MZE DJGD "eerke en Elsje b(j de mieren WYBIHT TT AMSTERDAMSCHE KOUT. ¥@©r Uw sisscss Aan oase Lexers i NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Vierde Blad Zaterdag 31 Januari 1925 OSCAR SMIT'S 8ANK KRUISSTR. 9, TEL. 14308 INGEZONDEN. Ingezonden mededeelingen a 60 cents per regel. VFasia-mw UIT DEN OMTREK. OVERVEEN. BEVERWIJK. BENNEBROEK. HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE. VELSEN. ÏJMUIDEN Spoort al Uw kennissen aan hus vraag- en aanbod- advertenties te plaatsen in onze eigen Nieuwe Haarlemscke Courant VELSEROORD. Gods gaven, De zon in de lucht en de wolken aan 't Frederik de Groote en de schoolkinderen (Flieg. Blatt.J Half een. Tien min. voor half 3. Ruim kwart over vijven Geef me een zoen. Legspel met dominosteenen UIT DE MOPPENTROMMEL Oplossingen van de legraadsels uit de vorige rubriek. Eenige maanden geleden werd Amsterdam f kwijtgescholden, omdat de tijdsomstandig- in opschudding gebracht door de debacle heden voor de belastingschuldigen danig van het Bureau voor Belasting-inning, dat waren veranderd, terwijl anderen werd toe- als het goed was gezien, nu eens wer- Keüjk in een lang gevoelde behoefte had voorzien en dat door handige reclame niet alleen op schitterende wijze de aandacht op zich had gevestigd, maar ook den indruk had gemaakt, dat de leiding berustte bij een bekwaam en handig zakenman Errare humanum est. Sinds eenige uren het is nu Donderdagavond terwijl ik deze causerie voor de lezers van dit blad schrijf, weten we, dat de heer Repko, de gewezen en nu gedetineerde directeur, geen tweede editie Broekhuys, maar een dood gewoon mannetje was, die meer uit onwe tendheid, dan uit slechtheid van karakter zondigde. Een zielkundig raadsel: feitelijk een dood-gewoon werkman, vroeger tim mermansbaas bij de Kon. Holl. Lloyd, dan brandwacht en ten slotte opzichter bij P. W op een salaris, waar menig intellectueel naar zou watertanden Een man, die ontegenzeg gelijk goede en oorspronkelijke ideeën had, over méér welbespraaktheid beschikt dan menig jong advocaat, doch op administratief gebied bijna imbeciel is, zich geen reken schap geeft van de gevolgen van een daad, geen kwaad ziet in handelingen die ontegen- zeggenlijk een groot kwaad vormen, die ni :t rekenen kan en bezield is met een onver woestbaar optimisme. Een man die over tuigd is, dat alles nog wel goed dus niet mis zal loopen. Een man tenslotte, die vele slachtoffers heeft gemaakt, doch die zelf het grootste slachtoffer is geworden, zonder zelrs ooit op buitengewone en ongeoorloofde wijze ten koste van anderen een royaal leventje te hebben geleid. Want toen de heer Repko zijn bureau begon, stond hij op wachtgeld als opz. P. W. en dat wachtgeld hield op op 't moment, dat hij zijn eigen zaak begon. Naast den in orginie uitmunten den opzet, ir kte hij i ij zijn berekeningen grove fouten. Hij stelde zich en dat was in juridischen zin zijn cardinale fout voor dat zijn onderneming een gewone handels zaak was, dat hij dus vrij mocht beschik ken over alle gelden die inkwamen, terwijl hij om zoo te zeggen alleen civiel-rechter- lijk verantwoordelijk was tegenover hen, die zijn zaak voedden. Misschien heeft hij heelemaal niet zoo ver nagedacht, maar in de praktijk heeft hij gehandeld alsof. Terwijl hij inderdaad slechts mocht beschikken over de kleine contributie, die blijkens accoun tantsverklaring onvoldoende was om de administratie- en exploitatiekosten te dek ken, gooide hij èn contributie èn de gel den, die hij naar den ontvanger moest bren gen, in één kas, aaruit hij zich zelf e-in zeker niet overdreven hoog salaris toe kende, een 1300 aan particuliere schulden maakte en diverse uitgaven deed, naar hij meende ten bate van zijn zaak. Da kwam er nog iets bij Zooals ik reeds bij de arres tatie uiteenzette, heeft bij de Amstcrdam- sche belastinen jaren lang een groote achterstand bestaan, die verleden jaar in een minimum van tijd werd ingehaald. In zoo- gestaan in termijnen te betalen. Voor het kantoor van den heer Repko had de ont vanger deze faciliteiten niet en dit heeft de val van deze onderneming natuurlijk verhaast, 't Spreekt van zelf, dat mr. Schor- lesheim, de talentvolle verdediger, ook op deze bijzonderheid den nadruk vestigde. Het is een merkwaardig geval. Feitelijk hoorde men van geen der getuigen een woord kwaad over beklaagde. Mr. Schor- lesheim, die in zijnmet gloed en enthou siasme uitgesproken rede, dit alles memo reerde, noemde het dan ook een sympathieke zaak. Een assistent-accountant, die de boek houding had moeten opbouwen, doch er geen kans toe had gezien, kreeg van den verdediger een veeg uit de pan, omdat hij er niet op aangedrongen had, dat bekwa mere krachten werden gerequireerd. Een in specteur van politie verklaarde zelfs, dat 't bij R. thuis (in de Van Ostadestraat] goed burgerlijk, doch volstrekt niet weelderig uitzag, dat ook hij den indruk had ge kregen, dat R. niet opzettelijk fraude had willen plegen Die indruk zal wel bijna ieder nu hebben. R. wist gewoonlijk zelf niet hoe zijn zaken stonden. Op dien grond, nl. het niet opzettelijke, vroeg de verdedi ger dan ook vrijspraak. Er. is een bedrag van 45000.verdwe nen. Waar het gebleven is, is moeilijk uit te maken, zoo verklaarde zelfs de subst,- officier, mr. van Heijnsbergen. Voor het grootste deel zijn die gelden „culploos" ver duisterd en daar schuld-verduistering niet strafbaar is, vroeg hij hiervoor vrijspraak, Maar hij eischte straf voor zijn salaris- betalen aan zich zelf, voor het betalen van zijn dure schulden en zijn rekening van den notaris en eischte daarvoor een gevangenis straf voor df tijd van twee jaar en vier maanden. Met den beklaagde zal ieder, na het hartroerend pleidooi van mr. Schorlesheim, zeker diep medelijden gevoelen. Alles is hij kwijt, zijn geld, zijn goed, zijn wacht geld offerde hij zelfs op voor de onder neming, waarin hij zooveel toekomst zag, en onmiddellijk na zijn arrestatie werd hij failliet verklaard, zijn eer en goeden naam. En toch zM hij op geen vrijspraak kunnen rekenen, zal het voor mr. S. al een triumf en voor R. een geluk zijn als de harde eisch tot veel matiger proporties wordt terug gebracht. 't Zal vele lezers van dit blad, aan wie de Zandvoo.tsche restaurateur P. niet on bekend zal zijn, zeker wel interesseeren, dat mijn voospelling van voor 14 dagen volkomen in vervulling is gegaan. In mijn A. K. van 17 Januari, noemde ik als hoofdschuldige van 't auto-ongeluk op de Stadhouderskade, waarvoor de heer P. terechtstond en naar aanleiding waarvan twee maanden gevan genisstraf werd geëischt.... de gemeente verre, dat verschillende bedragen werden Amsterdam. De Rechtbank heeft hem in een vonnis van nog geen drie regels schrift, vrijgesproken. Verdediger was mr. De Vrieze Een bekend Amsterdammer, de heer Léon Boedels, die al beroemd zou wezen, omdat nog nooit iemand hem zonder „hoo- gen dop" heeft gezien (men zegt, dat hij dezen ook niet aflegt, wanneer hij zich ter ruste begeeft) heeft onder groote belang stelling zijn veertigjarig jubileum gevierd. Al jaren is hij de bescheiden en bekwame werken achter de coulissen. Flora's regisseur, die zooveel schitterend klikwerk op deze kleine „Bühne" mogelijk heeft .gemaakt. Doch de ouderen zien hem in hun herinne ring nog als de oubollige completzanger uit de „Vereeniging" en Linden en in de eerste jaren ook nog in „Flora". Onder de velen, die kwamen gelukwenschen was ook Nap de la Mar, die van de overzijde, het Grand Theatre, even kwam overwippen. De heer de la Mar verwacht ook 'n jubileum in de naaste toekomst, al is 't dan maar ,,'n dertigjarig". En daar door schrijver dezes en later door anderen wel eens de opmerking is gemaakt, dat 't toch eigenlijk jammer is, dat 'n ras-artist als hij zich te buiten gaat om tooneel-excentriciteiten (om 't maar eens welwillend uit te drukken), wahrmee alleen een zeer onbeschaafd publiek zich kan vermaken (dat nu eenmaal iets onvoor- deelig is), voerde hij „dr. Sieglitz" op, aan gekondigd als comedie, Dat de heer d. M. comedie kan spelen, wisten we al lang. Maar een deel van 't publiek kiikt toch vreemd, wil lachen om Nap, ook als hij werkel-"k tragisch is. 't Is dan ook een werkelijk mooie creatie en 't is jammer, dat 't tegen spel van Hock in 't laatste bedrijf te mat is. Naar wij vernemen moet de heer de la Mar het zoo gewild hebben. De vertaling is erbarmelijk; zoo wordt er minachtend ge sproken ove een „commissionair". Daar mee wordt bedoeld niet een commissionair in effecten, ook geen commissionair in de beteekenis van besteller, doch nota bene. een pkooner of uitdrager. Het Duitsch is wel „wonderschoon overgezet." H. HENNING Jr. VAN DEN WIND Z'N LIED. Over 't schaduw-stille bosch, de gouden korenlanden, de paarsche heiden, met haar toover- geur' ge thijm haar streuvelkruid over de wijde zee, de geluid-gouden duinen de stranden, die omzinderd lagen van 't wonnig-zoele zomerbranden, zong een zomerwind dit liedje luid:.... Ken je het kind van de schampere stad (met die nare straten en al die huizen)? 't Heeft toch zoo weinig vreugde gehad 4n, Moeder Gods! wat 'n tallooze kruisen! j is een ^welluidende stem van groot be lang. Gebruikt daar om vóór het zingen en spreken de vcr- frisschende Groote doozen 65 Ct }(ninMiiiiiiiiniiiii';!iniiiimin;niiftiiii">i!ii'<i|ni!iii'TmH;uift?M(')'iHi>HHfHH»p3rTi Je kent het toch wel met z'n bleeke gezicht, waar zoo zelden een lach op bloeit? Went je wel hoe 't door 't koude licht Zoetjes en zeker naar 't graf toegroeit? O, als ie wilt. dan kun je het geven een blijder leven, een zonnige lach! Breng het naar 't bosch, naar de zee en haar stranden, Hoezee! en de zon schijnt over de landen 'k Waai voort en gedag! Ik heb bem ontmoet op mijn weg, dien wind en luisterde 't lied toen af; Nu gaan we gezaarolrk dat arme Idnd ontrooven aan 't grage graf! H. A. R.-K, Volksbond. Donderdagavond had in de St Aloysiusschool een algemeene le denvergadering, welke ondanks de belang rijke agenda vermoedelijk door het slechte weer zeer matig was bezet, plaats. Ook het bestuur was niet volledig, o.a. waren de voorzitter en vice-voorzitter wegens ziekte verhinderd De heer Jansen Hendriks leidde de verga dering, opende met gebed en memoreerde het overlijden van den Geestelijk Advi seur. waarna een kort gebed voor diens zielerust werd gestort. De notulen werden onveranderd goedge keurd, waarna de Secretaris een uitgebreid Jaarverslag gaf van de werkzaamheden van het bestuur en onder-afdeelingen. Voor het De Voorzitter verzocht een commissie voor de propaganda voor Her wonnen Levens kracht bij voorkeur uit de leden, aangezien het bestuur overladen is met werkzaamhe den. De bedoeling hiervan is, om de toege zegde subsidie van de gemeenten Overveen en Vogelenzang zoo nuttig mogelijk te be steden, door uitzenden van' kinderen, of ver strekken van levensmiddelen. Voor de bloemendagen werd ook assisten tie gevraagd en op voorstel van den heer Kooiman werden deze punten tot een vol gende vergadering aangehouden. Het jaarfeest za! plaats hebben op 18 Fe bruari a,s„ .waarvoor de leden vroegtijdig hun kaarten zullen ontvangen Programma's zul len aan de zaal verkrijgbaar zijn. Voor dien avond zullen tooneel- en muziekvereenigin- gen hun medeweerking verleeflen Het encycliek feest, dat vermoedelijk op Hemelvaartsdag gehouden al worden, zal met de afdeeling Haarlem en Tusterafdeeüngen gezamenlijk plaats hebben. Bij de rondvraag werd op voorstel van een der leden besloten, om 10 uit de bondskas bij te dragen in de kosten van een gedenk steen op het graf van wijlen dei ZeerEerw. heer Pastoor, als adviseur van de afdeeling Overveen Hierna sluiting met gebed. Donderdag 29 Januari werd de eerste vei ling in 1925 van gladiolen gehouden in de hal van de veiling Kennemerland. De be langstelling was zeer groot en onder de koopers bemerkten wij exporteurs van naam uit de Bollenstreek en uit dezen om trek De prüzen waren goed en er was flinke kooplust. Op de veiling toch kwamen niet minder dan 325 nummers onder den harrer. die. behoudens kleine partijen die werden opgehouden, allen voor geanimeerde prij zen werden verkocht. Aangespoord door deze eerste goedgeslaagde veiling heeft het bestuur dan ook óemcend. de tweede vei ling die aanvankelijk over 14 dagen zou ge houden worden, met het oog op de gedane toezp.rfgVg van principalen, nu reeds a.s. Donderdag 5 Februari te doen plaats heb ben .Voor deze veiling staan reeds 2 a 300 manden gereed. Van de geveilde soorten nofeeren wij: Ola.ckolen 12 en op: Red Emperor 3.40; Sr^waben 2.50: Pink perfection 2.q9; CH'n. 2.30- Hallev 1.90: White Giant 1.80; Will- brink 1.80- baron Hulot 2.40: Prince of Wa les 1.80; War 2.50; Foch 1.35: America 1.60; Red. Canna 1.60- Prim. Souvenir 2.00; Gladiolen 10 op. Odin 1.10: I'Immacule 1 30; Procerpine 85; Pnm. Maidenblush 1. werk, dat hier aan was besteed, is het te - betreuren, dat bij het uitbrengen van het; Pink perfec'ion 1.60; Empress ci India L—-; verslag zoo weinig leden aanwezig waren. Prince of Wales 90; White Giant 1. Red verslag zco weinig leden aanwezig waren. Een dankbaar applaus was blijkbaar bij en kele leden niet voldoende, waarom dan ook verzocht werd. het uitbrengen van het ver slag hij een volgende vergadering weer op de agenda te plaatsen. Ook de penningm gaf 't jaarverslag over zijn gehouden beheer, waarbij bleek, dat de Landdag voor den Volksbond een schade post was geweest. Voor uitgaven was er 1359.95 noodig ge weest, terwijl aan inkomsten was ontvan gen 1461.58, zoodat met het saldo van vorige jaren thans in kas is de somma van 1123.23. De controle commissie werd dank gebracht en voor het jaar 1925 werden be noemd de heeren Warmerdam en van den Aardweg. Canna 85; Panama 95; Gladiolen 810: American 55; Odin 55; White Giant 4—10 60; Baron Hulot 40; Red Canna 40; van diverse sorteeringen, 68; 410 etc. werden veel grootere getallen verhandeld tegen goede prij-zen. R. K. Tmndersverceniging „Kennemer land". Prijsnotecring van 30 Jan. Sprui ten 18—26; Witlof 1428; Uien 1013; Appelen 1432; Peeren 612; Gele Kool 37; Roode Kool van 68; Groene Kool 25; Rabarber 1940; Wortelen 23; Prei 1020; Selderi 69; Pieterselie 35; Knol- i selderie 817; Boerekool 2560; Aard- j appelen 79; Bieten 23; Schorsenicren 1522; Koolrapen 3. Burg. Stand. Ondertrouwd. A. Verstralen en C, H. v. d. Lans. Geboren; Dochter van N. KokDudin£ Burgerlijke Stand. Geboren Adriaan, z. v. C. Z. de Rooij en J. H. Schepers; Hen drik en Arie, zoons van J. J. Pols en A. Klomp; Leendert, z van W. H. van Nieuwen- Huijzen en G. J van Borselen; Gerard, z. van J. G. Pctt en C. M. A. Haks Ondertrouwd: A. N. J. van Steijn, 29 en E. van der Helm, 34 j.; G. J. Poel geest, 30 j„ en G. van Warmerdam, 32 j. Overleden; C. Schippers, 21 jaar, vr„ ge» huwd met J. J. L, van Valen. Gevonden voorwerpen, te bevragen aan het politiebureau Wijkeroog: een portemou» naie met inhoud, een R.-K. Kerkboekje* Kwajongenswerk. Deze week vermiste de firma Geels en Klein een handwagentje, dat voor haar winkel aan de Wilhelminakade stond. De politie wist het weer terecht te brengen Het bleek kwajongenswerk te zijn. Gevonden voorwerpen. Een zakmes, een grijze mantelceintuur; een medaillon met twee foto's; een blauwe mantelceintuur; een moer van een auto, een doublé vulpotlood; een bruine gebreide handschoen; een schrift; een nummerstempel. Gevonden voorwerpen, Een kinder- handschoentje; een armband; een hondje; een bruine portemonnaie, inhoudende Duit- sche marken. Veel muziek. Wij kunnen hier noga! eens genieten van straatmuziek. Gistermor* gen hadden we binnen 't kwartier onder on ze ramen een groot draaiorgel en een corps Duitsche muzikanten. Damwedstrijd. De laatste wedstrijd avond bracht verschillende verrassingen. In de eerste groep wist C. Post een fraaie over winning te behalen op Rietdijk. In groep II won J. Mertens van den sterk spelenden heer Visser, nadat hij geruimen tijd achter was en in groep III wist J, v. d. Berg te winnen van W. Poest, die nog geen enkele partij verloren had. De uitslag is als volgt". Griep L: Versteegv. d. Bos 11; PoestRietdijk 20; Groep II: VisserMprtens 02; Ruiter— Neunenhuis 11; B. v. d. KolkPut 20; SteenwegerBartels 02. Groep III: J, v. d. BergW. Post 20| J. BohmW. v. d. Berg 02. Ms hoog schijnt de zon met haar blakeren den brand, Dan jubelt het zaad in de voren. Straks golft in de koelte van 't rustige land De zee van het goud-gele koren. Wanneer uit den hemel de klett'rende val Van regen op aard' komt gezegen, Dan fleuren de planten, herademt het al, Dan wordt het weer frisch langs de wegen. zwerk 't Zijn alle Gods heerlijke gaven. Zoo groeit en zoo bloeit er Zijn wonder lijk werk, Zoo zendt hij zijn vloed om te laven. Wanneer wij Hem dienen met eerlijk gemoed, Dan schittert Zijn zon in ons leven. En kwelt ons het lijden met blak'renden gloed, God zal Zijn vertroosting ons geven! In de laatste jaren van zijn leven kwam Frederik de Groote slechts zeer zelden meer 'n Berlijn. Sans-Souci bleef zijn lievelings- verblijf. Het was voor de Berlijners dan ook cen waar feest, wanneer de koning hun goede stad weer eens binnenreed Dan ver schenen de eerzame burgers voor Hun deu ren en namen eerbiedig de mutsen af. lederen groet vriendelijk beantwoordend, 'eed de koning, omgeven Van een schaar ju belende kinderen en nieuwsgierige men- Schen, naar zijn slot Wanneer de koning uit reed, gedroegen de kinderen,, welke» al schreeuwend en jubelend paard en ruiter omgaven, zich niet altijd precies zooals het behoorde. Nu eens veegden zij met hun zak doeken de stof van Frederiks hooge rijlaar- ren af, of wierpen hun mutsen in de hoogte, Welke dan niet zelden op den koning terecht kwamen Gewoonlijk verdroeg Frederik deze frat sen steeds met groote kalmte, en hief alleen dan maar zijn krukje dreigend in de hoogte, Wanneer de jongens zijn paard plaagden en Schuw maakten Op zekeren dag toen het waarlijk wat al 'e erg werd,, hief hij zijn stok op en riep: '.'Wilt ge dat wel eens laten, ondeugende longens, en een, twee, drie naar school gaan." Daar kwam de koning echter slecht van af. „O," riep een der belhamels, „die wil koning zijn en weet niet ens, dat er Woens dagsmiddags geen school is!" Dat dit gebeurde voelden ze aan het jeuken de gekrivel op hun handen, langs hun kou sen, ten laatste in hun nek en op hun gezicht jes. Peerke waagde hei voorzichtig even naar Elsje te zien. Hij schrok ervan. Was dat Els Haar figuurtje was ondergegaan in een schild, een korst van roode mierenruggen. Overal was glinstering, kleurenspel en beweging. Zelfs haar gezichtje was met mieren bedekt. Waar eerst haar schrandere oogjes blonken waren nu uitwassen van opgehoopte mieren. Een mier drong door tot aan Peerke's oog leden. Hij sloot sne' zijn vrooJiike kijkers. Wat moest daarvan komen Hef bevreemd de Peerke dat hij niet huilen kon had hij dat kunnen doen dan zou er allicht hulp zijn gekomen. Men had de mieren we' niet weg kunnen jagen maar er was toch altijd wel iets aan te doen geweest Een brandende pijp bijvoorbeeld. Ja. dan zouden Elsje en hij spoedig bevrijd zijn geweest van de kleine kwelgeesten die van hen hadden bezit ge nomen. Het werd nog vreemder. De kleine, bijna niets wegende miertjes begonnen een on dragelijke last te worden. Peerke had moeite om zijn knietjes strak te houden en niet te wan kelen. De mieren werden zwaarder en zwaar- der. Nu kon hij ze niet meer houden. Peerke liet de spanning varen waarin hij zijn knieën had gedwongen en dacht dat hij nu ineen zou zakken. Maar dat gebeurde niet. De mieren die om zijn beentjes krioelden maakten het zijn knieën onmogelijk door te buigen. Hij had graag nog eens naar Elsje gezien. Hij kon dat echter niet omdat de mieren ook zijn oogléden gevangen hielden. Er moes ten claarop net zulke uitwassen zitten als hij bij Elsje had gezien. De drukking werd onhoudbaar. Het leek wel of hij even zooveel zware denneboomen, droeg als er mieren op zijn hoofd en schou ders zaten. Zou dat dan nooit ophouden Kon hij tenminste maar zien wat er gebeurde. Peerke werd warm, gloeiend hij hoopte dat hij zou zoo gaan zweeten dat de mieren vluchten moesten om niet te verdrinken. Voor loopig echter scheen ook daar niets van te komen De last die zijn oogwimpers dicht drukte werd minder lichter, verdween. Voorzichtig durfde Peerke zijn oogen opslaan. Hij wan kelde en zou zeker gevallen zijn wanneer de mieren hem niet hadden ondersteund. Wat was er gebeurd Peerke stond voor een hoogen berg. Hij kon den top maar nauwelijks zien. Overal in het rond stonden geweldig dikke palen die, ontzettend hoog, ergens in de lucht verdwe nen De grond was bedekt met een warboel van dikke, droge takken, boomen bijna. Maar waar was hij toch Toen schrok Peerke geweldig. Het kreupel^ bosch op den grond was.... dennenaalden. De hooge dikke palen waren gewone boomen. De berg was de mierenhoop Elsje- stond naast haar speelkameraadje. Ook zij had den zwaren mierenlast te torsen gehad en ook zij zaag naar het vreemde om haar heen. Peerke en Els snikten beide. HET ONDERSCHEID. n k Wuu want anders waren zij te sterk geweest om hen voor uw rechterstoel te brengen. Zij hebben onze trotsche woning onteerd en ons onze eieren ontroofd. Ik klaag hen aan en ver wacht van u dat u ze voor hun schelmstukken een rechtvaardige straf zult weten te geven." (Wordt vervolgd.) Oom: „Ahaha, die neef.... weet' jij nou en een wollen deken. Neef:....? Oom: „As je 'f nie weet, jong, ga 'r dan het verschil tu9schen een electrische tram maar 'ns lader liggen!" door JOH v d. HOEK. (Vervolg.) De mieren bewogen zich naar de voeten beide schenders van haar vredige rust. Ue driehoek werd a! nauwer en nauwer De ?®rst; mieren hadden reeds de klompjes der "S'.de dreumesen bereikt. Door de in hun °°gen zeker zeer froote hourblokken heten Zich me' afschrikken De mierenzwerm opdringen en de eerste roode bosch- ,r>ieren klommen over Pcerk'-en-Els klom- Ten naar de kousen die de beentjes der dreu mesen omspanden. Peerk'-en-Els sloten hun oogen Ze kon- e.n niet zien naar het schouwspel hoe de mieren von hun kleine lijfjes bezit namen. Kwart voor zes. Dag Fik. Onder de zwaarte der mieren waren ze ineengedrukt en nu niet grooter dan.... een dennenaal <4, Bij hen vergeleken waren de mieren even groot als een normale hond. Ze staarden elkaar aan. Uiterlijk was er niets aan hen veranderd. Het manchester broekje van Peerke was evenals het jurkje van Elsje meegekrompen en paste als te vo ren. Hun klompjes waren niet grooter als rijstkorrels. Peerke opende zijn mond. Hij probeerde of hij nu spreken kon. Het ging. „Elsje zeide hij. „Wat is er, Peer Toen klonk er een zware stem, ergens uit de lucht „Zwijg 1" Peerk'-en-Els gehoor zaamden bevend. Peerke durfde nog schuw rondzien naar dengene wien deze geweldige stem toebe hoorde. En hij zag den eigenaar van het or gaan. Het was een kabouter die nu veel groo ter was dan hij en boven op den mierenhoop stond. Het aardmannetje droeg een bruin pak, roöde laarsjes, een rood mutsje en een blauw omslagmanteltje. Hij Zag zeer streng naar de beide dreumesen die hun oogen voor hen neersloegen Peerk'-en-Èls zagen talrijke donkere ope ningen. holen, in den mierenhoop. Het waren de ingangen die ze, toen ze nog gewone kinderen waren, nooit hadden kunnen zien'. Uit een der holen kwamen vier kabouters. Ze gingen achter en naast Peerk'-en-Els staan en begonnen hen zonder een woord vooruit te duwen. Bang voor het vreemde dat hen wachtte weerstonden de kleinen niet. Ze begrepen dat ze naar het ho! werden ge duwd waaruit de kabouters waren te voor schijn gekomen Ze gingen binnen. Eerst konden ze niets zien omdat hun oogen nog te veel gewend waren aan het zonlicht. Lang zaam aan echter werd het beter en in het flauwe licht dat werd verspreid door eenige limwormpjes die langs de wanden der gang :ropen, zagen ze dat de gang meer naar om laag glooide. Wel vijf of zes van die gangen doorliepen ze. Ze daalden steeds verder af. Peerk'- en -Els zagen elkaar aan. In beider oogen lag de onuitgesproken vraag Wat moet daarvan komen V Aan het einde van de grootste gang die ze hadden doorloopen, stonden twee kabouters die hun den weg versperden. Eerst toen de kabouters die hen voortduwden een teeken hadden gegeven werden twee klapdeuren die kunstig uit kastanjebladeren waren samen gesteld, geopend en Peerk'- en- Els kwa men in een vierkant vertrekje een soort wachtkamer Hier moesten ze eemgen tijd wachten. Weer werden er twee klapdeuren geopend en Peerk'- en- Els kwamen in een grootere ruimte die wel zaal kan worden genoemd. De wanden en het plafond waren dicht met glimwormpjes bezet die een zacht licht neerstraaklen. Aan het einde van de zaal was een troontje opgericht waarop een klein man netje zat met een sneeuwwitten baard, een gouden kroontje op het hoofd en gekleed in fluweel en zijde. Het was de kabouterkoning. Peerk'enEls moesten op hun knieën gaan liggen voor 's konings troon en ofschoon Ze hun oogen nauwelijks durfden opslaan, Zagen ze toch dat de koning hen heel streng aankeek, dat een mieren koningin in de zaal was en dat talrijke kabouters hen bewaakten. De koning gaf een teeken met een gouden sccptertje dat hij tot nu toe onder zijn kleeren verborgen had gehouden. Een kabouter die naast hem lag geknield, stond op. Deze was bijna even kostbaar gekleed als de koning zelf. Met plechtige stem begon hij „Ziehier, o koning, voor u Peerke Richters en Elsje Gevaarts. Zij werden door de mieren gevangen genomen en voor uw rechterstoel gebracht op grond dat zij de woning der mie ren hebben verwoest en haar eieren geroofd „Wie is de aanklager?" vroeg de koning. „De koningin aller mieren „Laat haar binnenkomen." De klapdeuren gingen open en vergezeld van haar hofstoet die geheel uit mieren be stond, kwam de koningin in de zaal. Ze bracht hulde aan den koning en na:n plaats op een gouden zeteltje voor den troon Ze klaagde Peerke'- en- Els aan „Zie mij hier, o koning, u vragende om recht voor het leed dat mijn onderdanen en mij werd aangedaan door deze twee men- schenkinderen, Peerke Richters en Elsje Gevaarts. Voorloopig heb 'ik zelve hen ge straft door hun deze kleine gestalte te geven Hier heb ik een legkunstje met domino» steenen. We gebruiken daartoe alle 28 steenen van 't dominospel. Ik heb ze hier in mijn teekening even voor je gelegd en ze vormen samen een mooi vierkant. Sommige steenen liggen echter omgekeerd of tafel voor me. De steenen met de oogen naar boven moet ge ook precies zoo leggen en daarna de ande re eens ern naast plaatsen, maar wel zó-, dat 't aantal oogen in alle richtingen, langs dc horizontale, verticale en diagonale lijnen steeds bij elkaar geteld, 't getal 21 voor uitkomst geeft. Probeer 't eens te vinden en schrijf de oplossing eens op een briefje dan kun je ze den volgenden keer met onze oplossing vergelijken. HISTORISCH. Een politieagent houdt een vreemdeling aan, die de politieverordening overtreedt. Bij het opmaken van het proces-verbaal, vraagt hij den vreemdeling „Hoe is uw naam ?"De vreemdeling zwijgt. „Verstaat ge dan geen Hollandsch?" Een schokschouderen is het eenig ant woord. 1 „Verstaat ge dan Fransch?" Geen antwoord. „Spreekt u Duitsch, misschien?" Opnieuw haalt de vreemdeling de schou»' ders op. „Kunt u Engelsch verstaan?" De vreemdeling moet nogmaals het ant woord schuldig blijven. Ten einde raad be duidt de agent met een handgebaar den vreemdeling, dat hij kan gaan en schrijft in zijn boekje „Een vreemdeling aangehou den. Den man heb ik in vier talen aange sproken, maar hij kon mij geen antwoord geven."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 13