit-
selen. De invloed van het* klimaat "zou ge- terende en joelende menigte, welke zij zoo-
steld kunnen worden on rekening van den|ev®n verlaten haaqpn, Little Bourkestreet
verlatende, sloeg de gerechtsdienaar een
donkere steeg in, waar men zich als in een
smeltoven gevoelde, hetgeen aan de hitte
van den dag te wijten was; doch den blik
omhoog heffende, ontwaarde Calton het
blauwe uitspansel, dat met sterren bezaaid
was, en een verfrisschende uitwerking bij
hem teweeg bracht.
„Blijf dicht bij mij," fluisterde Kilsip, den
advocaat op diens arm tikkende; „wij moch
ten soms met die liederlijke bewoners uit
de buurt een ontmoeting hebben.
Voor Mr. Calton echter was zulk een
waarschuwing geheel overbodig, want de
buurt, welke zij passeerden, had zooveel
overeenkomst met de Seven Dials te Lon
den, dat hij even dicht aan de zijde van zijn
gids bleef als Dante aan die van Virgilius
in de onderaardsche wereld. Het was niet
geheel duister, want de atmospheer was van
die heldere nevelsoort bezwangerd, welke
de Australisch schemering zoo merkwaardig
doet zijn, en dit vreemdsoortig licht was juist
voldoepde, om de duisternis zichtbaar te
maken. Veiligheidshalve bleven Kilsip en de
advocaat in het midden der steeg loopen,
zoodat niemand hen onverwacht kon over
vallen, en zij konden bij wijlen aan de eene
zijde een man achterover zien hurken in de
zwarte schaduw, en aan den anderen kant
een vrouw met loshangende haren uit een
venster liggend, een poging doende, om een
weinig frissche lucht in te ademen. Ook
speelden eenige kinderen op de opgedroogde
gootplanken, en hun schrille jeugdige stem
men gaven door het half duister een vreem
de weerklank, afgewisseld door een gezang
van dezen of genen straatslijper, die over
de ruwe steenen heen en weer slenterde.
Nu en dan hoorde men een zachte snaar,
getokkeld door de zonen van het Hemelsche
rijk, gekleed in hun donkerkleurig blauwe
buizen, schril door elkander kakelend, ge
lijk een troep papegaaien, of zich stil door de
steeg bewegend met een dwaze Oostersche
onverschilligheid op hun gele gelaatstrek
ken. Hier en daar brak zich een stroom var
warme dampen door een geopende deui
baan, en van binnen zaten de Mongolen
rondom de speeltafel verzameld, fan-tan
s-elende, of ook wel hun lievelingsvermaak
verlatend, om gelijk sluipmoordenaars langs
de talrijke kokswinkels te glijden, waar de
verleidelijk uitziende vogels of de reeds ge
braden kalkoenen even zoovele koopers
verbeidden. Kilsip sloeg links om, leidde
den advocaat door een anderen en nog nau-
weren gang, de duisternis, die er heerscbU,
deed den advocaat werktuigelijk sidderen,
bij de gedachte, hoe menschelijke wezens in
zulke holen konden komen.
(Wordt vervolgd.)