mzel
EUQD
MEMGD
^fllEUWS
ZIJN EER!
vr
AMSTERDAMSCHE KOUT.
Ingezonden Mededelingen
HOE HOLY-DOLLY RIDDER WERDdoor pijltje.
m
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Vierde Blad Zaterdag 22 November
KUNST EN KENNIS.
Vierde Beurs op huishoudelijk
gebied.
Kolendampvergiftiging.
Ernstige brand in een tank-
lichterschip.
Een buitenkansje.
Botsing tusschen autobus en
zandtrein.
Kindermoord.
a 60 cents per regel.
Gratis een trommelkoekpan.
De sluipmoord te Ternate.
Gevolgen van drift.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Afscheid van den Franschen
gezant
Het hotel op den Dam te
Amsterdam.
VERKEER EN POSTERIJEN.
Postcheque- en girodienst.
Nieuwe afvloeiing per 1 Mei '25.
LUCHTVERKEER.
Passagiersver keer op kleine
afstanden.
UIT DE MOPPENTROMMEL.
Gezichtsbedrog.
Ik las, dat in verschillende plaatsen Sint-
Nicolaas tot nog toe bij u niet je-dat is; dat
de avondgezelligheid geheel ontbreekt; maai
hier is hij op tijd gekomen. Was het na den
oorlog bijna uitsluitend vanaf 1 Dec. dat
men van St Nicolaas-drukte kon spreken,
het is thans reeds in onze winkelstraten
s middags in-gezellig en dat blijft het tot
zes uur toe: het algemeene etensklokje in
de Hoofdstad. Vooral ook na vier uur als
respectievelijk hier en daar de lichten aan
gaan, krijgen we de illusie van een ouder-
wetschen St. Nicolaasavonddrukte. In de
Kalverstraat en ook op den Nieuwendijk
is er dan soms geen doorkomen aan. Maar
zoo druk het vóór het eten is, zoo kalm
blijft het 's avonds: een Amsterdammer die
niet ergens naar toe gaat, gaat gewoonlijk
eerst na acht uur de deur uit en dan zijn
de winkels dicht. Wel zijn, vooral in de
Kalverstraat, vele winkeliers zoo vriende
lijk de lichten te laten branden, zoodat de
„kijkers" hun hart kunnen ophalen, maar
men gaat toch niet meer speciaal met het
oog op den St. Nicolaas de deur uit, omdat
als je toevallig iets zien zou dat je aardig
vond als cadeau en bij je portemonnaie
Êaste.... het toch niet zou kunnen koopen.
'aarom moet je er 's middags op uit en dat
wordt dan ook druk gedaan in deze dagen
door dames en heeren uit den middenstand.
En naar ik van dien en genen winkelier
hoorde, wordt er al aardig gekocht ook,
vooral in de duurdere winkels. In de volks
wijken daarentegen is men maar matig te
vreden; in dit opzicht zijn de toestanden
dus geheel tegenovergesteld aan die uit de
oorlogsdagen, toen juist in de werkmans
buurten de winkels uitverkocht waren en
in de Kalverstraat steen en been werd ge
klaagd. Natuurlijk ontbreken de verschil
lende Sintnicolazen in de melksaions niet.
Eigenaardig dat juist de Nieuwendijk zoo n
gezochte plaats voor melksaions en z.g.
lunchrooms is. Ik zeg z.g., want al staat het
ook op de ramen „geluncht" wordt er zoo
wat nooit en daar is men ook niet op inge
richt. Wat er het meest wordt gegeten dat
zijn taartjes en stukjes chocolade! Het is
een zeer speciaal publiek, dat deze „lunch
rooms" of Nieuwendijksche kattenkroegen
bezoekt. Goedkoop is 't er volstrekt niet:
de quantiteit licht bier is klein, maar daar
voor worden er ook altijd zoo veel te meer
consumpties genoten. De gewone bezoekers
en bezoeksters gebruiken er alles door el
kaar, porties slagroom na bier en een kogel-
fleschje na een glaasje port. Zij profiteeren
natuurlijk ook en niet het minst van de St.
Nicolaasdrukte. Zaterdags en 's Zondags is
er geen plaats te krijgen, ze houden er por
tiers op na, soms wordt de deur door een
hek gesloten, omdat alle stoelen bezet zijn,
zoodat men den indruk zou krijgen dat de
boel er weggegeven wordt of dat er bizon-
derë attracties worden geboden. Die attrac
ties bestaan echter uitsluitend uit een elec-
trisch orgel of piano. Intusschen het feit is
dan, dat een groot deel van Amsterdam daar
zijn ontspanning zoekt en dat 't er, ondanks
de onschuldige dranken die er worden ge
tapt, soms zeer rumoerig kan toegaan.
Eigenaardig toch, dat verschil tusschen Nieu
wendijk en Kalverstraat; 't 't is of de Dam
een grens is en blijft tusschen twee volken
die in levenswijze, zeden en gedachtensfeer
aanmerkelijk verschillen. In menigerlei op
zicht behoeft men Amsterdam niet af te vra
gen: „Blijf je zoo?" Zij heeft bewezen, dat
ze in de kern maar weinig is veranderd.
Wanneer ik naga, wat ik twintig jaar gele
den in mijn Amsterdamsche Kout in de
„Spaarnebode" heb geschreven over de
kwartjesvinders, dan is 't net, of die Amster
damsche Kout pas van "gister is. Want de
zelfde figuren werken nog altijd op dezelfde
wijze. Davidje Vet, een der beruchtste le
den, stond dezer dagen meer eens terecht,
met twee van zijn kornuiten en hoorde een
flinke straf tegen zich eischen. Waarom men
echter menschen, die al meer dan hun zil
veren jubileum op dit gebied hebben ge
vierd, niet het maximum twee jaar
geeft, is mij 'n raadsel. Er zal aan dat zaak
je ditmaal iets sensationeels vast, n.l. dat
een getuige wegens meineed in hechtenis
werd genomen. De man had zich nota bene
zelf bij een der verdedigers aangemeld en
daar deze hem dus voorbracht, is 't voor
dezen advocaat, die er voor bekend is, dat
hii. als hij er maar even kans toe ziet, bij
elk pleidooi een requisitoir afsteekt tegen
den Staat, omdat deze voordeel trekt uit
alcohol-gebruik, een onaangename geschie
denis. Mr. Frangois Pauwels, onze dichter-
jurist, die 'n ander kwartjesvinder (Davidje
Vet) verdedigde, sprak van een schaduw,
die over de zaak geworpen werd door de in
hechtenisneming. Waar schaduw is, moet
ook een lichtzijde zijn en die kan ik hier in
't geheel niet ontdekken. Allerminst in het
feit, dat een talent als hij, een fijnvoelend
kunstenaar, dichter en meesleepend rede
naar, alle poëzie op zij zet, en uitsluitend op
zeer materialistische gronden zulk een indi
vidu aan den arm der gerechtigheid tracht
te doen ontsnappen. Doch iets anders: hoe
komen de menschen er toch in 's hemels
naam toe, op straat, in Be trein, met wild
vreemde menschen kaart te gaan spelen. Ik
vind trouwens dit kaarten in den trein altijd
misselijk. Hebben die menschen die paar
uurtjes niets anders aan hun hoofd? Is het,
wanneer het kijkje naar buiten hen niet
meer interesseert, dan niet de meest ge
schikte gelegenheid op hun gemak de dag
en weekbladen eens door te lezen? Er zijn
nog meer zaken waarover ik mij in den trein
erger: het brutaal weg zitten, met hun schoe
nen tegen bank of kussens over hen. Een
keer heb ik gezien dat een conducteur er
een aanmerking op maakte, doch in het al
gemeen schijnt deze onhebbelijkheid te wor
den getolereerd. Een streng verbod op het
plaatsen" van koffers in de gangen van door-
loopende wagens is hoogst noodzakelijk.
Ik ben erg voor de vrijheid.... maar niet
voor die van een ander te belemmeren. Ten
slotte bestaat wel een verbod tegen het ma
ken van muziek en het daarna om een aal
moes vragen in de treinen, maar ook daar
wordt niet op gelet. Hoe menig reisje wordt
niet vergald door een afschuwelijk valsch
spelend muzikant, die met de meeste bru
taliteit na afloop van zijn ongewenschten ar
beid, met een „als 't u blieft" daarvoor be-
aling vraagt. Dit niet elkeen durft weigeren.
H. HENNING Jr.
9
In het Paleis voor Volksvlijt te Amster
dam is Donderdag de vierde Beurs op huis
houdelijk gebied geopend.
De onderwijzer M. en diens verloofde te
Gorichem zijn Woensdagavond beiden door
kolendamp vergiftigd geraakt. Laatstgenoem
de was spoedig weer bij kennis, doch de
heer M. verkeerde gisternamiddag nog
steeds buiten bewustzijn.
Een ramp voorkomen.
Vermoedelijk doordat een lek was ontstaan
in de machinekamertank van het tanklichter-
schip „Joma" van de Kon. Ned. Petroleum
Maatschappij, liggende in de Waalhaven te
Rotterdam, ontstond brand in de machine
kamer.
Aangezien de „Joma" geheel geladen was
met stookolie tastte de brandweer korten
tijd na de alarmeering het vuur op energieke
wijze aan. Met 4 stralen op de waterleiding
en 2 van de drijvende stoomspuit „Haven
dienst II," alsmede een straal op de stoom
spuit van de fabriek, werd meer dan 1 uur
lang water gegeven. Hoofdman Van der
Tas wist te voorkomen, dat het vuur zich
ook naar de groote tanks met de brandbare
vloeistof zou uitbreiden.
De geheele machinekamer ging verloren.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor.
Het ziekenfonds „Tot onderling Nut," te
Weesp dat ruim een eeuw geleden aldaar
werd opgericht, zal ontbonden worden, aan
gezien men in een der oude reglementen
ontdekt heeft, dat wanneer het ledental bene
den 50 daalt tot liquidatie moet worden over
gegaan. En thans zijn er nog slechts 19 leden!
Onder dezen zijn verschillende oudjes, die
meer dan 60 jaaf aan 't fonds gecontribueerd
hebben en thans geheel onverwacht, zich 'n
paar honderd gulden zullen zien uitbetaald,
daar circa vijf-en-'n-half-duizend gulden ver
deeld moet worden naar verhouding van het
aantal jaren dat gecontribueerd is.
Woensdagmiddag is een autobus der
gemeente Arnhem in aanrijding gekomen
met een zandtrein, rijdende in de richting van
den Raapopschen weg. Hoewel de bestuur
der van de locomotief onmiddellijk stopte,
was het niet meer mogelijk om een botsing te
vermijden.
De autobus werd terzijde gegrepen en ern
stig beschadigd. Het zijpaneel werd inge
drukt, terwijl ruiten werden verbrijzeld. Een
der passagiers liep verwondingen op ten ge
volge van de glasscherven.
De gemeentepolitie te Velp heeft aange
houden een vrouw, als verdacht van kinder
moord. Het lijkje is opgegraven en in beslag
genomen en de verdachte is gevankelijk naar
Arnhem overgebracht en ter beschikking
van de justitie gesteld.
Daar het bereiden van trommelkoek, ook
wel ketelkoek, tulband of boffert geheeten,
in vele stréken van ons land slechts weinig
meer geschiedt, doordat de hiervoor spe
ciale pan ontbreekt, stellen wij, om het ge
bruiken van dit bijzonder smakelijk en
voedzaam gerecht weder meer ingang te
doen vinden, gedurende eenigen tijd trom
melkoekpannen op gemakkelijke wijze ver
krijgbaar.
In ieder pak KOOPMANS' Zelfrijzend
BAKMEEL bevindt zich n.l. een bonnetje.
Bij inzending van 25 bons RECHTSTREEKS
AAN DE FABRIEK wordt de trommelkoek
pan (inhoud 1% L.) gratis toegezonden. Te
vens daarbij ons bekend receptenboekje
voor het bereiden van meelspijzen en gebak.
Vraagt Uw kruidenier dus steeds bakmeel
van KOOPMANS.
Leeuwarden.
N.V. KOOPMANS' MEELFABRIEKEN.
Op Vrijdag 26 September jl. heeft zich
hier een drama afgespeeld, aldus de corres
pondent van de „Loc.", te Ternate. 's Mor
gens om nog geen half vijf werd de halve
kotta verschrikt wakker door het amoksein
van de bel in de gevangenis. Aller gedachte
was te doen te hebben met de een of andere
vechtpartij onder de gevangenen en daarom
bleven de meesten thuis in bed. De enkelen,
die zich herwaarts spoedden echter, hoorden,
dat het iets heel anders was. De wachtcom
mandant Kwabena, een Europeesch sergeant,
was doodgeschoten door een inlandsch col
lega, die daarna de hand aan zichzelf had ge
slagen. Tragisch geval te weten, dat de ver
moorde pas ruim een maand gehuwd was.
De oorzaak is natuurlijk gemakkelijk te ra
den vrouwenperkara. Erg kwaad bloed moet
ook gezet hebben, dat een der laatste weken
de moordenaar „maloe" was gemaakt voor
den troep, terwijl die zwemoefeningen hield
op Kelapa Pendek, de militaire zwemplaats.
Men staat echter versteld, van de uiterste
kalmte, waarmee zich het gansche drama
heeft afgespeeld.
Op bloote voeten, de karabijn verborgen
onder zijn cape, is de Inlandsche sergeant
's morgens de benteng uitgeloopen, de wacht
mededeelende, dat hij naar zijn kind wilde
gaan. Kalm is hij toen naar de gevangenis ge-
loopen, is de wacht gepasseerd en heeft zijn
prooi op een stoel zien zitten bij het wacht
lokaal. Rustig heeft hij geschoten, tweemaal,
waarvan het eerste schot de dij, het tweede
de rechter hartkamer trof, zoodat het leven
weldra gevloden was. Bij het zien en hooren
der schoten is de wacht er van door gegaan.
Zeker zijnde, dat zijn doel bereikt was, heeft
de moordenaar zijn cape uitgespreid om bij
Zijn eigen val niet in het stof te bijten en heeft
toen zich zelf een kogel door den kop ge
jaagd.
's Middags vroeg zijn beide militairen met
de gebruikelijke eerbewijzen begraven. Op
het graf van Kwabena werd dit slachtoffer
der jaloezie door den commandant herdacht
als een goed sergeant, terwijl verder de assis
tent-resident, een der onderofficieren en de
hulpprediker het woord voerden.
Van den commandant hoorde ik, dat de
moordenaar naar behooren orde op zijn
Zaken had gesteld brieven aan kennissen
en verschillende cnefs, onaer w,e ook de
commandant, waren geschreven, zijn be
zittingen op papier zoo goed mogelijk onder
verschillende erfgenamen verdeeld.
Dezer dagen vervoegde de 23-jarige A. v.
E. te Vlaardingen zich aan de woning van S.
in het West Nieuwland aldaar. Hij verzocht
een onderhoud met de dochter van S., doch
men zeide hem, dat het meisje niet thuis was.
Van E. bleef echter aanhouden en weigerde
het huis te verlaten nadat hem dit gezegd
werd. Op een gegeven oogenblik kreeg hij
van S. een slag in het gelaat met het gevolg
dat hij naar buiten tuimelde. Daar van veel
pijn voelde stelde hij zich zich onder genees'
kundige behandeling, waarbij bleek dat de
linkerkaak verbrijzeld was.
Tegen den dader S. is proces-verbaal op
gemaakt.
DE RIJWIELBELASTING IN DE PRAC-
TIJK.
Bezwaren tegen de heffing.
1 In de verschenen Memorie van Antwoord
aan de Tweede Kamer in zake de begrooting
van Financiën deelt de minister van Finan
ciën het volgende mee met betrekking tot de
rijwielbelasting
Bij het bepalen der wijze van heffing is ge
streefd naar den meest mogelijken eenvoud,
zoowel in het belang van het publiek als om
de kosten laag te houden. Dit doel is onge
twijfeld bereikt. Eenigszins teleurstellend is
het, dat niettemin over de wijze van heffing
wordt geklaagd en dat nog wel op een tijd
stip, waarop toch reeds gebleken is, dat de
aanvankelijke berichten over bezwaren dier
heffing overdreven zijn geweest. De klachten
over diefstal van rijwielmerken zijn zeldzaam
geworden, toen men had leeren zorgen voor
een goede bevestiging ervan. Gebruik van
valsche plaatjes komt weinig voor. De ver
halen over het verhuren van rijwielplaatjes
verdienen weinig vertrouwen. Het zal wel
uitzondering zijn, dat de bezitter van een rij
wiel dit zoo weinig gebruikt, dat het huren
van een merk voor hem zooveel voordeeliger
uitkomt dan de aanschaffing, dat hij zich de
moeite van het telkens halen en terugbrengen
van het merk zou getroosten. Nummering
van rijwielmerken zal beteekenen belang
rijke kosten zonder daaraan evenredig nut.
Ook nummering van alle rijwielen als grond
slag van een ambtelijke administratie ver
dient geen aanbeveling. Teruggave van rij
wielbelasting kent de wet niet en behoefte
daar aan is nog niet gebleken.
HET KAMERLID MEJ. VAN DORP.
Na een langdurige ongesteldheid was
mej. Van Dorp Donderdagmiddag weder in
de vergadering der Tweede Kamer aan
wezig.
5
Donderdagmiddag is namens een aantal
Nederlandsche industrieën, welke de heer
Ch. Benoist, gezant van Frankrijk te
's-Gravenhage, tijdens zijn verblijf in Ne
derland bezocht heeft aan dezen een al
bum met foto's aangeboden als blijk van
waardeering voor hetgeen hij ter bevorde
ring van de Fransch-Nederlandsche han
delsbetrekkingen heeft gedaan. De qanbie-
ding geschiedde in het gebouw der Fran-
sche legatie door een deputatie van den
Raad van Beheer der Nederlandsche Jaar
beurs, bestaande uit dr. J. C. KoningsDer-
ger, W. Graadt van Roggen en J. H. Mul
der. De gezant, die vergezeld was door den
heer Georges Glaser, handelsattaché der
Fransche legatie, toonde zich zeer getrof
fen door dit blijk van sympathie en sprak
de hoop uit, dat de handelsbetrekkingen
tusschen Nederland en Frankrijk, die in den
laatsten tijd in belangrijke mate waren
toegenomen, zich mochten blijven ontwik
kelen tot heil van beide naties. Het al
bum, in leeren band gebonden, bevat, be
halve de opdracht, een 70 foto's van fa
brieken, werven, Limburgsche mijnen,,
kweekerijen, enz.
Het Bouwbedrijf meldt:
„De voorloopige plannen voor het ho
tel op den Dam zijn gereed. De gevels zijn
ontworpen door den architect J. M. van
der Mey, de plattegronden en doorsneden
door ir. arch. C. Rutten te 's-Gravenhage,
in samenwerking met het architecten-bu
reau Méwes en Davis te Londen, Brussel,
Parijs en New-York. Ondergronds wordt
een moderne badinrichting met zwembas
sin gebouwd. De benedenverdieping, een
winkelgalerij en de bovenverdieping wor
den tot hotel-café-restaurant, vergader- en
danszalen, enz. ingericht.
Met den bouw denkt men in het voor
jaar van 1925 aan te vangen."
De N. R. Ct. merkt hierbij op, dat het
nog volstrekt niet zeker is, dat het tot
uitvoering van deze plannen zal komen. A
De directeur van den postchéque- en gi
rodienst vestigt er de aandacht op, dat dage
lijks een aantal biljetten wordt ontvangen,
waarop naam en nummer van de rekening
van tegoedschrijving niet met elkander in
overeenstemming zijn, de geldbedragen in
cijfers en letters niet aan elkaar gelijk zijn,
de biljetten onduidelijk of onvolledig zijn in
gevuld, zoodat daaromtrent navraag moet
worden gedaan of nader onderzoek moet
worden ingesteld, hetgeen voor de rekening
houders tot vertraging in de afdoening van
hunne opdrachten aanleiding geeft. Nauw
keurige invulling van de biljetten wordt daar
om ten zeerste aanbevolen.
In verband met talrijke gedane vragen
wordt verder medegedeeld, dat de rentebe
rekening (dagrente ad 1 pet. voor ronde
sommen van f 100) blijft plaats vinden tot
den datum, waarop het thans door de Twee
de Kamer der Staten-Generaal aangenomen
wetsontwerp tot wet zal zijn verheven.
In den loop van eene audiëntie deelde de
Directeur-Generaal aan eene Vereeniging van
Hooger Personeel bij de P. T. T. mede, dat
nog noodzakelijk eene afvloeiing moet plaats
vinden en dat deze was bepaald tegen 1
Mei a.s.
De Directeur-Generaal had er geen be
zwaar tegen om hun, die op 1 Mei voor af
vloeiing in aanmerking komen, dit binnen
zeer korten tijd te doen weten, opdat zij des-
gewenscht nog vóór 1 Januari a.s. de noo-
dige maatregelen zouden kunnen nemen. Dit
laatste in verband met de aanstaande wijzi
ging van de Pensioenwet. (Msb.)
Blijkens een bericht uit Parijs overweeg
men daar een luchtverbinding tusschen Pa
rijs en haar voorsteden, met vliegmachines,
die ongeveer 60 personen kunnen vervoe
ren.
Door JOH. v. d. HOEK.
NA DRIE MAANDEN.
(Vervolg.)
De jongen, die tegenover Vader Hendrik
Zat, begon zachtjes te snikken. Dit was de
bedoeling van den rijksveldwachter niet ge
weest. Hij tilde zijn kin op en daarna zijn
rechterarm. Zijn vingers plukten aan de lin-
kerpunt van zijn snor.
De trein reed het stationnetje Zwammin-
gedam binnen.
Jaap Klomp had Zwammingedam
al meer en meer zien naderen. Hij was al
leen in de coupé en kon dus gerust opstaan
om zijn vreugde aan het portierraam uit te
genieten. Vreemd vond-ie het, dat-ie nie
mand zag. Het was Paaschvacantie en
prachtig weer, maar niemand zag-ie op den
weg spelen in het land. Waar konden de
Jongens toch zitten? Zouden ze hem toch
nog ontvluchten? Jaap werd ongerust.
Had-ie tenminste zijn trouwe vrienden maar
geschreven hoe laat-ie aankwam. Nu moest
ie misschien weer alleen naar huis. Of al
leen? Neen! dat toch ook niet. Thuis wis-
len ze hoe laat de trein kwam en mis
schien hadden Ben, Gerrit en Cor het daar
wel gevraagd.
Het stationnetje naderde snel. De trein
liep binnen.
Jaap stond nog voor het raam. Eens
klaps werd het hem koud op den rug. Hij
had huiveringen. Zijn voorhoofd gloeide,
werd steenkoud, ofschoon het klamme
zweet er op stond. Een luid geroep deed
hem opschrikken. Hij zag sterretjes voor
zijn oogen dansen. Weer klonk het geroep:
„Hoeraaaahü" En zonder dat-ie het zelf
wist, ijjep Jaap ook; „Hoeróaah!"
Het kleine stationnetje stond vol men
schen. Jaap herkende al de jongens en ve
len hadden hun moedei of vader medege
bracht. Jaap sprong uit den trein. Zijn vader
ving hem bijna op en gat hem aan zijn
moeder, die hem op beide wangen zoende.
Toen had Jaap handen te weinig om alle
groeten te ontvangen en te beantwoorden.
Hij dacht niet, nog ooit uit deze warreling
te voorschijn te komen.
Eensklaps kreeg hij de tranen in zijn
oogen. Op een bank zag hij een oude vrouw
alle moeite doen om op te staan en klaar
blijkelijk naar hem toe te komen. Jaap
drong door de menschen heen, liep naar
laar toe en groette haar. Het was de Heks,
lie hem was komen afhalen
Wat verderop stond een stille, treurige
«roep. Van Belt zag met iets van spijt naar
Ie vreugde-gezichten van Jaap's ouders.
Vrouw Van Belt liet haar tranen stroomen.
Jaap huilde ook. Vadet Hendrik beet op de
rechterpunt van zijn snor. Nu en dan liet
hij het kwastje los en zeide dan: „Dui
tend bommen en granaten!" Met zijn rech
terhand wreef hen dan de haren weer tus
schen zijn lippen.
Eensklaps nam Vader Hendrik een be
sluit. Tweemaal achtereen bromde hij: „Dui
zend bommen en granaten!" Dan nam hij
Jan in zijn kraag en zeide alleen; „Kom
meel"
Hij duwde Jan van Belt want dit was
de jongen, die door Vader Hendrik werd
thuisgebracht! tot vlak voor Jaap Klomp, gedachte
„Jij bent zeker Jaap Klomp? Ja? Nou,
dan moet ik je uit naam van Jan van Belt
vergiffenis vragen. Geef elkaar de hand
maar! Prachtig! En dan moet ik aan allen
zeggen, dat Jan van Belt een ander leven
gaat beginnen.
„Hij hoopt, dat-u hem niet al te zwart
zult aankijken. Hij heeft zijn straf gehad en
zil zijn best doen Duizend bommen en
granaten nog aan toe! ja! dat zal-ie!"
Toen riep Jaap, zoo hard-ie kon: „Hoer-
raü"
En alle anderen riepen toen ook maar:
„Hoeraaah..1 Hoeraai.
De jongens begonnen een vreugdedans
rond Jaap en Jan, die door zijn vriend ste
vig werd vastgehouden.
In optocht ging men daarna naar huis. Jan
en zijn ouders bleven bij Jaap koffie drin
ken.
De intocht van Jaap Klomp in Zwammin-
gerdam was een triomftocht geweest....
HET OFFER.
De jongens hadden gemeend, dat men de
terugkomst van Jaap moest vieren en daar
mee toonen dat de schandelijke laster geen
invloed had gehad. Er moest dus een feest
worden voorbereid en de jongens konden
zich dat niet beter indenken dan door te
spelen zooals ze dat vroeger gewoon waren.
Wat de intocht voor Jaap Klomp had be-
teekend, dat deze eigenlijk het hoogste ge
luk in zijn leven was geweest, scheen niet
tot hen door te dringen
Toen Jaap van het voornemen zijner oude
schoolmakkers werd, in kennis gesteld,
was-ie daar niet zoo verheugd over als de
zen misschien hadden verwacht. Ze zagen
echter zijn teleurstelling niet, want Geert,
Ben en Cor deelden het hem met. Dien
middag zou het om twee uur beginnen. Aan
den dam! Jaap stelde het voorzeker op hoo-
gen prijs dat ze hem een pleizier wilden
doen, maar hij meende dat ze toch moesten
begrijpen dat-ie een dag als vandaag liever
thuis doorbracht.
Hij sprak er met zijn vader over en deze
gaf hem den raad toch maar te gaan. Het
was allemaal eerlijk en goed bedoeld en hij
moest er zich maar overheen zetten met de
dat het toch maar eenvoudige,
midden in den kring. Hij zeide:
misschien wat ruwe dorpsjongens waren.
Goed, dacht Jaap. Maar al# het dan toch
moet zal ik er in ieder geval toch een nut-
tig gebruik van maken.
Hij sloeg zijn drie trouwen vrienden een
plan voor, waarmede dezen het eens waren.
Het zou vanmiddag worden uitgevoerd en
Ben, Geert en Cor moesten aan de uitvoe
ring meewerken.
....Het was ongeveer half twee toen on
der luid gejoel de jongens aan Jaap's huis
kwamen om hem af te halen. Jaap liet hen
niet lang wachten en kwam aanstonds. De
hoerraahs! schalden ver in het rond en deden
voor de tweede maal dien dag het halve dorp
uitloopen. Daarna ging men op weg.
Men liep reeds een kwartier zoo voort en
de uitbundigheid en het uitgelaten hoerraa-
geroep hadden plaats gemaakt voor een vroo-
lijke stemming en opgewekte gesprekken.
Toen dacht Jaap dat zijn tijd was gekomen.
Hij zag evgen rond of de jongens wel allemaal
dicht bij hem waren en hem goed konden ver
staan. Toen zeid'is:
„,k zou nu best een goed werk willen
doen!"
De jongens vroegen wat-ie bedoelde.
„Ja!" zeide Jaap: „Het is nu vandaag voor
mij een echte feestdag en ik zou nu niets lie
ver willen dan iemand die heel ongelukkig
is, helpen. Maar waar moet ik hem vinden?"
„Ja!" zeiden de jongens die niets van de
afspraak der vier vrienden wisten: „waar
moet je hem vinden?"
Toen riep Ben Stolk die achteraan liep:
„Ik weet wat!"
Hij drong tusschen de jongens: „We gaan
Jan van Belt halen!"
Geert van Bakel en Cor van Dijk riepen
vlug: „Hoerraahü"
En toen de jongens stom verbaasd stonden
te kijken en geen antwoordt gaven, riep ook
Jaap: „Hoerraahü dat doen we!"
De jongens riepen toen ook maar: „Hoer-
rëah!"
Het huis van Jan van Belt was niet ver en
weldra waren de jongens op het erf.
.Jan van Belt zat stil in een hoekje van
de groote kamer en schreide zachtjes voor
zich uit. Zijn oogen waren rood en dik. Hij
was zeer zenuwachtig. Zijn vader was na den
somberen maaltijd stil opgestaan en had zich
naar zijn werk begeven. Moeder drentelde
door het huis. Haar werk vlotte niet. Zij kon
nergens met haar gedachten bijblijven. Wan
neer ze door de kamers liep, zag ze tersluiks
naar Jan. Deze voelde haar blik. Eerst durfde
hij niet, maar voelde zich dan onweerstaan
baar aangetrokken en zag op. De blikken van
den jongen ontmoetten die zijner moeder.
Snel wendden dan beiden zich af.
(Wordt vervolgd.)
TWEE VOOR EEN GELD.
„Juffrouw, hoeveel is de helft van 91 pond?"
HET SLIMME DOCHTERTJE.
Dochtertje: „Mama, van wien houdt u meer
van Mozart of Beethoven
Mama „Nu, eigenlijk mag ik Beethoven
liever
Dochtertje: „Dat doet me genoegen. Ik heb
bij 't stofafnemen in het salon de buste van
Mozart laten vallen."
WAT HIJ PREFEREERDE.
„Krijgt tante een zoentje van je, dan krijg
je twee cent."
„Dank u ik verdien meer met wonderolie
innemen."
muiiiniii.uiniiiii,niu»
r
150, „Ta-ta-ra-ta-ta!" piepte 't kanarievogeltje,
dat van verbazing bij 't zien van dien ridder bijna
onderste boven viel. „Lieve, goeie, besté Ridder.
T Is alles wel heel lief van je om mij te willen hel
pen. Maar hoe wil je met mij hier vandaan komen?
't Zal moeilijk gaan om in dien nauwen schoorsteen
te klimmen. En hoe dan van dien hoogen toren met
dat betooverde land er om heen af te komen?
151. „Geen nood," lachte Holly-Dolly. „Kom,
mijn beestje, volg mij maar, dan zal het niet lang
duren of je bent weer een vrij vogeltje."
Kordaat stapte Holly-Dolly toen met z'n bom ge
wapend naar den schoorsteen toe. „Nu zul je eens
wat zien," vertelde hij 't kanarie-pietje. „Eens in
mijn leven deed ik mijn Grootvader een luchtreisje
maken en nu gaan wij dat eens fijntjes zelf doen!"
125. „Je zult eens zien, mijn pieter-de-pietje,
hoe netjes ik dat zaakje opknap. Deze bom, die
ik hier hij me heb, leg -k netjes onder den schoor
steen. Ik ga dan op de bom zitten, jij op mijn schou
der; ik steek de lont van de bom aan en dan....
ha, ha, dan zal je eens zien, hoe gauw wij vrij zijn
en hoe die heks op haar neus kijkt."
KINDERLIJK.
„Vader, sprak Jantje, oom zei, dat ik spre
kend op u lijk. Zou hij dat nu heusch mee-
nen, of zegt hij het alleen maar om me te
plagen?"
HIJ HAD HET .GEWONNEN.
Moeder: „Lieve Hemel, Jan, je bent dóór*
nat. Hoe komt dat?"
Jantje: „Dirk en ik waren aan het spelen
wie het verst over de brug kon leunen en ik
heb het gewonnen,"
DE KLEINE SPECULANT.
„Jantje, heb je netjes je excuse gemaakt
toen je die dame op haar voet trapte
„Ja, zeker moeder, en zij heeft mij toen
vriendelijk een dubbeltje gegeven, omdat ik
zoo'n beleefde jongen was, en toen heb ik
nog eens op haar anderen voet getrapt, en
weer beleefd om verschooning gevraagd."
EEN AANBEVELING.
Een kruidenier had geadverteerd om een
loopjongen.
„Werk je graag," vroeg hij aan sollicitant
No. zooveel.
„Nee, mijnheer," antwoordde de jongen.
„Dan zal ik jou 't baantje maar geven.
Je bent ten minste de eenige, die me hier geen
leugens is komen vertellen."
Wanneer men onderstaande afbeelding be
kijkend, het linker- en rechteroog om de
beurt toeknijpt, zal het lijken alsof de rin
gen op hetzelfde oogenblik, dat men het oog
toeknijpt, meedraaien, en men van een an
dere zijde door de ringen ziet.
Als men u vraagt welke van de drie wan
delaars op onderstaand plaatje het langste
is, dan zult ge ongetwijfeld den voorsten
wandelaar den langsten en den achtersten
den kleinsten noemen. Gaat ge nu met den
millimeter nameten of ge goed geschat hebt,
dan zal blijken dat juist de achterste wan
delaar het langst is, de middelste in lengte
op hem volgt en de voorste, die het langste
lijkt, in werkelijkheid de kleinste is.