De nieuwe wet op de coöperatieve ver- eenigingen. rechtszaken: NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde blad. Vrijdag 21 November 1924 i. De ontstemming tegen de Egyptenaren wordt in Engeland steeds groo- ter. Muiterij in het Spaansche leger. Een pamflet tegen koning Alfonso. De voortdurende strijd om de macht in China. Onder de Radio-berichten: De nieuwe Oostenrijksche regeering en haar program. De Sirdar van het Egyptische leger tengevolge van den gepleegden aanslag overleden. Een buitengewone zitting van het Britsche kabinet. LUCHTVERKEER. Vermist. ÊE5H. BUITENL BERICHTEN. HET PROCES TEGEN GENERAAL VON NATHUSIUS. Niet te kwader trouw. FEUILLETON. HET GEHEIM VAN EEN HUURRIJTUIG Toen, In den aanvang der zeventiger Jaren, de pioniers der coöperatie, zoowel op het gebied der landbouw- als der verbruiks- vereenigingen, hunne organisaties opricht ten, vonden zij aanvankelijk geen bezwaren op hun weg als zij aan die organisaties den vorm der vereeniging volgens de wet van 1855 (zedelijk lichaam) gaven. Weliswaar werd erkend, dat de bepalingen dier wet niet toepasselijk zijn of behooren te zijn op den burgerlijken maatschap en op de ven nootschappen van koophandel, maar de leer, dat de uitzonderingen, die in art. 14 van de wet van 1855 zijn genoemd, een limitatief karakter hebben, vond, tot zelfs bij den Hoogen Raad, ingang, en de enkele vermel ding van eenig zedelijk doel nevens de ma- terieele, was voldoende om de vereischt? koninklijke goedkeuring te verkrijgen Tot dat Minister de Vries bij zijn bekende be schikking van 21 Februari 1874 ertoe over ging om aan een coöperatieve credietver- eeniging te Amerongen die goedkeuring te weigeren, wijl hij deze vereeniging be schouwde als een vennootschap, waarop naar zijn meening, juist op g-ond van art. 14 der wet van 1855, de bepalingen van het zedelijk lichaam niet van toepassing waren. De aandrang, reeds tevoren geoefend, om de coöperatieve vereenigingen, welker toe komst toen nog niet duidelijk werd gezien, bij afzonderlijke wet te regelen, werd na dit besluit nog sterker. De regeling zelve werd urgent: Minister de Vries werd door de spoe dig volgende crisis verhinderd aan zijn voor nemen om een wetsontwerp in te dienen, gevolg te geven, doch zijn opvolger, Minister van Lijnden, nam de taak over. In het begin van 1875 werd het wetsontwerp „tot rege ling van vennootschappen met veranderlijk kapitaal" ingediend, doch de schriftelijke ge- dachtenwisseling met de Tweede Kamer duurde zoolang, dat eerst op 12 October 1876 de openbare behandeling kon beginnen. Zij heeft, gelijk reeds uit den naam der wet blijkt, heel wat veranderingen tengevolge gehad. Maar de wet van 1876, eenmaal vast gesteld, is bijna onveranderd gebleven. Wel is zij gewijzigd in 1878, in 1886 en in 1896, en is zij tenslotte in 1918 aangevuld, toen de Handelsregisterwet werd ingevoerd en de coöperatieve vereenigingen verplicht wer den zich in het Handelsregister te doen in schrijven de voornaamste harer bepalin gen bleven echter van kracht. Dit ondanks den aandrang, zoowel van de zijde der ver- bruiks- als der landbouwcoöperatie op achtereenvolgende Regeeringen uitgeoefend om verschillende bepalingen, die niet alleen verouderd, doch bijna onhanteerbaar waren geworden, te wijzigen! Bij Koninklijk besluit van 8 Juli 1919 werd aan een Staatscommissie onder voorzitter schap van den Raadsheer in den Hoogen Raad, Mr. J. A. A. Bosch, opdracht gegeven om te onderzoeken of wijzigingen der wet wenschelijk was dan wel of een nieuwe wet noodig was te achten. De toenmalige Nederlandsche Coöperatieve Bond, die in 1919 zijn jar.rlijksch nationaal congres aan het vraagstuk van de herziening der coöpe ratieve wet had gewijd, kan zich ongetwijfeld de eer toerekenen het laatste stootje in de gewenschte richting te hebben gegeven. De aldus ingestelde Staatscommissie, waarin vertegenwoordigers van de verschillende bonden der verbruiks-coöperaties, van de groote coöperatieve centrale leenbanken en van de zuivel- en landbouwcoöperaties zit- ting verkregen, heeft geruimen tijd behoefd alvorens zij, per 23 Mei 1922, haar verslag aan den Minister van Justitie kon uitbren gen. Dit is ongetwijfeld voor een deel te wijten aan het feit, dat een aantal, in deze materie op den voorgrond tredende punten in de commissie niet door onderling overleg konden worden opgelost, en aan de beslis sing van den Minister van Justitie moesten worden overgelaten. Het verslag van de commissie, opmerkelijk kort en bondig, ging vergezeld van een wetsontwerp met bijbe- hoorende nemorie van toelichting. Het wetsontwerp is grootendeels, de memorie van toelichting voor een aanmerkelijk deel door den Minister van Justitie overgenomen. De schriftelijke gedachtenwisseling met de Tweede Kamer heeft eenige veranderingen noodzakelijk gemaakt: thans is per 13 Octo ber j.L de Memorie van Antwoord door de Ministers Heemskerk en Aalbeise bij de Tweede Kamer ingediend. Indien de Kamer, nadat zij den begroolingsarbeid heeft ver richt, nog tijd vindt om aan deze nuttige regeling aandacht te schenken, voordat zij uiteengaat, zal zij aan de ontwikkeling der coöperatieve vereenigingen op menigvuldig gebied, een 'rooten dienst hebben bewezen. Bijna een halve eeuw scheidt de oorspron kelijke wet van deze verbeterde editie, die weliswaar in geheel nieuwen vorm is ge kleed, doch niettemin op vele punten gelij kenis met de oude wet toont. Een halve eeuw van krachtige ontwikkeling der coöpe ratieve vereenigingen, op bijna elk gebied Van 1874 dateeren de eerste werkelijke coöperatieve verbruiksvereenigingen; daar na zijn zij opgericht in bijna alle belang rijke steden des lands, en sedert de z.n neutrale zich met de arbeiderscoöperaties in 1919 hebben gefusionneerd, is de veelal hatelijke concurrentiestrijd in gelijke plaat sen verdwenen. De coöperatieve vereeniging „Vooruitgang" te Rotterdam met 40.000 leden spant hier de kroon, maar ook in andere plaatsen zijn er belangrijke, die een totaal van 400 met een paar honderdduizend leden bereiken. In 1886 werd in het kleine Friesche dorpje Warga de eerste coöpera tieve zuivelfabriek opgericht; thans bestaan overal provinciale organisaties, vereenigd in den F. N. Z., en zijn er 640 coöperatieve tegen 311 z.n. speculatieve fabrieken. In omstreeks 1877 begon men in Zeeland met en gemeenschappelijken aankoop van hulp meststoffen, voedérartikelen e.d,; thans overtreft het aantal dergelijke coöperaties de duizend en zal de omzet de honderd mil- lioen al naderen. Een slechts ietwat klei ner bedrag wordt bereikt op de coöpera tieve veilingen van groenten en fruit. Ver schillende suikerfabrieken, echter op lange na niet de meerderheid, zijn op coöperatie ven grondslag gevestigd; de aardappelmeel- fabricage is voor het grootste deel in handen van de coöperatieve fabrieken, die een 330 nillioen K.G. aardappelen per campagne verwerken. Dan zijn er de tallooze, honder den coöperatieve credietvereenigingen; boe renleenbanken, spaarbanken, Raiffeisenkas- sen e.d., vereenigd in drie centrales, te Utrecht, te Eindhoven en te Alkmaar, die bijna 250 mill, aan spaargelden en meer dan 100 mill, aan voorschotten omzetten En dan zijn er last not least nog de talrijke coöperatieve bouwvereenigingen, ten aan zien waarvan gegevens ontbreken, maar die toch ook, vooral in de groote steden, invloed oefenen. Vermelden wij dan nog de belang rijke middenstandscoöperaties op verschil lend gebied, de hier en daar opkomende vormen van z.n. industrieele coöperatie dan dient daartegenover slechts gewag ge maakt van de volledige mislukking van wat men productie-coöperatie kan noemen, die dan ook de hoogste vorm van samenwerking is. Cijfers dus voldoende om te doen zien, dat de coöperatie, een halve eeuw geleden in opkomst, thans, vooral op landbouwgebied, een aanmerkelijke hoogte heeft bereikt. Aan die toenemende beteekenis van de coöpera tieve vereeniging als verschijnsel in het maatschappelijk leven, in het bijzonder ten plattelande, is voor een deel der noodzake lijkheid van wijziging der wet te danken. Voor een ander deel aan omstandigheden die vijftig jaren geleden niet waren te voor zien. Met dat al heeft deze, bij uitstek be voegde Staatscommissie, dat artikel van de wet, hetwelk betrekking heeft op de om schrijving der coöperatieve vereeniging, ge heel ongewijzigd gelaten. Zoozeer zelfs, dat er uitdrukkingen in voorkomen, die de wer kelijkheid niet meer dekken. Art. 1 toch van het ontwerp bepaalt: „Onder coöperatieve vereenigingen verstaat de wet vereenigingen van personen, waarbij de in- en uittreding van leden is toegelaten en die bevordering van de stoffelijke belangen der leden ten doel hebben, als door middel van gemeen schappelijke uitoefening van hun nering of hun ambacht, door aanschaffing van hun be- noodigdheden of het hun verstrekken van voorschot of crediet." Ongetwijfeld, er zijn bezwaren tegen deze omschrijving verno men. Zij kwamen vooral van den kant der genen, die deze omschrijving te ruim oor- deelen, zoodat er niet alleen coöperatieve, maar ook andere vereenigingen onder val len, en dus de mogelijkheid bestaat in de practijk gebleken dat de bepalingen der wet te eeniger tijd toepasselijk worden ge acht op vereenigingen, die met de coöpera tie niets hebben uit te staan. Waar nu bij verschillende leden der Staatscommissie, die dit gevoelen waren toegedaan, bovendien de overtuiging bestond, dtit het in de toekomst noodig zal blijken, vooral op fiscaal gebied, uitsluitend voor coöperaties geldende wets voorschriften te maken, is het begrijpelijk, dat zij aan een meer beperkte omschrijving; eene, die niet te ruim gesteld is, voorkeur geven. Intusschen, de omschrijving, die cp een staat van dienst van een halve eeuw mag wijzen, is gehandhaafd, en alleszins waarschijnlijk is het, dat zij ook door de Tweede Kamer gehandhaafd zal worden Men is zonder berichten over den Por- tugerschen vli'ger Cabrsl, die Zaterdag uit Rotterdam vertrok met bestemming naar Portugal. O d 'rzoekingen van Brest tot aan de Bel gische grens grens hebben geen enkel resul taat opgeleverd. Woensdagochtend te 7 uur is uit het vlieg kamp de Mok een groep vliegtuigen van den Marine-Luchtvaartdienst opgestegen ter op sporing van den Portugeeschen vlieger Ca bral, de vlieger, die indertijd de bekende Oceaanvlucht heeft ondernomen. Zijn vlieg tuig behoorde tot het drietal Portugeesche vliegtuigen (Fokker zee-vliegtuigen), dat Zaterdagochtend j.l. van Schellingwoude is opgestegen naar Portugal. Een dier vlieg tuigen is te Brest aangekomen en een te Cherbourg. Het derde toestel met den heer Cah<-a] wordt vermist. Naar wij vernemen w re door de Fransche, Engelsche en B l- is ,ic vliegdiensten reeds opsporingsvluc - ten naar dit vliegtuig ondernomen, doch zonder succes, Thans is bij het departement van marine telegrafisch bericht ontvangen, dat het stoom- visschersvaartuig O 87 te Oostende heeft aangebracht een stuk wrakhout, dat opge- vischt was ten Zuiden van Beachy Head in het Kanaal op 1 gr. 20, Oosterlengte en 50 gr. I 37' Noorderbreedte, den 18den November, 1 omstreeks acht uur 's morgens Het wrakstuk bleek te zijn een stuk van een drjjver. Hierop kwam een getal voor en bij nader onderzoek aan de Fokkerfabriek bleek dit getal overeen te stemmen met een getal, dat voorkwam op één der drijvers van het vermiste vliegtuig van den Portugeeschen vl'egcr Cabral. Behalve Cabral bevond zich een Portu- gèesch matroos in het vliegtuig, dat, naar thans vaststaat, is verongelukt. ingeland en Egypte. De dezer dagen gepleegde aanslag op den Sirdar van het Egyptische leger zal ver moedelijk verstrekkende gevolgen hebben. In de Engelsche bladen is reeds een zekere gisting merkbaar. Zoo stelt de „Times" in een hoofdartikel zoowel de Egyptische re geering als de Egyptische volksvertegen woordiging en Zaghloel Pasja moreel voor dezen aanslag verantwoordelijk en verklaart, dat een onmiddellijk en krachtdadig in grijpen noodzakelijk is. De „Daily Express" is van van oordeel, dat de declaratie van 1922 (waarbij de onafhankelijkheid van Egypte werd erkend Red), terstond ingetrokken moet worden. Engeland moet zijn volledige vrijheid van handelen terug krijgen. De droom van een onafhankelijk Egypte is voor bij. De houding der Egyptische pers tegenover de Engelsche ambtenaren, die hun admini stratieve plaatsen in Egypte niet hebben verlaten, is gedurende langen tijd uiterst provoceerend geweest, doch ernstiger nog zijn de pogingen, die thans gedaan worden om deze quaestie te maken tot een middel van internationale intrige. De „Daily News" herinnert eraan, dat een deel der Fraische pe~s Spanje's mo:i- lijkheden in Marokko trachtte te exploi- teeren ten bate van Frankrijk. Dezelfde pers tracht thans hetzelfde te doen met Engeland's moeilijkheden in Egypte. In Frankrijk wordt gezinspeeld op een her ziening der Engelsch-Fransche overeenkomst van 1904, waardoor Egypte en Marokko wederom pionnen zouden worden op het schaakbord der ouderwetsche diplomatie. De bedoeling is, Frankrijk's toestemming tot een hernieuwd Engelsch protectoraat over Egypte te verleenen in ruil voor voldoende concessies van Engelsche zijde. Hiervan zal echter niets kunnen komen. Wel zal de moordaanslag op den Sirdar, die tevens gou verneur van den Soedan is, Engeland nood zaken tot het treffen van voorzorgsmaat regelen. In verband hiermede is het van belang eraan te herinneren, dat in MacDonald's boodschap van 7 October aan Lord Allenby er op gewezen wordt, dat Zaghloel zelf een aanval heeft gedaan op den Sirdar door diens bevel over het leger onvereenigbaar te noemen met de waardigheid van Egypte. De geest in Spanje. Het „Journal" verneemt uit Hendaye dat een persoonlijkheid, die zeer goed op de hoogte is van den toestand in Spanje en met den Sud-Express is aangekomen, bevestigd heeft dat het uitstel van het naar huis zenden der lichting 1921 ernstige onrust heeft ver oorzaakt. In het leger in Afrika en in de ka zernes te Madrid heeft men de muitelingen hun wapenen moeten afnemen. Tweehon derd werden gearresteerd en zullen voor den krijgsraad terechtstaan. De bekende schrijver Blasco Ibanez, die wegens zijn scherpe houding tegen het Di rectorium uit Spanje is verbannen en op het oogenblik in Frankrijk verblijf houdt, heeft een pamflet gepubliceerd hetwelk tegen Ko ning Alfonso en Primo de Rivera is ge richt. Het geschrift zal tegelijkertijd in Frankrijk, Engeland, de Ver. Staten en in Spar3? verschijnen. In een onderhoud met de „Oeuvre" heeft hij een en ander uit deze brochure medegedeeld. Hij vaart geducht tegen den Koning uit, die naar zijn meening evenals Wilhelm II, zijn grootvader Ferdi nand VII heeft willen nabootsen, maar de absclute monarchie feitelijk heeft hersteld Men heeft nooit geweten dat de Marokkaan- sche oorlog, die vijf millioen peseta's per dag kost, zijn oorlog is, waaraan echter deze koning-seddaat nooit heeft der 1 genomen en waarin 100.000 man geen 10.000 bergbe woners kunnen overwinnen. In Spanje is de lucht niet om in te ademen elk woord en elk gebaar is van te voren veroordeeld. De militaire censuur verstikt alles wat hem mis- h agt. Een kolonel vaart over de bladen.. De geheele natie is gedesorganiseerd. Al fonso XIII is gevaarlijk cabotin. Hij was tij dens den oorlog Franschgezind met het volk maar hij deed den Duitschen gezant heime lijk de vertrouwelijke mededeelingen van den Franschen attaché toekomen. Sedert 1914 zijn 18 koningen uit Europa verdwe nen. Alfonso moet de 19e zijn tot heil van Spanje.... De oorlog in Marokko ruineert het land, doch hij brengt den Koning geld in. Hij is aandeelhouder in de scheepvaart maatschappij, die troepen naar den dood vervoert. In deze termen laat Ibanez zich over zijn Koning uit. T zelf 'ertijd echt r c'at deschrij- v r aldus van ich doet spreken, heeft admi raal Magaz, de waarnemende voorzitter 'van het Directorium, in een interview met een medewerker van de „Matin" te Madrid ver klaard dat men de rol, die Ibanez in de revo lutionaire beweging zóu spelen, sterk over drijft. Hij is stellig een letterkundige van groot talent, maar hij heeft Spanje reeds twintig jaar geleden verlaten en het sinds dien telkens maar voor korten tijd bezocht. De toestand in China. Eenige weken geleden meende de Reuter- correspondent te Peking, nadat Woe-pei foe gedwongen was geworden Peking te verlaten, te mogen constateeren, dat de strijd in China was geëindigd. Wij hebben toen dadelijk op gemerkt, dat men zich den loop van zaken wel niet zoo gunstig zou mogen voorstellen. Woe-pei-foe immers was wel genoopt zich terug te trekken, maar hij is geenszins de man om zich zoo gemakkelijk gewonnen te geven en hij kon nog rekenen op den steun van verschillende militaire aanvoerders. Wij hebben er toen tevens op gewezen, dat de strijd in China slechts een strijd is tusschen deze verschillende militaire aanvoerders, die elkander de macht en de daaruit voortvloeien de voordeelen betwisten en die zich al naar hun belang het meebrengt groepeeren om enkele machtiger voormannen Tsjang-tso- lin in het noorden, Woe-pei-foe in het cen trum, Soen-yat-sen in het Zuiden. Na de nederlaag van de z.g. Anfoe-partij, welke onder leiding stond van den marschalk Toean sji-yoe, die sedert uit het openbare leven zich terugtrok, was Woe-pei-foe er in geslaagd, Zich van het gezag in Peking meester te ma ken. Zijn concurrent Tsjang-tso-lin kon slechts in Mantsjoerije zich handhaven, dank zij ook de ondersteuning van Japansche zijde, die hem werd verleend. In den in de laatste maanden hervatten strijd om de macht tus schen deze beide groote mededingers, welke door den oorlog tusschen de militaire gou verneurs van Kiangsoe en Tsjekiang werd ingeleid, bleef ditmaal Tsjang-tso-lin de overwinnaar, tengevolge van het „verraad" van den christen-generaal Feng, die, tot voor kort nog aanhanger van Woe-pei-foe, toen hij de kans schoon zag blijkbaar hoopte zelf een meer beteekenende rol te kunnen spelen en die zich van Peking meester maakte, en nu, aansluiting wilde zoeken tot de oude Anfoe-partij en haren leider Toean-sji-yoe. Maar zijn berekeningen werden in de war gestuurd door Tsjang-tso-lin, die nu door de breuk tusschen Woe en Feng in staat was zijn overmacht te bevestigen en zijn troepen kon laten oprukken. Tsjang-tso-lin liet even eens door zijn troepen Tientsin bezetten en tracht nu ook in Peking een tegenwicht te vormen tegen de macht van Feng. Maar intusschen hebben deze beide hee- ren buiten Woe-pei-foe gerekend, die meer Zuidelijk de wijk heeft genomen en thans te Woetsjang in de buurt van Sjanghai met be hulp van verschillende militaire gouverneurs in het centrum des lands een militaire regee ring heeft ingesteld. De oude verhoudingen zijn dus weer her steld. Wij hebben nog altijd de groote mede dingers, Soen yat sen (in Canton), Woe-pei- foe en Tsjang-tso-lin. Alleen met dit verschil, dat Woe uit Peking is verdreven, dat Soen yet sen tot toenadering tot Tsjang tso-lin meer bereid schijnt te zijn (hij is op weg naar Tientsin om overleg te plegen) en dat nu de christen-generaal Feng als nieuwe macht hebber te Peking zetelt en pogingen wil doen alle mededingers zich te doen vereenigen onder Toean-sji-yoe. Hetgeen vermoedelijk een hopeloos pogen zal zijn, omdat Woe-pei- foe, nu hij te Woetsjang' weer voldoenden aanhang heeft gevonden, niet zal nalaten naar de verovering van de machtspositie.te stre ven, waarheen hij al zoo flink op weg was. Achter dit alles werken ongetwijfeld ook buitenlandsche invloeden. Japansche en Rus sische, Amerikaansche en Britsche en Fran sche, maar de rol hiervan is temidden van de chaos al heel moeilijk vast te stellen en grootendeels zijn de beschouwingen hierom trent dan ook van speculatieven aard. Trou wens deze invloeden spelen in elk geval een ondergeschikte rol, de verschillende Chi- neesche concurrenten treden in de allereerste plaats voor zich zeiven op. Daaraan hoeft men niet te twijfelen. CHAMBERLAIN BRITSCH VERTE GENWOORDIGER BIJ DEN VOLKEN BOND? Een Reuter-telegram meldt, dat naai de „Manchester Guardian," verneemt, het k ciaet ce benoenri.ig van Austen Chamber- 1 in, den Engel chen minister van Buiten- a idsche Zaken als vertegenwoordiger van Groot-Britannië in den Raad van den Vol- J kenbond heeft goedgekeurd, en dat hét zoo I goed als zeker is, dat Chamberlain de ver gadering van den Raad te Rome zal blij- wonen. EEN WILDE STAKING IN DE LON- DENSCHE HAVENS. Een aantal havenarbeiders in het koelbe- drijf legden gisternacht plotseling den arbeid neer. Ofschoon men hier klaarblijkelijk te doen heeft met een niet-officieele staking, bestaat toch het gevaar dat zij zich zal uit breiden. LORD BEATTY TREEDT NIET AF. Volgens de „Daily Telegraph" is het be richt dat Lord Beatty met Januari zal af treden als eerste Lord der admiraliteit on juist. DE DREIGENDE STAKING IN DE LONDENSCHK ELECTRICITEITS- BSDRIJVEN. Alle vakvereenigingen, die betrokken zijn bij de staking om loonsverhooging, verklaar den zich naar uit- Londen wordt gemeld, vcor een gemeenschappelijke actie. Vak- vereenigingsbestuurders verklaren, dat bin nen achttien uur de electrische industrie in het gebied van Londen volkomen tot stil stand zal komen. DE VERHOUDING VAN BRITANNIE TOT RUSLAND. De „Times" meldt, vólgens een draad loos bericht, dat de mogelijkheid bestaat dat de regeering overgaat tot de publicatie van een W'itboek met betrekking tot den brief van Zinowjew, dat wellicht ook nog andere documenten zal bevatten, die thans in het bezit der régeering zijn en welke be trekking hebben op de quaestie der Sovjet propaganda in Groot-Britannië, en, naar men meent, even belangrijk zijn als de brief van Zinowjew zelf. Het proces tegen generaal Von Nathusius zou gisteren voor den krijgsraad van het eerste legercorps te Rijssel beginnen. Vol gens de bladen zal de krijgsraad bestaan uit de officieren, waaruit deze op het oogenblik is samengesteld, zoodat er niet, zooals men tot nu toe had verondersteld, hoogere offi cieren zitting in zullen nemen en men dus geen acht zal slaan op den rang van den be schuldigde. Von Nathusius heeft, naar men weet, zijn verdediging opgedragen aan den advocaat Nicolai, dien hij nog uit den tijd, toen hij te Metz in garnizoen lag, kende. Tegenover een redacteur van de „Petit Parisien" heeft hij zijn leedwezen uitgesproken dat het pro ces zoo spoedig begint, zoodat er geen ge legenheid is geweest enkele getuigen ii dé charge, die in Duitschland wonen, tijdig op te roepen. Als openbaar aanklager zal optreden Pieret, de nieuwbenoemde regeeringscom- missaris bij den krijgsraad te Rijssel. PLANNEN VOOR EEN LUCHTSPOOR IN PARIJS. De Gemeentelijke Studiecommissie voor Transportaangelegenheden heeft haar goed keuring gehecht aan een voorstel, dat de vol gende woek aan den Conseil Géneral van het Seine-dep. zal worden voorgelegd en dat den aanleg beoogt van een luchtspoor tus schen de de Porte de la Chapelle (Parijs) en Saint-Denis. De-luchtlijn zou drie km 380 M. lang worden, maar indien de proef slaagt tot Rijssel, ja zelfs tot Brussel worden door getrokken. Zij zou ter hoogte van 14 meter boven den beganen grond worden aange bracht. De wagens, die zestig reizigers kun nen bevatten, zouden het traject in zeven minuten afleggen. Er zouden dagelijks 90 ritten heen en terug worden ondernomen, tegen 75 centimes (retour) tot negen uur 's ochtends en 50 centimes gedurende de an dere uren van den dag. Aan de beide eind punten zouden twee stationnetjes worden gebouwd. Francis Laur, de uitvinder van het sy steem, heeft aan de „Petit Parisien" verklaard dat de kostprijs van den nieuwen aanleg ver re beneden dien van de tunnelsporen der voorsteden zal blijven. Ofschoon er gedu rende de laatste jaren vele verbeteringen op het gebied der verkeerstechniek zijn verwe zenlijkt, meende hij dat de verschillende vervoermiddelen ten dienste van het pu bliek nog geenszins aan de behoeften vol doen. SNEEUWVAL* In het Beiersche woud en de Allgaeu, is veel sneeuw gevallen. Op de Allgeau ligt de sneeuw lOcM. hoog. Ook in Neder-Beieren sneeuwt het onafgebroken. In den gisternacht is in Zuid-Duitschland het weer omgeslagen. Op den Feldberg, waar den vorigen nacht nog een temoeratuur van 10 a 11 graden onder 0 werd geregis treerd, wees de thermometer gistermorgen vroeg een temperatuur van 3 a 4 graden aan. Het sneeuwt ook in de Rijnvlakte. TEGEN DEN ALCOHOL. De Prurische regeering heeft een speciale commissie benoemd, welker taak het is het alcohclverbruik te bestrijden. EEN VERHOOGING DER DUITSCHE BELASTING OP AMERIKAANSCHE AUTO'S. De Duitsche Economische Rijksraad heeft ent resolutie aangenomen, waari een scherpe v:rIv o ring geëischt wordt van de belasting op Amerikaansche automobielen, waardoor de Amerikaansche automobielen-import practisch onmogelijk wordt. De resolutie zal naar den Rijksdag gestuurd worden. DE JAPANSCHE VORSTELIJKE HU WELIJKEN. Gisteren hebben wij medegedeeld, dat de Japansche keizerlijke familie het besluit heeft genomen, dat voortaan koninklijke prinsen volledige vrijheid zullen hebben in de keuze van hun ecH enoote, met uitzondering van de troonopvtl rs. Uit een telegram aan de VERKEERD OPGEVAT. Hospita; „U moet betalen of gaan. Heer op kamers: „Dat 's fideel. M'n W rige juffrouw liet me allebei doen." KINDERLIJK. „Vader," sprak Jantje, „oom zei, dat fk sprekend op u lijk. Zou hij dat nu heusch meenen, of zegt hij het alleen maar om te plagen?" WAT HIJ PREFEREERDE. „Krijgt tante een zoentje van je, dan krijt je twee cent." „Dank u. Ik verdien meer met wonderolie innemen." „Daily Mail" blijkt nader, dat bij bovenge meld besluit ook het gebruik is afgeschaft van verlovingen tusschen vorstelijke kinde ren, dat teruggaat tot de eerste dagen van de Japansche beschaving. Het besluit was hét gevolg van den wensch, onlangs geuit door prins Asiakiza Koeni, erfgenaam van het Keizerlijk b uis Koeni, oin te breken met het gebruik van verlovingen met een prinses als zij nog kir.d is. Het ver zoek van den 24-jarigen p-ïns wiens zuster, princes Nagako, in Januari v tl dit jaar in het huwelijk trad met den kroo..prins-regent, die eenige maanden geleden, zooals men zich herinnert, een bezoek bracht aan Europa, werd ingewilligd. Het prijsgeven van bovenstaande tradities, die duizenden jaren bestonden, is stellig een van de meest historische en meest belang rijke gebeurtenissen in Japan en wijst op een neiging van het Verre Oosten om zich aan te sluiten bij de zeden en gebruiken in het open bare leven van het Westen. Het besluit heeft begrijpelijkerwijs groot opzien in Japan gebaard, in het bijzonder onder den adel. De kantonrechter te Amsterdam veroor deelde eenige maanden geleden bij verstek bakker P. A, Houtman, uit de Kinkerstraat aldaar, tot 100 boots subs 40 dagen hech tenis, omdat hij in zijn winkel brood in voorraad had, dat beneden 't juiste gewicht was. Bakker Houtman kwam tegen het von nis in verzet, maar de boete bleef 100. Toen ging de bakker in hooger beroep en Woensdag behandelde de Zesde Kamer der Rechtbank zijn zaak. Bakker Houtman achtte het mogelijk, dat op dien dag, toen een keuringsambtenaar zijn brood kwam onderzoeken, een voor raad brooden beneden het gewicht in zijn winkel was. Hij stond daar echter buiten, want het wegen liet hij aan zijn knechts over. Waarschijnlijk hadden zij zich vergist dien morgen. Dr. A. van Raelte, directeur van den keu ringsdienst, die het brood had onderzocht, verklaarde, dat de brooden 710 gr. wogen. Op een desbetreffende vraag van den ver dediger, mr. Cohen, antwoordde de deskun dige, dat hij ervan overtuigd was, dat er bij dezen bakker geen kwader trouw in het spel was. Bakker Houtman staat daar veel te goed voor aangeschreven. Het feit was slechts een gevolg van slordigheid. De amb tenaar van den keuringsdienst, die destijds de brooden in den winkel gewogen had, zei- de ook wel zeker te weten, dat hier geen kwader trouw in het spel was. Bakker Houtman staat uitstekend aangeschreven. In den tijd van den „broodoorlog", toen hij den strijd voerde tegen de hooge broodprij zen, door zijn brood in prijs te verlagen, werd op zijn eigen verzoek zijn brood drie maal daags gewogen. Nooit was er een te gering gewicht geconstateerd. D.e bakkersknecht, die dien morgen hei deeg gewogen had, werd als getuige a dé charge gehoord. Hij zeide, dat het heel best mogelijk was, dat er een gewicht van de schaal was gevallen. De president van de Rechtbank verklaar de daarop, dat de Rechtbank ervan over tuigd was, dat hier kwader trouw uitge schakeld moest worden. Het O. M., waargenomen door mr. J. Ver steeg, vond dat de straf van den kanton rechter verlaagd moest worden, in aanmer king nemend de gunstige verklaringen, die voor bekl. waren afgelegd, Spr. vroeg ver- nieliging van het vonnis van den kanton rechter en veroordeelde tot 50.boete subs. 20 dagen hechtenis. De verdediger, mr. Cohen, zeide het jam mer te vinden, dat hier niet mr. van Lier als vertegenwoordiger van het O. M, tegen over hem stond. Toen bakker Houtman eenige maanden geleden wegens een over treding van de Arbeidswet voor de Recht bank stond, had mr. van Lier in zijn requi sitoir gezegd, doelend op de thans behan delde zaak, die toen juist voor den kanton rechter was geweest, dat bekl. veel van da sympathie verloren had, die hij in den „broodoorlog" gekregen had, waar hij ge makkelijk goedkooper brood kon leveren, als hij het met het gewicht niet zoo nauw neemt. Bekl. had door die uitspraak van den Of ficier veel schade ondervonden. En thans is uitgekomen, dat er absoluut geen kwa der trouw in het spel was. PI, vroeg daarom een boete van 1 of 50 cent op te leggen, om bekl. te rehabili- teeren voor zijn concurrenten en tegen standers. 32. „En vrouw Guttersnipe?" „./as beschonken, gelijk zij gisterenavond verklaarde. Zij dacht, dat, indien er een heer was gekomen, dit een ander moest geweest zijn." Een ander?" herhaalde Calton op verle gen toon „Welke arjere?" „Oliver Whyte." Calton verliet zijn plaats. Op zijn gelaat feekende zich een onmiskenbare trek van v bazing. „Oliver Whyte," herhaalde hij, dra, nadat hij zijn tegenwoordigheid van geest herkre gen had. „Had hij de gewoonte daar te ko men?" „Ziehier, mijnheer," zei Kilsip met zachte ®tem, „er is zeer veel in de zaak, wat mij niet duidelijk voorkomt, inderdaad, hoe ver der wij er mee komen, zooveel te meer schijnt mij een en ander uiterst ingewikkeld toe. Ik ging dezen morgen vrouw Gutter snipe nogmaals bezoeken, en zij vertelde mij, dat Whyte verscheidene malen „de koningin" bezocht tijdens haar ziekte, zij scheen met hem op een nog al vriendschan- pelijken voet te staan," „Maar voor den duivel, wie is die vrouw, welke men den bijnaam van „Koningin" geeft," sprak Calton verbitterd, „zij schijnt van alles uitstekend op de hoogte te zijn; ieder pad, dat wij volgen, leidt tot haar." „Ik ken te nauwernood meer dan haar naam," hernam Kilsip, „ik weet alleen, dat zij een zeer schoone vrouw moet geweest zijn, van omstreeks 49 jaren. Een paar maan den geleden kwam zij van Engeland naar Sidney, vervolgens naar deze plaats hoe zij met vrouw Guttersnipe in aanraking kwam, is mij een raadsel, ofschoon ik een poging deed, het oude wijf te polsen, maar zij is zoo vast als eén muur, en ik geloof stellig, dat zij meer van de overledene weet, dan zij verkiest te vertellen." „Maar wat kan zij Fitzgerald verteld heb ben, hetgeen hem zulk een dwaze handeling deed begaan. Een vreemdeling, van Enge land afkomstig, stervende in een der ach terbuurten van Melbourne, kan onmogelijk iets omtrent Miss Frettlby weten." Kilsip was niet weinig verlegen. „Ik moei bekennen, dat het een raadsel is," sprak hij eindelijk; „maar indien Fitz gerald slechts wilde spreken, zou zich al les ophelderen." „Hoe, omtrent Whyte's moordenaar?" „Nu ja. hef zal nu wel niet zulk een vaart nemen, maar het kan ons ten minst omtrent de aanleiding tot den moord vol doende opheldering verschaffen." „Ik moet bekennen, dat u gelijk hebt," antwoordde Calton aandachtig, terwijl de gerechtsdienaar opstond en zijn hoed op zette, „doch het baat ons niets. Fitzgerald heeft blijkbaar, om deze of gene reden, het voornemen, met te spreken; onze eeni- ge hoop dus, hem te redden, berust in het opsporen van dit meisje." „Mocht zij e.gens in Australië zijn, dan kunt u van hair ontdekking u overtuigd houden," -mtwoordde Kilsip vertrouwelijk, toen hij zich gereed maakte, om te ver trekken. „Australië heeft niet zulk een groote overbevolking. Indien Sal Rawlins in Australië ware, moest zij zeker zich op een afgelegen plaats bevinden, want in spijt van alle po gingen, was zij nogens te vinden. Dood of levend, blijft hier de vraag, want haar verdwijning was zoo vólkomen, als had de aarde haar in haar ingewanden verzwol gen. Hef laatste spoor van haar leidde in een hol te Sidney en sedert was er niets van haar ta zien noch te hooren. Adver- tentiën werden in de couranten geplaatst in Australië en Nieuw-Zeeland, waarin groo te belooningen voor haar ontdekking wer den uitgeloofd, maar alles leidde tot niets Daar zij zelf niet lezen kon, zou zij er wellicht onbewust van zijn, dat men haar noodig had, en indien, gelijk Calton be vroedde, zij haar naam veranderd had, zou niemand er ha ir over spreken, zoo zij het niet door toeval vernomen had. Dit alles bijeen genomen, scheen alle hoop ijdel, met uitzondering van de vrijwillige terug keer van Sal. Als zij in Melbourne terug kwam, zou zij ongetwijfeld naar de ver blijfplaats van haar grootmoeder terugkee- ren, daar zij geen reden had om er weg te blijven; diensvolgens hield Kilsip streng toezicht op het huis, tot groote ergernis van vrouw Guttersnipe, want, met ware Engelsche trols, kwam zij tegen het spion- nage-stelsel in verzet. „Naar de maan met hem," kraste zij bij het gebruiken van haar avonddrank tot een oude heks, even verdord en rampzalig uitziende als zij zelf, „waarom, in 's he melsnaam, kan hij niet in zijn eigen huis blijven en mij alleen laten inplaats van hier te komen en rond te tasten en te loeren en een mensch te beletten, zijn kostje te verdienen en een beetje te drin ken, als men zich niet lekker gevoelt." „Wat komt hij hier uitvoeren?" vroeg haar vriendin, haar zwakke, oude knieën wrijvend, „Uitvoeren, hij wil ons bepaald de strot afsnijden," zeide vrouw Guttersnipe boos aardig. „En ik zal het hem nog eens op een nacht doen, als hij hier weer staat te spionneeren, air ware het Prentridge, hij kan de bengel, die wcggeloopen is, zoo veel uithooren, als hij maar wil, maar ik weet iets wat hij niet weet!" Zij eindigde met een lach, den ouderdom eigen, terwijl haar metgezellin de gelegenheid van den langen speech had te baat genomen, om uit de gebroken beker eenige flir.ke teugen jenever te nemen, vrouw Guttersnipe pak te het ondolukkige oude schenseJ hï, <je haren, en in spijt van haar zwak hulpge roep, bonsde zij baar hoofd verscheidene malen tegen den muur. „Ik zal de politie halen," jammerde de aangevallene, zoo spoedig heengaande, als de rheumatiek het haar gedoogde. „U zult zien, dat ik het doe." „Ga het maar vertellen," antwoordde vrouw Guttersnipe onverschillig, zich zel ve een versche beker vullend, „U komt hier de boel afloeren, en mijn hapje wag- kapen, ik zal je den hals afsnijden en je boosaardigen ouden kop afdraaien!" De andere jankte van ontsteltenis bij bet vernemen van dit aangenaam voorstel, om haar hel leven te benemen en waggelde zoo spoedig mogelijk de deur uit, vrouw Guttersnipe alleen achterlatende. Inmiddels had Calton verscheidene ma len Brian bezocht, en nam ieder hem ten dienste staand argument te baat, om hem tót een rondborstige en uitvoerige verkla ring te nopen, doch de beschuldigde hand haafde een hardnekkig stilzwijgen, of ant woordde alleen: „het zou slechts haar hart breken," Na een vragenreeks bekende hij Calton, dat hij in den nacht van den moord bij vrouw Guttersnipe geweest was. Nadat hij Whyte op den hoek der Schctsche kerk verlaten bad, zooals de koetsier Royston indertijd verklaarde, was hij door Russcll- street gegaan, en ontmoette Sal Rawlins bij het Unicarn Hotel. Zij had hem bij vrouw Guttersnipe Gebracht, waar hij de stervende vrouw gezien had, die hem iets mededeelde, hetgeen hij niet kon openba ren. „Welnu," sprak Mr. Calton, na deze be kentenis gehoord te hebben, „u hadt ons al die moeite kunnen besparen, met dit vroeger te vertellen en kon even goed uw geheim, wat het ook zijn mocht, be waard hebben. Had u zulks gedaan, dan zouden wij ten minste Sal Rawlins in het verhoor genomen hebben, alvorens zii Mel bourne verliet; maar nu is het louter toe val, of zij al dan niet terugkeert." Brian bleef daarop het antwoord schul dig en scheen inderdaad aan alles te den ken, behalve aan hetgeen de advocaat lol hem zeide, maar juist toen Calton op het punt stond te vertrekken, vroeg hij: „Hoe gaat het Madge?" „Hoe zoudt u wel denken?" zeide Cal ton, „zij is zeer ziek, hetgeen zij te wij ten heb aan de moeite, welke zij zich voor die zaak genomen heeft!" „Mijn lieveling, mijn lieveling!" riep Brian. „Ik deed het slechts, om jou te redden." Calton naderde hem cn legde zijn hand hem zacht op den schouder. „Mijn beste vriend," sprak hij ernstig, „de openbaringen van een cliënt aan zijn advo caat zijn heilig. Je moet mij dit geheim vertellen, wat Miss Frettlby zoo ernstig be treft." (Wordt vervuWdi

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9