MD Uit de Pers. LUCHTVERKEER. ORDE EN ARBEID. LEGER EN VLOOT. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde blad. Donderdag 27 November 1924 Ziwar Pasja heeft beloften gegeven aangaande de openbare veiligheid in Egypte. De Britsche regeering ziet van scherpe maatregelen af. De Britsche socialisten keeren zich tegen de gedragslijn der regeering in het Egyptisch conflict. Onder de Radio-berichten: Men vreest in Engeland voor Zaghloei's in vloed achter de schermen. De oppositie in Engeland tegen de houding der regeering. De nieuwe regeering in China. GEM. BUITENL BERICHTEN. FRANKRIJK EN HET PROTOCOL VAN GENEVE. Een nieuwe Oceaan-tocht van de Z. R. lil. HANDEL EN NIJVERHEID. Waardeberekening voor ingevoerde goederen. 3232 27 3424 23 4421 23 5121 22 6324 15 6761 46 8213 24 9588 12 9795 20 3259 21 3424 41 4619 14 4611 40 6761 24 7641 35 8621 28 9588 25 9795 26 Alg. militaire Pensioenbond. De bevelvoering van het Marinecorps. Is een slagerswinkel werkplaats in den zin der Arbeidswet? BINNENLANDSCH NIEUWS Een gedenksteen. Tweede Kamerverkiezingen. Jubileum Reddings maatschappijen. De Ambtenaarssalarisen. Alg. R.-K. Werkgevers-ver. in het Bisdom Haarlem. De Koninklijke Familie. Begrooting van Ned.-lndië voor 192S. Initiatief voorstel mej. van Dorp Een huldiging van Mgr. Nolens. Het zilveren huwelijksfeest der Koningin. FEUILLETON. HET GEHEIM VAN EEN HUURRIJTUIG KAMERFRACTIE EN BOND. In het feit, dat dr. Nolens in zijn groote politieke rede tevens een program heeft ont wikkeld, vindt „De Maasbode" aanleiding om den wensch uit te spreken, dat de politie ke leiding aan de Kame f actie zal worden gegeven. Niet alleen den wensch zij meent, dat wij pas een gezond politiek leven zullen krij gen, als wij de gedachte aan het tegenwoordi ge dualisme „Kamerfractie en Bond" laten Varen, en aan de mannen, die wij als vertegen woordigers afvaardigen en aan wie wij ons Vertrouwen schenken, ook de leiding van het politieke leven laten. Naar aanleiding hiervan schrijft „Het Huisgezin" het volgende Had „De Maasbode" de wenschelijkheid bepleit, dat de voorzitter der Kamerfractie tevens voorzitter zou zijn van den Bond, dan tou ze ongetwijfeld meer instemming hebben geoogst dan nu ze den Bond de politieke leiding wil ontnemen om hem enkel als ver- kiezings-instrument in stand te houden. Wij zien geen enkele noodzakelijkheid of Wenschelijkheid om aan de Kamerfractie tweeërlei leiding op te dragen en den Bond tot een stemmachine te verlagen. Of we thans een gezond of een ongezond politiek leven hebben, is een andere vraag, tnaar we gelooven dat zich vergist wie meent, dat het ongezonde politieke leven gezond zal Worden enkel door het feit, dat niet meer de Bond, maar de Kamerfractie de politieke leiding zal krijgen. Waarom haar de leiding Waarom de gekozenen aangesteld tot het bestuur der Staatspartij Is het niet tegen den draad in En meent men, dat de partij zelve er ge noegen mee zou nemen, aldus van bovenaf te worden geleid, in plaats van de leiding uit zich zelve te laten opkomen Meent men ook, dat de Kamerfractie het aangenaam zou vinden, aldus met een ver antwoordelijkheid te worden belast, die haar naast die, welke ze reeds te dragen heeft, te zwaar zou drukken Er is nog een andere bedenking. De Bondsleiding, zooals wij die thans ken nen, is uit alle streken van het land gerecru- teerd en voorkomt daardoor een sterke cen tralisatie wat in de verschillende gewesten leeft komt zoodoende beter tot uitdrukking en tot zijn recht, dan wanneer de Kamerfrac tie de leiding had, die voor een derde deel in Den Haag of zijn omgeving is geconcentreerd. Laat „De Maasbode", die het politieke leven van thans ongezond acht, aantoonen dat het zoo is, en zoo is omdat de leiding bij het Bondsbestuur berust, en aannemelijk maken, dat we een gezond leven te wachten hebben, als maar eerst de leiding aan de Kamerfractie is overgegaan. Zeker, zij meent wel dat er thans een ge ringe samenhang is tusschen Kamerfractie en volk, doordat de volksvertegenwoordigers niet voldoende, niet voortdurend en niet intens in voeling staan met de kiezersscharen. Maar vooreerst is dit te algemeen uitge drukt, en op de tweede plaats zijn we nog niet overtuigd, dat indien de „intense" voe ling er was, deze als een argument mocht worden beschouwd om de politieke leiding bij het verkiezingswerk en in het algemeen alles wat tot de taak van den Bond behoort aan de Kamerfractie op te dragen. Ieder op zijn plaats de Bond op de zijne, de fractie op de hare. Het Egyptisch conflict. De laatste dagen is het conflict tusschen Engeland en Egypte naar aanleiding van den moord op den Sirdar, zooals men bemerkt heeft, eenigszins geluwd. De „Daily Telegraph" verneemt, dat Zi war reeds de belofte heeft gegeven aan lord Allenby, dat hij niet aarzelen zal, de streng ste maatregelen te nemen tot bevordering der openbare veiligheid. De Egyptische pre mier verklaarde bovendien voornemens te Zijn de moordenaarsbenden, die in den laat ster! tijd Egypte zoo onveilig hebben gemaakt op te sporen en met de grootste gestrengheid tegen ze op te treden. Aan gezien het Egyptische parlement voor een maand naar huis werd gezonden, hoopt men, dat de Egyptische regeering deze zeer noodige rust gebruiken zal om met de Brit sche regeering tot overeenstemming te ko men. Deze laatste zou bereid zijn hiertoe mede te werken, door zich verder te onthou den van scherpe maatregelen, mits er zich inmiddels geen nieuwe incidenten voordoen. Uit Kaïro wordt aan de „Times" gemeld, dat Zaghloel, het woord voerend van het ter ras van zijn huis, de studenten aanspoorde, hun studies te hervatten en iedereen aan maande, weer aan het werk te gaan en zich te onthouden van demonstraties. Zoo niet, dan zou hij zich gedwongen zien, af te treden als leider der partij. De Britsche socialisten en de regeering. De Indep. Labour Party heeft een manifest uitgevaardigd waarin de actie der regeering ten aanzien van Egypte met leedwezen wordt gezien en wordt opgemerkt dat bij deze Egyp tische politiek wordt uitgegaan van de ver keerde meening, dat Groot-Britanië een moreel recht heeft om Egypte te bezetten, niettegenstaande het bij tal van gelegenhe den zich had verbonden de bezetting te be ëindigen. Deze bezetting heeft niet meer mo- reele rechtvaardiging als Duitschland's be zetting van België- Het Egyptische volk heeft recht zich zelf te regeeren, evenals andere volken en de bezetting door een vijandelijke macht is de eigenlijke oorzaak van den hui- dtgen toestand. De I.L.P. veroordeelt den politieken moord, maar ook dat de Britsche regeering deze misdaad tot aanleiding neemt van nieuwe imperialistische eischen, die op annexatie van Soedan neerkomen. De I.L.P. verlangt den Soedan aan het oppergezag van den Volkenbond te onder werpen, de bijeenroeping van een Britsch- Egyptische conferentie en de behandeling van de Suezkanaal-kwestie als een probleem van de internationale waterwegen door den Volkenbond. Men mag zeker hierbij herinneren, dat de heer MacDonald we! een eenigszins andere opvatting van de Egyptische kwestie had dan zijn engere partijgenooten hier aange ven. De gemeenteraad van Parijs heeft met al- gemeene stemmen een motie aangenomen waarbij aan de Fransche regeering wordt verzocht om, onder toepassing der huma nitaire beginselen van de conferentie van Genève vriendschappelijk tusschenbeide te komen bij de Britsche regeering en haar dringend te verzoeken het conflict tusschen Groot-Britannië en Egypte aan den Volken bond te onderwerpen. Uit Alexandrië wordt gemeld dat twee matrozen van het oorlogsschip „Valiant" se dert de laatste 48 uur vermist worden. De autoriteiten zijn op de hoogte gesteld. Een onderzoek wordt ingesteld. DE BRIEF VAN ZINOWJEW. De „Daily Express" verneemt dat de Russische Sovjetregeering in haar antwoord op de nota van Baldwin vasthoudt aan de be noeming van de commissie van arbitrage om vast te stellen, of de brief van Zinowjew al dan niet echt is. Verder verneemt het blad, dat de Sovjetregeering het betreurt dat de ge legenheid tot het scheppen van vriendschap pelijke diplomatieke en handelsbetrekkingen door het prijsgeven van het Engelsch-Rus- sisch verdrag is verloren gegaan. In Officieuze Fransche kringen wordt vol gens de „Figaro" verklaard, dat de Fransche regeering, die zich het verzoek van het kabinet van Londen om uitstel van de be handeling van het protocol van Genève zeer goed kan begrijpen, bereid is om, wanneer Groot-Britannië daartoe den wensch te kennen geeft, eventueele amendementen op dit protocol in overweging te nemen. De re geering is evenwel niet van zins het werk van Genève prijs te geven en zal het ter ratifi-- aatïe aan de Kamers voorleggen zelfs in het geval dat de-Engelsche regeering na onder zoek het protocol definitief zou verwerpen. DE FRANSCH-DUITSCHE BE SPREKINGEN OVER EEN HANDELS VERDRAG. Men toont zich te Parijs verontwaardigd over het feit, dat Dinsdag opnieuw door toe doen van Duitschland de Fransch-Duitsche besprekingen over het komende douane-re gime niet zijn kunnen worden voortgezet. Op het laatste oogenblik bleek de deskun dige voor de groote industrie, waaraan men toe was, niet aanwezig, omdat hij in Berlijn een congres bijwoonde. De Duitschers wil den thans de volgorde van behandeling op nieuw wijzigen, hetgeen van Fransche zijde geweigerd werd, omdat de volgorde aldus niet logisch en regelmatig was en omdat het een maal vastgestelde programma niet behoort te worden gewijzigd wegens afwezigheid van een enkelen deskundige. De „Petit Parisien" betoogt, dat men hier opnieuw te doen heeft met opzettelijke dila- toire praktijken, in de hoop naar mate de datum van 10 Januari nadert, Frankrijk handelbaarder te maken. Deze verwachting is echter onjuist, want Duitschland heeft er veel meer belang bij dat intijds een nieuwe regeling wordt gemaakt dan Frankrijk, welk land eventueel alleen Duitschland uit zijn handel geschakeld zou zien, terwijl Duitsch- md verdragen met alle anderen heeft te ver nieuwen, die wel degelijk solidair zijn, zoo dat het zijn geheele buitenlandsche handel stilgelegd zou zien. EEN MYSTIFICATIE MET EEN KA MERSTUK. Een der bladen meldde dezer dagen, dat het Fransche Kamerlid Dezarnaulds, rap porteur over de begrooting van posterijen, telegrafie en telefonie, zich in zijn rapport had uitgesproken ten gunste van een staats monopolie voor de draadlooze telegrafie Niemand was meer verbaasd over deze mede- deeling dan de heer Dezarnaulds zelf, want iets dergelijks kwam in zijn rapport niet voor. Het schijnt, dat tijdens de afwezigheid van het Kamerlid die zich naar zijn departement had begeven, iemand van het technische kabinet van den onderminister voor de P. T. T. ter drukkerij van de Kamer is verschenen, en namens den heer Dezarnaulds gevraagd heeft eenige blaadjes toe te voegen aan het verslag van den rapporteur, aan welks ver zoek de chef der drukkerij, niets kwaads ver moedend, voldeed. EEN ADMIRAAL NAAR PARIJS ONT BODEN? De „Echo de Paris" publiceert een bericht, waarvan wij onder alle voorbehoud melding maken, volgens hetwelk de mirister van ma rine admiraal Exelmans, den opperbevelheb ber der zeegrens van Noord-Afrika, naar Pa rijs zou hebben teruggeroepen omdat hij ge weigerd zou hebben te Bizerta de Sovjet commissie te ontvangen, welke daar was ge komen voor de overdracht van de vloot van Wrangel. GRATIE VOOR GENERAAL NATHU- SIUS. President Doumergue heeft Dinsdagavond het gratiedecreet voor generaal Nathusius geteekend. De generaal is gistermorgen uit Rijssel naar Duitschland teruggekeerd. HET VREEMDELINGENVERKEER IN ENGELAND. Joynson Hicks, Engelsch minister van Binnenl. Zaken, uitte tegenover een deputa tie, die hij in gehoor ontving, de hoop, dat de pasvisa behouden zouden blijven als het beste middel om ongewenschte elementen uit het buitenland weg te houden. In 1923 werden 321.573 buitenlanders in Engeland toegelaten en werd aan 3172 vergunning ge weigerd. Hetzelfde jaar verlieten 324.000 vreemdelingen Engeland, zoodat hun aantal met 2000 verminderde. In de eerste negen maanden van dit jaar werden 321.541 vreem delingen toegelaten en 1827 afgewezen, en vertrokken er 311.576. Op het oogenblik zijn in Engeland 272.862 vreemdelingen aanwe zig, waarvan 167.966 te Londen, de rest in de andere groote steden verblijf houden. Een voortdurende contróle wordt niet toegepast, wel een algemeene registratie. SOVJET-AGENTEN IN BESS AR ABIE. Uit Bessarabie wordt meegedeeld dat ver schillende agenten van sovjet-organisaties bij het overschrijden van de Dnjester gearres teerd zijn. DE „HOLLANDTUNNEL" ONDER DE HUDSON. Dezer dagen werd een nieuwe verkeers- tunnel onder de Hudson geopend, die Man hattan met New Jersey verbindt. De tunnel werd „Hollandtunnel" gedoopt, niet ter ge dachtenis aan Nederland, maar aan den hoofd ingenieur die bij het werk de leiding had en die kort geleden overleed. De positie van Trotzky. Meer en meer blijkt uit berichten m ver schillende buitenlandsche bladen, dat het verschil van meening tusschen Trot ky eener.'ijcis en Stalin, Z r.owiew en Kameuev/ anderzijds grooter en gr .eter is geworden cn dat een conflict in de riding t.er Commun.s- tische partij in Rusland wel niet kan uitblij- blijven. .Hen verwijt Trotzky, dat hij door zijn aan val op verschillende gewichtige partijprin cipes de eenheid der partij in gevaar brengt. Het Moskousche Comité der Russische C.P. tieeft dan ook in een speciale vergadering, onder leiding van Kamenew, waarin Trotz- ky's houding werd besproken, een resolutie aangenomen, waarin verklaard werd dat zeer strenge maatregelen tegen bet „Trotzkyis me", dat louter een vorm van Mensjewisme is. genomen zullen worden. .Jok andere leiders der C.P. hebben zich tegt.1 Trotzky verklaard. Zoo meldt de correspondent te Riga van de „Times", dat Sokoinikow, de volkscom missaris van Financiën, in de „Prawda" Trotzky's uitlatingen „vergiftige gasbom men" noemt, waarmede hij de leiders der C.P. bombardeert, in de hoop hen te ver stikken en aldus door anderen te kunnen vervangen, Trotzky reageert absoluut niet op deze aanvallen en neemt aan geen enkele offi- cieele plechtigheid deel. Zijn afwezigheid wordt in dien zin uitgelegd, dat hij onder be waking staat en dat hij uit de C. P. zal wor den gezet. Dezelfde „Times"-correspondent deelt mede, dat in de bladen groote ophef wordt gemaakt van elke anti-Trotzky-resolutie en dat elke pro-Trotzky-uitlating door het tri- umviraat-Zinowjew-Stalin-Kamenew wordt doodgezwegen. Toch zijn die er weL Sommi ge afdeelingen van het Roode leger hebben b.v. besloten om Trotzky te verdedigen te gen de aanvallen van het triumviraat. In communistische kringen in Moskou gaat het gerucht, dat Trotzky gedwongen zal worden als volkscommissaris van oorlog af te treden en eveneens als voorzitter van den revolutionairen oorlogsraad. Als opvolger in deze laatste functie wordt Voroshilow, de commandant van het Moskousche militaire district, genoemd. Ook V. D. heeft een bericht uit Londen over den tegenstand tegen Trotzky, waarin o.m. dit staat: Niet alleen de Moskousche organisaties hebben thans een open strijd aangebonden tegen den eens zoo populairen erkenden leider, doch iedere communistische kern in het meest verwijderde deel van het land, haast zich de banvloek uit te spreken over hun vroegeren afgod. Duizenden resoluties worden dagelijks aangenomen, die zich uit spreken tegen Trotzky. Evenals het vorig jaar neemt Trotzky een volledig stilzwijgen in acht. Van het begin der tegen hem gerichte campagne af, heeft hij nog geen woord doen hooren en er is geen enkele aanwijzing over zijn actie. Zijn afwezigheid werd ook opgemerkt in zijn ge wone functies. Als leider van de Vrijwillige Luchtvaartvereeniging houdt hij zich afzijdig van alle feestelijkheden, die dezer dagen ge houden' zijn ter eere van het 3-jarig bestaan van dit lichaam. De plenaire conferentie van den revolu- tionnairen Oorlogsraad, die thans te Moskou bijeen was, vergadert onder voorzitterschap van zijn plaatsvervanger Frunze. Uit Washington wordt gemeld: Admiraal Moffat, chef van de luchtvaartafdeeling van het marine-departement deelt mede, dat het luchtschip Los Angelos (de Z. R. III) het vpl- gend jaar een tocht naar Engeland zal ma ken. De raad van beroep voor de inoerrechten heeft beslist, dat bij aangifte an de waarde, niet naar den op dat tijdstip gelden eerste- handsprijs, maar naar de werkelijk voor de ingevoerde goederen bestede koopprijzen vracht en andere kosten, in het aan te geven waardebedrag de volle transportkosten, dus ook die van de Nederlandsche grens naar de plaats van bestemming begrepen moeten worden. KANTON FREIBURG 1902. 44ste trekking 15 November. Serie 4259 obl. 31 frs. 15.000. Serie 9795 obl. 24 frs. 1.500. Serie 1215 obl. 34, Serie 3259 obl. 39, Serie 5611, obl. 19, Serie 6761, obl. 37 frs. 250. Van de volgende serie zijn de daarachter vermelde obligaties met frs. 30 uitgeloot 630 18 1215 33 1215 38 1417 44 3126 13 3232 5 3284 37 4421 6 4989 32 6261 39 6761 39 7680 43 9278 23 9604 31 3126 43 3284 25 4274 36 4989 30 6261 23 6761 32 7680 31 9278 4 9604 23 3126 17 3259 29 3634 41 4639 50 5842 39 6761 25 7680 1 8965 3 9588 50 9795 28 Verder zijn er een aantal nummers met frs. 19 uitgeloot. De Alg. Militaire Pens.oenbond heeft een adres aan de Tweede Kamer gezonden, waar in verzocht wordt het daarheen te willen leiden, dat door de regeering onmiddellijk en onvoorwaardelijk maatregelen worden geno men ter tegemoetkoming aan de wenschen der gepensionneerden. Aan den Luitenant-Kolonel der Mariniers J. G. Gruschke is, naar wij vernemen, met ingang van 1 December e.k. op zijn verzoek wegens langdurigeo dienst eervol ontslag uit den zeedienst verleend onder toekenning van levenslang pensioenjbevorderd is tot Luitenant-Kolonel der Mariniers, de kapitein der Mariniers J. Oele. Het standpunt van den Directeur-gene raal van den Arbeid. De heer Zaalberg, directeur-generaal van den Arbeid, schrijft aan de Msb. In uw blad van 25 November 1924 Och tendblad komt een bericht voor, waarin mij een aanwijzing wordt toegeschreven over het al-of-niet tot de werpklaatsen in den zin der Arbeidswet behooren van slagerswinkels. U zult mij zeer verplichten met mij alle verantwoordelijkheid voor den inhoud van dat bericht te laten afwijzen. Om een voor beeld te noemen, acht ik het uitpeilen van biefstuk of bakvleesch, het uitsnijden van een varken, het breken van een voet (kwart rund) geen verkoopwerkzaamheid, doch bewerking. De zaak is in de handen der Justitie en de Ar- beids-Inspectie wacht met spanning een principieele uitspraak. Intusschen gaat de Arbeidsinspectie voort met haar eigen inter pretatie toe te passen van het begrip „voor verkoop of gebruik geschikt of meer geschikt maken" In een slagerswinkel wordt zuivere ver- kooparbeid verricht, doch ook, en zulks in ruime mate, bewerking van het geslachte dier, die behoort tot het voor verkoop of ge bruik geschikt of meer geschikt maken. Om voor niet slagers duidelijk te'zijn moge ik een vergelijking maken met een ander be drijf. Wanneer een manufacturer van een stuk laken of lint of bad eenige meters voor den klant afsnijdt, verricht hij zuiver winkel- werk. Wanneer echter uit dat laken een jas of een broek gesneden wordt, wordt de stof voor gebruik meer geschikt gemaakt, zij ondergaat een bewerking. Zulk werk stem pelt de ruimte waarin het pleegt verricht te worden, tot fabriek of werkplaats. Wanneer in een slagerswinkel dergelijke coupeurs- of kleermakerswerk wordt ver richt naast manufacturierswerk, dan is die winkel een werkplaats in den zin der Arbeids wet. Welke werkzaamheden als zoodanig zijn te beschouwen heeft de rechter uit te maken, doch zoolang dit niet is geschied, gaat de Arbeidsinspectie naar eigen oordeel te werk. Dit stemt niet geheel overeen met de op somming in uw bericht en zelfs al ware dit het geval, dan zijn de betrokkenen door dit aan mij toegeschreven oordeel allerminst gevrijwaard tegen een strafvervolging. Dat zij zekerheid wenschten, waaraan zich te hou den, acht ik volkomen verklaarbaar en ik zal het toejuichen als aan die wensch spoedig wordt voldaan. Mijn persoonlijk oordeel, gebaseerd ,op praktijk- en wetskennis, is, dat een slagers winkel bijna steeds werkplaats is, omdat het vleesch in den winkel komt in een vorm, waar in het voor verkoop aan den consument nog niet geschikt is. Het wordt door vakkundige bewerking geschikt gemaakt. Het Comité voor de luisterrijke viering van de 25-jarige regeering van H. M. de Ko ningin heeft B. en W. van den Haag ver zocht op zijn kosten in de monumentale zuil, welke aan den nieuwen verkeersweg tegen over de Gevangenpoort zal worden geplaatst, een gedenksteen te mogen plaatsen, te ont werpen in overleg met dr. Berlage door den beeldhouwer Ingen Housz, ter herinnering aan het regeeringsjubileum van de Koningin. B. en W. stellen voor dit verzoek in te willigen. Prof. van Embden, die door eenige federa ties van den Vrijzinnig-Democratiseren Hond viorloopig candidaat is gesteld voor de Tweede Kamer stelt zich voor een candida- tuur niet beschikbaar. Bij den burgemeester van Vlissingen is uit Tapico (Mexico) een gift van 415.55 en 20 dollar ontvangen voor de reddingsmaatschap pijen. Deze giften zijn ingezameld door 3 Ne derlanders, de heeren H. Bode, R. van Wee- nen en A. C. Zur Haar. Het geld zal ter be schikking worden gesteld van het comité ter herdenking van het 100-jarig bestaan van de reddingsmaatscbappijen. Het bezoldigingsbesluit. Door den heer Ketelaar zijn aan den Mi nister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw de volgende vragen gesteld: 1. Heeft de Regeering reeds, ingevolge de toezegging van den Minister van Binnenland- sche Zaken en Landbouw, overwogen om den datum van 1 October 1924 in artikel 27 van het Bezoldigingsbesluit te veranderen in 1 Januari 1925? 2. Zoo ja, tot welk resultaat heeft deze overweging geleid? In de ledenvergadering van de A.R.K.W. V. in het Bisdom Haarlem van a.s. Donder- Jag, 27 dezer, te 3K uur.in Hotel de Twee teden, Den Haag, zal wegens ongesteldheid niet de heer Van Vuuren spreken, doch Dr. L. G. Kortenhorst, over „Kapitaalvorming en Belastingen", Naar wij vernemen is de Koninklijke fami lie voornemens Maandag 8 December e.k. van het Loo naar den Haag terug te keeren ten einde haar winterverblijf in de Residen tie te vestigen. Aan het Voorioopig Versla over de In dische Begrooting, ontleenen wij het vol gende Poenale Sanctie. Verscheidene leden betoogden, dat de hou ding der Regeering ten aanzien van de poe nale sanctie blijk geeft van gemis van rede lijke vooruitstrevendheid. Zij drongen aan op afschaffing van de poenale sanctie, waar bij handhaving daarvan aan de belangen van eenige groote cultures de belangen van an dere takken van handel, verkeer en nijverheid worden opgeofferd. Andere leden meenden, dat deze uitingen niet juist zijn. Het vraagstuk van de scheiding van Kerk en Staat. Eenige leden zouden gaarne inlichtingen ontvangen omtrent de werkzaamheden van de in Indië ingestelde commissie voor de be studeering van het vraagstuk van de schei ding van Kerk en Staat. Zij vroegen of dè Minister de overtuiging heeft, dat van deze Commissie binnen afzienbaren tijd een rap port kan worden tegemoet gezien. De Missie. Sommige leden spraken hun afkeuring uit over de houding, welke door sommige be stuursambtenaren in de buitengewesten wordt aangenomen tegenover missie en zending. Deze leden spraken ook hun verwondering uit over de wijze, waarop het vraagstuk van de toelating van de Katholieke missie op Bali in den Volksraad is behandeld. De kazerne-toestanden. Eenige leden waren van oordeel, dat het hoog noodig is in het concubinaatwezen in de kazerne verandering te brengen. Candidaat Indische ambtenaren. Verscheidene leden vestigden er de aan dacht op, dat zij, die zich hier te lande heb ben aangemeld om aangewezen te worden als candidaat Indisch ambtenaar een schrijven hebben ontvangen, waarin wordt medege deeld, dat plannen tot stichting van parti culiere zijde van een z.g. Indische faculteit te Utrecht, waardoor de volledige studie al daar mogelijk zou worden, in overweging zijn. Deze leden wénschten daarover ophel deringen te ontvangen. Studiereizen van Kamerleden naar Indië Enkele leden spraken de wenschelijkheid uit, dat leden van de Staten-Generaal in de gelegenheid zouden worden gesteld studie reizen naar Indië te ondernemen en vroegen daaromtrent het oordeel der regeering. Andere leden konden zich met dit denk beeld geenszins vereenigen. In een nota naar aanleiding van het ver slag omtrent de overweging in de afdeelingen van het gewijzigd voorstel van wet van mej. van Dorp tot nadere regeling van de verkie zing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal door de daartoe bevoegd ver klaarde kiezers en de toepassing op die ver kiezing van het stelsel van evenredige ver tegenwoordiging, merkt de voorstelster op, dat zij zich geen stelsel kan denken, dat nau wer verband legt tusschen de kiesdistricten en de gekozenen dan in het ingediende ont werp plaats vindt, zonder de evenredigheid geheel prijs te geven. Men zal voor de verwezenlijking der even redige vertegenwoordiging steeds zijn toe vlucht moeten nemen tot een lijstenstelsel, tenzij men te doen heeft met een zeer klein aantal candidaten, maar juist de lijst is het zwakste punt der geldende regeling. Om aan de lijst te ontkomen moet men een compro mis zoeken tusschen het districtenstelsel en het stelsel der volslagen evenredigheid. Dit compromis bestaat in het voorgedragen stel sel in de verdeeling van het Rijk in 18 kies kringen, waardoor het aantal candidaten zoo zeer beperkt wordt, dat een overdracht mo gelijk wordt gemaakt. Eenige Limburgsche vrienden hebben als blijk van vriendschap en waardeering zich spontaan vereenigd om aan den Minister van Staat, mgr. prof. dr. Nolens die sedert meer dan 25 jaren Limburg in de Tweede Kamer heeft vertegenwoordigd zijn door A. van Welie geschilderde beeltenis aan te bieden. Tot dat doel hebben de Limburgsche vrien den zich j.l. Maandag 24 dezer ten huize van het lid der Kamer, ir. Bongaerts te 's-Gra- venhage vereenigd ter aanbieding van dit huldeblijk, na afloop waar de heer en me vrouw Bongaerts hun gasten een feestmaal hebben aangeboden. Het portret is een dusgenaamd kniestuk. De gelijkenis is frappant en mgr. Nolens is weergegeven in het ambtsgewaad van pro- tonotarius apostolicus met den purperen mantel. Aan den maaltijd heeft mgr. Nolens in har telijke bewoordingen zijn vrienden bedankt voor deze onverwachte attentie en den schil der van Welie, die eveneens tot de gasten be hoorde, gecomplimenteerd voor de artistieke uitvoering van de beeltenis. Het „Dev. Dbld." verneemt uit Den Haa», dat voorbereidende stappen worden gedaan om een nationaal comité te vormen, dat zich ten doel stelt, aan H.M. de Koningin een geschenk aan te bieden ter gelegenheid van haar zilveren huwelijksfeest in Februari 1926 37. „Och, het waren zulke aardige men- schen," snikte zij, haar handen uit strekkend, „die mij met niets plaagden, maar mij goed voedsel toedienden. Ik gaf hen een verkeerden naam op. Ik was zoo bevreesd, dat men mij zou vinden. Toen werd ik zoo ziek, en wist weken achtereen nergens van. Zij zeiden, dat ik ten eenen- male ontoerekenbaar was. En toenkwam ik terug, om grootje weer te zien," „En vertelden de menschen, welke u op namen, nooit iets omtrent den moord?" vroeg Calton. Sal schudde het hoofd. „Neen, het was een heel eind het land in, en zij wisten er nooit iets van, neen, dat ■wisten zij niet." „O, dat verklaart alles," mopperde Calton binnensmonds. „Komaan," liet hij er vroo- Rjk en luid op volgen, „vertel mij al hetgeen er in dien nacht gebeurde, toen u Mr. Fitz gerald medenam, om de „koningin" te be doeken." „Wie is dat?" vroe'g Sal verlegen. „Mr. Fitzgerald, aan wien gij den brief op den Melbournschen club ter band stel de." „O hem?" zeide Sal, terwijl zich een plotselinge lichtstraal op haar flets gelaat vertoonde. „Zijn naam kende ik nooit te voren." Calton knikte. „Dat gij zulks niet wist, weet ik," zeide hij, „dit is de reden, waarom gij op den club niet naar hem vroeg?" „Zij had mij nooit zijn naam genoemd," zeide Sal, haar hoofd in de richting van het bed wendend. „Wien beduidde zij dan, bij haar te bren gen?" vroeg Calton belangstellend. „Zij noemde niemand," hernam het meisje. „De zaak heeft zich aldus toegedragen. Den avond toen zij het ergst was, en ik naast haar bed zat, omdat grootje lag te sla pen. „'k Was dronken," viel grootje trotsch in de reden, „ik weet niets van die satansche leugens; ik was stomdronken." „En toen sprak ze tot mij," vervolgde het meisje, geen rekening houdend met de sto ring van haar grootmoeder. „Haal mij eens 'n stuk papier en potlood, en ik zal hem 'n briefje schrijven, dat zal ik hem. Toen stond ik op en nam, hetgeen ze mij gevraagd had, uit grootmoeders doos." Vrouw Guttersnipe liet een serie vloeken vernemen en na een geheel woordenboek ten beste te hebben gegeven, verviel zij ein delijk in een gemelijke stilte. „Ze schreef er op," vervolgde Sal, „en vroeg mij toen, het naar den Melbournschen club te brengen en het hem over te geven. Ik vroeg, wie is die „hem", waarop zij ten antwoord gaf, dat 't op het briefje stond, ik moest geen vragen doen, om geen leugens te hooren, ik moest het hem op den club geven, en hem opwachten aan den hoek van Burke- en Russellstreet. Vervolgens ging ik heen, gaf het een kerel op den club, en toen ging hij mij rakelings voorbij, zeggende, „breng mij bij haar", en ik nam hem mee." „En hoe zag die heer er uit?" „O, erg mooi," antwoordde Sal, „Zeer groot, met geelachtig haar en snor. Hij was in feestgewaad, en had een vilten hoed op en een overjas aan." „Dat was Fitzgerald duidelijk genoeg," prevelde Calton. „En wat deed hij, toen hij kwam?" „Hij begaf zich regelrecht naar haar toe, en zij zeide: „bent u het zelf? Weet u wel, wat ik u te zeggen heb?" en hij antwoordde: „Neen." Toen zeide zij: „Het is over haar:" en haar kwaad aanziende liet hij er op vol gen: „hoe durft u haar naam over uw slechte lippen te brengen?" waarop zij overeind kwam en krijscht: „laat het meisje na-j buiten gaan, en ik zal het u zeggen;" waarop hij mij bij den arm nam en zeide: „Maak, dat u er uit komt," en ik ging er uit, en ziedaar al hetgeen ik er van weet." „En hoe lang was hij bij haar?" vroeg Calton, die aandachtig geluisterd had. „Zoo omstreeks een half uur," antwoordde Sal, „ik bracht hem terug naar Russellstreet, zoowat tien minuten over half twee, omdat ik op de klok van het postkantoor keek, en hij gaf mij een souverein, en toen liep hij de straat door, gelijk een razende." „Men heeft ongeveer twintig minuten noodig, om naar East Melbourne te loopen," zeide Calton bij zich zelve. „Hij kan dus juist op zijn tijd thuis zijn gekomen, gelijk Mr. Samson getuigde. Vermoedelijk was hij al dien tijd bij de „koningin?" vroeg hij, Sal daarbij aandachtig gadeslaande. „Ik stond aan de deur," zei Sal, deze aan wijzend, „en hij kon er nooit zijn uitgegaan of ik moest het bespeurd hebben". „O, nu is alles in orde," zei Calton, met Kiisip een blik van verstandhouding wisse lend, „nu bestaat er voor de bewijslevering van een alibi geen bezwaar meer. Maar, wat ik zeggen wil," liet hij, zich tot Sal wendend er op volgen, „waar hebben zij over gespro ken?" „Ik weet het niet," antwoordde Sal, „ik stond voor de deur en zij spraken zoo zacht dat ik ze niet kon hooren. Opeens liet hij zich dof vernemen: „Mijn God, het is te ver schrikkelijk!" en ik hoor haar lachen gelijk iemand, die iets verklapt heeft, en toen komt hij naar mij toe en zegt, juist als een wilde, „breng mij uit dit hol!" en ik nam hem mede." „En toen u terug kwam?" „Was zij dood." „Dood?" „Als een pier," liet Sal er op volgen. „U zult morgen met Mr. Kiisip naar het gerechtshof komen." zei hii tot Sal. „en hetgeen u ons hebt medegedeeld, voor de gezworenen herhalen." „Het is de zuivere waarheid," sprak Sal vol vuur, „hij was al dien tijd hier." Calton stapte, gevolgd door den gerechts dienaar de deur uit, toen vrouw Guttersnipe opstond. „Waar is het geld, voor haar ontdekking uitgeloofd?" krijschte zij, met haar mage- ren vinger naar Sal wijzend. „Goed beschouwd, heeft het meisje zich zelf ontdekt," zei Calton droog, „het geld is op de bank en zal daar blijven." „En ik moet afstand doen van mijn zuur verdiende spaarpenningen," huilde de oude furie. „Ik zal-d» justitie voor u halen en je in de gevangenis laten werpen". „Als u niet oppast, zult u er zelf nog in komen," zei Kiisip met zachte stem. „Ja," schreeuwde vrouw Guttersnipe, „wat maal ik om uw gevangenis? Ik ben toch niet in Pentrig, en het deert mij ook niet. Ik ben nog even vlug als een jong meisje." En de oude, om de waarheid barer woor den door bewijzen te staven, danste een soort van krijgsdans, vlak voor Mr. Calton. Haar weelderig wil haat ging los en waaide tijdens haar ronddraaien uiteen, hetgeen, ge voegd bij haar grotesken aanblik en het flauw kaarslicht, dat haar bescheen, een verschrikkelijk schouwspel opleverde. Cal ton, zich de verhalen herinnerend, welke omtrent de Parijsche vrouwen der revolutie in omloop waren, en de whze, waarop zij „de Carmagnole" dansten, dacht, dat vrouw Guttersnipe, in die zee van bloed en oproer in haar element zou geweest zijn. Hij stelde zich echter met een schouderophalen tevreden, en verliet de woning, terwijl vrouw Guttersnipe met een laatste vloek ter aarde zonk en op heeschen toon over jenever raas kalde. HOOFDSTUK IL Het zal onnoodig zijn, hier op te merken, dat op de publieke tribune in het gerechts gebouw den volgenden dag geen plaatsje on bezet bleef. Een gelijk aantal, als aanwezig was, moest wegens plaatsgebrek worden afgewezen. De tijding, dat Sal Rawlins, het meisje, dat alleen, den onschuld van den ge vangene kon bewijzen, ontdekt en uit haar schuilhoek te voorschijn gekomen was, en den volgenden morgen ter openbare terecht zitting haar getuigenis zou afleggen, had zich naar ale uiteinden van het land ver spreid. Men verwachtte algemeen de in- vrijheidsstelling van den held onzer geschie denis; de vrienden van Fitzgerald waren als uit den grond verrezen in dien enkelen nacht. Stilzwijgend bleven er genoeg voor zichtige lieden, die hun oordeel aan de uit spraak der jury overlieten, alvorens hun bijzondere zienswijze te openbaren; deze lieden waanden hem nog allüd schuldig. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9