[HMD
$CHH0£^
Nadere motiveering van het besluit van
het Bondbestuur inzake de actie
St. Michaël.
KUNST EN KENNIS.
Ingezonden mededeèiingen
Rheumatiek, Gewrichtspijn,
v Verkoudheid.
-
Een radicale groep in de Britsche liberale partij. De besprekingen
tusschen Chamberlain en Herriot. Het Egyptische parlement ontbonden.
Onder de Radio-berichten: Chamberlain's bezoek te Parijs: een officiëel
communiqué. De militaire controle in Duitschland. De samenzwering
tegen het Britsche Kabinet: invallen bij Egyptenaren te Londen.
Gem. buitenl. berichten.
DE CHINEESCHE BURGEROORLOG,
De verzameling van Felaa.
Een nieuwe planeet?
FEUILLETON.
HET GEHEIM VAN EEN
HUURRIJTUIG
In zijne vergadering van 28 November
j.L heeft het Bondsbestuur de zaak St.
Michaël nogmaals uitvoerig behandeld en
het besluit genomen als in zijn officieel
communiqué reeds gtpubliceerd, terwijl dn
•adere motiveering later zoude volgen.
Alvorens tot deze motiveering zelve over
le gaan, meent het Bondsbestuur goed te
doen in chronologische rangschikking te
laten volgen de feiten, zooals deze zich
hebben voorgedaan.
In de vergadering van het Bondsbestuur
van 18 October j.l. vroeg bij de rond
vraag een der leden inlichting omtrent de
oprijzende geruchten van het stichten
eener nieuwe Vereeniging St. Michaël, daar
hij omtrent de actie welke stond te be
ginnen niet gerust was. De tegenwoordige
Voorzitter van St. Michaël verklaarde, dat
de vrager zich gerust kon stellen, want dat
de te voeren actie slechts kon strekken tot
het sterker maken der Staatspartij en dit
■lechts beoogde, zooals spoedig, naar hij
mededeelde, aan de aanwezigen zou blij
ken.
Een week daarna volgde de oprichting
van St. Michaël en de rede van den hui-
digen Voorzitter dier Vereeniging, Profes
sor Veraart, in die vergadering gehouden.
Op de eerstvolgende vergadering van het
Bondsbestuur op 7 November j.l., werd
het algemeen afgekeurd, dat gemelde op
richting geheel buiten het Bondsbestuur
was omgegaan en dit door de oprichters
geheel onkundig was gelaten. De vergade
ring sprak dan ook als haar oordeel uit,
dat St. Michaël moest worden medegedeeld
dat de zaak behoorde te worden terugge
bracht tot het stadinm van voorafgaand
overleg, en dat het Hoofdbestuur van St.
Michaël tot eene bespreking met het Bonds
bestuur zoude worden uitgenoodigd.
Deze bespreking had plaats in d,e Bonds-
bestuursvergadering van 14 November j.l.
Aanvankelijk dreigde dit overleg echter
niet tot eenig rgsultaat te leiden, omdat St.
Michaël niet bereid bleek het gezag te er
kennen van de Bondsvergadering. Na een
betoog van de zijde van het Bondsbestuur,
dat het Verbond St. Michaël en de clubs
waaruit het bestaat, als politieke vereenigin-
gen óf ondergeschikt moeten zijn aan de
Katholiek-politieke organisatie, de R. K.
Kiesvereenigingen en de daarop gebouwde
Rijkskieskringorganisaties en Algemeene
Bond, óf zullen zijn Zelfstandige voor de
R. K. Staatspartij vreemde politieke ver-
eenigingen, legde het Hoofdbestuur van St.
Michaël zich er bij neder, dat St. Michaël
aan den Algemeenen Bond zou 2ijn onder
worpen.
Goedkeuring van het reglement, een reëel
toezicht, de verdere gevolgen die uit deze
ondergeschiktheid zouden voortvloeien,
werden onder het oog ge2ien. De vergade
ring eindigde met de aanvaarding van dezen
grondslag voor verdere onderhandelingen.
Besloten werd dat het Bondsbestuur en St.
Michaël ieder een Commissie van drie per
sonen zouden benoemen, welke hieromtrent
zcu onderhandelen, wa«vna de Commissie
van het Bondsbestuur nader verslag zou uit
brengen van die onderhandelingen aan het
Bondsbestuur,
Het Bestuur van St. Michaël zegde toe
haar Concept-Reglement ten spoedigste te
sullen ontwerpen en vóór de eerstkomende
vergadering der Commissies dit te zullen
toezenden aan de Commissie uit het Bonds
bestuur, Inderdaad geschiedde deze toezen
ding op 17 November j.l. De voornaamste
bepalingen van het Ontwerp-Reglement
waren artikel 1 en 2, luidende: „Artikel 1.
Het Verbond „St. Michaël" van clubs tot be
vordering der Katholiek-Democratische ge
dachte fn de R.-K. Staatspartij is opge
richt met het doel de Katholiek-Democra
tische gedachte overeenkomstig de leer der
Kerk en de uitspraken der Pausen, in de
R.-K. Staatspartij te bevorderen. Artikel 2.
De middelen ter bereiking van dit doel zijn:
a. het streven naar de vaststelling van een
program der R. K. Staatspartij, waarin de
Kath liek-Democratische gedachte verwe
zenlijkt is; l. het bevorderen der candidaai-
stelling van personen, van wie een krachtige
ten uitvoerlegging van het onder a. van dit
artikel bedoelde program kan worden ver
wacht; c. het oprichten van clubs in alle
deelen des lands, terwijl in dit reglement
met geen woord over eenige ondergeschikt
heid aan den Bond of eenig verband daar
mede wordt gerept en het eenige wat om
trent den Bond in het Reglement voorkomt
is artikel 4 luidende:
„Uitsluitend leden der R. K, Kiesvereeni-
gngen, erkend door den. Alg. Bond van
R. K. Rijkskieskringorganisaties in Neder
land. kunnen lid van de in artikel 2 c. be
doelde Clubs of verspreid lid zijn.
De Commissies hierboven vermeld ver
gaderden op 21 November j.l. voor de eer
ste maal. Door de Commissie uit het
Bondsbestuur werd, naar de Commissie
ons mededeelde, er op gewezen, dat artikel
1, houdende het doel der Vereeniging, naar
het oordeel der commissie onaannemelijk
was; dat het ontbreken van elke onderge
schiktheid na het besprokene in de verga
dering van 14 November j.l. niet was te
verwachten, dat de Commissie meende, dat
aan ondergeschiktheid ten ©enenmale moest
worden vastgehouden. In artikelen gefor
muleerde voorstellen tot aanvulling van
het regiement werden door de Commissie uit
het Bondsbestuur ter tafel gebracht.
Deze voorstellen ontmoetten bezwaar bij
de vertegewoordigers van St. Michaël, die
hunnerzijds inplaats daarvan een perma
nente commissie van overleg voorstelden
Deze oplossing wezen de vertegenwoordi
gers van het Boadsbestuur af, omdat een
commissie van overleg slechts op haar
plaats is tusschen zelfstandige vereenigin-
gen, terwijl als grondslag der onderhande
lingen immers al was aanvaard, dat St. Mi
chaël aan den Alg. Bond ondergeschikt zou
zijn. Zij verklaarden zich echter bereid, hun-
chaël zich het recht toekent om te leerenzou immers de meerderheid, in eigen orga-
ne uitwerking dezer grondgedachte voor
een betere te geven, stelden hunne formu
leering aan de vertegenwoordigers van. St.
Michaël ter hand en ecu nieu..c oijeenKoms.
werd afgesproken, vóór welke tegenvoor
stellen zouden worden toegezonden.
Inderdaad werd ook d.d. 23 November aan
de Commissie uit het Bondsbestuur een
wijziging op het reglement van St. Michaël
toegezonden, waarvan de voornaamste be
paling luidt:
„Er bestaat een commissie van overleg
ter bespreking van alle aangelegenheden
van het Verbend St. Michaël met het. be
stuur van den Alg. Bond van R. K. Rijks
kieskringorganisaties in Nederland.
Deze commissie bestaat uit drie leden van
het hoofdbestuur, door ihet hoofdbestuur
aan te wijzen.
Wanneer het bestuur van den Alg. Bond
van R. K. Rijkskieskringorganisaties in Ne
derland besprekingen wenscht, worden deze
door de Commissie van Overleg gevoerd.
Hier werd derhalve niet voorgesteld een
vorm van ondergeschiktheid maar opnieuw
de reeds afgewezen permanente Commissie
van Overleg,
Een nieuwe bespreking der twee commis-
cies was intusschen reeds bepaald op 25
November.
De bespreking op die bijeenkomst heeft
echter in het geheel niet plaats gehad, door
dat de Commissie van St. Michaël vóór den
aanvang het overleg afbrak.
Van de zijde van St. Michaël werd nog
denzelfden dag door middel van het Haag-
sche Correspondentiebureau een mededee-
lmg gepubliceerd die aan het slot de ver
klaring inhoudt dat „het overleg tusschen
het Bondsbestuur en het Hoofdbestuur van
de zijde van St. Michaël thans als geëin
digd (wordt) beschouwd."
Het bestuur van St. Michaël zond bij
schrijven van 26 November deze mededee-
ling aan het Bondsbestuur onder inzending
van het oorspronkelijk Reglement en de
daarin later gebrachte wijzigingen, waartoe
St. Michaël bereid was.
Vervolgens heeft het Bondsbestuur in zijn
vergadering van 28 November gehoord het
Verslag der Commissie uit zijn midden en
gezien de officieele stukken door St. Michaël
ingezonden, besloten als reeds in het com
muniqué eerder bekend gemaakt.
Wat betreft het incident dat op de bij
eenkomst van 25 November j.l. is voorge
vallen, wenscht het Bondsbestuur, gehoord
de verklaringen van den heer van Wijnber
gen en van de beide leden van het Bonds
bestuur, die persoonlijk de Alkmaarsche
rede bijwoonden, zijn overtuiging uit te spre
ken, 'iat er voor de leden der Commissie
uit St, Michaël geen grond was te veron
derstellen, dat de gewraakte uitlatingen,
die van algemeenen aard waren, op hen
doelden.
Dit te minder, na de welwillende wijze
waarop van de zijde van het Bondsbestuur
en in 't bijzonder van den Voorzitter, de
onderhandelingen waren gevoerd.
Bovendien deelde de Commissie mede,
dat de irriteerende wijze, waarop de vra
gen door den Voorzitter der Commissie uit
St. Michaël werden gesteld, tot de weigering
der beantwoording heeft geleid.
Tevens is het het Bondsbestuur niet dui
delijk hoe St. Michaël heeft kunnen beslui
ten uit een grief, welke zij meent te hebben
tegen den Voorzitter der Commissie uit het
Bondsbestuur de onderhandelingen met het
Bondsbestuur, af te breken. Veeleer had
het dan op den weg van St. Michaël gelegen
aan het Bondsbestuur mede te deelen, da%
het slechts genegen zou zijn de onderhande
lingen voort te zetten, indien in de Commis
sie de Voorzitter door een ander werd ver
vangen.
Dit zoude de eenig logische consequentie
zijn, welke kon worden getrokken uit het
incident, door de Commissie van St. Michaël
opgeworpen,
Iirtusschen stelt het Bondsbestuur er prijs
op te verklaren dat het besluit, genomen in
de vergadering van 28 November j.l., èn
geheel vrijstaat van gemeld incident èn daar
door op geen enkele wijze is beinvloed.
Dit besluit is genomen met eene meerder
heid van 13 tegen 7 stemmen, terwijl in die
vergadering overigens geen enkele stemming
heeft plaats gehad.
Uitsluitend het besef en de overtuiging,
dat ons Bestuur, aan wien door de R.-K.
Kiezersorganisatie de leiding dier Organisatie
is toevertrouwd, ten deze zijn eigen en zware
verantwoordelijkheid draagt, om naar beste
weten en geweten de R, K. Kiezers, spe
ciaal de georganiseerden, voor te lichten en
te leiden, noopt ons Bestuur thans niet lan
ger te talmen met de vorming zijner meening
over de actie van St. Michaël.
Ter motiveering van het besluit moeten
vooral twee punten naar voren worden ge
bracht.
1. hef gestelde doel, zooals dat is om
schreven in het hiervoren genoemde artikel
1 van het Reglement van St. Michaël;
2. de» vorm, die St. Michaël voor hare
organisatie heeft gekozen.
1. De omschrijving van het doel n.l.: „de
Katholiek-Democratische Gedachte overeen
komstig de leer der Kerk en de uitspraken
der Pausen in de R. K. Staatspartij te be
vorderen", zooals dit doel is verduidelijkt
door hetgeen door de voormannen van St.
Michaël is gezegd en geschreven, vormt een
miskenning van het doel der R. K. Staats
partij. Een herhaling van doelstelling in eene
afzonderlijke vereeniging, zooals St. Michaël
is, heeft natuurlijk geen zin, terwijl toch een
mogelijk verschil van inzicht omtrent het
tempo van uitvoering van bepaalde concrete
maatregelen al evenmin de stichting van een
afzonderlijke organisatie vereischt. Uit de
woorden van dit reglement, in verband met
hetgeen door de voormannen van St. Mi
chaël is gezegd en geschreven, is dan ook
duidelijk naar voren gekomen, dat St. Mi-
wat Katholieke Democratie is en wat Chris
telijke Rechtvaardigheid eischt, dat St. Mi
chaël zal zorgen de leer der Kerk en de
pauselijke encyclieken over Christelijke De
mocratie te herstellen, waaruit noodwendig
voortvloeit dat deze bij de R. K. Staatspartij
zou zijn zoekgeraakt. Deze beschuldiging
wijst hét Bondsbestuur voor de R. K. Staats
partij met nadruk af onder verwijzing naar
het vele dat de voormannen in de partij
hebben tot stand gebracht en tot stand
brengen.
Bovendien moet dit standpunt den indruk
wekken, alsof de ware katholiek-democrati
sche gedachte slechts bij St. Michaël te vin
den zou zijn, waardoor noodlottige tegen
stellingen tusschen katholieken onderling in
het leven geroepen worden.
2. Van organisatorisch standpunt de Ver
eeniging St. Michaël beoordeelende, moet
voornamelijk het navolgende naar voren
worden gebracht:
Het doel der oprichting van St. Michaël
is allereerst om een deel der R.-K. Kiezers
in een blijvend landelijk verband, buiten de
leiding van en zonder ondergeschiktheid aan
den Bond, samen te brengen, om onder lei
ding van een Hoofdbestuur die kiezers in
bepaalden zin te beïnvloeden, opdat de poli
tiek der R.-K. Staatspartij eene andere wor
de dan tot dusverre gevoerd, opdat eene
andere richting worde ingeslagen. Meer con
creet is de bedoeling te streven naar be
paalde programpunten, die nog wel niet of
ficieel zijn gepubliceerd, doch toch reeds
voldoende duidelijk zijn vertolkt door de
voormannen van St Michaël (o.a.: „Publiek
rechtelijke Bedrijfsorganisatie, Ontwapening,
Rentelooze Leeningen enz.).
De samenstelling nu van dit program, waar
op hoofdzakelijk de actie is gericht, moet
geschieden in er. door de Kiesvereeniging,
georganiseerd in Rijkskieskrings.organisaties
en in Algemeenen Bond.
Hoe meer bij de besprekingen, daarover
te houden, alle stroomingen tot uiting ko
men, des te meer waarborg, dat een zoo be
vredigend mogelijk resultaat wordt verkre
gen.
Het samenstellen van het katholiek pro
gram moet, zooals artikel 2 sub c. van het
bondsreglement uitdrukkelijk zegt „door ge
meenschappelijk overleg" geschieden Dit
gemeenschappelijk overleg is onvereenigbaar
met zelfstandig georganiseerd vooroverleg
buiten de leiding der organisatie. Het be
paalde in artikel 4 van het reglement van
St. Michaël, dat de leden tevens lid moeten
zijn der R.-K. Kiesvereeniging, kan aan het
wezen van dit vóóroverleg natuurlijk niets
veranderen.
Voorzeker as de structuur der organisatie,
die programpunten en wenschen omtreqt
candidaien langs een bestaande organisatie
wenscht tot practische gelding te brengen,
een zeer bijzondere en kan verwarrend wer
ken bij de theoretische vraag, of hier wel
van het begrip „partij" kan gesproken wor
den. Doch de practiik en daarmede heeft
het Bondsbestuur rekening te houden zal
het zelfstandig en autonoom karakter dui
delijk doen blijken.
Daar, waar St. Michaël de meerderheid
der georganiseerde kiezers zoude omvatten,
zou van het gemeenschappelijk overleg in
de Kiesvereeniging niets meer overblijven,
nisatie (St. Michaël) eenmaal besluiten ge
nomen hebbend, deze als meerderheid door
voeren en ware overleg voor de minderheid
redelijkerwijs uitgesloten. De leiding der
Kiesvereeniging werd dan verlegd naar een
andere buiten de partijorganisatie staande
politieke organisatie.
Bovendien, wanneer de actie St. Michaël
in zijn tegenwoordige gedaante in de R. K.
Staatspartij zou worden geduld, zouden
andere groepen zich geroepen achten op
dezelfde wijze te handelen, ten einde op ge
lijke wijze haar invloed in de partijorgani
satie te organiseeren en tot gelding te doen
komen.
Zoo zouden ontstaan eenige politieke
groepen, die federatief zouden kunnen sa
menwerken, doch de eene Katholieke
Staatspartij zou hebben opgehouden te be
staan. De eenheid zoolang die nog uiter
lijk zou kunnen bewaard worden, ook dat
zou niet lang duren.
De groepsgeest zou domineeren, en deze
zou zijn tegenstanders eerder zoeken bij hen
die eigen partijgenooten heetten te zijn, dan
bij principieele tegenstanders.
Een zoodanige actie kan nimmer de goed
keuring van het Bondsbestuur verwerven,
wijl ze de Katholieke partij met gewissen
ondergang bedreigt.
Ook dus op gronden van zuiver organisa-
torischen aard moet de actie „St, Michaël"
worden afgewezen.
Heeft St, Michael wel eens de consequen
tie van zijn systeem overdacht?
Heeft men overwogen dat de moge
lijkheid in dit systeem bestaat, dat wij
het na enkele jaren, indien St, Michaël
in den tegenwoordigen vorm zou worden
gedoogd, mogelijk zullen beleven, dat een
deel der leden van St, Michaël zullen oor-
deelen dat ook bij deze de democratische
gedachte begint zoek te raken en dat zien
een nieuwe vereeniging vormt, welke zich
ten doel stelt deze bij St. Michaël ver-
bleekende democratische gedachte weder
in eere te herstellen?
Op bovenstaande gronden heeft het
Bondsbestuur gemeend te moeten uitspre
ken dat het Verbond St. Michaël in zijn
tegenwoordige gedaante is eene zelfstandi
ge politieke partij, waarmede de R.-K.
Staatspartij geen relatie onderhoudt, voor
welker doen en laten zij niet aansprake
lijk is en niet de minste verantwoordelijk
heid draagt. Het Bondsbestuur zal dit be
sluit ter goedkeuring aan de Bondsverga
dering voorleggen.
Het Bondsbestuur doet een krachtig en
ernstig beroep op het Bestuur van St. Mi
chaël, niet als tegenstanders, doch als on
ze mede-Katholieken, om af te zien van de
ondernomen actie in bovenomschreven
vorm en geest gevoerd, een actie, die de
eenheid der Katholieken op staatkundig
terrein verstoort, de Katholieke Staatspartij
verzwakt, den invloed der Katholieken ver
mindert en onder de Katholieken verhou
dingen in het leven roept, waarvan de ge
volgen zich wellicht buiten het staatkun
dig terrein zullen doen gelden.
Wanneer wij zien hoe in geheel de we
reld de eenheid der katholieken wofdt
gevraagd, en wat de gevolgen zijn van on
derlinge verdeeldheid, dan is een beroep
op de R.K kiezers van Nederland toch ze
ker niet misplaatst, om onze eenheid on
gerept te handhaven.
Totaal van rheumatiek bevrijd gebleven
Pastoor J. Beelen, Geysteren (L.) bericht ons~.
„Ik schreef U verleden Jaar: Ik heb Togal»
tabletten gebruikt, resultaat wezenlijk prachtig en
verrassend. Ik was sedert
-n jaren Rheumatieklijder en
kon niet meer knielen of
07. Aj loopen. Ik voelde pijn en
stramheid in de rechter
knie en na het gebruik
van ceni9e flacons logal-
tabletten was zonder de
«diHpSEMttai minste maagstoornis de
pijn en stramheid geheel
verdwenen. Ik werd leni-
Ger en soepeler in al mijn
PASTOOR XBEELEW ledematen en kon gelijk
vroeger weer knielen en
uren ln de bosschen wandelen. Nu is het geheele
herfst, winter en voörjaars-seizoen voorbij en
door doelmatig gebruik van Togal-tabletten ben
ik totaal van Rheumatiek bevrijd gebleven, waar
door ik alle Rheumatieklijders met veel vertrouwen
de Togal'-tabletten kan aanbevelen." Dagelijks
bereiken ons dergelijke dankbetuigingen, en a!5e
bevestigen de goede en snelle resultaten van
Togal-tabletten bij spierrheumatiek. zenuwrheu-
mati"1-. gewrichtsrheumatiek, rheumatische knob
bel :ht ischias, hoofd- en zenuwpijn, verkoud
heid, influenza, griep en slapeloosheid. Genezing
en onschadelijkheid gegarandeerd.^Verkrijgb. bij
allé Apothekers en Drogisten a f 0.80 en f 2.—
De oneenigheid in de Brit
sche liberale partij.
Na de dezer dagen gehouden vergadering
van de Britsche liberale Lagerhuisleden,
waar over de in het parlement aan te nemen
houding is beraadslaagd, heeft zich een
radicale groep leden gevormd „ter bevorde
ring der radicale beginselen in en buiten het
parlement". Tot deze groep zijn toegetreden
Runciman, Commander Kenworthy, kapi
tein Wedgwood Benn, Thorne, Trevelyan,
Thomson, Frank Briant, Hopkin Morris,
majoor Crawfurd en Mackenzie Livingstone.
Van dit negental hebben er Dinsdag zeven
tegen Lloyd George als leider der fractie
gestemd. De heer Briant onthield zich toen
van stemming.
In de vergadering inzake de houding der
liberale Lagerhuisleden kwam eerst een motie
van Trevelyan Thomson aan de órde, waarin
werd uitgesproken, dat de liberale partij,
hoewel bereid ieder voorstel «te steunen,
vereenigbaar met de liberale beginselen, lei
dend tot sociale hervorming en internationa
len vrede, verklaart beslist in oppositie te
zijn tegen de regeering in het Lagerhuis.
Sir E. Grigg en oud-minister Fisher von
den dat dit voorstel te ver ging en dienden
een amendement in, dat het de taak der
liberale oppositie in het parlement is de libe
rale beginselen te vertegenwoordigen en om,
hoewel aandringend op en steun verleenend
aan het treffen van maatregelen van sociale
hervormingen, welke de regeering heeft be
loofd en het land dringend eischt, zich onver
biddelijk te verzetten tegen ieder voorstel
en iederen maatregel, die niet strookt met
de liberale beginselen, van welke zijde van
het huis deze ook komen.
Commander Hilton Young verzette zich
hiertegen. Blijkbaar vond hij (volgens de
„Westminster Gazette"), dat de conserva
tieve regeering moest worden gesteund. Ka
pitein Guest verzette zich er eveneens tegen,
aanvoerend dat hij als coalitieliberaal was
gekozen evenals zijn collega, Sir Beddoe
Rees.
Ten slotte diende Sir John Simon een
derde motie in, welke werd aangenomen en
waarin wordt uitgesproken, dat de liberale
partij in het parlement het als haar plicht
erkent te handelen bis een liberale oppositie
in het parlement, die de liberale beginselen
vertegenwoordigt en hoewel zij groep geest
vermijdt en aandringt op en steun verleent
aan het treffen van maatregelen van sociale
hervormingen, welke de regeering heeft be
loofd en het land dringend eischt, zich onver
biddelijk verzet tegen ieder voorstel en iede
ren maatregel, die niet strookt met de libe
rale beginselen, van welken kant ook voorge
steld.
Lloyd George drong op de aanneming
dezer motie aan de heer George Thorne
achtte haar niet radicaal genoeg.
Chamberlains bezoek aan
Parijs en Rome.
Chamberlain zeide bij zijn aankomst te
Parijs, verheugd te zijn Herriot te ontmoeten.
Hij verwacht, dat het onderhoud hem een
zeer nauwkeurig inzicht zal geven in de ziens
wijze der Fransche regeering "n er toe zal
bijdragen de uitmuntende be rekkingen tus
schen beide landen te bebevc-rigen.
Na 't onderhoud zou Herriot Chamberlain
een lunch aanbieden, waaraan ook de voor
zitters der commies van buitenlandsche za
ken van Kamer en Senaat, Fleuriet, de a.s.
Fransche gezant te Londen en de twee poli-
~ke directeuren van de Quai d'O - v,
Lar sche en Seydeux zouden aanzitten. H t
.trek van Chamberlain naar Rome was
op 5 1/4 uur vanmiddag vastgesteld.
De bladen houden zich natuurlijk uitvoe
rig met dit bezoek bezig. Volgens de „Echo
de Paris" zal het onderhoud tusschen Her
riot en Chamberlain na de zitting van den
Raad van den Volkenbond worden voortge
zet. Chamberlain is van plan op zijn terug
reis tenminste één dag te Parijs te blijven
om de gedachtenwisseling verder voort te
zetten. Het blad gelooft, dat men tot een
vergelijk zal komen inzake de ontruiming van
de Keulsche zone. Engeland zal zijn troepen
aan eden Rijn laten en de ontruiming van het
Rijnland gelijktijdig met die van het Ruhr-
gebied laten geschieden. Volgens ditzelfde
blad móet Engeland ook het voornemen heb
ben Frankrijk in Noord-Afrika de vrije
hand tegenover Abdel el Krim te laten. Het
zou dus Frankrijk toestaan zich in het bezit
te stellen van het indertijd aan Spanje toe
gekende Marokkaansche gebied.
Volgens de „Oeuvre" zal het onderhoud
vooral over het vraagstuk der veiligheid
van Frankrijk en de quaestie van het nabu
rige Oosten loopen. Wat het eerstepunt
betreft, is de opvatting in Fransche kringen
dat Engeland in verband met het verzet der
dominions te kennen zal geven, dat het pro
tocol van Genève gewijzigd zal moeten
worden. Daarentegen schijnt er, naar ver
luidt, kans te zijn, dat Chamberlain daarvoor
een Engelsch-Fransch pact tot verdediging
van de Oostelijke grens van Frankrijk zal
aanbieden. Engeland zal zich echter niet
tot steun verplichten indien een oorlog door
een aanval in Opper-Silezië of door een aan
val op Bessarabië mocht ontstaan. Wat de
quae3tie van het naburige Oosten betreft,
deze heeft uitslauitend betrekking op Tur
kije."
Vernomen wordt, dat de Britsche kanse
lier der schatkist, Winston Churchill, bij
zijn bezoek aan Parijs in Januari, op twee be
ginselen zal aandringen, ten eerste dat als
Frankrijk de V. S. kan betalen, het ook aan
Britannië kan betalen, en ten tweede dat de
V. S. niet een der geallieerden moet uitkie
zen om deze een voorkeurbehandeling te ver-
ieenen.
Engeland en Egypte.
Sir Geoffrey Archer heeft de benoeming
tot gouverneur-generaal van den Soedan
aangenomen.
(De vermoorde Sirdar van het Egyptische
leger, Sir Lee Stack, was tevens G.-G. van
den Soedan. Die functies zijn thans geschei
den. De opvolger van Stack als Sirdar is de
heer Assér.
De Egyptische njinïster-president Ziwar
heeft den voorzitter van de Kamer medege
deeld, dat de regeering koning Foead in geen
geval de verlangde bijeenroeping van de Ka
mer zal aanbevelen.
De regeering heeft besloten tot ontbinding
van de Kamer.
Een bataljon Gordon Highlanders is van
Malta te Port Said aangekomen.
VISSCHERSSCHEPEN VERGAAN.
Gisternacht zijn acht visschersschepen,
die waren uitgevaren in de Oostzee nabij Sa: -
kau door een hevigen N.O. storm overval
len. Tot dusver is slechts één dezer acht te
ruggekeerd. Van de andere is wrakhout aan
gespoeld. Te Rossitten zijn twee visschers
gered, dertien worden er vermist. Men ver
onderstelt, dat zij zijn verdronken.
DE BEVOLKING VAN DENE
MARKEN.
Blijkens berekeningen van het bureau van
statistiek, gegrond op de cijfers van geboor
te, sterfte en emigratie bedroeg de bevolking
van Denemarken op 1 Juli jl. 3.381.000, d.i.
ongeveer 29.000 meer dan een jaar geleden.
ERNSTIG ONGELUK IN EEN KOLEN
MIJN.
Door een ontploffing van mijngas in een
kolenmijn te Wrehxam (Noord-Wales) zijn
gistermorgen vroeg negen personen gedood.
EEN NOTA VAN DE SOVJETREGEE-
RING AAN ESTLAND.
Volgens den correspondent van de „Daily
Mail" te Reval heeft de Estlandsche regee
ring een nota ontvangen van de Sovjet-re
geering met de vraag, waarom Maandag een
van de Sovjet-koeriers gedood ids en waarom
de politie te Reval zeven leden van de Sov
jetdelegatie gevangen houdt.
WINDEIEREN.
Leidenaar: „Nou boertje, wat zalle W9
krijge as de wind gaat legge?"
Boer: „Windeieren, zou ik denken."
„SCHELEN".
De kassier komt op zekeren morgen met
een bedrukt gezicht bij den patroon en zegt:
„Mijn klerk Jansen is er niet van morgen."
„Zoo," zegt de patroon, „wat scheelt 'm?"
,,'fc Weet 't niet, maar z'n kas scheelt 5
mille!"
UITGEKOMEN.
„Nou, dat is 'n mooie tijd om thuis t#
komen," zeide mevrouw tot haar man, om
half drie 's nachts.
„Liefste," hakkelde meneer, „liefste, heb
ik 't je niet gezegd, toen we trouwden, dat
ik je niet waardig was?"
„Ja, maar 't was heelemaal niet noodijf,
zulke geweldige pogingen te doen om te be«
wijzen dat het waar is!"
HET JUISTE ADRES.
„Kunt u mij ook zeggen, waar de nieuw*,
tandarts woont?"
„De eerste straat links, daar moet je maA
luisteren, oi je ook boort schreeuwen."
DUITSCHLAND EN FRANKRIJK.
Naar de Parijsche correspondent van de
„Köln. Z." meldt, heeft de Fransche regee
ring zich, na besprekingen met de vertegen
woordigers van de pers, bereid verklaard, da
Duitsche journalisten voortaan weer toe te
laten op de perstribune van de Kamer.
HET VERVALSCHTE MEMORANDUM
VAN HERRIOT.
In verband met het beruchte vervalschtv
memorandum van Herriot stelt de „Voss.
Z." de volgende korte vraag
In politieke kringen wordt de vraag be
sproken uit welke leugenfabriek het D.-na-
tionale memorandum is voortgekomen. Wel
licht kan antwoord op het volgende licht is
de duisternis brengen, nl.
Is het juist, dat ongeveer tien dagen vooi
dat de D.-nationale „onthullings" bom ont
plofte, de tekst van het z.g. memorandum
uit Russisch-bolsjewistische kringen ter ken
nis is gebracht van het rijksweerministerie 1
Bij de aankomst te Tientsin van Soen Yat
Sen, trachtten Chineesche betoogers de roods
vlag te ontplooien. Dit werd door den com
missaris van politie van Tsjili belet.
Een belangrijke aanwinst voor het Leid*
sche museum.
In een bovenzaal van het station Het Loa
was sinds jaren een collectie oudheden opge
steld, door de vereeniging „Felua" tezamen-
gebracht. Door de ongunstige ligging van de
lokaliteit was dit kleine museum slechts door
weinigen bezocht. Waarschijnlijk met het oog
daarop, overwoog de vereeniging een sluiten
van haar museum en een verkoop van haar
aanwezige oudheden. Toen haar hieromtrent
geruchten ter oore kwamen, heeft de directie
van 's Rijksmuseum voor Oudheden, po
gingen in het werk gesteld de geheele collec
tie voor het rijk aan te koopen. De hooge som
gelds, hiermede gemoeid, was natuurlijk een
groot bezwaar. Dank zij de vrijgevigheid van
een begunstiger van het Leidsche museum,
is het echter gelukt, den koop te sluiten.
De gansche verzameling van Felua is thans
aafl het Rijksmuseum overgedragen. Zij om
vat een aantal urnen afkomstig van de Ve-
luwe, verder talrijke steenen werktuigen als
bijlen, een prachtige speerpunt, enz. Doch
zij heeft voor de oudste geschiedenis van ons
land vooral groote waarde door een ongemeen
rijke collectie Merovingische oudheden, af
komstig van het grafveld van den Vrijenberg
te Loeneti (Veluwe). Wij zien hier prachtige
exemplaren van den in ons land zeer zeld-
zamen fibulavorm met halfronde kopplaat
en voorzien met vijf knoppen, die als typisch
worden beschouwd voor de cultuur der Ws«-
tersche Franken omstreeks 520.
Wij zien ook locale imitaties van deze ge-
importeerde stukken verder een paar gou
den hangers, gewoonlijk als bracteaten aan
geduid. Ook d„ collectie Merovingisch aarde
werk die bij deze voorwerpen is gevonden,
en de talrijke typische ijzeren wapens, ver
dienen ten volle de aandacht. Voor het Leid
sche museum is het een zeer belangrijke aan
winst.
De correspondent van de „Chicago Tribu
ne" te Berlijn, meldt, dat de mededeeling van
Professor Baade, dat hij een nieuwe, kleine
planeet ontdekt heeft, die dichter bij de aarde
staat dan Mars, wordt bevestigd door vier
Duitsche observatoriums en door het obser
vatorium te Kopenhagen.
De planeet, welke prof. Baade het eerste
zag in de sterrenwacht te Bergedorff, is zicht
baar in het sterrenbeeld „Pegasus" en nader!
herhaaldelijk tot een afstand van circa
22.000.000 mijlen van de aarde.
43
„Foei," zei Frettlby, ongeduldig opstaan
de. „Het allerminst denk ik aan het geld
ik bezit genoeg voor u beiden maar zon
der Madge kan ik niet leven."
„Volg ons dan," sprak zijn dochter, hem
kussende.
Brian echter ondersteunde de uitnoodiging
niet, doch draaide gemelijk aan zijn snor
en staarde in de richting van den tuin verle
gen voor zich uit.
„Wat zegt gij, Fitzgerald?" vroeg Frettlby
hem vurig aanziende.
„O, overheerlijk, stilzwijgend", antwoordde
Brian verlegen.
„In 'dat geval," hernam de andere koel,
„zal ik u zeggen, wat ons te doen staat. Ik
heb een stoomjacht gekocht, dat omstreeks
het einde van Januari zeewaatdig zal zijn.
Gij zult mijn dochter dadelijk huwen, en op
uw huwelijksreis Nieuw-Zeeland bezoeken.
Indien u terugkomt, en mij de lust bekruipt
mij behoudens uw nadere goedkeuring
bij u te voegen, zullen wij gezamenlijk een
reisje om de wereld doen."
„Overheerlijk," riep Madge uit, met een
glimlach van tevredenheid op het beeld
schoon gelaat. „Ik houd zooveel van den
Oceaan," natuurlijk met een metgezel," liet
zij met een ondeugenden blik op Brian er op
volgen.
Brian's uiterlijk was niet weinig opgevroo-
lijkt. Als geboren zeeman lachte hem een
reis per schip in de blauwe wateren van den
stillen Oceaan reeds bij voorbaat toe, zulk
een reis dunkte hem een zaligheid, gelijk zij
slechts weinig stervelingen beschoren was.
„En hoe heet het jacht?" vroeg hij, met
ademlooze spanning.
„Hoe de naam luidt," hernam Mr, Frettlby
ijlings, „o, een zeer leelijke naam, welke ik
voornemens ben te veranderen; voorshands
heet ze de „Rosanna",
„Rosanna!"
Bij het vernemen van dien naam ontstel
den zoowel Brian als Madge en de eerste
vestigde den strakken blik op den ouden
man, niet weinig verbaasd over de treffende
overeenstemming tusschen den naam van het
jacht en dien der vrouw, welke in de ach
terbuurt van Melbourne stierf.
Mr. Frettlby bloosde eenigszins toen hij
bemerkte dat Brian's oog met zulk een on
derzoekenden blik op hem gericht was, hij
stond met een verlegen lachje op.
HOOFDSTUK VI.
Aan de ééne zijde der eetkamer van
Frettlby bevonden zich Fransche ramen, uit
komende op de veranda, en daaronder prijkte
het levend groen der boomen en de verblin
dende kleur der bloemen, eenigszins getem
perd door den zachten nevelachtigen gloed
van de schemering; Brian, die voor het diner
zijn rijkostuum had aangetrokken, wist zich
zoo goed mogelijk in de omstandigheden te
schikken; hij zat naast Madge, behagelijk
zijn wijn slurpend en luisterend naar het
aangenaam gebabbel in zijn naaste omge
ving. Felix Rolleston was in een opperbeste
luim, zooveel te meer, daar Miss Rolleston
aan«het andere eind der tafel zat, voor hem
onzichtbaar door een vaas met bloemen en
visschen. Julia Featherweight zat dicht bij
Mr. Frettlby, en kakelde zoo onophoudelijk,
dat het hem speet, dat hij niet tijdelijk hard-
hoorig was. Dr. Chinston en Petrson zaten
aan het andere eind der tafel, en de oude
kolonist met name Valpy had de eer.
aan Mr. Frettlby's rechterzijde te zitten. Het
gesprek bewoog zich in hoofdzaak op het
terrein van den altijd betooverenden poli
tiek en Mr. Rolleston nam de gelegenheid
te baat, om zijn zienswijzen nopens het ko
loniaal gouvernement ten beste te geven,
en zijn vrouw het bewijs te leveren, dat het
hem volkomen ernst was, om haar wenschen
te vervullen en niets te verzuimen, om een
maal een invloedrijk personage in de poli
tieke wereld te worden. „Wien wij noodig
hebben, is een man als Beaconsfield," zei
de hij.
„O, maar zulk een persoon kan men iede
ren dag niet Vinden," meende Frettlby, die
met een geveinsd lachje naar Rolleston's
opmerkingen luisterde.
„En dat is maar goed ook," liet Dr. Chin
ston zich koeltjes vernemen, „het genie zou
te alledaagsch worden."
„Indien ik eventueel gekozen word," zeide
Felix, „zal ik zeker een partij vormen,"
„Ter verdediging van welk stelsel?" vroeg
Peterson nieuwsgierig,
„O," stamelde Felix, „mijn programma
heb ik nu nog niet ontworpen."
„Ja, zonder programma kunt u bezwaar
lijk uw voornemens ten uitvoer brengen,"
zei de dokter, een teugje wijn nemend, ter
wijl een algemeen gelach ontstond.
,,F,n wat beoogt u met uw politieke ziens
wijze?" vroeg Mr. Frettlby verstrooid, zon
der Felix aan te zien.
„O, ziet u, ik heb het parlementair ver
slag en de konstitutioneele geschiedenis ge
lezen, en ook Vivian Grey", zei Felix, door
de richting welke het gesprek had aangeno
men, eenigzins aangemoedigd.
„De schrijver zelf noemt het lusus nalura,"
sprak Dr. Chinston, „Bouw uw staatkundige
plannen niet op zulk een bedriegelijken bo
dem, als in dezen roman het geval is, want
het zal u blijken, dat een persoon als mar
kies de Carabas slechts aan de verbeeldings
kracht des schrijvers zijn ontstaan te danken
heeft."
„En dat ook, helaas, een zinnebeeldig per
sonage vulde Felix misnoegd aan, „maar
wij kunnen een Vivian Grey vinden."
Alle gasten bedwongen hun lachlust, de
toespeling wasw erkelijk allcrvermakelijkst
en ongeknutseld.
„Wel, ten langen leste, leden zijn plannen
schipbreuk," schreeuwde Peterson,
„Natuurlijk lag dit niet in zijn voorne
mens," antwoordde Felix op minachtenden
toon, „hij maakte zijn vrouw tot vijandin en
de man, die zulk een dwaasheid begaat,
heeft aan zijn eigen ondergang gewerkt."
„Gij hebt een uitstekende opinie, omtrent
onze sekse, Mr, Rolleston," zei Madge met
een ondeugenden blik op diens vrouw, die
onverdeeld luisterde naar het niets bedui
dend gebabbel van den man harer keuze.
„Niet beter dan zij verdienen," hernam
Rolleston galant.
„Maar u hebt u nimmer op staatkundig
terrein bewogen, Mr. Frettlby?"
„Wie-ik-neen," sprak de aangesprokene,
uit het gepeins, waarin hij verdiept was, ont
wakende. „Ik vrees, dat ik geen genoegza-
men patriot ben, daar mijn bezigheden zulks
niet gedoogen."
„En nu?"
„Nu," herhaalde Mr. Frettlby, den blik
naar zijn dochter gewend, „nu ga ik reizen."
De schoonste uitvinding," sprak Peterson
hartstochtelijk. „Men wordt nimmer ver
moeid, de wonderlijke dingen, welke de we
reld oplevert, te aanschouwen. Ik heb bijna
alle schouwburgen der wereld bezocht,"
„Gij praat nu van de schouwburgen," zei
Valpy, praatziek van ouderdom, „welnu, wij
hebben thans geen danseres als Rosanna."
Bij het opnieuw uitspreken van dien naam
ontstelde Brian, en hij voelde Malge's kou
de hand in zachte aanraking met de zijne.
„En wie was Rosanna," vroeg Felix, wiens
nieuwsgierigheid niet weinig geprikkeld was,
„Een danseres en humoristische actrice,"
hernam Valpy levendig zijn oud hoofd schud
dend,
„Gij herinnert u, Frettlby?"
„Ja," antwoordde deze, met zonderlinge
droge stem.
Daar het gesprek te veel naar den des
sertstijl scheen over te hellen, stond Madge
op, en haar voorbeeld werd door alle ove
rige dames gevolgd. De steeds beleefde Fe
lix hield de deur voor hen geopend; zijn
vrouw wierp hem een veelbeteekenend lach
je toe, als om hem te beloonen, voor het
geen hij aan den disch gesproken had.
Brian zat onbeweeglijk. Hem verwonder^
de de kleurverandering op Frettlby's gelaat
toen deze den naam Rosanna hoorde uit
ten.
„Wat is er van haar geworden?" vroej
Brian schielijk.
Mark Frettlby keek plotseling op, toen
Fitzgerald die vraag deed.
„Zij ging in 1858 naar Engeland. Destijds
beweerde men dit. Ik ben er niet geheel
zeker van of het Juli of Augustus was, doch
het was in 1858
(Wordt vervolgd.)