Wm Dit Dommer bestaat uit 20 bladzijden, waaronder het geil nstreerl Zondagsblad In acht bladzijden. i wm ipBi I f3000.. f250,- 150.- f40.- Leekepreeken. I f WAANZIN. tri- fel 4 WÊMm mm Zaterdag 10 Januari 1925 48ste Jaargang No. 15938 FEUILLETON. Mededeelingen der R.-K. Staats partij. R.-K. Kiesvereeniging „Credo Pugus." Zij, üie vertrekken gaan, groeten u! Hierboven een kijkje in de oude telefoon-centrale aan de Smedestraat die hedenavond, wegens automatiseering van den dienst, buiten dienst wordt gesteld. Dè telefoon-abonné's zien hierboven op welke wijze zij jarenlang zorgzaam werden bediend. 'C Een dei vriendelijke „hallo-aauies uemonstreert voor onze lezers op welke wijze de tallooze verbindingen volgens het oude systeem tot stand kwamen J. J. WEBER ZOON Koningstraat 10 Haarlem. Telegraphisch Weerbericht De abonnementsprijs bedraagt voor Haarle.a en Agentschappen; Pei week 0.25 Per kwartaal 3.25 Franco per j)ost per kwartaal bij Vooruitbetaling 3.58 Bureaux: NASSAULAAN 49. Telefoonnummers: 1426. 2741 en 1748. Postrekening No 597G COURANT Aavertentiën 33 cents per regel. Bij contract belangrijke korting. Advertentien tusschen den tekst als ingezonden mededeeling. 60 ct. per regel op de le Pagina's 75 ct. s per regel Vraag- en aanbod-adver- tentiën 14 regel 60 ct per plaat sing: elke regel meer 15 ct., bij vooruitbetaling. Alls abon é's op dit blad zijn, in ev Mge de verzekeringsv 'orwaarden, tegen ongeval'en verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Levendange grheeie on X "7Kfl geschiktheid tot werken; 1 J.» bij een ongeva: met doodeljken afloop. bij veri.es van een and, i iHC een voet of een oog; I I&ü," bij vernes van een duim of wijsvinger; bij een breuk van been of arm; bij verlies v an een andere ving er 72 MIJN EN DIJN. Een ambtenaar van 't Openbaar Ministerie bij de rechtbank te Arnhem heeft dezer da gen bij het nemen van een requisitoir een droeve waarheid uitgesproken. Het was bij den eisch van een zware gevangenisstraf te gen iemand, die beklaagd was als curator de goederen van den aan hem toevertrouwden persoon verduisterd te hebben. De bedoelde officier van justitie wees bij die gelegenheid op de talrijke processen van de laatste jaren, waarbij menschen van een voorname maat schappelijke positie betrokken zijn, menschen met eèn vertrouwenspositie als bankiers, burgemeesters, advocaten, notarissen, ont vangers en dergelijke. Vroeger was het een groote zeldzaamheid, wanneer een dergelijk persoon in de beklaagdenbank verscheen; te genwoordig helaas niet meer, wat wijst op een achteruitgang der onkreukbaarheid en een toenemende hebzucht in de kringen der beter gesitueerden. Dit is een verschrikkelijke aanklacht tegen ons volk, te meer, waar ze komt uit den mond van een man, wiens dageli'ksche o-ac- tijk het is de strafwet te handhaven Maar men behoeft helaas geen rechtelijk ambte naar te zijn, doch slechts een eenvoudig cou rantenlezer, om die uitspraak uit dagelijk- sche ervaring te onderschrijven Er moet hier helaas van een afnemende moraliteit, een algemeene verslapping van h«t eerlijkheidsbewustzijn gesproken Worden De gevallen, waarop de Arnhemsche ojficier van justitie doelde, staan immers niet op zich zelf. maar zijn slechts uitingen van een be treurenswaardige mentaliteit, welke voor 't grootste deel op rekening van den oorlog geschreven moet worden Al lang vóór dien tijd begonnen de oude begrippen van het mijn en dim te vervagen Ook vóór 1914 was bij het opkcénende geslacht het onderscheid tussehen eigen en anderer eigendom niet meer zoo scherp als in den tijd onzer groot ouders, toen de minste diefstal als een fa- milieschande werd gevoeld en misbruik ma ken van vertrouwen algemeen de diepste ver achting wekte. Wanneer dan ook toenmaals iemand met de noorderzon verdween, een ledige kas achterlatend, waarin eens de spaarpenningen van vele kleine lieden gele gen hadden, dan verwekte dit een sensatie in heel het land, alsof er een aardbeving of een di'kdoorhraak had plaats gehad. En de misdadiger was zich van de algemeene ver achting, welke zijn deel was, dan ook wel zóó zeer bewust, dat hij naar een ver afge legen land was uitgeweken, voordat zijn misdaad was ontdekt. Die tijden zijn voorbij; de kalmte, waarmee de berichten over het springen van een bank, het ontdekken van een kastekort en dergelijke thans worden opgenomen wijzen er op, dat ons gevoel ten deze is afgestompt. Ook dat hehben wij van den oorlog als treu rige erfenis overgehouden Het gaat er mee als met de oorlogsberichten van het Weste lijk front: of er een verlies van tien, twintig of honderd duizend man werd gemeld, het drong ten slotte niet meer tot ons door. Het zevende gebod heeft in de oorlogsjaren evenzeer van zijn oude afschrikwekkendheid verloren. In de oorlogsjaren is 't menschelijk gevoel tot beneden het dierlijke afgestompt; kinderen van vijftien jaar, vermoorden elkaar om tien francs te bemachtigen ten einde snoepgoed te kunnen koopen en de massa moorden, waarvan wij geregeld lezen met resultaat meestal een luttel bedrag aan geld ten bate van den moordenaar, doen terugden ken aan de donkere tijden, toen de wegen onveilig werden gemaakt door struikroovers. Ook ons land is van die oorlogsbacil niet vrij gebleven; roofmoorden van de wreedste en ergerlijkste soort, op weerlooze, oude slachtoffers, vaak van bloedverwanten, zelfs Arthur Daning moest bekennen dat hij voor een raadsel stond. Beteekende Kukira één persoon? Was het een geheimzinnige vereeniging?Was het geen van beiden? Hij wist het niet.... Alleen vermoedde hij dat in dat woord de oplossing van alles te vinden was. Hij moest dus al zijn geestkracht aanwen den om de beteekenis daarvan te achter halen.... als hij dit geheimzinnige woord niet zou kunnen ontcijferen zou al het ove rige tevergeefs zijn. Toen hij den volgenden morgen opstond vond hij zijn .kleinen Japanschen dienaar Kio-Joko reeds gekleed in de eetkamer. „Ga je uit?" vroeg hij. Kio-Joko knikte bevestigend. „Het is prachtig weer," zeide hij lachend. „Goed Ga je gang, maar blijf niet te lang weg He( kan zijn dat ik je noodig heb." Hoezeer de detective ook gehoopt had een spoor te ontdekken en zijn bediende noodig te hebben, spoedig kwam hij tot de over tuiging, dat hij ook nu weer niet zou slagen. Hij nam geen enkele andere opdracht meer aan. daar hij zich nu eenmaal in het hoofd gezet had deze geheimzinnige zaak tot een oplossing te brengen, al zouden daar mede ook maanden gemoeid zijn. Dagen gingen voorbij zonder dat Arthur Daning een stap verder kwam, en hoe meer Je tijd verstreek, des te minder hoop be stond er tot klaarheid te komen. De politie stond eveneens voor een raad- van kinderen op ouders, zijn aan de orde van den dag. Bepalen deze afschuwelijke misdaden zich meestal tot de onderste lagen der samenle ving, de menigvuldigheid er van wijst op één algemeene moreele inzinking. Hebzucht, gouddorst, geld bemachtigen zonder eerlijken arbeid is de gereede aanleiding daartoe. En dezelfde kwade prikkel drijft ook in de hoo- gere standen menigeen tot grove oneerlijk heid, De diepere oorzaak is dan meestal te vinden in de lichtzinnige wijze, waarop alge meen met het goed van anderen wordt om gesprongen De groote omwenteling, de ver schuiving van bezit in de jaren der oorlogs winsten, het feit, dat goederen eigenlijk geen vaste waarde meer hadden, wekte bij dui zenden de begeerten naar snellen rijkdom En die epidemie van geldhonger heeft iets verderfelijks in het bloed gebracht, ook van ons volk. dat eeuwen lang als trouw en on kreukbaar bekend heeft gestaan. Het zaken doen was voor menigeen geworden een kans je wagen met andermans geld, wat veelal voerde op de schuine helling, waar het moei lijk is halt te houden en waar men spoedig over gaat tot practijken, waarvan men nog kort te voren zou gegruwd hebben. Als uit komst voor een eventueele mislukking staat er dan altijd het faillissement, dat, vroeger 'n schande, tot een eenvoudige manier van ver effening van zaken geworden is Even licht zinnig wordt omgesprongen met gelden, aan iemand met goeden naam en faam, of bekleed met een officiëele positie, toevertrouwd. Men leeft ver boven zijn middelen en gebruikt het geld van anderen als particuliere kas. De aangewezen chefs of bestuurders blijken vaak te behooren tot de zorgelooze men schen, waarvan deze zorgelooze tijd voi is en het einde is een debacle, waarin tal van onschuldige slachtoffers worden meege sleept en jaren van voorzichtig sparen en ontbering verloren gaan Er zal hier van den wortel af aan weer opnieuw moeten worden gevormd, willen wij niet op den duur verval1 en tot een gedemo raliseerde samenleving Menschen, die veel gereisd hebben, weten hoe afschuwelijk het is, te komen in Zuidelijke en Oostelijke lan den, waar alleen hij gemakkelijk l^eft en gaat, die de veel zeggende beweging van het geldstuk tusschen vinger en duim bij iedere hindernis weet toe te passen; waar geen ambtelijke trouw, geen eed, geen wet heilig of krachtig genoeg, geen persoon te hoog ge plaatst is oi met een geldstuk en bankVjet krijgt men zijn zin, zelfs tegen de grootste belangen van anderen in. Zulk een samenle ving, waarin alles en een ieder veil is, vloekt met elke gedachte aan een gezonde, Christe lijke maatschappij. En tot zulk een verwor ding komt men, wanneer eer niet meer gaat boven geld, wanneer men met het toever trouwde goud van anderen in huis zelf niet in staat is om desnoods persoonlijk gebrek te lijden, liever dan eenmaal geschonken ver trouwen en aanvaarde verantwoordelijkheid te schenden. Veel zal al gewonnen zijn, wanneer 'wij al len, menschen uit den tijd van de groote oor- logs-omwenteling, ons zelf eens herzien en ook talrijke, hoewel niet direct misdadige, maar toch in den dagelijkschen omgang en vooral in den handel onvoorzichtige practijken afleggen, welke vroeger terecht beschouwd werden als de eerste stappen op de gevaar, lijke helling. Maar vóór alles zal het noodig zijn een nieuw geslacht in de voorvader lijke goede trquw, oprechtheid en eerbied voor het goed van anderen op te kweeken, want om het thans levend geslacht van de oorlogsbacil te genezen, lijkt gezien de dagelijksche droeve ervaring welhaast een onmogelijkheid, HOMO SAPIENS. Door het Dagelijksch Bestuur is eene ge wijzigde Bondsagenda voor de vergadering van 30 en 31 Januari a.s. ondgezonden. Op verzoek van ver Hullende zijden tot het Bondsbestuur gericht, zal re ds op Vrijdagavond met de vergadering worden begonnen, terwijl Je '-espreking der finan- ,ciën als punt op de agenda is opgeaomen. Bij het Secretariat van den Algem. Bond te 's-Hertogenbosch zijn, behalve exempla ren van het Kiesreglement, ook verkrijg baar exemplaren van boekjes, waarin Begin selprogram 1896, R.-K. Staatsprogram 1922 en Concept-Verkiezingsprogram 1925 te zamen zijn opgenomen. Voor beide is de prijs 5 cent, bij vooruit betaling te voldoen. Op Vrijdagavond 9 Januari werd in het gebouw St. Bavo in de Smedestraat een ledenvergadering gehouden. De opkomst was matig te noemen De voorzitter, Dr. Koot, opent de ver gadering met den christelijken groet en wenscht de aanwezigen een gelukk'i nieuw jaar, zou dezen gelukwensch gaaine uit strekken tot de kiesvereeniging, ware het niet, dat de omstandigheden hem daarvan terughielden. Zoo elders niet, dan is hier in Haarlem de eenheid bewaard en spr. hoopt dat dit ook op andere plaatsen langs organisatorischen weg bewaard zal blijven en dat het den sympathieken Prof. Aenge- nent zal mogen gelukken de eenheid te behouden. De notulen der vorige vergadering wor den voorgelezen en goedgekeurd. De voorzitter stelt voor de behandeling van punt 3 aanbieding van een hulde blijk aan den heer Broekhuijzen uit te stellen tot de volgende vergadering, aan gezien betrokkene wegens ziekte niet aan wezig kon zijn. Hierna treedt Mr Leesberg uit Alkmaar op, die het rjieuwe kiesreglement zal be spreken Geen gemakkelijke taak, maar spr. heeft ze om het groote belang aan vaard. Hoewel de grootste partij in het land, die 32 zetels in de Kamer inneemt, is het noodzakelijk, dat ieder zich eenige be perking, wie naar de Kamer af te vaardi gen, zal weten op te leggen. De strijd speelt zich af om het kiesregle ment Barge en Bongaerts. Spr. geeft eer historisch overzicht en zet uitten, hoe he was onder het Bondsbestuur, met de auto nome kieskringen De aanleiding tot d< commissie Barge was, te geraken tot eer uniforffle technische regeling. Dit rapport Barge is heel wat meer geworden en uit gegreeid tot een reorganisatie der R.-Katb Staatspartij Behalve de regeling der techniek, is de heele katholieke Staatspartij onder de lou pe genomen Dat is toen nader uitgewerkt door de instelling van een verkiezingsraad en ingevoerd, een bepaalde lijst van dezen raad afkomst'g. een candidaatstelbng zon der dat de kiezers er iets van gezegd had den. Gij, zegt spr., herinnert u allen, hoe het gegaan is op de vergadering van 14 en 15 December 1923. leder weet, dat de ver deeling op die vergadering zeer groot was. Spr, juicht dit toe; het pleit voor de groote vrijheid, die in onze partij wordt toege staan, die geen gezonde gedachtenwisseling onderdrukt. Van het rapport Barge :s veel blijven hangen. Nu nog spreekt metn van vrije lijsten en nevenlijsten Spr, treedt in bijzonderheden over het gevaar, dat de vriie lijsten opleveren. Teen is gekomen het rapport Bongaerts, een stelsel behandeld in de bondsvergade ring van 30 en 31 Mei 1924. Dit stelsel zal spr. nader belichten. Allereerst vinden we hier een advisee- rend college, van bijzonder groote waarde. Dit college brengt de stelling, dat men rekening heeft te houden met de verschil lende maatschappelijke standen. Het ad vies van een vertrouwenscollege acht spr. een punt van groot belang. Men heeft nu een vrije candidaatstelling, die alleen kan beinvloed worden door het college. Onder het stelsel Barge bestond dit niet. Daar naast kunnen ook 50 of 100 leden van een kiesvereenig;ng candidaten stellen. De can didaten hebben eenige verklaringen af te leggen (onderschrijven van programma, geen voorkeurstemmen, enz.) Dan krijgen we het politiek advies van de centrale, dat gepubliceerd wordt. Zoo komen we tot het stemmen. Spr. behandelt het stembiljet, in verband met het politiek advies: de „geadviseerde" can didaten ter onderscheiding van de „alpha- betische" candidaten, welke beide groepen op het stembiljet zijn vermeld, om ook de zen laatsten een kan» te geven gekozen te worden. Wanneer nu een candidaat in twee kieskringen voorkomt, zal naar billijkheid een regeling moeten getroffen worden en zal hij gesteld worden in dierkring, waar hij het meeste aantal stemmen heeft, met dien verstande, dat hen: ook de stemmen uit den anderen kieskring worden toegevoegd. Spr, verwijst naar De Maasbode van 6 Januari f.1., waarin de inschrijving duidelijk uiteengezet wordt. Bovendien is een zekere band aangelegd tusschen de candidaten nadat ze gekozen zijn, die niet kunnen bedanken zonder nader overleg. Deze uiteenzetting, aldus spr., is niet al leen van belang, maar ook gebiedend, om dat er in het land een heel verkeerden uit leg van het reglement wordt gegeven. Het stelsel Bongaerts is niet tot stand geko men, omdat de eenheid verloren was, even min het rapport Barge. Het eenige waar aan in 1922 behoefte was, was eenzelfde wijze van benoemen van afgevaardigden, een uniform stelsel. Juist beschouwd heeft het stelsel Bongaerts de eenheid misschien verzwakt, Spr. weerlegt enkele moeilijkheden, die opgeworpen worjen'bij de practische uit voering van het stelsel. Met aarzeling heeft spr. de uitnoodiging voor deze spreekbeurt aangenomen, omdat er hier menschen aan wezig zijn, die het veel beter weten en beter kunnen uiteenzetten dan spr. De heeren Castricum en Keesen vragen naar aanleiding van het gesprokene het woord. Uit de discussie, welke hieruit ont staat, blijkt dat de zienswijze der beide partijen zich vrijwel dekt. Dr. Koot dankt Mr. Leesberg voor zijn orcttige en populaire uiteenzetting van het nieuwe kiesreglement. Hierna komt aan de orde punt 5 der genda: Behandeling agenda der Bondsver gadering op 31 Januari te Utrecht en Rijks- ieskring te Haarlem. In verband hiermede deelt de voorzitter :en en ander mede omtrent het program yan actie, inzonderheid wat betreft punt 6. Naar aanleiding hiervan vraagt de heer Castricum het woord. Spr deelt mede, dat 'oor den voorzitter punt 6 reeds naar vo- en is gebracht en zal in 't bijzonder spre ken over punt 3 en 4. Spr. heeft zich ver baasd over de motie Marchant betreffende gifttfassen en bacteriologische verdelg'ngs- middelen en leest een artikel uit ,,De Voor hoede" voor. waarin een inzender opkomt tegen de funeste strekking dezer middelen "n liever zag, dat de leer van Christus beter werd nageleefd en toegepast De heer v Tetering sluit zich aan bij de voorden van den heer Caslricum, maar neent in 't midden te moeten brengen, 'at de Regeering van nalatigheid zou kun nen beticht worden, wanneer wij bii jn vijan delijken aanval van stikgassen en bommen ongewapend stonden. De voorzitter meent, dat beide heeren hun zin krijgen, waqneer punt 4 doorge voerd wordt: gelijktijdige en wederzijdsche ontwapening. De heer KEESEN breekt een lans voor Barometerstand 9 uur v.m.: 778, Vooruit Opgave van: OPTICIENS F ABRIKAN i EN Medegedeeld door het Kon Ned. Meteo rologisch Instituut te De Bildt Naar waarnemingen in den morgen vü 10 Januari. Hoogste barometerstand 777.4 m. M. te Zuricht. Laagste barometerstand 727.6 m. M. te Isafjor'd. Verwachting van den avond van 10 to< den avond van 11 Januari. Zwakke tot matigen Zuidelijke tot Weste lijken wind, nevelig tot lichtbewolkt, droog vtmer, 's-nachts lichte vorst, lichte dooi over- de regeling der werkloosheid. Met cijfers toont spr. aan, dat de uitkeering over de jaren 1921—22 en '23 daalde, terwijl het percentage der werkloosheid gestegen is in die jaren Spr. betoogt, dat de uitkee- ringen door werkgevers en werknemers ge dragen moeten worden, omdat door perfec tie der techniek de arbeider vervangen wordt door het doode materiaal en de pa troon zich dan verder al heel weinig be- kommeit om de overbodig geworden ar beidskrachten. Spr. wil dit alsnog in hel programma laten opnemen. De VOORZITTER vraagt, of spr. er een voorstel van wil maken en hoe hij dit wenscht te formuleeren. De heer KEESEN: de formuleering kan heel kort zijn: hij wenscht het voorstel overgenomen te zien van den Werklieden- bond en wettelijke regeling der werkloos- zekering. De heer HEERKENS THIJSSEN staal sympathiek tegenover het voorstel van der heer Keesen. We zitten nog altijd met de besluiten. Deze zaak is steeds geremd van werkgeverszijde De heer KEESEN: het kan bij punt 6 in- gelascht worden. Aldus besloten. De heer STOELINGA vraagt nadere in lichtingen omtrent punt 6, terwijl de heer v. LIEMT de wenschen en grieven, van den sel. De massa-moord in de villa had niet weinig opschudding verwekt. Waar men ook kwam, overal hoorde men over de misdaad spreken. Iedereen meende het zijne te we ten, en de menschenstroom die zich bij Da ning. en de politie aanmeldde met de bewe ring meer van de zaak te weten, scheen het onderzoek toch geen stap verder te kunnen brengen. Toen men de belooning van één duizend op drie-duizend goudmark gebracht had stormde het opnieuw menschen die meenden iets belangrijks te berde te kunnen brengen, maar met dat al bleef de geheele misdaad in de diepste duisternis gehuld De detective zette zijn onderzoek in één richting voort: hij wilde de beteekenis van het woord .Kukira" ontcijferen Hij bezocht geleerden, ontdekkingsreizi gers en natuurvorschers, die misschien op de hoogte konden zijn met de Indische sekten •of geheimzinnige Indische vereenigingen, maar niemand had ooit het woord „Kukira" gehoord De meesten deelden in de meening van den detective, dat het hier een geheel nieu we, onbekende geheime vereeniging gold Een bekende natuuronderzoeker, die vele jaren in het Wonderland had doorgebracht, en zeer veel belang in de zaak stelde, raadde Arthur Daning aan. het onderzoek in Indië zelf voort te zetten, waar hij de meeste kans zou hebben de zaak op te helderen Deze gedachte was bij den detective reeds meermalen opgekomen en na rijpelijk over leg besloot hij naar Indië te vertrekken Nad t hij ,al!e zaken geregeld had en on derzocht had of Sin*ha zich nog steeds in goede handen bevond maakte hij en Kio- Joko de noodige voorbereidingen voor de VIERDE HOOFDSTUK. HET EERSTE SPOOR. Na drie weken bevopden Arthur Daning t en zijn helper zich in het land der wonde- ren. De detective had nog steeds geen over zicht hoe moeilijk de onderneming was. In het onherbergzame land wilde hij den schilder en diens echtgenoote terugvinden, terwijl hij niet eens wist of ze nog in leven waren. I Nochtans bleef zijn ,hoop levendig en liet hij den moed niet zinken. Zonder te aarze- len ging hij dus aan het werk. Overal trachtte hij nadere inlichtingen te verkrijgen: bij de kluizenaars midden in de woeste bergenbij de slangenbezweer- 1 ders in de morsige achterbuurten der nan- delsstedenbij de toovenaars in de wou den.maar niemand scheen hem nadere j uitleggingen te kunnen of te willen geven, niettegenstaande hij rijkelijk aalmoezen uit reikte Maar- nog steeds gaf hij den moed niet op. Den vierden dag vond hij een bedelaar met twaalf vingers en drie ooren, abnormale fei ten, die men in Indië meermalen aantreft. Onbeschaamd drong hij op een aalmoes aan maar toen de detective daarop geen acht sloeg zeide hij, dat hij voor een tlesch rum de toekomst zou voorspellen Arthur Daning, die bemerkte dat de be- j delaar een groote liefhebber van geestrijke i dranken was, besloot deze gelegenheid niet ongebruikt voorbij te laten gaan Hij nam hem mede naar de woning die hij gehuurd had, gaf hem verschillende alcoholische dranken en vroeg hem daarna plotseling of hiy iets van „Kukira" wis. Toen de Indiër dit woord hoorde noemen zag hij verwonderd op, maar zeide vervol gens, dat hij het bewuste woord niet kende. De detective geloofde hem natuurlijk niet en, nadat de Indiër, na nog meer gedronken te hebben, nog niet bereid was te spreken, nam hij een ander middel te baat. In de eene hand nam hij de volle rumflesch en in de andere een karwats. Nu kon de bedelaar kiezen tusschen het zoozeer begeerde vocht en een pak slaag. „Die vreemdeling is niet voor de poes," dacht de man en naar de flesch grijpend zeide hij: „Ik zal het u zeggen, heer! Als gij de oevers van de heilige Bramaputra volgt Verder kwam hij niet.... Er suisde iets door' de lucht en raakte den hals van den Indiër. Met een kreet van ontzetting liet deze de flesch vallen en wentelde zich als een bezete op den grond heen ep weer. Ter wijl Kio-Joko zich over den ongelukkige heenboog 'sprong zijn meester door het ven- ster in den tuin Toen hij niemand bemerkte wilde hij verder snellen, maar plotseling zag hij dat de takken van een laurierboom be hoedzaam opzij geduwd werden. Tot zijn verwondering kwam een halfnaakte Indiër te voorschijn, die een pijp van bamboe in de hand hield en deze naar den mond bracht Bliksemsnel viel de detective ter aarde. Het was zijn geluk De pijl, die waanzin en j dood met zich tnedevoerde, suisde over hem heen en bleef in den stam van een palm boom steken Voordat het monster in staat was, de blaaspijp voor den tweeden keer op den de tective te richten, was deze reeds opge sprongen en met ongeloofelijke behendigheid langs den stam naar boven geklommen, j De Indiër trachtte hem met de voetén af te weren, maar Arthur Daning gaf hem zulk een geweldigen stomp dat bij naar beneden stortte. Hij wilde opstaan en vluchten maar de detective liet zich in zijn volle zwaarte op hem vallen Als Arthur Daning echter geloofde met den kleinen Indiër gemakkelijk spel te heb ben. had hij zich vergist, want deze klemde zijn magere vingers zoo stijf om zijn hals dat hij meende te stikken. Gelukkig kwam Kio Joko zijn meester bijtijds te hulp en slaagden beiden erin den schurk te kneve len Vervolgens tilden zij hem op en droe gen hem den kamer binnen Dv bedelaar die een weinig tot kalmte gekomen was, zat nu zinloos voor zich uit te staren en stamelde iets dat op .Bramaputra" geleek De beiden detectives legden den gevan- j gen Indiër op een vloermat en toen begon Arthur Daning hem nit te hooren waarbij j hij zich van het Hindoestaneesch bedièn- de, welke taal hij uitnemend kende. „Wie heeft je bevolen op ons te schie- i ten?" i Er kwam geen antwoord. De man sloot zijn lippen vast op elkander en zag met trot- schen blik in de onbestemde verte I „Ik zal je wel aan het praten krijgen," dacht de detective. „Met vergiftigde pijlen schieten staat gelijk met een moordaanslag en ik heb slechts een enkel woord te spre ken en je komt aan de galg. Als je mij ech ter zegt, wie je tot deze daad heeft aange spoord dan zal ik je vrijlaten Je hebt slechts te kiezen j Toen er weder geen antwoord kwam, be greep Daning, dat hij andere middelen moest aanwenden. Hij kende de Hindoes en wist dat bedreigingen zeer weinig vat op hen hadden i Maar het stond thans bij hem vast, dat .Kukira" de naam was van een geheime vereeniging en hij meende den Indiër te kunnen overbluffen Hem recht in de oogen ziende, zeide hij: „Ik weet toch wel, op wiens bevel je gc-> schoten hebt: je bent lid vn de Kukira' Als Daning echter meende, dat de Indiër zich zou verraden, dan bedroog hij zich De bruine man vertrok geen spier van zijn ge- Toch was Daning ervan overtuigd, dat die man meer wist dan hij zeggen wilde en hij besloot hem niet te sparen. Nu hier meerde re menschenlevens op 't spel stonden, was ieder middel geoorloofd Hij nam de karwats liet deze" door de lucht suizen en riep uit: „Zie je deze karwats! Als je niet will hebben, dat ik het bloed uit je rug zal strie men, geef dan antwoord op mijn vragen! Toen de Indiër bleef zwijgen, beval de de tective zijn helper om den gevangene een flink aantal zweepslagen op den naakten rug toe te dienen, waartoe deze zonder aarze len overging. Geen geluid kwam er echter over de lippen van den gefolterde Wel kneep hij, tengevolge van de hevige pijnen, de lippen vaster op elkaar Hoe verbitterd Daning ook was over de halstarrigheid van dezen man, toch moest hij hem ook bewon deren Daar hij bemerkte ook op deze wijze zijn doel niet te bereiken, beval hij zijn met gezel om den rug van den gevangene af te wasschen en te verbinden Hij had genoeg van dat martelen en wild* een andere manier bedenken om zijn doel te bereiken. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 1