WAANZIN NIEUWE HAARLEMSCHE Tweede Blad Dinsdag COURANT 13 Januari 1925 De actie van St. Michaëi in de Kiesvereenigingen ren en Hermans, en financiers ais de direc teur van de Ned. Bank, oud-minister Van Gijn enz. het absoluut niet eens zijn. En een dergelijk vraagstuk moet nu in een pa rochiale kiesvereeniging door de eenvoudi ge kiezers maar als een punt van actie op het program worden gebracht. En als aan de voorstellers vragen werden gesteld of inlichtingen werden verzocht, dan kreeg men ten antwoord: We referee- ren qns aan de brochure van prof. Veraart; daar staat in, dat het wel kan. Is dat nu democratie? Is dat nu tot uiting brengen, wat leeft in het volk? Is een zoo danig tot stand gekomen program er een van Kath. Staatspartij of van prof. Veraart, die toch nog niet de Staatspartij uitmaakt? Dit is een terugkeer tot den ouden regen- tentijd. „Ipse dixit", de meester heeft het gezegd, zoo heette het toen, en dan had men te zwijgen. Want zoo was het. Het was Zaterdagavond voor de verdedi gers van „St. Michael" een uiterst pijnlijke avond, omdat ze iets moesten verdedigen wat ze niet kenden en wat hun van boven af was opgelegd en waarmede zij ten slotte geen weg wisten. Wanneer er iets in staat is om het poli tieke leven kapot te maken, dan is het wel een dergelijke actie, waarbij de kiezers niet anders dan stemmachines zijn. De Michaëlisten zaten er ten slotte zelf verlegen mede en verontschuldigden zich dat ze er voor stemden, niet omdat dit hun meening was, maar omdat ze vertrouwen hadden in prof. Veraart. We zullen op deze geschiedenis niet ver der ingaan, maar we vertrouwen toch, dat de leiders van de Michaël-beweging dit on waardige politieke spelletje onmiddellijk zullen staken. Ook omdat er ten slotte niets mede be reikt wordt, want men kan toch in redelijk heid niet eischen, dat aan een program, op de wijze als „St. Michael" wil tot stand ge komen, door onze politici eenige waarde wordt gehecht? Nog eens, laat dit spel spoedig uit zijn, het is aan eerlijke politieke leiders ongar en hij Hin weder twee offeranden meer aan onzen heiligen „rokodil!En zij Jenny.... voordat ik haar aan het heilige dier zal offeren, zal ik haar eerst van haar waanzin genezen! Ah! Als jullie doódgeschrei door den tem pel gilt dan zal ik juichen, en mijn triomf kreten zullen jullie angstgeschrei overstem men!" Ontzet staarde Kio-Joko den ellendeling aan, wiens oogen groene vlammen schoten als die van een waanzinnige. Zijn eenigste hoop was nog slechts op zijn meester gevestigd. Als deze niet kwam om hem te bevrijden, of viel deze zelf in handen der schurken.... dan zou alles verloren zijn Men liet den helper van den detective in een keldergat zakken. Hij dacht niet ander3, aan dat men hem hier wilde gevangen houden tot den dag dat men hem zou offe ren. Ook meènde hij, dat de tempel der ;noordenaars-vereeniging Kukira in deze vil la gevestigd was. Zijn vermoeden werd echter niet bewaar heid. Een afschuwelijke dwerg, dezelfde die hij uit het lichaam van h.et afgodsbeeld te voorschijn had zien komen, was met de be waking van den gevangene belast en bleef urenlang bij hem om iedere poging tot ont vluchten te verhinderen. Uit zijn spottende woorden, die bedoeld waren om den angst van den gevangene te Kio-Joko gewaardigde zich niet een woord tot het monster te spreken. Deze scheen trouwens ook geen antwoord te verwachten want zijn groene* oogen op den detective ge richt houdende hernam hij: „Ja.... mijn wraakplannen gelukken schitterend.... Spoedig zal ik mij gewro ken hebben. Ha! Eerst dacht ik, dat mijn dorst naar wraak gelescht zou zijn, toen ik Jenny krankzinnig had gemaakt.... Maar het was nog niet genoeg.... Ik wilde meer meer!.... Hen, die ik haatte, wilde ik in mijn macht hebben.Niet alleen haar, maar ook dien ellendigen kladder, die mij heeft durven slaan!.... Eindelijk bereikte ik mijn doel, nadat ik velen had vermoord. Terwijl mijn bondgenooten alle sporen weg- wischten reed ik met de beide gevangenen in razende vaart naar de kust, waar een pleizierjacht reeds op ons lag te wachten. Ongemerkt brachten wij de gevangenen op het schip waarna we naar Engeland stoom den. En als die vervloekte Daning er niet was, zou niemand de ontvoerden hier in In- dië zoeken. Maar.... hij zal er niet in sld- gen hen aan mijne macht te ontrukken! Jij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5