mm
iVEM
$CHH0EK
3
gr,sr»™rinfoo»w w„
ELCK WAT WILS.
TREKJES
t
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde blad Zaterdag 27 December 1924
A. J. L.
kleine oorzaken
ORDE EN ARBEID.
De voorgestelde wetswijziging
inzake de regeling van den
arbeid in broodbakkerijen.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Het Eerste Kamerlid Rugge.
Onderwijswet en Arbeidswet.
KUNST EN KENNIS.
Nederlandsche vereeniging voor
T entoonstellingsbelangen.
Werkloosheidsverzekering en
Arbeidsbemiddeling.
DE ONDERGANG ONZER
LANDGOEDEREN.
HANDEL EN NIJVERHEID.
De melkprijs een halve cent
lager.
UIT BOEK EN BLAD.
Inhoud van „Roeping afl. 3,
Jaargang 3, December 1924.
KERK EN SCHOOL.
Een retraitenhuis in Twente.
No. 379.
PLAATSELIJKE ZIEKENKASSEN.
Wanneer iemands leven in gevaar is, mogen
we hem niet al te hard vallen, als hij alle
krachten inspant om aan dat gevaar te ont
komen en we zullen zelfs geneigd zijn om
ook niet al te scherp te oordeelen over de
middelen die hij daarvoor gebruikt.
Middelen die onder normale omstandig
heden zouden worden afgewezen, worden
in zulke tijden nog wel als toelaatbaar geacht.
Hoewel niet zóó sterk sprekend, staat het
toch ook zoo ongeveer, als datgene wat men
heeft gebouwd, in gevaar verkeert. Vandaar
dat ik het zeer goed kan verklaren, dat de
planhen van minister Aalberse niet in den
smaak vallen van de plaatselijke ziekenkassen,
die door die plannen hun leven bedreigd zien.
En ik kan het zelfs wel verklaren, dat de daar
bij betrokken personen niet altijd even ob
jectief blijven bij de beoordeeling dier plan
nen.
Wat niet wegneemt, dat het voor de ar
beiders, wier belangen zij willen verdedigen,
niet voordeelig is wanneer al te eenzijdig
over groote zaken zooals de ziektewet er
een is, wordt gesproken.
Het doel moet de hoofdzaak blijven en
dat doel is, dat de arbeider bij eventueele
ziekte verzekerd is, dat hij recht op een uit-
keering heeft, waardoor hij en de zijnen tegen j
te verre "inzinking worden gevrijwaard.
De vorm waaronder die toekenning van
dat recht wordt verleend is uiteraard van zeer
groote beteekenis, maar het doel moet toch
blijven, dat recht zoo volledig mogelijk té
waarborgen.
En nu kan ik volledig instemmen met hen
die beweren dat onze plaatselijke zieken
kassen in het verleden heel veel goed werk
hebben verricht, vooral als men de omstan
digheden waaronder zij moesten werken,
daarbij in aanmerking neemt maar hoeveel
waardeering men daarvoor ook heeft, we
mogen toch niet blind zijn voor de.bezwaren
die aan het stelsel van plaatselijke zieken
kassen vastzitten.
Een groot bezwaar was steeds, dat zij die
een bepaalden leeftijd hebben bereikt, niet
meer tot dergelijke ziekenkassen konden
toegelaten worden. Niet alleen werden daar
voor getroffen personen die verzuimd had
den zich tijdig te verzekeren, maar ook zij die
uit andere plaatsen kwamen of eerst op late-
ren leeftijd arbeider werden.
Men heeft met de wettelijke regeling
in 't zicht getracht op federatieven grond
slag een meer centrale regeling te treffen,
maar er zijn nog tal van bezwaren overgeble
ven. In het laatste nummer van „Zelfbeheer"
worden eenige gevallen van overdracht van
slechte risico's 'besproken waaruit dat vol
doende blijkt.
Ook blijft het bezwaar, dat lang niet overal
dergelijk kassen bestaan, soms door menschen
van bepaalde godsdienstige of politieke rich
ting bestuurd worden, kortom door aller
hande omstandigheden is het niet mogelijk
gebleken om een redelijk functioneerend
orgaan te vcörmen.
Vooral het groote bezwaar, dat personen
uit alle bedrijven bijeen gebracht worden,
maakt de verzekering tot een instituut dat
zeer onvolkomen moet blijven waaruit weer
te verklaren is, dat ziekenkassen met in
hoofdzaak leden uit een bedrijf met welke
eigenaardigheden zoowel statuten als controle
dan rekening kunnen houden het best en
het sterkst zich kunnen ontwikkelen.
Hoe sympathiek we ook staan tegenover
deze instellingen en hoeveel waarde men ook
aan haar arbeid wil toekennen, ik zou toch in
elk geval willen waarschuwen voor over
drijving want het moet voor een ieder wel
duidelijk zijn, dat als de ziekteverzekering
algemeen moet zijn, wat wel niemand anders
zal willen, dat we die zaak dan niet door
plaatselijke ziekenkassen kunnen laten rege
len en op die kassen niet het geheele stelsel
der ziekteverzekering kunnen bouwen.
Ik laat nog daar dat de arbeidersbeweging
bij haar streven naar bedrijfsorganisatie,
waaronder stellig de behartiging van de belan
gen van de bedrijfsgenooten hoort als zij
door ongeval, ziekte e.d. getroffen worden,
zeker geen gemengde ziekenkassen als grond
slag van de ziekteverzekering kan gebruiken,
maar ook om practische redenen zou dat
onmogelijk blijken.
De kassen zullen dus zoodra er een wette
lijke re e ing komt, een zeer beperkte taak,
of juiste een zeer beperkt terrein voor haar
rekening kunnen nemen, wat haar toch wel
tot eenige voorzichtigheid moet aanzetten bij
het bestrijden van de plannen van den Mi
nister.
En het wil mij voorkomen dat er juist
aan die voorzichtigheid noch wel een en ander
hapert, te oordeelen naar de houding van
„Zelfbeheer", het orgaan van het verbond
van ziekenkassen.
In het laatste nummer vind ik overgenomen
het lijvige advies van de Kamer van IC. en F.
te Leiden, dat dan als een „bijzonder goede
uitlating" wordt aangediend.
De vorige week heb ik dat advies al even
besproken en ik kan het na herlezing niet
anders beoordeelen als een poging om van de
ziektewet af te komen.
Ook aan de cijfers omtrent den aanvang van
de reeds bestaande ziekteverzekering kan ik
moeilijk groote waarde toekennen.
Voor een stad als Leiden kan 1200 verze
kerde arbeiders toch geen indruk maken en
men zal licht geneigd zijn om met dergelijke
cijfers voor oogen, met kracht aan te dringen
op een spoedige wettelijke regeling.
Ook onitrent het vooruitzicht dat omtrent
de ziekteverzekering door de Leidsc'ne ver-
eenigingen van industrieelen is gegeven, is
weinig bevredigend en toont aan dat zelfs in
dergelijke groote bedrijven n.l. 40 met ruim
4000 arbeiders slechts de helft 13 a 26 weken
een uitkeering van 70% of meer ontvangt.
Hoe zal het dan zijn met de duizenden
kleine bedrijven
Het is mij bekend dat er door de vak
organisatie vooral sedert de laatste 10 jaren
beduidende vorderingen zijn gemaakt en heel
wat ziekteregelingen bedongen zija, maar
evenzeer weet ik dat de vakbeweging zonder
wettelijke regeling er nooit in zal slagen een
voldoende regeling voor allen en overal te
verkrijgen, zoodat niets meer klemt dan ten
spoedigste de wettelijke verzekering in te
voeren.
Ik kom hiermede op het punt van uitgang
terug en ik kan het verldaren al denk ik
er zelf anders over dat de plaatselijke
ziekenkassen liever niet de plannen van Mi
nister Aalberse zien maar of ze daarom
verstandig doen mee te gaan met hen die
liever maar geen wettelijke verzekering wil
len, wat toch op den duur evenzeer op het
verdwijnen van de plaatselijke ziekenkassen
neerkomt, is een andere vraag.
Een beetje scherper onderscheiden zou
hen althans tot de vraag gebracht hebben
hoe het komt dat de industrieelen tot heden
van de ziekenkassen maar matig notitie na-
men en bijna alle bestaande regelingen buiten j
haar om hebben gemaakt.
De plotseling opkomende liefde zou ook
al nemen we alle omstandigheden in aanmer
king „Zelfbeheer" toch tot nadenken
moeten stemmen.
APEKOOL.
De heer Stenhuis is het nog maar steeds
oneens met den heer Troelstra. Deze laatste
wil, en heeft dat niet onduidelijk te verstaan
gegeven, dat Stenhuis er een weinig rekening
mee moet houden, dat verschil van opvatting
nog geen recht geeft om het karakter van
zoo'n tegenstander aan te tasten.
Daarmede zou ieder weldenkend mensch
accoord kunnen gaan en de heer Stenhuis is
edelmoedig genoeg om te erkennen dat er in
zijn algemeenheid veel voor is, om den strijd
geen persoonlijk karakter te geven. Maar die
leiders van de R. K. arbeidersbeweging heb
ben 't hem blijkbaar te gortig gemaakt en
daarop kan die algemeene regel blijkbaar
niet van toepassing zijn.
Waarin dan desnoods te berusten is, al zal
het spoédig genoeg blijken, dat men zonder
de R. K. Vakbeweging niet zoo bijster veel
kan uitrichten en dus zonder dat de leiders
van onze Vakbeweging eerst op de knieën
vallen om vergiffenis, toch om samen
werking met dat onbetrouwbaar volkje zal
moeten aanbellen.
Ook de heer Stenhuis zal er zich in moeten
schikken dat de leiders van de R. K. Vak
bewegingier een eigen meening op na hou
den en dat zij op heel wat deugdelijker
gronden dan de heer Stenhuis destijds hun
houding in het Textielconflict hebben be
paald.
Maar het schijnt nu eenmaal een karakter
van dien man te zijn om met de inzichten van
anderen liefst zoo weinig mogelijk rekening
te houden.
Zoo is reeds bij herhaling we hebben
het verleden week in onze kerken nog hooren
voorlezen door onze Ei .schoppen gezegd,
dat het lidmaatschap van de „Moderne" vak
beweging niet vereenigbaar is met den R. K.
Godsdienst.
't Geeft niets en alsof het de Paus van Ro
me zélf is verklaart Stenhuis, dat dit alles
niets om 't lijf heeft en
„dat voor een godsdienstig mensch de gods-
i dienst nooit gezien kan worden als afhanke
lijk van de organisatie der productie."
't Wil mij voorkomen dat deze aanduiding
niet al te precies weergeeft wat de Bisschoppen
gezegd hebben, maar dat te herhalen heeft
geen zin, want de heer Stenhuis zullen we
toch niet aan het verstand brengen dat met de
gehoorzaamheid aan de Bisschoppen het
Katholicisme van de Katholieken valt of
staat.
En nu kan de heer Stenhuis zeggen
„De sociale strijd van de arbeidersklasse
gaat om materieele goederen, gaat om het
verkrijgen van een goede materieele basis
voor geestelijk leven.
In welke richting zich dat geestelijk le
ven ontwikkelen zal, zal de toekomst moe
ten uitwijzen. Het staat aan den Katholiek
te meenen dat het zal gaan naar den gods
dienst een materialist als v. d. Goes, met
te weinig. Zal dus nog 63 weken met plakken
door móeten gaan en kan eerst in April 1926.
voor ouderdomsrente in aanmerking komen
Op onze vraag wie of de werkgevers waren
geweest kregen wij ten antwoord „Dat heb
ik niet onthouden." Er konden daarom geen
zegels worden nagevorderd.
F. Landarbeider. Wordt op 27 Januari
1925, 65 jaar. Tot op heden werden geplakt
8 zegels. Op de loopende rentekaart geldig
tot 20 Januari 1925 kunnen nog 52 zegels
geplakt, worden waardoor op 27 Januari 1925
in totaal 60 zegels geplakt kunnen zijn. Tot
dien datum moeten er 205 geplakt zijn. Te
kort 145. Zal dus nog 145 weken met plakken
door moeten gaan en kan eerst in November
1927 voor ouderdomsrente in aanmerking
komen.
dienst j een niaierianai aio v. u. ww, Bovenstaande gevallen behoeven waailijk
wiens citaten de Roomsche arbeiders ijverig geen toelichting en zeggen meer dan ellen
>- lange verhalen, hoe noodzakelijk het is, dat
omtrent onze sociale verzekeringen een heel
worden bewerkt, mogen van tegenoverge
•steld gevoelen zijn.
De arbeidersbeweging geeft daarvoor wat ander inzicht wordt gevestigd,
geen voorschrift. Zij voert een socialen
strijd.
En de roomsche arbeider;; die dezen
mee willen voeren, worden in niets ge
mee wmeu vueieu, Volgens de gegevens, verstrekt door den
krenkt. Als lot- en bondgenooten zijn zij Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering
welkom. waren in dë week van 24 tot 29 November
Dat het soiidarisme apekool is, is nu wel 1924, van de 252965 tegen werkloosheid
J- I1rrryUoo l or» ^3^9
- verzekerde personen 24415 geheel en 5352
gedeeltelijk werkloos.
Het percentage is dus 9, 7 en 2, 1. In de
overeenkomstige week van 1923 was het
duidelijk het was alleen voor de werkge
vers profijtelijk."
De R. K. arbeiders zullen er vooralsnog en
ondanks dit betoog wel de voorkeur aan ge- --
ven om maar Roomsch te blijven iets wat percentage resp. 11, 1, en 2, 8.
ze niet kunnen indien zij den heer Stenhuis
als leider erkennen.
Al hadden zij geen eigen idealen dan nog
zou het voorschrift van de Kerkelijke Over
heid voor hen voldoende zijn om zich maar
met „apekool" te vergenoegen.
A. J. L.
Reeds meerdere malen heb ik er op ge
wezen dat er vaak zoo gemakkelijk heen
gestapt wordt over het niet plakken van
zegels overeenkomstig, de Invaliditeitswet.
De individueele verzekering maakt het
mogelijk om te profiteeren van onkunde van
sommige arbeiders en ook de overmacht
die werkgevers in tijden van werkloosheid
hebben wordt door niet weinigen aangegre
pen om zich aan dien wettelijken plicht te
onttrekken. Jk
Welke gevolgen dat kan hebben voor de
verzekerden laat zich denken en ik heb tot
den Raad van Arbeid het verzoek gericht
mij eenige gevallen van recenten datum te
geven, waarbij .personen door niet plakken
in de verdrukking zijn gekomen. Waaraan
bereidwillig werd voldaan.
De zes genoemde gevallen betreffen uit
sluitend de ouderdomsrente en zijn ernstig
genoeg om hier in deze rubriek te vermelden
geval A. Bedrijfsboer. Wordt 10 Januari
1925 65 jaar. Is vanaf 1884 in loondienst.
Niet in het bezit van een rentekaart en ook
geen vrijwillige verzekering gesloten. Kan
op 65 jarigen leeftijd niet voor ouderdoms
rente in aanmerking komen, tenzij voor 10
Januari 1925 nog een vrijwillige verzekering
wordt gesloten. Premie daarvoor zeer hoog.
Werknemer schreef
„Het is uit onwetendheid met de ver
zekeringswetten, want ik was van gedachte
dat om in aanmerking te komen voor ouder
domsrente er niet geplakt behoefde te wor
den, wel voor de invaliditeitswet.
geval B. Los werkman. 12 October 1924
65 jaar geworden. In totaal werden 48 zegels
geplakt. Tot 12 October 1924 moesten er
geplakt zijn 192. Dus 144 zegels te weinig.
Zal dus nog 144 weken met plakken door
moeten gaan en kan eerst in Juli 1927 voor
ouderdomsrente in aanmerking komen. Was
wel meer in loondienst geweest, doch door
dat de rentekaarten te laat werden inge
leverd, konden de zegels ingevolge art. 328
I.W. niet meer nagevorderd worden.
geval C. Steenzetter. 3 October 1924 65
jaar geworden. In totaal werden 56 zegels
geplakt. Tot»5 October 1924 moesten er 1901
geplakt zijn. Dus 134 zegels te weinig. Zal
dus nog 134 weken met plakken door moeten
gaan en kan eerst in April 1927 voor ouder
domsrente in aanmerking komen. Werk
nemer hield nooit aanteekening van de werk-
in aanmerking komen. Indien geen werk
zegels, doch dagzegels geplakt worden, zal
verzekerde, wanneer niet elke week vier
dagzegels geplakt worden, eerst op een nog
lateren datum voor ouderdomsrente in
aanmerking komen
geval E .Landarbeider. 17 December 1924
65 jaar geworden. In totaal werden geplakt
137 zegels. Tot aan 17 December 1924
moesten er 200 geplakt zijn. Dus 63 zegels
WERKLOOSHEID.
lijke werkzoekenden, die tot de meer onge
schoolde beroepen moeten worden gere
kend en waarvan zeer velen, onregelmatig
of nu en dan los werk verrichtend, niet
steeds onder de geheel werkloozen kunnen
worden gerangschikt
(Van deze categorie waren er ingeschre
ven te Amsterdam 6300, te Rotterdam
4850, te 's-Gravenhage 1925, te Utrecht 1625,
te Dordrecht 550, te Schiedam 1075, t'e
Arnhem 725, te Haarlem 700).
Ingeschreven waren van beide bovenver
melde groepen: Op Zaterdag 15 December
1923 bij 206 organen 56.000 en 41.000 per
sonen; op Zaterdag 25 October 1924 bij 188
organen 29.260 en 27.000 personen; op Za
terdag 8 November 1924 bij 191 organen
31.500 en 26.500 personen; op Zaterdag 29
November 1924 bij 198 organen 36.740 en
29.000 personen
Zondag 21 December werd te Rotterdam
Het bericht van de „N. R. Ct. als zou
de heer Rugge wegens zijn benoeming tot
wethouder van Groningen bedanken als
Eerste Kamerlid, blijkt onjuist, bericht de
„Standaard".
De heer Rugge zeil is zeer verwonderd
geweest over dit gerucht.
Volgens „De Tijd" is de Regeering voor
nemens over te gaan tot instelling van eene
commissie die „het hiaat tusschen Onder
wijswet en Arbeidswet zal trachten te over
bruggen
In de December-aflevering van het tijd-
Zondag 21 December werd te Rotterdam ln de December-aflevering van het tijd- euvel te duiden, dat
een buitengewone vergadering gehouden van schri£t dier vereeniging treffen wij behalve tijdverdrijf zoeken in bioscoop en
den Bondsraad van den Ned. R. K. Bond J uitvoerige opgave van in de komende Zi) hun tijqv j
van Brood-, Koek-, Banketbakkers en Ca- j anden te houden tentoonstellingen en cate
cao-, Chocolade en Suikerbewerkers, tei
bespreking van het door den Minister van
Arbeid ingediende wetsontwerp tot wijzi
ging der Arbeidswet, voorwat betreft de
regeling van den arbeid in broodbakkerijen.
Vastgesteld werd, dat in dit wetsontwerp
verschillende bepalingen zijn opgenomen,
welke, indien deze wet worden, van zeer
nadeeligen invloed zullen zijn voor het be
drijf in het algemeen en voor de bakkerij-
arbeiders in het bijzonder.
Zoo zal het vervroegen* van het algemeen
aanvangsuur van 6 op 5 uur voor alle bak
kersgezellen en het toestaan aan alle pa
troons reeds te drie uur te kunnen begin
nen met den voorbereidenden arbeid ver
band houdende met de broodproductie, ge
voegd bij de aangeboden gelegenheid om
ook andere bakkersarbeid gedurende den
nacht verrichten ten behoeve der banket
bakkerij, naar het oordeel der vergadering
ten gevolge hebben dat binnen zeer korten
tijd iedere beperking van volledige nachtar
beid onmogelijk zal blijken
Vervolgens zal het opnemen van een be-
paling waardoor Zondagsarbeid eventueel
mogelijk wordt gemaakt ook een verslech
tering brengen, welke naar het oordeel der
vergadering zonder schade voor het bedrijl
gemeden kan worden.
Verder werd bevreemding uitgesproken,
dat de Minister geheel in strijd met het
advies van den Hoogen Raad van Arbeid -
tot dit wetsvoorstel gekomen is.
Op grond van bovenstaande besloot de
Bondsraad hunne bezwaren tegen dit wets
ontwerp kenbaar te maken aan de leden der
Tweede Kamer der Staten-Generaal, en
verder al datgene te doen of te bevorderen
ten einde te verhinderen dat dit wetsvoor
stel wet zal worden.
Op Zaterdag 13 December j.l. waren bij
203 organen der openbare arbeidsbemidde
ling in gemeenten met 5000 of meer inwo
ners als werkzoekende mannen ingeschre
ven (hetgeen niet steeds beteckent werk
loos) de aantallen achter d^ hieronder ver
melde beroepsgroepen vermeld:
a. bewerking van diamant 270.
b. bouwbedrijven (waaronder 1550 metse
laars, bijna allen in de groote gemeenten;
3375 schilders, waarvan 1200 in Amsterdam
en Rotterdam; 4050 timmerlieden, waarvan
food,, d, „gis .ie, nagevorderd ko.de.
worden* - ino, sterdam 575, 's-Gravenhage 200, Rotterdam
geval D. Werkster. 24 November 1924 65 75) 1900.
jaar geworden. Is de eene week twee dagen, d vervaardiging van kleeding en reiniging
de andere week drie dagen in loondienst. In (Amsterdam 250, 's-Gravenhage 175, Gronin-
totaal werden na omrekening van dagzegels gen 25, Rotterdam 200, Utrecht 100) 1000.
in werkzegels, 108 zegels geplakt. Tot 24 e bewerking enz. van leder (waarvan pl.m.
November 1924 moesten er geplakt zijn 196. 95 jn Noord-Brabant, de overigen in het
Dus 88 werkzegels te weinig. Moet dus nog Noorden, grootendeels in de groote gemeen-
88 weken met" plakken doorgaan en kan ten) 450.
eerst in Augustus 1926 voor ouderdomsrente k"""
f. bewerking van metalen en scheepsbouw
(waaronder 1975 te Rotterdam, 2675 te Am
sterdam, 475 te 's-Gravenhage, 375 te
Utrecht, 250 te Dordrecht) 7800.
g. textielnijverheid (95 te Tilburg) 500:
vrouwen) 3100.
Totaal pl.m. 39.500.
Bovendien stonden bij bovenvermelde or-
jaarbeurzen in binnen- en buitenland o. a.
aan:
Een uitvoerige mededeeling omtrent de
internationale handelsbeurs van koloniale en
uitheemsche producten van 27 Juni—12 Ju-
li a.s. te Lausanne te houden: een mededee
ling omtrent de afd. Nat. Har.dwerkkunsten
Huisindustrie" op de Ideal Home Exhibition
in Maart a.s. te Londen plaats "ebbend;
verschillende gegevens, betrekking hebbend
op de Intern. Tentoonstelling voor Binnen
scheepvaart, Waterbouwkunde en Kracht
winning te Basel in 1926 te houden; een be
richt over de Keulsch Jaarbeurs van 15—
20 Maart aldaar plaats hebbend.
Ten slotte zij nog vermeld, een mededee
ling omtrent lantaarnplaatjes ten dienste van
het onderwijs over Nederland in het bui
tenland, uitgaande van den heer Dr. I h.
Metz, Secretaris der Ned. Kamer van Koop
handel te Frankfort a. M., tevens docent
voor Landbouwhuishoudkunde aan de uni
versiteit aldaar,
Men schrijft aan de „N. R. Crt."
Aan den landweg tusschen Haarlem en
Noordwijk, dié binnenkort door den steun
van de Provincie Zuid-Holland tot een eerste
klasse verkeersweg zal worden verheven,
ligt een strook begroeide binnenduinen, die
door zijn ongereptheid en wild karakter een
van de zeldzaam geworden natuurmonumen
ten, in deze door de cultuur reeds zoo be
rooide streek, uitmaakt.
Van de uitgestrekte landgoederen onder
Hillegom, Lisse en Sassenheim zijn nog
slechts „Keukenhof" en „ter Leede" over
gebleven.
Beziet men de stafkaart van omstreeks
1900, dus ongeveer 25 jaar geleden, met de
daarop groen gekleurde vakken, de bosschen
aangevende, en men poogt die plaatsen terug
te vinden, dan ziet men niets dan onafzien
bare, kale velden, meest voor de bloembollen
cultuur in gebruik. De hooge grondprijzen
en de kapitaalvernietigende successiewet
hebben hier hun werk voltooid. Geen familie
is in staat bij versterf het van ouds in stand
gehouden landgoed te bewaren. Gaat het
niet in de rechte lijn, doch in de zijlinie over,
dan wordt ongeveer viertienden van het
bezit door den Staat opgeëischt, die het on
middellijk besteedt om de gewone dagelijk-
sche uitgaven van de Staatshuishouding te
betalen
Dinsdag heeft de Zuid-Hollandsche Bond
van Melkveehouders te Rotterdam verga
derd. Als eenig punt op de agenda stond een
;talen. voorstel van de melkhandelaren tot veria-
Het burgerlijk wetboek spreekt in bepaalde gJng yan den melkprijs met y2 cent per liter
gevallen van het „als een goed huisvader te hoofdbestuur, dat geconfereerd had mei
beheeren". Nam zoodanig huisvader den
Staat tot illuster voorbeeld, dan liep hij groote
kans, ja de zekerheid, voor den rechter te
worden gedaagd wegens wanbeheer.
Deze karaktertrek van onze Nederlandsche
Staatshuishouding dient even in herinnering
gebracht, als er geweeklaagd wordt over
het verdwijnen van natuurschoon.
De mooie binnenduinen bij 'Noordwijker-
DUIDELIJK.
„Jansen wou een gramofoon koopen, maar
zijn vrouw had liever een pianola."
„Zoo, en wat hebben ze nu?"
„Ik merk wel, dat je niet getrouwd bent.'
EEN STUK.
Twee heeren voor een café gezeten, zien
een zeer dikke dame passeeren. „Gunst 1 dat
is nog een stuk nicht van me," zegt de een
waarop de ander opmerkt „Jongen, jongen
Dan zou ik wel eens een hééle nicht van jou
willen zien."
zooals nu onlangs Arnhem weer voor Zijpen-
daal heeft gedaan. Noordwijkerhout is een
gemeente, hoofdzakelijk door boeren en
tuinders bewoond, waar de belastingen reeds
tamelijk zwaar drukken. Hulp van deze zijde
is uitgesloten. Tot den onmiddellijken om
trek van een groote stad of stedelijke gemeen
te behooren deze binnenduinen niet. Hier
staat een algemeen, geen plaatselijk belang
op het spel.
Gaat het op deze wijze voort, niet alleen
in Holland, waar de grondprijzen reeds zoo
hoog zijn dat hulp van particulieren bijna niet
mogelijk is, doch in geheel Nederland (zie
den Essenburg, Beukenburg, enz.), dan zal
ons nageslacht van tien millioen Nederlan
ders onze regeering van deze. laatste 25 jaren
nog wel eens gedenken 1
Meer en meer dient er vopr de bevolking
van de groote steden gedacht te worden aan
de toekomst.
Hoe aan' deze, en de minder ontwikkelden
Wat wil men gaan fietsen, wandelen, rijden,
langs de rechtgetrokken, door het zaken
verkeer overstelpte wegen, die de steden on
derling verbinden.
Ter weerszijden niets dan kale, onafzien
bare vlakten, waarover de zeewind giert.
Hier en daar een „uitspanning" met choco
lade- en muziekautomaat.
Doch nergens een stuk vrije natuur
Is dit opvoedkundig, is dit verheffend
Langzaam, doch zeker, wordt door voort
durende nalatigheid van elkaar opvolgende
Regeeringen een fundament van deze samen
leving gesloopt, dat nooit meer te herstellen
is.
In plaats van met de opbrengst der succes
sierechten het beste, dat wij bezitten, te be
waren, ziet men lijdelijk toe.
Ja, zelfs laat de Staat zijn eigen duinen
weggraven.
De Regeering overweegt.
De volgende Regeering benoemt een com
missie.
De commissie overweegt.
De commissie brengt een rapport uit.
Her rapport wordt ter visielgelegd voor de
Kamers der Staten-Generaal. Vele jaren
zijn voorbijgegaaan. Eindelijk een wet
Doch dan is er niets meer te redden
Bernard Verhoeven, Frederik van Eeden
in het licht van zijn tijd; M. Molenaar M. S.
*C., Bij 'n nieuwe kerk (met 2 afb.); Theo van
der Bijl, Moderne- muziek, Melodie; Karei
van den Oever:Jong tooneel in Vlaanderen,
Gedichten, In memoriam Dr. Depla;™. Mo
lenaar, M. S. C„ Sint Geertruid, 22; Jos.
Verjans, Morgenkommunie: Jozef Hollandt»
De profundis, Vaders tranen, Toen k
's avends; Dante, Goddelijke Komedie, De
Hel, zang 32 (vertaling van Chr. Kops O F.
M.); Gijsb. Beriels, Rectificatie.
g. textielmjverneia jvo ie iiiourgj jw. jjg mooie Dinnenauinen dij ivoorawijKer-
h. voedings- en genotmiddelen (waaronder jj0Ut zjjn ook onlangs door versterf te gelde
pl.m. 1850 sigarenindustrie) 3800. gemaakt, en zullen hoogstwaarschijnlijk bin-
i. kantoorpersoneel (benevens pl.m. 1UÏHJ Ao *mr
nen eenige jaren nog alleen in de herinnering
van enkele natuurvrienden bestaan-
Van de gemeente Noordwijkerhout kan
Bovendien stonden bij bovenvermeioe or- -- o - -
ganen ingeschreven 32.000 andere manne- onmogelijk gevergd worden hier m te grijpen,
Het hoofdbestuur, dat geconfereerd had met
de melkhandelaren, adviseerde in verband
met de zuivelpositie en de productie deze ver
daging te aanvaarden- Na uitvoerige bespre
king is besloten den melkhandelaren te be
richten, dat noode de verlaging wordt aan
vaard, doch men zal pogemom bij verbetering
van de zuivelpositie haar ongedaan te maken.
De Eerw. Paters Redemptoristen zullen ia
Twente 'n retraitenhuis openen.
Wat Kerstmis hem bracht.
Hij voelde 'tWéér zou 't komen.
Ai 'n dag of tien geleden had ie zich
ernstig voorgenomen zich er flink doorheen
te zetten. De toestand was nou eenmaal
zoo.... al jaren.... wat dee-je-r dus an?
Niks.... it
Wat gaf dat gepieker dan allemaal? Nee
hoor, hij zou wel wijzer zijn.... en 't leven
nemen zooals 'twas.... zooals ie t zeil had
gekozen. Flink ingaan tegen die misselijke
gedachten, dat gewroet en gevreet in z'n
kop, dat alle jaren terugkwam, juist met
Kerstmis.
Gek toch eigenlijkmet Paschen, ook
zoo'n belangrijk feest, had ie r nooit zóó n
last van gehad. Maar tegen de Kerstdagen
hèals ie nóg dacht an verleden
jaar, dat ie die beide nachten geen oog had
dichtgedaan en zich zoo akelig, ziek had
gevoeld. Later had ie er om gelachen in z n
Maar nou zou ie 't toch anders aanpakken,
zie je.... Hij zou 'tvan te voren al weg
lachen, telkens als 't weer wou komen.
'Verbeel je.... nóg es zoo'n paar mise
rabele Kerstdagen doormaken! Niks hoor! n
Mensch was toch zeker baas over z'n eigen
gedachten? Zou wat moois wezen.
Maar nou ie, Kerstmis-vooravond, tdoor
ie gezellige winkelstraten liep, om nog een
en ander mee te nemen voor die dagen....
nou kwam 't weer met groot geweld op m
af..*» Hij worstelde er tegen met zn vaste
voorrfemen, maar 't spotte er mee.
Bliksem....! Zou ie zich daar nou met
tegen kunnen verzetten? Zou 't nou wer
kelijk wroeging?
Ach watdat las je alleen in romans, j
over lui, die 'n moord hadden gedaan of
zoo.
Buitengewoon kinderachtig vond ie z'n
eigen.... en hij wou nou wel eris zien of
ie dat niet anders kon maken. Ben je
gek.... lollig en vroolijk 'r tegenin, hoor!
Weg met die malle gedachten....
Eerst maar es wat lekkers gaan koopen.
'nHeeleboel fijn lekkers voor de Kerstda-
gen
„Kerst-dagenKerst-dagen" bromde
en gonsde het ineens in z'n hoofd.
Ja natuurlijknatuurlijk Kerstda
gen.... iedereen noemde ze toch zoo....
dat was toch de officiëele naam?
Waarom moest dat woord, dat simpele
woord „Kerstdagen", wat iedereen gebruik
te, 'm nou weer komen judassen.... hèm...
juist hèm?! Ja, dat kwam natuurlijk omdat
dat woord vroeger heel wat anders voor
hem beteekende. Menschen die nooit 'n ge
loof hadden beieden, die werden er ook niet
mee geplaagdmet dat woord.
Maar voor de-donder, hij wou er óók niet
mee geplaagd zijn.... vast niet!
Hij kon wel stampvoeten, midden op
straat.... en moest telkens moeite doen,
om iets weg te slikken wat er niet was.
Toedoorloopen nou.... fiink door
stappen en er mee lacher mee lachen
maardat was 't besteO, ja
lekkers koopen. Vooruit dan, direct die
winkel maar in. 't Maar es goed er van ne
men met de Kermet die dageneen
ten genoeg.dus.
„Ja, paling in gelei, juffrouwtwee van
die bussen maar, ja.... En dan n paar blik
jes zalm en zoo'n flesch zuur ook. Doet u
er meteen zoo'n kistje mandarijnen bij...
Wat kost zoo'n hammetje? Vier gulden...
da's goed ja.... Thuisbezorgen? Nee, pakt
u maar in, hoor.... 'tis veel aardiger als
'k 't zelf meeneem...."
Zoo, nou zou z'n vrouw toch niet an m
kunnen zien, dat ie last had van..*. Last?
Wat last? Niksniksbegin 'k nou
zelf weer? Totaal verkeerd, jogtotaal
verkeerd. Most ie noodig zelf er over be
ginnen. Stil nou!
Wat had z'n vrouw ook weer gevraagd.'
O, jaof ie nog 'n paar takjes hulst mee
nam.... Dat stond zoo aardig.... ja, dat
deed 'took.... ja, werkelijk.... werke
lijk hulsthulst
Waarom liep ie nou opeens weer zoo
langzaam? Hulst, ja! Ja!l Ja!!!
Hij schreeuwde 't haast n paar men-
schen keken hem verbaasd aan.... Hij
voelde z'n hoofd prikkelend heet
denbleef 'n poosje staan op 'n wind
hoek, om wat frischheid aan z n gezicht te
krijgen. Veel hielt) 't niet eens....
Gemaakt luidruchtig kwam ie thuis...»
begon in de gang al te fluiten en te neuriën
expres om niet te laten merken, dat
ie
Met veel poehaai stalde hij de lekker
nijen op tafel uit. Z'n vrouw stond er raar
van te kijkenzoo royaal was ie niet
dikwels. De kinderen juichten en vroegen
al om 'n proefje.
„Hier, ieder 'n groote mandarijnvoor
uit, eet maar op!"
„Maar Henri.... zoo vlak voor teten.'
Nee kinderen, dat mag niet, hoor! Toe,
Henri, neem ze weer al en....'
„Opeten, zeg ik!! Heb ik ze gekocht oi
jij?!! Opeten, jongens! Ze zijn d'r voor!"
Z'n vrouw keek hem verwijtend aan, wil
de niets zeggen, om dc kinderen.... Hij
zag, dat z'n drift-uitval haar pijn had ge
daan.... trachtte 't weer goed te maken
met 'n paar zachte woorden. Hij had er
werkelijk spijt van.... want hij hield ziels
veel van LizeJe» je.... heel veel...*
en dat was dan ook de oorzaak geweest
van.... Néé, néé, néé.... niet zoo den
ken niet zoo denkenVooruit.
lief, goed en aardig doenlachen, spelen,
zingen, stoeien met de jongensmet zn
lieve kinderen....
„Heidentjesheidentjes" gierde het
vlijmscherp door z'n kop„Heidenen
zijn 't!"
Onder een of ander voorwendsel liep ie
de kamer uitging naar boven, om alleen
te zijnniets te laten merkenHij
kneep zich de nagels in z'y vleesch
bonkte met de vuisten tegen z'n hoofd
moest de'handen stijf tegen z'n mond per
sen, om niet te schreeuwen. Vooruit! Terug
naar beneden! 'tWas z'n eigen schuld.
Waarom deed en dacht ie zoo gek?! Waar
waren z'n voornemens van 'n week geleden.
Was ie 'n man? of 'n bang kind?! Kom,
flink zijn nou!
En de nacht kwam.
De nacht van het Hoogfeest van Kerstmis.
De nacht, die, zoolang ie „getrouwd' was,
altijd 'n marteling voor 'm was geweêst.
En het nu ook zou worden. Dat voelde
hij als 't onvermijdelijkenet als iemand,
die van verre 'n ongeluk ziet aankomen en
niets kan doen om het te verhinderen.
Alles sliep.
Hij lag klaar-wakker.
En wat ie er ook tegen deedhij moest
weer denken aan vroeger.
Aan z'n belofte, die niets meer of minder
dan.'n eed was geweest.
't Was in de tuin van de woning van
Lize. Ze hadden 'n heel ernstig gesprek over
hun levenskwestie.
„Ik wil niet" had zij gezegd „dat
later de kinderen verschil zullen zien tus
schen ons. Ik verlang heelemaal niet, dat
je mijn geloof zult aannemen, maar je kunt
evenmin van mij vergen, dat ik Katholiek
zal worden. En als 't om 'n huwelijk^ gaat,
is 't toch meestal 'n wassen neus. Ik zie dus
ons geluk zóó, dat we allebei ons geloof
moeten laten varen. Gaat dat niet, dan zal
'theusch 't beste zijn, Henri, dat we van
elkaar afzien, 't Is waar, jij zou de kinderen
Katholiek, of ik zou ze Protestantscb kun
nen opvoeden, maar dan zouden we een van
beiden toch in 'n zeer moeilijke én pijnlijke
positie komen, later.... Nu de zaken een
maal zoo staan kun je dit niet anders dan
goed vinden...."
En hoe stonden op dat oogenblik de za-
ken?
Om haar had hij reeds met heel z n fami
lie gebroken en vanzelf ook met zijn Kerk.
hoewel hij zich de toekomst toch anders had
voorgesteld.
Maar nu werd alles van hem gevraagd.
doch van haar standpunt had Lize gelijk,
vond ie.
Er werd nog lang gesproken tusschen die
't Kostte hem veel, want het geloof zijner
brave ouders had hem nog niet heelemaal
losgelaten..., nog klampte het zich aan
hem vast....
Maar zijn strijd was oneerlijkpartijdig
in het voordeel zijner liefde voor, haar.
En na veel geknoei en gedraai met zijn ge
weten, deed hij de belofte van alles te la
ten loopen.
In de eerste maanden van hun stadhuis
huwelijk had niets hun jong geluk verstoord.
Toen kwam Kerstmis, het eerste heilige
feest van zijn verleden.
Dat bracht hem ook de eerste wroeging,
die heviger knaagde nog, omdat hij ze ver
bergen moest.
En elk jaar was ze teruggekomen......
vinniger, trots alle kunstmatige hulpmidde
len, die hij er tegen aanwendde....
De Kerstdagen droegen zijn wreedste
uren
Zoo lag hij ook nu weer woelend te den
ken aan dit allesuren, uren, die einde
loos schenen.
Telkens moest hij het klamme zweet van
zijn gelaat wisschen en kreeg hevige aan
drang om er uit te springen en n ver, stil
hoekje van het huis op te zoeken, om daar
uit te razen
Kerstnacht.... Kerstnacht.... t Was of
hij elk oogenblik dat woord zag staan in
verschillende hoeken der kamer-duister
nis...* of hij stemmen hoorde, die het woord
herhaalden, somber, dreigend, smeekend,
klagend....
Hij zou wel willen bidden om de verkwik
kende slaap, die maar niet komen wilde....
Bim—bambimbam.... Ah.... ook dat
nog.... de kerstklok.... voor de nacht
mis.... En nóg een, verderaf....
Nu gingen ook zijn vader en moeder naar
de Kerstnachtbidden, voor hem.... en
voor z'n vrouw en z'n kinderen.... bidden,
altijd maar weer, steeds met nieuw vertrou
wen.
Nu droeg ook in 't klooster, daar in 't zui
den van 't land, zijn broer de nachtmis op,
óók voor hem en de zijnen. dat wis!
ie.... hij was er van overtuigd....
BimbambimbamGod, God,
dat kon zoo niet blijven.... 't Was erger
nog dan de vorige jaren#. Wat kon ie
doen? Niets.... niets.... hij zag geen uit
komst
Bimbam—bimbaindeden de
klokken in de reine, Heilige Nacht.... maar
de slagen der klepels bonsden in zijn hoofd
als die van hamers.
De nacht van liefde en vrede werd voor
hem weer een nacht van zielefoltering, die
als een schrikkelijke oneindigheid voor hem
stond..
Toen de klokken zwegen, lag hij beneden
in de huiskamer op z'n knieën....
„Kerstkindje.... ik bid U.... hoor ook
even naar mij.... Ontferm U over mij en
de mijnenIk wil er jaren op wachten
desnoods.... Maar geef dat m'n kinderen
later u vinden zullen.... Ik zal er zelf aan
doen wat ik kan.... Geef, dat ze U vinden
en ook hun moeder tot U brengen.... Ik
verdien het niet.... maar in deze nacht
kunt Ge niets weigeren...."
Hij werd kalm.
't Was of 't kleine Jezuskindje hem een
toezegging deed. G. N.
4