ZfVRoUWEfl- f KUBRJÉJ\ Pi VAN WET EN WETGEVING. KERK EN SCHOOL. immm ia ïisssherij. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde blad Zaterdag 6 December 1924 Het geheimzinnige Indië. INGEZONDEN. BINNENLANDSCH NIEUWS. Besturen Congres. De Cadettenschool te Alkmaar centraal gem. ziekenhuis. Ingezonden mededeelingen De emancipatie in Amerika Borstplaat maken. |^.ye]jL_ l Andere manier om borst plaat te maken St Nicolaas-avond dranken. Gevulde broodjes. a 60 cents per regel. icÏPMANS'zuivereBOEKWElfÈöbRl JSebmtiksaanidijztng op ieder paL RECHTSZAKEN. Een laffe oplichter. „De Telegraaf" contra: „Het Volk". Vulsel voor Zweedsche amandelbroodjes UIT DE MOPPENTROMMEIi REGLEMENTEERMANIE. Bovenstaand minder sympathiek woord vloeide ons uit de pen, toen wij kennis na men van de Kon. Besluiten van 6 Maart 1924, Stbi 96 en 97, respectievelijk nader aan te duiden als het Suiker en Stroopbesluit en het Jam-limonade besluit. Deze besluiten vloeren voort uit de artt. 14 en 15 der Warenwet. In die artikelen wordt de Kroon de bevoegdheid gegeven om allerhande details vast te stellen omtrent de fabricatie en de verpakking var: bepaalde ingrediënten. Men 'kan niet ontkennen, dat de Waren wet hare goede zijde heeft. Als wij b.v. zien, hoe het nog dagelijks ten platte lande voor komt, dat de melkleveraneiers eene bedui dende hoeveelheid water bij de melk doen en deswege veroordeeld worden, dan kan reeds dit ons over onze antipathie tegen de Staats-inmenging, die de Warenwet mede brengt, goeddeels heenzetten. Maar de Wa renwet draagt met zich het noodloot, dat hare uitvoering veel te duur is. Zoover wij kunnen nagaan hebben de gemeenten jaar lijks ongeveer 0.12 per inwoner (hier wat meer. daar wat minder) aan de uitvoering der Warenwet bij te dragen en dit is min stens de helft te veel. Daarbij komt, dat ock het Rijk nog belangrijke bijdragen aan den Keuringsdienst geeft. Dat de uitvoering der Warenwet zoo duur is, is voor een goed deel te wijten aan den vrij uitgebreiden staf van technisch perso neel, dat aan eiken Keuringsdienst is ver bonden. Een goedkoopere uitvoering der "Warenwet is slechts te verkrijgen door een vrij belangrijke inkrimping van het perso neel. En deze inkrimping van het personeel is op haar beurt slechts mogelijk, als de con trole op de naleving der Warenwet zoo eenvoudig mogelijk wordt gemaakt m.a.w. als de Warenwet zich beperkt tot het we ren uit de consumptie van die middelen, die schadelijk voor de gezondlfeid dan wel vcr- valscht zijn. In onzen tijd, nu men beu is van allerlei Staatsbemoeiing met zijn na sleep van ambtenaren, die ten laste komen der publieke kas, is soberheid bij het nemen van maatregelen tot uitvoering der Waren wet een allereerste eisch. Die soberheid is evenwel bij bovenvermelde Koninklijke Be sluiten van 6 Maart j.l. Sttbl. 96 en 97, hou dende vaststelling van het suiker en stroop besluit en jam-limonadebesluit allerminst betracht. Integendeel, minitieus is in deze besluiten aangegeven, welke diverse soorten van suiker, van stroop, van jam en van li monade in den handel mogen zijn, hoe die diverse soorten moeten worden aangeduia en hoe hunne samenstelling moet zijn. Het is zelfs verboden andere soorten suiker, stroop, jam of limonade in den handel te brengen, dan die in mteerbedoelde Konink lijke Besluiten zijn genoemd, tenzij met toe stemming der Kroon en onder door de Kroon te stellen voorwaarden. Op alle verpakkingen moet duidelijk zijn aangegeven, welke soort suiker, stroop, jam en limonade de inhoud der verpakking vormt. Men zou zeggen, dat het er zoo wel mede door kan, maar het was blijkbaar den be- sluitenmaker nog niet genoeg. Hij maakte zich er bezorgd over, dat er misverstand zoude bestaan omtrent het begrip „duidelijk aangeven". Dat de fabrikant misschien Z'-jde denken dat de soort van het artikel duide lijk op de verpakking stond vermeld, terwijl de ambtenaar van den keuringsdienst een tegengestelde meening was toegedaan. En in zijn bezorgdheid om conflicten te vermij den bepaalde daarom Vader Staat de maat der letters, die op verpakkingen, die een inhoudsmaat hebben kleiner dan 2 Liter, moeten worden vermeld. Gaat de Staatszorg hier niet te ver. Speelt de reglementeermanle waarmede hij nog steeds schijnt behebt den Staat hier geen parten? Wij spraken onlangs een limonade-fabri kant. De keuringsdienst had zijp artikel on derzocht en had blijkbaar omtrent de sa menstelling geen aanmerking Maar de amb tenaar die de waar in orde vond speurde met argusoogen naar het etiket, dat op het fleschje zat en zag daar horribile dictu dat de letters van de aanduiding „Limonade Gazeuse", die volgens het limo- nadebesluit 6 millimeter hoog moesten zijn slechts vijf millimeter hoog waren. En ae fabrikant kreeg van het Hoofd van den Keu ringsdienst een zwaarwichtige aanschrijving, dat hij art. 5 van het Jam- en Limonadebe- sluit had overtreden en dat bij recidive pro cesverbaal zoude worden opgemaakt. De limonadefabrikant zit met een voorraad etiketten, die nog wel voor 5 jaar voldoende is. Die voorraad is thans voor hem waarde loos, door een paskwil van den Staat, die het in zijn hoofd kreeg de grootte vast te stellen van de letters, die op de limonade- fleschjes moeten staan, Is dit geen reglemen- tcermanie? De weleerw. Pater W. Bouter schrijft in de Annalen van MillHill: Men kan zich in Holland geen denkbeeld vormen, hoe ontzettend heet het hier in Britsch-Indië kan zijn gedurende de maanden Mei en Juni. De grootste hitte des zomers in Nederland is een heerlijke koelte vergeleken met de verschroeiende hitte van den vuur oven, waarin men dan hier te lande gedom peld schijnt. Het is dan ook licht te begrij pen, dat de Europeanen, die tegen zulk een heet klimaat niet bestand zijn, veelal te lus teloos zijn om eenig werk te verrichten, en om wederom nieuw bloed in de aderen te doen vloeien, zich vaak begeven naar een koeler oord in de bergen. De temperatuur daar is aanmerkelijk la ger en maakt hen, die er eenigen tijd ver toeven, wederom tot nieuwe menschen en tot verderen arbeid geschikt. Onze Euro- peesche Zusters, op wier zwakke schoude ren een zwaren last drukt, daar zij zich on afgebroken wijden aan het onderwijs der in- landsche meisjes, moeten gedurende de zo mermaanden noodzakelijk menige verpoozing zoeken in de ijle berglucht, weshalve ge beurde het, dat de religieusen van mijne pa rochie voor een wijle gingen naar Raman- drag, op ongeveer 50 kilometer afstand van Bellary gelegen. Daar deze Zusters een Pries ter van noode hadden Voor de H. Mis, viel mij het voorrecht ten deel om voor korten tijd het verkwikkend klimaat der bergen te mogen genieten. Eenige jongens die mijn ba gage droegen, vergezelden mij Wij vertrok ken van hier in den avond en kwamen om streeks 11 uur in een klein station, waar wij overnachten om den volgenden morgen vroeg onzen tcrcht voort te zetten Daar het in In dië, evenals overal in het Oosten, de gewoon te is, dat een logeergast zijn eigen bed me debrengt, improviseerden wij eene legerstede onder den blooten hemel op het perron, en dank zij de koele bries, welke toen woei, sliepen we spoedig in. Vóór dag en vóór dauw stapten we weer in den irein om tegen 9 uur des morgens te Ramandrag te arriveeren, welke plaats ik niet beter kan vergelijken dan met een oase in de woestijn. Daar het dorp gelegen is op den top van een heuvel kling, welke ongeveer 1200 Engelsche voeten hoog was, en die heuvel tamelijk stijl bleek, was het voor ons een heele toer om boven te komen. Na een marsch van een paar uren door aiierlei struikgewas en te midden van eeuwenoude woudreuzen kwa men we eindelijk op den top en konden toen eerst flink uitrusten. Zooals ik spoedig na onze aankomst vernam, waren die dichte bosschen het toevluchtsoord van allerlei wil de dieren, zooals panthers, slangen, wilde varkens, enz. Daags vóór onze aankomst was er juist een panther gedood, vlak achter on ze woning, welke informatie mij nu juist niet zoozeer op mijn gemak deed gevoelen. Gedu rende mijn verblijf zag ik slangen en apen in overvloed, doch gelukkig geen tijgers. Op den heuvel was een magnesium-mijn. Het magnesium, bij ons te lande beter be- 1 kend als het Engelsch-zout. een probaat pur- geermiddel, wordt daar in emmers naar be neden gelaten om dan verder per trein ge transporteerd te worden. Eenige dagen na mijne aankomst kreeg ik in de vroegen och tend bericht, dat een katholiek des nachts was overleden. De man» woonde aan den voet van den heuvel, en men verzocht mij om hein i te begraven. Er was niets aan te doen, ik moesrt dus naar beneden klauteren. Ter plaatse gekomen vernam ik, dat die persoon des avonds te voren de cholera had gekre gen, en binnen een paar uren onder ver schrikkelijke pijnen gestorven was. Tijd om mij te roepen was er niet geweest; dus con cludeerde ik, dat zijn ziekte wel in hevigen graad zal geweest zijn, of in andere woor den, dat hij de zoogenaamde zwarte cholera wel zal gehad hebben, waarvoor geen kruid gewassen is. In een paar uur is iemand ge zond en dood Er is onophoudelijke stoel gang met braken Het lichaam van den pa tiënt wordt ijskoud, afmatting volgt, en de persoon is een lijk. Vreeselijke ziekte, welke jaarlijks duizenden inboorlingen in Indië ten grave sleept. In dit bijzonder geval was er één troost, namelijk, dat de man eenige da gen te voren te Bellary tot de H. Sacramen ten was genaderd. Wel, de goede man was nu eenmaal dood, en dus was er niet meer aan te doen De vraag nu rees: Wie zou hem begraven? Iedereen toch vreest de cholera als iets verschrikkelijks en iets hetwelk men-spoedig overerft. Vooral de zwarte cholera, waarbij de overledene geheel zwart wordt, heeft iets afgrijselijks en vordert kordaatheid van de zijde van hen, die hem naar zijn laatste rust plaats moeten brengen. Het gaat daar niet in een kist. zooals in Holland, maar het lijk wordt slechts in een linnen doek gewikkeld, en zoo in het graf gelegd Na veel geharre war en belofte van een goede fooi, gelukte het mij eindelijk eenige mannen te krijgen om in 't woud een graf te delven. Daar be groeven we den doode, en maakten inder haast een kruis van eenige takken, en plaats ten dit op zijn graf, tegeliik met een hoop steenen, uit vrees, dat de wilde dieren, zoo als hyena's, het des nachts zouden weghalen. Maar met dat alles stond ik daar aan den voet van den heuvel op het warmste ge deelte van den dag, om 12 uur in den mid dag. De hitte was ontzettend, en ik zag er een zwaar hoofd in om in zulk een atmosfeer naar boven te klauteren. Gelukkig kwam een der jongens op het idee om in een emmer naar boven te worden geheschen, namelijk in dezelfde emmers, welke gebezigd werden voor het vervoer van het magnesium. We troffen het, juist zouden er emmers naar bo ven gaan en ik met m'n jongens in die em mers, en na eenige minuten hingen we te zwieren tusschen hemel en aarde, eenige oogenblikken van angstige verwachting volg den, doch het duurde niet lang of we stonden op den top van den heuvel. Ik zag er uit als een mijnwerker of als een stoker, die een paar uur op de locomotief heeft gestaan. Gelukkig waren er weinig menschen op straat zoodat we niet verlegen behoefden te zijn. Enfin, dat was feen nieuwe vinding om twee uur loopens uit te sparen. Vcor den inhoud van deze rubriek stelt de «Redactie zich niet aansprakelijk. GOD ZIJ GELOOFD! Eindelijk een Retraitehuis voor Oosten rijk! Hoe gelukkig zijn de Nederlandsche Katholieken die de rijke zegeningen van retraitehuizen reeds jarenlang kennen en ondervinden! Niet in Nederland alleen, ook in vele andere landen genieten de katholieken een- zelfde geluk. Echter nog niet overal en niet overal waar het moest en ook kon. Ook Oostenrijk kende de zegeningen van een retraitehuis helaas tot nu toe niet! In Oostenrijk waren nog slechts eenige kloosters en gestichten, waar, bij tijd en wijle, retraiten gegeven konden worden, maar een speciaal voor dat doel ingericht retraitehuis had men er niet. Feit is dan ook dat het meerendeel der Oostenrijksche katholieken niet weet wat een retraite is. En toch, hoe noodig zou ook hier een aantal van zulke retraitehuizen moeten bestaan, zij het enkel reeds om de vele uittredingen uit de Kerk tegen te gaan! Alleen in Weenen zijn er, in den loop van het vorige jaar, onge veer 24000 katholieken officieël uit de Kerk uitgetreden en in Graz ongeveer 1300. Tegen dezen zondvloed van afval moet een dam worden opgeworpen, hierover zijn alle goedwillenden het eens. En op de vraag: „Hoe dan?" past Sis antwoord slechts dit eene: Ieder voor zich verdiepe en vërsterke zijn geloof en leere zijne godsdienstige plich ten beter vervullen...Hiertoe echter heeft de op zichzelf staande mensch hulp en lei ding noodig, evenals oefening en waakzaam heid. En dat zal' hij meestal slechts vinden en leeren, daar waar hij in de eenzaamheid met God alleen is; en deze eenzaamheid met God alleen, kan hem bijna nergens geboden worden, tenzij in een retraitehuis. De binnenlandsche missievereeniging: „Het Witte Kruis", die haar hoofdzetel heeft te Graz en hare vertakkingen in een reeds beduidend aantal plaatsen van Oostenrijk, Duitschland, Tsjechoslowakije en Zwitser land, heeft zich, als een harer voornaamste plichten voor Oostenrijk, ten taak gesteld de stichting van zulk een retraitehuis. Voor dit doel hebben wij ons alreeds in het bezit kunnen stellen van een zeer geschikt ge bouw, gunstig gelegen in de nabijheid van Graz, op de helling van den „Rozenberg. Maar een „Millioenenberg" van Oostenrijk sche kronen moet op den koop nog betaald worden en besteed voor verdere inrichting van het huis. Een berg waar wij wel eens met bang hart tegen op kijken, al stelt ons het vertrouwen op de go Idelijke voorzienig heid altijd toch weer gerust. Om nu het retraitehuis verder in te rich ten en in werking te kunnen stellen, hierom is het dat wij ons tot u om hulp wenden Vele goede menschen uit verscheidene landen hebben reeds een groote som opge bracht, welke nog altijd groeit; maar tot onze broeders en zusters in Nederland heb ben wij ons nog niet gewend. Nu echter, om een kroon op het werk te zetten, komen wij ook u uitnoodigen; want wij kennen het goede hart en de geefgrage hand der Neder landsche katholieken! En wij kunnen er niet aan twijfelen of ook voor dit geval zult gij u, als steeds, herinneren hoe wij allen kinderen zijn van een Vader die de God van liefde en van een Moeder die de Kern der waar heid is. Zeker zult gij niet zeggen: „Wat gaat mij een retraitehuis in Oostenrijk aan!" en even zeker hoeven wij er u niet op te wijzen in welke mate iets als dit u wel degelijk aan gaat! Wij kennen en vertrouwen op uwJ waarlijk broederlijk'; bereidvaardigheid, hoezeer wij ook weten dat zelfs onder u moeilijkheden en nood zijn binnengedrongen. Broeders en Zusters van Nederland, God laat zich niet in edelmoedigheid overtreffen! Wij hebben uwe hulp noodig, om Godswil zult gij ze ons zeker verleenen! „Het Witte Kruis". Dr. M. J. METZGER, algemeen leider. Giro No. voor Nederland: 29896, kantoor Hoofddorp, Dr. M. J. Metzger, Graz. DE KAR WIJ-VERBOUW. Een vrij sterke vermindering. Evenals in voorgaande jaren is thans door de directie van den Landbouw, onder mede werking van een aantal harer corresponden ten, een onderzoek ingesteld naar de met karwij bezette oppervlakte van den oogst 1925 en naar den stand van het gewas. Dit onderzoek heeft zich uitgestrekt over 60 gemeenten, waar in 1924 7669 H.A. karwij werd geteeld, terwijl de oppervlakte in geheel Nederland 8980 H.A. bedroeg. Volgens de schatting der correspondenten zal in die 60 gemeenten thans 6890 H.A. met karwijzaad voor den oogst 1925 te velde staan, hetgeen wijst op een vermindering in den verbouw van ruim 9% in vergelij king met den oogst 1924. De bezette opper vlakte in geheel Nederland kan naar dezen maatstaf worden geschat op 8070 H.A. In de provincie Groningen, waar in 1924 4410 H.A. karwijzaad werd verbouwd, staat thans, naar schatting, 3867 H.A. te velde, hetgeen een vermindering van ongeveer 12% beteekent. In Noord-Holland bedraagt die vermin dering ongeveer 14%. In Zuid-Holland komt de oppervlakte vrij wel met die van 1924 overeen in Zeeland bedraagt zij 18% meer en in westelijk Noord brabant 10% minder dan in 1924. De stand in Groningen is vrij goed tot goed in Friesland vrij goed in Noordhol land goed tot vrij goed en in Zuidholland, Zeeland en Noordbrabant goed. A.s. Maandag 8 December zal er een Besturen-congres gehouden worden van de volgende organisaties: St. Raphaël, N. V., Bans, P. G. B. en Neutrale Bond in de zaal van den Dierentuin bij het Malieveld, Den Haag te 1 uur. Het congres heeft ten doel kracht te zetten bij den gevraagden duurte- toeslag. Twee sprekers zullen er optreden. Voor St. Raphaël het Hoofdbestuurslid H. J. C. Venings. De andere spreker is uit de N. V. De leiding berust bij de andere or ganisaties. Naar de Tel. verneemt, keurde de com missie voor het stichten en exploiteeren van de Cadettenschool te Alkmaar als Centraal Gem. Ziekenhuis voor den kop van Noord-Holland, de plannen van dr. Wortman te Amsterdam, goed. Het rijk heeft bericht gezonden dat het geneigd is, het gebouw aan Alkmaar over te doen. Er is een financieele sub-commissie inge steld, om de financieele mogelijkheid van de stichting en de exploitatie te onder zoeken. In deze commissie hebben zitting de burgemeester en de wethouders Thom- Heb het uitstekendste aan te bieden dat iemand wenschen kan, hoe zal de wereld het weten, indien gij niet adverteert. JOHN. P. ROCKEFELLER. Wij meen en nog al eens dat in Amerika, het land van de vrijheid, alles wordt toege staan en dat maatregelen van tucht alleen in het kleine en „bekrompen" Holland ge nomen worden. Zoo laat men het tegenwoor dig tenminste dikwijls voorkomen, in de meeste liberale dag- en weekbladen kan men spotternijen lezen over voorschriften van zedelijkheid. Nu schreef Adrie Schippers eenigen tijd geleden in het „Tijdschrift voor Ziekenverpleging" o.a. het volgende over toestanden in Amerika „Een inspectrice van een wijkverpleging liet aan haar verpleegstersstaf weten, dat zij, die in functie wenschten te blijven, haar haren niet kort moest laten knippen. Tegelijk bracht zij nog eens in herinnering, dat ringen, oorbellen of andere byoux niet gedragen mogen worden, als d e zusters in de uniform der vereeniging gekleed zijn. Haar redenee- fing was aldus „ik verlang voor het wijkwerk niet alleen ernstige jonge vrouwen, maar ik wil, dat zij er ook als zoodanig uitzien." Een ander staaltje. Een staatsnormaalschool stuurde zeventien a.s. onderwijzeressen naar huis en zette dertien andere terug, omdat zij cigaretten gerookt hadden, te familiaar met jongelui waren geweest, over tijd waren thuis gekomen of zonder permissie uitgebleven. In de toespraak, die de rector hield, zei hij „over rooken wilde ik wel graag nog een woordje zeggen. De kwestie, of rooken slech ter is voor een vrouw dan voor een man laat ik buiten beschouwing. Evenzoo de vraag, of het voor een vrouw erger ;s om twee uur 's nachts thuis te komen dan voor een man. De meeste menschen vinden, dat dit alles even verkeerd is in mannen als in vrouwen. Waar het op aan komt is ditde normaal school voor onderwijzeressen wordt door de belastingbetalers in stand gehouden. Dezen hebben dus het recht te zeggen welk soort van onderwijzeressen zij verlangen. Zoolang dezen er op tegen zijn aan rookende en aan te vrij gemanierde onderwijzeressen een aan stelling te geven, zoolang zal het bestuur der school op den ingeslagen weg voortgaan." De beste methode om borstplaat te ma ren is, dat we eerst zorgen voor een rus tig plekje op tafel of aanrecht, waar we een velletje papier uitspreiden met een oi meer met wat boter ingesmeerde borst plaat-vormen erop Mijn raad zou zijn: maak, vooral als de routine nog ont breekt niet te veel tegelijk klaar, en bepaal u dus .liefst tot één of hoogstens twee borstplaten uit één „gietsel En wat verder de vormen betreft: kies liefst de z.g. „spring"-vormen, die met een pennetje zijn samengevoegd en die dus door uit nemen van dat pennetje de bostplaat zonder kans op beschadiging vrij laten. Zulke ringen, sterren of harten zijn in dezen tijd van het jaar in alle huishoud- winkels te kust en te keur te krijgen; wie al meer „durf" heeft, kan er ook gerust de randen van gewone springvormen (taart vormen) voor gebruiken, met het resultaat, dat dan borstplaten van grooteren om vang ontstaan Als de plaats voor het uitgieten dus is klaargemaakt, wordt met het koken van de borstplaat begonnen. De verhouding is 1 ES d.L. water op 500 Gr. suiker; men zou die voor de practijk ook heel goed kunnen omwerken tot (als eenheid) 1 eetlepel wa ter op 3 glad afgestreken eetlepels sui ker, terwijl men dan als minimum hoeveel heid het dubbele daarvan zal nemen met resultaat: een borstplaatje van 1 ons. In een niet te groot pannetje (bij voor keur een z.g „steelpannetje") wordt de suiker met de bijbehoorende hoeveelheid water, op 't vuur gezet en aan de kook gebracht. Het roeren moet zich beperken tot het van-den-bodem-wegstrijken der suikeroplossing; het mag echter nooit tot gevolg hebben, dat een deal van de sui kerstroop met den drogen wand van den pan in aanraking komt: immers, die vloei stof zou daar opdrogen, er zouden zich suikerkristalletjes vormen, en.... later zou den we ondervinden hoe om die kristalle tjes heen zich de verdere oplossing als een dikke massa gaat afzetten, een onge luk, dat we betitelen met het „versuike ren" van de borstplaat. Om dezelfde reden moet ook de lepel zoo schoon mogelijk blijven: wild roeren b.v. zou tot gevolg hebben, dat niet enkel de wand van de pan, maar ook de steel van den lepel met sui kerkristalletjes werd orakleefd; dezelfde narigheid kunnen we verwachten van een heftig opbruisend koken. Het zachtjes koken dus wordt nu voort gezet, tot we de suikerstroop dik genoeg DE PROZAÏSCHE. „En wat zal er met Sinterklaas in mijn schoentjes komen, ventje?" „Je voetjes, liefje." achten. Een banketbakker ontdekt' dit punt met een bepaald instrumentje, dat a. h. w. als thermometer dienst doet; wij leeken, redden ons door een kleine hoe veelheid suikeroplossing langzaam van den lepel weer in het pannetje te* laten loo- pen en na te gaan, of de opeenvolgende droppels bij het naar beneden vallen ein delijk een 'uiterst fijn haartje achterlaten, ais van „gesponnen" suiker. Is dat punt bereikt, dan wordt de pan van het vuur genomen Het volgende stadium in de bereiding betreft het afkoelen. We doen dat, door liefst de pan eenigszins schuin te houden, zoodat de suikeroplossing hoofdzakelijk aan één kant komt te liggen en gemak kelijk met den lepel geroerd kan worden, zonder dat overal langs den wand een gedeelte blijft hangen. We roeren nu, of liever we scheppen telkens de vloeistof en laten ze weer neervallen, totdat een be gin van ondoorschijnend worden ontstaat. Dit roeren yvordt steeds voortgezet, tot ten slotte de massa dik vloeibaar en ge heel ondoorzichtig is geworden; dat is het moment voor het uitgieten der borstplaat: even te vroeg in den vorm gebracht, zóó ze niet droog worden en even te laat er in geschonken, zou ze hobbelig en oneffe11 zijn. Er behoort werkelijk wat oefening toe, om van dat juiste punt zeker te zijn. Met opzet heb ik voorloopig niet ge sproken van de toevoeging der smaak- en geurgevende middeltjes: die stellen elk in zijn soort verschillende eischen. Het allergemakkelijkst is het laten meekoken van een stukje vanille, een uiterst dun ci troenschilletje, of een plukje saffraan: die worden eenvoudig bij het van t vuur ne men uit de oplossing weggenomen. Ge bruikt men borstplaat-esspnces (waarvan 't effect grooter is), dan mag het toevoegen pas plaats hebben nadat de suikerstroop een aardig eindje bekoeld is, zoo onge veer bij het begin van troebel worden. In een te warme vloeistof kan de essence nog gaan koken, en het spreekt vanzelf, dat dan een gedeelte van het aroma zou vervluchtigen. Gewoonlijk rekent men van een goede essence een theelepel op 100 Gr. suiker Iets moeilijker zal de koffie-borstplaat zijn, waarbij vooral als de sterkte van het koffie-extract te wenschen overlaat nogal wat vloeistof aan de suikeroplossing moet worden toegevoegd om een Voldoen de uitkomenden koffiesmaak te krijgen. In dat geval doen we beter, om de suiker maar dadelijk met koffie aan de kook te brengen in plaats van met water. Dan het cacao-poeder. Dit geeft geen bijzondere moeilijkheden, als men het pas toevoegt nadat het overtuigende „haartje" is waargenomen: tijdens het roeren van de bekoelende vloeistof is er ruimschoots ge legenheid om eventueele klontjes uit de cacao geheel weg te wrijven. Moeilijker wordt de chocolade-borstplaat, als suiker en cacao van het begin af worden door- eengemengd: heel licht ontsnapt ons dan nl. het juiste punt waarop 't „haartje" ont staat, want de chocolade-suikerstroop zal door het eigenaardige lijmerige gewoonlijk in dikkere draadjes van den lepel druipen en alleen door voldoende routine weet men langzamerhand „op het gevoel" te beoor- deelen, of het bepaalde punt is bereikt. Heel gemakkelijk (en daarbij heel flat- teerend!) zijn de toevoegsels, die in den vorm van vaste stukjes worden aange bracht: geconfijte vruchtjes, hazelnoten, amandelen, gekristalliseerde gember en ananas, oranje-snippers, enz. Men roert die bestanddeelen door de ingekookte suikerstroop, zoodra die van het vuur is genomen, met het gevolg, dat nu betrekke lijk snel tot uitgieten kan worden overge gaan, immers ten eerste zullen de toege voegde deeltjes helpen bij het afkoelen van de oplossing, en ten tweede geven ze als vaste deeltjes aan de suiker gele genheid om zich daar langs af te kristal- liseeren. GEVAARLIJK. „O, mannetje, ik ben gewoonweg smoor op die bontmantel!" „Laat fins dan maar gauw doorloopen, anders word ik nog jaloersch!" Mijn aanwijzingen zouden niet volledig zijn, als ik nog niet even sprak over het uit den vorm nemen der borstplaat. Wc gaan daartoe pas over, als de borstplaat in den ring goed droog is geworden, en we laten ze dus eerst, rustend in den ring, eenigen tijd in verticale richting staan, zoodat ook het grondvlak gelegenheid krijgt om onbelemmerd uit te dampen. Natuurlijk mag die „omwenteling" niet ge beuren vóórdat de borstplaat „liggend" de noodige vastheid heeft gekregen. Ten slotte, als in alle richtingen de borstplaat van de noodige stevigheid ver zekerd kan zijn, wordt ze uit den ring genomen. Mocht bij de eerste oefeningen bet een of ander borstplaatkooksel eens mislukken, dan is herstel nog wel mogelijk .Blijkt de massa te week om zich tot een blijvend geheel te vormen, dan kookt men ze nog weer even op en laat ze iets verder in dampen; is het tegenovergestelde het ge val en is de borstplaat „versuikerd", dan redt men ze door de suikerbrokken met iets water weer geheel hun proces t^ laten doormaken. Neem 1 pd. suiker, d.L, water en een stukje boter. Doe dat alles in een pannetje en laat 't onder voortdurend roeren aan den kook komen, waarna ge het 4 minuten laat doorkoken. Dan neemt ge het van hel vuur, doet er een half fleschje essence door en blijf steeds klutsen. Is ze naar eigen in zien goed, dan giet ge de massa in de borstplaatringen, die ge vooraf hebt gelegd op een stuk wit papier, waarop iets ge smolten boter. Op een bord kunt ge het ook uitgieten, mits vooraf met boter inge smeerd. Wilt ge extra fijne borstplaat, neem dan in plaats van water en boter een paar eetlepels koffieroom en kook die met de suiker. Bij speculaas en banket hoort chocolade melk. Dat kunnen wij allen wel klaar maken, maar weet gij, dat de cacaosmaak beter uit komt, als gij een snufje zout er bij doet? Heel lekker, vooral voor kinderen, is ci- troenmelk. Wasch een citroen en schil ze dun dun af. Laat de schil dan een poosje trekken in melk, en kook ze daarna. Suiker bij doen. Slemp en anijsmelk zijn bekend genoeg. Voor niet geheel-onthouders volgt nu warme wijn. Neem een citroen en steek er een stuk of 15 kruidnagelen in. Schenk een flesch wijn in een pannetje en doe er een sinaasappel (of 2 mandarijnen) en de versierde citroen in Zorg, dat de pan goed afgesloten is, en la l den wijn minstens 6 uren op een lauwe plaats van de kachel trekken. Vóór het gebruik goed warmen, vooral niet koken, en er suiker naar smaak bij doen. Men kent die 't best als een hapje vóóraf of wel, als een extraatje aan de koffietafel. Doch ook als nagerecht zijn gevulde broodjes uitstekend te gebruiken. Dat deze beide mogelijkheden naast elkaar bestaan, is toe te schrijven aan den bizonder „neutralen" smaak van brood, een voedingsmiddel, dat zich daardoor feitelijk leent tot alle denk bare samenvoeringen die er hartige zelfs zéér gekruide vóórgerechten, zoowel als zoete hapjes aan 't slot van ons diner van maken. In die beide gevallen vinden we in het broodje eigenlijk kant en klaar den vorm, die heel gemakkelijk tot een doosjesachtig omhulsel kan worden gemaaktwe snijden er een klein boven kapje af, dat later als dekseltje dienst moet doen we hollen verder het kruim uit tot slechts een behoorlijk wandje langs alle zijden overblijft, en ons bakje is klaar om zijn nieuwen inhoud op te nemenals we tenminste nog even den binnenkant met wat gesmolten boter be strijken, ter wille van het croquante om hulsel dat we per slot van rekening wenschen. De vulsels Ze kunnen bestaan uit een „farce" van welken aard ook. We kunnen gehakte vleesch-, visch- of wildresten in een gebon den sausje samenvatten we kunnen ook minder fijn verdeelde meer op een ragout gelijkende mengsels bereiden, waarin b.v. de hééle garnalen of wèl de kleine blokjes vleesch en balletjes gehakt zichtbaar zijn. En niets belet ons, om buiten vleesch of visch om, ook andere vaste bestanddeelen in het ragout-sausje te doen en er op die manier een vegetarisch gerecht van te bereiden blokjes hardgekookte eichampignons en andere paddestoelen versch of geconser veerd verschillende groente-stukjes, zooals wortel, spruiten, schorseneren, selderij knol witte of bruine boonen, linzen die alle laten zich tot smakelijk mengsel maken. Eenvoudiger, maar ook niet te versmaden Zijn geheel fijngewreven vegetarische vulsels, waaronder aardappelenpurée wel het aller eenvoudigste type voorstelt peterselie, ge raspte kaas of wat fijngewreven ei maakt van deze purée echter dadelijk al weer iets mooiers En op dezelfde manier kunnen fijngewre ven gekookte boonen of erwten niet alleen om hun smakelijkheid o.a. afhankelijk van de verdere toevoegsels, zooals kruiden, ge fruite ui, tomatenpurée, enz. maar zeker ook om hun voedzaamheid gekozen worden. 16 Een ergerlijke poging tot oplichting ia Donderdag voor de Arnhemsche Rechtbank behandeld. Mevr. O. te Dinxperlo, wier zoontje era. stig ongesteld was, ontving 16 October j.l een schrijven van een onbekende, die mede deelde dat hij uit wraak voor een beleedi- ging, hem in Indië aangedaan, den drie kin deren van mevr. O. een Indisch vergift had ingegeven. Hij alleen kende hiervoor het tegengift. De briefschrijver gaf zich uit air weldoener, die jaarlijks 100.000 aan de armen gaf. Hij eischte 500 ten bate varr de armen en als contraprestatie zou hij dan het tegengift verstrekken. Een pakje, zonder geld, werd naar het aangegeven adres gezonden en toen de briefschrijver de zending kwam halen, werd hij gearresteerd. De Officier van Justitie eischte tegen dezen oplichter, den kleermaker B., 8 maan den gevangenisstraf. De Arnhemsche rechtbank heeft hem thans veroordeeld, tot 6 maanden gevange nisstraf. Voor de Eerste Kamer dor Rechtbank t« Amsterdam werd Woensdag gepleit in de civiele procedure van de N.V. Dagbjad „De Telegraaf" tegen de heeren mr. P. J. Troel stra en J. F. Ankersmit, vormende de hoofd redactie van het dagblad „Het Volk". „De Telegraaf" had tegen genoemde heeren een eisch tot schadevergoeding ingesteld naar aanleiding van het in „Het Volk" van 17 Januari j.l. opgenomen artikel betreffende het uitgeven, omstreeks den overgang van 1916 en 1917, van speciale bijvoegsels, waar voor de Russische regeering „aan het blad van de heeren Holdert en Schroder" een bedrag van 60.000 zou hebben betaald. .Voor de „Tel." trad als pleiter op Mr, J. de Vrieze, voor „Het Volk" mr. Mendels. Mr. de Vrieze ontkende, dat de „Tel." ooit een cent onrechtmatig had ontvangen. Hij betoogde verder,, dat de hoofdredactie van „Het Volk", de heeren Troelstra en Ankersmit verantwoordelijk waren. Het ging niet aan, dat men zich verschuilde achter den schrijver van het gewraakte artikel, den heer Van der Goes. Mr. Mendels ontkende, dat de hoofdre dactie verantwoordelijk zou zijn. Zij zou dan de onmogelijke taak hebben, om dag e» nacht op de courant te zitten en letter voo» letter te lezen, wat zelfs zijn betrouwbaar» ste medewerkers zouden willen plaatsen. Wat de zaak betreft, betoogde spr. breedvoerig, dat de „Tel." zich door Rus- lend had laten omkoopen. Na re- en dupliek werd de uitspraak be paald op 5 Januari a.s. Een vulsel, dat gewoonlijk zéér in den smaak valt, wordt gevormd door fijngewre ven kastanjes, al of niet met spruitjes ver mengd. In enkele gevallen wijken we van de gewone methode af, en vullen we de uit geholde broodjes niet dadelijk, maar zetten we ze leeg in den oven om er op het laatste oogenblik het warme vulsel in te doen. Soms voorkomen we daardoor het eenigs zins week worden van het brood, dat met een vrij vochtigen inhoud een tijd lang in den oven zou staan we denken b.v. aam toma tenpurée. Soms ook is het een maatregel die meer ter wille van het vulsel wordt ge nomen, met de bedoeling om dit voor te sterk uitdrogen te bewaren met roereieren ge vulde broodjes geven daarvan een voorbeeld. En nu onze „zoete" broodjes. In hoofd zaak komt de bereiding op hetzelfde neer, alleen de vulsels verschillen natuurlijk. Naast de „ragouts" van daareven staan nu de vruch ten compotes, die al naar verkiezing warm of koud in de knappend gebakken brood-bak jes kunnen worden gedaan men maakt dan de warme broodjes gewoonlijk af met hun knappend gebakken brood-dekseltje, ter wijl men de als koud gerecht gepresenteerde ongedekt laat en versiert met een vlokje ge slagen room. Vruchtenpurée's (o.a. appelmoes) wor den op precies dezelfde wijze in de broodjes gedaan óók dus, liefst op 't laatste oogen blik om het knappend brood niet noodeloos week te maken. Vulsels, die mee in den oven kunnen wor« nen worden gezet, bestaan uit drogere meng sels. Een aardig voorbeeld daarvan vormt een nagerecht van Zweedsche afkomst, een soort „amandelbroodjes", waarvan hier tot slot het recept 1 rol amandelpers, 2% d.L. room, 50 G. (ongeveer 3 afgestreken lepels) suiker, het uitgeholde kruin van ongeveer 12 kleine broodjes. Wrijf het broodkruim fijn in den kokenden room, m^ng er de suiker en het amandelpers door en verdeel het mengsel in de uitgeholde broodjes, besmeer ze langs den buitenkant met boter en zet ze in den oven. MODERN. Dienstmeisje: „Mevrouw, zoudt u zoo goed willen zijn en me 'n kleinen dienst be wijzen?" Mevrouw: „Zeker. Wat is "t?" Dienstmeisje: „Och, mevrouw, m'n vrijer staat aan de keukendeur. Zoudt u hem nu even aan den praat willen-houden, terwijl ik gauw naar m'n kamer ga om m'n gezicht wa) te poeieren?" LAM GEVAL. „Wel, vonden je vriendinnen den engage- mentsring dien ik je gegeven heb niet mooi?" „Dat niet alleen", zei het meisje ijskoud, „maar twee ervan herkenden 'm!" HAAR EENIGE KANS. „Tantetje", vroeg de dweepende Isabella aan een ongetrouwd familielid op jaren, „hebt u ooit een aanzoek gehad?" „Een keer, liefje," antwoordde tante. ,,Eea man vroeg mij per telefoon, of ik met hem wou trouwen, maar hij was verkeerd aange sloten."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9