Gemeenteraad van Haarlem- Behandeling der Begrooting voor 1925. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde blad - Donderdag 11 December 1924 Wethouder BRUCH merkt op, dat B, en W. de zaak juist zoo duidelijk uiteengezet hebben, omdat men tot deze uitgaaf niet verplicht is. B. en W. zijn echter unaniem van meening, dat moreel de gemeente wei tot deze ui.gave is verplicht, wil de gelijk stelling niet in gevaar komen. Den heer Scholl beantwoordende, zegt spr., dat men ook onverplichte bijdragen af hankelijk zou kunnen stellen van de bij dragen van het Rijk Er moeten voldoende waarborgen zijn voor goed onderwijs. De ratio, door den heer Scholl bedoeld, is ook in dit voorstel verwerkt. Gaat men anders echter af op het advies van den inspecteur van ondeiwijs, thans doet men het op ad vies van den wethouder van ónderwijs. Spr. meent, dat deze gelden verstrekt moeten worden, uit hopfde van de financi- eele gelijkstelling Ook den Haag heeft zich op hetzelfde standpunt gesteld. Het is ook niet in te zien, waarom het veel duurdere buitenge woon onderwijs niet en het gewone L. O. wel gesteund zou moeten worden. We ne men geen taak over van de regeering, want in deze heeft zij geen taak. De heer SCHOLL gelooft, dat ieder ge val op zich zelf beschouwd moet worden, i waarom het beroep op den Haag in zijn al- gemeenheid niet geldt. Spr. is van oordeel, dat de gemeente de subsidie alleen moet verleenen als ook het Rijk steun verleent. Bij de verleening der subsidie zonder meer, weet men ook niet, of er nog meer gevraagd zal worden later. Wethouder BRtJCH deelt nog mede, dat bij de tot stand koming dezer bijzondere school voor buitengewoon onderwijs toch nog de twee openbare scholen voor buiten gewoon onderwijs noodig zullen blijken Toen de tweede openbare school voor buitengewoon onderwijs werd opgericht, was B. en W. niet bekend, dat er een der gelijke bijzondere school zou komen. Verder wijst spr. er op, dat dit voorstel geheel op zich zelf staat, dus ook los van den Haag, waar aanzienlijk meer gegeven wordt. De heeren Scholl c.s. stellen voor, de •subsidie te verleenen, mits het Rijk ook subsidie verleent volgens het Kon. besluit van October 1923. Wethouder REINALDA zegt, reeds dade lijk bij hei inkomen van dit verzoek zich er tegen te hebben .verklaard. Destijds is van katholieke zijde medege deeld, dat men niet over zou gaan tot stich ting eener school voor buitengewoon L. O. Op dien grond is een dergelijke tweede openbare school gesticht. Plotseling kwam men echter toch van katholieke zijde met dit voorstel, Nu de rechtsche regeering nalaat, in deze de gelijkstelling te bevorderen, acht spr. zich als sociaal-democraat ongerechtigd, de zelfde nalatigheid plaatselijk te handhaven. De vraag moet echter gesteld, of een derde dergelijke school noodig is en die vraag moet toestemmend beantwoord worden. Spr. is bereid, steun te verleenen, mits er voorwaarden aan dit onderwijs gesteld worden, dat het karakter er van hetzelfde is ,als dat aan de opbenbare scholen voor buitengewoon L. O Het voorstel-Scholl houdt in, dat geen subsidie verleend wordt, daar het Rijk geen subsidie verleent. Spr. wil aan die nalatig heid van het Riik niet meewerken. De heer SCHOLL vraagt zich af, of in dezen tijd, nu het Rijk alle lasten op de ge meenten wil afschuiven, deze uitgaaf wel geoorloofd is. Spr. verdedigt zijn amende ment. De heer GERRITSZ merkt op, dat het amendement slechts verband wil brengen tusschen de rijksbijdrage van de exploitatie en de gemeentelijke bijd^a^e in de oprich tingskosten. Men wil de bijdrage verleenen, wanneer er waarborgen zijn voor goed on derwijs. De héér JOOSTEN meent dat het een velige weg is, de zaak te laten uitmaken door een het bijzonder onderwijs bevriende regeering, wat het amendement beoogt, Wethouder BRUCH merkt op, dat het van belang is, kleine scholen voor buiten gewoon onderwijs te hebben Er zijn thans eéh 200 kinderen voor dat onderwijs, wat voldoende is voor een drietal scholen De Staat steunt niet, omdat er geen geld is. Daar is rekening mede te houden. Maar dan moet de gemeente dien weg nog niet volgen. Hetzelfde doet zich voor bij den •teun aan Volksuniversiteiten. Nu heeft Haarlem dien steun geheel op zich geno men. Ook de Openbare Leeszaal wordt ge steund, ondanks de niet-verleeniftg van steun door het Rijk Spr. meent, dat daar om ten opzichte van dezA bijzondere school voor buitengewoon onderwijs hetzelfde standpunt moet worden ingenomen. Spr legt uit, dat den Haag veel meer geeft, o.m. voor inrichting van de lokaliteiten en voor meubilair. De waarborgen, dat het onderwijs goecï zal zijn, zijn er De heer JOH. VISSER C. H. protesteert er tegen, dat der regeering nalatigheid ver weten wordt. Er is bij haar onmacht in het spel. De heer LOOSJES deelt mede, dat de Vrijheidsbond-fractie dit voorstel zal steu nen, maar spr vraagt, of dit schoolbestuur niet terug zal komen om bijdragen in cie kosten van in stand houding. Dr. Kuenen is ter vergadering gekomen. Het amendeinent-Scholl wordt verwor pen met 229 stemmen. Voor de S.D.A.P., behalve wethouder Reinalda. Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen Vergoeding eervol ontslag agent van politie. B. en W stellen voor, de door den ge wezen agent van politie J. Kunst geleden financieele schade, tengevolge van een hem bij de uitoefening van ziinen d;e"<-t overkomen ongeval, waardoor hij gedu rende 58 weken in eené "ziekeninrichting is verpleegd geweest, aan hem te vergoe den en daarvoor een bedrag van 819,70 beschikbaar te stellen. De heer JOOSTEN vindt de vergoeding vel wat schraal. Het kostgeld, dat Kunst liet heeft behoeven te betalen, is van alles afgetrokken. Spr zou ook dit bedrag wiiien verlceneL De heer CASTRICUM ondersteunt dit. Wethouder SLINGENBF.RG wiist er op, dat ieder kans loopt, nadeelige financieele gevolgen te hebben in zijn beroep, als hij invalide wordt. We kunnen den man niet ziin geheele leven zijn salaris uitkeeren. Wanneer de gemeente uitkeering krijgt van de Risicobank, kan zij de geheele vergoe ding voor geneeskundige, hulp uitkeeren. Doo-dat de man ongehuwd was, heeft hij zijn kostgeld uit kunnen sparen, toen hij in K t zi»''pnh"is verpleegd werd. Hem moet alleen betaald worden de schade, welke hij hii geleden heeft. Het voorstel van B en W. wordt aange nomen. Te vellen boomen. Ut en W. bieden ter vaststelling aan een lijst van de te vellen boomen. Vastgesteld. Toekenning voorschot. B. en W stellen voor, aan de alhier ge vestigde Woningbouwvereeniging „Spaarn- oog" alsnog een voorschot, groot hoog stens 6,600.toe te kennen, ter tege moetkoming in de kosten van den bouw van 44 arbeiderswoningen en een kantoor aan de Damaststraat, de Spaarnoogstraat en de Uostvest Goedgekeurd. Aanvaarding gedeelten water. B. en W. vragen macht-ging, om 930 c.A. water, gelegen tusschen de algemeene be graafplaatsen, gratis van den Schoterveer- polder te aanvaarden. De machtiging wordt verleend. Verkoop grond. B. en W. stellen voor, aan J. 'Kolk te verkoopen 276 .M2 grond, gelegen aan de Molijnstraat, tegen 15 per M2- Goedgekeurd. Grond in erfpacht. B. en W. stellen voor, aan W. C Kloos en N. van Strien in voortdurende erfpacht uit te geven 184 M2 grond, gelegen aan de Molijnstraat, tegen een erfpachtscanon van 0.97 Li per M2 per jaar. Goedgekeurd. B. en W. stellen voor, aan J. Fortgens en P. G. J. Sernée in voortdurende erf pacht uit te geven 270 M2 grond, gelegen op den hoek Oost-Indiëstraat en Gasthuis kan, tegen een erfpachtscanon van 0.91 per M2 per jaar. Goedgekeurd. Overdracht grond. B. en W. vragen machtiging tot het in ex ploitatie brengen van een aan de gemeente Haarlem in eigendom toebehoorende strook gicnd langs den Rijksstraatweg onder de gemeente Schoten, ter diepte van 35 M (aan de noordzijde begrensd door den Spaarnhovenweg en aan de zuidzijde door de bestaande bebouwing) en onder intrek king van h^t besluit van 20 Februari 1924 hen te machtigen aan de gemeente Schoten om niet, over te dragen, ^pet bestemming voor openb. weg, grond onder bijbetaling van een bedrag van 10.420 als bijdrage in de kosten voor straataanleg met zand- levering en terreinafscheiding. De machtiging wordt verleend. Aankoop perceel. Door J. G Uitendaal, is aan de gemeen te te koop aangeboden voor 2.000.het perceel aan de Dubbele Buurt No. 10 groot 68 M2. Met het oog op het voornemen om ge noemden openbaren weg te verbreeden, achten B er. W. het gewenscht, dat het perceel eigendom der gemeente wordt. Zij stellen daarom voor, hen tot aankoop te machtigen voor een bedrag van 2.070 De machtiging wordt verleend. Straatnamen. B. en W. stellen voor aan een gedeelte van de Jacob Geelstrsat bij het Hofdijkplein den naam te geven van HOLlijkplein en aan het straatgedeelte gelegen tusschen net Nagt- zaamplein en de Zomerkade, thans genaamd Nagtzaamstraat, den naam te geven van. Nagtzaamplein. Goedgekeurd. A inkoop materieel gemeente- i oinigin. B. en W. stellen voor, de thans bij den dienst van de gemeente-reiniging in gebrifik zijnde sproei-automobiel, welke door twee werklieden moet worden bediend, te doen inrichten voor bediening door één man, als mede aan te koopen een tweede sproei- automobiel met asphaltwasscher. De kos ten, welke resp. 800 en 8750 zijn, kun nen bestreden worden uit het totaal van de ioopende begrooting van den dienst van de gemeente-reiniging. Goedgekeurd. Bepalingen dienst gemeente-reiniging. B. en W. bieden ter vaststelling aan bepa lingen voor den dienst van de gemeente reiniging, welke nieuwe bepalingen noodig zijn, nu ingevolge bestaande overeenkomst door den dienst van de gemeentereinigintf opgehaalde stoffen rechtstreeks worden af gestaan aan den betrokken pachter, onder bijbetaling van 1.per M3, deze tarieven voo: den dienst verlies opleveren, waarom het noodzakelijk is, bedoelde tarieven te herzien. Voorts dient in bovenbedoelde bepalingen te vervallen het rijwerk voor particulieren, hetwelk krachtens zijn aard geacht kan wor den niet te behooren tot het reinigingsbe- drijf. Aangezien de practijk heeft geleerd, dat het in sommige gevallen aanbeveling ver dient vooruitbetaling te eischen, komt het B. en W. gewenscht voor daaromtrent eene benaling vast te stellen. De heer JOOSTEN meent, dat dit de eerste stap is op den weg, om het huisvuil niet meer gratis op te halen, Spr. vraagt aanhouding van het voorstel, opdat B. en W. in een nota eerst nadere uiteenzetting kunnen geven. De heer PEPER vindt de verandering slecht en zou daarom willen, dat B. en W. het voorstel introkken of de raad het voor stel-verwierp. De heer CASTRICUM gelooft, dat de wijziging alken inhoudt, dat de gemeente reiniging wat toezicht houdt op het opha len van vuil. Spr. kan zich wel met de wij ziging vereenigen. Wethouder HEERKENS THIJSSEN merkt op, dat de wijziging alleen bedoelt, orde en regelmaat te brengen in het ophalen van vuilnis. Den menschen wordt het^leven hierdoor niet lastig gemaakt, doch de aan te brengen orde en regelmaat maakt het ophalen van vuilnis minder kostbaar. Voor aanhouding is geen reden. In de portefeuille ziin de stukken gelegd. De heer JOOSTEN zegt, dat art. 1 de bedreiging inhoudt, dat het gratis-ophalen van vuil ophoudt Wat gebeurt er, als men zich niet houdt aan de bepalingen van den dienst? Welke maatregelen zullen worden get-offen tegen hen, die niet geregeld huis vuil meegeven? Indertijd is ,door den dienst der gemeenferein'ging geconstateerd, dat de huisvrouwen kwaadwillig waren in zake het meegeven van huisvuil. Die uitlating maakt spr. niet gerust omtrent de uitvoering van het nieuwe art 1. De heer KLEIN vreest, dat de aangegeven maten der bakken niet te handhaven zijn. Wethouder HEERKENS THIJSSEN zegt, dat niet dezelfde maatstaf aangelegd be hoeft te worden als bijv. bij melkmaten. Men heeft een maatstaf willen vaststellen, maar de beambten zullen de verordening wel behoorlijk weten uit te leggen. Als de heer Joosten een naderen uitleg wil hebben, kan hij dien krijgen, maar hij zal niet veel meer te weten komen Hij is echter lid van de Commissie van Bijstand voor den Reiniging^4;enst. zoodat hij ook langs dien weg inlichtingen kan krijgen. Spr acht uitstel niet, noodig. De verordening wordt op een honi-fHe wjize uitgevoerd. De heer GROENENDAAL vraagt nadere herziening van art. 5. De heer VAN LTEMT noemt aanhouding onnoo't'g. De veror^enims zal oo loyale wü- ze uitgevoerd worden. Bliikt in de practijk no«J verandering noodig, dan kan dit nog gebeuren. Het voorstel wordt aangehouden. Overplaatsing onderwijzeres. B. en W. stellen voor afwijzend te be schikken op hef verzoek van mei G. Th. Charbon, onderwijzeres aan school 29 Bak kerstraat om verplaatsing naar school 9 Tempeliersstraat. De heer BOES vraagt, of het prae-ad- vies niet dusdanig kan gewijzigd worden, dat nu niet overplaatsing kan volgen. Wethouder BRUCH antwoordt dat daar geen bezwaar tegen is. Het aldus gewijzigde voorstel wordt aan genomen. Instelling gemeentelijke stortings- en ophaaldienst. B. en W. stellen voor, over te gaan tot de instelling van een gemeentelijken stor tings- en ophaaldienst en bieden daartoe een verordening ter vaststelling aan. De heer JOOSTEN zegt, dat het Rijk aan sommige gemeenten 3 pet., aan anderen 1 pet. geeft in de de inrichtingskosten en vraagt welke pogingen Haarlem in deze ge daan heeft. Spr. wijst er op, dat, wanneer het op halen wekelijks geschiedt, het een dure ge schiedenis zal worden. Spr. stelt voor, uit art. 1 te schrappen de woorden ,,aan pu bliekrechtelijke lichamen en aan gemeente bedrijven," opdat bijv. uit den dienst ook de huren van woningbouwverenigingen kunnen betaald worden. Wethouder SLINGENBERG deelt mede, dat de bijdrage van het rijk niet bekend is. De dienat zal 'niet worden een kassiers kantoor, dat zorgt voor elke betaling, waar om er een beperkt karakter aan gegeven is. Wat het verzoek van den heer Joosten be- tieft, als de wenschelijkheid er van blijkt, kan de raad zich met B. en W., die er niet ongunstig tegenover staan, er over verstaan Voorloopig moet volgens spreker de dienst echter heperkt blijven. Art. 19 worden goedgekeurd. Bij art. 10 stelt de heer JOOSTEN voor, rente van de bij de gemeente berustende gelden te verstrekken, waarvan het persen- tatfe door den raad vastgesteld word:. Wethouder SLINGENBERG deelt mede, dat B. en W. wel bereid zijn, administratief rente te geven. Spr. geeft in overweging, een andere fo-muleering te kiezen. De heer JOOSTEN wijzigt zijri( amende ment in gelden „aan den dienst. Dit amendement wordt aangehouden. Bij art. 14 uit de heer CASTRICUM de wenscheliikhtd, dat een lid van het col lege van B. en W. boeken en kas opneemt. Wethouder SLINGENBERG zegt, dat dit wel gebeurt, doch dat de mogelijkheid open gelaten moet worden het te laten doen door een ambtenaar. De eindstemming wordt aangehouden. Heffing rechten Slachthuis. B. en W. bieden ter vaststelling aan een wijziging der verordening op de heffing van rechten voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis en voor de keuring van vee en vleesch. Mevr VAN LOOIJ stelt voor, gestoomd vleesch op meerdere plaatsen van de stad 16 Wethëucfer HEERKENS THIJSSEN "zegt, dat dit verboden is volgens de Vleeschkeu- ringswet. Spr leest het bewuste artikel voor. Het verbod is juist ingevoerd om misbru'ken tegen te gaan. De heer KLEIN begrijpt met, dat dit een verbod is volgens de,Rijkswet. Het is de bedoeling, dat ook anderé plaatsen aange wezen worden behalve het slachthuis. De wet verleent daartoe de bevoegdheid. De heer DE BOER wijst er ip, dat zelfs van verren omtrek de menschen dat min derwaardige vleesch komen halen. Spr. acht het beter, dat alleen het slachthuis aange wezen blijft Menschen, die commensaals hebben, mag dit vleesch niet verstrekt wor den, daar het als minderwaardig vleesch beschouwd wordt. Wethouder HEERKENS THIJSSEN acht het goed, het voorstel Van I.ooij om prae- advies te zenden naar B. en W. De bemer king „minderwaardig" is niet op haar plaats. Het is niej ondeugdelijk voor de consumptie. De heer KEESEN zou ook den verkoop van versch vleesch willen distribueeren op verschillende plaatsen der stad. Het voorstel-Van Looy gaat om prae-ad- vies naar B. en W. De nieuwe verordening wordt vastgesteld. Werken Duinwaterleiding. B. en W. vragen voor het doen uitvoe ren van verschillende werken en voor het aanschaffen van verschillende voorwerpen ten behoeve van de bergplaats en werk plaats aan de Korte Poellaan op het ter rein van de gemeentelijke duinwaterlei ding, een bedrag van 2,260 aan, te vol doen uit een resteerend gedeelte van het bij besluit van 19 Maart 1924 ter beschik king gesteld crediet van J 23.075. De heer KLEIN SCHIPHORST is van oordeel, dat het bestek niet in orde ge weest is. Er moeten zaken gemaakt wor den, waarvoor men geen geld gevraagd zou hebban, als het geld op was. Waarom is dat met dadeliik g°maakt? Hot was noodig. Wethouder HEERKENS THIJSSEN ver dedigt het voorstel van B. en W. Deze za ken zijn noodig en daarvoor wordt de toe stemming van B. en W. gevraagd. Meer geld is er niet noodig. De heer KLEIN SCHIPHORST merkt op, dat, indien bij eerste teekening deze zaken onder het oog gezien waren, de werken nog voordeeliger uitgevoerd zouden kllnnen zijn Het voorstel van B. en W. wordt goed gekeurd. De Stortings- en Ophaaldienst. Wethouder SLINGENBERG» deelt de na dere formuleering mede in zake het amen- dement-Joosten hij den Stortings- en Op haaldienst, dat aangenomen wordt, waarna de geheele verordening betreffende den dienst vastgesteld wordt. Benoemingen. Benoemd worden: tot curator van het Gymnasium, mr. A. Bruch; tot lid van de Commissie van toezicht op het Frans Halsmuseum, mr. H. van Lochem de Josselin de Jong; tot tijdelijk leer-ar in de plant- en dier kunde aan de 2e H.B.S. met 5-jarigen cursus C. F. L. Crop, te 's-Gravenhage; tot tijdelijk leeraar in de plant- en dier kunde aan de H. B. S. met 5-jarigen cursus met gewijzigd leerplan dr. B. H. Danser, te Amsterdam; tot tijdelijke leeraressen in de nuttige en fraaie handwerken aan de Meis|esschoo! voor M. O. de dames M. E. v. d. Boon en A P. v. Rijn; tot tijdelijke onderwijzeres aan den Ver volgcursus no. 1 mevr. Th. M. A. M KülingVertregt; tot onderwijzeressen aan school no. 14 de dames J. S. J. Weertman en M. S.'de Boer; tot onderwijzer aan school no. 18 A. F. v. d. Broek, te Amsterdam; tot onderwijzers aan school no. 27 J. C. v. d. Bilt, te° Zandvoort. De Gemeente-bejgrooting. Aan de orde is dan de voortzetting der behandeling van de gemeentebegrooting. Voortgezet worden de algemeene beschou wingen over hoofdstuk III („Openbare Vei ligheid") met de daarbij ingediende-voor stellenKeesen, een Commissie van advies in te stellen voor het gansche politie-per- soneel, Bakker, om de instelling van een vrouwelijke ambtenaar bij de politie te over- wegen in een vacature en Klein Schiphorst, dat B. en W. in onderzoek nemen reorga nisatie van het Verwelft en met voorstel len komen tot het verkrijgen van een beter verkeer daar ter plaatse. De VOORZITTER beantwoordt de ge maakte opmerkingen. De geest van het corps is goed. Hef corps is betrekkelijk klein en vervult zijn taak goed. In het algemeen is nog over de politie gesproken, maar bepaalde feiten zijn niet genoemd. De heer Gerritsz heeft ook over de opvatting der taak van de politie gespro ken. Wat het afnemen van biljetten aan een huis betreft, heeft de politie terecht inge grepen, doch toen de bewoners er geen be zwaar meer tegen hadden, mochten de bil jetten aangeplakt blijven. Als er nieuwe rij wielen noodig zijn, zal ook aan de binnen- landsche industrie gedacht worden. De re paratiekosten der rijwielen zijn laag. De be grooting is aan den lagen kant gehouden. Wat het verkeer betreft: als agenten op de trottoirs links loöpen, geschiedt dit in opdracht van' den commissaris, omdat de agenten nToetèn letten op het steken van sleutels in de deuren» op het braimen van licht, enz. Het op- en neergaande verkeer op den Kruisweg; moet nog gehandhaafd blijven, maar spr. zal zich hierover nog be raden met den wethouder van Openbare Werken. Spr. beantwoordt enkele opmerkingen van den heer Peper. Er zijn niet evenveel ge- pensionneerde als actieve inspecteurs. Die pensionneering geschiedt na zeer minutieus geneeskundig onderzoek. De heer Klein besprak de vakschool Hiervoor zijn de toegestane gelden ver strekt. Omtrent de reorganisatie van het Ver- wuift, welke nog al ingrijpend is, kan spr. eerst later mededeelingen doen. Het snelle rijden op de Amsterdamsche vaart wordt gecontroleerd, .maar dit kan niet geregeld geschieden. Dit jaar zijn daar ter plaatse 43 processen-verbaal opgemaakt. Over de motie-Keesen is spr. verwonderd. Indertijd is een Commissie van Overleg voor de politie ingesteld. Het schijnt spr. dat die commissie dan ook dit verzoek had moeten doen. Het schijnt, alsof het rechtsinstituut thans niet afdoende is. Bij" spr. is steeds in ampele overweging correcties van de straf fen der politie. Over een duur van 11 maan den zijn 50 straffen aan 197 mannen opge legd. Sprs, meening is, dat die straffen zoo mild mogelijk moeten worden toege past. Zij hebben bestaan in o.m. 22 gevallen uit 1 uur extra-dienst; ingehouden 1X4 vrije dagen, 2X4 vrije dagen, 5 vrije da gen en 1 X 6 vrije dagen; 5 X is een beris ping gegeven. Die straffen zijn mild. Uit den dienst zijn, zoolang spr. burgemeester is, drie personen verwijderd, welke spr. nader toelicht en welke dusdanig waren, dat zij onmogelijk in het corps te handhaven wa ren. Verder zijn 3 superieuren ontslagen, welke gevallen spr. eveneens toelicht. Spr. heeft zich in dergelijke zaken altijd zoo goed en volledig mogelijk doen voorlichten, hoewel hij daartoe niet verplicht was en die zaken ook steeds in het college van B. en W, be sproken, waarin steeds eenstemmig heid betrof Toen er verschil van meening bestond, is er een commissie van advies ge weest, maar men mag niet zeggen, dat, dit wel gebeurt bij de zaak van een inspecteur en niet van een gewonen politie-agent, Spr. heeft riet 'net gevoel gebaat te zijn met een commissie van advies. Spr. kan advies genoeg krijgen. Nu is hij veel vrijer, dan met een vaste commissie van advies. Spr. acht zoo'n commissie niet noodig en niet ge wenscht. Wat het voorstel-Bakker betreft, spr. acht het bij den bestaanden financieren toe stand der gemeente ongewenscht, thans een vrouwelrke ambtenaar aan te stePen. Er is voor baar geen werk Er zijn andere perso nen. die op dit gebied werkzaam zijn. De be hoefte aan een dergeli'k instituut bestaa. dar ook nog niet. Bij de tegenwoordige sterkte van hef inspecteurs-corps kan spi. dit niet doen. Als er 13 inspecteurs zijn, in- stede van ll^het tegenwoordige aartal), zal spr. het aanstellen van een vrowue- lijke ambtenaar bij de politie met den raad overwegen. Sor. merkt verder op, dat niet meer ge sproken moet worden over de politie op een wiize, die den goeden naam van het corps schaadt. Laat men waardeering toeren v°°r het werken van het corns. Het werkt goed en spr. wijst op de gevallen in de Haarlem mermeer en den overval in de Kleine Hout straat. Waardeerintf zal tof nog meer ijver bii het corps aarson-en. De heer GFRRTTSZ heeft wel in het alge meen gesproken, maar bestrijdt, dat hii al gemeenheden heeft gébruikt. Het ontbreken van een algemeene politiewet leidt tot de groote vriiheid bij de po'itie. Spr. spreekt niet over den geest van het corps, hoewel de mededeelden van den voorzitter daartoe wel uitlokken. Als op 3 inspecteurs van de 11 wat aan te merken is geweest, vindt spr., dat dit boekdeelen spreekt. De VOORZITTER zegt, dat dit 2 op de 15 is geweest. De heer GERRITSZ meent, dat, als de poli tie buiten haar bevoegdheid gaat, men een waarschuwende stem moet laten hooren. Wat de kwestie der aanplakbiljetten be treft, hiertoe had de politie zich niet moe ten leenen. De politie had zich hierin niet moeten mengen Ook andere zaken, als de gepleegde fraude zijn naar voren gekomen, waarom spr. zijn geval naar voren gebracht heeft. Wat het verkeer betreft, spr. vindt het verkeerd, dat tusschen 7 en 8 u. des avonds in de Kruisstraat een agenl een ronde moet doen tegen den draad van het verkeer in. Spr. heeft meer voorbeelden Het is een foutieve regeling Zoo n agen' moet inet het verkeer .meeloopen Een ander geval is, dat men een agent ter controleering zet op het asphalt nabij de Parklaan Men zet hem juist als hinderpaal in het verkeer Ook wordt een post geplaatst in de ronding van een brug, wat mede het verkeer hindert. Dit bewijst, volgens spt dat de juiste regeling van het verkeer nog niet doorgedrongen is tot hen, die baar moeten handhaven Spr. heeft ook de wenschelijkheid geuit van een regeling van het verkeer. Hoe dit moet, weet spr. niet en hoeft hij ook niet te zeggen Hij heeft alleen te wijzen op de groote lijnen van het verkeer. Goede ver keersregeling bevordert minder ongelukken. Een goede verkeersreg ding moet vlug inge voerd worden Spreker gelooft dat men wel een waarschuwende stem mag laten hooren, als pogingeji in het werk gesteld worden, zich van medewerking der pers voor de politie te verzekeren De heer KEESEN gelooft wel, dat de straf fen bij de politie strikt rechtvaardig geweest zijn. Maar de burgt-ui en de commissaris zijn ook mensch. Zij kunnen zich vergissen. Spr. acht in alle diensten een commissie van be roep noodig, een soort scheidsgerecht, waar op een gestrafte zich kan beroepen. Spr. haalt als voorbeeld aan het typografisch be drijf, waar een dergelijke commissie bestaat en gunstig werkt, In verband met de rechts positie van het personeel acht spr het noo dig, dat zoo'n commissie in het leven wordt geroepen, daar dan niet de -onmiddellijke chefs alleer kunnen straffen De instelling der bedoelde commissie be treft zaken, welke een onderzoek eischen. Spr. gelooft wel, dat de uitoefening der staffen den burgemeestei veel zorgen baart, maar dan geeft zoo'n commissie hem juist een ruggesteun. Het voorstel gaat niet tegen den persoon van den burgemeester of- com missaris van politie Spr. meent, dat door de openlijke mededeelingen van den burgemees ter in zake de bestraffing van inspecteurs de publieke opinie omtrent het corps niet verhoogdw ordt. Dit uitlatingen hadden z.i. beter achterwege kunnen bliiven. De heer KLEIN brengt in herinnering, dat 20 December 1916 aan den toenmaligen bur gemeester verzocht is door den raad door aanneming van een voorstel-Bruch een com missie van advies in te stellen Dit was voor de inspecteurs. Het thans ingediende voorstel beoogt de instelling van zoo'n commissie voor hei lagere personeel Spr. wijst er op, dat de 3 organisatie's bij het politie-perso- neel zich uitgesproken hebben vooi de in stelling van een commissie van advies. Spr. gelooft, dat de commissaris van politie zelf niet goen de verordening kent. Geldstraffen moeten zoo min mogelijk toegepast worden. De VOORZITTER: „Die zijn ook niet toe gepast." De heer KLEIN zegt verder, dat in Rot- terdam dergelijke commissies we 1 ingesteld I worden. Zoo'n commissie geeft gerustheid aan I het personeel i Wethouder BRUCH mtenl dat, waar dc burgemeester zich nog steeds als hoofd der politie beschouwt, hij ovei d- politie-zaken als gewoon raadslid mag spreken Men moet zich op het juiste standpunt stel len, of het goed is, dat iemand in groot organisatorisch verband gestraft kan worden zonder recht op beroep Spr. gelooft ook dat de straffen rechtvaar dig zijn toegepast, maar acht toch een com missie van advies noodig Men kan falen, doch dit falen wordt kieiner. naarmate het aantal personen ter beoordeeling grooter is. De Voorzitter kan z.i. een voorbeeld nemen aan het militaire leven. De geringste militair heeft recht op beroep Waar dit verband, wat niet het modernste is, dit toelaat, be wijst wel, dat men daar falen niet onmogelijk acht. Naar sprekers meemng behoeft geen on rust te bestaan over wat gebeurd is, doch de bestraffing geschiedt door éér persoon in ge vallen van eenige beteekems. Bij technisch- organisatorische kwesties moet ook een be voegde daarover zijn oordeel kunnen zeg gen. Agent zijn is een zeer gespecialiseerd be drijf. Hij is een ambtenaar, die, uit zijn be drijf gestooten, niet meer in zijn ambt terecht kaft. Dat klemt vooral en het zou spr. aan genaam zijn, als de burgemeester, wanneer de raad er zich voor uitspreekt in meerder heid, toch tot de instelling eener commissie van advies wilde besluiten Mevr. MACDONALD acht de toezegging in zake de vrouwelijke ambtenaar ook wel belangrijk. Wat de noodzaak eener dergelijke aanstelling betreft, zegi spr., dat de voor- stelsters vrouwen achter zich hebben, die weten, wat voor de misdadige jeugd gedaan moet worden Er is geen sprake van slechts enkele gevallen, want dan zou men er zich niet zoo warm voor gemaakt hebben. Spr. acht de belofte van den voorzitter een stap vooruit Haar ideeën zal spr. meer ingang trachten tu doen vinden. De heer PEPER gelooft ook, dat het be roep van den voorzitter de reputatie van de politie te handhaven, geen goed gedaan heeft. Dat wekt den schijn alsof er wat is Het is spr. er om te doen geweest dingen, welke iedereen reeds wist. hier in bespreking te brengen. Mevr. MAARSCHALL vraagt, of het voor stel-Bakker ingetrokken is De VOORZITTER merkt op, dat de ge- meente-financiën thans niet gedoogen de aan stelling van een inspectrice. Als het inspec teurscorps de sterkte van bet aantal 13 be reikt heeft, zal overwogen worden de aan stelling van een vrouwelijke ambtenaar. De heer J. VISSER (C -H.) meende in de rede van den voorzitter beluisterd te heb ben, dat deze voor een commissie van advies was, als er tusschen hem en den commis saris van politie verschil van meening be stond. Als er fouten van een gedeelte van hetp ersoneel naar buiten komen, schaadt dit, volgens spr. niet het geheele corps. Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM is voor de aanstelling van een inspectrice, maar wil dit als een beginselbesluit beschouwen. De heer DE BRAAL verklaart, dat de anti- rev. in beginsel tegen de aanstelling van een vrouwelijke ambtenaar van de politiek zijn, omdat de anti-rev tegen 't leggen van over heidstaak in handen der vrouwen zijn. De VOORZITTER beantwoordt nog de sprekers. De zaak van het aanplakken der billetten is geheel volgens de verordening door de politie behandeld. De heer GERRITSZ acht het niet juist, dat aan een verzoek van iemand gehoor gegeven is. De VOORZITTER beantwoordt den heer Keesen en merkt op, juist uitvoerige mede deelingen over het corps te hebben gedaan, om het juiste licht op het corps te laten vallen. Wat de instelling van een commissie van advies betreft, spr, heeft niet het recht, art. 191 der Gemeentewet te veranderen, maar wel kan hij toezeggen, dat geen straf opge legd wordt, alvorens de zaken zoo ruim mogelijk onderzocht zijn De algemeene beschouwingen worden ge sloten. Stemmingen, De motie-Keesen wordt met 237 stem men aangenomen. Tegen de leden Loosjes, Van Berlekom, Willekes Macdonald, Bakker, Miezérus, Van Looij en J. Visser (C. H.) De principiëele motie van mevr. Bakker wordt aangenomen met 255 stemmen. Te gen de leden Klein, Van Looy, De Braai, Kee sen en Bruch. De motie-Klein Schiphorst gaat naar B. en W. om prae-advies. De vergadering wordt half zes geschorst. schorst. Avondzitting. Te 8 uur wordt eerst een geheime zitting gehouden. Om 9 uur wordt de openbare ver gadering geopend. Begonnen wordt r,.et de behandeling der posten van hoofdstuk III („Openbare Veilig heid"). De heeren DE BOER en KlNGMA vragen bij post 299 verbetering der politie-posthui- zen. Wethouder REINALDA antwoordt, dat verbeteringen aangebracht zullen worden. Bij post 300 zegt de VOORZITTER overlegging toe van een gespecificeerde nota omtrent het bedrag van 2.000 aan bureaubehoeften. Bij post 302 zegt de heer GROENEN DAAL, dat het onderhoud der rijwielen ad 45 per rijwiel en per jaar nogal hoog is. Spr. vraagt overlegging van een lijst, wat er dan al zoo aan die rijwielen gedaan moet worden Spr. maakt ook bezwaar tegen den post van 2000 voor de motorrijwielen, welke nu weer met 500 verhoogd is. De VOORZITTER antwoordt op dit laat ste, dat dit komt door een intenser gebruik der motoirijwielen. Dat ligt aan het afleg gen der afstanden De heer GROENENDAAL begrijpt dit niet. Waarom rijdt de motorbrigade kalme straten als Brouwerskade e.a., waar tóen niet hard gereden kan worden en zelfs zel den een auto komt Er moeten geen plei- ziertochtjes van gemaakt worden. De VOORZITTER antwoordt, dat de mo torbrigade mede surveilleert, omdat de sterkte van het politiekorps dit noodig nicictl^t De heer GROENENDAAL zou den post löet 500 willen verlagen. De heer CASTRICUM juicht uitbreiding van den diens) der motorbrigade toe, om dat de brutaliteit der motorrijders dit noo dig maakt De heer GERRITSZ merkt op, dat men toch niet een motorbrigade de Amsterdam sche vaari op en neer kan laten rijden. Laat men daar dan een paar agenten zetten De VOORZITTER antwoordt, dat daar niet genoeg personeel voor is. Wethoudei REINALDA ontraadt het voorstel-Groenendaal en bepleit een nade re organisatie van de motorbrigade, welke de 2000 noodig heeft. De post wordt goedgekeurd, Bij post 309 bepleit de heer KEESEN betere verlichting van de Bolwerken, van den weg Pieter Kiesbrpg naar de viaduct Kenaupatk en Rozenstraat. Wethouder SLINGENBERG meent, dat de weg van de Pieter Kiesbrug naar de hoofdsi^dat wel veilig is. Het verzoek-Kee- sen zal echter overwogen worden. De overige posten en het geheele hoofd stuk worden goedgkeurd HOOFDSTUK IV (Volksgezondheid). De VOORZITTER wil geen algemeene beschouwingen houden, omdat de Zieken huiscommissie ad hoe toch spoedig met haar arbeid gereed zal zijn. De heer KOPPEN gaat daar niet mede accoord. Besloten wordt algemeene beschouwin gen te houden De heer KOPPEN zal ziekenhuiskwesties buiten beschouwing laten Spr. betreurt het, dat de Joanna van. Lijndenstichting geen antwoord gestuurd is. Zij heeft zich nu terug getrokken. Het gaat hier om 'n gemeentebelang, zoolang die in richting aan een paardenstal grenst, is de rust er niet, welke er zijn moet Door het verzoek der stichting zou hieraan te ge- moet gekomen kunnen zijn Spr. betreurt het, dat deze zaak niet naar de Zieken huiscommissie ad hoe verwezen is. Den algemeenen gezondheidstoestand be sprekend, is spr. ook van oordeel, dat hij goed is, maar men moet niet alleen het sterftecijfer beschouwen. Spr verwijst naar het verslag van den schoolartsendienst over 1923, waaruit een minder gunstige toestand blijkt, 2058 kinderen worden onder de ru briek „slappe kinderen" gerangschikt; 733 lijden aan bloedarmoede. Spr, vraagt voor dit verslag de volle aandacht van B. en W. De cijfers gevoteerd, voor de volksgezond heid zijn niet hoog. Hierop vestigt spr. de aandacht van B. en W. Ook dit jaar wor den slechts enkele centen besteed voor de tuberculose-bestrijding. Ook hierin moet in de naaste toekomst verandering worden ge bracht. Spr. wijst verder op het nog steeds ont breken van een zweminrichting in het Am sterdamsche kwartier. F.r zullen zelfs nog geen plannen daartoe worden ingediend, Spr. vraagt spoedige uitvoering der be staande plannen hieromtrent. Verder klaagt spr. over de weinige me dedeelingen, welke de geneeskundige ar- mencommissie aan den raad overlegt. Mis schien kan deze aangelegenheid door de Ziekenhuiscommissie ad hoe behandeld wor den. Spr. breekt een lans voor het aanschaf fen van een auto voor den geneeskundigen dienst voor het vervoer van personen, die een ongeluk hebben gekregen. In dezen tijd van verkeersgevaren acht spr. dit wel noo dig. Spr. geeft eenige cijfers, welke z.i de noodzakelijkheid van een autodienst wetti gen. Spr. zou willen, dat een onderzoek werd ingesteld raar de mogelijkheid van in stelling van een dergelijken autodienst, wat z.i. met weinig kosten gepaard zal gaan. Spr. vraagt verder een spoedige overplaatsing van den geneeskundigen dienst, die op" de Botermarkt zeer gebrek kig gehuisvest is. De heer KEERWOLF vraagt ook naar de uitvoering van de stichting van een zweminrichtng in het Amsterdamsche kwar tier. Kan geen memoriepost uitgetrokken worden? De heer CASTRICUM meent, dat slechts enkele weken geleden een voorstel tot stichting eener zweminrichting daar ter plaatse verworpen was. De bouw zal veel geld kosten, waarmede we zeer voorzichtig moeten zijn.. De VOORZITTER beantwoordt de kwes tie met de Joanna van Lijndenstichting. De kwestie was nog in onderzoek toen de stichting haar voorstel introk. Het niet-ant- woorden hield geen verwerping in van het voorstel; integendeel, het was in bewerking, De algemeene toestand kan beter bespro ken vyorden bij de Ziekenhuiscommissie. B. en W zijn overtuigd van de behoor lijke werking van den autodienst van de firma Mathot. Een autodienst voor den geneeskundigen "dienst kan wel overwogen isrl worden bij de Ziekenhuiscommissie, De plannen tot overplaatsing van den ge neeskundigen dienst zijn in een ver gevor derd stadium. Wethouder SLINGENBERG deelt mede, dat de meerderheid van B. en W. van oor deel is, dat in dezen tijd niet tot den bouw eener zweminrichting moet worden overge gaan. Wethouder BRUCH merkt op, dat de min derheid van B. en W. een zweminrichting in het bedoelde kwartier noodig acht. De heer KOPPEN wil ook wel den auto dienst naar de Ziekenhuiscommissie verwij zen. Spr. hoopt, dat de wethouders Bruch en Reinalda de kansen tot stichting eener zweminrichting zullen benutten. Spr. vraagt haar de door buitenstaanders ingediende plannen te dezer zake. De heer CASTRICUM acht een derde zweminrichting niet noodig. De 200.000 mogen er thans niet voor uitgegeven wor den. De heer PEPER becritiseert ook de hou ding van B. en W. tegenover de Joanna van Lijndenstichting. B. en W. treft hie* bet ver wijt van ergerlijke nalatigheid. D zaak is reeds maanden oud. Spr. difnt eei voorstel in, waarbij B. en W, uitgenoodigd worden, de onderhandelingen met de Joanna van Lijndenstichting betreffende de plannen van October 1923 te hervatten. De heer GERRITSZ merkt op, dat de zaak inderdaad reeds 13 maanden oud is, maar zij is vertraagd door de instelling der Zieken huiscommissie, welke zijne oprichting in het verzoek van bedoelde stichting vindt. Zon der nader overleg heeft het_ bestuur der stichting zijn brief ingetrokken. Spr gelooft, dat de motie-Peper nu niet gehandhaafd moet worden, daar dan de zaak zelf bsproken moet worden, waarop de raad onvoorbereid is en wat niet wenschelijk is. De zaak wordt in de eerstvolgende verga dering der Ziekenhuiscommissie besproken, en daarna zal raoport worden uitgebracht. De heer PEPER heeft straks de welwil lendheid der heeren noodig voor een stuk of wat moties en trekt deze motie in. De algemeene beschouwingen worden ge sloten. Post 320 wordt met 2000 verhoogd in verband met de bestrijding van besmettelijk hoofdzeer. Bij jScst 321 bepleit de heer CASTRICUM hef houden van alle collectes voor tubercu losebestrijding op één dag. Wethouder HEERKENS THIJSSEN ant woordt, dat B. en W. van oordeel zijn,, dat de collectes op 3 verschillende dagen meer zullen opbrengen. Spr. is voor beperking der s'raatcollectes, maar er zijn er weinig hier. Concentratie der collectes acht spr. niet van. belang voor de betrokken vereenigingen. De VOORZITTER merkt op. dat de vraag te stellen is aan de vereenigingen. Bij dit artikel wordt ook behandeld het voorstel van B. en W. tot het verleenen van subsidie voor tuberculose bestrijding. B. en W. stellen voor het subsidie 'voor 1925 van de Vereeniging tét bestrijding der Tuberculose en het Lighalfonds, groot 10.500, te verhoogen met een bedrag, be rekend naar 0.05 per inwoner, onder voor waarde, dat de gemeente van de provincie een subsidie ontvantft eveneens berekend naar 0.05 per inwoner en dat van het to taal subsidie door de vereenigd ten minste een bedras berekend naar 0.10 per inwo ner, zal worden besteed voor verpleging van lijders aan tuberculose. De leden J JOOSTEN c.s. stellen voor, de door B en W. vastgestelde voorwaarde inzake de subsidie-verleend aai} de Ver eeniging tot Besiriiding. der Tuberculose al dus te wijzigen, „dat de vereeniging voor 0

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9