STAATSBEGROOTING 1925.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Donderdag 4 December 1924
Aanvallen op het Belgische Kabinet-Theunis. Het optreden van
'owjet-Rusland in de Estlandsche revolutie-pogingen.
Onder de Radio-berichten: MacDonald tot leider der Labour-lagerhuis-
fractie gekozen. Nog steeds meer Britsche versterkingen naar Egypte.
SEN. 3UI7ENL. BERICHTEN,
ZAGLOEL PASJA BLIJFT IN EGYPTE.
BRAND AAN BROADWAY TE NEW-
YORK.
MARKTNIEUWS.
Visscherij.
Dr. J. Graanboom. f
Diplomatie.
Werkroof door gereclasseerden.
Rijkspaspoortenbureau.
De Tweede Opiumconferentie
Nederland's standpunt.
Het waterschap Reiderland
Wijziging Invaliditeitswet.
FEUILLETON.
HET GEHEIM VAN EEN
HUURRIJTUIG
De politieke toestand in België
Ofschoon de parlementaire verkiezingen
in België pas over eenige maanden plaats
hebben, wijden de bladen reeds uitvoerige
beschouwingen aan de mogelijke ingrijpende
veranderingen, welke het Belgische politieke
leven te wachten staan. De liberale „Etoile
Beige" heeft zich tot dusver nog slechts be
paald tot venijnige aanvallen op alles wat
clericaal of Vlaamschgezind is. Dinsdag stelde
het blad o.a. de volgende vragen: Heeft het
liberalisme soms ?en geestelijkheid, die het
Vlaamsche land vergiftigt met anti-Belgische
preeken? Spelen de liberalen soms, wanneer
in Holland deze of gene „verrader" sterft,
die door de Belgische rechtbank is veroor
deeld, met zijn lijk en bezorgen zij hem soms
een rumoerige en anti-nationale begrafe
nis? (Bedoeld is hier de begrafenis van
Hippoliet Meert, die juist door het optreden
der anti-Vlaamsche autoriteiten tot schan
delijke tooneelen aanleiding heeft gegeven.)
De „Nation Beige" stelt zich meer op een
zuiver partij-politiek standpunt. Het blad
laat een Kamerlid van rechts aan het woord,
die verklaart dat Woeste het destijds juist
inzag toen hij, tijdens de beraadslaging over
het evenredig kiesrecht, voorspelde dat dit
op een goed oogenblik er toe zou leiden dat
de uitoefening van het bewind feitelijk on-
mogelijk wordt. Met drie partijen en een
nagenoeg volkomen evenredig kiesrecht, is
het uit met de regeeringsmeerderheden en
de regeeringen, die tot regeeren in staat zijn!
Eens zal men in België aanschouwen wat
men thans in Engeland ziet: een verkie
zingsstrijd, die zich tot de conservatieven en
de socialisten bepaalt. Een regeering, welke
waarlijk regeert, moet kunnen s*eunen op
een trouwe meerderheid en de oppositie,
welke zij tegenover zich heeft, goed kennen.
Een dergelijke regeering moet over alle
groote vraagstukken een meening hebben,
welke zij met de grootste kans van welsla
gen verdedigt. Dit was het stelsel van vóór
den oorlog en dat moet het stelsel van na
den oorlog worden. Theunis echter kan niet
het hoofd eener dusdanige regeering zijn,
daar het balans-systeem, dat hij verpersoon
lijkt, alleen maar op een bepaald oogen
blik onvermijdelijk, zoo niet noodzakelijk
was. Thans echter heeft België een regee
ring noodig, welke weet te regeeren met een
plan, een program en een wil.
De communistische opstand in
Estland.
Een B. T. A.-telegram uit Reval meldt,
dat het parlement met algemeene stemmen
en zonder debat de wet tot afkondiging van
den staat van beleg heeft aangenomen. De
communistische afgevaardigden waren piet
aanwezig.
Uit een officieel onderzoek blijkt, dat,
achttien politiebeambten zijn gedood of gë-
wond. De wapens, handgranaten en munitie
zijn als contrabande uit Sovjet-Rusland in
het land gebracht. Talrijke huiszoekingen
hebben plaats gehad; meer dan honderd ar
restaties zijn gedaan. Twintig ter dood ver
oordeelden zijn reeds gefusilleerd.
De „Frankf. Z." verneemt nog, dat de
staatspresident, Akel, ternauwernood het
zelfde lot is ontkomen als den minister van
verkeerswezen trof, die op straat door de
communisten werd gedood, Tien communis
ten waren de woning van den staatspresi
dent binnengedrongen. Het gelukte hem
echter zich te verbergen, terwijl zijn adju
dant zich ijlings naar het ministerie van
oorlog begaf, vanwaar hij een gepantserde
auto zond, waarvan de bemanning erin
slaagde de bolsjewiki uit de woning te ver
drijven.
De correspondent van het blad te Reval
constateert, dat de revolutie in Estland in
de eerste plaats het gevolg is van de stel
selmatige propaganda van Sovjet-Rusland,
welke sinds jaren in het land wordt gevoerd.
Vastgesteld is, dat deze actie van de zijde
van Sovjet-Rusland met groote sommen
geld is gefinancierd. Pas ongeveer een jaar
geleden heeft de regeering zich gedwongen
gezien krachtig op te treden tegen de com
munistische organisaties. Voornamelijk was
het de vroegere minister van binnenlandsche
raken Eimbund, die deze politiek wist door
te zetten. Te laat intusschen, want overal,
lot zelfs in het kleinste plaatsje, waren com
munistische strijdorganisaties gevormd.
Hoewel de onmiddellijke aanleiding tot
de huidige actie gezocht moet worden in
den uitslag van het groote communistenpro
ces, kan er toch niet aan getwijfeld worden,
dat de gebeurtenissen in verband staan met
de algemeene koersverandering van de poli
tiek in Sovjet-Rusland. Bij de nauwe betrek
kingen, welke' tusschen de Estlandsche com
munistische kringen en Moskou bestaan, is
het onmogelijk, dat men in Moskou van deze
plannen van de Estlanders niets wist. Aan
genomen moet worden, dat het aftreden van
Trotzki en de versterking van de linksche
richting in de communistische partij de hui
dige verandering in de buitenlandsche poli
tieke tactiek van den Sovjetbond mede heeft
veroorzaakt.
Ook al gelukt het den Estlandschen troe
pen de rust te herstellen (hetgeen thans
het geval schijnt), zoo kan toch het gevaar
voor een communistische revolutie in de
j Randstaten niet als definitief bezworen
worden beschouwd. Men moet aannemen,
dat, indien de actie in Estland gelukt was,
het ook tot revolutionaire bewegingen in
Letland en Litauen zou zijn gekomen? (Vol
gens berichten uit Kopenhagen kruiste een
Russisch eskader voor de Estlandsche kust,
dat vertrok toen de revolutionaire beweging
1 was verijdeld). In beide landen zullen bin-
nenkort ook groote processen tegen com
munisten beginnen; in het eerste land zul
len 119 beklaagden terecht staan, in Litauen
ruim 200.
Over de echo op den uitslag van het Com
munistenproces te Reval in Rusland, waar,
na het fusilleeren van Jaan Tomp, te St.
Petersburg voor het Estlandsche consulaat
gedemonstreerd werd, o.a. door gesloten
troepenafdeelingen van leger en vloot met
wapperende vaandels en spelende muziek,
meldt de correspondent van de „Kön. Ztg."
te Reval nog het volgende:
Door deze betoogingen werd de enge band,
die tusschen de Derde Internationale en de
afdeelingen van de communistische partij
in de Baltische Randstaten bestaat, bijzon
der duidelijk belicht. De stand van zaken
is, dat zonder uitgebreide financiëele on
dersteuning door de Derde Internationale
de communistische beweging in de Randsta
ten waarschijnlijk zeer spoedig in elkaar zou
zijn gestort. Het deelnemen van actieve troe-
pe" aan betoogingen in Petersburg doet
duidelijk zien, dat het steeds door de raden-
regeering betoogde onderscheidtusschen
zichzelf en de Derde Internationale niets
anders is dan een handigheid, om des te on
gestoorder te kunnen werken aan de ver
breiding van de denkbeelden der Derde In
ternationale. Bijzonder teekenend in deze is
een motie, door de marinetroepen aangeno
men, waarin gezegd wordt, dat „de revolu
tionaire marinetroepen elk oogenblik bereid
zijn om zich> op een bevel van de Derde In
ternationale in den strijd met de witgardis-
tische bourgeoisie te werpen". Hier wordt
openlijk verklaard, dat de Derde Internatio
nale de eigenlijke beweegkracht is in den
Sovjetbond.
EEN OFFICIEELE PUBLICATIE OVER
DEN OORSPRONG VAN DEN OORLOG
IN ENGELAND TE WACHTEN.
De „Times" meldt, dat het ministerie van
buitenlandsche zaken een verzameling offi-
cieele documenten zal publiceeren betrek
king hebbend op den toestand in Europa
waaruit de oorlog voortkwam. Dit besluit is
vervat in een brief van Austen Chamberlain
aan den bekenden geschiedkundige R. W,
Seton Watson, die de aandacht van den
minister van buitenlandsche zaken vestigde
op het nadeel, dat het nalaten van het pu
bliceeren van officieele stukken in verband
met den oorsprong van den oorlog in het
buitenland aan Britannië berokkende.
HET OPGRAVEN VAN GESNEUVELDE
STRIJDERS
Een pijnlijk debat is in de Fransche Ka
mer gevoerd over de schandalen, welke er
hebben plaats gehad bij de opgraving van de
lijken der gesneuvelde strijders aan het
front. Een vroeger aangenomen wèt machtig
de familieleden van gesneuvelde soldaten
om het stoffelijk overschot hunner betrek
kingen van de frontkerkhoven naar hun
landstreek te doen overbrengen, teneinde ze
daar opnieuw te begraven; een tweede wet
bepaalde dat de aan het front achtergeble
ven lijken in gemeenschappelijke nationale
kerkhoven zouden worden ter aarde besteld.
Het Kamerlid Jouffrault, die het debat open
de, oefende scherpe critiek op het gesjacher
van sommige ondernemers, die buitensporige
winsten hebben gemaakt. Bovendien ge
schiedde het opgraven en vervoer der lijken
»vaak op zeer ruwe wijze, waarbij zich in te
genwoordigheid der familieleden betreurens
waardige incidenten afspeelden.
Maginot, oud-minister van oorlog, tijdens
wiens beleid dit alles zou zijn gebeurd, ver
dedigde het optreden zijner ambtenaren.
Het is natuurlijk voorgekomen ,dat er on
toelaatbare winsten zijn gemaakt door „mer-
cantis des tombes," doch hij zelf heeft steeds
getracht dit te verhinderen. De aanlog van
kerkhoven met meer dan 900.000 graven is
uiteraard niet geheel zonder moeilijkheden
geschied.
De tegenwoordige minister van pensioe
nen, Bovier-Lapierre, erkende dat er buiten
sporige winsten door de aannemers zijn ge.-
maakt. De gesloten overeenkomsten zullen
worden herzien en het overbrengen der lij
ken zal voortaan onder toezicht van den
staat geschieden Het zal niet minder kos
ten, maar er zal althans met meer kiesch-
heid worden opgetreden.
Ten slotte besloot de Kamer, dat er op
elk graf der nationale kerkhoven een graf
steen zal worden aangebracht Onder het
bewind van Maginot \ferd hier reeds 50 tot
60 millioen francs voor een periode ven
dertig jaren uitgetrokken. De Kamer wensch-
te dit bedrag gereducetrd en den termijn be
kort te zien.
Zagloel Pasja heeft aan een deputatie van
professoren verzekerd, dat hij niet om een
buitenlandsch paspoort heeft gevraagd en
niet voornemens is naar het buitenland te
gaan. Hij zal voor de rechten der natie blij
ven opkomen en hoopte, dat het land door
eendracht weldra herstel van zijn rechten
en zijn vrijheid zal verkrijgen.
HET DRAMA TE SIEGEN.
Uit Siegen wordt gemeld, dat het onder
zoek der politie naar den 12-voudigen moord
te Siegen een belangrijke wending heeft
genomen.
Het schijnt vast te staan, dat de heer
Angerstein. directeur van de Kalksteengroe
ve Haiger, die de villa bewoonde, zelf het
gruwelijke misdrijf heeft gepleegd. De che
micus, dr. Poppé, heeft verscheidene vinger
afdrukken gevonden, die overeen komen met
die van den heer Angerstein. Verder is ko
men vast te staan, dat de heer Angerstein
belangrijke bedragen had verduisterd en
vermoedelijk als gevolg daarvan getracht
heeft zich en zijn familie om het leven te
brengen.
De heer Angerstein, die zelf ernstig ge
wond werd, wordt in het ziekenhuis ver
pleegd.
Bij een brand in een blok huizen aan
Lower Broadway zijn zeven personen, vier
mannen en drie vrouwen, in de vlammen
omgekomen
EEN VORSTELIJKE GIFT.
De heer Goffrey E. Duveen, van de be
kende familie van kunsthandelaars te Lon
den, heeft 50.000 pd. st. geschonken voor
een nieuwe oor-! neus- en keelafdeeling van
het University College Hospital. De heer
Duveen, die zelf aan doofheid lijdt, wenscht
aldus de nagedachtenis aan zijn vader, den
heer Henry J Duveen, (e eeren. Verleden
jaar heeft hij reeds 15.000 pd. st. gegeven
voor een terrein voor het nieuwe zieken
huis en 10.000 pd. st. voor een leerstoel in
de otologie, de wetenschap van het oor,
aan de Universiteit van Londen,
COÖP. TUINIERSVEREENIGING „GOUDA
EN OMSTREKEN."
Veiling van 2 December 1924.
Spruiten, le soort, 16.3020, id. 2e
soort, 8.90—13.70, id. 3e soort, 6—6.80.
Witlof, le soort, 1330, id. 2e soort,
16. Uien, ƒ7é.50. Kroten, 1.104.10.
Peen, 1.9010, per 100 K.G.
Andijvie, le soort, 1.103.80, id. 2e
soort, 0.40—1.20. Kropsla, f 511-90.
Groene Savoye kool, 1.604.90. Gele id.
f 0.40—11.50. Roode kool, 1.80—9.20.
Boerekool 1.50—2.70. Knolselderie 1.30
7.70, per 100 .stuks.
Peen, 58.50. Selderie, 0.202, per
100 bos.
Andijvie, 0.14—0.80. Boerekool 0.13
24, per, kist
Eieren, f 13.80—14.30, per 100 stuks.
VEILINGOVERZICHT BEVERWIJK.
Nu de teelt van het witlof zich in deze
streek meer en meer begint uit te breiden
bij velen met goed gevolg, bij anderen met
minder goede resultaten, doch altijd nog
steeds als een riskante teelt kan worden be
schouwd, worden verschillende behandelin
gen toegepast en beproefd, ten einde een
goede uitkomst van dit product te verzeke
ren. Want riskant is deze teelt, daar het al
of niet loonende er van hiervan afhankelijk is,
niet alleen van de ontwikkeling der wortels
in den vollen grond, doch vooral van de ont
wikkeling der spruiten of koppen, die nader
hand door broeien of trekken plaats heeft.
En het is dan ook z;eker zeer begrijpelijk
dat het voor den producent een groote te
leurstelling is en een schadepost wanneer
zijn moeite en zorgen aan dit artikel be
steed vruchteloos zijn tengevolge van mis
lukking, Menigen teeler is dan ook reeds de
moed in de schoenen gezonken, daar her
haalde proeven steeds mislukte. Een feit is
dan ook, dat tot dusverre het lof in kwali
teit het moet afleggen tegenover het buiten
land. Tot dusverre kon men er niet in slagen
ondanks de resultaten soms bevredigend
kon worden genoemd, het lof zoo vast geslo
ten en zoo mooi van vorm te krijgen als wel
het buitenlandsche lof. Dat echter niet
wordt stil gezeten en men ook deze zaak
ernstig wil aanpakken en trachten te verbe
teren, blijkt uit het feit, dat door een com
binatie van teelers alhier, in deze streek
proeven zullen worden genomen voor for
ceering, waardoor vermoedelijk een belang
rijke verbetering zal zijn gewaarborgd. Deze
proeven die zooals ons wordt medegedeeld
op andere plaatsen veel succes hadden, zul
len dan ook hier worden genomen, terwijl
iedere belanghebbende in de gelegenheid zal
worden gesteld deze demonstratie dage
lijks bii te wonen en te controleeren. Met
veel belangs'elling zien wij den uitslag van
deze proeven tegemoet en zullen zeker te
gelener tijd den uitslag hiervan bekend
maken.
ASSEN. 3 Dec. Eieren. Op de markt
van de V. P. N. waren aangevoerd 16.300
stuks. Prijs f 11—14 per 100 stuks.
BOVENKARSPEL (Station), 3 Dec. Uien.
Groote gele 2.853.10, drielingen 4.10
4.45 per baal, nep 4.15. Aangevoerd 520
baal. Bloemkool le s20.5034, id. 2e s.
12.50—21.50, id. 3e s. 4.50—6.25 per 100
stuks. Aangevoerd 77.300 stuks. Roode kool
f 2.904.60 per 100 K.G. Aangevoerd 18.200
K.G. Gele kool 2.40—2.80 per 100 K.G.
Aangevoerd 4900 K.G. Witte kool f 0.60
1.70 per 100 K.G. Aangevoerd 17.300 K.G
Spruitkool 2.20- 2.45 per 15 K.G. Aan
gevoerd 28 zak,
ENKHUIZEN, 3 Dec. Zaden en peul
vruchten. Grauwe erwten f 30—38, vale
2939, Wiiker vale 2229, bruine
boonen 24—30 per H.L. Bruin mosterd
zaad f 4853.50 per 70 K.G. Maanzaad
27—22 40 per 50 K.G.
HOORN, 3 Dec. Vee. Aanvoer 110
varkens, vette 0.760.80, Londensche
0.64, zouters 0.70. Handel matig.
MAASTRICHT, 3 Dec. Botermijn. Aan
voer 96.300 K.G. Hoogste prijs 2.69, mid-
delprijs 2.58, laagste 2.50.
AMSTERDAM, 3 Dec. Aardappelen.
(Bericht van Jac. Knoop.) Zeeuwsche Bonte
f 5.756, id. Blauwe f 5.505.60, id. Eigen
heimers f 5.505.75, id. Bravo's f 5.506, id.
Roode Star f 4.50, Geldersche Roode f 4.40,
id. Bravo's f 5.60, Friesche Borgers f 5.00
5.75, id. Blauwe Borgers f 5.105.40, Zeeuw
sche Eigenheimer poters f 4.755, id.
blauwe Poters f 3.253.40, id. Bravo Poters
f 4.404.60, Koh-i-Nor f 5.50, Drentsche
Eigenheimers f 3.253.60, id. Roode Star
f 3.10—3.25 per hl.
AMSTERDAM, 3 Dec, Vee. Ter markt
waren aangevoerd 212 vette kalveren, le
qual. f 1.30—1.40, 2e qual. f 1.15—1.30, 3e
qual. f 1.001.15 p. kg. 40 nuchtere kal
veren f 1425 576 vette varkens Hooll. le
qual. f 0.95—0.96, 2e qual. f 0.93—0.95
Overz. en Geld. le qual. f 0.950.96, 2e
qual. f 0.93095 p. kg.
WOERDEN, 3 Dec. Kaas. Ter markt
waren 221 partijen. Prijs. Goudsche le soort
f 6870 2e soort f 6266, rijksmerk f 65
73. Handel traag.
ENKHUIZEN, 2 Dec. De haringvloot
k vam heden binnen zonder vangst, zoodat
deze visscherij indien niet spoedig ver
andering komt gestaakt moet worden,
slechts 5 vaartuigen hadden noemenswaar
dige vangst, totaal 1 tal reepharing en 500
pond hoekbot. De haring gold f 16.45 per
tal, de bot f 25,25 per 50 Kg.
URK, 2 Dec. Door 22 vaartuigen zijn he
den hier aangevoerd 2180 pond spiering a
f 4.55, per 100 pond, 70stuks haring af 14.55
per tal en 42 manden garnalen a f 1.25 per
mand.
VLAARDINGEN, 2 Dec. Alhier zijn bin
nengekomen de haringschepen VL. 110, 13
last VL. 128, 8 last VL. 70, 8 last 7. 16
last VL. 88 II last VL 98, 17 last SCH.
223, 12 lastSCH. 180, 12 last.
Aan den afslag werd besteed voor volle ha
ring f25—26.20, ijleharing f21—22.10,
steurharing f20.1021.80 per kantje.
ENKHUIZEN, 3 Dec. De haringvisschorij
die van hier uit in den laatsten tijd door on
geveer 25 vaartuigen geregeld werd uitge
oefend, is heden gestaakt wegens slechte
vangst De laatste haringscholen schijnen
weer naar de Noordzee teruggetrokken te
zijn.
IJMUIDEN, 3 Dec Heden waren aan de
markt de vangsten van 19 stoomtreilers. De
prijzen waren als volgt: tarbot J 1.201.10,
tongen 1.701 30 per k.g.; griet 4227,
gr. schol 3127 md. schol 4530, zet-
schol 50-34, kl. schol 34—28, 20—10,
scharren 194 per 50 k.g.; roggen 20
10 per hoop; vleet 31.50 per stuk; ma
kreel 2825, pieterman en poon 13—
7.50, gr. schelvisch 6045, md. schelvisch
4634, k.md schelvisch 3120, kl.
schelvisch 20.5012, 105 per 50 k.g.;
kabeljauw 5344 per 125 k.g.; gr. gullen
2115, kl. gullen 168, wijting 10—
3.40 per 50 k.g.; heilbot 1.401.10 pet
k.g.; lengen 3.350.88 per stuk; tongschar
644540 per 50 k.g.; koolvisch 1.25
per stuk
IJMUIDEN, 3 Dec. Van de haringvissche
rij kwamen heden hier binnen zeven Britsche
stoomdrifters, welke tezamen 2830 manden
versche haring aanvoerden Geveild werd de
vangst van den zeillogger IJ.M. 270 (Hen-
drika) met 8190 en van den Britschen
stoómdrifter L.T. 226 met 3026 aan be
somming.
m-j
Te Amsterdam is op 67-jarigen leeftijd
overleden de bekende kinderarts Dr. J.
Graanboom.
Tot kanselier aan het Nederlandsche Ge
zantschap te Rio de Janeiro is met ingang
van 1 Januari e.k. benoemd de heer H. T.
E. Bomans.
De heer Emil Liining Jr„ directeur der
N.V. Nederlandsche Maatschappij tot Alge
meene Dienstverrichting, gevestigd te Rot
terdam, heeft aan den Minister van Justitie
een adres verzonden naar aanleiding van het
verzoek van Z. Exc. aan den Bond van
Boekbinderspatroons om ontslagen gevan
genen, resp. voorwaardelijk veroordeelden
in dienst te willen nemen, aan welk verzoek
geadresseerde heeft geantwoord niet te kun
nen voldoen naar aanleiding o.a. van het
argument: dat: „Indien de Centrale Commis
sie onder de huidige omstandigheden een
verzoek tot toelating, dat haar van de
reclasseering bereikt, zou inwilligen zij dan,
hoe hard een afwijzing ook voor den betrok-
1 kene is, niettemin een onbillijkheid zou be
gaan tegenover de taliooze werkloozen, die
reeds maanden zonder geregelde verdiensten
rondloopen."
In verband met zijn bedrijf voor zoover
betreft de afd. Dienstmannenbedrijf in het
bijzonder, begrijpt adressant vermeld argu
ment ten volle en onderschrijft het. Gedu
rende tal van jaren was zijn Mij. belast met
het bezorgen van de gidsen van den Ge
meentelijken Telefoondienst te Rotterdam
tót plotseling dit werk zonder dat ooit ge
gronde klachten waren ontvangen en ver
moedelijk ingevolge gegeven wenk van hoo-
ger hand, bleek te worden verricht door ont
slagen gevangenen, resp. voorwaardelijk
veroordeelden van het reclasseeringslnsti-
tuut te Rotterdam, welk werk voorheen pro
ductief was voor Maatschappij en dienst
mannen en door gebreke waaraan thans be
langrijke schade wordt geleden, gezien, dat
de duizenden abonné's tweemaal per jaar
een boekje en viermaal per jaar een supple
ment daarop plegen te ontvangen.
Indien allerwegen werk uit handen wordt
genomen van eerbare werklieden gezins
hoofden, die nimmer met Politie resp. Justi
tie in aanraking zijn geweest, ten bate
van hen, die reeds een of meer misdrijven
achter den rug hebben, wordt er feitelijk een
premie gesteld op het plegen van een mis
drijf.
Het is te Rotterdam voorgekomen, dat
een werkman bij een patroon solliciteerde
en deze hem vroeg of hij al eens „tusschen
de muurtjes had gezeten". De man ant
woordde triomphantelijk: „Goddank niet"
waarop bedoelde patroon antwoordde, dat
het hem dan speet geen werk voor hem te
hebben, aangezien hij zich had verbonden
slechts te reclasseeren personen in dienst
te nemen. Dit geval kan zoogewenscht door
bewijs worden gestaafd.
Zoodoende worden ongezonde en gevaar
lijke toestandei. geschapen, welke er toe lei
den dat werkwilligen geen werk kunnen
krijgen, maar plaats moeten maken voor
ontslagen gevangenen resp. voorwaardelijk
veroordeelden, hetgeen onmogelijk kan zijn
in het belang van een gezonde wereldorde
en van een geregelden gang van zaken.
Adressant komt het veeleer praktisch
voor en ten algemeenen bate bedoelde men-
schen werk te geven b.v, bij ontginningen,
bij het droogleggen van de Zuiderzee, bij het
indijken van den Biesbosch en dergelijke
werken, waardoor ze tevens uit de groote
steden zouden verdwijnen, waar zij slechts
kosten en gevaar opleveren en in de verlei
ding blijven opnieuw te vervallen .tot mis
drijf.
Adressant verzoekt daarom het boven
staande wel in overweging te willen nemen
en het althans daarhe^.i te willen leiden, dat
te reclasseeren personen in het vervolg aan
arbeid worden geholpen zoo, dat daardoor
geen schade door eerbare werklieden wordt
geleden.
Het A. P. A. verneemt, dat de heer H. S.
Hordijk, die tot 1 Janufri 1914 hoofdcom
missaris van politie was te Den Haag en
thans administrateur is van het Rijkspas
poortenkantoor aldaar, met ingang van 1
Januari a.s. ontslag uit zijn tegenwoordige
betrekking heeft aangevraagd.
Geen Staatsmonopolie.
Uit Genève wordt gemeld: In de eerste
subcommissie van de tweede opiumconfe
rentie heeft de heer Van Wettum namens
de Nederlandsche delegatie een verklaring
afgelegd, waaruit blijkt, dat Nederland in
geen geval wil overgaan tot instelling van
een staatsmonopolie voor den invoer en
distributie van verdoovende middelen. Dit
maakt het onmogelijk het stelsel van rati-
oneering te aanvaarden.
Nederland wenscht zich niet bij een jaar-
lijksche internationale conventie te binden
aan een cijfer wat betreft de benoodigde
hoeveelheden, aangezien dergelijke cijfers
bij voortduring zouden worden gebaseerd op
onnauwkeurige statistische gegevens.
BINNENLANDSCHE ZAKEN EN
LANDBOUW.
Vereeniging van gemeenten.
De Minister is van' oordeel, dat in deze
materie niet in absoluten zin stelling kan ge
nomen worden, doch dat ieder geval van wij
ziging van gemeentegrenzen en samenvoe
ging van gemeenten op zich zelf beoordeeld
moet worden en dat in hetgeen in den loop
der tijden is gewassen niet buiten noodzaak
ruw moet worden ingegrepen. Hij stemt vol
komen in met de meening, dat van de zijde
der regeering geen druk op het College van
Ged. Staten behoort te worden geoefend.
Provinciale bedrijven.
De Minister meent, dat het gewestelijk be
stuur met het voeren van een bedrijf voor
de levering van electrische energie of van
water, geen ander oogmerk heeft dan het
algemeen provinciaal belang te dienen en om
door regelend op te treden in deze materie
een voorziening te treffen, die, werd zij aan
de gemeenten overgelaten, stellig niet alge
meen en overal in de provincie zou te ver
wezenlijken zijn'. Dat door het provinciaal
initiatief in deze aangelegenheid de autono
mie van gemeenten en waterschappen zoude
worden bedreigd, kan de Minister niet toe
geven.
Krankzinnigenverpleging
Tusschen de Rijksbijdrage aan de gemeen
ten voor de verpleging van krankzinnigen
en de eischen der Regeering betreffende de
gestichten bestaat geenerlei verband.
In het wegvallen der Rijksbijdrage kan de
Regeering geen aanleiding vinden om, in
strijd met de bedoeling van den wetgever,
een overbevolking der gestichten, welke zoo
verderfelijk is gebleken, in de hand te wer
ken.
Van het bestaan van overbodige eischen is
de Regeering niets bekend.
De toestand van *s Rijks kas, de Minister
betreurt dit zeer, laat niet toe, reeds thans
de Rijksbijdrage weder op de begrooting te
brengen.
De mededeeling, dat de Minister voorne
mens was, het Rijkskrankzinnigengesticht te
Grave om bezuinigingsredenen tegen 1 Jan.
1925 buiten gebruik te stellen, heeft Ged.
Staten van Zuid-Holland aanleiding gege
ven te verzoeken, het gesticht in gebruik te
houden en de daarin na de overbrenging dr r
patiënten naar het gesticht te Woensel vrij
komende plaatsen beschikbaar te stellen voor
verpleging van Zuid-Hollandsche patiënten.
Ged. Staten voornoemd hebben verzocht te
mogen beschikken over 100 plaatsen gedu
rende tenminste 3 jaar zij zijn bereid daar
voor een zoodanig verpleeggela te betalen,
dat daarmede de exploitatie uitgaven voor
het gesticht worden gedekt.
De Minister achtte inwilliging van het
verzoek in het belang van de gemeente Grave
en tevens niet in strijd met dat van 's Rijks
schatkist. Daarom heeft hij met Ged Staten
een overeenkomst aangegaan.
Het gesticht zal dus in exploitatie blijven.
Met de getroffen regeling is tevens bereikt
en dat de gezinsverpleging te Grave in stand
zal kunnen blijven, zoodat er 30 Rijkspatiën
ten minder naar Woensel zullen overgaan,
dan waarop aanvankelijk is gerekend.
Ondersteuning van Neder
landers in Duitschland.
Dat het bij de besteding der in het vorig
jaar beschikbaar gestelde gelden te royaal
zou zijn te werk gegaan, meent de Minister
te moeten betwisten. In het algemeen is ook
van misbruiken niet gebleken. De controle is
zoo geregeld dat aan elk der grenscommis-
sarissen een of meer controleurs zijn toege
voegd, met den plaatselijken toestand bekend.
Waar dit wenschelijk is, wordt overleg ge
pleegd met bestaande Duitsche charitatieve
instellingen. Verder kan in dit opzicht moei
lijk worden gegaan. Verandering van stelsel
wordt thans niet mogelijk geacht.
Behartiging van Land
bouwbelangen.
De Minister merkt op, dat ten ongunste
niets is veranderd sedert de landbouw zijn te
genwoordige indeeling heeft gekregen. Inte
gendeel, voortdurend wordt getracht voeling
te houden met de organisaties en de belang
hebbenden.
Een belangrijk deel van de kosten der land-
bouwhoogeschool wordt veroorzaakt door de
wetenschappelijke onderzoekingen aan de
daaraan verbonden instituten en laboratoria,
welke in de eerste plaats den landbouwer in
het algemeen en daarmede de bodemproduc
tie ten goede komen. Waar voor 1925 ten
behoeve van den landbouw minder is uit
getrokken dan voor 1924, is door ampel over
leg met de organisaties beproefd en naar de
Minister meent, bereikt vitale landbouw
belangen veilig te stellen.
De opmerking in het V. V., dat geen land
zoo weinig voor den landbouw kan doen als
het onze, kan niet met cijfers worden ge
staafd.
De opmerking dat de bureaucratie bij den
plantenziektekundigen dient 't het aanvra
gen van gelden tot uitbreiding aanleiding
geeft, moet de Minister als volkomen on
juist afwijzen.
Keuring van voor uitvoer
bestemd vee en vleesch.
Met het dep. van Arbeid, Handel en Nijver
heid is overeenstemming verkregen t.a.v.
samensmelting van den veeartsenij kundigen
dienst met dien der veterinaire inspectie van
de volksgezondheid wat betreft de werkzaam
heden hunner ambtenaren.
Boschtouw.
Hoezeer den Minister het behoud van par
ticulier boschbezit. ter harte gaat, meent hij
toch dat het treffen van maatregelen om, door
gewijzigde toepassing der wet op de grond
belasting en de successiewet, dit bezit te be
vorderen, op ernstige bezwaren zal afstuiten.
Niettemin is hij gaarne bereid met zijn ambt
genoot van Financiën ten deze in overleg te
treden.
Visscherij-reglement.
De Minister kan vooralsnog geen vrijheid
vinden te bevorderen, dat bepalingen in het
leven worden geriepen strekkende tot stil
legging van de zalmzegenvisscherijen, gedu
rende vier uren per vloedgetijde of tot de
invoering van een vaste nachtelijke sluiting.
Naar de meening van den Minister mag
nog niet tot het uitvaardigen van een an-
kerkuil verbod worden overgegaan.
Gevaar voor onder water loopen.
Gemeldt wordt:
Bij de werken van den Carel Coenraadpol-
der is de Buiten-Mude (het afwateringska
naal) van Reiderland afgesloten. Algemeen
wordt nu gevreesd, dat de 13.000 H.A. land
van Reiderland straks door de inpoldering
van 650 H.A. land van den Carel Coenraad-
polder onder water zullen komen.
Het hoofdbestuur van Reiderland verzett#
zich ernstig tegen deze handelingen.
Bij het Voorloopig Verslag over het wets
ontwerp werd een aanvulling bepleit ter
voorziening in de leemte dat het niet mo
gelijk is om indien twee echtgenooten, hetzij
heiden een ouderdomsrente ingevolge art.
28 Ouderdomswet 1919 of art. 73 Invalidi
teitswet genieten, hetzij de eene echtgenoot
eerstgenoemde en de andere laatstbedoelde
rent? genieten het, ingeval van intrekking
van een dier renten, niet mogelijk is de
rente van den anderen echtgenoot van
2.50 tot 3.ie verhoogen.
Eenige leden hadden bezwaar tegen de
wijziging die er toe zal leiden, dat de ren
ten, ingevolge art. 75 Invaliditeitswet toe
te kennen, in vele gevallen aamerkelijk la
ger zullen worden, waartegenover echter
vele andere leden oordeelden, dat van een
aanmerkelijke verlaging slechts in zeer en
kele gevallen sprake zal wezen. Men pleitte
echter voor een regeling, tegenover die der
regeering, waarbij, hetzij naast, hetzij in de
plaats van het voorgestelde artikel 19 der
wet werd geschrapt.
Terwijl men eenerzijds de voorgestelde
verlenging van den termijn van navordering
van één tot twee jaar een belangrijke ver
betering achtte, oordeelden anderen dat een
zoo aanzienlijke verlenging van dien termijn
onnoodig en ongewenscht is.
43.
Sal stemde toe en Madge liet haar blik
gaan over de prachtige bloembedden en
keek naar de zwarte schaduw van den stati-
gen tooverachtigen olm, die aan gene zijde
van de laan, zijn breed getakte bladeren uit
spreidde. Zij had er behoefte aan een aan
tal vragen tot Sal te richten, doch wist niet
hoe er mede aan te vangen. Brian's somber-
beid van den laatsten tijd, had haar niet wei
nig v—--trust, en, met het vlug instinkt van
haai vindingrijke sekse bezield, schreef zij
een en ander aan de in de achterbuurt ge
storven vrouw toe. Zij besloot mitsdien Sal
met haar nood bekend te maken en haar op
slinksche wijze uit te hooren omtrent de
aanleiding tot Brian's wrevelig en pessimis
tisch gestel.
„Sal," sprak zij na een korte pauze, haar
heldere grijze oogen strak op het meisje ge
vestigd, „ik wensch je iets te vragen."
De ander huiverde, terwijl een blos haar
gelaat overtrok.
„Over.... over hem?"
Madge wenkte toestemmend.
Sal aarzelde een oogenblik en viel toen
•an de voeten van haar meesteres.
..Ik zal u iets zeggen," riep zij. „Voor mij
bent u vriendelijk geweest en u hebt het
recht zulks te weten. Ik zal al hetgeen ik
weet vertellen."
„Wie was dan," vroeg Madge kalm en vast
beraden, haar handen in elkaar slaande, „die
vrouw, welke Mr. Fitzgerld ging bezoeken
en van waar kwam zij?"
„Grootmoeder en mijn persoontje vonden
haar op een avond in Little Bourkestreet,
dicht bij den schouwburg," antwoordde Sal.
„Zij was volslagen beschonken en wij namen
haar mede naar huis,"
„Hoe vriendelijk van u," zei Madge.
„Och, dat was het niet," hernam de ande
re droog. „Grootmoeder wilde haar kleede
ren afnemen, zij was zoo mooi gekleed."
„En zij nam de kleeren hoe slecht."
„Ieder ander zou het in onze plaats ge
daan hebben," antwoordde Sal onverschil
lig, „maar Grootmoeder veranderde van ge
dachten, toen zij haar mee naar huis nam
Ik ging heen, om wat brandewijn voor
Grootje te halen, en toen ik terugkwam om
helsde en kuste zij de vrouw."
„Zij herkende haar?"
„Ja, naar ik veronderstel," hernam Sal „en
den volgenden morgen, toen de dame weer
hersteld was, wees ze naar Grootje en riep
uit: „ik was hier gekomen, om u te bezoe
ken?"
„En toen?" I
„Toen wierp Grootje mij de deur uit, en
zij zete een lang gezicht; en toen ik later
terugkwam, vertelde zij mij, dat de dame
bij ons zou blijven, omdat ze ziek was."
„Zij was veertien dagen ten onzent en
stierf toen, den ochtend, dat zij Mr. Fitz
gerald zag."
„Naar ik veronderstel heeft Mr. Whyte die
vrouw meermalen bezocht.
„Ja," antwoordde Sal, „maar alvorens hij
begon, zond hij grootmoeder en mij steeds
bij voorbaat de kamer uit.
„En," vroeg Madge aarzelend, „luisterde
u nimmer een dier gesprekken af?"
„Ja, één," luidde het antwoord. „Ik was
niet weinig verbolgen, dat hij ons altijd de
kamer uitstuurde; en toen hij op zekere
keer de deur achter ons sloot, en groot
moeder heenging, om jenever te drinken,
zat ik voor de deur en luisterde. Hij nood
zaakte haar, hem eenige papieren te over
handigen, hetgeen zij niet wilde. Zij zeide,
dat zij ze niet vóór haar dood zou geven,
maar eindelijk gaf zij ze toch en hij nam ze
mede."
„Zaagt gij hen?" vroeg Madge, daar Gor-
by's bewering, dat Whyte wegens zekere
papieren vermoord werd, in haar brein op
kwam.
„Zoo halverwege," zeide Sal, „ik keek
door een gat in de deur, zij nam de papieren
van onder h?ar hoofdkussen en hij lag ze op
tafel, waar de kaars stond, en hij keek ze
na, zij waren in een groote, blauwe enve
loppe, met letters, erop geschreven met
roode inkt toen stak hij ze in zijn zak, en
zij zeide: „U zult ze verliezen," „neen," zei
hij, „ik zal ze altijd bij mij dragen, en zoo
bij mij er toe dwingt, om ze te hebben, moet
hij mij eerst dooden, alvorens hij ze krijgt.'
„En u wist niet, wie de man was, voor
wien de papieren zulk een groot belang
hadden?"
„Neen, dat wist ik niet: namen noemde zij
nimmer."
„En wanneer kreeg Whyte de papieren?"
„Ongeveer één week, voordat hij vermoord
werd," zeide Sal, na een oogenblik te heb
ben nagedacht. „En daarna keerde hij nim
mer weer terug. Ik hoorde haar eens zeg
gen: „Je denkt, met mij te hebben afgehan
deld, mijnheer, en mij bier te laten sterven,
maar ik zal een streep door je rekening
maken," en toen schreef zij den brief voor
Mr. Fitzgerald, en, zooals u weet, belastte
ik mij met de bezorging."
„Ja,' ja," sprak Madge, eenigszins onge
duldig, „dat alles vernam ik bij het verhoor,
maar welk gesprek werd er tusschen Mr.
Fitzgerald en die vrouw gevoerd. Vernam u
daar iets van?"
„Een klein beetje slechts," hernam de an
dere „Ik klikte niet in bet hof, daar ik
dacht, dat de advocaat alles zou afluisteren.
„Het eerste ding, wat ik Mr. Fitzgerald
hoorde zeggen, was: ,u bent krankzinnig, het
is niet waar," en zij zeide: „Zoo waar helpe
mij God het is zoo, Whyte bezit de be
wijzen, en toen zuchtte hij: „arm meisje,"
waarop de andere vroeg: „zult u haar nu
nog trouwen?" en hij zeide: „dat zal ik."
Toen vroeg hij: „hoe heet u?"
„Wat?" vroeg Madge buiten adem.
„Rosanna Moorel"
Een schrille angstkreet weerklonk, toen
Sal den naam uitte, en, zich spoed;g omkee-
rende, stond Brian naast Madge, bleek als
een doode, zijn oogen onafgewend geves
tigd op de vrouw, die van haar knieën was
opgestaan.
„Ga voort!" zei hij scherp,
„Dat is al wat ik weet," hernam zij op ge-
melijken toon.
Brian slaakte een zucht van verlichting.
„Je kunt gaan," sprak hij langzaam. „Ik
wensch met Miss Frettlby alleen te spre
kend'
Sal keek hem een oogenblik aan, en aan
schouwde toen haar meesteres, die haar een
teeken gaf, om zich te verwijderen! Zij nam
haar boek op en keerde zich om, op Brian
een scherp onderzoekenden blik werpend,
daarna ging zij langzaam het huis in.
HOOFDSTUK V.
Nadat Sal in het huis verdwenen was,
zonk Brian in een stoel n^ast Madge, een
diepe zucht slakende. Hij was in rijkostuum
gekleed, hetgeen zijn kloeke gestalte flink
deed uitkomen. Zijn uiterlijk was treffend
schoon, doch ziekelijk en afgemat.
„Wat had gij in 's hemelsnaam met dat
meisje te bespreken?" sprak hij schielijk zijn
hoed afnemend, en deze met zijn hanschoe-
nen op den grond werpende.
Madge bloosde voor een oogenblik en zag
hem, zijn twee sterke handen in de hare
nemende, strak in zijn gefronsd gelaat
„Waarom vertrouwt u mij niet?" vroeg zij
op bedaarden toon.
„Is het soms een gebiedende plicht, dat ik
dat wel doe," antwoordde hij somber. „Het
geheim dat Rosanna Moore op haar sterf
bed mij toevertrouwde, is van dien aard, dat
gij het volstrekt niet behoeft te kennen."
„Betreft het mij?" volhardde zij te vragen.
„Al 'naar gij het nemen wilt," antwoordde
hij spitsvondig.
„Ik meen hieruit te mogen afleiden, dat
het mij en een derde oersoon betreft," sprak
zij kalm, zijn handen loslatend.
„Welnu, ja dan," bromde hij, zijn laarzen
ongeduldig met zijn rijzweep in aanraking
brengend. „Maar, zoolang gij het niet weet,
kan het u niet deren, doch God zij U gena
dig, indien ooit iemand het u zou vertellen,
want het zou uw leven verbitteren."
„Mijn leven, dat nu zoo zoet is," ant
woordde Madge met een zachten, honenden
blik. „Gij wilt het beproeven, een vuur uit
te blusschen, door er olie bij te doen en wat
gij zegt, verhoogt slechts mijn nieuwsgierig
heid."
„Madge, ik bezweer u, laat die rampza
lige nieuwsgierigheid varen," zei hij, het
hoofd fier achterover werpend, „het zal u
slechts ongeluk en ellende aanbrengen."
Wanneer het mij aangaat, heb ik het recht
het te weten," zei zij kortaf. „Hoe kunnen
wij, indien wij trouwen, gelukkig samen zijn,
met de schaduw van een geheim tusschen
ons?,"
(Wordt vervolgd..