zA/ROUWEfl- i jr KUBRjEJ^ De geheimzinnige treinroof. i Modepraatje. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Vrijdag 30 Januari 1925 Onz© tasch. Patronen naar Maat. Vreugd© in onz© kinderen- Dë zorg voor oude kant Verzorging vfti snijbloemen in den winter. Het gelaat en d© koude Messen polijsten. Thee zetten. Recepten. Uil DE MOPPENTROMMEL. FEUILLETON. No.118. Voor een oudere generatie onzer lezeressen plaatsen we deze week twee ele gante modellen. Dit eerste is een sober mid- dagcostuum van havanna bruin crêpe marocain. Van voren loopen over de heele lengte, van de schouders tot de zoom, twee plooien. Het overslaande voorpand sluit op groepen van drje beenen knoopen. Uitgezon derd van voren, loopt door de taille een dub bele ceintuur, op de beide plooien met knoo pen bevestigd. Voor den hals een frontje van bijpassend bruine gebloemde satijn. Kou ten donker bruin. Patroon f. 1.35 De tasch is zoo langzamerhand gewor den tot een onmisbaar onderdeel der uit' rusting eener goed gekleede vrouw, en geen wonder dat de mode-ontwerpers haar dan ook geenszins verwaarloozen, maar er zelfs alle aandacht aan besteden. Lange tijd heeft de bekende beugeltasch opper machtig geheerscht en nog is ze niet ge heel verdwenen. Zelfs ziet men hierin af en toe zeer chique nieuwe modellen, waarbij de vroegere galalith-, hoorn- of schildpad-beugel vervangen is door een fijnere van zilver, terwijl een geornamen teerd weefsel van uiterst fijne kralen de Zien, doch niet de vreugde welke de kinderen hun moeten bereiden. Een goede opvoeding baart vreugde voor de ouders maar dan moeten zij in het kind het kind zien en be minnen, zij moeten het zoo terzijde staan dat het zijn zwakheid wel gevoelt, doch er niet onder lijdt. Zij moeten het niet slechts zijne plichten, doch ook zijne rechten doen kennen, zij moeten het maken tot een vertrouwelijken vriend. En vooral moeten zij in het oog hou den, dat het kind leeft ter wille van zichzelf, dat het niet geschapen is ten behoeve van de ouders, en niet naar hun beeld moet wor den gevormd. Men moet niet, gelijk onge schikte opvoeders maar al te vaak doen,* voortdurend op het kind knorren, er mede twisten, het bedriegen. Maar voor alles moe ten de ouders tijd hebben voor hunne kin deren. Er zijn zoovele dingen waarvoor zij tijd hebben voor hun beroep, voor den omgang met vriehden en bekenden, voor hun genoegens, maar de ouders, die geen tijd hebben voor hun kinderen, berooven zich van het schoonste en nimmer terugkeerende geluk huns levens. Ook is 't onjuist te zeggen Alleen zoo lang de kjnderen klein zijn, kan men vreugde van hen beleven. Een volwassen zoon, die de vertrouwde vriend van zijn vader is, een dochter, die de liefderijke hulp der moeder is, schenken zij geen vreugde en geluk? „Wel geschapen, gezonde kinderen bren gen veel mede," schrijft Goethe, „maar ook aan de ziettelijken en zwakken, welke zij koestert en beschermt, heeft de liefde groote vreugde." Zooals God ze ons gaf, zoo moeten wij ze hebben en beminnen. Intusschen is onheil voorkomen altijd verkieslijk boven kwaad herstellen en de vrouw, die werkelijk het fijne naaldwerk waardeert, zal dit toonen door de zorg, die zij besteed aan het opbergen. Kant steit evengoed als bont eischen aan het bewa ren, maar terwijl vele dames gewend zijn haar bont, 's zomers bij den bontwerker ter bewaring te geven, zorgen zij zelf voor haar kant en schieten onbewust soms in zorg te kort. De voornaamste eisch van verzor ging is, dat de kant warm en droog gehou den wordt Moge dit onmogelijk zijn in de vochtige sacristieën van kerken, de vrouw van de wereld heeft wel kasten, die aan de voorwaarden voldoen. Maar ook lucht is noodzakelijk voor he,l behoud van kant, dat zonder toetreding van lucht bedekt wordt met een soort schimmel, die zich snel ver spreidt over een geheele collectie. Zoo is dus de kant nog veiliger als men haar le deren dag draagt, dan als zij opgesloten is in laden. Toch is kant te teer, om haar op die manier bloot te stellen aan een minder zachtzinnige behandeling, om haar te dra gen door weer en wind. Men kan den mid denweg volgen door haar op geregelde tij den te voorschijn te halen en haar uit te spreiden op een tafel of de leuning van een stoel voor het raam in de zon. Motten heb ben gelukkig weinig belangstelling voor lin nen kant, maar alle soorten Italiaansche „trina di lana", Shetland point en wollen kanten moeten ook tegen motten worden beschermd. Intusschen is het vernielingswerk door den tijd, vocht, motten enz. gering in ver gelijking met dat door de naaister aange- No.119. Voor deze elegante robe neme men grijze gabardine, terwijl voor den hals, tailleband en borst, met inbegrip van de bei de plisé-groepen, bijpassend satijn moet dienen. De broderie hierop bestaat uit een voudige motieven van rechte steken in iets lichtere kleur zijde. De mouwen zijn van onderen gespleten en de rok naar onderen flink verwijdend heeft van voren in het mid den een groote ruim vallende stolpplooi. Kou sen grijs, schoenen zwart. Patroon f. 1.35. Papieren patronen op maar gemaakt, kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 cent porto, ra s het Comptöir des Patrons, Molenstraat 48 B, Den Haag. De maten op te geven volgens onderstaande teekening. eigenlijke sac vormt. (fig. C.) Meer modern is echter de tasch in portefeuille-vorm als fig. A. Deze modellen ziet men het meest in zwart als passend bij de zwarte-mantel- mode ze nemen ongeloofelij ke propor- tieën aan een lengte van 30 c.M. bijv. is niets ongewoons terwijl het mono gram der bezitster in zilver of zijde op de voorkant geborduurd voorkomt. Het is begrijpelijk dat men met het oog op de groote mode der Schotsche en andere geruite stoffen voor mantels en japonnen ook hierbij passende tasschen heeft ont worpen eveneens in portefeuille-vorm en van buitengewone afmetingen (fig.B.) In fig. D en E zien we de elegante mo dellen die bij heel chique middagklee- ding passen. De eerste is van geribde zwar te zijde met zilveren slot en dito omlijs ting van de sluiting. Hoe sober ook van bui ten, bieden dergelijke tasschen van bin nen een meer weelderige aanblik vanwege de fraaie voering in theeroos kleurige of witte zijde, vakjes voor velerlei doelein den, een snoezig met ruches en kleine bloempjes omlijst spiegeltje, enz. enz. Het zelfde geldt voor model E. een elegante koker van dun en fijn hout, overtrokken met zwarte moiré-zijde en geborduurd in goud en zilver. De lang kwast is öf van Zwarte zijde, öf uit gouddraden samen gesteld, en eveneens is het draagbandje met garnituur van goud. Bij opening valt de heele voorkant open op de wijze als van een sigarettenkoker. Een belangrijk punt in de taak van de ouders ten opzichte hunner kinderen is-wel het kinderleven mooi en zonnig te maken. Een vader en een moeder, die het nog zoo goed met hun kinderen meenen en ze nog zoo zorgvuldig opvoeden, maar niet weten hun kinderjaren schoon en onvergetelijk te maken, berooven zich zelf van alle vruch ten van hun arbeid en hun moeite, 't Leven waarin wij onze kinderen sturen is zoo moeilijk, en stelt hun voor zulke zware plichten, dat zij één ding met zich moeten nemen in dit leven, de dankbare herinnering aan een mooien kindertijd. Er zijn echter ouders, die hun kinderen de herinnering aan zulk een schoonen kindertijd in het ge heel niet kunnen meegeven, daar zij in de kinderen slechts een hun opgelegden plicht De bewondering voor kant heeft zich vele eeuwen geuit, maar de laatste jaren was er weer in vele landen een echte herleving van het kantwerken, al is de machinale kapt een lastige concurrent geworden, waar tegen de jonge vrouwen, die, haar bestaan met handwerken verdienen, zich niet ge heel opgewassen gevoelen. In sommige lan den heeft men haar van particuliere zijde of van rijkswege geholpen. Wij herinneren ons in Burano nabij Venetië de hygiënische ateliers, waar de meisjes werkten, niet voor eigen rekening, maar in dienst van de ver- eeniging, die zich belastte met den verkoop van haar arbeid. Naast het maken van kant is het ver stellen van kant een industrie op zich zeir. Menige dame, dit trotscb is op de oude familiestukken, verheugt zich, als zij üe sporen van vernieling, die de tijd in haar collectie heeft aangericht, kan doen ver dwijnen. richt Het verknippen van kant is uit den booze en de artiste onder de naaisters doet het niet, maar weet het te lange stuk te verbergen of te verwerken met een paar kantsteken Is de kant door het hechten op de japon toch 'gescheurd dan kan de han dige vrouw met een paar kantsteekjes het kleine onheil wel herstellen, voor grooter ongelukken doet zij verstandig zich onmid dellijk tot de kantwerkster te wenden. Goede kant behoort altijd te zijn voorzien van een „engrêlure" waarmede zij wordt gehecht aan de stof die zij moet versieren. Ook in den winter hebben we graag in onze kamer 'n paar frissche, mooie bloemen, die ons doen vergeten dat 't buiten guur en koud is. Daar ze echter in dit jaargetijde heel wat duurder zijn dan in den zomer, moeter we er extra zorg voor dragen, dat ze lang duren. IN HET MUSEUM N/WUüw „Vreeselijk, dat zoo'n groot man geen armen had, hé?" Zoodra we met onze bloemenschat thuis komen, snijden we 'n paar centimeter van de stelen af. Dit doen we met een scherp mes en niet met een schaar. Deze operatie heeft n.l. ten doel de bloemstelen open te maken, zoodat de bloem makkelijk water op kan nemen. Een schaar knijpt de steelwan- den samen en veroorzaakt dus het omge keerde effect. Heeft de bloem een houtige steel, dan ge ven we daarin nog een kleine insnijding. Eiken dag krijgen de bloemen frisch water. De opvatting alsof dat niet noodig zou zijn en bijvullen van de vaas voldoende is, is ab soluut verkeerd. De bloem moet uit het water halen wat ze noodig heeft. Is de hoeveelheid water te gering of is 't bedorven, dan krijgt de bloem niet genoeg wij kunnen ook niet leven bij slechte of onvoldoende voeding Dat we bloemen niet in de zon mogen laten staan en ook niet te dicht bij de warme ka chel, is natuurlijk algemeen bekend. Ook tabaksrook is erg slecht voor bloemen en als er 's avonds in de kamer gerookt wordt, doen we beter de bloemen zoolang buiten te zetter. Een nacht, doorgebracht in koele (niet koude) frissche lucht, doet ze altijd erg goed. Laten onze bloemen de kopjes hangen, doordat we ze toch in de zon of dicht bij de kachel hebben laten staan, of misschien wel vergeten ze water te geven, dan is 't beste middel ze in warm water te doopen, vooral wanneer we daar een beetje kamfer in gedaan hebben. Maar ook het warme bad alleen en daarna 'n uurtje in een donkere kast oefenen een zeer heilzame werking uit op de ver waarloosde bloemen. In den zomer geeft een normale gezonde opperhuid doorgaans geen reden tot onge rustheid ten opzichte van een goede teint. Door de gelijkheid van temperatuur in onze binnenhuizen en op straat kan de huid vrije lijk functionneeren. In den winter daaren tegen, onder den invloed van het verschil tusschen de lucht onzer verwarmde kamers en de koude, snijdende buitenlucht, veran deren de meeste gezichten van kleur, hebben bloedophooping en verliezen daardoor heel wat van hun charme. Sommige gevoelige huiden zelfs gaan barsten en korsten worden en dan wendt men daartegen dikwijls glyce rine aan. Tegen het gebruik hiervan wordt evenwel gewaarschuwd. „De glycerine", zoo wordt gezegd, „doet de teint vergelen, ontglanst de huid en'ein digt met haar vatbaar te maken voor het krijgen van rimpels. Doe dus desnoods gly cerine op uw handen of teenen, maar nooit op uw gezicht, welks delicite huid een be tere verzo ging noodig heeft. Een goede toiletcrême met lanolie en Mecca-zalf als grondbestanddeelen zullen meer tevreden stellen breng ze aan onder een lichte mas sage ter bevordering van den bloedsomloop. Deze beide, crème en massage, zullen beter tegen het euvel behoeden dan de beste gly cerine van den besten apotheker. De vette bestanddeelen zijn onmisbaar in den winter en in tegenstelling met wat zoo vele vrou wen vaak nog denken een gezicht, dage lijks een weinig verzorgd met een goede toiletcrême zal er beter uit blijven zien en minder spoedig verouderen dan een, over geleverd zonder verdedigingsmiddel aan den oeet van het gure weer 1" Voorkomt dit vervelende werkje zoo veel mogelijk door de messen na het gebruik als ze niet dadelijk afgewasschen kunnen worden, met papier af te vegen. Breng ze vobrts zoo weinig mogelijk met zuren in aanraking (vruchten,) droog ze na het was- schen goed af en berg ze op een droge plaats op. Niettemin moet het polijsten af en toe gebeuren. Dan maakt men een papje van spiritus en blauwsteenpoeder en wrijft hiermee, door met de vlakke kant van een kurk stevig te schuren, de vlekken weg. Daarna neemt men een slijpplankje, met leer bekleed, strooit hier zeer weinig blauw steenpoeder op en strijkt de messen heen en v/eer, tot ze mooi blinken. Het polijsten dient om de messen glimmend te maken, dus doet men het altijd na het slijpen. Als zwarte mesheften grauw geworden zijn, zet men ze pl. m. vijf uur in een vrij sterke oplossing van overmangaanzure-kali in water. Daarna, met zwarte was opwrij ven. Men zorge dat het metaal niet met de oplossing Jn aanraking komt men zette daarom de messen recht op in een iumaak- flesch of geglazuurd aarden pot. Thé russe. I Iedereen zet op z'n eigen manier thee en veleq verbeelden zich daardoor zelfs dat zij het alleen op de juiste manier doen. Het zijn de verstokten die thee bij een ander nooit lekker vinden. Er zijn er ech ter ook die altijd klagen over hun thee en nu eens het eene merk "dan weer het andere probeeren, zonder ooit tot een goed resul taat te komen. Zij houden eigenlijk niet zoo heel veel van thee, omdat 'ze ze niet-goed kunnen zetten. Ziehier daarom nog een goede wijze van thee bereiden. Spoel eerst de trekpot met kokend water om, doe er de thee in ongeveer een schepje per persoon en giet daar goed kokend water op; 5 a 7 minuten laten trek ken. Het eerste altijd wat te slappe scheut je in de spoelkom laten loopen en daarna pas de kopjes driekwart vullen, nadat er eerst een schepje suiker in gedaan is. Direct daarna de theepot aanvullen met nieuw kokend water. Russische thee is zeer lekker, doch nog weinig bekend. Men giet daarvoor meer water op, zoodat de thee slapper wordt dan anders. In de kopjes waarin reeds suiker is (wat meer dan gewoon) doet men nu een dun schijfje ongeschilde citroen en schenkt 'hierop de tnee. De gebruiker duwt onder het roeren het citroenschijfje nog iets uit en legt het daarna op den rand van het scho teltje. Doorgaans wordt er voor een tweede I kop geen nieuwe citroen gegeven. Kastanjepuree met slagroom. Mfen kruist 1 K. G. kastanjes en legt ze in kokend water totdat de bast gemakke lijk loslaat. De geschilde kastanjes kookt men met 3/4 1 Liter melk, totdat ze geheel zacht zijn, waarna ze door een fijne zeef worden gehaald. 150200 gram suiker wordt nu in een ijzeren pannetje gekookt totdat ze draderig is, waarna ze door de puree geroerd wordt hierdoor ontstaat een tamelijk vaste massa. In een glazen schaal geserveerd en versierd met slagroom is het een overheerlijk ge» recht. Geleicakes. Benoodigd: 14 pond bloem, ¥i pond suiker, 1/4 ons boter, 5 eieren een theelepel bakpoeder, een weinig zout, melk, geleiglazuur, geconfeite kersen, engeikruid erf appelvulling. Bereiding: Klop de boter en suiker tot room, voeg om beurten de eieren toe, klop deze er goed doorheen. Indien de eieren ■wat klonterig worden, voeg dan een lepel bloem toe. Zeef de bloem, het zout en bak poeder en roer dit luchtig door het mengsel, als het droog wordt, voeg dan een lepel melk toe. Doe het mengsel in twee platte vormen, waarin tevoren met vet besmeerd papier gelegd is. Zet ze in een matig war men oven en laat ze ongeveer 10 minuten bakken. Zet ze dan op een zeef om af te koelen. Spreid, als ze kouder geworden zijn, over een cake de appelvulling en leg de an dere cake er boven op. Snijd ze daarna zorgvuldig in de helft en leg om beide helf ten de geleiglazuur en garneer met gecon. fijte kersjes en engeikruid. De appelvulling. Schil de appels, haal d< klokhuizen er uit en snijd ze in schijfjes, Kook 6 ons appelen met 54 ons suiker en een randje citroenschil. Als het moes ge worden is, wrijf dan de massa over een zeef, na eerst de citroenschil eruit genomen te hebben. Doe de puree in een pan met 1 ons suiker en een theelepel citroensap en laat het koken, totdat het tamelijk dik gewor den is, roer al den tijd. Gebruik het als het koud geworden is. GEBAKKEN WORST. Plakken gerookte worst kunnen ook gebakken worden opgediend, speciaal bij de lunch. Wasrh de worst in lauw water en laat ze een uurtje in koud water weeken. Droog de worst af en snijd ze in dikke schuine schijven deze wikkelt men in wat bloem en bakt ze met een weinig boter in de koekenpan bruin. Leg de plakken, nadat ze uitgedropen zijn, rondom een schaal gebakken aardappelen, en garneer ze met, eveneens in frituurvet gebakken, peterselie RIJST-PUDDING. Zet 1 y> d.L. gewasschen rijst op met y2 L. water en de schil van 1 citroen, laat ze zachtjes gaar koken. Verwijder dan de schil, roer er 150 gr, suiker en het uitgeperste citroensap van 1 groote of 2 kleine citroenen door en laat alles in een met koud water omgespoelde vorm koud en stijf worden. Men kan er Vanille-saus bij geven. BEELDSPRAAK. De vrijage is het licht van de liefde, zei de een poëtisch. Zoo, zei de ander, maar dan is trouwen de gasrekening.' ECONOMISCH. A: Hoe, u hebt uw vrouw zulk een duren ring gekocht! Welk een verkwisting! B: Toch niet, zij gebruikt nu veel minder handschoenen. Janssen komt 's-avonds bijzonder laat van de soos terug en kan er maar niet in slagen, de trap op te komen. Een stem van boven roept: Ben jij het Willem? Eerlijk gezegd, weet ik het zelf niet. Kom maar eens kijken, BIJNA. Zij (dochter van een politie-agent) „Ik wou, dat je nu maar eens met mijn vader sprak". Hij „Ik heb hem gisteren bijra zier." Zij „Bijna Wat bedoel je Hij „Je vader is toch nummcr 150 Ntf en ik zag nummer 149 gisteren lojpen." MINNEBRIEVEN. Twee soldaten zitten in de can tine de een stelt ijverige pogingen in 't w?rk om een brief aan zijn meisje te schrijven. „Aan wien zit je zoo te pennen?" vraagt de een. „Aan m'n meissie is 't antwoord. „Als je straks klaar bent, wil je dan voor mij ook zoo'n brief schrijven?" „Wat moet d'r in staan „Nou, natuurlijk 't zelfde dat 's noga) wiedes 1" VRIENDELIJK. Meneer Zwart pakte zijn eersteling beet, zette hem op zijn armen en zei met vader lijken trots „Dat is nou net het evenbeeld van zijn vader." Meneer Bruins keek eenige oogenblikken naar den jongen Zwart en zei toen troostend „Ja, je hebt gelijk, maar ik zou me er maar niet te veel van aantrekken. Als-t-ie maar gezond is hè Vrij naar het Engelsch. II „Vertelde ik je dat nog niet? Gisteren, toen ik hem zoo dringend verzocht, mij niet naar huis te brengen, zeide hij, dat, als ik besloten was, te blijven, hij voor een dag of wat zou weg gaan en een kijkje nemen te Blunt Mountain. Er is daar een nieuwe goudader ontdekt en daarover heerscht eenige opwinding." „Hij wilde weg gaan en je verlaten op dit oogenblik?" vroeg Barrett. Voor een oogenblik werden de donkere oogen tegenover hem omlaag geslagen. „Ik mag het jou wel vertellen, lieve Jim- mie, jou alleen. Vader heeft je altijd een een fat genoemd. Dat was zijn algemeene benaming voor een man, die veel zorg heeft voor zijn haar, zijn kleeren en zijn nagels. Hij zei, dat er geen rood bloed in je was; dat had geen enkele klerk; het feit, dat een klerk is een klerk, toonde dat aan anders zou hij geen klerk zijn. Ik heb ge tracht hem te overtuigen, dat 'n kassier aan 'n groote, solide bankinstelling, niet precies 'n klerk is, maar 't helpt niet. En vóór hij weg ging, zeide hij hij, dat ik wel met den hein naér huis kon gaan, als ik vermoeid werd van het wachten op hem." Barrett knikte. „Dat is niet alles," zei hij. „Ga verder en vertel de rest." „Dat zal ik ook omdat er toch niets aan te doen is. Vader zei, toen de telegram men van de Bank inkwamen, terstond, dat ik nog gelukkig er tusschen uit gesprongen was." „Groote hemel! Hij denkt dat ik jou zou opgegeven hebben voor een onbeteekenende tweehonderdduizend dollars?" „Hij zegt hij zegt, dat iedere man zijn geld neemt, en. „En dat ik het mijne gevonden en geno men had, veronderstel ik. Wel, ik' kan niet bewijzen, dat ik het niet deed, maar ik kwam juist hier om te trachten, dat te doen. Ik veronderstel, dat ik naar de gasten van het hotel moet gaan en hun moet vertellen, dat ik gelogen heb, toen ik mij in het re gister liet inschrijven; dat mijn naam is Ja mes Baxter Btirrett de man, dien zij zoe-' ken." „Jimmie! Zeg niet zulke dingen! Haast je en beëindig je ontbijt, opdat we samen heen kunnen gaan en met elkander praten Zie je dan niet, dat ik brand van nieuwsgierig heid, om te weten, wat je de laatste vier dagen is overkomen? Je moet er aan den ken, dat ik nog niets weet, behalve dat je hier bent." „Ik ben reeds klaafc Ik was niet half zoo hongerig, als ik dacht. Ga jij eerst. Als er soms een detective in de voorzaal op mij wacht, wordt je er ten minste niet in ge mengd." „We gaan samen," gaf zij kort ten ant woord. En zoo stonden zij samen op van het tafeltje in de nis en verlieten de ontbijtzaal ZESDE HOOFDSTUK. Wanneer harten één zijn. Wederom liep Barrett spitsroede door de openbare voorzaal, doch. thans met Delia naast hem. Hotel „Intermountain" was zeer modern ingericht en de ontvangkamers, wel ke op dit vroege uur nog geheel verlaten wa ren lagen gelijkvloers. Zij kozen den verst verwijderden hoek uit en Barrett schoof 'n armstoel bij voor zijn metgezellin en een voor hemzelf; maar de jonge vrouw plaatste dezen zoo, dat zij 't gezicht op de deur had en Barrett er met zijn rug naar toe zat. „En nu," beval zij, „begin bij het begin en sla niet het minste en geringste overt" en Barrett deed het, beginnende met zijn ge sprek met president Hawley, waarin hem de verantwoordelijkheid was medegedeeld, welke op hem geladen werd, tot op het oogenblik van wederzijdschen schrik en her kenning in de ontbijtzaal van het hotel. „Jij arme, arme lieveling," fluisterde zij, toen hij had geëindigd. „Te denken, dat jij opgesloten bent geworden in die berghut en je handen bezeerde, terwijl je trachtte, een weg naar buiten te snijden." Dat was niets, vergeleken bij den tocht. dwars door de woestijn, zonder water," ant woordde hij, gestreeld door deze voor hem zoo zoete sympathiebetuiging. „Denk je denk je niet, dat de weg, welken ik uit sneed, gekleurd was door rood bloed, Del- la? Ik hoop, dat je het gelooft, dat je er van overtuigd ben. Ik denk, dat, als je vader me toen gezien had...." Zij ging deze beschuldiging ietwat luchtig voorbij. „Vader kent je niet, dat is alles, lieve Jim- rie. Je hebt rood bloed genoeg voor mij. Ik meen, dat je je prachtig gehouden heb daar- ginds. Maar dat moeten we nu laten* rusten, j Het geld moet terug gevonden worden." j „Dat heb ik Mij zelf ook reeds gezegd en daarom ben ik uit de hut gebroken en heb dien verren tocht door de woestijn on dernomen. En het scheen toen, alsof alles zoo eenvoudig mogelijk zou kunnen gaan. .Maar nu. Zij stak haar hand uit om hem te doen zwijgen. „Denk niet aan dat „maar nu" Het kan mogelijk zijn. Denk nu weer alsjeblieft aan dat voorval in den restauratiewagen, toen je de zwarte koffie dronk. Je zeide, dat er met jou een man aan tafel zat, op wien je lette, omdat hij Cheddar kaas bij zijn pastei bestelde. Ben je er zeker van, dat hij geen kans kreeg, iets in je koffie te doen, nadat de kellner deze gebracht had en je niet keek?" Barrett schudde het hoofd. „Natuurlijk kan ik er niet geheel zeker van zijn, omdat ik n;°t de minste achter docht tegen hem had. De man had tijdens het geheele diner geen aandacht aan mij ge schonken en ik keek nauwelijks naar hem. Al dien tijd dacht ik alleen aan het hand koffertje onder de tafel, tusschen mijn voe ten." „Zou je den man herkennen, als je hem weer zag?" „Ik ben bang, dat zelfs dat twijfelach tig is. Hij had een afdeeling in den slaap wagen van den Denver-Ogden-trein tegen over de mijne en ik veronderstel, dat ik hem later op den dag meer gezien zou heb ben. Maar ik lette niet bijzonder op hem; alleen heb ik opgemerkt, dat hij groot was en nog al dik en dat hij wel wat leek op de caricaturen van welgedane renteniertjes," zooals je wel in blijspelen ziet." „Deelde hij met jou denzelfden slaapwa gen vanaf Denver?" „Ook dat. kan ik niet met zekerheid zeg gen, maar. ik denk het wel." „Ik moet aannemen, dat hij de man was, of ten minste één van hen," zei zij eens klaps beslist. „Denk eens na: toen je het bewustzijn verloor, was hij natuurlijk de eerste, die dat bemerkte, nietwaar? Hij zat toch recht tegenover je aan tafel?" „Wel, dat zou ik denken." De jonge vrouw legde een vinger tegen haar lip, en de donkere oogen keken pein zend. „Ik ben benieuwd, of iemand er aan ge dacht heeft, het personeel van den restau ratiewagen te ondervragen de conducteur en de kellners," zeide zij. „Ik kan er slechts naar gissen. Je kunt we! denken, dat ieder lid van het treinper soneel ondervraagd en her-ondervraagd zal zijn, lang voor vandaag." „Ja, maar zij kunnen den restauratiewagen vergeten hebben. Verlaat het personeel niet dikwijls den wagen, als de maaltijden op gediend zijn?" „Dat gebeurt wel in sommige treinen. La ten we trachten uit te vinden, wat er in m ij n restauratiewagen gebeurde." „J ij kunt dat niet uitzoeken," was het vlugge antwoord. „Jij moet je aan niemand en nergens laten zien. Dat werk zal i k doen." „Jij?" „Ja, ik. Ik ken enkele leden van het spoorwegpersoneel hier; den opzichter en diens vrouw en dochter. Ik ben eens met hen op de hertenjacht geweest. Jij blijft hier en buiten schot en ik trek er op uit en on derzoek dat" zaakje, betreffende dien res tauratiewagen." Barrett protesteerde echter direct en zijn protest was zóó klemmend, als het maai van een flink man kan zijn. „Ik kan niet toelaten, dat jij je hiermede gaat bemoeien om me te helpen, en ik wil het ook niet," merkte hij op. Maar zij lacb te hem uit. vWordt vervolgd.J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5