VAN WET EN WETGEVING.
wmmmi
cLCK WAT WILS.
wmTwm
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Woensdag 14 Januari 1925
De herziening der Pensioenwet.
GEMENGD NIEUWS.
Een ijzeren grintschip zwaar
beschadigd.
Het vernielzuchtige publiek.
De onbewaakte overwegen.
Rijwieldief aangehouden.
Brand in een Rijwielhandel
te Leeuwarden.
De verdwijning van den koop
man Bttsch.
Zijn Uw handen en lippen
VRAGENBUS.
DAMMEN.
i,
-i3*
«In de nota betreffende den toestand
van 's Lands financiën ten begeleide van
de Staatsbegrooting 1924 vestigde de re-
geering er de aandacht op, dat in de fi-
nancieeie consequenties der nieuwe Pensi
oenwet bezwaarlijk kan worden berust.
Reeds thans kan worden vastgesteld, dat
de jaarlijksche bijdragen, die in het Pen
sioenfonds worden gestort, niet berekend
zijn voor de risico's zooals die door de nieu
we Pensioenwet zijn bepaald, zoodat hand
having van den tegenwoordigen toestand
op groote tekorten voor het fonds moet
uitloopen. Voor het Rijk komt daarbij,
dat het stelsel is aanvaard om voor de op
1 Juli 1922 in dienst zijnde ambtenaren
van het Rijk bijdragen vast te stellen, doch
daartegen over tot uitkeering aan het
fonds van de pensioenen te verplichten,
zoodat de werking der nieuwe wet zich
aan het Rijk rechtsreeks in een steeds stij
genden pensioenlast doet gevoelen. Een
en ander moet vooral ofider de tegen
woordige omstandigheden, tot hernieuwde
overweging van de wet nopen. Ter vol
doening aan het in verband daarmede in de
memorie van antwoord op het voorloopig
verslag van de Tweede Kamer nopens
hoofdstuk I der Staatsbegrooting voor het
dienstjaar 1924 aangekondigd voornemen
inzake eene herziening zoowel van de bur
gerlijke als van de militaire pensioenen
strekt, voor zooveel de burgerlijke pen
sioenwet betreft, de indiening van neven-
gaand ontwerp van wet.
Over dat ontwerp is overleg gepleegd
met de centrale commissie voor georgani
seerd overleg in ambtenaarszaken. Het
advies der Commissie zal worden over
gelegd. Kennisneming daarvan kan doen
blijken, dat voor zooveel in dat advies be
zwaren waren naar voren gebracht, de re
geering daaraan in ruime mate is tegemoet
gekomen. Zij is daarbij zoover gegaan,
als haar met inachtneming van het doel
der wetsoverdracht maar eenigszins moge
lijk voorkwam."
Met deze sobere toelichting meent de Re
geering te kunnen volstaan bij een wets ont
werp, dat voor zeer velen in de toekomst
financieel nadeel medebrengt.
Wij noemen de toelichting sober, omdat
zij wel een aantal beweringen bevat, maar
verzuimt die beweringen te staven door cij
fers. Cijfers, die aantoonen, dat een wijziging
der pensioenwet noodzakelijk is, opdat het
pensioenfonds nu en in de toekomst krach
tig genoeg zij om alle wettelijke uitkeeringen
te doen. Cijfers ook, die doen zien, waaraan
het tekort van het pensioenfonds op de eer
ste plaats is te wijten. Want het wil er bij ons,
Zonder nader bewijs, niet in, dat dit tekort
zoo groot zoude zijn als de bewoordingen der
memorie van toelichting zouden doen ver
moeden.
De „Pensioenwet 1922" is niet geweest een
slag in de ruimte, d.w.z. men heeft het er niet
op gewaagd bepaalde pensioenen te garan
deeren tegen een bepaalde premie, het aan
de toekomst overlatende of inderdaad het
pensioenfonds voldoende middelen zoude
blijken te hebben om de noodige uitkeerin
gen te doen. Neen, de pensioenwet 1922 is
het resultaat "geweest der wetenschappelijke
berekening van erkende wiskundigen. En
deze wiskundigen hebben toen zij hun
rapport opstelden een rentevoet aangeno
men van vier procent. Dat was in 1919. Nu
weet ieder dat in het tijdvak van 19191924
de rentevoet veel hooger geweest, is dan vier
procent en dit in du komende jaren als
niet elke menschelijke berekening faalt
ook wel zal blijven. Die verhoogde rentevoet
moet uiteraard ten voordeele van het pen
sioenfonds zijn gekomen.
Vóór de invoering der Pensioenwet 1922
gold voor de gemeenteambtenaren een spe
ciale pensioenwet de „Pensioenwet voor ge
meenteambtenaren 1913". Krachtens deze
Pensioenwet moest de gemeente voor het
pensioen harer ambtenaren een bijdrage
storten van zeven procent. De uit te keeren
pensioenen bedroegen 1/60 of wel ongeveer
1.75 van den pensioengrondslag voor elk
dienstjaar.
De bijdrage'n geschiedden aan het Pen
sioenfonds voor gemeenteambtenaren, dat
ook de uitkeeringen deed. Naar de algemeene
meening kon dit pensioenfonds zich goed
bedruipen. De „Pensioenwet 1922" bracht
de uitkeeringen vdbr ieder dienstjaar op
twee procent van den pensioengrondslag,
doch verhoogde de door de gemeenten te be
talen pensioenbijdragen van zeven tot tien
procent. Thans stelt de regeering voor tot de
lagere uitkeeringen, die voorheen golden
terug te keeren, doch handhaaft tevens het
hooge percentage van tien procent, dat de
gemeenten voor hun personeel hebben te be
talen. Hoe is dit te verklaren Een nadere
motiveering van het Regeeringsvoorstel kan
ter zake alleszins worden verlangd.
Laat ons thans de voornaamste wijzigin
gen bespreken die de Regeering blijkens
haar ontwerp 'zich voorstelt in de Pensioen
wet aan te bietsen.
Zooals wij daareven reeds vermeldden,
wordt de pensioenuitkeering te.rug gebracht
van twee op 1.75 procent van den pensioen
grondslag per dienstjaar. Onder pensioen
grondslag wordt verstaan de gemiddelde
jaarwedde gedurende de laatste drie dienst
jaren. De wijziging gaat in op 1 Januari 1925
en vandaar dat thans in de laatste maanden
zoovelen pensioen hebben aangevraagd. Zij
willen nog op 't laatst van de gunstige be
palingen der tegenwoordige Pensioenwet
profiteeren. De termijn, dien men in pu-
blieken dienst moet hebben doorgebracht
om voorpensioen in aanmerking te komen,
wordt van zeven op tien jaar gebracht. Het
maximum pensioen blijft op 70 van den
pensioengrondslag gehandhaafd, maar het
minimum pensioen van 30 zal voortaan
alleen gelden voor die personen, die wegens
invaliditeit worden ontslagen.
Voortaan zullen buiten de pensioenwet
vallen diegenen, wier bezoldiging minder
dan f 400.bedraagt. Er is inderdaad iets
voor te zeggen, dat degenen die in den pu-
blieken dienst slechts een nevenbetrekking
vervullen, doch wier hoofdtaak elders ligt,
niet van de voordeelen der pensioenwet pro
fiteeren. Een overgangsbepaling zorgt, dat
de thans in functie zijnden door dezen maat
regel niet worden gedupeerd.
De wijziging der Pensioenwet sluit voorts
diegenen uit, die een tijdelijke functie be-
kleeden tenzij de aanstelling klaarblijkelijk
voor den vorm slechts tijdelijk is en die
genen, met wie een burgerrechterlijke ar
beidsovereenkomst is aangegaan. Deze be
paling heft veel moeilijkheden, die zich onder
de tegenwoordige Pensioenwet doen gelden,op
en zal zeker velen gemeentebesturen welkom
zijn.
De wachtgelders worden door de wijziging
der Pensioenwet zwaar getroffen. Tot heden
gold de tijd, die een ambtenaar op wachtgeld
doorbracht, bij de berekening van het pen
sioen mede. Dat zal nu geheel anders worden.
De tijd, die zij voor 1 Januari 1925 op wacht
geld doorbrachten, blijft wel voor de bere
kening van het pensioen medetellen, maar
met ingang van dien datum, worden gewezen
ambtenaren, die wachtgeld genieten voor
de toepassing der Pensioenwet geacht te zijn
ontslagen. De tijd, die zij verder op wachtgeld
doorbrengen telt dus niet van de berekening
van hun pensioen mede. De tijd, die een amb
tenaar die na 1 Januari 1925 op wachtgeld
wordt gesteld, als wachtgelder doorbrengt,
geldt wel voor de berekening van zijn pensi
oen mede, maar voor hem moet worden be
taald en wel door het lichaam in welks dienst
de ambtenaar was, onmiddellijk vóór hij
op wachtgeld werd gesteld. Het bedrag, dat
verschuldigd is, wordt bepaald bij algemee-
nen maatregel van bestuur, terwijl de helft
daarvan op den ambtenaar kan worden ver
haald.
Diversen. Bij Kon. Besluit aangewezen
personen, o.a. politieagenten kunnen tegen
woordig op 55-jarigen leeftijd pensioen aan
vragen. De herziening der nieuwe pensioen
wet handhaaft die aanspraken, doch alleen
ten aanzien van hen die anders dan op eigen
verzoek eervol worden ontslagen.
De keuring voor invalide ambtenaren wordt
veel scherper. Vroeger zag men nog als eens
voorkomen, dat d.v. een onderwijzer vaft
werkkring veranderde en daarna trachtte
zich te doen afkeuren, teneinde het pensioen
in de wacht te sleepen. In den regel lukte
hem dit. Den laatsten tijd waren de keuringen
wel wat scherper, maar het ontwerp van de
herziening der Pensioenwet wenscht blijk
baar alle voorgewende invaliditeit voorgoed
uit te sluiten. Hier wordt den Pensioenraad
de bevoegdheid gegeven om een ambtenaar
die door de aangewezen deskundigen is
afgekeurd, nogmaals geneeskundig te doen
onderzoeken of hem in eene inrichting ter
observatie te doen opnemen. Zelfs is de Pen
sioenraad bevoegd den ambtenaar in een
Sanatorium te doen opnemen of hem een
genees- of lichte heelkundige behandeling te
doen ondergaan, indien drie door den Pen
sioenraad aangewezen geneeskundigen een
parig verklaren deze maatregelen noodig te
achten voor het herstel van den ambtenaar.
Bij het lezen van bovenstaande bepalingen
ontkomt men niet aan de gedachte, dat wij
leven in een tijd, waarin tegenover den amb
tenaar veel geoorloofd is i
Wij hebben hierboven de voornaamste
veranderingen, die het ontwerp der nieuwe
Pensioenwet zich voorstelt te weeg te brengen,
besproken. Tot slot vestigen wij de aandacht
op een oppervlakkige onschuldige bepaling,
die in het ontwerp is opgenomen, en die toch
voor de belanghebbenden funeste gevolgen
kan hebben. Wij bedoelen dé bepaling, die
beroep openstelt op de Kroon, van de be
schikkingen van Gedeputeerde Staten, ge
nomen naar aanleiding van raadsbesluiten
die de pensioensbijdragen van het personeel
regelen.
Voor ieder staat wei vast dat het Rijk in de
oorlogsche en navolgende jaren een roeke
loos beheer heeft gevoerd. Men heeft in den
distributietijd met geld gesmeten, men voer
de wetten in, die een staf van ambtenaren
eischten en men stelde ook veel meer amb
tenaren vooral hoogere ambtenaren aan
dan men noodig had. Wij zwijgen dan nog
van de bekende en onbekende malversaties.
Als wij de zaak van het Leidsche ziekenhuis
nagaan, dan moeten we wel veronderstellen,
dat er nog veel meer is gebeurd, dat nimmer
ontsluierd wordt maar waarvan toch de be
lastingbetalers de geldelijke nadeelen hebben
te dragen. Het spreekwoord „Waar veel
varkens aan den pot zitten, is de spoeling
dun" heeft zich ook voor de rijksambtenaren
doen gelden en zij hebben reeds 8 Yz voor
pensioenbijdrage en gemiddeld 10 van
hun salaris moeten missen. Van lang niet
alle gemeenten zijn de fünnciën in zulken
desolaten toestand als van het Rijk. En de 1
meeste gemeentebesturen zijn tegenwoordig
loyaal genoeg van opvatting om de inkomsten
van het personeel niet te gaan inkrimpen,
zoolang de financieele toestand er niet toe
dwingt.
Er zijn intusschen ook gemeenten, waar
onder de vroede vaderen het type Braat do
mineert. Voor dergelijke gemeenteraden zijn
Gedeputeerde Staten een goede rem. Want
de Gedeputeerde Staten althans die van
Noord- en Zuid-Holland rl 'gen verhaals-
verordeningen waarbij de pensioenbijdragen
van het gemeentelijk personeel worden ver
hoogd of ingevoerd, niet goed te keuren, zoo
lang de financieele toestand der gemeente
daartoe geen aanleiding geeft. De beslissing
van Gedeputeerde Staten is er eene in laatste
instantie beroep daartegen staat thans niet
open. Volgens de herziening der Pensioen
wet zal dit anders worden van de beschik
kingen ter zake van Gedeputeerde. Staten
wordt beroep op de Kroon toegekend. Is
dit wel een verstandige maatregel Kunnen de
Colleges van Gedeputeerde Staten, die toch
bestaan uit onbevangen mannen buiten eenig
ambtelijk verband, niet veel beter de plaat
selijke toestanden beoordeelen, dan een mi
nister, die zelf toch niet alles doen kan en
zich door zijn ambtenaar, die zelf 8% pen
sioensbijdrage betaalt, moet laten voorlichten
Maandagavond had ten gevolge van den
dikken mist een aanvaring plaats op den
IJsel, De nachtboot Zwolle, bestemd voor
Amsterdam, voer op het met grint geladen,
op stroom voor anker liggende, ijzeren
vaartuig „Risico" van den heer J. Dekker
te Zwolle. De voorsteven van het grint
schip werd ingedrukt, het voordek werd
opgekruld en het schip maakte zooveel wa
ter, dat het gezin van den schipper en de
schc cprpapieren op de nachtboot moesten
worden overgebracht. Doordat de lieren
ontzet waren, kon het anker riiet worden
gelicht, zoodat dit moest worden gekapt
ten eirde het schip, dat met hulpmiddelen
zooveel mogelijk gedicht was, naar den
vlakken Overijselschen oever te sleepen al
waar het op het droge werd gezet. Het
schip was bestemd voor Leeuwarden; 't was
verzekerd. De nachtboot had door dit on
geval een vertraging van vijf uur.
Eenige tijd geleden, aldus „De Kampioen,"
heeft mevrouw de Wed. C. H. v. Wort
Eckhardt de „Wildhoeve," te Schaarsbergen,
(ongev. 70 H.A.) een koepel die uitzicht
geeft over de heide naar Beelen bij Arnhem
voor he't publiek opengesteld, het publiek
is echter zoo vernielzuchtig, dat zij er ern
stig over denkt het bosch voor het publiek
te sluiten.
Zaterdagavond is de schilder De R., wo
nende te Gasselternijveenscliemond, die per
fiets een onbewaakten overweg wilde over
steken, door een juist passeerenden trein
aangereden. Hij beliep zoodanige verwon
dingen, dat onmiddellijke opname in 't
ziekenhuis te Groningen noodzakelijk bleek.
De fiets was totaal vernield.
Te Middelburg werd verleden week een
man aangehouden, die zich L. noemde en
die door den commissaris van politie te Goes
werd gezocht omdat hij daar een valschen
naam zou hebben opgegeven. Thans is ge
bleken, dat zijn naam ook geen L. is, en dat
hij ook gezocht werd door de politie te Am
sterdam en te Kcom wegens het verdwijnen
van rijwielen in die plaatsen.
Men meldt uit Leeuwarden Juist was de
brandweer met veel materieel uitgerukt voor
een brand, die in de cichoreifabriek aan den
Dokkumertrekweg zou zijn uitgebroken,
.doch die een schoorsteenbrand in het huis
van den fabrieksdirecteur bleek te zijn, en
die spoedig gebluscht was, toen er om half
twee Maandagmiddag brand uitbrak in de
werkplaats van den heer Van Keulen, han
delaar in' naaimachines en rijwielen, in de
onmiddellijke nabijheid van het stadhuis.
In afwachting van den terugkeer van de
brandspuiten van den schoorsteenbrand,
liet de burgemeester uit de in de raadzaal
aanwezige brandkraan door het opgeschoven
raam het eerste water in het brandende per
ceel werpen. De werkplaats en de daarboven
gelegen bergplaats zijn geheel uitgebrand. De
brandweer wist den brand tot dat perceel te
beperken. De oorzaak is nog onbekend.
Meer dan 60 rijwielen, waaronder er eenige
van klanten, en reeds voorzien van belasting
plaatjes 1925, en ruim 50 naaimachines, als
mede veel onderdeelen gingen verloren.
Naar de eigenaar mededeelde wordt de
schade door verzekering gedekt.
De historie van het gebouw op den
Overtoom.
Omtrent de zaak van den verdwenen ket
tinghandelaar Busch verneemt de Tel. nog
het volgende:
De heer van Muylwijk, die thans van het
gebeurde verdacht wordt en inmiddels is
overgebracht naar het Huis van Bewaring,
ging op 8 April 1915 faillet. Eenge maanden
later werd dit faillissement gehomologeerd
mek uitkeering van 20 pCt. tot een totaal
bedrag van 70.000 ruim. Ten einde deze
homologatie tot stand te brengen, verschaf
te de niet onbemiddelde familie van Van
Muylwijk de noodige contanten. Het faillis
sement was reeds een feit, vóór de heer
Busch verdween.
Ten gevolge van e*n eisrn van de Friesch-
Groningsche Hypotheekbank werd het groo
te gebouw aan den Overtoom, waarin de
zeer luxieuze appartementen van Van Muyl
wijk waren gevestigd, geveild. Dit had plaats
in September 1921; de veiling geschiedde in
Frascati. nier was het, dat de N.V. „De» Antw.: Alphen a. d. Rijn, Zwammerdam,
Amsterdamsche Timmerwinkel" eigenaresse
werd. Directeur van deze onderneming was
de makelaar Schopman. Deze verklaarde, dat
hij op verzoek van Van Muylwijk, dezen
uit medelijden als concierge van hei gebouw
aan den Overtoom aanstelde voor een ver
goeding van 1000 's jaars.
Hij moest ook de huur ophalen, maar het
bleek, dat hij deze niet afdroeg. Zoo hield
hij 2700 achter. De heer Schopman dreig
de roet een aanklacht en de kantonrechter
heeft later inderdaad de ontruiming van het
gebouw door Van Muylwijk gelast.
Ten einde controle uit te oefenen, werd
een gedeelte van het kantoor van „De Am
sterdamsche Timmerwinkel" naar de vijfde
verdieping overgebracht. Hier was het, dat
de heer Schopman in den avond van den
tweeden Mei 1922 zat, toen plotseling Van j
Muylwijk binnentrad en onderteekening van
Nieuwkoop, Noorden, Woerdverlaat, Ouden-
dam, Oudhuizen, Nieuwer ter Aa, Nieuwer-
sluis, Loenen, Oud-Loosdrecht. Afstand
40.4 K.M.
Vr.; Op het aanslag-biljet van mijn» zoon
staat als zuiver inkomen vermeld 1780.
Nu moet hij voor Rijksink., Verdedigings- en
Gem.-Inkomstenbelasting j 109 20 betalen.
Is dit juist? Hij is ongehuwd, werkt te
Haarlem en woont te Schoten. Het betreft
het belastingjaar 19241925
Antw.; Voor 1780 is de aanslag juist
Hij is dan echter niet als forens aangesla
gen. Mocht hij nog een forensen-aanslag
krijgen, laat hij aan reclameeren.
Vr. 1. Onder welke omstandigheden moet
er belasting werden betaald aan de Kamei
van Koophandel?
Vr. 2: Ik ben in het bezit van een oude
een contract vroeg. Dit behelsde, dat Van j melkkan mef opschrift: „Bevi Poco". Wat is
Muylwijk voor 3 jaar als concierge zou wor- dit?
den gehandhaafd en dat deze een bedrag
van 10.000 zou ontvangen.
Antw. 1: Aan de Kamer van Koophandel
wordt geen belasting betaald. Men betaalt
Van M'. dreigdè met een revolver en met daar voor de inschrijving van zijn zaak in 't
een mes. Er ontstond een vechtpartij, waar- j Handelsregister.
bij de heer Schopman de revolver bemach
tigde, doch eenige =neden over het hoofd
kreeg.
Tijdens het gevecht riep v M. uit: Je graf
is al gegraven, je kist staat al klaar. Toen
de aanvaller zag, dat hij niets bereikt had,
smeekte hij om medelijden. De heer Schop
man liet zich overhalen en gaf hem 100
extra.
Doordat hij later op straat in elkaar zakte,
kwam de zaak bii de politie terecht. Er was
echter geen bewijs en Van M. draaide de
rollen om en verklaarde dat hij de aange
vallene was. jf
De heer Schopman heeft nog den commis
saris van de Centrale Recherche medege
deeld, dat Van Muylwijk na de vechtpartij
geheel van houding veranderd was. Hij
putte zich uit in vriendelijkheden en op ze
keren dag inviteerde hij zijn vroegeren te
genstander tot een bezoek in den keidér,
waarin de motoren voor de lift stonden. De
heer Schopman maakte van deze uitnoodi-
ging, die misschien wel als# een valstrik be
deeld was, geen gebruik.
Dinsdagmiddag is het lijk van den heer
Busch van het laboratorium van den heer
Van Ledden Hulsenbosch aan den Nieuwen
dijk naar het schouwloka.al in het Wilhel-
mina-gasthuis vervoerd. Hier zal de medi
sche schouwing plaats hebben.
Wat het onderzoek in het laboratorium
betreft, hierbij is gebleken, dat geen der
beenderen van het skelet was gebroken,
noch beschadigd. Een bepaalde doodsoor
zaak kon dus niet worden vastgesteld en
kan evenmin vermoed worden
Er is nog eens geïnformeerd of het moge
lijk was, dat een betonplaat als in de gara
ge gevonden is, door één man gelegd kon
worden. Vaklieden waren van oordeel, dat
dit mogelijk was, zelfs in den tijd van één
uur.
pijnlijk, schraal of gesprongen door de koude
gebru k dan de heerlijk verzachtende en snel
genezende Pure!- In dcozen Van 30, 60 en
90 ets Bij apothekers en drogisten.
Vr.: Kunt U mij het adres opgeven van
het secretariaat der Missie-Tooneelclub te
Haarlem?
Antw.: Deze tooneelclub is ons niet be
kend. Kent e»n onzer lezers haar wellicht?
Uw vragen omtrent uw auto's doet u het
best aan een deskundige te stellen. Wij
kunnen van hieruit niet beoordeelen welke
mankementen er aan zijn. U moet beide
auto's laten inschrijven. Uw zoon moet ook
een rijbewijs hebben
Vr.: Hoe is het adres van den Holland-
schen consuls in Londen? Zijn er nog meer
in Engeland? Zoo ja, kunt U mij dan de
verschillende adressen opgeven?
Antw.: De consul in Londen is: D. J.
Stein Parvé. Er zijn in Engeland een ze
ventigtal consulaten, waarvan u ten onzen
kantore de lijst kunt inzien.
Vr.: Wat is de makkelijkste weg per fiets
van Alphen a. d. Rijn naar Oud-Loosdrecht.
Liever niet over Utrecht Hoe lang is het zoo
ongeveer fietsen?
Inlichtingen verstrekt het bureau der Ka
mer, Kruisweg 70, Haarlem.
2. „Bevi Poco" beteekent „Drink een
weinig".
Vr. 1: Hoeveel Rijksinkomsten- en Verde
digings- en Gemeentelijke Inkomstenbelas
ting moet ik betalen in het belastingjaar
1924/1925? Ik woon in de gemeente Velsen-
Ik ben gehuwd en heb geen kinderen. Mijn
inkomen is 1700.
2. Ik werk in de gemeente Bloemendaal.
Hoeveel Forensenbelasting moet ik daar be
talen?
3. Hoeveel Personeele Belasting moet ik
betalen? De huurwaarde is geschat op
11.50.
Antw. 1: Totaal aan Rijksinkomsten- en
Verdedigingsbelasting 35.70, aan Gemeen
telijke belasting in Velsen 34.68 (als fo
rens).
2. 14.als forens.
3k Buiten IJmuiden 48.
WERELDKAMPIOENSCHAP.
De volgende bepalingen voor het wereld
kampioenschap zijn nu door den Franschen
Dambond vastgesteld: De kampioenswed
strijd zal plaats hebben van 12 April tot 23
April 1925. Het aantal spelers is beperkt tot
12, waaronder 6 Hollanders kunnen worden
toegelaten. De Fransche spelers zijn: Marius
Fabre, (kampioen van Frankrijk); I. Weiss,
(oud-wereld-kampioen); Dr. Alt. Molimard,
(oud-wereldkampioen); Bizot, Marcel, Bon-
nard en Giroux. De Hollandsche deelnemer:
zijn zooals bekend: Herm. Hoogland Jr.
(wereldkampioen); J. de Haas (oud-kampi
oen van Nederland); Herm. de Jongh, (kam
pioen van Nederland; R. C. Keller; J. H.
Vos, oud-kampioen van Nederland). Om de
laatste plaats moeten P. J, van Dartelen te
Haarlem, I. J. de Jong en L. Duitz te Am
sterdam, kampen. De laatste der Fransche
deelnemers moet zich terugtrekken, indier
een geschikte vertegenwoordiger uit Ame
rika of een ander werelddeel wenscht roedi
te dingen. Gespeeld zal worden met 25 pei
uur, terwijl de klokken door de spelers zel
ve en de notatie door derden zullen behan-
deld worden. Ieder speler zal 2 wedstrijden
per dag spelen, de eerste partij zal aanvan
gen 9 uur v.m.^ en de tweede zal zooveel
mogelijk om 5 uur des middags beginnen.
Ieder deelnemer zal aanvankelijk een partij
met elk der anderen spelen, hetgeen om zoo
te zeggen de eerste ronde zal uitmaken; ver
volgens zal een tweede belangrijke ronde
plaats hebben. Bij het begin van elk dezer
ronden zullen dé deelnemers van dezelfde
nationaliteit zooveel mogelijk tegen elkaar
uitkomen. Indien een der deelnemers te
midden van den wedstrijd staakt, zullen zijn
partijen worden geannuleerd. De titel van
wereldkampioen, die wordt toegekend aan
den winnaar van het tournooi, zal slechts
tot den len Januari geldig zijn, vanaf welken
datum hij zal worden ingetrokken, indien
hij niet tegen iedere geregelde uitdaging
verdedigd wordt.
PERSOONLIJK KAMPIOENSCHAP VAN
ÖEN NED. R.K. DAMBOND.
Begin Februari zal deze wedstrijd te
Haarlem aanvangen. Deelnemers zijn H. Re-
gouw en A. Treytel van Rotterdam; P. G.
van Engelen en J. J. van der Loo Jnz,; en
waarschijnlijk nog een vertegenwoordiger u;x
Den Haag en 's-Hertogenbosch.
OMHULSELS VOOR BLOEMPOTTEN.
Het staat veel aardiger een bloempot met
een mooi palmpje of een bloeiende plant
cadeau te geven in fraaie sierpotten of ten
minste in een sierlijk gearrangeerd omhulsel.
Een gewone aarden pot ziet er zoo onooge-
lijk uit, maar niemand denkt er aan dat deze
versieringen, hoe goed ook bedoeld, dikwijls
den dood der plant op hun geweten hebben.
Wanneer het papier, dat de pot omhult,
niet zeer poreus is, heeft de lucht geen
vrijen toegang tot den pot en zal deze, al is
hij ook voor het aanbrengen van het om
hulsel goed afgewasschen, toch n'a eenigen
tijd met nieuwe onreinheden en een witte
laag bedekt raken, die door den gebrekkigen
toegang d.er lucht, door het vocht, dat door
de wanden van den pot dringt en niet ver
dampen kan, ontstaat en voor de wortelen
der planten zeer nadeelig kan worden.
Wanneer de potten nu eenmaal in vloei
papier worden gehuld, dan moet tenminste
een herhaald grondig, niet oppervlakkig af-
wasschen van den pot en goed afdrogen
daarvan, voordat meh het papier er om
doet, plaats hebben, anders moet men er
zich niet over verwonderen als de plant er
spoedig slecht begint uit te zien en als men
de kwaal niet spoedig bestrijdt, weldra ge
heel verloren gaat.
Nog slechter dan het de lucht nog eeniger-
mate doorlatende papier, zijn de in de huis
kamer zoo gaarne geziene sierpotten van
inajolika-porselein enz., waarin men de
kamerplanten met hun pot plaatst. Ze zijn
natuurlijk meer decoratief, maar de gewone
pot, dien zij genadig verbergen, wordt in Jaap geluk en zegt, dat hij Antjë nu hebben
het geheel niet droog en raakt weldra be-'mag.
dekt met de verderfelijke witte laag, zoodat
de planten al heel gauw het tegendeel van
sieraden der kamer zijn, waarin men ze ver
zorgt.
Het beste is het, de planten al staan zij
ook in het salon in hun gewqnen pot in
natuurtoestand te laten staan, wanneer men
door hem flink, dikwijls af te wasschen, de
wortels gezond houdt, zal hij in zulk een
^choonen toestand zeker geen onaangena-
nien indruk maken.
Ook kan men ter bedekking van de potten
er een schermpje omheen zetten, df den ge
wonen pot in een sierpot van poreus aarde
werk plaatsen.
Wil men echter in het salon volstrekt niet
anders hebben dan de mooie porseleinen
en majolika potten, dan moet men de plan
ten tenminste zoo dikwijls mogelijk van pot
laten verwisselen, dat is het eenige middel
om ze goed te houden.
ER ZOU WEL WAT AAN MANKEEREN.
Een matroos wou in het huwelijk treden
en ging bij den pastoor op bezoek om een
en ander te bespreken. Deze deelt hem o.a,
mee, dat zij beiden dan drie Zondagen ach
tereen afgelezen moeten worden van den
preekstoel.
Waar is dat nou goed voor, meheer
pastqor? informeert Jaap.
Dat is om te zien of geen ander op
Antje aanspraak maakt, antwoordde de pas
toor glimlachend.
De twee Zondagen daarop informeert Jaap
direct na de Hoogmis of er al iemand om
Antje geweest is.
De pastoor stelt hem echter gerust en zegt
dat Antie nog alleen voor hem is.
Na den derden roep wenscht de pastoor
Pijn in m'n hoofd, meheer pastoor! zegt
Jaap. As geen mins ze hebben wil, dan
moet ik ze ook niet! i
'N GEZELLIGE BOODSCHAP.
DOORSLAAND BEWIJS.
„Kees nie lui? Hij is te lui dat-ie loopt! As-ie 'n nieuwe steenen pijp gekocht het,
breekt-ie dal ijk 'n stuk van den steel af, omdat-ie dan niet zoo hard hoef te trekke..."
- (The Humorist.)
ging ik op een school, waar de meester de
roede nog gebruikte. Het was er o.a. verboden
in de banken te snijden en de straf, die daarop
stond, was 5 dollars boete of een pak slaag
in het openbaar. Toen ik eens dat verbod
had overtreden, werd ik voor die keus ge
steld. Ik vertelde het aan mijn vader. Hij
scheen het al te erg te vinden, dat ik in het
openbaar geslagen zou worden en hij gaf mij
5 dollars. In dien tijd waren 5 dollars voor mij
een heele som. Een pak slaag was lang zoo erg
niet en zoo.... (hier klopte de heer Twain
nadenkend de asch van zijn sigaar) op die
manier heb ik mijn eerste 5 dollars verdiend."
DAT KON NIET GEBEUREN.
Jcngen: Bent u de meneer, die op juffrouw
Gaar wacht?"
Heer: „Eh-ja!"
Jongen: „Nou, dan moet ik u zeggen, dat
ze komt zoo gauw het weer wat beter is."
(Gaiety.
DE MAN VAN HET GETAL IV.
De Duitsche keizer Karei IV had een
groote voorliefde voor het getal 4. Hij zwoer
daarbij. Hij hield eiken dag 4 maaltijden,
had 4 paleizen, elk met 4 zalen, waarin 4
deuren, 4 ramen, 4 tafels en 4 lichtkronen
waren. Zijn kroon bestond uit 4 gedeelten
en hij kleedde zich in 4 kleuren. Hij reed al
tijd met 4 paarden, sprak 4 tijler, en trouw
de 4 maal.
Aan tafel liet hij steeds 4 spijzen tegelijk op
dienen en 4 soorten wijn schenken.
Hij verdeelde zijn boel in vieren en zijn
leger in 4 corpsen.
Hij maakte 4 nieuwe hertogen, 4 landgra
ven, 4 markgraven, 4 kapiteins-generaals en
4 groot-veldmaarschalken.
Op zijn sterfbed smeekte hij zijn 4 lijf
artsen zijn leven te rekken tot den 4en De
cember. Die wensch kon niet worden ver
vuld, maar hij had toch de voldoening, dat
hij 's middags om 4 minuten over 4 overleed,
(29 Nov. 1378J nadat hij bij volle bewustzijn
4 maal afscheid had genomen van zijn omge
ving.
DE EERSTE VERDIENDE 5 DOLLARSj
Eens ,werd den vermaarden humoris
Mark Twain door een vriend eën vraag
gedaan, of hij zich herinnerde, hoe hij ijni
eerste geld had verdiend. „Ja," antwoordde
Mark Twain, terwijl hij peinzend een paar
haaltjes deed aan zijn sigaar, „dat herinner
,k mü nog heel goed. Toen ik een jongen was
en opzichter van een steengroef was zijn am
bacht.
Zekeren dag kwam Patt naar de grens met
'n vaatje buskruit. Hij zette zijn vaatje bus
kruit neer en ging er op zitten. Toen haalde
Patt zijn pijp uit, sloeg het vuur en pafte,
dat de rook hem rond de ooren walmde.
Daar komt een ingenieur aanstormen en
brult reeds van verre
„Patt, Patt, wees toch voorzichtig
„Voorzichtig/ waarmee vroeg Patt.
„Wel ezel, gij zit daar te rooken op het busg
kruitvaatje."
„Nu," zei Patt weer, „wat zou dat
„Wat dat zou Wat dat zou Weet gij
dan niet, dat pas vier maanden geleden twaalf
stommeriken van uw soort in de lucht gevlo
gen zijn
„Welzei Patt, terwijl hij een fermen trek
aan zijn pijp deed, „dat kan immers nu toch
niet gebeuren."
„En waarom niet?"
„Omdat," zei Patt, „wij hier maar met ons
tweeën zijn."
ZORGZAAM.
Dokter Zeg Arie, weet je wel dat het heel
ernstig is, dat je vrouw 's nachts zoo hoest?
Arie 't Is in 'orde, dokter. Ik heb al een
prop watten in mijn oor gedaan.
HET KNAPPE PLEIDOOI
Verleden week zat ik in de wachtkamer
bij mijn advocaat en begon daar een gesprek
met een man, die evenalk ik daar zat te wach
ten.
De man, die beschuldigd was een koe
gestolen te hebben, vertelde mij, dat de advo
caat zijn vrijspraak bewerkstelligd had.
„En," vroeg ik, „hadt u de koe werkelijk
gestolen
„In het begin dacht ik steeds, dat ik het
beest gestolen had, maar na het pleidooi van
mijn advocaat weet ik heusch niet meer of
ik het gedaan heb of niet,"
HET MEERVOUD.
Onderw. „Wat is het meervoud van
vrouw?"
Leerling „Vrouwen, meester 1"
„Goed, en wat is het meervoud van kind
„Twee'ingen, meester."
ONGESCHIKT MIDDEL.
Landlooper: Juffrouw, wat te drinken
alsjeblieft, ik heb zoo'n dorst.
Juffrouw; Tk zal je een glas water ge
ven.
Landlooper: Doe dat nou niet, juffrouw,
daar zou m'n üzerou gestel van roesten.
EEN OPDRACHT.
„Zie je, ik zou zoo graag iets componeeren,
waaraan vóór mij nog niemand durfde den
ken.
„Zet den nieuwen spoorwegdienst op mu
ziek."
WRAAK.
Dame Ik gaf je verleden week een eigen
gebakken brood en nu stuur je al je vrien
den op mijn dak
Bedelaar Neen juffrouw, het zijn mijn vij
anden.
HATELIJK.
Marie „Is het waar, dat je achter mijn rug
Patt was een Ier. Een raar man was hij ook -gezegd hebt, dat ik een afschuwelijke kat
ben
Annie Heelemaal niet. Ik houd mijn ge
dachten altijd voor mezelf."
DE PRACTISCHE ANNA.
Emma: Die verloofde van je is een aar
dige jongen. Hij heeft zoo'n zeker iets....
Annie: Ik wou maar liever dat hij iets
zekers had.
IN HET BUITENLAND.
Een Hollandsche toerist verdwaalde in de
omstreken van Nice, raapte al zijn Fransch
bijeen toen hij een voetganger zag naderen
en sprak: Mossieu, je suis perdu le che-
min; voulez-vous être si bon pour me dire
quel cóte e'est Nice.
Ja, sprak de ander zeg het liever iri
't Hollandsch, ik spreek ook geen Fransch.
DE TOONEELSPEELSTER.
Bent u tooneelspeelster, tante?
Nee, lieveling, waarom vraag je dat?
Omdat papa zei 'toen u binnenkwam,
nou beleven we weer 'n scène.
PERRON-TAFEREELTJE.
Sportmaniak: „Wacht 'ns even, witkiel ik heb toch niks vergeten; laats Tis kijken
jachtgeweer heb ik; vischgereedschap heb ik tennisballen, heb ik.
Witkiel (doodop van 't sjouwen, merkt
gete. m'nheer?"
GEZELSCHAP.
De directeur van een dierentuin was met
vacantie en ontving van den onder-directeur
het volgende telegram: De chinipansé is
ernstig ziek, oorzaak eenzaamheid. Over
komst gewen scht.
GALGENHUMOR.
In een Amerikaansche gevangenis zit
een boef in den electrisclien stoel, om
geëlectrocuteêrd te worden.
Hebt gij nog pen laatsten wensch,
r voor ik den stroom inschakel? vraagt de
beul.
Jawel. Ik wou m'n plaats graag aan
een dame afstaan.
sarcastisch op): „Halma-spel toch nie ver
(The Humorist)
UIT EEN LIJKREDE.
Ja, mijne heeren, de overle
dene was niet alleen een zeer geleerd,
maar wat meer zegt, een zeer bescheiden
mensch; en wanneer wij thans een krans
op zijn graf leggen, dan kunnen wij dit
alleen doen, omdat hij nu gestorven is;
bij zijn leven zou hij het nimmer gedoogd
hebben.
DE GELUKKIGE HERINNERING.
Kolonel, herinnert gij u nog den dag
waarop gij mij een aanzoek deedt et»
waarop ik weigerde?
Het is een van mijn gelukkigste her
inneringen, raevrowwl