mzel EUQD MEMGD ^fllEUWS ZIJN EER! vr AMSTERDAMSCHE KOUT. Ingezonden Mededelingen HOE HOLY-DOLLY RIDDER WERDdoor pijltje. m NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Vierde Blad Zaterdag 22 November KUNST EN KENNIS. Vierde Beurs op huishoudelijk gebied. Kolendampvergiftiging. Ernstige brand in een tank- lichterschip. Een buitenkansje. Botsing tusschen autobus en zandtrein. Kindermoord. a 60 cents per regel. Gratis een trommelkoekpan. De sluipmoord te Ternate. Gevolgen van drift. BINNENLANDSCH NIEUWS. Afscheid van den Franschen gezant Het hotel op den Dam te Amsterdam. VERKEER EN POSTERIJEN. Postcheque- en girodienst. Nieuwe afvloeiing per 1 Mei '25. LUCHTVERKEER. Passagiersver keer op kleine afstanden. UIT DE MOPPENTROMMEL. Gezichtsbedrog. Ik las, dat in verschillende plaatsen Sint- Nicolaas tot nog toe bij u niet je-dat is; dat de avondgezelligheid geheel ontbreekt; maai hier is hij op tijd gekomen. Was het na den oorlog bijna uitsluitend vanaf 1 Dec. dat men van St Nicolaas-drukte kon spreken, het is thans reeds in onze winkelstraten s middags in-gezellig en dat blijft het tot zes uur toe: het algemeene etensklokje in de Hoofdstad. Vooral ook na vier uur als respectievelijk hier en daar de lichten aan gaan, krijgen we de illusie van een ouder- wetschen St. Nicolaasavonddrukte. In de Kalverstraat en ook op den Nieuwendijk is er dan soms geen doorkomen aan. Maar zoo druk het vóór het eten is, zoo kalm blijft het 's avonds: een Amsterdammer die niet ergens naar toe gaat, gaat gewoonlijk eerst na acht uur de deur uit en dan zijn de winkels dicht. Wel zijn, vooral in de Kalverstraat, vele winkeliers zoo vriende lijk de lichten te laten branden, zoodat de „kijkers" hun hart kunnen ophalen, maar men gaat toch niet meer speciaal met het oog op den St. Nicolaas de deur uit, omdat als je toevallig iets zien zou dat je aardig vond als cadeau en bij je portemonnaie Êaste.... het toch niet zou kunnen koopen. 'aarom moet je er 's middags op uit en dat wordt dan ook druk gedaan in deze dagen door dames en heeren uit den middenstand. En naar ik van dien en genen winkelier hoorde, wordt er al aardig gekocht ook, vooral in de duurdere winkels. In de volks wijken daarentegen is men maar matig te vreden; in dit opzicht zijn de toestanden dus geheel tegenovergesteld aan die uit de oorlogsdagen, toen juist in de werkmans buurten de winkels uitverkocht waren en in de Kalverstraat steen en been werd ge klaagd. Natuurlijk ontbreken de verschil lende Sintnicolazen in de melksaions niet. Eigenaardig dat juist de Nieuwendijk zoo n gezochte plaats voor melksaions en z.g. lunchrooms is. Ik zeg z.g., want al staat het ook op de ramen „geluncht" wordt er zoo wat nooit en daar is men ook niet op inge richt. Wat er het meest wordt gegeten dat zijn taartjes en stukjes chocolade! Het is een zeer speciaal publiek, dat deze „lunch rooms" of Nieuwendijksche kattenkroegen bezoekt. Goedkoop is 't er volstrekt niet: de quantiteit licht bier is klein, maar daar voor worden er ook altijd zoo veel te meer consumpties genoten. De gewone bezoekers en bezoeksters gebruiken er alles door el kaar, porties slagroom na bier en een kogel- fleschje na een glaasje port. Zij profiteeren natuurlijk ook en niet het minst van de St. Nicolaasdrukte. Zaterdags en 's Zondags is er geen plaats te krijgen, ze houden er por tiers op na, soms wordt de deur door een hek gesloten, omdat alle stoelen bezet zijn, zoodat men den indruk zou krijgen dat de boel er weggegeven wordt of dat er bizon- derë attracties worden geboden. Die attrac ties bestaan echter uitsluitend uit een elec- trisch orgel of piano. Intusschen het feit is dan, dat een groot deel van Amsterdam daar zijn ontspanning zoekt en dat 't er, ondanks de onschuldige dranken die er worden ge tapt, soms zeer rumoerig kan toegaan. Eigenaardig toch, dat verschil tusschen Nieu wendijk en Kalverstraat; 't 't is of de Dam een grens is en blijft tusschen twee volken die in levenswijze, zeden en gedachtensfeer aanmerkelijk verschillen. In menigerlei op zicht behoeft men Amsterdam niet af te vra gen: „Blijf je zoo?" Zij heeft bewezen, dat ze in de kern maar weinig is veranderd. Wanneer ik naga, wat ik twintig jaar gele den in mijn Amsterdamsche Kout in de „Spaarnebode" heb geschreven over de kwartjesvinders, dan is 't net, of die Amster damsche Kout pas van "gister is. Want de zelfde figuren werken nog altijd op dezelfde wijze. Davidje Vet, een der beruchtste le den, stond dezer dagen meer eens terecht, met twee van zijn kornuiten en hoorde een flinke straf tegen zich eischen. Waarom men echter menschen, die al meer dan hun zil veren jubileum op dit gebied hebben ge vierd, niet het maximum twee jaar geeft, is mij 'n raadsel. Er zal aan dat zaak je ditmaal iets sensationeels vast, n.l. dat een getuige wegens meineed in hechtenis werd genomen. De man had zich nota bene zelf bij een der verdedigers aangemeld en daar deze hem dus voorbracht, is 't voor dezen advocaat, die er voor bekend is, dat hii. als hij er maar even kans toe ziet, bij elk pleidooi een requisitoir afsteekt tegen den Staat, omdat deze voordeel trekt uit alcohol-gebruik, een onaangename geschie denis. Mr. Frangois Pauwels, onze dichter- jurist, die 'n ander kwartjesvinder (Davidje Vet) verdedigde, sprak van een schaduw, die over de zaak geworpen werd door de in hechtenisneming. Waar schaduw is, moet ook een lichtzijde zijn en die kan ik hier in 't geheel niet ontdekken. Allerminst in het feit, dat een talent als hij, een fijnvoelend kunstenaar, dichter en meesleepend rede naar, alle poëzie op zij zet, en uitsluitend op zeer materialistische gronden zulk een indi vidu aan den arm der gerechtigheid tracht te doen ontsnappen. Doch iets anders: hoe komen de menschen er toch in 's hemels naam toe, op straat, in Be trein, met wild vreemde menschen kaart te gaan spelen. Ik vind trouwens dit kaarten in den trein altijd misselijk. Hebben die menschen die paar uurtjes niets anders aan hun hoofd? Is het, wanneer het kijkje naar buiten hen niet meer interesseert, dan niet de meest ge schikte gelegenheid op hun gemak de dag en weekbladen eens door te lezen? Er zijn nog meer zaken waarover ik mij in den trein erger: het brutaal weg zitten, met hun schoe nen tegen bank of kussens over hen. Een keer heb ik gezien dat een conducteur er een aanmerking op maakte, doch in het al gemeen schijnt deze onhebbelijkheid te wor den getolereerd. Een streng verbod op het plaatsen" van koffers in de gangen van door- loopende wagens is hoogst noodzakelijk. Ik ben erg voor de vrijheid.... maar niet voor die van een ander te belemmeren. Ten slotte bestaat wel een verbod tegen het ma ken van muziek en het daarna om een aal moes vragen in de treinen, maar ook daar wordt niet op gelet. Hoe menig reisje wordt niet vergald door een afschuwelijk valsch spelend muzikant, die met de meeste bru taliteit na afloop van zijn ongewenschten ar beid, met een „als 't u blieft" daarvoor be- aling vraagt. Dit niet elkeen durft weigeren. H. HENNING Jr. 9 In het Paleis voor Volksvlijt te Amster dam is Donderdag de vierde Beurs op huis houdelijk gebied geopend. De onderwijzer M. en diens verloofde te Gorichem zijn Woensdagavond beiden door kolendamp vergiftigd geraakt. Laatstgenoem de was spoedig weer bij kennis, doch de heer M. verkeerde gisternamiddag nog steeds buiten bewustzijn. Een ramp voorkomen. Vermoedelijk doordat een lek was ontstaan in de machinekamertank van het tanklichter- schip „Joma" van de Kon. Ned. Petroleum Maatschappij, liggende in de Waalhaven te Rotterdam, ontstond brand in de machine kamer. Aangezien de „Joma" geheel geladen was met stookolie tastte de brandweer korten tijd na de alarmeering het vuur op energieke wijze aan. Met 4 stralen op de waterleiding en 2 van de drijvende stoomspuit „Haven dienst II," alsmede een straal op de stoom spuit van de fabriek, werd meer dan 1 uur lang water gegeven. Hoofdman Van der Tas wist te voorkomen, dat het vuur zich ook naar de groote tanks met de brandbare vloeistof zou uitbreiden. De geheele machinekamer ging verloren. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Het ziekenfonds „Tot onderling Nut," te Weesp dat ruim een eeuw geleden aldaar werd opgericht, zal ontbonden worden, aan gezien men in een der oude reglementen ontdekt heeft, dat wanneer het ledental bene den 50 daalt tot liquidatie moet worden over gegaan. En thans zijn er nog slechts 19 leden! Onder dezen zijn verschillende oudjes, die meer dan 60 jaaf aan 't fonds gecontribueerd hebben en thans geheel onverwacht, zich 'n paar honderd gulden zullen zien uitbetaald, daar circa vijf-en-'n-half-duizend gulden ver deeld moet worden naar verhouding van het aantal jaren dat gecontribueerd is. Woensdagmiddag is een autobus der gemeente Arnhem in aanrijding gekomen met een zandtrein, rijdende in de richting van den Raapopschen weg. Hoewel de bestuur der van de locomotief onmiddellijk stopte, was het niet meer mogelijk om een botsing te vermijden. De autobus werd terzijde gegrepen en ern stig beschadigd. Het zijpaneel werd inge drukt, terwijl ruiten werden verbrijzeld. Een der passagiers liep verwondingen op ten ge volge van de glasscherven. De gemeentepolitie te Velp heeft aange houden een vrouw, als verdacht van kinder moord. Het lijkje is opgegraven en in beslag genomen en de verdachte is gevankelijk naar Arnhem overgebracht en ter beschikking van de justitie gesteld. Daar het bereiden van trommelkoek, ook wel ketelkoek, tulband of boffert geheeten, in vele stréken van ons land slechts weinig meer geschiedt, doordat de hiervoor spe ciale pan ontbreekt, stellen wij, om het ge bruiken van dit bijzonder smakelijk en voedzaam gerecht weder meer ingang te doen vinden, gedurende eenigen tijd trom melkoekpannen op gemakkelijke wijze ver krijgbaar. In ieder pak KOOPMANS' Zelfrijzend BAKMEEL bevindt zich n.l. een bonnetje. Bij inzending van 25 bons RECHTSTREEKS AAN DE FABRIEK wordt de trommelkoek pan (inhoud 1% L.) gratis toegezonden. Te vens daarbij ons bekend receptenboekje voor het bereiden van meelspijzen en gebak. Vraagt Uw kruidenier dus steeds bakmeel van KOOPMANS. Leeuwarden. N.V. KOOPMANS' MEELFABRIEKEN. Op Vrijdag 26 September jl. heeft zich hier een drama afgespeeld, aldus de corres pondent van de „Loc.", te Ternate. 's Mor gens om nog geen half vijf werd de halve kotta verschrikt wakker door het amoksein van de bel in de gevangenis. Aller gedachte was te doen te hebben met de een of andere vechtpartij onder de gevangenen en daarom bleven de meesten thuis in bed. De enkelen, die zich herwaarts spoedden echter, hoorden, dat het iets heel anders was. De wachtcom mandant Kwabena, een Europeesch sergeant, was doodgeschoten door een inlandsch col lega, die daarna de hand aan zichzelf had ge slagen. Tragisch geval te weten, dat de ver moorde pas ruim een maand gehuwd was. De oorzaak is natuurlijk gemakkelijk te ra den vrouwenperkara. Erg kwaad bloed moet ook gezet hebben, dat een der laatste weken de moordenaar „maloe" was gemaakt voor den troep, terwijl die zwemoefeningen hield op Kelapa Pendek, de militaire zwemplaats. Men staat echter versteld, van de uiterste kalmte, waarmee zich het gansche drama heeft afgespeeld. Op bloote voeten, de karabijn verborgen onder zijn cape, is de Inlandsche sergeant 's morgens de benteng uitgeloopen, de wacht mededeelende, dat hij naar zijn kind wilde gaan. Kalm is hij toen naar de gevangenis ge- loopen, is de wacht gepasseerd en heeft zijn prooi op een stoel zien zitten bij het wacht lokaal. Rustig heeft hij geschoten, tweemaal, waarvan het eerste schot de dij, het tweede de rechter hartkamer trof, zoodat het leven weldra gevloden was. Bij het zien en hooren der schoten is de wacht er van door gegaan. Zeker zijnde, dat zijn doel bereikt was, heeft de moordenaar zijn cape uitgespreid om bij Zijn eigen val niet in het stof te bijten en heeft toen zich zelf een kogel door den kop ge jaagd. 's Middags vroeg zijn beide militairen met de gebruikelijke eerbewijzen begraven. Op het graf van Kwabena werd dit slachtoffer der jaloezie door den commandant herdacht als een goed sergeant, terwijl verder de assis tent-resident, een der onderofficieren en de hulpprediker het woord voerden. Van den commandant hoorde ik, dat de moordenaar naar behooren orde op zijn Zaken had gesteld brieven aan kennissen en verschillende cnefs, onaer w,e ook de commandant, waren geschreven, zijn be zittingen op papier zoo goed mogelijk onder verschillende erfgenamen verdeeld. Dezer dagen vervoegde de 23-jarige A. v. E. te Vlaardingen zich aan de woning van S. in het West Nieuwland aldaar. Hij verzocht een onderhoud met de dochter van S., doch men zeide hem, dat het meisje niet thuis was. Van E. bleef echter aanhouden en weigerde het huis te verlaten nadat hem dit gezegd werd. Op een gegeven oogenblik kreeg hij van S. een slag in het gelaat met het gevolg dat hij naar buiten tuimelde. Daar van veel pijn voelde stelde hij zich zich onder genees' kundige behandeling, waarbij bleek dat de linkerkaak verbrijzeld was. Tegen den dader S. is proces-verbaal op gemaakt. DE RIJWIELBELASTING IN DE PRAC- TIJK. Bezwaren tegen de heffing. 1 In de verschenen Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer in zake de begrooting van Financiën deelt de minister van Finan ciën het volgende mee met betrekking tot de rijwielbelasting Bij het bepalen der wijze van heffing is ge streefd naar den meest mogelijken eenvoud, zoowel in het belang van het publiek als om de kosten laag te houden. Dit doel is onge twijfeld bereikt. Eenigszins teleurstellend is het, dat niettemin over de wijze van heffing wordt geklaagd en dat nog wel op een tijd stip, waarop toch reeds gebleken is, dat de aanvankelijke berichten over bezwaren dier heffing overdreven zijn geweest. De klachten over diefstal van rijwielmerken zijn zeldzaam geworden, toen men had leeren zorgen voor een goede bevestiging ervan. Gebruik van valsche plaatjes komt weinig voor. De ver halen over het verhuren van rijwielplaatjes verdienen weinig vertrouwen. Het zal wel uitzondering zijn, dat de bezitter van een rij wiel dit zoo weinig gebruikt, dat het huren van een merk voor hem zooveel voordeeliger uitkomt dan de aanschaffing, dat hij zich de moeite van het telkens halen en terugbrengen van het merk zou getroosten. Nummering van rijwielmerken zal beteekenen belang rijke kosten zonder daaraan evenredig nut. Ook nummering van alle rijwielen als grond slag van een ambtelijke administratie ver dient geen aanbeveling. Teruggave van rij wielbelasting kent de wet niet en behoefte daar aan is nog niet gebleken. HET KAMERLID MEJ. VAN DORP. Na een langdurige ongesteldheid was mej. Van Dorp Donderdagmiddag weder in de vergadering der Tweede Kamer aan wezig. 5 Donderdagmiddag is namens een aantal Nederlandsche industrieën, welke de heer Ch. Benoist, gezant van Frankrijk te 's-Gravenhage, tijdens zijn verblijf in Ne derland bezocht heeft aan dezen een al bum met foto's aangeboden als blijk van waardeering voor hetgeen hij ter bevorde ring van de Fransch-Nederlandsche han delsbetrekkingen heeft gedaan. De qanbie- ding geschiedde in het gebouw der Fran- sche legatie door een deputatie van den Raad van Beheer der Nederlandsche Jaar beurs, bestaande uit dr. J. C. KoningsDer- ger, W. Graadt van Roggen en J. H. Mul der. De gezant, die vergezeld was door den heer Georges Glaser, handelsattaché der Fransche legatie, toonde zich zeer getrof fen door dit blijk van sympathie en sprak de hoop uit, dat de handelsbetrekkingen tusschen Nederland en Frankrijk, die in den laatsten tijd in belangrijke mate waren toegenomen, zich mochten blijven ontwik kelen tot heil van beide naties. Het al bum, in leeren band gebonden, bevat, be halve de opdracht, een 70 foto's van fa brieken, werven, Limburgsche mijnen,, kweekerijen, enz. Het Bouwbedrijf meldt: „De voorloopige plannen voor het ho tel op den Dam zijn gereed. De gevels zijn ontworpen door den architect J. M. van der Mey, de plattegronden en doorsneden door ir. arch. C. Rutten te 's-Gravenhage, in samenwerking met het architecten-bu reau Méwes en Davis te Londen, Brussel, Parijs en New-York. Ondergronds wordt een moderne badinrichting met zwembas sin gebouwd. De benedenverdieping, een winkelgalerij en de bovenverdieping wor den tot hotel-café-restaurant, vergader- en danszalen, enz. ingericht. Met den bouw denkt men in het voor jaar van 1925 aan te vangen." De N. R. Ct. merkt hierbij op, dat het nog volstrekt niet zeker is, dat het tot uitvoering van deze plannen zal komen. A De directeur van den postchéque- en gi rodienst vestigt er de aandacht op, dat dage lijks een aantal biljetten wordt ontvangen, waarop naam en nummer van de rekening van tegoedschrijving niet met elkander in overeenstemming zijn, de geldbedragen in cijfers en letters niet aan elkaar gelijk zijn, de biljetten onduidelijk of onvolledig zijn in gevuld, zoodat daaromtrent navraag moet worden gedaan of nader onderzoek moet worden ingesteld, hetgeen voor de rekening houders tot vertraging in de afdoening van hunne opdrachten aanleiding geeft. Nauw keurige invulling van de biljetten wordt daar om ten zeerste aanbevolen. In verband met talrijke gedane vragen wordt verder medegedeeld, dat de rentebe rekening (dagrente ad 1 pet. voor ronde sommen van f 100) blijft plaats vinden tot den datum, waarop het thans door de Twee de Kamer der Staten-Generaal aangenomen wetsontwerp tot wet zal zijn verheven. In den loop van eene audiëntie deelde de Directeur-Generaal aan eene Vereeniging van Hooger Personeel bij de P. T. T. mede, dat nog noodzakelijk eene afvloeiing moet plaats vinden en dat deze was bepaald tegen 1 Mei a.s. De Directeur-Generaal had er geen be zwaar tegen om hun, die op 1 Mei voor af vloeiing in aanmerking komen, dit binnen zeer korten tijd te doen weten, opdat zij des- gewenscht nog vóór 1 Januari a.s. de noo- dige maatregelen zouden kunnen nemen. Dit laatste in verband met de aanstaande wijzi ging van de Pensioenwet. (Msb.) Blijkens een bericht uit Parijs overweeg men daar een luchtverbinding tusschen Pa rijs en haar voorsteden, met vliegmachines, die ongeveer 60 personen kunnen vervoe ren. Door JOH. v. d. HOEK. NA DRIE MAANDEN. (Vervolg.) De jongen, die tegenover Vader Hendrik Zat, begon zachtjes te snikken. Dit was de bedoeling van den rijksveldwachter niet ge weest. Hij tilde zijn kin op en daarna zijn rechterarm. Zijn vingers plukten aan de lin- kerpunt van zijn snor. De trein reed het stationnetje Zwammin- gedam binnen. Jaap Klomp had Zwammingedam al meer en meer zien naderen. Hij was al leen in de coupé en kon dus gerust opstaan om zijn vreugde aan het portierraam uit te genieten. Vreemd vond-ie het, dat-ie nie mand zag. Het was Paaschvacantie en prachtig weer, maar niemand zag-ie op den weg spelen in het land. Waar konden de Jongens toch zitten? Zouden ze hem toch nog ontvluchten? Jaap werd ongerust. Had-ie tenminste zijn trouwe vrienden maar geschreven hoe laat-ie aankwam. Nu moest ie misschien weer alleen naar huis. Of al leen? Neen! dat toch ook niet. Thuis wis- len ze hoe laat de trein kwam en mis schien hadden Ben, Gerrit en Cor het daar wel gevraagd. Het stationnetje naderde snel. De trein liep binnen. Jaap stond nog voor het raam. Eens klaps werd het hem koud op den rug. Hij had huiveringen. Zijn voorhoofd gloeide, werd steenkoud, ofschoon het klamme zweet er op stond. Een luid geroep deed hem opschrikken. Hij zag sterretjes voor zijn oogen dansen. Weer klonk het geroep: „Hoeraaaahü" En zonder dat-ie het zelf wist, ijjep Jaap ook; „Hoeróaah!" Het kleine stationnetje stond vol men schen. Jaap herkende al de jongens en ve len hadden hun moedei of vader medege bracht. Jaap sprong uit den trein. Zijn vader ving hem bijna op en gat hem aan zijn moeder, die hem op beide wangen zoende. Toen had Jaap handen te weinig om alle groeten te ontvangen en te beantwoorden. Hij dacht niet, nog ooit uit deze warreling te voorschijn te komen. Eensklaps kreeg hij de tranen in zijn oogen. Op een bank zag hij een oude vrouw alle moeite doen om op te staan en klaar blijkelijk naar hem toe te komen. Jaap drong door de menschen heen, liep naar laar toe en groette haar. Het was de Heks, lie hem was komen afhalen Wat verderop stond een stille, treurige «roep. Van Belt zag met iets van spijt naar Ie vreugde-gezichten van Jaap's ouders. Vrouw Van Belt liet haar tranen stroomen. Jaap huilde ook. Vadet Hendrik beet op de rechterpunt van zijn snor. Nu en dan liet hij het kwastje los en zeide dan: „Dui tend bommen en granaten!" Met zijn rech terhand wreef hen dan de haren weer tus schen zijn lippen. Eensklaps nam Vader Hendrik een be sluit. Tweemaal achtereen bromde hij: „Dui zend bommen en granaten!" Dan nam hij Jan in zijn kraag en zeide alleen; „Kom meel" Hij duwde Jan van Belt want dit was de jongen, die door Vader Hendrik werd thuisgebracht! tot vlak voor Jaap Klomp, gedachte „Jij bent zeker Jaap Klomp? Ja? Nou, dan moet ik je uit naam van Jan van Belt vergiffenis vragen. Geef elkaar de hand maar! Prachtig! En dan moet ik aan allen zeggen, dat Jan van Belt een ander leven gaat beginnen. „Hij hoopt, dat-u hem niet al te zwart zult aankijken. Hij heeft zijn straf gehad en zil zijn best doen Duizend bommen en granaten nog aan toe! ja! dat zal-ie!" Toen riep Jaap, zoo hard-ie kon: „Hoer- raü" En alle anderen riepen toen ook maar: „Hoeraaah..1 Hoeraai. De jongens begonnen een vreugdedans rond Jaap en Jan, die door zijn vriend ste vig werd vastgehouden. In optocht ging men daarna naar huis. Jan en zijn ouders bleven bij Jaap koffie drin ken. De intocht van Jaap Klomp in Zwammin- gerdam was een triomftocht geweest.... HET OFFER. De jongens hadden gemeend, dat men de terugkomst van Jaap moest vieren en daar mee toonen dat de schandelijke laster geen invloed had gehad. Er moest dus een feest worden voorbereid en de jongens konden zich dat niet beter indenken dan door te spelen zooals ze dat vroeger gewoon waren. Wat de intocht voor Jaap Klomp had be- teekend, dat deze eigenlijk het hoogste ge luk in zijn leven was geweest, scheen niet tot hen door te dringen Toen Jaap van het voornemen zijner oude schoolmakkers werd, in kennis gesteld, was-ie daar niet zoo verheugd over als de zen misschien hadden verwacht. Ze zagen echter zijn teleurstelling niet, want Geert, Ben en Cor deelden het hem met. Dien middag zou het om twee uur beginnen. Aan den dam! Jaap stelde het voorzeker op hoo- gen prijs dat ze hem een pleizier wilden doen, maar hij meende dat ze toch moesten begrijpen dat-ie een dag als vandaag liever thuis doorbracht. Hij sprak er met zijn vader over en deze gaf hem den raad toch maar te gaan. Het was allemaal eerlijk en goed bedoeld en hij moest er zich maar overheen zetten met de dat het toch maar eenvoudige, midden in den kring. Hij zeide: misschien wat ruwe dorpsjongens waren. Goed, dacht Jaap. Maar al# het dan toch moet zal ik er in ieder geval toch een nut- tig gebruik van maken. Hij sloeg zijn drie trouwen vrienden een plan voor, waarmede dezen het eens waren. Het zou vanmiddag worden uitgevoerd en Ben, Geert en Cor moesten aan de uitvoe ring meewerken. ....Het was ongeveer half twee toen on der luid gejoel de jongens aan Jaap's huis kwamen om hem af te halen. Jaap liet hen niet lang wachten en kwam aanstonds. De hoerraahs! schalden ver in het rond en deden voor de tweede maal dien dag het halve dorp uitloopen. Daarna ging men op weg. Men liep reeds een kwartier zoo voort en de uitbundigheid en het uitgelaten hoerraa- geroep hadden plaats gemaakt voor een vroo- lijke stemming en opgewekte gesprekken. Toen dacht Jaap dat zijn tijd was gekomen. Hij zag evgen rond of de jongens wel allemaal dicht bij hem waren en hem goed konden ver staan. Toen zeid'is: „,k zou nu best een goed werk willen doen!" De jongens vroegen wat-ie bedoelde. „Ja!" zeide Jaap: „Het is nu vandaag voor mij een echte feestdag en ik zou nu niets lie ver willen dan iemand die heel ongelukkig is, helpen. Maar waar moet ik hem vinden?" „Ja!" zeiden de jongens die niets van de afspraak der vier vrienden wisten: „waar moet je hem vinden?" Toen riep Ben Stolk die achteraan liep: „Ik weet wat!" Hij drong tusschen de jongens: „We gaan Jan van Belt halen!" Geert van Bakel en Cor van Dijk riepen vlug: „Hoerraahü" En toen de jongens stom verbaasd stonden te kijken en geen antwoordt gaven, riep ook Jaap: „Hoerraahü dat doen we!" De jongens riepen toen ook maar: „Hoer- rëah!" Het huis van Jan van Belt was niet ver en weldra waren de jongens op het erf. .Jan van Belt zat stil in een hoekje van de groote kamer en schreide zachtjes voor zich uit. Zijn oogen waren rood en dik. Hij was zeer zenuwachtig. Zijn vader was na den somberen maaltijd stil opgestaan en had zich naar zijn werk begeven. Moeder drentelde door het huis. Haar werk vlotte niet. Zij kon nergens met haar gedachten bijblijven. Wan neer ze door de kamers liep, zag ze tersluiks naar Jan. Deze voelde haar blik. Eerst durfde hij niet, maar voelde zich dan onweerstaan baar aangetrokken en zag op. De blikken van den jongen ontmoetten die zijner moeder. Snel wendden dan beiden zich af. (Wordt vervolgd.) TWEE VOOR EEN GELD. „Juffrouw, hoeveel is de helft van 91 pond?" HET SLIMME DOCHTERTJE. Dochtertje: „Mama, van wien houdt u meer van Mozart of Beethoven Mama „Nu, eigenlijk mag ik Beethoven liever Dochtertje: „Dat doet me genoegen. Ik heb bij 't stofafnemen in het salon de buste van Mozart laten vallen." WAT HIJ PREFEREERDE. „Krijgt tante een zoentje van je, dan krijg je twee cent." „Dank u ik verdien meer met wonderolie innemen." muiiiniii.uiniiiii,niu» r 150, „Ta-ta-ra-ta-ta!" piepte 't kanarievogeltje, dat van verbazing bij 't zien van dien ridder bijna onderste boven viel. „Lieve, goeie, besté Ridder. T Is alles wel heel lief van je om mij te willen hel pen. Maar hoe wil je met mij hier vandaan komen? 't Zal moeilijk gaan om in dien nauwen schoorsteen te klimmen. En hoe dan van dien hoogen toren met dat betooverde land er om heen af te komen? 151. „Geen nood," lachte Holly-Dolly. „Kom, mijn beestje, volg mij maar, dan zal het niet lang duren of je bent weer een vrij vogeltje." Kordaat stapte Holly-Dolly toen met z'n bom ge wapend naar den schoorsteen toe. „Nu zul je eens wat zien," vertelde hij 't kanarie-pietje. „Eens in mijn leven deed ik mijn Grootvader een luchtreisje maken en nu gaan wij dat eens fijntjes zelf doen!" 125. „Je zult eens zien, mijn pieter-de-pietje, hoe netjes ik dat zaakje opknap. Deze bom, die ik hier hij me heb, leg -k netjes onder den schoor steen. Ik ga dan op de bom zitten, jij op mijn schou der; ik steek de lont van de bom aan en dan.... ha, ha, dan zal je eens zien, hoe gauw wij vrij zijn en hoe die heks op haar neus kijkt." KINDERLIJK. „Vader, sprak Jantje, oom zei, dat ik spre kend op u lijk. Zou hij dat nu heusch mee- nen, of zegt hij het alleen maar om me te plagen?" HIJ HAD HET .GEWONNEN. Moeder: „Lieve Hemel, Jan, je bent dóór* nat. Hoe komt dat?" Jantje: „Dirk en ik waren aan het spelen wie het verst over de brug kon leunen en ik heb het gewonnen," DE KLEINE SPECULANT. „Jantje, heb je netjes je excuse gemaakt toen je die dame op haar voet trapte „Ja, zeker moeder, en zij heeft mij toen vriendelijk een dubbeltje gegeven, omdat ik zoo'n beleefde jongen was, en toen heb ik nog eens op haar anderen voet getrapt, en weer beleefd om verschooning gevraagd." EEN AANBEVELING. Een kruidenier had geadverteerd om een loopjongen. „Werk je graag," vroeg hij aan sollicitant No. zooveel. „Nee, mijnheer," antwoordde de jongen. „Dan zal ik jou 't baantje maar geven. Je bent ten minste de eenige, die me hier geen leugens is komen vertellen." Wanneer men onderstaande afbeelding be kijkend, het linker- en rechteroog om de beurt toeknijpt, zal het lijken alsof de rin gen op hetzelfde oogenblik, dat men het oog toeknijpt, meedraaien, en men van een an dere zijde door de ringen ziet. Als men u vraagt welke van de drie wan delaars op onderstaand plaatje het langste is, dan zult ge ongetwijfeld den voorsten wandelaar den langsten en den achtersten den kleinsten noemen. Gaat ge nu met den millimeter nameten of ge goed geschat hebt, dan zal blijken dat juist de achterste wan delaar het langst is, de middelste in lengte op hem volgt en de voorste, die het langste lijkt, in werkelijkheid de kleinste is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 13