MD
Uit de Pers.
LUCHTVERKEER.
ORDE EN ARBEID.
LEGER EN VLOOT.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde blad. Donderdag 27 November 1924
Ziwar Pasja heeft beloften gegeven aangaande de openbare veiligheid
in Egypte. De Britsche regeering ziet van scherpe maatregelen af. De
Britsche socialisten keeren zich tegen de gedragslijn der regeering in het
Egyptisch conflict.
Onder de Radio-berichten: Men vreest in Engeland voor Zaghloei's in
vloed achter de schermen. De oppositie in Engeland tegen de houding der
regeering. De nieuwe regeering in China.
GEM. BUITENL BERICHTEN.
FRANKRIJK EN HET PROTOCOL VAN
GENEVE.
Een nieuwe Oceaan-tocht
van de Z. R. lil.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Waardeberekening voor
ingevoerde goederen.
3232 27
3424 23
4421 23
5121 22
6324 15
6761 46
8213 24
9588 12
9795 20
3259 21
3424 41
4619 14
4611 40
6761 24
7641 35
8621 28
9588 25
9795 26
Alg. militaire Pensioenbond.
De bevelvoering van het
Marinecorps.
Is een slagerswinkel werkplaats
in den zin der Arbeidswet?
BINNENLANDSCH NIEUWS
Een gedenksteen.
Tweede Kamerverkiezingen.
Jubileum Reddings
maatschappijen.
De Ambtenaarssalarisen.
Alg. R.-K. Werkgevers-ver.
in het Bisdom Haarlem.
De Koninklijke Familie.
Begrooting van Ned.-lndië
voor 192S.
Initiatief voorstel mej. van Dorp
Een huldiging van Mgr. Nolens.
Het zilveren huwelijksfeest
der Koningin.
FEUILLETON.
HET GEHEIM VAN EEN
HUURRIJTUIG
KAMERFRACTIE EN BOND.
In het feit, dat dr. Nolens in zijn groote
politieke rede tevens een program heeft ont
wikkeld, vindt „De Maasbode" aanleiding
om den wensch uit te spreken, dat de politie
ke leiding aan de Kame f actie zal worden
gegeven.
Niet alleen den wensch zij meent, dat
wij pas een gezond politiek leven zullen krij
gen, als wij de gedachte aan het tegenwoordi
ge dualisme „Kamerfractie en Bond" laten
Varen, en aan de mannen, die wij als vertegen
woordigers afvaardigen en aan wie wij ons
Vertrouwen schenken, ook de leiding van het
politieke leven laten.
Naar aanleiding hiervan schrijft „Het
Huisgezin" het volgende
Had „De Maasbode" de wenschelijkheid
bepleit, dat de voorzitter der Kamerfractie
tevens voorzitter zou zijn van den Bond, dan
tou ze ongetwijfeld meer instemming hebben
geoogst dan nu ze den Bond de politieke
leiding wil ontnemen om hem enkel als ver-
kiezings-instrument in stand te houden.
Wij zien geen enkele noodzakelijkheid of
Wenschelijkheid om aan de Kamerfractie
tweeërlei leiding op te dragen en den Bond
tot een stemmachine te verlagen.
Of we thans een gezond of een ongezond
politiek leven hebben, is een andere vraag,
tnaar we gelooven dat zich vergist wie meent,
dat het ongezonde politieke leven gezond zal
Worden enkel door het feit, dat niet meer de
Bond, maar de Kamerfractie de politieke
leiding zal krijgen.
Waarom haar de leiding
Waarom de gekozenen aangesteld tot het
bestuur der Staatspartij
Is het niet tegen den draad in
En meent men, dat de partij zelve er ge
noegen mee zou nemen, aldus van bovenaf
te worden geleid, in plaats van de leiding
uit zich zelve te laten opkomen
Meent men ook, dat de Kamerfractie het
aangenaam zou vinden, aldus met een ver
antwoordelijkheid te worden belast, die haar
naast die, welke ze reeds te dragen heeft, te
zwaar zou drukken
Er is nog een andere bedenking.
De Bondsleiding, zooals wij die thans ken
nen, is uit alle streken van het land gerecru-
teerd en voorkomt daardoor een sterke cen
tralisatie wat in de verschillende gewesten
leeft komt zoodoende beter tot uitdrukking
en tot zijn recht, dan wanneer de Kamerfrac
tie de leiding had, die voor een derde deel in
Den Haag of zijn omgeving is geconcentreerd.
Laat „De Maasbode", die het politieke
leven van thans ongezond acht, aantoonen
dat het zoo is, en zoo is omdat de leiding bij
het Bondsbestuur berust, en aannemelijk
maken, dat we een gezond leven te wachten
hebben, als maar eerst de leiding aan de
Kamerfractie is overgegaan.
Zeker, zij meent wel dat er thans een ge
ringe samenhang is tusschen Kamerfractie en
volk, doordat de volksvertegenwoordigers
niet voldoende, niet voortdurend en niet
intens in voeling staan met de kiezersscharen.
Maar vooreerst is dit te algemeen uitge
drukt, en op de tweede plaats zijn we nog
niet overtuigd, dat indien de „intense" voe
ling er was, deze als een argument mocht
worden beschouwd om de politieke leiding
bij het verkiezingswerk en in het algemeen
alles wat tot de taak van den Bond behoort
aan de Kamerfractie op te dragen.
Ieder op zijn plaats de Bond op de zijne,
de fractie op de hare.
Het Egyptisch conflict.
De laatste dagen is het conflict tusschen
Engeland en Egypte naar aanleiding van den
moord op den Sirdar, zooals men bemerkt
heeft, eenigszins geluwd.
De „Daily Telegraph" verneemt, dat Zi
war reeds de belofte heeft gegeven aan lord
Allenby, dat hij niet aarzelen zal, de streng
ste maatregelen te nemen tot bevordering
der openbare veiligheid. De Egyptische pre
mier verklaarde bovendien voornemens te
Zijn de moordenaarsbenden, die in den laat
ster! tijd Egypte zoo onveilig hebben gemaakt
op te sporen en met de grootste gestrengheid
tegen ze op te treden.
Aan gezien het Egyptische parlement voor
een maand naar huis werd gezonden, hoopt
men, dat de Egyptische regeering deze zeer
noodige rust gebruiken zal om met de Brit
sche regeering tot overeenstemming te ko
men. Deze laatste zou bereid zijn hiertoe
mede te werken, door zich verder te onthou
den van scherpe maatregelen, mits er zich
inmiddels geen nieuwe incidenten voordoen.
Uit Kaïro wordt aan de „Times" gemeld,
dat Zaghloel, het woord voerend van het ter
ras van zijn huis, de studenten aanspoorde,
hun studies te hervatten en iedereen aan
maande, weer aan het werk te gaan en zich te
onthouden van demonstraties. Zoo niet, dan
zou hij zich gedwongen zien, af te treden als
leider der partij.
De Britsche socialisten
en de regeering.
De Indep. Labour Party heeft een manifest
uitgevaardigd waarin de actie der regeering
ten aanzien van Egypte met leedwezen wordt
gezien en wordt opgemerkt dat bij deze Egyp
tische politiek wordt uitgegaan van de ver
keerde meening, dat Groot-Britanië een
moreel recht heeft om Egypte te bezetten,
niettegenstaande het bij tal van gelegenhe
den zich had verbonden de bezetting te be
ëindigen. Deze bezetting heeft niet meer mo-
reele rechtvaardiging als Duitschland's be
zetting van België- Het Egyptische volk heeft
recht zich zelf te regeeren, evenals andere
volken en de bezetting door een vijandelijke
macht is de eigenlijke oorzaak van den hui-
dtgen toestand. De I.L.P. veroordeelt den
politieken moord, maar ook dat de Britsche
regeering deze misdaad tot aanleiding neemt
van nieuwe imperialistische eischen, die op
annexatie van Soedan neerkomen.
De I.L.P. verlangt den Soedan aan het
oppergezag van den Volkenbond te onder
werpen, de bijeenroeping van een Britsch-
Egyptische conferentie en de behandeling
van de Suezkanaal-kwestie als een probleem
van de internationale waterwegen door den
Volkenbond.
Men mag zeker hierbij herinneren, dat de
heer MacDonald we! een eenigszins andere
opvatting van de Egyptische kwestie had
dan zijn engere partijgenooten hier aange
ven.
De gemeenteraad van Parijs heeft met al-
gemeene stemmen een motie aangenomen
waarbij aan de Fransche regeering wordt
verzocht om, onder toepassing der huma
nitaire beginselen van de conferentie van
Genève vriendschappelijk tusschenbeide te
komen bij de Britsche regeering en haar
dringend te verzoeken het conflict tusschen
Groot-Britannië en Egypte aan den Volken
bond te onderwerpen.
Uit Alexandrië wordt gemeld dat twee
matrozen van het oorlogsschip „Valiant" se
dert de laatste 48 uur vermist worden. De
autoriteiten zijn op de hoogte gesteld.
Een onderzoek wordt ingesteld.
DE BRIEF VAN ZINOWJEW.
De „Daily Express" verneemt dat de
Russische Sovjetregeering in haar antwoord
op de nota van Baldwin vasthoudt aan de be
noeming van de commissie van arbitrage
om vast te stellen, of de brief van Zinowjew
al dan niet echt is. Verder verneemt het blad,
dat de Sovjetregeering het betreurt dat de ge
legenheid tot het scheppen van vriendschap
pelijke diplomatieke en handelsbetrekkingen
door het prijsgeven van het Engelsch-Rus-
sisch verdrag is verloren gegaan.
In Officieuze Fransche kringen wordt vol
gens de „Figaro" verklaard, dat de Fransche
regeering, die zich het verzoek van het
kabinet van Londen om uitstel van de be
handeling van het protocol van Genève zeer
goed kan begrijpen, bereid is om, wanneer
Groot-Britannië daartoe den wensch te
kennen geeft, eventueele amendementen op
dit protocol in overweging te nemen. De re
geering is evenwel niet van zins het werk van
Genève prijs te geven en zal het ter ratifi--
aatïe aan de Kamers voorleggen zelfs in het
geval dat de-Engelsche regeering na onder
zoek het protocol definitief zou verwerpen.
DE FRANSCH-DUITSCHE BE
SPREKINGEN OVER EEN HANDELS
VERDRAG.
Men toont zich te Parijs verontwaardigd
over het feit, dat Dinsdag opnieuw door toe
doen van Duitschland de Fransch-Duitsche
besprekingen over het komende douane-re
gime niet zijn kunnen worden voortgezet.
Op het laatste oogenblik bleek de deskun
dige voor de groote industrie, waaraan men
toe was, niet aanwezig, omdat hij in Berlijn
een congres bijwoonde. De Duitschers wil
den thans de volgorde van behandeling op
nieuw wijzigen, hetgeen van Fransche zijde
geweigerd werd, omdat de volgorde aldus niet
logisch en regelmatig was en omdat het een
maal vastgestelde programma niet behoort te
worden gewijzigd wegens afwezigheid van
een enkelen deskundige.
De „Petit Parisien" betoogt, dat men hier
opnieuw te doen heeft met opzettelijke dila-
toire praktijken, in de hoop naar mate de
datum van 10 Januari nadert, Frankrijk
handelbaarder te maken. Deze verwachting
is echter onjuist, want Duitschland heeft er
veel meer belang bij dat intijds een nieuwe
regeling wordt gemaakt dan Frankrijk, welk
land eventueel alleen Duitschland uit zijn
handel geschakeld zou zien, terwijl Duitsch-
md verdragen met alle anderen heeft te ver
nieuwen, die wel degelijk solidair zijn, zoo
dat het zijn geheele buitenlandsche handel
stilgelegd zou zien.
EEN MYSTIFICATIE MET EEN KA
MERSTUK.
Een der bladen meldde dezer dagen, dat
het Fransche Kamerlid Dezarnaulds, rap
porteur over de begrooting van posterijen,
telegrafie en telefonie, zich in zijn rapport
had uitgesproken ten gunste van een staats
monopolie voor de draadlooze telegrafie
Niemand was meer verbaasd over deze mede-
deeling dan de heer Dezarnaulds zelf, want
iets dergelijks kwam in zijn rapport niet voor.
Het schijnt, dat tijdens de afwezigheid van
het Kamerlid die zich naar zijn departement
had begeven, iemand van het technische
kabinet van den onderminister voor de P. T.
T. ter drukkerij van de Kamer is verschenen,
en namens den heer Dezarnaulds gevraagd
heeft eenige blaadjes toe te voegen aan het
verslag van den rapporteur, aan welks ver
zoek de chef der drukkerij, niets kwaads ver
moedend, voldeed.
EEN ADMIRAAL NAAR PARIJS ONT
BODEN?
De „Echo de Paris" publiceert een bericht,
waarvan wij onder alle voorbehoud melding
maken, volgens hetwelk de mirister van ma
rine admiraal Exelmans, den opperbevelheb
ber der zeegrens van Noord-Afrika, naar Pa
rijs zou hebben teruggeroepen omdat hij ge
weigerd zou hebben te Bizerta de Sovjet
commissie te ontvangen, welke daar was ge
komen voor de overdracht van de vloot van
Wrangel.
GRATIE VOOR GENERAAL NATHU-
SIUS.
President Doumergue heeft Dinsdagavond
het gratiedecreet voor generaal Nathusius
geteekend. De generaal is gistermorgen uit
Rijssel naar Duitschland teruggekeerd.
HET VREEMDELINGENVERKEER IN
ENGELAND.
Joynson Hicks, Engelsch minister van
Binnenl. Zaken, uitte tegenover een deputa
tie, die hij in gehoor ontving, de hoop, dat
de pasvisa behouden zouden blijven als het
beste middel om ongewenschte elementen
uit het buitenland weg te houden. In 1923
werden 321.573 buitenlanders in Engeland
toegelaten en werd aan 3172 vergunning ge
weigerd. Hetzelfde jaar verlieten 324.000
vreemdelingen Engeland, zoodat hun aantal
met 2000 verminderde. In de eerste negen
maanden van dit jaar werden 321.541 vreem
delingen toegelaten en 1827 afgewezen, en
vertrokken er 311.576. Op het oogenblik zijn
in Engeland 272.862 vreemdelingen aanwe
zig, waarvan 167.966 te Londen, de rest in de
andere groote steden verblijf houden. Een
voortdurende contróle wordt niet toegepast,
wel een algemeene registratie.
SOVJET-AGENTEN IN BESS AR ABIE.
Uit Bessarabie wordt meegedeeld dat ver
schillende agenten van sovjet-organisaties bij
het overschrijden van de Dnjester gearres
teerd zijn.
DE „HOLLANDTUNNEL" ONDER DE
HUDSON.
Dezer dagen werd een nieuwe verkeers-
tunnel onder de Hudson geopend, die Man
hattan met New Jersey verbindt. De tunnel
werd „Hollandtunnel" gedoopt, niet ter ge
dachtenis aan Nederland, maar aan den hoofd
ingenieur die bij het werk de leiding had en
die kort geleden overleed.
De positie van Trotzky.
Meer en meer blijkt uit berichten m ver
schillende buitenlandsche bladen, dat het
verschil van meening tusschen Trot ky
eener.'ijcis en Stalin, Z r.owiew en Kameuev/
anderzijds grooter en gr .eter is geworden cn
dat een conflict in de riding t.er Commun.s-
tische partij in Rusland wel niet kan uitblij-
blijven.
.Hen verwijt Trotzky, dat hij door zijn aan
val op verschillende gewichtige partijprin
cipes de eenheid der partij in gevaar brengt.
Het Moskousche Comité der Russische C.P.
tieeft dan ook in een speciale vergadering,
onder leiding van Kamenew, waarin Trotz-
ky's houding werd besproken, een resolutie
aangenomen, waarin verklaard werd dat zeer
strenge maatregelen tegen bet „Trotzkyis
me", dat louter een vorm van Mensjewisme
is. genomen zullen worden.
.Jok andere leiders der C.P. hebben zich
tegt.1 Trotzky verklaard.
Zoo meldt de correspondent te Riga van
de „Times", dat Sokoinikow, de volkscom
missaris van Financiën, in de „Prawda"
Trotzky's uitlatingen „vergiftige gasbom
men" noemt, waarmede hij de leiders der
C.P. bombardeert, in de hoop hen te ver
stikken en aldus door anderen te kunnen
vervangen,
Trotzky reageert absoluut niet op deze
aanvallen en neemt aan geen enkele offi-
cieele plechtigheid deel. Zijn afwezigheid
wordt in dien zin uitgelegd, dat hij onder be
waking staat en dat hij uit de C. P. zal wor
den gezet.
Dezelfde „Times"-correspondent deelt
mede, dat in de bladen groote ophef wordt
gemaakt van elke anti-Trotzky-resolutie en
dat elke pro-Trotzky-uitlating door het tri-
umviraat-Zinowjew-Stalin-Kamenew wordt
doodgezwegen. Toch zijn die er weL Sommi
ge afdeelingen van het Roode leger hebben
b.v. besloten om Trotzky te verdedigen te
gen de aanvallen van het triumviraat.
In communistische kringen in Moskou gaat
het gerucht, dat Trotzky gedwongen zal
worden als volkscommissaris van oorlog af
te treden en eveneens als voorzitter van den
revolutionairen oorlogsraad. Als opvolger in
deze laatste functie wordt Voroshilow, de
commandant van het Moskousche militaire
district, genoemd.
Ook V. D. heeft een bericht uit Londen
over den tegenstand tegen Trotzky, waarin
o.m. dit staat:
Niet alleen de Moskousche organisaties
hebben thans een open strijd aangebonden
tegen den eens zoo populairen erkenden
leider, doch iedere communistische kern in
het meest verwijderde deel van het land,
haast zich de banvloek uit te spreken over
hun vroegeren afgod. Duizenden resoluties
worden dagelijks aangenomen, die zich uit
spreken tegen Trotzky.
Evenals het vorig jaar neemt Trotzky een
volledig stilzwijgen in acht. Van het begin
der tegen hem gerichte campagne af, heeft
hij nog geen woord doen hooren en er is
geen enkele aanwijzing over zijn actie. Zijn
afwezigheid werd ook opgemerkt in zijn ge
wone functies. Als leider van de Vrijwillige
Luchtvaartvereeniging houdt hij zich afzijdig
van alle feestelijkheden, die dezer dagen ge
houden' zijn ter eere van het 3-jarig bestaan
van dit lichaam.
De plenaire conferentie van den revolu-
tionnairen Oorlogsraad, die thans te Moskou
bijeen was, vergadert onder voorzitterschap
van zijn plaatsvervanger Frunze.
Uit Washington wordt gemeld: Admiraal
Moffat, chef van de luchtvaartafdeeling van
het marine-departement deelt mede, dat het
luchtschip Los Angelos (de Z. R. III) het vpl-
gend jaar een tocht naar Engeland zal ma
ken.
De raad van beroep voor de inoerrechten
heeft beslist, dat bij aangifte an de waarde,
niet naar den op dat tijdstip gelden eerste-
handsprijs, maar naar de werkelijk voor de
ingevoerde goederen bestede koopprijzen
vracht en andere kosten, in het aan te geven
waardebedrag de volle transportkosten, dus
ook die van de Nederlandsche grens naar de
plaats van bestemming begrepen moeten
worden.
KANTON FREIBURG 1902.
44ste trekking 15 November.
Serie 4259 obl. 31 frs. 15.000.
Serie 9795 obl. 24 frs. 1.500.
Serie 1215 obl. 34, Serie 3259 obl. 39, Serie
5611, obl. 19, Serie 6761, obl. 37 frs. 250.
Van de volgende serie zijn de daarachter
vermelde obligaties met frs. 30 uitgeloot
630 18 1215 33 1215 38 1417 44 3126 13
3232 5
3284 37
4421 6
4989 32
6261 39
6761 39
7680 43
9278 23
9604 31
3126 43
3284 25
4274 36
4989 30
6261 23
6761 32
7680 31
9278 4
9604 23
3126 17
3259 29
3634 41
4639 50
5842 39
6761 25
7680 1
8965 3
9588 50
9795 28
Verder zijn er een aantal nummers met
frs. 19 uitgeloot.
De Alg. Militaire Pens.oenbond heeft een
adres aan de Tweede Kamer gezonden, waar
in verzocht wordt het daarheen te willen
leiden, dat door de regeering onmiddellijk en
onvoorwaardelijk maatregelen worden geno
men ter tegemoetkoming aan de wenschen
der gepensionneerden.
Aan den Luitenant-Kolonel der Mariniers
J. G. Gruschke is, naar wij vernemen, met
ingang van 1 December e.k. op zijn verzoek
wegens langdurigeo dienst eervol ontslag uit
den zeedienst verleend onder toekenning
van levenslang pensioenjbevorderd is tot
Luitenant-Kolonel der Mariniers, de kapitein
der Mariniers J. Oele.
Het standpunt van den Directeur-gene
raal van den Arbeid.
De heer Zaalberg, directeur-generaal van
den Arbeid, schrijft aan de Msb.
In uw blad van 25 November 1924 Och
tendblad komt een bericht voor, waarin mij
een aanwijzing wordt toegeschreven over het
al-of-niet tot de werpklaatsen in den zin der
Arbeidswet behooren van slagerswinkels.
U zult mij zeer verplichten met mij alle
verantwoordelijkheid voor den inhoud van
dat bericht te laten afwijzen. Om een voor
beeld te noemen, acht ik het uitpeilen van
biefstuk of bakvleesch, het uitsnijden van een
varken, het breken van een voet (kwart rund)
geen verkoopwerkzaamheid, doch bewerking.
De zaak is in de handen der Justitie en de Ar-
beids-Inspectie wacht met spanning een
principieele uitspraak. Intusschen gaat de
Arbeidsinspectie voort met haar eigen inter
pretatie toe te passen van het begrip „voor
verkoop of gebruik geschikt of meer geschikt
maken"
In een slagerswinkel wordt zuivere ver-
kooparbeid verricht, doch ook, en zulks in
ruime mate, bewerking van het geslachte
dier, die behoort tot het voor verkoop of ge
bruik geschikt of meer geschikt maken.
Om voor niet slagers duidelijk te'zijn moge
ik een vergelijking maken met een ander be
drijf. Wanneer een manufacturer van een
stuk laken of lint of bad eenige meters voor
den klant afsnijdt, verricht hij zuiver winkel-
werk. Wanneer echter uit dat laken een jas
of een broek gesneden wordt, wordt de stof
voor gebruik meer geschikt gemaakt, zij
ondergaat een bewerking. Zulk werk stem
pelt de ruimte waarin het pleegt verricht te
worden, tot fabriek of werkplaats.
Wanneer in een slagerswinkel dergelijke
coupeurs- of kleermakerswerk wordt ver
richt naast manufacturierswerk, dan is die
winkel een werkplaats in den zin der Arbeids
wet.
Welke werkzaamheden als zoodanig zijn
te beschouwen heeft de rechter uit te maken,
doch zoolang dit niet is geschied, gaat de
Arbeidsinspectie naar eigen oordeel te werk.
Dit stemt niet geheel overeen met de op
somming in uw bericht en zelfs al ware dit
het geval, dan zijn de betrokkenen door dit
aan mij toegeschreven oordeel allerminst
gevrijwaard tegen een strafvervolging. Dat zij
zekerheid wenschten, waaraan zich te hou
den, acht ik volkomen verklaarbaar en ik zal
het toejuichen als aan die wensch spoedig
wordt voldaan.
Mijn persoonlijk oordeel, gebaseerd ,op
praktijk- en wetskennis, is, dat een slagers
winkel bijna steeds werkplaats is, omdat het
vleesch in den winkel komt in een vorm, waar
in het voor verkoop aan den consument nog
niet geschikt is. Het wordt door vakkundige
bewerking geschikt gemaakt.
Het Comité voor de luisterrijke viering van
de 25-jarige regeering van H. M. de Ko
ningin heeft B. en W. van den Haag ver
zocht op zijn kosten in de monumentale zuil,
welke aan den nieuwen verkeersweg tegen
over de Gevangenpoort zal worden geplaatst,
een gedenksteen te mogen plaatsen, te ont
werpen in overleg met dr. Berlage door den
beeldhouwer Ingen Housz, ter herinnering
aan het regeeringsjubileum van de Koningin.
B. en W. stellen voor dit verzoek in te
willigen.
Prof. van Embden, die door eenige federa
ties van den Vrijzinnig-Democratiseren Hond
viorloopig candidaat is gesteld voor de
Tweede Kamer stelt zich voor een candida-
tuur niet beschikbaar.
Bij den burgemeester van Vlissingen is uit
Tapico (Mexico) een gift van 415.55 en 20
dollar ontvangen voor de reddingsmaatschap
pijen. Deze giften zijn ingezameld door 3 Ne
derlanders, de heeren H. Bode, R. van Wee-
nen en A. C. Zur Haar. Het geld zal ter be
schikking worden gesteld van het comité ter
herdenking van het 100-jarig bestaan van de
reddingsmaatscbappijen.
Het bezoldigingsbesluit.
Door den heer Ketelaar zijn aan den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw de volgende vragen gesteld:
1. Heeft de Regeering reeds, ingevolge de
toezegging van den Minister van Binnenland-
sche Zaken en Landbouw, overwogen om den
datum van 1 October 1924 in artikel 27 van
het Bezoldigingsbesluit te veranderen in 1
Januari 1925?
2. Zoo ja, tot welk resultaat heeft deze
overweging geleid?
In de ledenvergadering van de A.R.K.W.
V. in het Bisdom Haarlem van a.s. Donder-
Jag, 27 dezer, te 3K uur.in Hotel de Twee
teden, Den Haag, zal wegens ongesteldheid
niet de heer Van Vuuren spreken, doch Dr.
L. G. Kortenhorst, over „Kapitaalvorming en
Belastingen",
Naar wij vernemen is de Koninklijke fami
lie voornemens Maandag 8 December e.k.
van het Loo naar den Haag terug te keeren
ten einde haar winterverblijf in de Residen
tie te vestigen.
Aan het Voorioopig Versla over de In
dische Begrooting, ontleenen wij het vol
gende
Poenale Sanctie.
Verscheidene leden betoogden, dat de hou
ding der Regeering ten aanzien van de poe
nale sanctie blijk geeft van gemis van rede
lijke vooruitstrevendheid. Zij drongen aan op
afschaffing van de poenale sanctie, waar bij
handhaving daarvan aan de belangen van
eenige groote cultures de belangen van an
dere takken van handel, verkeer en nijverheid
worden opgeofferd.
Andere leden meenden, dat deze uitingen
niet juist zijn.
Het vraagstuk van de scheiding van Kerk
en Staat.
Eenige leden zouden gaarne inlichtingen
ontvangen omtrent de werkzaamheden van
de in Indië ingestelde commissie voor de be
studeering van het vraagstuk van de schei
ding van Kerk en Staat. Zij vroegen of dè
Minister de overtuiging heeft, dat van deze
Commissie binnen afzienbaren tijd een rap
port kan worden tegemoet gezien.
De Missie.
Sommige leden spraken hun afkeuring uit
over de houding, welke door sommige be
stuursambtenaren in de buitengewesten wordt
aangenomen tegenover missie en zending.
Deze leden spraken ook hun verwondering
uit over de wijze, waarop het vraagstuk van
de toelating van de Katholieke missie op Bali
in den Volksraad is behandeld.
De kazerne-toestanden.
Eenige leden waren van oordeel, dat het
hoog noodig is in het concubinaatwezen in de
kazerne verandering te brengen.
Candidaat Indische ambtenaren.
Verscheidene leden vestigden er de aan
dacht op, dat zij, die zich hier te lande heb
ben aangemeld om aangewezen te worden als
candidaat Indisch ambtenaar een schrijven
hebben ontvangen, waarin wordt medege
deeld, dat plannen tot stichting van parti
culiere zijde van een z.g. Indische faculteit
te Utrecht, waardoor de volledige studie al
daar mogelijk zou worden, in overweging
zijn. Deze leden wénschten daarover ophel
deringen te ontvangen.
Studiereizen van Kamerleden naar Indië
Enkele leden spraken de wenschelijkheid
uit, dat leden van de Staten-Generaal in de
gelegenheid zouden worden gesteld studie
reizen naar Indië te ondernemen en vroegen
daaromtrent het oordeel der regeering.
Andere leden konden zich met dit denk
beeld geenszins vereenigen.
In een nota naar aanleiding van het ver
slag omtrent de overweging in de afdeelingen
van het gewijzigd voorstel van wet van mej.
van Dorp tot nadere regeling van de verkie
zing van leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal door de daartoe bevoegd ver
klaarde kiezers en de toepassing op die ver
kiezing van het stelsel van evenredige ver
tegenwoordiging, merkt de voorstelster op,
dat zij zich geen stelsel kan denken, dat nau
wer verband legt tusschen de kiesdistricten
en de gekozenen dan in het ingediende ont
werp plaats vindt, zonder de evenredigheid
geheel prijs te geven.
Men zal voor de verwezenlijking der even
redige vertegenwoordiging steeds zijn toe
vlucht moeten nemen tot een lijstenstelsel,
tenzij men te doen heeft met een zeer klein
aantal candidaten, maar juist de lijst is het
zwakste punt der geldende regeling. Om aan
de lijst te ontkomen moet men een compro
mis zoeken tusschen het districtenstelsel en
het stelsel der volslagen evenredigheid. Dit
compromis bestaat in het voorgedragen stel
sel in de verdeeling van het Rijk in 18 kies
kringen, waardoor het aantal candidaten zoo
zeer beperkt wordt, dat een overdracht mo
gelijk wordt gemaakt.
Eenige Limburgsche vrienden hebben als
blijk van vriendschap en waardeering zich
spontaan vereenigd om aan den Minister van
Staat, mgr. prof. dr. Nolens die sedert meer
dan 25 jaren Limburg in de Tweede Kamer
heeft vertegenwoordigd zijn door A. van
Welie geschilderde beeltenis aan te bieden.
Tot dat doel hebben de Limburgsche vrien
den zich j.l. Maandag 24 dezer ten huize van
het lid der Kamer, ir. Bongaerts te 's-Gra-
venhage vereenigd ter aanbieding van dit
huldeblijk, na afloop waar de heer en me
vrouw Bongaerts hun gasten een feestmaal
hebben aangeboden.
Het portret is een dusgenaamd kniestuk.
De gelijkenis is frappant en mgr. Nolens is
weergegeven in het ambtsgewaad van pro-
tonotarius apostolicus met den purperen
mantel.
Aan den maaltijd heeft mgr. Nolens in har
telijke bewoordingen zijn vrienden bedankt
voor deze onverwachte attentie en den schil
der van Welie, die eveneens tot de gasten be
hoorde, gecomplimenteerd voor de artistieke
uitvoering van de beeltenis.
Het „Dev. Dbld." verneemt uit Den Haa»,
dat voorbereidende stappen worden gedaan
om een nationaal comité te vormen, dat zich
ten doel stelt, aan H.M. de Koningin een
geschenk aan te bieden ter gelegenheid van
haar zilveren huwelijksfeest in Februari 1926
37.
„Och, het waren zulke aardige men-
schen," snikte zij, haar handen uit
strekkend, „die mij met niets plaagden,
maar mij goed voedsel toedienden. Ik gaf
hen een verkeerden naam op. Ik was zoo
bevreesd, dat men mij zou vinden. Toen
werd ik zoo ziek, en wist weken achtereen
nergens van. Zij zeiden, dat ik ten eenen-
male ontoerekenbaar was. En toenkwam
ik terug, om grootje weer te zien,"
„En vertelden de menschen, welke u op
namen, nooit iets omtrent den moord?"
vroeg Calton.
Sal schudde het hoofd.
„Neen, het was een heel eind het land
in, en zij wisten er nooit iets van, neen, dat
■wisten zij niet."
„O, dat verklaart alles," mopperde Calton
binnensmonds. „Komaan," liet hij er vroo-
Rjk en luid op volgen, „vertel mij al hetgeen
er in dien nacht gebeurde, toen u Mr. Fitz
gerald medenam, om de „koningin" te be
doeken."
„Wie is dat?" vroe'g Sal verlegen.
„Mr. Fitzgerald, aan wien gij den brief
op den Melbournschen club ter band stel
de."
„O hem?" zeide Sal, terwijl zich een
plotselinge lichtstraal op haar flets gelaat
vertoonde. „Zijn naam kende ik nooit te
voren."
Calton knikte.
„Dat gij zulks niet wist, weet ik," zeide
hij, „dit is de reden, waarom gij op den club
niet naar hem vroeg?"
„Zij had mij nooit zijn naam genoemd,"
zeide Sal, haar hoofd in de richting van het
bed wendend.
„Wien beduidde zij dan, bij haar te bren
gen?" vroeg Calton belangstellend.
„Zij noemde niemand," hernam het meisje.
„De zaak heeft zich aldus toegedragen. Den
avond toen zij het ergst was, en ik naast
haar bed zat, omdat grootje lag te sla
pen.
„'k Was dronken," viel grootje trotsch in
de reden, „ik weet niets van die satansche
leugens; ik was stomdronken."
„En toen sprak ze tot mij," vervolgde het
meisje, geen rekening houdend met de sto
ring van haar grootmoeder. „Haal mij eens
'n stuk papier en potlood, en ik zal hem 'n
briefje schrijven, dat zal ik hem. Toen
stond ik op en nam, hetgeen ze mij gevraagd
had, uit grootmoeders doos."
Vrouw Guttersnipe liet een serie vloeken
vernemen en na een geheel woordenboek
ten beste te hebben gegeven, verviel zij ein
delijk in een gemelijke stilte.
„Ze schreef er op," vervolgde Sal, „en
vroeg mij toen, het naar den Melbournschen
club te brengen en het hem over te geven.
Ik vroeg, wie is die „hem", waarop zij ten
antwoord gaf, dat 't op het briefje stond, ik
moest geen vragen doen, om geen leugens
te hooren, ik moest het hem op den club
geven, en hem opwachten aan den hoek van
Burke- en Russellstreet. Vervolgens ging
ik heen, gaf het een kerel op den club, en
toen ging hij mij rakelings voorbij, zeggende,
„breng mij bij haar", en ik nam hem mee."
„En hoe zag die heer er uit?"
„O, erg mooi," antwoordde Sal, „Zeer
groot, met geelachtig haar en snor. Hij was
in feestgewaad, en had een vilten hoed op
en een overjas aan."
„Dat was Fitzgerald duidelijk genoeg,"
prevelde Calton. „En wat deed hij, toen hij
kwam?"
„Hij begaf zich regelrecht naar haar toe,
en zij zeide: „bent u het zelf? Weet u wel,
wat ik u te zeggen heb?" en hij antwoordde:
„Neen." Toen zeide zij: „Het is over haar:"
en haar kwaad aanziende liet hij er op vol
gen: „hoe durft u haar naam over uw
slechte lippen te brengen?" waarop zij
overeind kwam en krijscht: „laat het meisje
na-j buiten gaan, en ik zal het u zeggen;"
waarop hij mij bij den arm nam en zeide:
„Maak, dat u er uit komt," en ik ging er
uit, en ziedaar al hetgeen ik er van weet."
„En hoe lang was hij bij haar?" vroeg
Calton, die aandachtig geluisterd had.
„Zoo omstreeks een half uur," antwoordde
Sal, „ik bracht hem terug naar Russellstreet,
zoowat tien minuten over half twee, omdat
ik op de klok van het postkantoor keek, en
hij gaf mij een souverein, en toen liep hij
de straat door, gelijk een razende."
„Men heeft ongeveer twintig minuten
noodig, om naar East Melbourne te loopen,"
zeide Calton bij zich zelve. „Hij kan dus juist
op zijn tijd thuis zijn gekomen, gelijk Mr.
Samson getuigde. Vermoedelijk was hij al
dien tijd bij de „koningin?" vroeg hij, Sal
daarbij aandachtig gadeslaande.
„Ik stond aan de deur," zei Sal, deze aan
wijzend, „en hij kon er nooit zijn uitgegaan
of ik moest het bespeurd hebben".
„O, nu is alles in orde," zei Calton, met
Kiisip een blik van verstandhouding wisse
lend, „nu bestaat er voor de bewijslevering
van een alibi geen bezwaar meer. Maar, wat
ik zeggen wil," liet hij, zich tot Sal wendend
er op volgen, „waar hebben zij over gespro
ken?"
„Ik weet het niet," antwoordde Sal, „ik
stond voor de deur en zij spraken zoo zacht
dat ik ze niet kon hooren. Opeens liet hij
zich dof vernemen: „Mijn God, het is te ver
schrikkelijk!" en ik hoor haar lachen gelijk
iemand, die iets verklapt heeft, en toen
komt hij naar mij toe en zegt, juist als een
wilde, „breng mij uit dit hol!" en ik nam
hem mede."
„En toen u terug kwam?"
„Was zij dood."
„Dood?"
„Als een pier," liet Sal er op volgen.
„U zult morgen met Mr. Kiisip naar het
gerechtshof komen." zei hii tot Sal. „en
hetgeen u ons hebt medegedeeld, voor de
gezworenen herhalen."
„Het is de zuivere waarheid," sprak Sal
vol vuur, „hij was al dien tijd hier."
Calton stapte, gevolgd door den gerechts
dienaar de deur uit, toen vrouw Guttersnipe
opstond.
„Waar is het geld, voor haar ontdekking
uitgeloofd?" krijschte zij, met haar mage-
ren vinger naar Sal wijzend.
„Goed beschouwd, heeft het meisje zich
zelf ontdekt," zei Calton droog, „het geld is
op de bank en zal daar blijven."
„En ik moet afstand doen van mijn zuur
verdiende spaarpenningen," huilde de oude
furie. „Ik zal-d» justitie voor u halen en je
in de gevangenis laten werpen".
„Als u niet oppast, zult u er zelf nog in
komen," zei Kiisip met zachte stem.
„Ja," schreeuwde vrouw Guttersnipe,
„wat maal ik om uw gevangenis? Ik ben
toch niet in Pentrig, en het deert mij ook
niet. Ik ben nog even vlug als een jong
meisje."
En de oude, om de waarheid barer woor
den door bewijzen te staven, danste een
soort van krijgsdans, vlak voor Mr. Calton.
Haar weelderig wil haat ging los en waaide
tijdens haar ronddraaien uiteen, hetgeen, ge
voegd bij haar grotesken aanblik en het
flauw kaarslicht, dat haar bescheen, een
verschrikkelijk schouwspel opleverde. Cal
ton, zich de verhalen herinnerend, welke
omtrent de Parijsche vrouwen der revolutie
in omloop waren, en de whze, waarop zij
„de Carmagnole" dansten, dacht, dat vrouw
Guttersnipe, in die zee van bloed en oproer
in haar element zou geweest zijn. Hij stelde
zich echter met een schouderophalen
tevreden, en verliet de woning, terwijl vrouw
Guttersnipe met een laatste vloek ter aarde
zonk en op heeschen toon over jenever raas
kalde.
HOOFDSTUK IL
Het zal onnoodig zijn, hier op te merken,
dat op de publieke tribune in het gerechts
gebouw den volgenden dag geen plaatsje on
bezet bleef. Een gelijk aantal, als aanwezig
was, moest wegens plaatsgebrek worden
afgewezen. De tijding, dat Sal Rawlins, het
meisje, dat alleen, den onschuld van den ge
vangene kon bewijzen, ontdekt en uit haar
schuilhoek te voorschijn gekomen was, en
den volgenden morgen ter openbare terecht
zitting haar getuigenis zou afleggen, had
zich naar ale uiteinden van het land ver
spreid. Men verwachtte algemeen de in-
vrijheidsstelling van den held onzer geschie
denis; de vrienden van Fitzgerald waren als
uit den grond verrezen in dien enkelen
nacht. Stilzwijgend bleven er genoeg voor
zichtige lieden, die hun oordeel aan de uit
spraak der jury overlieten, alvorens hun
bijzondere zienswijze te openbaren; deze
lieden waanden hem nog allüd schuldig.
(Wordt vervolgd.)