VAN WET EN WETGEVING. wmmmi cLCK WAT WILS. wmTwm NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Woensdag 14 Januari 1925 De herziening der Pensioenwet. GEMENGD NIEUWS. Een ijzeren grintschip zwaar beschadigd. Het vernielzuchtige publiek. De onbewaakte overwegen. Rijwieldief aangehouden. Brand in een Rijwielhandel te Leeuwarden. De verdwijning van den koop man Bttsch. Zijn Uw handen en lippen VRAGENBUS. DAMMEN. i, -i3* «In de nota betreffende den toestand van 's Lands financiën ten begeleide van de Staatsbegrooting 1924 vestigde de re- geering er de aandacht op, dat in de fi- nancieeie consequenties der nieuwe Pensi oenwet bezwaarlijk kan worden berust. Reeds thans kan worden vastgesteld, dat de jaarlijksche bijdragen, die in het Pen sioenfonds worden gestort, niet berekend zijn voor de risico's zooals die door de nieu we Pensioenwet zijn bepaald, zoodat hand having van den tegenwoordigen toestand op groote tekorten voor het fonds moet uitloopen. Voor het Rijk komt daarbij, dat het stelsel is aanvaard om voor de op 1 Juli 1922 in dienst zijnde ambtenaren van het Rijk bijdragen vast te stellen, doch daartegen over tot uitkeering aan het fonds van de pensioenen te verplichten, zoodat de werking der nieuwe wet zich aan het Rijk rechtsreeks in een steeds stij genden pensioenlast doet gevoelen. Een en ander moet vooral ofider de tegen woordige omstandigheden, tot hernieuwde overweging van de wet nopen. Ter vol doening aan het in verband daarmede in de memorie van antwoord op het voorloopig verslag van de Tweede Kamer nopens hoofdstuk I der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1924 aangekondigd voornemen inzake eene herziening zoowel van de bur gerlijke als van de militaire pensioenen strekt, voor zooveel de burgerlijke pen sioenwet betreft, de indiening van neven- gaand ontwerp van wet. Over dat ontwerp is overleg gepleegd met de centrale commissie voor georgani seerd overleg in ambtenaarszaken. Het advies der Commissie zal worden over gelegd. Kennisneming daarvan kan doen blijken, dat voor zooveel in dat advies be zwaren waren naar voren gebracht, de re geering daaraan in ruime mate is tegemoet gekomen. Zij is daarbij zoover gegaan, als haar met inachtneming van het doel der wetsoverdracht maar eenigszins moge lijk voorkwam." Met deze sobere toelichting meent de Re geering te kunnen volstaan bij een wets ont werp, dat voor zeer velen in de toekomst financieel nadeel medebrengt. Wij noemen de toelichting sober, omdat zij wel een aantal beweringen bevat, maar verzuimt die beweringen te staven door cij fers. Cijfers, die aantoonen, dat een wijziging der pensioenwet noodzakelijk is, opdat het pensioenfonds nu en in de toekomst krach tig genoeg zij om alle wettelijke uitkeeringen te doen. Cijfers ook, die doen zien, waaraan het tekort van het pensioenfonds op de eer ste plaats is te wijten. Want het wil er bij ons, Zonder nader bewijs, niet in, dat dit tekort zoo groot zoude zijn als de bewoordingen der memorie van toelichting zouden doen ver moeden. De „Pensioenwet 1922" is niet geweest een slag in de ruimte, d.w.z. men heeft het er niet op gewaagd bepaalde pensioenen te garan deeren tegen een bepaalde premie, het aan de toekomst overlatende of inderdaad het pensioenfonds voldoende middelen zoude blijken te hebben om de noodige uitkeerin gen te doen. Neen, de pensioenwet 1922 is het resultaat "geweest der wetenschappelijke berekening van erkende wiskundigen. En deze wiskundigen hebben toen zij hun rapport opstelden een rentevoet aangeno men van vier procent. Dat was in 1919. Nu weet ieder dat in het tijdvak van 19191924 de rentevoet veel hooger geweest, is dan vier procent en dit in du komende jaren als niet elke menschelijke berekening faalt ook wel zal blijven. Die verhoogde rentevoet moet uiteraard ten voordeele van het pen sioenfonds zijn gekomen. Vóór de invoering der Pensioenwet 1922 gold voor de gemeenteambtenaren een spe ciale pensioenwet de „Pensioenwet voor ge meenteambtenaren 1913". Krachtens deze Pensioenwet moest de gemeente voor het pensioen harer ambtenaren een bijdrage storten van zeven procent. De uit te keeren pensioenen bedroegen 1/60 of wel ongeveer 1.75 van den pensioengrondslag voor elk dienstjaar. De bijdrage'n geschiedden aan het Pen sioenfonds voor gemeenteambtenaren, dat ook de uitkeeringen deed. Naar de algemeene meening kon dit pensioenfonds zich goed bedruipen. De „Pensioenwet 1922" bracht de uitkeeringen vdbr ieder dienstjaar op twee procent van den pensioengrondslag, doch verhoogde de door de gemeenten te be talen pensioenbijdragen van zeven tot tien procent. Thans stelt de regeering voor tot de lagere uitkeeringen, die voorheen golden terug te keeren, doch handhaaft tevens het hooge percentage van tien procent, dat de gemeenten voor hun personeel hebben te be talen. Hoe is dit te verklaren Een nadere motiveering van het Regeeringsvoorstel kan ter zake alleszins worden verlangd. Laat ons thans de voornaamste wijzigin gen bespreken die de Regeering blijkens haar ontwerp 'zich voorstelt in de Pensioen wet aan te bietsen. Zooals wij daareven reeds vermeldden, wordt de pensioenuitkeering te.rug gebracht van twee op 1.75 procent van den pensioen grondslag per dienstjaar. Onder pensioen grondslag wordt verstaan de gemiddelde jaarwedde gedurende de laatste drie dienst jaren. De wijziging gaat in op 1 Januari 1925 en vandaar dat thans in de laatste maanden zoovelen pensioen hebben aangevraagd. Zij willen nog op 't laatst van de gunstige be palingen der tegenwoordige Pensioenwet profiteeren. De termijn, dien men in pu- blieken dienst moet hebben doorgebracht om voorpensioen in aanmerking te komen, wordt van zeven op tien jaar gebracht. Het maximum pensioen blijft op 70 van den pensioengrondslag gehandhaafd, maar het minimum pensioen van 30 zal voortaan alleen gelden voor die personen, die wegens invaliditeit worden ontslagen. Voortaan zullen buiten de pensioenwet vallen diegenen, wier bezoldiging minder dan f 400.bedraagt. Er is inderdaad iets voor te zeggen, dat degenen die in den pu- blieken dienst slechts een nevenbetrekking vervullen, doch wier hoofdtaak elders ligt, niet van de voordeelen der pensioenwet pro fiteeren. Een overgangsbepaling zorgt, dat de thans in functie zijnden door dezen maat regel niet worden gedupeerd. De wijziging der Pensioenwet sluit voorts diegenen uit, die een tijdelijke functie be- kleeden tenzij de aanstelling klaarblijkelijk voor den vorm slechts tijdelijk is en die genen, met wie een burgerrechterlijke ar beidsovereenkomst is aangegaan. Deze be paling heft veel moeilijkheden, die zich onder de tegenwoordige Pensioenwet doen gelden,op en zal zeker velen gemeentebesturen welkom zijn. De wachtgelders worden door de wijziging der Pensioenwet zwaar getroffen. Tot heden gold de tijd, die een ambtenaar op wachtgeld doorbracht, bij de berekening van het pen sioen mede. Dat zal nu geheel anders worden. De tijd, die zij voor 1 Januari 1925 op wacht geld doorbrachten, blijft wel voor de bere kening van het pensioen medetellen, maar met ingang van dien datum, worden gewezen ambtenaren, die wachtgeld genieten voor de toepassing der Pensioenwet geacht te zijn ontslagen. De tijd, die zij verder op wachtgeld doorbrengen telt dus niet van de berekening van hun pensioen mede. De tijd, die een amb tenaar die na 1 Januari 1925 op wachtgeld wordt gesteld, als wachtgelder doorbrengt, geldt wel voor de berekening van zijn pensi oen mede, maar voor hem moet worden be taald en wel door het lichaam in welks dienst de ambtenaar was, onmiddellijk vóór hij op wachtgeld werd gesteld. Het bedrag, dat verschuldigd is, wordt bepaald bij algemee- nen maatregel van bestuur, terwijl de helft daarvan op den ambtenaar kan worden ver haald. Diversen. Bij Kon. Besluit aangewezen personen, o.a. politieagenten kunnen tegen woordig op 55-jarigen leeftijd pensioen aan vragen. De herziening der nieuwe pensioen wet handhaaft die aanspraken, doch alleen ten aanzien van hen die anders dan op eigen verzoek eervol worden ontslagen. De keuring voor invalide ambtenaren wordt veel scherper. Vroeger zag men nog als eens voorkomen, dat d.v. een onderwijzer vaft werkkring veranderde en daarna trachtte zich te doen afkeuren, teneinde het pensioen in de wacht te sleepen. In den regel lukte hem dit. Den laatsten tijd waren de keuringen wel wat scherper, maar het ontwerp van de herziening der Pensioenwet wenscht blijk baar alle voorgewende invaliditeit voorgoed uit te sluiten. Hier wordt den Pensioenraad de bevoegdheid gegeven om een ambtenaar die door de aangewezen deskundigen is afgekeurd, nogmaals geneeskundig te doen onderzoeken of hem in eene inrichting ter observatie te doen opnemen. Zelfs is de Pen sioenraad bevoegd den ambtenaar in een Sanatorium te doen opnemen of hem een genees- of lichte heelkundige behandeling te doen ondergaan, indien drie door den Pen sioenraad aangewezen geneeskundigen een parig verklaren deze maatregelen noodig te achten voor het herstel van den ambtenaar. Bij het lezen van bovenstaande bepalingen ontkomt men niet aan de gedachte, dat wij leven in een tijd, waarin tegenover den amb tenaar veel geoorloofd is i Wij hebben hierboven de voornaamste veranderingen, die het ontwerp der nieuwe Pensioenwet zich voorstelt te weeg te brengen, besproken. Tot slot vestigen wij de aandacht op een oppervlakkige onschuldige bepaling, die in het ontwerp is opgenomen, en die toch voor de belanghebbenden funeste gevolgen kan hebben. Wij bedoelen dé bepaling, die beroep openstelt op de Kroon, van de be schikkingen van Gedeputeerde Staten, ge nomen naar aanleiding van raadsbesluiten die de pensioensbijdragen van het personeel regelen. Voor ieder staat wei vast dat het Rijk in de oorlogsche en navolgende jaren een roeke loos beheer heeft gevoerd. Men heeft in den distributietijd met geld gesmeten, men voer de wetten in, die een staf van ambtenaren eischten en men stelde ook veel meer amb tenaren vooral hoogere ambtenaren aan dan men noodig had. Wij zwijgen dan nog van de bekende en onbekende malversaties. Als wij de zaak van het Leidsche ziekenhuis nagaan, dan moeten we wel veronderstellen, dat er nog veel meer is gebeurd, dat nimmer ontsluierd wordt maar waarvan toch de be lastingbetalers de geldelijke nadeelen hebben te dragen. Het spreekwoord „Waar veel varkens aan den pot zitten, is de spoeling dun" heeft zich ook voor de rijksambtenaren doen gelden en zij hebben reeds 8 Yz voor pensioenbijdrage en gemiddeld 10 van hun salaris moeten missen. Van lang niet alle gemeenten zijn de fünnciën in zulken desolaten toestand als van het Rijk. En de 1 meeste gemeentebesturen zijn tegenwoordig loyaal genoeg van opvatting om de inkomsten van het personeel niet te gaan inkrimpen, zoolang de financieele toestand er niet toe dwingt. Er zijn intusschen ook gemeenten, waar onder de vroede vaderen het type Braat do mineert. Voor dergelijke gemeenteraden zijn Gedeputeerde Staten een goede rem. Want de Gedeputeerde Staten althans die van Noord- en Zuid-Holland rl 'gen verhaals- verordeningen waarbij de pensioenbijdragen van het gemeentelijk personeel worden ver hoogd of ingevoerd, niet goed te keuren, zoo lang de financieele toestand der gemeente daartoe geen aanleiding geeft. De beslissing van Gedeputeerde Staten is er eene in laatste instantie beroep daartegen staat thans niet open. Volgens de herziening der Pensioen wet zal dit anders worden van de beschik kingen ter zake van Gedeputeerde. Staten wordt beroep op de Kroon toegekend. Is dit wel een verstandige maatregel Kunnen de Colleges van Gedeputeerde Staten, die toch bestaan uit onbevangen mannen buiten eenig ambtelijk verband, niet veel beter de plaat selijke toestanden beoordeelen, dan een mi nister, die zelf toch niet alles doen kan en zich door zijn ambtenaar, die zelf 8% pen sioensbijdrage betaalt, moet laten voorlichten Maandagavond had ten gevolge van den dikken mist een aanvaring plaats op den IJsel, De nachtboot Zwolle, bestemd voor Amsterdam, voer op het met grint geladen, op stroom voor anker liggende, ijzeren vaartuig „Risico" van den heer J. Dekker te Zwolle. De voorsteven van het grint schip werd ingedrukt, het voordek werd opgekruld en het schip maakte zooveel wa ter, dat het gezin van den schipper en de schc cprpapieren op de nachtboot moesten worden overgebracht. Doordat de lieren ontzet waren, kon het anker riiet worden gelicht, zoodat dit moest worden gekapt ten eirde het schip, dat met hulpmiddelen zooveel mogelijk gedicht was, naar den vlakken Overijselschen oever te sleepen al waar het op het droge werd gezet. Het schip was bestemd voor Leeuwarden; 't was verzekerd. De nachtboot had door dit on geval een vertraging van vijf uur. Eenige tijd geleden, aldus „De Kampioen," heeft mevrouw de Wed. C. H. v. Wort Eckhardt de „Wildhoeve," te Schaarsbergen, (ongev. 70 H.A.) een koepel die uitzicht geeft over de heide naar Beelen bij Arnhem voor he't publiek opengesteld, het publiek is echter zoo vernielzuchtig, dat zij er ern stig over denkt het bosch voor het publiek te sluiten. Zaterdagavond is de schilder De R., wo nende te Gasselternijveenscliemond, die per fiets een onbewaakten overweg wilde over steken, door een juist passeerenden trein aangereden. Hij beliep zoodanige verwon dingen, dat onmiddellijke opname in 't ziekenhuis te Groningen noodzakelijk bleek. De fiets was totaal vernield. Te Middelburg werd verleden week een man aangehouden, die zich L. noemde en die door den commissaris van politie te Goes werd gezocht omdat hij daar een valschen naam zou hebben opgegeven. Thans is ge bleken, dat zijn naam ook geen L. is, en dat hij ook gezocht werd door de politie te Am sterdam en te Kcom wegens het verdwijnen van rijwielen in die plaatsen. Men meldt uit Leeuwarden Juist was de brandweer met veel materieel uitgerukt voor een brand, die in de cichoreifabriek aan den Dokkumertrekweg zou zijn uitgebroken, .doch die een schoorsteenbrand in het huis van den fabrieksdirecteur bleek te zijn, en die spoedig gebluscht was, toen er om half twee Maandagmiddag brand uitbrak in de werkplaats van den heer Van Keulen, han delaar in' naaimachines en rijwielen, in de onmiddellijke nabijheid van het stadhuis. In afwachting van den terugkeer van de brandspuiten van den schoorsteenbrand, liet de burgemeester uit de in de raadzaal aanwezige brandkraan door het opgeschoven raam het eerste water in het brandende per ceel werpen. De werkplaats en de daarboven gelegen bergplaats zijn geheel uitgebrand. De brandweer wist den brand tot dat perceel te beperken. De oorzaak is nog onbekend. Meer dan 60 rijwielen, waaronder er eenige van klanten, en reeds voorzien van belasting plaatjes 1925, en ruim 50 naaimachines, als mede veel onderdeelen gingen verloren. Naar de eigenaar mededeelde wordt de schade door verzekering gedekt. De historie van het gebouw op den Overtoom. Omtrent de zaak van den verdwenen ket tinghandelaar Busch verneemt de Tel. nog het volgende: De heer van Muylwijk, die thans van het gebeurde verdacht wordt en inmiddels is overgebracht naar het Huis van Bewaring, ging op 8 April 1915 faillet. Eenge maanden later werd dit faillissement gehomologeerd mek uitkeering van 20 pCt. tot een totaal bedrag van 70.000 ruim. Ten einde deze homologatie tot stand te brengen, verschaf te de niet onbemiddelde familie van Van Muylwijk de noodige contanten. Het faillis sement was reeds een feit, vóór de heer Busch verdween. Ten gevolge van e*n eisrn van de Friesch- Groningsche Hypotheekbank werd het groo te gebouw aan den Overtoom, waarin de zeer luxieuze appartementen van Van Muyl wijk waren gevestigd, geveild. Dit had plaats in September 1921; de veiling geschiedde in Frascati. nier was het, dat de N.V. „De» Antw.: Alphen a. d. Rijn, Zwammerdam, Amsterdamsche Timmerwinkel" eigenaresse werd. Directeur van deze onderneming was de makelaar Schopman. Deze verklaarde, dat hij op verzoek van Van Muylwijk, dezen uit medelijden als concierge van hei gebouw aan den Overtoom aanstelde voor een ver goeding van 1000 's jaars. Hij moest ook de huur ophalen, maar het bleek, dat hij deze niet afdroeg. Zoo hield hij 2700 achter. De heer Schopman dreig de roet een aanklacht en de kantonrechter heeft later inderdaad de ontruiming van het gebouw door Van Muylwijk gelast. Ten einde controle uit te oefenen, werd een gedeelte van het kantoor van „De Am sterdamsche Timmerwinkel" naar de vijfde verdieping overgebracht. Hier was het, dat de heer Schopman in den avond van den tweeden Mei 1922 zat, toen plotseling Van j Muylwijk binnentrad en onderteekening van Nieuwkoop, Noorden, Woerdverlaat, Ouden- dam, Oudhuizen, Nieuwer ter Aa, Nieuwer- sluis, Loenen, Oud-Loosdrecht. Afstand 40.4 K.M. Vr.; Op het aanslag-biljet van mijn» zoon staat als zuiver inkomen vermeld 1780. Nu moet hij voor Rijksink., Verdedigings- en Gem.-Inkomstenbelasting j 109 20 betalen. Is dit juist? Hij is ongehuwd, werkt te Haarlem en woont te Schoten. Het betreft het belastingjaar 19241925 Antw.; Voor 1780 is de aanslag juist Hij is dan echter niet als forens aangesla gen. Mocht hij nog een forensen-aanslag krijgen, laat hij aan reclameeren. Vr. 1. Onder welke omstandigheden moet er belasting werden betaald aan de Kamei van Koophandel? Vr. 2: Ik ben in het bezit van een oude een contract vroeg. Dit behelsde, dat Van j melkkan mef opschrift: „Bevi Poco". Wat is Muylwijk voor 3 jaar als concierge zou wor- dit? den gehandhaafd en dat deze een bedrag van 10.000 zou ontvangen. Antw. 1: Aan de Kamer van Koophandel wordt geen belasting betaald. Men betaalt Van M'. dreigdè met een revolver en met daar voor de inschrijving van zijn zaak in 't een mes. Er ontstond een vechtpartij, waar- j Handelsregister. bij de heer Schopman de revolver bemach tigde, doch eenige =neden over het hoofd kreeg. Tijdens het gevecht riep v M. uit: Je graf is al gegraven, je kist staat al klaar. Toen de aanvaller zag, dat hij niets bereikt had, smeekte hij om medelijden. De heer Schop man liet zich overhalen en gaf hem 100 extra. Doordat hij later op straat in elkaar zakte, kwam de zaak bii de politie terecht. Er was echter geen bewijs en Van M. draaide de rollen om en verklaarde dat hij de aange vallene was. jf De heer Schopman heeft nog den commis saris van de Centrale Recherche medege deeld, dat Van Muylwijk na de vechtpartij geheel van houding veranderd was. Hij putte zich uit in vriendelijkheden en op ze keren dag inviteerde hij zijn vroegeren te genstander tot een bezoek in den keidér, waarin de motoren voor de lift stonden. De heer Schopman maakte van deze uitnoodi- ging, die misschien wel als# een valstrik be deeld was, geen gebruik. Dinsdagmiddag is het lijk van den heer Busch van het laboratorium van den heer Van Ledden Hulsenbosch aan den Nieuwen dijk naar het schouwloka.al in het Wilhel- mina-gasthuis vervoerd. Hier zal de medi sche schouwing plaats hebben. Wat het onderzoek in het laboratorium betreft, hierbij is gebleken, dat geen der beenderen van het skelet was gebroken, noch beschadigd. Een bepaalde doodsoor zaak kon dus niet worden vastgesteld en kan evenmin vermoed worden Er is nog eens geïnformeerd of het moge lijk was, dat een betonplaat als in de gara ge gevonden is, door één man gelegd kon worden. Vaklieden waren van oordeel, dat dit mogelijk was, zelfs in den tijd van één uur. pijnlijk, schraal of gesprongen door de koude gebru k dan de heerlijk verzachtende en snel genezende Pure!- In dcozen Van 30, 60 en 90 ets Bij apothekers en drogisten. Vr.: Kunt U mij het adres opgeven van het secretariaat der Missie-Tooneelclub te Haarlem? Antw.: Deze tooneelclub is ons niet be kend. Kent e»n onzer lezers haar wellicht? Uw vragen omtrent uw auto's doet u het best aan een deskundige te stellen. Wij kunnen van hieruit niet beoordeelen welke mankementen er aan zijn. U moet beide auto's laten inschrijven. Uw zoon moet ook een rijbewijs hebben Vr.: Hoe is het adres van den Holland- schen consuls in Londen? Zijn er nog meer in Engeland? Zoo ja, kunt U mij dan de verschillende adressen opgeven? Antw.: De consul in Londen is: D. J. Stein Parvé. Er zijn in Engeland een ze ventigtal consulaten, waarvan u ten onzen kantore de lijst kunt inzien. Vr.: Wat is de makkelijkste weg per fiets van Alphen a. d. Rijn naar Oud-Loosdrecht. Liever niet over Utrecht Hoe lang is het zoo ongeveer fietsen? Inlichtingen verstrekt het bureau der Ka mer, Kruisweg 70, Haarlem. 2. „Bevi Poco" beteekent „Drink een weinig". Vr. 1: Hoeveel Rijksinkomsten- en Verde digings- en Gemeentelijke Inkomstenbelas ting moet ik betalen in het belastingjaar 1924/1925? Ik woon in de gemeente Velsen- Ik ben gehuwd en heb geen kinderen. Mijn inkomen is 1700. 2. Ik werk in de gemeente Bloemendaal. Hoeveel Forensenbelasting moet ik daar be talen? 3. Hoeveel Personeele Belasting moet ik betalen? De huurwaarde is geschat op 11.50. Antw. 1: Totaal aan Rijksinkomsten- en Verdedigingsbelasting 35.70, aan Gemeen telijke belasting in Velsen 34.68 (als fo rens). 2. 14.als forens. 3k Buiten IJmuiden 48. WERELDKAMPIOENSCHAP. De volgende bepalingen voor het wereld kampioenschap zijn nu door den Franschen Dambond vastgesteld: De kampioenswed strijd zal plaats hebben van 12 April tot 23 April 1925. Het aantal spelers is beperkt tot 12, waaronder 6 Hollanders kunnen worden toegelaten. De Fransche spelers zijn: Marius Fabre, (kampioen van Frankrijk); I. Weiss, (oud-wereld-kampioen); Dr. Alt. Molimard, (oud-wereldkampioen); Bizot, Marcel, Bon- nard en Giroux. De Hollandsche deelnemer: zijn zooals bekend: Herm. Hoogland Jr. (wereldkampioen); J. de Haas (oud-kampi oen van Nederland); Herm. de Jongh, (kam pioen van Nederland; R. C. Keller; J. H. Vos, oud-kampioen van Nederland). Om de laatste plaats moeten P. J, van Dartelen te Haarlem, I. J. de Jong en L. Duitz te Am sterdam, kampen. De laatste der Fransche deelnemers moet zich terugtrekken, indier een geschikte vertegenwoordiger uit Ame rika of een ander werelddeel wenscht roedi te dingen. Gespeeld zal worden met 25 pei uur, terwijl de klokken door de spelers zel ve en de notatie door derden zullen behan- deld worden. Ieder speler zal 2 wedstrijden per dag spelen, de eerste partij zal aanvan gen 9 uur v.m.^ en de tweede zal zooveel mogelijk om 5 uur des middags beginnen. Ieder deelnemer zal aanvankelijk een partij met elk der anderen spelen, hetgeen om zoo te zeggen de eerste ronde zal uitmaken; ver volgens zal een tweede belangrijke ronde plaats hebben. Bij het begin van elk dezer ronden zullen dé deelnemers van dezelfde nationaliteit zooveel mogelijk tegen elkaar uitkomen. Indien een der deelnemers te midden van den wedstrijd staakt, zullen zijn partijen worden geannuleerd. De titel van wereldkampioen, die wordt toegekend aan den winnaar van het tournooi, zal slechts tot den len Januari geldig zijn, vanaf welken datum hij zal worden ingetrokken, indien hij niet tegen iedere geregelde uitdaging verdedigd wordt. PERSOONLIJK KAMPIOENSCHAP VAN ÖEN NED. R.K. DAMBOND. Begin Februari zal deze wedstrijd te Haarlem aanvangen. Deelnemers zijn H. Re- gouw en A. Treytel van Rotterdam; P. G. van Engelen en J. J. van der Loo Jnz,; en waarschijnlijk nog een vertegenwoordiger u;x Den Haag en 's-Hertogenbosch. OMHULSELS VOOR BLOEMPOTTEN. Het staat veel aardiger een bloempot met een mooi palmpje of een bloeiende plant cadeau te geven in fraaie sierpotten of ten minste in een sierlijk gearrangeerd omhulsel. Een gewone aarden pot ziet er zoo onooge- lijk uit, maar niemand denkt er aan dat deze versieringen, hoe goed ook bedoeld, dikwijls den dood der plant op hun geweten hebben. Wanneer het papier, dat de pot omhult, niet zeer poreus is, heeft de lucht geen vrijen toegang tot den pot en zal deze, al is hij ook voor het aanbrengen van het om hulsel goed afgewasschen, toch n'a eenigen tijd met nieuwe onreinheden en een witte laag bedekt raken, die door den gebrekkigen toegang d.er lucht, door het vocht, dat door de wanden van den pot dringt en niet ver dampen kan, ontstaat en voor de wortelen der planten zeer nadeelig kan worden. Wanneer de potten nu eenmaal in vloei papier worden gehuld, dan moet tenminste een herhaald grondig, niet oppervlakkig af- wasschen van den pot en goed afdrogen daarvan, voordat meh het papier er om doet, plaats hebben, anders moet men er zich niet over verwonderen als de plant er spoedig slecht begint uit te zien en als men de kwaal niet spoedig bestrijdt, weldra ge heel verloren gaat. Nog slechter dan het de lucht nog eeniger- mate doorlatende papier, zijn de in de huis kamer zoo gaarne geziene sierpotten van inajolika-porselein enz., waarin men de kamerplanten met hun pot plaatst. Ze zijn natuurlijk meer decoratief, maar de gewone pot, dien zij genadig verbergen, wordt in Jaap geluk en zegt, dat hij Antjë nu hebben het geheel niet droog en raakt weldra be-'mag. dekt met de verderfelijke witte laag, zoodat de planten al heel gauw het tegendeel van sieraden der kamer zijn, waarin men ze ver zorgt. Het beste is het, de planten al staan zij ook in het salon in hun gewqnen pot in natuurtoestand te laten staan, wanneer men door hem flink, dikwijls af te wasschen, de wortels gezond houdt, zal hij in zulk een ^choonen toestand zeker geen onaangena- nien indruk maken. Ook kan men ter bedekking van de potten er een schermpje omheen zetten, df den ge wonen pot in een sierpot van poreus aarde werk plaatsen. Wil men echter in het salon volstrekt niet anders hebben dan de mooie porseleinen en majolika potten, dan moet men de plan ten tenminste zoo dikwijls mogelijk van pot laten verwisselen, dat is het eenige middel om ze goed te houden. ER ZOU WEL WAT AAN MANKEEREN. Een matroos wou in het huwelijk treden en ging bij den pastoor op bezoek om een en ander te bespreken. Deze deelt hem o.a, mee, dat zij beiden dan drie Zondagen ach tereen afgelezen moeten worden van den preekstoel. Waar is dat nou goed voor, meheer pastqor? informeert Jaap. Dat is om te zien of geen ander op Antje aanspraak maakt, antwoordde de pas toor glimlachend. De twee Zondagen daarop informeert Jaap direct na de Hoogmis of er al iemand om Antje geweest is. De pastoor stelt hem echter gerust en zegt dat Antie nog alleen voor hem is. Na den derden roep wenscht de pastoor Pijn in m'n hoofd, meheer pastoor! zegt Jaap. As geen mins ze hebben wil, dan moet ik ze ook niet! i 'N GEZELLIGE BOODSCHAP. DOORSLAAND BEWIJS. „Kees nie lui? Hij is te lui dat-ie loopt! As-ie 'n nieuwe steenen pijp gekocht het, breekt-ie dal ijk 'n stuk van den steel af, omdat-ie dan niet zoo hard hoef te trekke..." - (The Humorist.) ging ik op een school, waar de meester de roede nog gebruikte. Het was er o.a. verboden in de banken te snijden en de straf, die daarop stond, was 5 dollars boete of een pak slaag in het openbaar. Toen ik eens dat verbod had overtreden, werd ik voor die keus ge steld. Ik vertelde het aan mijn vader. Hij scheen het al te erg te vinden, dat ik in het openbaar geslagen zou worden en hij gaf mij 5 dollars. In dien tijd waren 5 dollars voor mij een heele som. Een pak slaag was lang zoo erg niet en zoo.... (hier klopte de heer Twain nadenkend de asch van zijn sigaar) op die manier heb ik mijn eerste 5 dollars verdiend." DAT KON NIET GEBEUREN. Jcngen: Bent u de meneer, die op juffrouw Gaar wacht?" Heer: „Eh-ja!" Jongen: „Nou, dan moet ik u zeggen, dat ze komt zoo gauw het weer wat beter is." (Gaiety. DE MAN VAN HET GETAL IV. De Duitsche keizer Karei IV had een groote voorliefde voor het getal 4. Hij zwoer daarbij. Hij hield eiken dag 4 maaltijden, had 4 paleizen, elk met 4 zalen, waarin 4 deuren, 4 ramen, 4 tafels en 4 lichtkronen waren. Zijn kroon bestond uit 4 gedeelten en hij kleedde zich in 4 kleuren. Hij reed al tijd met 4 paarden, sprak 4 tijler, en trouw de 4 maal. Aan tafel liet hij steeds 4 spijzen tegelijk op dienen en 4 soorten wijn schenken. Hij verdeelde zijn boel in vieren en zijn leger in 4 corpsen. Hij maakte 4 nieuwe hertogen, 4 landgra ven, 4 markgraven, 4 kapiteins-generaals en 4 groot-veldmaarschalken. Op zijn sterfbed smeekte hij zijn 4 lijf artsen zijn leven te rekken tot den 4en De cember. Die wensch kon niet worden ver vuld, maar hij had toch de voldoening, dat hij 's middags om 4 minuten over 4 overleed, (29 Nov. 1378J nadat hij bij volle bewustzijn 4 maal afscheid had genomen van zijn omge ving. DE EERSTE VERDIENDE 5 DOLLARSj Eens ,werd den vermaarden humoris Mark Twain door een vriend eën vraag gedaan, of hij zich herinnerde, hoe hij ijni eerste geld had verdiend. „Ja," antwoordde Mark Twain, terwijl hij peinzend een paar haaltjes deed aan zijn sigaar, „dat herinner ,k mü nog heel goed. Toen ik een jongen was en opzichter van een steengroef was zijn am bacht. Zekeren dag kwam Patt naar de grens met 'n vaatje buskruit. Hij zette zijn vaatje bus kruit neer en ging er op zitten. Toen haalde Patt zijn pijp uit, sloeg het vuur en pafte, dat de rook hem rond de ooren walmde. Daar komt een ingenieur aanstormen en brult reeds van verre „Patt, Patt, wees toch voorzichtig „Voorzichtig/ waarmee vroeg Patt. „Wel ezel, gij zit daar te rooken op het busg kruitvaatje." „Nu," zei Patt weer, „wat zou dat „Wat dat zou Wat dat zou Weet gij dan niet, dat pas vier maanden geleden twaalf stommeriken van uw soort in de lucht gevlo gen zijn „Welzei Patt, terwijl hij een fermen trek aan zijn pijp deed, „dat kan immers nu toch niet gebeuren." „En waarom niet?" „Omdat," zei Patt, „wij hier maar met ons tweeën zijn." ZORGZAAM. Dokter Zeg Arie, weet je wel dat het heel ernstig is, dat je vrouw 's nachts zoo hoest? Arie 't Is in 'orde, dokter. Ik heb al een prop watten in mijn oor gedaan. HET KNAPPE PLEIDOOI Verleden week zat ik in de wachtkamer bij mijn advocaat en begon daar een gesprek met een man, die evenalk ik daar zat te wach ten. De man, die beschuldigd was een koe gestolen te hebben, vertelde mij, dat de advo caat zijn vrijspraak bewerkstelligd had. „En," vroeg ik, „hadt u de koe werkelijk gestolen „In het begin dacht ik steeds, dat ik het beest gestolen had, maar na het pleidooi van mijn advocaat weet ik heusch niet meer of ik het gedaan heb of niet," HET MEERVOUD. Onderw. „Wat is het meervoud van vrouw?" Leerling „Vrouwen, meester 1" „Goed, en wat is het meervoud van kind „Twee'ingen, meester." ONGESCHIKT MIDDEL. Landlooper: Juffrouw, wat te drinken alsjeblieft, ik heb zoo'n dorst. Juffrouw; Tk zal je een glas water ge ven. Landlooper: Doe dat nou niet, juffrouw, daar zou m'n üzerou gestel van roesten. EEN OPDRACHT. „Zie je, ik zou zoo graag iets componeeren, waaraan vóór mij nog niemand durfde den ken. „Zet den nieuwen spoorwegdienst op mu ziek." WRAAK. Dame Ik gaf je verleden week een eigen gebakken brood en nu stuur je al je vrien den op mijn dak Bedelaar Neen juffrouw, het zijn mijn vij anden. HATELIJK. Marie „Is het waar, dat je achter mijn rug Patt was een Ier. Een raar man was hij ook -gezegd hebt, dat ik een afschuwelijke kat ben Annie Heelemaal niet. Ik houd mijn ge dachten altijd voor mezelf." DE PRACTISCHE ANNA. Emma: Die verloofde van je is een aar dige jongen. Hij heeft zoo'n zeker iets.... Annie: Ik wou maar liever dat hij iets zekers had. IN HET BUITENLAND. Een Hollandsche toerist verdwaalde in de omstreken van Nice, raapte al zijn Fransch bijeen toen hij een voetganger zag naderen en sprak: Mossieu, je suis perdu le che- min; voulez-vous être si bon pour me dire quel cóte e'est Nice. Ja, sprak de ander zeg het liever iri 't Hollandsch, ik spreek ook geen Fransch. DE TOONEELSPEELSTER. Bent u tooneelspeelster, tante? Nee, lieveling, waarom vraag je dat? Omdat papa zei 'toen u binnenkwam, nou beleven we weer 'n scène. PERRON-TAFEREELTJE. Sportmaniak: „Wacht 'ns even, witkiel ik heb toch niks vergeten; laats Tis kijken jachtgeweer heb ik; vischgereedschap heb ik tennisballen, heb ik. Witkiel (doodop van 't sjouwen, merkt gete. m'nheer?" GEZELSCHAP. De directeur van een dierentuin was met vacantie en ontving van den onder-directeur het volgende telegram: De chinipansé is ernstig ziek, oorzaak eenzaamheid. Over komst gewen scht. GALGENHUMOR. In een Amerikaansche gevangenis zit een boef in den electrisclien stoel, om geëlectrocuteêrd te worden. Hebt gij nog pen laatsten wensch, r voor ik den stroom inschakel? vraagt de beul. Jawel. Ik wou m'n plaats graag aan een dame afstaan. sarcastisch op): „Halma-spel toch nie ver (The Humorist) UIT EEN LIJKREDE. Ja, mijne heeren, de overle dene was niet alleen een zeer geleerd, maar wat meer zegt, een zeer bescheiden mensch; en wanneer wij thans een krans op zijn graf leggen, dan kunnen wij dit alleen doen, omdat hij nu gestorven is; bij zijn leven zou hij het nimmer gedoogd hebben. DE GELUKKIGE HERINNERING. Kolonel, herinnert gij u nog den dag waarop gij mij een aanzoek deedt et» waarop ik weigerde? Het is een van mijn gelukkigste her inneringen, raevrowwl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5