[HMD $CHH0£^ Nadere motiveering van het besluit van het Bondbestuur inzake de actie St. Michaël. KUNST EN KENNIS. Ingezonden mededeèiingen Rheumatiek, Gewrichtspijn, v Verkoudheid. - Een radicale groep in de Britsche liberale partij. De besprekingen tusschen Chamberlain en Herriot. Het Egyptische parlement ontbonden. Onder de Radio-berichten: Chamberlain's bezoek te Parijs: een officiëel communiqué. De militaire controle in Duitschland. De samenzwering tegen het Britsche Kabinet: invallen bij Egyptenaren te Londen. Gem. buitenl. berichten. DE CHINEESCHE BURGEROORLOG, De verzameling van Felaa. Een nieuwe planeet? FEUILLETON. HET GEHEIM VAN EEN HUURRIJTUIG In zijne vergadering van 28 November j.L heeft het Bondsbestuur de zaak St. Michaël nogmaals uitvoerig behandeld en het besluit genomen als in zijn officieel communiqué reeds gtpubliceerd, terwijl dn •adere motiveering later zoude volgen. Alvorens tot deze motiveering zelve over le gaan, meent het Bondsbestuur goed te doen in chronologische rangschikking te laten volgen de feiten, zooals deze zich hebben voorgedaan. In de vergadering van het Bondsbestuur van 18 October j.l. vroeg bij de rond vraag een der leden inlichting omtrent de oprijzende geruchten van het stichten eener nieuwe Vereeniging St. Michaël, daar hij omtrent de actie welke stond te be ginnen niet gerust was. De tegenwoordige Voorzitter van St. Michaël verklaarde, dat de vrager zich gerust kon stellen, want dat de te voeren actie slechts kon strekken tot het sterker maken der Staatspartij en dit ■lechts beoogde, zooals spoedig, naar hij mededeelde, aan de aanwezigen zou blij ken. Een week daarna volgde de oprichting van St. Michaël en de rede van den hui- digen Voorzitter dier Vereeniging, Profes sor Veraart, in die vergadering gehouden. Op de eerstvolgende vergadering van het Bondsbestuur op 7 November j.l., werd het algemeen afgekeurd, dat gemelde op richting geheel buiten het Bondsbestuur was omgegaan en dit door de oprichters geheel onkundig was gelaten. De vergade ring sprak dan ook als haar oordeel uit, dat St. Michaël moest worden medegedeeld dat de zaak behoorde te worden terugge bracht tot het stadinm van voorafgaand overleg, en dat het Hoofdbestuur van St. Michaël tot eene bespreking met het Bonds bestuur zoude worden uitgenoodigd. Deze bespreking had plaats in d,e Bonds- bestuursvergadering van 14 November j.l. Aanvankelijk dreigde dit overleg echter niet tot eenig rgsultaat te leiden, omdat St. Michaël niet bereid bleek het gezag te er kennen van de Bondsvergadering. Na een betoog van de zijde van het Bondsbestuur, dat het Verbond St. Michaël en de clubs waaruit het bestaat, als politieke vereenigin- gen óf ondergeschikt moeten zijn aan de Katholiek-politieke organisatie, de R. K. Kiesvereenigingen en de daarop gebouwde Rijkskieskringorganisaties en Algemeene Bond, óf zullen zijn Zelfstandige voor de R. K. Staatspartij vreemde politieke ver- eenigingen, legde het Hoofdbestuur van St. Michaël zich er bij neder, dat St. Michaël aan den Algemeenen Bond zou 2ijn onder worpen. Goedkeuring van het reglement, een reëel toezicht, de verdere gevolgen die uit deze ondergeschiktheid zouden voortvloeien, werden onder het oog ge2ien. De vergade ring eindigde met de aanvaarding van dezen grondslag voor verdere onderhandelingen. Besloten werd dat het Bondsbestuur en St. Michaël ieder een Commissie van drie per sonen zouden benoemen, welke hieromtrent zcu onderhandelen, wa«vna de Commissie van het Bondsbestuur nader verslag zou uit brengen van die onderhandelingen aan het Bondsbestuur, Het Bestuur van St. Michaël zegde toe haar Concept-Reglement ten spoedigste te sullen ontwerpen en vóór de eerstkomende vergadering der Commissies dit te zullen toezenden aan de Commissie uit het Bonds bestuur, Inderdaad geschiedde deze toezen ding op 17 November j.l. De voornaamste bepalingen van het Ontwerp-Reglement waren artikel 1 en 2, luidende: „Artikel 1. Het Verbond „St. Michaël" van clubs tot be vordering der Katholiek-Democratische ge dachte fn de R.-K. Staatspartij is opge richt met het doel de Katholiek-Democra tische gedachte overeenkomstig de leer der Kerk en de uitspraken der Pausen, in de R.-K. Staatspartij te bevorderen. Artikel 2. De middelen ter bereiking van dit doel zijn: a. het streven naar de vaststelling van een program der R. K. Staatspartij, waarin de Kath liek-Democratische gedachte verwe zenlijkt is; l. het bevorderen der candidaai- stelling van personen, van wie een krachtige ten uitvoerlegging van het onder a. van dit artikel bedoelde program kan worden ver wacht; c. het oprichten van clubs in alle deelen des lands, terwijl in dit reglement met geen woord over eenige ondergeschikt heid aan den Bond of eenig verband daar mede wordt gerept en het eenige wat om trent den Bond in het Reglement voorkomt is artikel 4 luidende: „Uitsluitend leden der R. K, Kiesvereeni- gngen, erkend door den. Alg. Bond van R. K. Rijkskieskringorganisaties in Neder land. kunnen lid van de in artikel 2 c. be doelde Clubs of verspreid lid zijn. De Commissies hierboven vermeld ver gaderden op 21 November j.l. voor de eer ste maal. Door de Commissie uit het Bondsbestuur werd, naar de Commissie ons mededeelde, er op gewezen, dat artikel 1, houdende het doel der Vereeniging, naar het oordeel der commissie onaannemelijk was; dat het ontbreken van elke onderge schiktheid na het besprokene in de verga dering van 14 November j.l. niet was te verwachten, dat de Commissie meende, dat aan ondergeschiktheid ten ©enenmale moest worden vastgehouden. In artikelen gefor muleerde voorstellen tot aanvulling van het regiement werden door de Commissie uit het Bondsbestuur ter tafel gebracht. Deze voorstellen ontmoetten bezwaar bij de vertegewoordigers van St. Michaël, die hunnerzijds inplaats daarvan een perma nente commissie van overleg voorstelden Deze oplossing wezen de vertegenwoordi gers van het Boadsbestuur af, omdat een commissie van overleg slechts op haar plaats is tusschen zelfstandige vereenigin- gen, terwijl als grondslag der onderhande lingen immers al was aanvaard, dat St. Mi chaël aan den Alg. Bond ondergeschikt zou zijn. Zij verklaarden zich echter bereid, hun- chaël zich het recht toekent om te leerenzou immers de meerderheid, in eigen orga- ne uitwerking dezer grondgedachte voor een betere te geven, stelden hunne formu leering aan de vertegenwoordigers van. St. Michaël ter hand en ecu nieu..c oijeenKoms. werd afgesproken, vóór welke tegenvoor stellen zouden worden toegezonden. Inderdaad werd ook d.d. 23 November aan de Commissie uit het Bondsbestuur een wijziging op het reglement van St. Michaël toegezonden, waarvan de voornaamste be paling luidt: „Er bestaat een commissie van overleg ter bespreking van alle aangelegenheden van het Verbend St. Michaël met het. be stuur van den Alg. Bond van R. K. Rijks kieskringorganisaties in Nederland. Deze commissie bestaat uit drie leden van het hoofdbestuur, door ihet hoofdbestuur aan te wijzen. Wanneer het bestuur van den Alg. Bond van R. K. Rijkskieskringorganisaties in Ne derland besprekingen wenscht, worden deze door de Commissie van Overleg gevoerd. Hier werd derhalve niet voorgesteld een vorm van ondergeschiktheid maar opnieuw de reeds afgewezen permanente Commissie van Overleg, Een nieuwe bespreking der twee commis- cies was intusschen reeds bepaald op 25 November. De bespreking op die bijeenkomst heeft echter in het geheel niet plaats gehad, door dat de Commissie van St. Michaël vóór den aanvang het overleg afbrak. Van de zijde van St. Michaël werd nog denzelfden dag door middel van het Haag- sche Correspondentiebureau een mededee- lmg gepubliceerd die aan het slot de ver klaring inhoudt dat „het overleg tusschen het Bondsbestuur en het Hoofdbestuur van de zijde van St. Michaël thans als geëin digd (wordt) beschouwd." Het bestuur van St. Michaël zond bij schrijven van 26 November deze mededee- ling aan het Bondsbestuur onder inzending van het oorspronkelijk Reglement en de daarin later gebrachte wijzigingen, waartoe St. Michaël bereid was. Vervolgens heeft het Bondsbestuur in zijn vergadering van 28 November gehoord het Verslag der Commissie uit zijn midden en gezien de officieele stukken door St. Michaël ingezonden, besloten als reeds in het com muniqué eerder bekend gemaakt. Wat betreft het incident dat op de bij eenkomst van 25 November j.l. is voorge vallen, wenscht het Bondsbestuur, gehoord de verklaringen van den heer van Wijnber gen en van de beide leden van het Bonds bestuur, die persoonlijk de Alkmaarsche rede bijwoonden, zijn overtuiging uit te spre ken, 'iat er voor de leden der Commissie uit St, Michaël geen grond was te veron derstellen, dat de gewraakte uitlatingen, die van algemeenen aard waren, op hen doelden. Dit te minder, na de welwillende wijze waarop van de zijde van het Bondsbestuur en in 't bijzonder van den Voorzitter, de onderhandelingen waren gevoerd. Bovendien deelde de Commissie mede, dat de irriteerende wijze, waarop de vra gen door den Voorzitter der Commissie uit St. Michaël werden gesteld, tot de weigering der beantwoording heeft geleid. Tevens is het het Bondsbestuur niet dui delijk hoe St. Michaël heeft kunnen beslui ten uit een grief, welke zij meent te hebben tegen den Voorzitter der Commissie uit het Bondsbestuur de onderhandelingen met het Bondsbestuur, af te breken. Veeleer had het dan op den weg van St. Michaël gelegen aan het Bondsbestuur mede te deelen, da% het slechts genegen zou zijn de onderhande lingen voort te zetten, indien in de Commis sie de Voorzitter door een ander werd ver vangen. Dit zoude de eenig logische consequentie zijn, welke kon worden getrokken uit het incident, door de Commissie van St. Michaël opgeworpen, Iirtusschen stelt het Bondsbestuur er prijs op te verklaren dat het besluit, genomen in de vergadering van 28 November j.l., èn geheel vrijstaat van gemeld incident èn daar door op geen enkele wijze is beinvloed. Dit besluit is genomen met eene meerder heid van 13 tegen 7 stemmen, terwijl in die vergadering overigens geen enkele stemming heeft plaats gehad. Uitsluitend het besef en de overtuiging, dat ons Bestuur, aan wien door de R.-K. Kiezersorganisatie de leiding dier Organisatie is toevertrouwd, ten deze zijn eigen en zware verantwoordelijkheid draagt, om naar beste weten en geweten de R, K. Kiezers, spe ciaal de georganiseerden, voor te lichten en te leiden, noopt ons Bestuur thans niet lan ger te talmen met de vorming zijner meening over de actie van St. Michaël. Ter motiveering van het besluit moeten vooral twee punten naar voren worden ge bracht. 1. hef gestelde doel, zooals dat is om schreven in het hiervoren genoemde artikel 1 van het Reglement van St. Michaël; 2. de» vorm, die St. Michaël voor hare organisatie heeft gekozen. 1. De omschrijving van het doel n.l.: „de Katholiek-Democratische Gedachte overeen komstig de leer der Kerk en de uitspraken der Pausen in de R. K. Staatspartij te be vorderen", zooals dit doel is verduidelijkt door hetgeen door de voormannen van St. Michaël is gezegd en geschreven, vormt een miskenning van het doel der R. K. Staats partij. Een herhaling van doelstelling in eene afzonderlijke vereeniging, zooals St. Michaël is, heeft natuurlijk geen zin, terwijl toch een mogelijk verschil van inzicht omtrent het tempo van uitvoering van bepaalde concrete maatregelen al evenmin de stichting van een afzonderlijke organisatie vereischt. Uit de woorden van dit reglement, in verband met hetgeen door de voormannen van St. Mi chaël is gezegd en geschreven, is dan ook duidelijk naar voren gekomen, dat St. Mi- wat Katholieke Democratie is en wat Chris telijke Rechtvaardigheid eischt, dat St. Mi chaël zal zorgen de leer der Kerk en de pauselijke encyclieken over Christelijke De mocratie te herstellen, waaruit noodwendig voortvloeit dat deze bij de R. K. Staatspartij zou zijn zoekgeraakt. Deze beschuldiging wijst hét Bondsbestuur voor de R. K. Staats partij met nadruk af onder verwijzing naar het vele dat de voormannen in de partij hebben tot stand gebracht en tot stand brengen. Bovendien moet dit standpunt den indruk wekken, alsof de ware katholiek-democrati sche gedachte slechts bij St. Michaël te vin den zou zijn, waardoor noodlottige tegen stellingen tusschen katholieken onderling in het leven geroepen worden. 2. Van organisatorisch standpunt de Ver eeniging St. Michaël beoordeelende, moet voornamelijk het navolgende naar voren worden gebracht: Het doel der oprichting van St. Michaël is allereerst om een deel der R.-K. Kiezers in een blijvend landelijk verband, buiten de leiding van en zonder ondergeschiktheid aan den Bond, samen te brengen, om onder lei ding van een Hoofdbestuur die kiezers in bepaalden zin te beïnvloeden, opdat de poli tiek der R.-K. Staatspartij eene andere wor de dan tot dusverre gevoerd, opdat eene andere richting worde ingeslagen. Meer con creet is de bedoeling te streven naar be paalde programpunten, die nog wel niet of ficieel zijn gepubliceerd, doch toch reeds voldoende duidelijk zijn vertolkt door de voormannen van St Michaël (o.a.: „Publiek rechtelijke Bedrijfsorganisatie, Ontwapening, Rentelooze Leeningen enz.). De samenstelling nu van dit program, waar op hoofdzakelijk de actie is gericht, moet geschieden in er. door de Kiesvereeniging, georganiseerd in Rijkskieskrings.organisaties en in Algemeenen Bond. Hoe meer bij de besprekingen, daarover te houden, alle stroomingen tot uiting ko men, des te meer waarborg, dat een zoo be vredigend mogelijk resultaat wordt verkre gen. Het samenstellen van het katholiek pro gram moet, zooals artikel 2 sub c. van het bondsreglement uitdrukkelijk zegt „door ge meenschappelijk overleg" geschieden Dit gemeenschappelijk overleg is onvereenigbaar met zelfstandig georganiseerd vooroverleg buiten de leiding der organisatie. Het be paalde in artikel 4 van het reglement van St. Michaël, dat de leden tevens lid moeten zijn der R.-K. Kiesvereeniging, kan aan het wezen van dit vóóroverleg natuurlijk niets veranderen. Voorzeker as de structuur der organisatie, die programpunten en wenschen omtreqt candidaien langs een bestaande organisatie wenscht tot practische gelding te brengen, een zeer bijzondere en kan verwarrend wer ken bij de theoretische vraag, of hier wel van het begrip „partij" kan gesproken wor den. Doch de practiik en daarmede heeft het Bondsbestuur rekening te houden zal het zelfstandig en autonoom karakter dui delijk doen blijken. Daar, waar St. Michaël de meerderheid der georganiseerde kiezers zoude omvatten, zou van het gemeenschappelijk overleg in de Kiesvereeniging niets meer overblijven, nisatie (St. Michaël) eenmaal besluiten ge nomen hebbend, deze als meerderheid door voeren en ware overleg voor de minderheid redelijkerwijs uitgesloten. De leiding der Kiesvereeniging werd dan verlegd naar een andere buiten de partijorganisatie staande politieke organisatie. Bovendien, wanneer de actie St. Michaël in zijn tegenwoordige gedaante in de R. K. Staatspartij zou worden geduld, zouden andere groepen zich geroepen achten op dezelfde wijze te handelen, ten einde op ge lijke wijze haar invloed in de partijorgani satie te organiseeren en tot gelding te doen komen. Zoo zouden ontstaan eenige politieke groepen, die federatief zouden kunnen sa menwerken, doch de eene Katholieke Staatspartij zou hebben opgehouden te be staan. De eenheid zoolang die nog uiter lijk zou kunnen bewaard worden, ook dat zou niet lang duren. De groepsgeest zou domineeren, en deze zou zijn tegenstanders eerder zoeken bij hen die eigen partijgenooten heetten te zijn, dan bij principieele tegenstanders. Een zoodanige actie kan nimmer de goed keuring van het Bondsbestuur verwerven, wijl ze de Katholieke partij met gewissen ondergang bedreigt. Ook dus op gronden van zuiver organisa- torischen aard moet de actie „St, Michaël" worden afgewezen. Heeft St, Michael wel eens de consequen tie van zijn systeem overdacht? Heeft men overwogen dat de moge lijkheid in dit systeem bestaat, dat wij het na enkele jaren, indien St, Michaël in den tegenwoordigen vorm zou worden gedoogd, mogelijk zullen beleven, dat een deel der leden van St, Michaël zullen oor- deelen dat ook bij deze de democratische gedachte begint zoek te raken en dat zien een nieuwe vereeniging vormt, welke zich ten doel stelt deze bij St. Michaël ver- bleekende democratische gedachte weder in eere te herstellen? Op bovenstaande gronden heeft het Bondsbestuur gemeend te moeten uitspre ken dat het Verbond St. Michaël in zijn tegenwoordige gedaante is eene zelfstandi ge politieke partij, waarmede de R.-K. Staatspartij geen relatie onderhoudt, voor welker doen en laten zij niet aansprake lijk is en niet de minste verantwoordelijk heid draagt. Het Bondsbestuur zal dit be sluit ter goedkeuring aan de Bondsverga dering voorleggen. Het Bondsbestuur doet een krachtig en ernstig beroep op het Bestuur van St. Mi chaël, niet als tegenstanders, doch als on ze mede-Katholieken, om af te zien van de ondernomen actie in bovenomschreven vorm en geest gevoerd, een actie, die de eenheid der Katholieken op staatkundig terrein verstoort, de Katholieke Staatspartij verzwakt, den invloed der Katholieken ver mindert en onder de Katholieken verhou dingen in het leven roept, waarvan de ge volgen zich wellicht buiten het staatkun dig terrein zullen doen gelden. Wanneer wij zien hoe in geheel de we reld de eenheid der katholieken wofdt gevraagd, en wat de gevolgen zijn van on derlinge verdeeldheid, dan is een beroep op de R.K kiezers van Nederland toch ze ker niet misplaatst, om onze eenheid on gerept te handhaven. Totaal van rheumatiek bevrijd gebleven Pastoor J. Beelen, Geysteren (L.) bericht ons~. „Ik schreef U verleden Jaar: Ik heb Togal» tabletten gebruikt, resultaat wezenlijk prachtig en verrassend. Ik was sedert -n jaren Rheumatieklijder en kon niet meer knielen of 07. Aj loopen. Ik voelde pijn en stramheid in de rechter knie en na het gebruik van ceni9e flacons logal- tabletten was zonder de «diHpSEMttai minste maagstoornis de pijn en stramheid geheel verdwenen. Ik werd leni- Ger en soepeler in al mijn PASTOOR XBEELEW ledematen en kon gelijk vroeger weer knielen en uren ln de bosschen wandelen. Nu is het geheele herfst, winter en voörjaars-seizoen voorbij en door doelmatig gebruik van Togal-tabletten ben ik totaal van Rheumatiek bevrijd gebleven, waar door ik alle Rheumatieklijders met veel vertrouwen de Togal'-tabletten kan aanbevelen." Dagelijks bereiken ons dergelijke dankbetuigingen, en a!5e bevestigen de goede en snelle resultaten van Togal-tabletten bij spierrheumatiek. zenuwrheu- mati"1-. gewrichtsrheumatiek, rheumatische knob bel :ht ischias, hoofd- en zenuwpijn, verkoud heid, influenza, griep en slapeloosheid. Genezing en onschadelijkheid gegarandeerd.^Verkrijgb. bij allé Apothekers en Drogisten a f 0.80 en f 2.— De oneenigheid in de Brit sche liberale partij. Na de dezer dagen gehouden vergadering van de Britsche liberale Lagerhuisleden, waar over de in het parlement aan te nemen houding is beraadslaagd, heeft zich een radicale groep leden gevormd „ter bevorde ring der radicale beginselen in en buiten het parlement". Tot deze groep zijn toegetreden Runciman, Commander Kenworthy, kapi tein Wedgwood Benn, Thorne, Trevelyan, Thomson, Frank Briant, Hopkin Morris, majoor Crawfurd en Mackenzie Livingstone. Van dit negental hebben er Dinsdag zeven tegen Lloyd George als leider der fractie gestemd. De heer Briant onthield zich toen van stemming. In de vergadering inzake de houding der liberale Lagerhuisleden kwam eerst een motie van Trevelyan Thomson aan de órde, waarin werd uitgesproken, dat de liberale partij, hoewel bereid ieder voorstel «te steunen, vereenigbaar met de liberale beginselen, lei dend tot sociale hervorming en internationa len vrede, verklaart beslist in oppositie te zijn tegen de regeering in het Lagerhuis. Sir E. Grigg en oud-minister Fisher von den dat dit voorstel te ver ging en dienden een amendement in, dat het de taak der liberale oppositie in het parlement is de libe rale beginselen te vertegenwoordigen en om, hoewel aandringend op en steun verleenend aan het treffen van maatregelen van sociale hervormingen, welke de regeering heeft be loofd en het land dringend eischt, zich onver biddelijk te verzetten tegen ieder voorstel en iederen maatregel, die niet strookt met de liberale beginselen, van welke zijde van het huis deze ook komen. Commander Hilton Young verzette zich hiertegen. Blijkbaar vond hij (volgens de „Westminster Gazette"), dat de conserva tieve regeering moest worden gesteund. Ka pitein Guest verzette zich er eveneens tegen, aanvoerend dat hij als coalitieliberaal was gekozen evenals zijn collega, Sir Beddoe Rees. Ten slotte diende Sir John Simon een derde motie in, welke werd aangenomen en waarin wordt uitgesproken, dat de liberale partij in het parlement het als haar plicht erkent te handelen bis een liberale oppositie in het parlement, die de liberale beginselen vertegenwoordigt en hoewel zij groep geest vermijdt en aandringt op en steun verleent aan het treffen van maatregelen van sociale hervormingen, welke de regeering heeft be loofd en het land dringend eischt, zich onver biddelijk verzet tegen ieder voorstel en iede ren maatregel, die niet strookt met de libe rale beginselen, van welken kant ook voorge steld. Lloyd George drong op de aanneming dezer motie aan de heer George Thorne achtte haar niet radicaal genoeg. Chamberlains bezoek aan Parijs en Rome. Chamberlain zeide bij zijn aankomst te Parijs, verheugd te zijn Herriot te ontmoeten. Hij verwacht, dat het onderhoud hem een zeer nauwkeurig inzicht zal geven in de ziens wijze der Fransche regeering "n er toe zal bijdragen de uitmuntende be rekkingen tus schen beide landen te bebevc-rigen. Na 't onderhoud zou Herriot Chamberlain een lunch aanbieden, waaraan ook de voor zitters der commies van buitenlandsche za ken van Kamer en Senaat, Fleuriet, de a.s. Fransche gezant te Londen en de twee poli- ~ke directeuren van de Quai d'O - v, Lar sche en Seydeux zouden aanzitten. H t .trek van Chamberlain naar Rome was op 5 1/4 uur vanmiddag vastgesteld. De bladen houden zich natuurlijk uitvoe rig met dit bezoek bezig. Volgens de „Echo de Paris" zal het onderhoud tusschen Her riot en Chamberlain na de zitting van den Raad van den Volkenbond worden voortge zet. Chamberlain is van plan op zijn terug reis tenminste één dag te Parijs te blijven om de gedachtenwisseling verder voort te zetten. Het blad gelooft, dat men tot een vergelijk zal komen inzake de ontruiming van de Keulsche zone. Engeland zal zijn troepen aan eden Rijn laten en de ontruiming van het Rijnland gelijktijdig met die van het Ruhr- gebied laten geschieden. Volgens ditzelfde blad móet Engeland ook het voornemen heb ben Frankrijk in Noord-Afrika de vrije hand tegenover Abdel el Krim te laten. Het zou dus Frankrijk toestaan zich in het bezit te stellen van het indertijd aan Spanje toe gekende Marokkaansche gebied. Volgens de „Oeuvre" zal het onderhoud vooral over het vraagstuk der veiligheid van Frankrijk en de quaestie van het nabu rige Oosten loopen. Wat het eerstepunt betreft, is de opvatting in Fransche kringen dat Engeland in verband met het verzet der dominions te kennen zal geven, dat het pro tocol van Genève gewijzigd zal moeten worden. Daarentegen schijnt er, naar ver luidt, kans te zijn, dat Chamberlain daarvoor een Engelsch-Fransch pact tot verdediging van de Oostelijke grens van Frankrijk zal aanbieden. Engeland zal zich echter niet tot steun verplichten indien een oorlog door een aanval in Opper-Silezië of door een aan val op Bessarabië mocht ontstaan. Wat de quae3tie van het naburige Oosten betreft, deze heeft uitslauitend betrekking op Tur kije." Vernomen wordt, dat de Britsche kanse lier der schatkist, Winston Churchill, bij zijn bezoek aan Parijs in Januari, op twee be ginselen zal aandringen, ten eerste dat als Frankrijk de V. S. kan betalen, het ook aan Britannië kan betalen, en ten tweede dat de V. S. niet een der geallieerden moet uitkie zen om deze een voorkeurbehandeling te ver- ieenen. Engeland en Egypte. Sir Geoffrey Archer heeft de benoeming tot gouverneur-generaal van den Soedan aangenomen. (De vermoorde Sirdar van het Egyptische leger, Sir Lee Stack, was tevens G.-G. van den Soedan. Die functies zijn thans geschei den. De opvolger van Stack als Sirdar is de heer Assér. De Egyptische njinïster-president Ziwar heeft den voorzitter van de Kamer medege deeld, dat de regeering koning Foead in geen geval de verlangde bijeenroeping van de Ka mer zal aanbevelen. De regeering heeft besloten tot ontbinding van de Kamer. Een bataljon Gordon Highlanders is van Malta te Port Said aangekomen. VISSCHERSSCHEPEN VERGAAN. Gisternacht zijn acht visschersschepen, die waren uitgevaren in de Oostzee nabij Sa: - kau door een hevigen N.O. storm overval len. Tot dusver is slechts één dezer acht te ruggekeerd. Van de andere is wrakhout aan gespoeld. Te Rossitten zijn twee visschers gered, dertien worden er vermist. Men ver onderstelt, dat zij zijn verdronken. DE BEVOLKING VAN DENE MARKEN. Blijkens berekeningen van het bureau van statistiek, gegrond op de cijfers van geboor te, sterfte en emigratie bedroeg de bevolking van Denemarken op 1 Juli jl. 3.381.000, d.i. ongeveer 29.000 meer dan een jaar geleden. ERNSTIG ONGELUK IN EEN KOLEN MIJN. Door een ontploffing van mijngas in een kolenmijn te Wrehxam (Noord-Wales) zijn gistermorgen vroeg negen personen gedood. EEN NOTA VAN DE SOVJETREGEE- RING AAN ESTLAND. Volgens den correspondent van de „Daily Mail" te Reval heeft de Estlandsche regee ring een nota ontvangen van de Sovjet-re geering met de vraag, waarom Maandag een van de Sovjet-koeriers gedood ids en waarom de politie te Reval zeven leden van de Sov jetdelegatie gevangen houdt. WINDEIEREN. Leidenaar: „Nou boertje, wat zalle W9 krijge as de wind gaat legge?" Boer: „Windeieren, zou ik denken." „SCHELEN". De kassier komt op zekeren morgen met een bedrukt gezicht bij den patroon en zegt: „Mijn klerk Jansen is er niet van morgen." „Zoo," zegt de patroon, „wat scheelt 'm?" ,,'fc Weet 't niet, maar z'n kas scheelt 5 mille!" UITGEKOMEN. „Nou, dat is 'n mooie tijd om thuis t# komen," zeide mevrouw tot haar man, om half drie 's nachts. „Liefste," hakkelde meneer, „liefste, heb ik 't je niet gezegd, toen we trouwden, dat ik je niet waardig was?" „Ja, maar 't was heelemaal niet noodijf, zulke geweldige pogingen te doen om te be« wijzen dat het waar is!" HET JUISTE ADRES. „Kunt u mij ook zeggen, waar de nieuw*, tandarts woont?" „De eerste straat links, daar moet je maA luisteren, oi je ook boort schreeuwen." DUITSCHLAND EN FRANKRIJK. Naar de Parijsche correspondent van de „Köln. Z." meldt, heeft de Fransche regee ring zich, na besprekingen met de vertegen woordigers van de pers, bereid verklaard, da Duitsche journalisten voortaan weer toe te laten op de perstribune van de Kamer. HET VERVALSCHTE MEMORANDUM VAN HERRIOT. In verband met het beruchte vervalschtv memorandum van Herriot stelt de „Voss. Z." de volgende korte vraag In politieke kringen wordt de vraag be sproken uit welke leugenfabriek het D.-na- tionale memorandum is voortgekomen. Wel licht kan antwoord op het volgende licht is de duisternis brengen, nl. Is het juist, dat ongeveer tien dagen vooi dat de D.-nationale „onthullings" bom ont plofte, de tekst van het z.g. memorandum uit Russisch-bolsjewistische kringen ter ken nis is gebracht van het rijksweerministerie 1 Bij de aankomst te Tientsin van Soen Yat Sen, trachtten Chineesche betoogers de roods vlag te ontplooien. Dit werd door den com missaris van politie van Tsjili belet. Een belangrijke aanwinst voor het Leid* sche museum. In een bovenzaal van het station Het Loa was sinds jaren een collectie oudheden opge steld, door de vereeniging „Felua" tezamen- gebracht. Door de ongunstige ligging van de lokaliteit was dit kleine museum slechts door weinigen bezocht. Waarschijnlijk met het oog daarop, overwoog de vereeniging een sluiten van haar museum en een verkoop van haar aanwezige oudheden. Toen haar hieromtrent geruchten ter oore kwamen, heeft de directie van 's Rijksmuseum voor Oudheden, po gingen in het werk gesteld de geheele collec tie voor het rijk aan te koopen. De hooge som gelds, hiermede gemoeid, was natuurlijk een groot bezwaar. Dank zij de vrijgevigheid van een begunstiger van het Leidsche museum, is het echter gelukt, den koop te sluiten. De gansche verzameling van Felua is thans aafl het Rijksmuseum overgedragen. Zij om vat een aantal urnen afkomstig van de Ve- luwe, verder talrijke steenen werktuigen als bijlen, een prachtige speerpunt, enz. Doch zij heeft voor de oudste geschiedenis van ons land vooral groote waarde door een ongemeen rijke collectie Merovingische oudheden, af komstig van het grafveld van den Vrijenberg te Loeneti (Veluwe). Wij zien hier prachtige exemplaren van den in ons land zeer zeld- zamen fibulavorm met halfronde kopplaat en voorzien met vijf knoppen, die als typisch worden beschouwd voor de cultuur der Ws«- tersche Franken omstreeks 520. Wij zien ook locale imitaties van deze ge- importeerde stukken verder een paar gou den hangers, gewoonlijk als bracteaten aan geduid. Ook d„ collectie Merovingisch aarde werk die bij deze voorwerpen is gevonden, en de talrijke typische ijzeren wapens, ver dienen ten volle de aandacht. Voor het Leid sche museum is het een zeer belangrijke aan winst. De correspondent van de „Chicago Tribu ne" te Berlijn, meldt, dat de mededeeling van Professor Baade, dat hij een nieuwe, kleine planeet ontdekt heeft, die dichter bij de aarde staat dan Mars, wordt bevestigd door vier Duitsche observatoriums en door het obser vatorium te Kopenhagen. De planeet, welke prof. Baade het eerste zag in de sterrenwacht te Bergedorff, is zicht baar in het sterrenbeeld „Pegasus" en nader! herhaaldelijk tot een afstand van circa 22.000.000 mijlen van de aarde. 43 „Foei," zei Frettlby, ongeduldig opstaan de. „Het allerminst denk ik aan het geld ik bezit genoeg voor u beiden maar zon der Madge kan ik niet leven." „Volg ons dan," sprak zijn dochter, hem kussende. Brian echter ondersteunde de uitnoodiging niet, doch draaide gemelijk aan zijn snor en staarde in de richting van den tuin verle gen voor zich uit. „Wat zegt gij, Fitzgerald?" vroeg Frettlby hem vurig aanziende. „O, overheerlijk, stilzwijgend", antwoordde Brian verlegen. „In 'dat geval," hernam de andere koel, „zal ik u zeggen, wat ons te doen staat. Ik heb een stoomjacht gekocht, dat omstreeks het einde van Januari zeewaatdig zal zijn. Gij zult mijn dochter dadelijk huwen, en op uw huwelijksreis Nieuw-Zeeland bezoeken. Indien u terugkomt, en mij de lust bekruipt mij behoudens uw nadere goedkeuring bij u te voegen, zullen wij gezamenlijk een reisje om de wereld doen." „Overheerlijk," riep Madge uit, met een glimlach van tevredenheid op het beeld schoon gelaat. „Ik houd zooveel van den Oceaan," natuurlijk met een metgezel," liet zij met een ondeugenden blik op Brian er op volgen. Brian's uiterlijk was niet weinig opgevroo- lijkt. Als geboren zeeman lachte hem een reis per schip in de blauwe wateren van den stillen Oceaan reeds bij voorbaat toe, zulk een reis dunkte hem een zaligheid, gelijk zij slechts weinig stervelingen beschoren was. „En hoe heet het jacht?" vroeg hij, met ademlooze spanning. „Hoe de naam luidt," hernam Mr, Frettlby ijlings, „o, een zeer leelijke naam, welke ik voornemens ben te veranderen; voorshands heet ze de „Rosanna", „Rosanna!" Bij het vernemen van dien naam ontstel den zoowel Brian als Madge en de eerste vestigde den strakken blik op den ouden man, niet weinig verbaasd over de treffende overeenstemming tusschen den naam van het jacht en dien der vrouw, welke in de ach terbuurt van Melbourne stierf. Mr. Frettlby bloosde eenigszins toen hij bemerkte dat Brian's oog met zulk een on derzoekenden blik op hem gericht was, hij stond met een verlegen lachje op. HOOFDSTUK VI. Aan de ééne zijde der eetkamer van Frettlby bevonden zich Fransche ramen, uit komende op de veranda, en daaronder prijkte het levend groen der boomen en de verblin dende kleur der bloemen, eenigszins getem perd door den zachten nevelachtigen gloed van de schemering; Brian, die voor het diner zijn rijkostuum had aangetrokken, wist zich zoo goed mogelijk in de omstandigheden te schikken; hij zat naast Madge, behagelijk zijn wijn slurpend en luisterend naar het aangenaam gebabbel in zijn naaste omge ving. Felix Rolleston was in een opperbeste luim, zooveel te meer, daar Miss Rolleston aan«het andere eind der tafel zat, voor hem onzichtbaar door een vaas met bloemen en visschen. Julia Featherweight zat dicht bij Mr. Frettlby, en kakelde zoo onophoudelijk, dat het hem speet, dat hij niet tijdelijk hard- hoorig was. Dr. Chinston en Petrson zaten aan het andere eind der tafel, en de oude kolonist met name Valpy had de eer. aan Mr. Frettlby's rechterzijde te zitten. Het gesprek bewoog zich in hoofdzaak op het terrein van den altijd betooverenden poli tiek en Mr. Rolleston nam de gelegenheid te baat, om zijn zienswijzen nopens het ko loniaal gouvernement ten beste te geven, en zijn vrouw het bewijs te leveren, dat het hem volkomen ernst was, om haar wenschen te vervullen en niets te verzuimen, om een maal een invloedrijk personage in de poli tieke wereld te worden. „Wien wij noodig hebben, is een man als Beaconsfield," zei de hij. „O, maar zulk een persoon kan men iede ren dag niet Vinden," meende Frettlby, die met een geveinsd lachje naar Rolleston's opmerkingen luisterde. „En dat is maar goed ook," liet Dr. Chin ston zich koeltjes vernemen, „het genie zou te alledaagsch worden." „Indien ik eventueel gekozen word," zeide Felix, „zal ik zeker een partij vormen," „Ter verdediging van welk stelsel?" vroeg Peterson nieuwsgierig, „O," stamelde Felix, „mijn programma heb ik nu nog niet ontworpen." „Ja, zonder programma kunt u bezwaar lijk uw voornemens ten uitvoer brengen," zei de dokter, een teugje wijn nemend, ter wijl een algemeen gelach ontstond. ,,F,n wat beoogt u met uw politieke ziens wijze?" vroeg Mr. Frettlby verstrooid, zon der Felix aan te zien. „O, ziet u, ik heb het parlementair ver slag en de konstitutioneele geschiedenis ge lezen, en ook Vivian Grey", zei Felix, door de richting welke het gesprek had aangeno men, eenigzins aangemoedigd. „De schrijver zelf noemt het lusus nalura," sprak Dr. Chinston, „Bouw uw staatkundige plannen niet op zulk een bedriegelijken bo dem, als in dezen roman het geval is, want het zal u blijken, dat een persoon als mar kies de Carabas slechts aan de verbeeldings kracht des schrijvers zijn ontstaan te danken heeft." „En dat ook, helaas, een zinnebeeldig per sonage vulde Felix misnoegd aan, „maar wij kunnen een Vivian Grey vinden." Alle gasten bedwongen hun lachlust, de toespeling wasw erkelijk allcrvermakelijkst en ongeknutseld. „Wel, ten langen leste, leden zijn plannen schipbreuk," schreeuwde Peterson, „Natuurlijk lag dit niet in zijn voorne mens," antwoordde Felix op minachtenden toon, „hij maakte zijn vrouw tot vijandin en de man, die zulk een dwaasheid begaat, heeft aan zijn eigen ondergang gewerkt." „Gij hebt een uitstekende opinie, omtrent onze sekse, Mr, Rolleston," zei Madge met een ondeugenden blik op diens vrouw, die onverdeeld luisterde naar het niets bedui dend gebabbel van den man harer keuze. „Niet beter dan zij verdienen," hernam Rolleston galant. „Maar u hebt u nimmer op staatkundig terrein bewogen, Mr. Frettlby?" „Wie-ik-neen," sprak de aangesprokene, uit het gepeins, waarin hij verdiept was, ont wakende. „Ik vrees, dat ik geen genoegza- men patriot ben, daar mijn bezigheden zulks niet gedoogen." „En nu?" „Nu," herhaalde Mr. Frettlby, den blik naar zijn dochter gewend, „nu ga ik reizen." De schoonste uitvinding," sprak Peterson hartstochtelijk. „Men wordt nimmer ver moeid, de wonderlijke dingen, welke de we reld oplevert, te aanschouwen. Ik heb bijna alle schouwburgen der wereld bezocht," „Gij praat nu van de schouwburgen," zei Valpy, praatziek van ouderdom, „welnu, wij hebben thans geen danseres als Rosanna." Bij het opnieuw uitspreken van dien naam ontstelde Brian, en hij voelde Malge's kou de hand in zachte aanraking met de zijne. „En wie was Rosanna," vroeg Felix, wiens nieuwsgierigheid niet weinig geprikkeld was, „Een danseres en humoristische actrice," hernam Valpy levendig zijn oud hoofd schud dend, „Gij herinnert u, Frettlby?" „Ja," antwoordde deze, met zonderlinge droge stem. Daar het gesprek te veel naar den des sertstijl scheen over te hellen, stond Madge op, en haar voorbeeld werd door alle ove rige dames gevolgd. De steeds beleefde Fe lix hield de deur voor hen geopend; zijn vrouw wierp hem een veelbeteekenend lach je toe, als om hem te beloonen, voor het geen hij aan den disch gesproken had. Brian zat onbeweeglijk. Hem verwonder^ de de kleurverandering op Frettlby's gelaat toen deze den naam Rosanna hoorde uit ten. „Wat is er van haar geworden?" vroej Brian schielijk. Mark Frettlby keek plotseling op, toen Fitzgerald die vraag deed. „Zij ging in 1858 naar Engeland. Destijds beweerde men dit. Ik ben er niet geheel zeker van of het Juli of Augustus was, doch het was in 1858 (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 10