Gemeenteraad van Haarlem-
Behandeling der Begrooting voor 1925.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde blad - Donderdag 11 December 1924
Wethouder BRUCH merkt op, dat B, en
W. de zaak juist zoo duidelijk uiteengezet
hebben, omdat men tot deze uitgaaf niet
verplicht is. B. en W. zijn echter unaniem
van meening, dat moreel de gemeente wei
tot deze ui.gave is verplicht, wil de gelijk
stelling niet in gevaar komen.
Den heer Scholl beantwoordende, zegt
spr., dat men ook onverplichte bijdragen af
hankelijk zou kunnen stellen van de bij
dragen van het Rijk Er moeten voldoende
waarborgen zijn voor goed onderwijs. De
ratio, door den heer Scholl bedoeld, is ook
in dit voorstel verwerkt. Gaat men anders
echter af op het advies van den inspecteur
van ondeiwijs, thans doet men het op ad
vies van den wethouder van ónderwijs.
Spr. meent, dat deze gelden verstrekt
moeten worden, uit hopfde van de financi-
eele gelijkstelling
Ook den Haag heeft zich op hetzelfde
standpunt gesteld. Het is ook niet in te
zien, waarom het veel duurdere buitenge
woon onderwijs niet en het gewone L. O.
wel gesteund zou moeten worden. We ne
men geen taak over van de regeering, want
in deze heeft zij geen taak.
De heer SCHOLL gelooft, dat ieder ge
val op zich zelf beschouwd moet worden, i
waarom het beroep op den Haag in zijn al-
gemeenheid niet geldt.
Spr. is van oordeel, dat de gemeente de
subsidie alleen moet verleenen als ook het
Rijk steun verleent. Bij de verleening der
subsidie zonder meer, weet men ook niet,
of er nog meer gevraagd zal worden later.
Wethouder BRtJCH deelt nog mede, dat
bij de tot stand koming dezer bijzondere
school voor buitengewoon onderwijs toch
nog de twee openbare scholen voor buiten
gewoon onderwijs noodig zullen blijken
Toen de tweede openbare school voor
buitengewoon onderwijs werd opgericht,
was B. en W. niet bekend, dat er een der
gelijke bijzondere school zou komen.
Verder wijst spr. er op, dat dit voorstel
geheel op zich zelf staat, dus ook los van
den Haag, waar aanzienlijk meer gegeven
wordt.
De heeren Scholl c.s. stellen voor, de
•subsidie te verleenen, mits het Rijk ook
subsidie verleent volgens het Kon. besluit
van October 1923.
Wethouder REINALDA zegt, reeds dade
lijk bij hei inkomen van dit verzoek zich er
tegen te hebben .verklaard.
Destijds is van katholieke zijde medege
deeld, dat men niet over zou gaan tot stich
ting eener school voor buitengewoon L. O.
Op dien grond is een dergelijke tweede
openbare school gesticht. Plotseling kwam
men echter toch van katholieke zijde met
dit voorstel,
Nu de rechtsche regeering nalaat, in deze
de gelijkstelling te bevorderen, acht spr.
zich als sociaal-democraat ongerechtigd, de
zelfde nalatigheid plaatselijk te handhaven.
De vraag moet echter gesteld, of een derde
dergelijke school noodig is en die vraag
moet toestemmend beantwoord worden.
Spr. is bereid, steun te verleenen, mits er
voorwaarden aan dit onderwijs gesteld
worden, dat het karakter er van hetzelfde
is ,als dat aan de opbenbare scholen voor
buitengewoon L. O
Het voorstel-Scholl houdt in, dat geen
subsidie verleend wordt, daar het Rijk geen
subsidie verleent. Spr. wil aan die nalatig
heid van het Riik niet meewerken.
De heer SCHOLL vraagt zich af, of in
dezen tijd, nu het Rijk alle lasten op de ge
meenten wil afschuiven, deze uitgaaf wel
geoorloofd is. Spr. verdedigt zijn amende
ment.
De heer GERRITSZ merkt op, dat het
amendement slechts verband wil brengen
tusschen de rijksbijdrage van de exploitatie
en de gemeentelijke bijd^a^e in de oprich
tingskosten. Men wil de bijdrage verleenen,
wanneer er waarborgen zijn voor goed on
derwijs.
De héér JOOSTEN meent dat het een
velige weg is, de zaak te laten uitmaken
door een het bijzonder onderwijs bevriende
regeering, wat het amendement beoogt,
Wethouder BRUCH merkt op, dat het
van belang is, kleine scholen voor buiten
gewoon onderwijs te hebben Er zijn thans
eéh 200 kinderen voor dat onderwijs, wat
voldoende is voor een drietal scholen
De Staat steunt niet, omdat er geen geld
is. Daar is rekening mede te houden. Maar
dan moet de gemeente dien weg nog niet
volgen. Hetzelfde doet zich voor bij den
•teun aan Volksuniversiteiten. Nu heeft
Haarlem dien steun geheel op zich geno
men. Ook de Openbare Leeszaal wordt ge
steund, ondanks de niet-verleeniftg van
steun door het Rijk Spr. meent, dat daar
om ten opzichte van dezA bijzondere school
voor buitengewoon onderwijs hetzelfde
standpunt moet worden ingenomen. Spr
legt uit, dat den Haag veel meer geeft, o.m.
voor inrichting van de lokaliteiten en voor
meubilair.
De waarborgen, dat het onderwijs goecï
zal zijn, zijn er
De heer JOH. VISSER C. H. protesteert
er tegen, dat der regeering nalatigheid ver
weten wordt. Er is bij haar onmacht in het
spel.
De heer LOOSJES deelt mede, dat de
Vrijheidsbond-fractie dit voorstel zal steu
nen, maar spr vraagt, of dit schoolbestuur
niet terug zal komen om bijdragen in cie
kosten van in stand houding.
Dr. Kuenen is ter vergadering gekomen.
Het amendeinent-Scholl wordt verwor
pen met 229 stemmen. Voor de S.D.A.P.,
behalve wethouder Reinalda.
Het voorstel van B. en W. wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen
Vergoeding eervol ontslag agent
van politie.
B. en W stellen voor, de door den ge
wezen agent van politie J. Kunst geleden
financieele schade, tengevolge van een
hem bij de uitoefening van ziinen d;e"<-t
overkomen ongeval, waardoor hij gedu
rende 58 weken in eené "ziekeninrichting
is verpleegd geweest, aan hem te vergoe
den en daarvoor een bedrag van 819,70
beschikbaar te stellen.
De heer JOOSTEN vindt de vergoeding
vel wat schraal. Het kostgeld, dat Kunst
liet heeft behoeven te betalen, is van alles
afgetrokken. Spr zou ook dit bedrag wiiien
verlceneL
De heer CASTRICUM ondersteunt dit.
Wethouder SLINGENBF.RG wiist er op,
dat ieder kans loopt, nadeelige financieele
gevolgen te hebben in zijn beroep, als hij
invalide wordt. We kunnen den man niet
ziin geheele leven zijn salaris uitkeeren.
Wanneer de gemeente uitkeering krijgt van
de Risicobank, kan zij de geheele vergoe
ding voor geneeskundige, hulp uitkeeren.
Doo-dat de man ongehuwd was, heeft hij
zijn kostgeld uit kunnen sparen, toen hij in
K t zi»''pnh"is verpleegd werd. Hem moet
alleen betaald worden de schade, welke hij
hii geleden heeft.
Het voorstel van B en W. wordt aange
nomen.
Te vellen boomen.
Ut en W. bieden ter vaststelling aan een
lijst van de te vellen boomen.
Vastgesteld.
Toekenning voorschot.
B. en W stellen voor, aan de alhier ge
vestigde Woningbouwvereeniging „Spaarn-
oog" alsnog een voorschot, groot hoog
stens 6,600.toe te kennen, ter tege
moetkoming in de kosten van den bouw
van 44 arbeiderswoningen en een kantoor
aan de Damaststraat, de Spaarnoogstraat en
de Uostvest
Goedgekeurd.
Aanvaarding gedeelten water.
B. en W. vragen macht-ging, om 930 c.A.
water, gelegen tusschen de algemeene be
graafplaatsen, gratis van den Schoterveer-
polder te aanvaarden.
De machtiging wordt verleend.
Verkoop grond.
B. en W. stellen voor, aan J. 'Kolk te
verkoopen 276 .M2 grond, gelegen aan de
Molijnstraat, tegen 15 per M2-
Goedgekeurd.
Grond in erfpacht.
B. en W. stellen voor, aan W. C Kloos
en N. van Strien in voortdurende erfpacht
uit te geven 184 M2 grond, gelegen aan
de Molijnstraat, tegen een erfpachtscanon
van 0.97 Li per M2 per jaar.
Goedgekeurd.
B. en W. stellen voor, aan J. Fortgens
en P. G. J. Sernée in voortdurende erf
pacht uit te geven 270 M2 grond, gelegen
op den hoek Oost-Indiëstraat en Gasthuis
kan, tegen een erfpachtscanon van 0.91
per M2 per jaar.
Goedgekeurd.
Overdracht grond.
B. en W. vragen machtiging tot het in ex
ploitatie brengen van een aan de gemeente
Haarlem in eigendom toebehoorende strook
gicnd langs den Rijksstraatweg onder de
gemeente Schoten, ter diepte van 35 M
(aan de noordzijde begrensd door den
Spaarnhovenweg en aan de zuidzijde door
de bestaande bebouwing) en onder intrek
king van h^t besluit van 20 Februari 1924
hen te machtigen aan de gemeente Schoten
om niet, over te dragen, ^pet bestemming
voor openb. weg, grond onder bijbetaling
van een bedrag van 10.420 als bijdrage
in de kosten voor straataanleg met zand-
levering en terreinafscheiding.
De machtiging wordt verleend.
Aankoop perceel.
Door J. G Uitendaal, is aan de gemeen
te te koop aangeboden voor 2.000.het
perceel aan de Dubbele Buurt No. 10 groot
68 M2.
Met het oog op het voornemen om ge
noemden openbaren weg te verbreeden,
achten B er. W. het gewenscht, dat het
perceel eigendom der gemeente wordt.
Zij stellen daarom voor, hen tot aankoop
te machtigen voor een bedrag van 2.070
De machtiging wordt verleend.
Straatnamen.
B. en W. stellen voor aan een gedeelte
van de Jacob Geelstrsat bij het Hofdijkplein
den naam te geven van HOLlijkplein en aan
het straatgedeelte gelegen tusschen net Nagt-
zaamplein en de Zomerkade, thans genaamd
Nagtzaamstraat, den naam te geven van.
Nagtzaamplein.
Goedgekeurd.
A inkoop materieel gemeente-
i oinigin.
B. en W. stellen voor, de thans bij den
dienst van de gemeente-reiniging in gebrifik
zijnde sproei-automobiel, welke door twee
werklieden moet worden bediend, te doen
inrichten voor bediening door één man, als
mede aan te koopen een tweede sproei-
automobiel met asphaltwasscher. De kos
ten, welke resp. 800 en 8750 zijn, kun
nen bestreden worden uit het totaal van
de ioopende begrooting van den dienst van
de gemeente-reiniging.
Goedgekeurd.
Bepalingen dienst gemeente-reiniging.
B. en W. bieden ter vaststelling aan bepa
lingen voor den dienst van de gemeente
reiniging, welke nieuwe bepalingen noodig
zijn, nu ingevolge bestaande overeenkomst
door den dienst van de gemeentereinigintf
opgehaalde stoffen rechtstreeks worden af
gestaan aan den betrokken pachter, onder
bijbetaling van 1.per M3, deze tarieven
voo: den dienst verlies opleveren, waarom
het noodzakelijk is, bedoelde tarieven te
herzien.
Voorts dient in bovenbedoelde bepalingen
te vervallen het rijwerk voor particulieren,
hetwelk krachtens zijn aard geacht kan wor
den niet te behooren tot het reinigingsbe-
drijf.
Aangezien de practijk heeft geleerd, dat
het in sommige gevallen aanbeveling ver
dient vooruitbetaling te eischen, komt het
B. en W. gewenscht voor daaromtrent eene
benaling vast te stellen.
De heer JOOSTEN meent, dat dit de
eerste stap is op den weg, om het huisvuil
niet meer gratis op te halen, Spr. vraagt
aanhouding van het voorstel, opdat B. en
W. in een nota eerst nadere uiteenzetting
kunnen geven.
De heer PEPER vindt de verandering
slecht en zou daarom willen, dat B. en W.
het voorstel introkken of de raad het voor
stel-verwierp.
De heer CASTRICUM gelooft, dat de
wijziging alken inhoudt, dat de gemeente
reiniging wat toezicht houdt op het opha
len van vuil. Spr. kan zich wel met de wij
ziging vereenigen.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN merkt
op, dat de wijziging alleen bedoelt, orde en
regelmaat te brengen in het ophalen van
vuilnis. Den menschen wordt het^leven
hierdoor niet lastig gemaakt, doch de aan
te brengen orde en regelmaat maakt het
ophalen van vuilnis minder kostbaar. Voor
aanhouding is geen reden. In de portefeuille
ziin de stukken gelegd.
De heer JOOSTEN zegt, dat art. 1 de
bedreiging inhoudt, dat het gratis-ophalen
van vuil ophoudt Wat gebeurt er, als men
zich niet houdt aan de bepalingen van den
dienst? Welke maatregelen zullen worden
get-offen tegen hen, die niet geregeld huis
vuil meegeven? Indertijd is ,door den dienst
der gemeenferein'ging geconstateerd, dat de
huisvrouwen kwaadwillig waren in zake het
meegeven van huisvuil. Die uitlating maakt
spr. niet gerust omtrent de uitvoering van
het nieuwe art 1.
De heer KLEIN vreest, dat de aangegeven
maten der bakken niet te handhaven zijn.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN zegt,
dat niet dezelfde maatstaf aangelegd be
hoeft te worden als bijv. bij melkmaten.
Men heeft een maatstaf willen vaststellen,
maar de beambten zullen de verordening
wel behoorlijk weten uit te leggen.
Als de heer Joosten een naderen uitleg
wil hebben, kan hij dien krijgen, maar hij
zal niet veel meer te weten komen Hij is
echter lid van de Commissie van Bijstand
voor den Reiniging^4;enst. zoodat hij ook
langs dien weg inlichtingen kan krijgen. Spr
acht uitstel niet, noodig. De verordening
wordt op een honi-fHe wjize uitgevoerd.
De heer GROENENDAAL vraagt nadere
herziening van art. 5.
De heer VAN LTEMT noemt aanhouding
onnoo't'g. De veror^enims zal oo loyale wü-
ze uitgevoerd worden. Bliikt in de practijk
no«J verandering noodig, dan kan dit nog
gebeuren.
Het voorstel wordt aangehouden.
Overplaatsing onderwijzeres.
B. en W. stellen voor afwijzend te be
schikken op hef verzoek van mei G. Th.
Charbon, onderwijzeres aan school 29 Bak
kerstraat om verplaatsing naar school 9
Tempeliersstraat.
De heer BOES vraagt, of het prae-ad-
vies niet dusdanig kan gewijzigd worden,
dat nu niet overplaatsing kan volgen.
Wethouder BRUCH antwoordt dat daar
geen bezwaar tegen is.
Het aldus gewijzigde voorstel wordt aan
genomen.
Instelling gemeentelijke stortings-
en ophaaldienst.
B. en W. stellen voor, over te gaan tot
de instelling van een gemeentelijken stor
tings- en ophaaldienst en bieden daartoe
een verordening ter vaststelling aan.
De heer JOOSTEN zegt, dat het Rijk aan
sommige gemeenten 3 pet., aan anderen 1
pet. geeft in de de inrichtingskosten en
vraagt welke pogingen Haarlem in deze ge
daan heeft.
Spr. wijst er op, dat, wanneer het op
halen wekelijks geschiedt, het een dure ge
schiedenis zal worden. Spr. stelt voor, uit
art. 1 te schrappen de woorden ,,aan pu
bliekrechtelijke lichamen en aan gemeente
bedrijven," opdat bijv. uit den dienst ook
de huren van woningbouwverenigingen
kunnen betaald worden.
Wethouder SLINGENBERG deelt mede,
dat de bijdrage van het rijk niet bekend is.
De dienat zal 'niet worden een kassiers
kantoor, dat zorgt voor elke betaling, waar
om er een beperkt karakter aan gegeven is.
Wat het verzoek van den heer Joosten be-
tieft, als de wenschelijkheid er van blijkt,
kan de raad zich met B. en W., die er niet
ongunstig tegenover staan, er over verstaan
Voorloopig moet volgens spreker de dienst
echter heperkt blijven.
Art. 19 worden goedgekeurd.
Bij art. 10 stelt de heer JOOSTEN voor,
rente van de bij de gemeente berustende
gelden te verstrekken, waarvan het persen-
tatfe door den raad vastgesteld word:.
Wethouder SLINGENBERG deelt mede,
dat B. en W. wel bereid zijn, administratief
rente te geven. Spr. geeft in overweging,
een andere fo-muleering te kiezen.
De heer JOOSTEN wijzigt zijri( amende
ment in gelden „aan den dienst.
Dit amendement wordt aangehouden.
Bij art. 14 uit de heer CASTRICUM de
wenscheliikhtd, dat een lid van het col
lege van B. en W. boeken en kas opneemt.
Wethouder SLINGENBERG zegt, dat dit
wel gebeurt, doch dat de mogelijkheid open
gelaten moet worden het te laten doen door
een ambtenaar.
De eindstemming wordt aangehouden.
Heffing rechten Slachthuis.
B. en W. bieden ter vaststelling aan een
wijziging der verordening op de heffing van
rechten voor het gebruik van het Openbaar
Slachthuis en voor de keuring van vee en
vleesch.
Mevr VAN LOOIJ stelt voor, gestoomd
vleesch op meerdere plaatsen van de stad
16 Wethëucfer HEERKENS THIJSSEN "zegt,
dat dit verboden is volgens de Vleeschkeu-
ringswet. Spr leest het bewuste artikel
voor. Het verbod is juist ingevoerd om
misbru'ken tegen te gaan.
De heer KLEIN begrijpt met, dat dit een
verbod is volgens de,Rijkswet. Het is de
bedoeling, dat ook anderé plaatsen aange
wezen worden behalve het slachthuis. De
wet verleent daartoe de bevoegdheid.
De heer DE BOER wijst er ip, dat zelfs
van verren omtrek de menschen dat min
derwaardige vleesch komen halen. Spr. acht
het beter, dat alleen het slachthuis aange
wezen blijft Menschen, die commensaals
hebben, mag dit vleesch niet verstrekt wor
den, daar het als minderwaardig vleesch
beschouwd wordt.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN acht
het goed, het voorstel Van I.ooij om prae-
advies te zenden naar B. en W. De bemer
king „minderwaardig" is niet op haar
plaats. Het is niej ondeugdelijk voor de
consumptie.
De heer KEESEN zou ook den verkoop
van versch vleesch willen distribueeren op
verschillende plaatsen der stad.
Het voorstel-Van Looy gaat om prae-ad-
vies naar B. en W. De nieuwe verordening
wordt vastgesteld.
Werken Duinwaterleiding.
B. en W. vragen voor het doen uitvoe
ren van verschillende werken en voor het
aanschaffen van verschillende voorwerpen
ten behoeve van de bergplaats en werk
plaats aan de Korte Poellaan op het ter
rein van de gemeentelijke duinwaterlei
ding, een bedrag van 2,260 aan, te vol
doen uit een resteerend gedeelte van het
bij besluit van 19 Maart 1924 ter beschik
king gesteld crediet van J 23.075.
De heer KLEIN SCHIPHORST is van
oordeel, dat het bestek niet in orde ge
weest is. Er moeten zaken gemaakt wor
den, waarvoor men geen geld gevraagd zou
hebban, als het geld op was. Waarom is
dat met dadeliik g°maakt? Hot was noodig.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN ver
dedigt het voorstel van B. en W. Deze za
ken zijn noodig en daarvoor wordt de toe
stemming van B. en W. gevraagd. Meer geld
is er niet noodig.
De heer KLEIN SCHIPHORST merkt op,
dat, indien bij eerste teekening deze zaken
onder het oog gezien waren, de werken nog
voordeeliger uitgevoerd zouden kllnnen zijn
Het voorstel van B. en W. wordt goed
gekeurd.
De Stortings- en Ophaaldienst.
Wethouder SLINGENBERG» deelt de na
dere formuleering mede in zake het amen-
dement-Joosten hij den Stortings- en Op
haaldienst, dat aangenomen wordt, waarna
de geheele verordening betreffende den
dienst vastgesteld wordt.
Benoemingen.
Benoemd worden:
tot curator van het Gymnasium, mr. A.
Bruch;
tot lid van de Commissie van toezicht op
het Frans Halsmuseum, mr. H. van Lochem
de Josselin de Jong;
tot tijdelijk leer-ar in de plant- en dier
kunde aan de 2e H.B.S. met 5-jarigen cursus
C. F. L. Crop, te 's-Gravenhage;
tot tijdelijk leeraar in de plant- en dier
kunde aan de H. B. S. met 5-jarigen cursus
met gewijzigd leerplan dr. B. H. Danser, te
Amsterdam;
tot tijdelijke leeraressen in de nuttige en
fraaie handwerken aan de Meis|esschoo!
voor M. O. de dames M. E. v. d. Boon en
A P. v. Rijn;
tot tijdelijke onderwijzeres aan den Ver
volgcursus no. 1 mevr. Th. M. A. M
KülingVertregt;
tot onderwijzeressen aan school no. 14 de
dames J. S. J. Weertman en M. S.'de Boer;
tot onderwijzer aan school no. 18 A. F.
v. d. Broek, te Amsterdam;
tot onderwijzers aan school no. 27 J. C.
v. d. Bilt, te° Zandvoort.
De Gemeente-bejgrooting.
Aan de orde is dan de voortzetting der
behandeling van de gemeentebegrooting.
Voortgezet worden de algemeene beschou
wingen over hoofdstuk III („Openbare Vei
ligheid") met de daarbij ingediende-voor
stellenKeesen, een Commissie van advies
in te stellen voor het gansche politie-per-
soneel, Bakker, om de instelling van een
vrouwelijke ambtenaar bij de politie te over-
wegen in een vacature en Klein Schiphorst,
dat B. en W. in onderzoek nemen reorga
nisatie van het Verwelft en met voorstel
len komen tot het verkrijgen van een beter
verkeer daar ter plaatse.
De VOORZITTER beantwoordt de ge
maakte opmerkingen.
De geest van het corps is goed. Hef corps
is betrekkelijk klein en vervult zijn taak
goed. In het algemeen is nog over de politie
gesproken, maar bepaalde feiten zijn niet
genoemd. De heer Gerritsz heeft ook over
de opvatting der taak van de politie gespro
ken. Wat het afnemen van biljetten aan een
huis betreft, heeft de politie terecht inge
grepen, doch toen de bewoners er geen be
zwaar meer tegen hadden, mochten de bil
jetten aangeplakt blijven. Als er nieuwe rij
wielen noodig zijn, zal ook aan de binnen-
landsche industrie gedacht worden. De re
paratiekosten der rijwielen zijn laag. De be
grooting is aan den lagen kant gehouden.
Wat het verkeer betreft: als agenten op
de trottoirs links loöpen, geschiedt dit in
opdracht van' den commissaris, omdat de
agenten nToetèn letten op het steken van
sleutels in de deuren» op het braimen van
licht, enz. Het op- en neergaande verkeer
op den Kruisweg; moet nog gehandhaafd
blijven, maar spr. zal zich hierover nog be
raden met den wethouder van Openbare
Werken.
Spr. beantwoordt enkele opmerkingen van
den heer Peper. Er zijn niet evenveel ge-
pensionneerde als actieve inspecteurs. Die
pensionneering geschiedt na zeer minutieus
geneeskundig onderzoek.
De heer Klein besprak de vakschool
Hiervoor zijn de toegestane gelden ver
strekt.
Omtrent de reorganisatie van het Ver-
wuift, welke nog al ingrijpend is, kan spr.
eerst later mededeelingen doen.
Het snelle rijden op de Amsterdamsche
vaart wordt gecontroleerd, .maar dit kan niet
geregeld geschieden. Dit jaar zijn daar ter
plaatse 43 processen-verbaal opgemaakt.
Over de motie-Keesen is spr. verwonderd.
Indertijd is een Commissie van Overleg voor
de politie ingesteld. Het schijnt spr. dat die
commissie dan ook dit verzoek had moeten
doen. Het schijnt, alsof het rechtsinstituut
thans niet afdoende is. Bij" spr. is steeds in
ampele overweging correcties van de straf
fen der politie. Over een duur van 11 maan
den zijn 50 straffen aan 197 mannen opge
legd. Sprs, meening is, dat die straffen
zoo mild mogelijk moeten worden toege
past. Zij hebben bestaan in o.m. 22 gevallen
uit 1 uur extra-dienst; ingehouden 1X4
vrije dagen, 2X4 vrije dagen, 5 vrije da
gen en 1 X 6 vrije dagen; 5 X is een beris
ping gegeven. Die straffen zijn mild. Uit den
dienst zijn, zoolang spr. burgemeester is,
drie personen verwijderd, welke spr. nader
toelicht en welke dusdanig waren, dat zij
onmogelijk in het corps te handhaven wa
ren.
Verder zijn 3 superieuren ontslagen, welke
gevallen spr. eveneens toelicht. Spr. heeft
zich in dergelijke zaken altijd zoo goed en
volledig mogelijk doen voorlichten, hoewel
hij daartoe niet verplicht was en die zaken
ook steeds in het college van B. en W, be
sproken, waarin steeds eenstemmig
heid betrof Toen er verschil van meening
bestond, is er een commissie van advies ge
weest, maar men mag niet zeggen, dat, dit
wel gebeurt bij de zaak van een inspecteur
en niet van een gewonen politie-agent, Spr.
heeft riet 'net gevoel gebaat te zijn met
een commissie van advies. Spr. kan advies
genoeg krijgen. Nu is hij veel vrijer, dan
met een vaste commissie van advies. Spr.
acht zoo'n commissie niet noodig en niet ge
wenscht.
Wat het voorstel-Bakker betreft, spr.
acht het bij den bestaanden financieren toe
stand der gemeente ongewenscht, thans een
vrouwelrke ambtenaar aan te stePen. Er is
voor baar geen werk Er zijn andere perso
nen. die op dit gebied werkzaam zijn. De be
hoefte aan een dergeli'k instituut bestaa.
dar ook nog niet. Bij de tegenwoordige
sterkte van hef inspecteurs-corps kan spi.
dit niet doen. Als er 13 inspecteurs zijn, in-
stede van ll^het tegenwoordige aartal), zal
spr. het aanstellen van een vrowue-
lijke ambtenaar bij de politie met den raad
overwegen.
Sor. merkt verder op, dat niet meer ge
sproken moet worden over de politie op een
wiize, die den goeden naam van het corps
schaadt. Laat men waardeering toeren v°°r
het werken van het corns. Het werkt goed
en spr. wijst op de gevallen in de Haarlem
mermeer en den overval in de Kleine Hout
straat. Waardeerintf zal tof nog meer ijver
bii het corps aarson-en.
De heer GFRRTTSZ heeft wel in het alge
meen gesproken, maar bestrijdt, dat hii al
gemeenheden heeft gébruikt. Het ontbreken
van een algemeene politiewet leidt tot de
groote vriiheid bij de po'itie.
Spr. spreekt niet over den geest van het
corps, hoewel de mededeelden van den
voorzitter daartoe wel uitlokken. Als op 3
inspecteurs van de 11 wat aan te merken is
geweest, vindt spr., dat dit boekdeelen
spreekt.
De VOORZITTER zegt, dat dit 2 op de 15
is geweest.
De heer GERRITSZ meent, dat, als de poli
tie buiten haar bevoegdheid gaat, men een
waarschuwende stem moet laten hooren.
Wat de kwestie der aanplakbiljetten be
treft, hiertoe had de politie zich niet moe
ten leenen. De politie had zich hierin niet
moeten mengen Ook andere zaken, als de
gepleegde fraude zijn naar voren gekomen,
waarom spr. zijn geval naar voren gebracht
heeft.
Wat het verkeer betreft, spr. vindt het
verkeerd, dat tusschen 7 en 8 u. des avonds
in de Kruisstraat een agenl een ronde moet
doen tegen den draad van het verkeer in.
Spr. heeft meer voorbeelden Het is een
foutieve regeling Zoo n agen' moet inet het
verkeer .meeloopen Een ander geval is, dat
men een agent ter controleering zet op het
asphalt nabij de Parklaan Men zet hem
juist als hinderpaal in het verkeer Ook
wordt een post geplaatst in de ronding van
een brug, wat mede het verkeer hindert. Dit
bewijst, volgens spt dat de juiste regeling
van het verkeer nog niet doorgedrongen is
tot hen, die baar moeten handhaven
Spr. heeft ook de wenschelijkheid geuit
van een regeling van het verkeer. Hoe dit
moet, weet spr. niet en hoeft hij ook niet te
zeggen Hij heeft alleen te wijzen op de
groote lijnen van het verkeer. Goede ver
keersregeling bevordert minder ongelukken.
Een goede verkeersreg ding moet vlug inge
voerd worden Spreker gelooft dat men
wel een waarschuwende stem mag laten
hooren, als pogingeji in het werk
gesteld worden, zich van medewerking der
pers voor de politie te verzekeren
De heer KEESEN gelooft wel, dat de straf
fen bij de politie strikt rechtvaardig geweest
zijn. Maar de burgt-ui en de commissaris zijn
ook mensch. Zij kunnen zich vergissen. Spr.
acht in alle diensten een commissie van be
roep noodig, een soort scheidsgerecht, waar
op een gestrafte zich kan beroepen. Spr.
haalt als voorbeeld aan het typografisch be
drijf, waar een dergelijke commissie bestaat
en gunstig werkt, In verband met de rechts
positie van het personeel acht spr het noo
dig, dat zoo'n commissie in het leven wordt
geroepen, daar dan niet de -onmiddellijke
chefs alleer kunnen straffen
De instelling der bedoelde commissie be
treft zaken, welke een onderzoek eischen.
Spr. gelooft wel, dat de uitoefening der
staffen den burgemeestei veel zorgen baart,
maar dan geeft zoo'n commissie hem juist
een ruggesteun. Het voorstel gaat niet tegen
den persoon van den burgemeester of- com
missaris van politie Spr. meent, dat door de
openlijke mededeelingen van den burgemees
ter in zake de bestraffing van inspecteurs
de publieke opinie omtrent het corps niet
verhoogdw ordt. Dit uitlatingen hadden z.i.
beter achterwege kunnen bliiven.
De heer KLEIN brengt in herinnering, dat
20 December 1916 aan den toenmaligen bur
gemeester verzocht is door den raad door
aanneming van een voorstel-Bruch een com
missie van advies in te stellen Dit was voor
de inspecteurs. Het thans ingediende voorstel
beoogt de instelling van zoo'n commissie
voor hei lagere personeel Spr. wijst er op,
dat de 3 organisatie's bij het politie-perso-
neel zich uitgesproken hebben vooi de in
stelling van een commissie van advies. Spr.
gelooft, dat de commissaris van politie zelf
niet goen de verordening kent. Geldstraffen
moeten zoo min mogelijk toegepast worden.
De VOORZITTER: „Die zijn ook niet toe
gepast."
De heer KLEIN zegt verder, dat in Rot-
terdam dergelijke commissies we 1 ingesteld
I worden. Zoo'n commissie geeft gerustheid aan
I het personeel
i Wethouder BRUCH mtenl dat, waar dc
burgemeester zich nog steeds als hoofd der
politie beschouwt, hij ovei d- politie-zaken
als gewoon raadslid mag spreken
Men moet zich op het juiste standpunt stel
len, of het goed is, dat iemand in groot
organisatorisch verband gestraft kan worden
zonder recht op beroep
Spr. gelooft ook dat de straffen rechtvaar
dig zijn toegepast, maar acht toch een com
missie van advies noodig Men kan falen,
doch dit falen wordt kieiner. naarmate het
aantal personen ter beoordeeling grooter is.
De Voorzitter kan z.i. een voorbeeld nemen
aan het militaire leven. De geringste militair
heeft recht op beroep Waar dit verband,
wat niet het modernste is, dit toelaat, be
wijst wel, dat men daar falen niet onmogelijk
acht.
Naar sprekers meemng behoeft geen on
rust te bestaan over wat gebeurd is, doch de
bestraffing geschiedt door éér persoon in ge
vallen van eenige beteekems. Bij technisch-
organisatorische kwesties moet ook een be
voegde daarover zijn oordeel kunnen zeg
gen.
Agent zijn is een zeer gespecialiseerd be
drijf. Hij is een ambtenaar, die, uit zijn be
drijf gestooten, niet meer in zijn ambt terecht
kaft. Dat klemt vooral en het zou spr. aan
genaam zijn, als de burgemeester, wanneer
de raad er zich voor uitspreekt in meerder
heid, toch tot de instelling eener commissie
van advies wilde besluiten
Mevr. MACDONALD acht de toezegging
in zake de vrouwelijke ambtenaar ook wel
belangrijk. Wat de noodzaak eener dergelijke
aanstelling betreft, zegi spr., dat de voor-
stelsters vrouwen achter zich hebben, die
weten, wat voor de misdadige jeugd gedaan
moet worden Er is geen sprake van slechts
enkele gevallen, want dan zou men er zich
niet zoo warm voor gemaakt hebben.
Spr. acht de belofte van den voorzitter
een stap vooruit Haar ideeën zal spr. meer
ingang trachten tu doen vinden.
De heer PEPER gelooft ook, dat het be
roep van den voorzitter de reputatie van de
politie te handhaven, geen goed gedaan heeft.
Dat wekt den schijn alsof er wat is Het is
spr. er om te doen geweest dingen, welke
iedereen reeds wist. hier in bespreking te
brengen.
Mevr. MAARSCHALL vraagt, of het voor
stel-Bakker ingetrokken is
De VOORZITTER merkt op, dat de ge-
meente-financiën thans niet gedoogen de aan
stelling van een inspectrice. Als het inspec
teurscorps de sterkte van bet aantal 13 be
reikt heeft, zal overwogen worden de aan
stelling van een vrouwelijke ambtenaar.
De heer J. VISSER (C -H.) meende in de
rede van den voorzitter beluisterd te heb
ben, dat deze voor een commissie van advies
was, als er tusschen hem en den commis
saris van politie verschil van meening be
stond. Als er fouten van een gedeelte van
hetp ersoneel naar buiten komen, schaadt
dit, volgens spr. niet het geheele corps.
Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM is
voor de aanstelling van een inspectrice, maar
wil dit als een beginselbesluit beschouwen.
De heer DE BRAAL verklaart, dat de anti-
rev. in beginsel tegen de aanstelling van een
vrouwelijke ambtenaar van de politiek zijn,
omdat de anti-rev tegen 't leggen van over
heidstaak in handen der vrouwen zijn.
De VOORZITTER beantwoordt nog de
sprekers. De zaak van het aanplakken der
billetten is geheel volgens de verordening
door de politie behandeld.
De heer GERRITSZ acht het niet juist, dat
aan een verzoek van iemand gehoor gegeven
is.
De VOORZITTER beantwoordt den heer
Keesen en merkt op, juist uitvoerige mede
deelingen over het corps te hebben gedaan,
om het juiste licht op het corps te laten
vallen.
Wat de instelling van een commissie van
advies betreft, spr, heeft niet het recht, art.
191 der Gemeentewet te veranderen, maar
wel kan hij toezeggen, dat geen straf opge
legd wordt, alvorens de zaken zoo ruim
mogelijk onderzocht zijn
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
Stemmingen,
De motie-Keesen wordt met 237 stem
men aangenomen. Tegen de leden Loosjes,
Van Berlekom, Willekes Macdonald, Bakker,
Miezérus, Van Looij en J. Visser (C. H.)
De principiëele motie van mevr. Bakker
wordt aangenomen met 255 stemmen. Te
gen de leden Klein, Van Looy, De Braai, Kee
sen en Bruch.
De motie-Klein Schiphorst gaat naar B. en
W. om prae-advies.
De vergadering wordt half zes geschorst.
schorst.
Avondzitting.
Te 8 uur wordt eerst een geheime zitting
gehouden. Om 9 uur wordt de openbare ver
gadering geopend.
Begonnen wordt r,.et de behandeling der
posten van hoofdstuk III („Openbare Veilig
heid").
De heeren DE BOER en KlNGMA vragen
bij post 299 verbetering der politie-posthui-
zen.
Wethouder REINALDA antwoordt, dat
verbeteringen aangebracht zullen worden.
Bij post 300 zegt de VOORZITTER
overlegging toe van een gespecificeerde
nota omtrent het bedrag van 2.000 aan
bureaubehoeften.
Bij post 302 zegt de heer GROENEN
DAAL, dat het onderhoud der rijwielen ad
45 per rijwiel en per jaar nogal hoog is.
Spr. vraagt overlegging van een lijst, wat
er dan al zoo aan die rijwielen gedaan
moet worden
Spr. maakt ook bezwaar tegen den
post van 2000 voor de motorrijwielen,
welke nu weer met 500 verhoogd is.
De VOORZITTER antwoordt op dit laat
ste, dat dit komt door een intenser gebruik
der motoirijwielen. Dat ligt aan het afleg
gen der afstanden
De heer GROENENDAAL begrijpt dit
niet. Waarom rijdt de motorbrigade kalme
straten als Brouwerskade e.a., waar tóen
niet hard gereden kan worden en zelfs zel
den een auto komt Er moeten geen plei-
ziertochtjes van gemaakt worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat de mo
torbrigade mede surveilleert, omdat de
sterkte van het politiekorps dit noodig
nicictl^t
De heer GROENENDAAL zou den post
löet 500 willen verlagen.
De heer CASTRICUM juicht uitbreiding
van den diens) der motorbrigade toe, om
dat de brutaliteit der motorrijders dit noo
dig maakt
De heer GERRITSZ merkt op, dat men
toch niet een motorbrigade de Amsterdam
sche vaari op en neer kan laten rijden.
Laat men daar dan een paar agenten zetten
De VOORZITTER antwoordt, dat daar
niet genoeg personeel voor is.
Wethoudei REINALDA ontraadt het
voorstel-Groenendaal en bepleit een nade
re organisatie van de motorbrigade, welke
de 2000 noodig heeft.
De post wordt goedgekeurd,
Bij post 309 bepleit de heer KEESEN
betere verlichting van de Bolwerken, van
den weg Pieter Kiesbrpg naar de viaduct
Kenaupatk en Rozenstraat.
Wethouder SLINGENBERG meent, dat
de weg van de Pieter Kiesbrug naar de
hoofdsi^dat wel veilig is. Het verzoek-Kee-
sen zal echter overwogen worden.
De overige posten en het geheele hoofd
stuk worden goedgkeurd
HOOFDSTUK IV (Volksgezondheid).
De VOORZITTER wil geen algemeene
beschouwingen houden, omdat de Zieken
huiscommissie ad hoe toch spoedig met
haar arbeid gereed zal zijn.
De heer KOPPEN gaat daar niet mede
accoord.
Besloten wordt algemeene beschouwin
gen te houden
De heer KOPPEN zal ziekenhuiskwesties
buiten beschouwing laten
Spr. betreurt het, dat de Joanna van.
Lijndenstichting geen antwoord gestuurd is.
Zij heeft zich nu terug getrokken. Het gaat
hier om 'n gemeentebelang, zoolang die in
richting aan een paardenstal grenst, is de
rust er niet, welke er zijn moet Door het
verzoek der stichting zou hieraan te ge-
moet gekomen kunnen zijn Spr. betreurt
het, dat deze zaak niet naar de Zieken
huiscommissie ad hoe verwezen is.
Den algemeenen gezondheidstoestand be
sprekend, is spr. ook van oordeel, dat hij
goed is, maar men moet niet alleen het
sterftecijfer beschouwen. Spr verwijst naar
het verslag van den schoolartsendienst over
1923, waaruit een minder gunstige toestand
blijkt, 2058 kinderen worden onder de ru
briek „slappe kinderen" gerangschikt; 733
lijden aan bloedarmoede. Spr, vraagt voor
dit verslag de volle aandacht van B. en W.
De cijfers gevoteerd, voor de volksgezond
heid zijn niet hoog. Hierop vestigt spr. de
aandacht van B. en W. Ook dit jaar wor
den slechts enkele centen besteed voor de
tuberculose-bestrijding. Ook hierin moet in
de naaste toekomst verandering worden ge
bracht.
Spr. wijst verder op het nog steeds ont
breken van een zweminrichting in het Am
sterdamsche kwartier. F.r zullen zelfs nog
geen plannen daartoe worden ingediend,
Spr. vraagt spoedige uitvoering der be
staande plannen hieromtrent.
Verder klaagt spr. over de weinige me
dedeelingen, welke de geneeskundige ar-
mencommissie aan den raad overlegt. Mis
schien kan deze aangelegenheid door de
Ziekenhuiscommissie ad hoe behandeld wor
den.
Spr. breekt een lans voor het aanschaf
fen van een auto voor den geneeskundigen
dienst voor het vervoer van personen, die
een ongeluk hebben gekregen. In dezen tijd
van verkeersgevaren acht spr. dit wel noo
dig. Spr. geeft eenige cijfers, welke z.i de
noodzakelijkheid van een autodienst wetti
gen. Spr. zou willen, dat een onderzoek
werd ingesteld raar de mogelijkheid van in
stelling van een dergelijken autodienst, wat
z.i. met weinig kosten gepaard zal gaan.
Spr. vraagt verder een spoedige
overplaatsing van den geneeskundigen
dienst, die op" de Botermarkt zeer gebrek
kig gehuisvest is.
De heer KEERWOLF vraagt ook naar
de uitvoering van de stichting van een
zweminrichtng in het Amsterdamsche kwar
tier. Kan geen memoriepost uitgetrokken
worden?
De heer CASTRICUM meent, dat
slechts enkele weken geleden een voorstel
tot stichting eener zweminrichting daar ter
plaatse verworpen was. De bouw zal veel
geld kosten, waarmede we zeer voorzichtig
moeten zijn..
De VOORZITTER beantwoordt de kwes
tie met de Joanna van Lijndenstichting. De
kwestie was nog in onderzoek toen de
stichting haar voorstel introk. Het niet-ant-
woorden hield geen verwerping in van het
voorstel; integendeel, het was in bewerking,
De algemeene toestand kan beter bespro
ken vyorden bij de Ziekenhuiscommissie.
B. en W zijn overtuigd van de behoor
lijke werking van den autodienst van de
firma Mathot. Een autodienst voor den
geneeskundigen "dienst kan wel overwogen isrl
worden bij de Ziekenhuiscommissie,
De plannen tot overplaatsing van den ge
neeskundigen dienst zijn in een ver gevor
derd stadium.
Wethouder SLINGENBERG deelt mede,
dat de meerderheid van B. en W. van oor
deel is, dat in dezen tijd niet tot den bouw
eener zweminrichting moet worden overge
gaan.
Wethouder BRUCH merkt op, dat de min
derheid van B. en W. een zweminrichting in
het bedoelde kwartier noodig acht.
De heer KOPPEN wil ook wel den auto
dienst naar de Ziekenhuiscommissie verwij
zen. Spr. hoopt, dat de wethouders Bruch
en Reinalda de kansen tot stichting eener
zweminrichting zullen benutten. Spr. vraagt
haar de door buitenstaanders ingediende
plannen te dezer zake.
De heer CASTRICUM acht een derde
zweminrichting niet noodig. De 200.000
mogen er thans niet voor uitgegeven wor
den.
De heer PEPER becritiseert ook de hou
ding van B. en W. tegenover de Joanna van
Lijndenstichting. B. en W. treft hie* bet ver
wijt van ergerlijke nalatigheid. D zaak is
reeds maanden oud. Spr. difnt eei voorstel
in, waarbij B. en W, uitgenoodigd worden,
de onderhandelingen met de Joanna van
Lijndenstichting betreffende de plannen van
October 1923 te hervatten.
De heer GERRITSZ merkt op, dat de zaak
inderdaad reeds 13 maanden oud is, maar zij
is vertraagd door de instelling der Zieken
huiscommissie, welke zijne oprichting in het
verzoek van bedoelde stichting vindt. Zon
der nader overleg heeft het_ bestuur der
stichting zijn brief ingetrokken.
Spr gelooft, dat de motie-Peper nu niet
gehandhaafd moet worden, daar dan de zaak
zelf bsproken moet worden, waarop de raad
onvoorbereid is en wat niet wenschelijk is.
De zaak wordt in de eerstvolgende verga
dering der Ziekenhuiscommissie besproken,
en daarna zal raoport worden uitgebracht.
De heer PEPER heeft straks de welwil
lendheid der heeren noodig voor een stuk of
wat moties en trekt deze motie in.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
Post 320 wordt met 2000 verhoogd in
verband met de bestrijding van besmettelijk
hoofdzeer.
Bij jScst 321 bepleit de heer CASTRICUM
hef houden van alle collectes voor tubercu
losebestrijding op één dag.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN ant
woordt, dat B. en W. van oordeel zijn,, dat
de collectes op 3 verschillende dagen meer
zullen opbrengen. Spr. is voor beperking der
s'raatcollectes, maar er zijn er weinig hier.
Concentratie der collectes acht spr. niet van.
belang voor de betrokken vereenigingen.
De VOORZITTER merkt op. dat de vraag
te stellen is aan de vereenigingen.
Bij dit artikel wordt ook behandeld het
voorstel van B. en W. tot het verleenen
van
subsidie voor tuberculose
bestrijding.
B. en W. stellen voor het subsidie 'voor
1925 van de Vereeniging tét bestrijding der
Tuberculose en het Lighalfonds, groot
10.500, te verhoogen met een bedrag, be
rekend naar 0.05 per inwoner, onder voor
waarde, dat de gemeente van de provincie
een subsidie ontvantft eveneens berekend
naar 0.05 per inwoner en dat van het to
taal subsidie door de vereenigd ten minste
een bedras berekend naar 0.10 per inwo
ner, zal worden besteed voor verpleging van
lijders aan tuberculose.
De leden J JOOSTEN c.s. stellen voor,
de door B en W. vastgestelde voorwaarde
inzake de subsidie-verleend aai} de Ver
eeniging tot Besiriiding. der Tuberculose al
dus te wijzigen, „dat de vereeniging voor
0