zA/ROUWEfl-
i jr KUBRjEJ^
De geheimzinnige treinroof.
i
Modepraatje.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Vrijdag 30 Januari 1925
Onz© tasch.
Patronen naar Maat.
Vreugd© in onz© kinderen-
Dë zorg voor oude kant
Verzorging vfti snijbloemen
in den winter.
Het gelaat en d© koude
Messen polijsten.
Thee zetten.
Recepten.
Uil DE MOPPENTROMMEL.
FEUILLETON.
No.118. Voor een oudere generatie onzer
lezeressen plaatsen we deze week twee ele
gante modellen. Dit eerste is een sober mid-
dagcostuum van havanna bruin crêpe
marocain. Van voren loopen over de heele
lengte, van de schouders tot de zoom, twee
plooien. Het overslaande voorpand sluit op
groepen van drje beenen knoopen. Uitgezon
derd van voren, loopt door de taille een dub
bele ceintuur, op de beide plooien met knoo
pen bevestigd. Voor den hals een frontje van
bijpassend bruine gebloemde satijn. Kou
ten donker bruin. Patroon f. 1.35
De tasch is zoo langzamerhand gewor
den tot een onmisbaar onderdeel der uit'
rusting eener goed gekleede vrouw, en
geen wonder dat de mode-ontwerpers haar
dan ook geenszins verwaarloozen, maar er
zelfs alle aandacht aan besteden. Lange
tijd heeft de bekende beugeltasch opper
machtig geheerscht en nog is ze niet ge
heel verdwenen. Zelfs ziet men hierin
af en toe zeer chique nieuwe modellen,
waarbij de vroegere galalith-, hoorn- of
schildpad-beugel vervangen is door een
fijnere van zilver, terwijl een geornamen
teerd weefsel van uiterst fijne kralen de
Zien, doch niet de vreugde welke de kinderen
hun moeten bereiden. Een goede opvoeding
baart vreugde voor de ouders maar dan
moeten zij in het kind het kind zien en be
minnen, zij moeten het zoo terzijde staan dat
het zijn zwakheid wel gevoelt, doch er niet
onder lijdt.
Zij moeten het niet slechts zijne plichten,
doch ook zijne rechten doen kennen, zij
moeten het maken tot een vertrouwelijken
vriend. En vooral moeten zij in het oog hou
den, dat het kind leeft ter wille van zichzelf,
dat het niet geschapen is ten behoeve van
de ouders, en niet naar hun beeld moet wor
den gevormd. Men moet niet, gelijk onge
schikte opvoeders maar al te vaak doen,*
voortdurend op het kind knorren, er mede
twisten, het bedriegen. Maar voor alles moe
ten de ouders tijd hebben voor hunne kin
deren. Er zijn zoovele dingen waarvoor zij
tijd hebben voor hun beroep, voor den
omgang met vriehden en bekenden, voor hun
genoegens, maar de ouders, die geen tijd
hebben voor hun kinderen, berooven zich
van het schoonste en nimmer terugkeerende
geluk huns levens.
Ook is 't onjuist te zeggen Alleen zoo
lang de kjnderen klein zijn, kan men vreugde
van hen beleven. Een volwassen zoon, die
de vertrouwde vriend van zijn vader is, een
dochter, die de liefderijke hulp der moeder
is, schenken zij geen vreugde en geluk?
„Wel geschapen, gezonde kinderen bren
gen veel mede," schrijft Goethe, „maar ook
aan de ziettelijken en zwakken, welke zij
koestert en beschermt, heeft de liefde groote
vreugde."
Zooals God ze ons gaf, zoo moeten wij ze
hebben en beminnen.
Intusschen is onheil voorkomen altijd
verkieslijk boven kwaad herstellen en de
vrouw, die werkelijk het fijne naaldwerk
waardeert, zal dit toonen door de zorg, die
zij besteed aan het opbergen. Kant steit
evengoed als bont eischen aan het bewa
ren, maar terwijl vele dames gewend zijn
haar bont, 's zomers bij den bontwerker ter
bewaring te geven, zorgen zij zelf voor haar
kant en schieten onbewust soms in zorg
te kort. De voornaamste eisch van verzor
ging is, dat de kant warm en droog gehou
den wordt Moge dit onmogelijk zijn in de
vochtige sacristieën van kerken, de vrouw
van de wereld heeft wel kasten, die aan
de voorwaarden voldoen. Maar ook lucht is
noodzakelijk voor he,l behoud van kant, dat
zonder toetreding van lucht bedekt wordt
met een soort schimmel, die zich snel ver
spreidt over een geheele collectie. Zoo is
dus de kant nog veiliger als men haar le
deren dag draagt, dan als zij opgesloten is
in laden.
Toch is kant te teer, om haar op die
manier bloot te stellen aan een minder
zachtzinnige behandeling, om haar te dra
gen door weer en wind. Men kan den mid
denweg volgen door haar op geregelde tij
den te voorschijn te halen en haar uit te
spreiden op een tafel of de leuning van een
stoel voor het raam in de zon. Motten heb
ben gelukkig weinig belangstelling voor lin
nen kant, maar alle soorten Italiaansche
„trina di lana", Shetland point en wollen
kanten moeten ook tegen motten worden
beschermd.
Intusschen is het vernielingswerk door
den tijd, vocht, motten enz. gering in ver
gelijking met dat door de naaister aange-
No.119. Voor deze elegante robe neme
men grijze gabardine, terwijl voor den hals,
tailleband en borst, met inbegrip van de bei
de plisé-groepen, bijpassend satijn moet
dienen. De broderie hierop bestaat uit een
voudige motieven van rechte steken in iets
lichtere kleur zijde. De mouwen zijn van
onderen gespleten en de rok naar onderen
flink verwijdend heeft van voren in het mid
den een groote ruim vallende stolpplooi. Kou
sen grijs, schoenen zwart. Patroon f. 1.35.
Papieren patronen op maar gemaakt,
kunnen besteld worden onder toezending
of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus
15 cent porto, ra s het Comptöir des Patrons,
Molenstraat 48 B, Den Haag. De maten op te
geven volgens onderstaande teekening.
eigenlijke sac vormt. (fig. C.) Meer modern
is echter de tasch in portefeuille-vorm als
fig. A. Deze modellen ziet men het meest
in zwart als passend bij de zwarte-mantel-
mode ze nemen ongeloofelij ke propor-
tieën aan een lengte van 30 c.M. bijv.
is niets ongewoons terwijl het mono
gram der bezitster in zilver of zijde op de
voorkant geborduurd voorkomt. Het is
begrijpelijk dat men met het oog op de
groote mode der Schotsche en andere
geruite stoffen voor mantels en japonnen
ook hierbij passende tasschen heeft ont
worpen eveneens in portefeuille-vorm
en van buitengewone afmetingen (fig.B.)
In fig. D en E zien we de elegante mo
dellen die bij heel chique middagklee-
ding passen. De eerste is van geribde zwar
te zijde met zilveren slot en dito omlijs
ting van de sluiting. Hoe sober ook van bui
ten, bieden dergelijke tasschen van bin
nen een meer weelderige aanblik vanwege
de fraaie voering in theeroos kleurige of
witte zijde, vakjes voor velerlei doelein
den, een snoezig met ruches en kleine
bloempjes omlijst spiegeltje, enz. enz. Het
zelfde geldt voor model E. een elegante
koker van dun en fijn hout, overtrokken
met zwarte moiré-zijde en geborduurd in
goud en zilver. De lang kwast is öf van
Zwarte zijde, öf uit gouddraden samen
gesteld, en eveneens is het draagbandje
met garnituur van goud. Bij opening valt
de heele voorkant open op de wijze als
van een sigarettenkoker.
Een belangrijk punt in de taak van de
ouders ten opzichte hunner kinderen is-wel
het kinderleven mooi en zonnig te maken.
Een vader en een moeder, die het nog zoo
goed met hun kinderen meenen en ze nog
zoo zorgvuldig opvoeden, maar niet weten
hun kinderjaren schoon en onvergetelijk te
maken, berooven zich zelf van alle vruch
ten van hun arbeid en hun moeite, 't Leven
waarin wij onze kinderen sturen is zoo
moeilijk, en stelt hun voor zulke zware
plichten, dat zij één ding met zich moeten
nemen in dit leven, de dankbare herinnering
aan een mooien kindertijd. Er zijn echter
ouders, die hun kinderen de herinnering
aan zulk een schoonen kindertijd in het ge
heel niet kunnen meegeven, daar zij in de
kinderen slechts een hun opgelegden plicht
De bewondering voor kant heeft zich vele
eeuwen geuit, maar de laatste jaren was er
weer in vele landen een echte herleving
van het kantwerken, al is de machinale
kapt een lastige concurrent geworden, waar
tegen de jonge vrouwen, die, haar bestaan
met handwerken verdienen, zich niet ge
heel opgewassen gevoelen. In sommige lan
den heeft men haar van particuliere zijde
of van rijkswege geholpen. Wij herinneren
ons in Burano nabij Venetië de hygiënische
ateliers, waar de meisjes werkten, niet voor
eigen rekening, maar in dienst van de ver-
eeniging, die zich belastte met den verkoop
van haar arbeid.
Naast het maken van kant is het ver
stellen van kant een industrie op zich zeir.
Menige dame, dit trotscb is op de oude
familiestukken, verheugt zich, als zij üe
sporen van vernieling, die de tijd in haar
collectie heeft aangericht, kan doen ver
dwijnen.
richt Het verknippen van kant is uit den
booze en de artiste onder de naaisters doet
het niet, maar weet het te lange stuk te
verbergen of te verwerken met een paar
kantsteken Is de kant door het hechten op
de japon toch 'gescheurd dan kan de han
dige vrouw met een paar kantsteekjes het
kleine onheil wel herstellen, voor grooter
ongelukken doet zij verstandig zich onmid
dellijk tot de kantwerkster te wenden.
Goede kant behoort altijd te zijn voorzien
van een „engrêlure" waarmede zij wordt
gehecht aan de stof die zij moet versieren.
Ook in den winter hebben we graag in
onze kamer 'n paar frissche, mooie bloemen,
die ons doen vergeten dat 't buiten guur en
koud is. Daar ze echter in dit jaargetijde heel
wat duurder zijn dan in den zomer, moeter
we er extra zorg voor dragen, dat ze lang
duren.
IN HET MUSEUM
N/WUüw
„Vreeselijk, dat zoo'n groot man geen armen had, hé?"
Zoodra we met onze bloemenschat thuis
komen, snijden we 'n paar centimeter van
de stelen af. Dit doen we met een scherp
mes en niet met een schaar. Deze operatie
heeft n.l. ten doel de bloemstelen open te
maken, zoodat de bloem makkelijk water op
kan nemen. Een schaar knijpt de steelwan-
den samen en veroorzaakt dus het omge
keerde effect.
Heeft de bloem een houtige steel, dan ge
ven we daarin nog een kleine insnijding.
Eiken dag krijgen de bloemen frisch water.
De opvatting alsof dat niet noodig zou zijn
en bijvullen van de vaas voldoende is, is ab
soluut verkeerd. De bloem moet uit het water
halen wat ze noodig heeft. Is de hoeveelheid
water te gering of is 't bedorven, dan krijgt
de bloem niet genoeg wij kunnen ook niet
leven bij slechte of onvoldoende voeding
Dat we bloemen niet in de zon mogen laten
staan en ook niet te dicht bij de warme ka
chel, is natuurlijk algemeen bekend. Ook
tabaksrook is erg slecht voor bloemen en
als er 's avonds in de kamer gerookt wordt,
doen we beter de bloemen zoolang buiten te
zetter. Een nacht, doorgebracht in koele
(niet koude) frissche lucht, doet ze altijd erg
goed.
Laten onze bloemen de kopjes hangen,
doordat we ze toch in de zon of dicht bij de
kachel hebben laten staan, of misschien wel
vergeten ze water te geven, dan is 't beste
middel ze in warm water te doopen, vooral
wanneer we daar een beetje kamfer in gedaan
hebben. Maar ook het warme bad alleen en
daarna 'n uurtje in een donkere kast oefenen
een zeer heilzame werking uit op de ver
waarloosde bloemen.
In den zomer geeft een normale gezonde
opperhuid doorgaans geen reden tot onge
rustheid ten opzichte van een goede teint.
Door de gelijkheid van temperatuur in onze
binnenhuizen en op straat kan de huid vrije
lijk functionneeren. In den winter daaren
tegen, onder den invloed van het verschil
tusschen de lucht onzer verwarmde kamers
en de koude, snijdende buitenlucht, veran
deren de meeste gezichten van kleur, hebben
bloedophooping en verliezen daardoor heel
wat van hun charme. Sommige gevoelige
huiden zelfs gaan barsten en korsten worden
en dan wendt men daartegen dikwijls glyce
rine aan. Tegen het gebruik hiervan wordt
evenwel gewaarschuwd.
„De glycerine", zoo wordt gezegd, „doet
de teint vergelen, ontglanst de huid en'ein
digt met haar vatbaar te maken voor het
krijgen van rimpels. Doe dus desnoods gly
cerine op uw handen of teenen, maar nooit
op uw gezicht, welks delicite huid een be
tere verzo ging noodig heeft. Een goede
toiletcrême met lanolie en Mecca-zalf als
grondbestanddeelen zullen meer tevreden
stellen breng ze aan onder een lichte mas
sage ter bevordering van den bloedsomloop.
Deze beide, crème en massage, zullen beter
tegen het euvel behoeden dan de beste gly
cerine van den besten apotheker. De vette
bestanddeelen zijn onmisbaar in den winter
en in tegenstelling met wat zoo vele vrou
wen vaak nog denken een gezicht, dage
lijks een weinig verzorgd met een goede
toiletcrême zal er beter uit blijven zien en
minder spoedig verouderen dan een, over
geleverd zonder verdedigingsmiddel aan den
oeet van het gure weer 1"
Voorkomt dit vervelende werkje zoo veel
mogelijk door de messen na het gebruik
als ze niet dadelijk afgewasschen kunnen
worden, met papier af te vegen. Breng ze
vobrts zoo weinig mogelijk met zuren in
aanraking (vruchten,) droog ze na het was-
schen goed af en berg ze op een droge
plaats op. Niettemin moet het polijsten af
en toe gebeuren. Dan maakt men een papje
van spiritus en blauwsteenpoeder en wrijft
hiermee, door met de vlakke kant van een
kurk stevig te schuren, de vlekken weg.
Daarna neemt men een slijpplankje, met
leer bekleed, strooit hier zeer weinig blauw
steenpoeder op en strijkt de messen heen en
v/eer, tot ze mooi blinken. Het polijsten
dient om de messen glimmend te maken,
dus doet men het altijd na het slijpen.
Als zwarte mesheften grauw geworden
zijn, zet men ze pl. m. vijf uur in een vrij
sterke oplossing van overmangaanzure-kali
in water. Daarna, met zwarte was opwrij
ven. Men zorge dat het metaal niet met de
oplossing Jn aanraking komt men zette
daarom de messen recht op in een iumaak-
flesch of geglazuurd aarden pot.
Thé russe.
I
Iedereen zet op z'n eigen manier thee
en veleq verbeelden zich daardoor zelfs
dat zij het alleen op de juiste manier doen.
Het zijn de verstokten die thee bij een
ander nooit lekker vinden. Er zijn er ech
ter ook die altijd klagen over hun thee en
nu eens het eene merk "dan weer het andere
probeeren, zonder ooit tot een goed resul
taat te komen. Zij houden eigenlijk niet zoo
heel veel van thee, omdat 'ze ze niet-goed
kunnen zetten. Ziehier daarom nog een goede
wijze van thee bereiden.
Spoel eerst de trekpot met kokend water
om, doe er de thee in ongeveer een
schepje per persoon en giet daar goed
kokend water op; 5 a 7 minuten laten trek
ken. Het eerste altijd wat te slappe scheut
je in de spoelkom laten loopen en daarna
pas de kopjes driekwart vullen, nadat er
eerst een schepje suiker in gedaan is. Direct
daarna de theepot aanvullen met nieuw
kokend water.
Russische thee is zeer lekker, doch nog
weinig bekend. Men giet daarvoor meer
water op, zoodat de thee slapper wordt
dan anders. In de kopjes waarin reeds suiker
is (wat meer dan gewoon) doet men nu een
dun schijfje ongeschilde citroen en schenkt
'hierop de tnee. De gebruiker duwt onder
het roeren het citroenschijfje nog iets uit
en legt het daarna op den rand van het scho
teltje. Doorgaans wordt er voor een tweede I
kop geen nieuwe citroen gegeven.
Kastanjepuree met slagroom.
Mfen kruist 1 K. G. kastanjes en legt ze
in kokend water totdat de bast gemakke
lijk loslaat. De geschilde kastanjes kookt
men met 3/4 1 Liter melk, totdat ze geheel
zacht zijn, waarna ze door een fijne zeef
worden gehaald.
150200 gram suiker wordt nu in een
ijzeren pannetje gekookt totdat ze draderig
is, waarna ze door de puree geroerd wordt
hierdoor ontstaat een tamelijk vaste massa.
In een glazen schaal geserveerd en versierd
met slagroom is het een overheerlijk ge»
recht.
Geleicakes. Benoodigd: 14 pond bloem,
¥i pond suiker, 1/4 ons boter, 5 eieren een
theelepel bakpoeder, een weinig zout, melk,
geleiglazuur, geconfeite kersen, engeikruid
erf appelvulling.
Bereiding: Klop de boter en suiker tot
room, voeg om beurten de eieren toe, klop
deze er goed doorheen. Indien de eieren
■wat klonterig worden, voeg dan een lepel
bloem toe. Zeef de bloem, het zout en bak
poeder en roer dit luchtig door het mengsel,
als het droog wordt, voeg dan een lepel
melk toe. Doe het mengsel in twee platte
vormen, waarin tevoren met vet besmeerd
papier gelegd is. Zet ze in een matig war
men oven en laat ze ongeveer 10 minuten
bakken. Zet ze dan op een zeef om af te
koelen. Spreid, als ze kouder geworden zijn,
over een cake de appelvulling en leg de an
dere cake er boven op. Snijd ze daarna
zorgvuldig in de helft en leg om beide helf
ten de geleiglazuur en garneer met gecon.
fijte kersjes en engeikruid.
De appelvulling. Schil de appels, haal d<
klokhuizen er uit en snijd ze in schijfjes,
Kook 6 ons appelen met 54 ons suiker en
een randje citroenschil. Als het moes ge
worden is, wrijf dan de massa over een zeef,
na eerst de citroenschil eruit genomen te
hebben. Doe de puree in een pan met 1 ons
suiker en een theelepel citroensap en laat
het koken, totdat het tamelijk dik gewor
den is, roer al den tijd. Gebruik het als
het koud geworden is.
GEBAKKEN WORST.
Plakken gerookte worst kunnen ook
gebakken worden opgediend, speciaal bij de
lunch. Wasrh de worst in lauw water en
laat ze een uurtje in koud water weeken.
Droog de worst af en snijd ze in dikke
schuine schijven deze wikkelt men in wat
bloem en bakt ze met een weinig boter in
de koekenpan bruin. Leg de plakken, nadat
ze uitgedropen zijn, rondom een schaal
gebakken aardappelen, en garneer ze met,
eveneens in frituurvet gebakken, peterselie
RIJST-PUDDING.
Zet 1 y> d.L. gewasschen rijst op met
y2 L. water en de schil van 1 citroen, laat
ze zachtjes gaar koken.
Verwijder dan de schil, roer er 150 gr,
suiker en het uitgeperste citroensap van 1
groote of 2 kleine citroenen door en laat alles
in een met koud water omgespoelde vorm
koud en stijf worden.
Men kan er Vanille-saus bij geven.
BEELDSPRAAK.
De vrijage is het licht van de liefde,
zei de een poëtisch.
Zoo, zei de ander, maar dan is trouwen
de gasrekening.'
ECONOMISCH.
A: Hoe, u hebt uw vrouw zulk een duren
ring gekocht! Welk een verkwisting!
B: Toch niet, zij gebruikt nu veel minder
handschoenen.
Janssen komt 's-avonds bijzonder laat
van de soos terug en kan er maar niet in
slagen, de trap op te komen.
Een stem van boven roept: Ben jij het
Willem?
Eerlijk gezegd, weet ik het zelf niet.
Kom maar eens kijken,
BIJNA.
Zij (dochter van een politie-agent) „Ik
wou, dat je nu maar eens met mijn vader
sprak".
Hij „Ik heb hem gisteren bijra zier."
Zij „Bijna Wat bedoel je
Hij „Je vader is toch nummcr 150 Ntf
en ik zag nummer 149 gisteren lojpen."
MINNEBRIEVEN.
Twee soldaten zitten in de can tine de een
stelt ijverige pogingen in 't w?rk om een
brief aan zijn meisje te schrijven.
„Aan wien zit je zoo te pennen?" vraagt
de een.
„Aan m'n meissie is 't antwoord.
„Als je straks klaar bent, wil je dan voor
mij ook zoo'n brief schrijven?"
„Wat moet d'r in staan
„Nou, natuurlijk 't zelfde dat 's noga)
wiedes 1"
VRIENDELIJK.
Meneer Zwart pakte zijn eersteling beet,
zette hem op zijn armen en zei met vader
lijken trots „Dat is nou net het evenbeeld
van zijn vader."
Meneer Bruins keek eenige oogenblikken
naar den jongen Zwart en zei toen troostend
„Ja, je hebt gelijk, maar ik zou me er maar
niet te veel van aantrekken. Als-t-ie maar
gezond is hè
Vrij naar het Engelsch.
II
„Vertelde ik je dat nog niet? Gisteren,
toen ik hem zoo dringend verzocht, mij niet
naar huis te brengen, zeide hij, dat, als ik
besloten was, te blijven, hij voor een dag
of wat zou weg gaan en een kijkje nemen
te Blunt Mountain. Er is daar een nieuwe
goudader ontdekt en daarover heerscht
eenige opwinding."
„Hij wilde weg gaan en je verlaten op
dit oogenblik?" vroeg Barrett.
Voor een oogenblik werden de donkere
oogen tegenover hem omlaag geslagen.
„Ik mag het jou wel vertellen, lieve Jim-
mie, jou alleen. Vader heeft je altijd een
een fat genoemd. Dat was zijn algemeene
benaming voor een man, die veel zorg heeft
voor zijn haar, zijn kleeren en zijn nagels.
Hij zei, dat er geen rood bloed in je was;
dat had geen enkele klerk; het feit, dat
een klerk is een klerk, toonde dat aan
anders zou hij geen klerk zijn. Ik heb ge
tracht hem te overtuigen, dat 'n kassier aan
'n groote, solide bankinstelling, niet precies
'n klerk is, maar 't helpt niet. En vóór hij
weg ging, zeide hij hij, dat ik wel met den
hein naér huis kon gaan, als ik vermoeid
werd van het wachten op hem."
Barrett knikte. „Dat is niet alles," zei hij.
„Ga verder en vertel de rest."
„Dat zal ik ook omdat er toch niets
aan te doen is. Vader zei, toen de telegram
men van de Bank inkwamen, terstond, dat
ik nog gelukkig er tusschen uit gesprongen
was."
„Groote hemel! Hij denkt dat ik jou zou
opgegeven hebben voor een onbeteekenende
tweehonderdduizend dollars?"
„Hij zegt hij zegt, dat iedere man zijn
geld neemt, en.
„En dat ik het mijne gevonden en geno
men had, veronderstel ik. Wel, ik' kan niet
bewijzen, dat ik het niet deed, maar ik
kwam juist hier om te trachten, dat te doen.
Ik veronderstel, dat ik naar de gasten van
het hotel moet gaan en hun moet vertellen,
dat ik gelogen heb, toen ik mij in het re
gister liet inschrijven; dat mijn naam is Ja
mes Baxter Btirrett de man, dien zij zoe-'
ken."
„Jimmie! Zeg niet zulke dingen! Haast je
en beëindig je ontbijt, opdat we samen heen
kunnen gaan en met elkander praten Zie
je dan niet, dat ik brand van nieuwsgierig
heid, om te weten, wat je de laatste vier
dagen is overkomen? Je moet er aan den
ken, dat ik nog niets weet, behalve dat je
hier bent."
„Ik ben reeds klaafc Ik was niet half zoo
hongerig, als ik dacht. Ga jij eerst. Als er
soms een detective in de voorzaal op mij
wacht, wordt je er ten minste niet in ge
mengd."
„We gaan samen," gaf zij kort ten ant
woord. En zoo stonden zij samen op van het
tafeltje in de nis en verlieten de ontbijtzaal
ZESDE HOOFDSTUK.
Wanneer harten één zijn.
Wederom liep Barrett spitsroede door de
openbare voorzaal, doch. thans met Delia
naast hem. Hotel „Intermountain" was zeer
modern ingericht en de ontvangkamers, wel
ke op dit vroege uur nog geheel verlaten wa
ren lagen gelijkvloers. Zij kozen den verst
verwijderden hoek uit en Barrett schoof 'n
armstoel bij voor zijn metgezellin en een
voor hemzelf; maar de jonge vrouw plaatste
dezen zoo, dat zij 't gezicht op de deur had
en Barrett er met zijn rug naar toe zat.
„En nu," beval zij, „begin bij het begin en
sla niet het minste en geringste overt" en
Barrett deed het, beginnende met zijn ge
sprek met president Hawley, waarin hem
de verantwoordelijkheid was medegedeeld,
welke op hem geladen werd, tot op het
oogenblik van wederzijdschen schrik en her
kenning in de ontbijtzaal van het hotel.
„Jij arme, arme lieveling," fluisterde zij,
toen hij had geëindigd. „Te denken, dat jij
opgesloten bent geworden in die berghut en
je handen bezeerde, terwijl je trachtte, een
weg naar buiten te snijden."
Dat was niets, vergeleken bij den tocht.
dwars door de woestijn, zonder water," ant
woordde hij, gestreeld door deze voor hem
zoo zoete sympathiebetuiging. „Denk je
denk je niet, dat de weg, welken ik uit
sneed, gekleurd was door rood bloed, Del-
la? Ik hoop, dat je het gelooft, dat je er van
overtuigd ben. Ik denk, dat, als je vader
me toen gezien had...."
Zij ging deze beschuldiging ietwat luchtig
voorbij.
„Vader kent je niet, dat is alles, lieve Jim-
rie. Je hebt rood bloed genoeg voor mij. Ik
meen, dat je je prachtig gehouden heb daar-
ginds. Maar dat moeten we nu laten* rusten,
j Het geld moet terug gevonden worden."
j „Dat heb ik Mij zelf ook reeds gezegd
en daarom ben ik uit de hut gebroken en
heb dien verren tocht door de woestijn on
dernomen. En het scheen toen, alsof alles
zoo eenvoudig mogelijk zou kunnen gaan.
.Maar nu.
Zij stak haar hand uit om hem te doen
zwijgen. „Denk niet aan dat „maar nu" Het
kan mogelijk zijn. Denk nu weer alsjeblieft
aan dat voorval in den restauratiewagen,
toen je de zwarte koffie dronk. Je zeide,
dat er met jou een man aan tafel zat, op
wien je lette, omdat hij Cheddar kaas bij
zijn pastei bestelde. Ben je er zeker van,
dat hij geen kans kreeg, iets in je koffie te
doen, nadat de kellner deze gebracht had
en je niet keek?"
Barrett schudde het hoofd.
„Natuurlijk kan ik er niet geheel zeker
van zijn, omdat ik n;°t de minste achter
docht tegen hem had. De man had tijdens
het geheele diner geen aandacht aan mij ge
schonken en ik keek nauwelijks naar hem.
Al dien tijd dacht ik alleen aan het hand
koffertje onder de tafel, tusschen mijn voe
ten."
„Zou je den man herkennen, als je hem
weer zag?"
„Ik ben bang, dat zelfs dat twijfelach
tig is. Hij had een afdeeling in den slaap
wagen van den Denver-Ogden-trein tegen
over de mijne en ik veronderstel, dat ik
hem later op den dag meer gezien zou heb
ben. Maar ik lette niet bijzonder op hem;
alleen heb ik opgemerkt, dat hij groot was
en nog al dik en dat hij wel wat leek op de
caricaturen van welgedane renteniertjes,"
zooals je wel in blijspelen ziet."
„Deelde hij met jou denzelfden slaapwa
gen vanaf Denver?"
„Ook dat. kan ik niet met zekerheid zeg
gen, maar. ik denk het wel."
„Ik moet aannemen, dat hij de man was,
of ten minste één van hen," zei zij eens
klaps beslist. „Denk eens na: toen je het
bewustzijn verloor, was hij natuurlijk de
eerste, die dat bemerkte, nietwaar? Hij zat
toch recht tegenover je aan tafel?"
„Wel, dat zou ik denken."
De jonge vrouw legde een vinger tegen
haar lip, en de donkere oogen keken pein
zend.
„Ik ben benieuwd, of iemand er aan ge
dacht heeft, het personeel van den restau
ratiewagen te ondervragen de conducteur
en de kellners," zeide zij.
„Ik kan er slechts naar gissen. Je kunt
we! denken, dat ieder lid van het treinper
soneel ondervraagd en her-ondervraagd zal
zijn, lang voor vandaag."
„Ja, maar zij kunnen den restauratiewagen
vergeten hebben. Verlaat het personeel niet
dikwijls den wagen, als de maaltijden op
gediend zijn?"
„Dat gebeurt wel in sommige treinen. La
ten we trachten uit te vinden, wat er in
m ij n restauratiewagen gebeurde."
„J ij kunt dat niet uitzoeken," was het
vlugge antwoord. „Jij moet je aan niemand
en nergens laten zien. Dat werk zal i k
doen."
„Jij?"
„Ja, ik. Ik ken enkele leden van het
spoorwegpersoneel hier; den opzichter en
diens vrouw en dochter. Ik ben eens met
hen op de hertenjacht geweest. Jij blijft hier
en buiten schot en ik trek er op uit en on
derzoek dat" zaakje, betreffende dien res
tauratiewagen."
Barrett protesteerde echter direct en zijn
protest was zóó klemmend, als het maai
van een flink man kan zijn.
„Ik kan niet toelaten, dat jij je hiermede
gaat bemoeien om me te helpen, en ik wil
het ook niet," merkte hij op. Maar zij lacb
te hem uit.
vWordt vervolgd.J