MZE
DJGD
"eerke en Elsje b(j de mieren
WYBIHT
TT
AMSTERDAMSCHE KOUT.
¥@©r Uw sisscss
Aan oase Lexers
i
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Vierde Blad Zaterdag 31 Januari 1925
OSCAR SMIT'S 8ANK
KRUISSTR. 9, TEL. 14308
INGEZONDEN.
Ingezonden mededeelingen
a 60 cents per regel.
VFasia-mw
UIT DEN OMTREK.
OVERVEEN.
BEVERWIJK.
BENNEBROEK.
HAARLEMMERLIEDE EN
SPAARNWOUDE.
VELSEN.
ÏJMUIDEN
Spoort al Uw kennissen
aan hus vraag- en aanbod-
advertenties te plaatsen
in onze eigen
Nieuwe Haarlemscke Courant
VELSEROORD.
Gods gaven,
De zon in de lucht en de wolken aan 't
Frederik de Groote en de
schoolkinderen
(Flieg. Blatt.J
Half een.
Tien min. voor half 3. Ruim kwart over vijven
Geef me een zoen.
Legspel met dominosteenen
UIT DE MOPPENTROMMEL
Oplossingen
van de legraadsels uit de vorige rubriek.
Eenige maanden geleden werd Amsterdam f kwijtgescholden, omdat de tijdsomstandig-
in opschudding gebracht door de debacle heden voor de belastingschuldigen danig
van het Bureau voor Belasting-inning, dat waren veranderd, terwijl anderen werd toe-
als het goed was gezien, nu eens wer-
Keüjk in een lang gevoelde behoefte had
voorzien en dat door handige reclame niet
alleen op schitterende wijze de aandacht
op zich had gevestigd, maar ook den indruk
had gemaakt, dat de leiding berustte bij een
bekwaam en handig zakenman
Errare humanum est. Sinds eenige uren
het is nu Donderdagavond terwijl ik deze
causerie voor de lezers van dit blad
schrijf, weten we, dat de heer Repko, de
gewezen en nu gedetineerde directeur, geen
tweede editie Broekhuys, maar een dood
gewoon mannetje was, die meer uit onwe
tendheid, dan uit slechtheid van karakter
zondigde. Een zielkundig raadsel: feitelijk
een dood-gewoon werkman, vroeger tim
mermansbaas bij de Kon. Holl. Lloyd, dan
brandwacht en ten slotte opzichter bij P. W
op een salaris, waar menig intellectueel naar
zou watertanden Een man, die ontegenzeg
gelijk goede en oorspronkelijke ideeën had,
over méér welbespraaktheid beschikt dan
menig jong advocaat, doch op administratief
gebied bijna imbeciel is, zich geen reken
schap geeft van de gevolgen van een daad,
geen kwaad ziet in handelingen die ontegen-
zeggenlijk een groot kwaad vormen, die ni :t
rekenen kan en bezield is met een onver
woestbaar optimisme. Een man die over
tuigd is, dat alles nog wel goed dus niet
mis zal loopen. Een man tenslotte, die vele
slachtoffers heeft gemaakt, doch die zelf het
grootste slachtoffer is geworden, zonder zelrs
ooit op buitengewone en ongeoorloofde
wijze ten koste van anderen een royaal
leventje te hebben geleid. Want toen de
heer Repko zijn bureau begon, stond hij op
wachtgeld als opz. P. W. en dat wachtgeld
hield op op 't moment, dat hij zijn eigen
zaak begon. Naast den in orginie uitmunten
den opzet, ir kte hij i ij zijn berekeningen
grove fouten. Hij stelde zich en dat was
in juridischen zin zijn cardinale fout voor
dat zijn onderneming een gewone handels
zaak was, dat hij dus vrij mocht beschik
ken over alle gelden die inkwamen, terwijl
hij om zoo te zeggen alleen civiel-rechter-
lijk verantwoordelijk was tegenover hen,
die zijn zaak voedden. Misschien heeft hij
heelemaal niet zoo ver nagedacht, maar in
de praktijk heeft hij gehandeld alsof. Terwijl
hij inderdaad slechts mocht beschikken over
de kleine contributie, die blijkens accoun
tantsverklaring onvoldoende was om de
administratie- en exploitatiekosten te dek
ken, gooide hij èn contributie èn de gel
den, die hij naar den ontvanger moest bren
gen, in één kas, aaruit hij zich zelf e-in
zeker niet overdreven hoog salaris toe
kende, een 1300 aan particuliere schulden
maakte en diverse uitgaven deed, naar hij
meende ten bate van zijn zaak. Da kwam
er nog iets bij Zooals ik reeds bij de arres
tatie uiteenzette, heeft bij de Amstcrdam-
sche belastinen jaren lang een groote
achterstand bestaan, die verleden jaar in een
minimum van tijd werd ingehaald. In zoo-
gestaan in termijnen te betalen. Voor het
kantoor van den heer Repko had de ont
vanger deze faciliteiten niet en dit heeft
de val van deze onderneming natuurlijk
verhaast, 't Spreekt van zelf, dat mr. Schor-
lesheim, de talentvolle verdediger, ook op
deze bijzonderheid den nadruk vestigde.
Het is een merkwaardig geval. Feitelijk
hoorde men van geen der getuigen een
woord kwaad over beklaagde. Mr. Schor-
lesheim, die in zijnmet gloed en enthou
siasme uitgesproken rede, dit alles memo
reerde, noemde het dan ook een sympathieke
zaak. Een assistent-accountant, die de boek
houding had moeten opbouwen, doch er
geen kans toe had gezien, kreeg van den
verdediger een veeg uit de pan, omdat hij
er niet op aangedrongen had, dat bekwa
mere krachten werden gerequireerd. Een in
specteur van politie verklaarde zelfs, dat 't
bij R. thuis (in de Van Ostadestraat] goed
burgerlijk, doch volstrekt niet weelderig
uitzag, dat ook hij den indruk had ge
kregen, dat R. niet opzettelijk fraude had
willen plegen Die indruk zal wel bijna
ieder nu hebben. R. wist gewoonlijk zelf
niet hoe zijn zaken stonden. Op dien grond,
nl. het niet opzettelijke, vroeg de verdedi
ger dan ook vrijspraak.
Er. is een bedrag van 45000.verdwe
nen. Waar het gebleven is, is moeilijk uit
te maken, zoo verklaarde zelfs de subst,-
officier, mr. van Heijnsbergen. Voor het
grootste deel zijn die gelden „culploos" ver
duisterd en daar schuld-verduistering niet
strafbaar is, vroeg hij hiervoor vrijspraak,
Maar hij eischte straf voor zijn salaris-
betalen aan zich zelf, voor het betalen van
zijn dure schulden en zijn rekening van den
notaris en eischte daarvoor een gevangenis
straf voor df tijd van twee jaar en vier
maanden.
Met den beklaagde zal ieder, na het
hartroerend pleidooi van mr. Schorlesheim,
zeker diep medelijden gevoelen. Alles is
hij kwijt, zijn geld, zijn goed, zijn wacht
geld offerde hij zelfs op voor de onder
neming, waarin hij zooveel toekomst zag, en
onmiddellijk na zijn arrestatie werd hij
failliet verklaard, zijn eer en goeden naam.
En toch zM hij op geen vrijspraak kunnen
rekenen, zal het voor mr. S. al een triumf
en voor R. een geluk zijn als de harde eisch
tot veel matiger proporties wordt terug
gebracht.
't Zal vele lezers van dit blad, aan wie
de Zandvoo.tsche restaurateur P. niet on
bekend zal zijn, zeker wel interesseeren, dat
mijn voospelling van voor 14 dagen volkomen
in vervulling is gegaan. In mijn A. K. van
17 Januari, noemde ik als hoofdschuldige
van 't auto-ongeluk op de Stadhouderskade,
waarvoor de heer P. terechtstond en naar
aanleiding waarvan twee maanden gevan
genisstraf werd geëischt.... de gemeente
verre, dat verschillende bedragen werden Amsterdam. De Rechtbank heeft hem in
een vonnis van nog geen drie regels schrift,
vrijgesproken.
Verdediger was mr. De Vrieze
Een bekend Amsterdammer, de heer
Léon Boedels, die al beroemd zou wezen,
omdat nog nooit iemand hem zonder „hoo-
gen dop" heeft gezien (men zegt, dat hij
dezen ook niet aflegt, wanneer hij zich ter
ruste begeeft) heeft onder groote belang
stelling zijn veertigjarig jubileum gevierd. Al
jaren is hij de bescheiden en bekwame
werken achter de coulissen. Flora's regisseur,
die zooveel schitterend klikwerk op deze
kleine „Bühne" mogelijk heeft .gemaakt.
Doch de ouderen zien hem in hun herinne
ring nog als de oubollige completzanger uit
de „Vereeniging" en Linden en in de eerste
jaren ook nog in „Flora". Onder de velen,
die kwamen gelukwenschen was ook Nap
de la Mar, die van de overzijde, het Grand
Theatre, even kwam overwippen. De heer
de la Mar verwacht ook 'n jubileum in
de naaste toekomst, al is 't dan maar ,,'n
dertigjarig". En daar door schrijver dezes
en later door anderen wel eens de opmerking
is gemaakt, dat 't toch eigenlijk jammer is,
dat 'n ras-artist als hij zich te buiten gaat
om tooneel-excentriciteiten (om 't maar
eens welwillend uit te drukken), wahrmee
alleen een zeer onbeschaafd publiek zich
kan vermaken (dat nu eenmaal iets onvoor-
deelig is), voerde hij „dr. Sieglitz" op, aan
gekondigd als comedie, Dat de heer d. M.
comedie kan spelen, wisten we al lang. Maar
een deel van 't publiek kiikt toch vreemd,
wil lachen om Nap, ook als hij werkel-"k
tragisch is. 't Is dan ook een werkelijk
mooie creatie en 't is jammer, dat 't tegen
spel van Hock in 't laatste bedrijf te mat
is. Naar wij vernemen moet de heer de la
Mar het zoo gewild hebben. De vertaling
is erbarmelijk; zoo wordt er minachtend ge
sproken ove een „commissionair". Daar
mee wordt bedoeld niet een commissionair
in effecten, ook geen commissionair in de
beteekenis van besteller, doch nota bene.
een pkooner of uitdrager. Het Duitsch is
wel „wonderschoon overgezet."
H. HENNING Jr.
VAN DEN WIND Z'N LIED.
Over 't schaduw-stille bosch, de gouden
korenlanden,
de paarsche heiden, met haar toover-
geur' ge thijm
haar streuvelkruid
over de wijde zee, de geluid-gouden duinen
de stranden,
die omzinderd lagen van 't wonnig-zoele
zomerbranden,
zong een zomerwind dit liedje luid:....
Ken je het kind van de schampere stad
(met die nare straten en al die huizen)?
't Heeft toch zoo weinig vreugde gehad
4n, Moeder Gods! wat 'n tallooze kruisen! j
is een ^welluidende
stem van groot be
lang. Gebruikt daar
om vóór het zingen
en spreken de vcr-
frisschende
Groote doozen 65 Ct
}(ninMiiiiiiiiniiiii';!iniiiimin;niiftiiii">i!ii'<i|ni!iii'TmH;uift?M(')'iHi>HHfHH»p3rTi
Je kent het toch wel met z'n bleeke gezicht,
waar zoo zelden een lach op bloeit?
Went je wel hoe 't door 't koude licht
Zoetjes en zeker naar 't graf toegroeit?
O, als ie wilt. dan kun je het geven
een blijder leven,
een zonnige lach!
Breng het naar 't bosch,
naar de zee en haar stranden,
Hoezee! en de zon schijnt over de landen
'k Waai voort en gedag!
Ik heb bem ontmoet op mijn weg, dien
wind
en luisterde 't lied toen af;
Nu gaan we gezaarolrk dat arme Idnd
ontrooven aan 't grage graf!
H. A.
R.-K, Volksbond. Donderdagavond had
in de St Aloysiusschool een algemeene le
denvergadering, welke ondanks de belang
rijke agenda vermoedelijk door het slechte
weer zeer matig was bezet, plaats. Ook het
bestuur was niet volledig, o.a. waren de
voorzitter en vice-voorzitter wegens ziekte
verhinderd
De heer Jansen Hendriks leidde de verga
dering, opende met gebed en memoreerde
het overlijden van den Geestelijk Advi
seur. waarna een kort gebed voor diens
zielerust werd gestort.
De notulen werden onveranderd goedge
keurd, waarna de Secretaris een uitgebreid
Jaarverslag gaf van de werkzaamheden van
het bestuur en onder-afdeelingen. Voor het
De Voorzitter verzocht een commissie
voor de propaganda voor Her wonnen Levens
kracht bij voorkeur uit de leden, aangezien
het bestuur overladen is met werkzaamhe
den. De bedoeling hiervan is, om de toege
zegde subsidie van de gemeenten Overveen
en Vogelenzang zoo nuttig mogelijk te be
steden, door uitzenden van' kinderen, of ver
strekken van levensmiddelen.
Voor de bloemendagen werd ook assisten
tie gevraagd en op voorstel van den heer
Kooiman werden deze punten tot een vol
gende vergadering aangehouden.
Het jaarfeest za! plaats hebben op 18 Fe
bruari a,s„ .waarvoor de leden vroegtijdig hun
kaarten zullen ontvangen Programma's zul
len aan de zaal verkrijgbaar zijn. Voor dien
avond zullen tooneel- en muziekvereenigin-
gen hun medeweerking verleeflen
Het encycliek feest, dat vermoedelijk op
Hemelvaartsdag gehouden al worden, zal met
de afdeeling Haarlem en Tusterafdeeüngen
gezamenlijk plaats hebben.
Bij de rondvraag werd op voorstel van een
der leden besloten, om 10 uit de bondskas
bij te dragen in de kosten van een gedenk
steen op het graf van wijlen dei ZeerEerw.
heer Pastoor, als adviseur van de afdeeling
Overveen Hierna sluiting met gebed.
Donderdag 29 Januari werd de eerste vei
ling in 1925 van gladiolen gehouden in de
hal van de veiling Kennemerland. De be
langstelling was zeer groot en onder de
koopers bemerkten wij exporteurs van
naam uit de Bollenstreek en uit dezen om
trek
De prüzen waren goed en er was flinke
kooplust. Op de veiling toch kwamen niet
minder dan 325 nummers onder den harrer.
die. behoudens kleine partijen die werden
opgehouden, allen voor geanimeerde prij
zen werden verkocht. Aangespoord door
deze eerste goedgeslaagde veiling heeft het
bestuur dan ook óemcend. de tweede vei
ling die aanvankelijk over 14 dagen zou ge
houden worden, met het oog op de gedane
toezp.rfgVg van principalen, nu reeds a.s.
Donderdag 5 Februari te doen plaats heb
ben .Voor deze veiling staan reeds 2 a 300
manden gereed.
Van de geveilde soorten nofeeren wij:
Ola.ckolen 12 en op: Red Emperor 3.40;
Sr^waben 2.50: Pink perfection 2.q9; CH'n.
2.30- Hallev 1.90: White Giant 1.80; Will-
brink 1.80- baron Hulot 2.40: Prince of Wa
les 1.80; War 2.50; Foch 1.35: America
1.60; Red. Canna 1.60- Prim. Souvenir 2.00;
Gladiolen 10 op. Odin 1.10: I'Immacule
1 30; Procerpine 85; Pnm. Maidenblush 1.
werk, dat hier aan was besteed, is het te -
betreuren, dat bij het uitbrengen van het; Pink perfec'ion 1.60; Empress ci India L—-;
verslag zoo weinig leden aanwezig waren. Prince of Wales 90; White Giant 1. Red
verslag zco weinig leden aanwezig waren.
Een dankbaar applaus was blijkbaar bij en
kele leden niet voldoende, waarom dan ook
verzocht werd. het uitbrengen van het ver
slag hij een volgende vergadering weer op de
agenda te plaatsen.
Ook de penningm gaf 't jaarverslag over
zijn gehouden beheer, waarbij bleek, dat de
Landdag voor den Volksbond een schade
post was geweest.
Voor uitgaven was er 1359.95 noodig ge
weest, terwijl aan inkomsten was ontvan
gen 1461.58, zoodat met het saldo van
vorige jaren thans in kas is de somma van
1123.23. De controle commissie werd dank
gebracht en voor het jaar 1925 werden be
noemd de heeren Warmerdam en van den
Aardweg.
Canna 85; Panama 95;
Gladiolen 810: American 55; Odin 55;
White Giant 4—10 60; Baron Hulot 40; Red
Canna 40; van diverse sorteeringen, 68;
410 etc. werden veel grootere getallen
verhandeld tegen goede prij-zen.
R. K. Tmndersverceniging „Kennemer
land". Prijsnotecring van 30 Jan. Sprui
ten 18—26; Witlof 1428; Uien 1013;
Appelen 1432; Peeren 612; Gele Kool
37; Roode Kool van 68; Groene Kool
25; Rabarber 1940; Wortelen 23; Prei
1020; Selderi 69; Pieterselie 35; Knol-
i selderie 817; Boerekool 2560; Aard-
j appelen 79; Bieten 23; Schorsenicren
1522; Koolrapen 3.
Burg. Stand. Ondertrouwd. A. Verstralen
en C, H. v. d. Lans.
Geboren; Dochter van N. KokDudin£
Burgerlijke Stand. Geboren Adriaan, z.
v. C. Z. de Rooij en J. H. Schepers; Hen
drik en Arie, zoons van J. J. Pols en A.
Klomp; Leendert, z van W. H. van Nieuwen-
Huijzen en G. J van Borselen; Gerard, z.
van J. G. Pctt en C. M. A. Haks
Ondertrouwd: A. N. J. van Steijn, 29
en E. van der Helm, 34 j.; G. J. Poel
geest, 30 j„ en G. van Warmerdam, 32 j.
Overleden; C. Schippers, 21 jaar, vr„ ge»
huwd met J. J. L, van Valen.
Gevonden voorwerpen, te bevragen aan
het politiebureau Wijkeroog: een portemou»
naie met inhoud, een R.-K. Kerkboekje*
Kwajongenswerk. Deze week vermiste
de firma Geels en Klein een handwagentje,
dat voor haar winkel aan de Wilhelminakade
stond. De politie wist het weer terecht te
brengen Het bleek kwajongenswerk te zijn.
Gevonden voorwerpen. Een zakmes, een
grijze mantelceintuur; een medaillon met
twee foto's; een blauwe mantelceintuur; een
moer van een auto, een doublé vulpotlood;
een bruine gebreide handschoen; een schrift;
een nummerstempel.
Gevonden voorwerpen, Een kinder-
handschoentje; een armband; een hondje;
een bruine portemonnaie, inhoudende Duit-
sche marken.
Veel muziek. Wij kunnen hier noga!
eens genieten van straatmuziek. Gistermor*
gen hadden we binnen 't kwartier onder on
ze ramen een groot draaiorgel en een corps
Duitsche muzikanten.
Damwedstrijd. De laatste wedstrijd
avond bracht verschillende verrassingen. In
de eerste groep wist C. Post een fraaie over
winning te behalen op Rietdijk. In groep II
won J. Mertens van den sterk spelenden
heer Visser, nadat hij geruimen tijd achter
was en in groep III wist J, v. d. Berg te
winnen van W. Poest, die nog geen enkele
partij verloren had. De uitslag is als volgt".
Griep L: Versteegv. d. Bos 11;
PoestRietdijk 20;
Groep II: VisserMprtens 02; Ruiter—
Neunenhuis 11; B. v. d. KolkPut 20;
SteenwegerBartels 02.
Groep III: J, v. d. BergW. Post 20|
J. BohmW. v. d. Berg 02.
Ms hoog schijnt de zon met haar blakeren
den brand,
Dan jubelt het zaad in de voren.
Straks golft in de koelte van 't rustige land
De zee van het goud-gele koren.
Wanneer uit den hemel de klett'rende val
Van regen op aard' komt gezegen,
Dan fleuren de planten, herademt het al,
Dan wordt het weer frisch langs de wegen.
zwerk
't Zijn alle Gods heerlijke gaven.
Zoo groeit en zoo bloeit er Zijn wonder
lijk werk,
Zoo zendt hij zijn vloed om te laven.
Wanneer wij Hem dienen met eerlijk
gemoed,
Dan schittert Zijn zon in ons leven.
En kwelt ons het lijden met blak'renden
gloed,
God zal Zijn vertroosting ons geven!
In de laatste jaren van zijn leven kwam
Frederik de Groote slechts zeer zelden meer
'n Berlijn. Sans-Souci bleef zijn lievelings-
verblijf. Het was voor de Berlijners dan ook
cen waar feest, wanneer de koning hun
goede stad weer eens binnenreed Dan ver
schenen de eerzame burgers voor Hun deu
ren en namen eerbiedig de mutsen af.
lederen groet vriendelijk beantwoordend,
'eed de koning, omgeven Van een schaar ju
belende kinderen en nieuwsgierige men-
Schen, naar zijn slot Wanneer de koning uit
reed, gedroegen de kinderen,, welke» al
schreeuwend en jubelend paard en ruiter
omgaven, zich niet altijd precies zooals het
behoorde. Nu eens veegden zij met hun zak
doeken de stof van Frederiks hooge rijlaar-
ren af, of wierpen hun mutsen in de hoogte,
Welke dan niet zelden op den koning terecht
kwamen
Gewoonlijk verdroeg Frederik deze frat
sen steeds met groote kalmte, en hief alleen
dan maar zijn krukje dreigend in de hoogte,
Wanneer de jongens zijn paard plaagden en
Schuw maakten
Op zekeren dag toen het waarlijk wat al
'e erg werd,, hief hij zijn stok op en riep:
'.'Wilt ge dat wel eens laten, ondeugende
longens, en een, twee, drie naar school
gaan."
Daar kwam de koning echter slecht van af.
„O," riep een der belhamels, „die wil
koning zijn en weet niet ens, dat er Woens
dagsmiddags geen school is!"
Dat dit gebeurde voelden ze aan het jeuken
de gekrivel op hun handen, langs hun kou
sen, ten laatste in hun nek en op hun gezicht
jes.
Peerke waagde hei voorzichtig even naar
Elsje te zien. Hij schrok ervan. Was dat Els
Haar figuurtje was ondergegaan in een schild,
een korst van roode mierenruggen. Overal
was glinstering, kleurenspel en beweging.
Zelfs haar gezichtje was met mieren bedekt.
Waar eerst haar schrandere oogjes blonken
waren nu uitwassen van opgehoopte mieren.
Een mier drong door tot aan Peerke's oog
leden. Hij sloot sne' zijn vrooJiike kijkers.
Wat moest daarvan komen Hef bevreemd
de Peerke dat hij niet huilen kon had hij dat
kunnen doen dan zou er allicht hulp zijn
gekomen. Men had de mieren we' niet weg
kunnen jagen maar er was toch altijd wel
iets aan te doen geweest Een brandende pijp
bijvoorbeeld. Ja. dan zouden Elsje en hij
spoedig bevrijd zijn geweest van de kleine
kwelgeesten die van hen hadden bezit ge
nomen.
Het werd nog vreemder. De kleine, bijna
niets wegende miertjes begonnen een on
dragelijke last te worden. Peerke had moeite
om zijn knietjes strak te houden en niet te wan
kelen. De mieren werden zwaarder en zwaar-
der. Nu kon hij ze niet meer houden.
Peerke liet de spanning varen waarin hij
zijn knieën had gedwongen en dacht dat hij
nu ineen zou zakken. Maar dat gebeurde
niet. De mieren die om zijn beentjes krioelden
maakten het zijn knieën onmogelijk door te
buigen.
Hij had graag nog eens naar Elsje gezien.
Hij kon dat echter niet omdat de mieren
ook zijn oogléden gevangen hielden. Er moes
ten claarop net zulke uitwassen zitten als hij
bij Elsje had gezien.
De drukking werd onhoudbaar. Het leek
wel of hij even zooveel zware denneboomen,
droeg als er mieren op zijn hoofd en schou
ders zaten. Zou dat dan nooit ophouden
Kon hij tenminste maar zien wat er gebeurde.
Peerke werd warm, gloeiend hij hoopte
dat hij zou zoo gaan zweeten dat de mieren
vluchten moesten om niet te verdrinken. Voor
loopig echter scheen ook daar niets van te
komen
De last die zijn oogwimpers dicht drukte
werd minder lichter, verdween. Voorzichtig
durfde Peerke zijn oogen opslaan. Hij wan
kelde en zou zeker gevallen zijn wanneer de
mieren hem niet hadden ondersteund. Wat
was er gebeurd
Peerke stond voor een hoogen berg. Hij
kon den top maar nauwelijks zien. Overal in
het rond stonden geweldig dikke palen die,
ontzettend hoog, ergens in de lucht verdwe
nen De grond was bedekt met een warboel
van dikke, droge takken, boomen bijna.
Maar waar was hij toch
Toen schrok Peerke geweldig. Het kreupel^
bosch op den grond was.... dennenaalden.
De hooge dikke palen waren gewone boomen.
De berg was de mierenhoop
Elsje- stond naast haar speelkameraadje.
Ook zij had den zwaren mierenlast te torsen
gehad en ook zij zaag naar het vreemde om
haar heen. Peerke en Els snikten beide.
HET ONDERSCHEID.
n
k
Wuu
want anders waren zij te sterk geweest om hen
voor uw rechterstoel te brengen. Zij hebben
onze trotsche woning onteerd en ons onze
eieren ontroofd. Ik klaag hen aan en ver
wacht van u dat u ze voor hun schelmstukken
een rechtvaardige straf zult weten te geven."
(Wordt vervolgd.)
Oom: „Ahaha, die neef.... weet' jij nou
en een wollen deken.
Neef:....?
Oom: „As je 'f nie weet, jong, ga 'r dan
het verschil tu9schen een electrische tram
maar 'ns lader liggen!"
door JOH v d. HOEK.
(Vervolg.)
De mieren bewogen zich naar de voeten
beide schenders van haar vredige rust.
Ue driehoek werd a! nauwer en nauwer De
?®rst; mieren hadden reeds de klompjes der
"S'.de dreumesen bereikt. Door de in hun
°°gen zeker zeer froote hourblokken heten
Zich me' afschrikken De mierenzwerm
opdringen en de eerste roode bosch-
,r>ieren klommen over Pcerk'-en-Els klom-
Ten naar de kousen die de beentjes der dreu
mesen omspanden.
Peerk'-en-Els sloten hun oogen Ze kon-
e.n niet zien naar het schouwspel hoe de
mieren von hun kleine lijfjes bezit namen.
Kwart voor zes.
Dag Fik.
Onder de zwaarte der mieren waren ze
ineengedrukt en nu niet grooter dan....
een dennenaal <4, Bij hen vergeleken waren de
mieren even groot als een normale hond.
Ze staarden elkaar aan. Uiterlijk was er
niets aan hen veranderd. Het manchester
broekje van Peerke was evenals het jurkje
van Elsje meegekrompen en paste als te vo
ren. Hun klompjes waren niet grooter als
rijstkorrels.
Peerke opende zijn mond. Hij probeerde
of hij nu spreken kon. Het ging.
„Elsje zeide hij.
„Wat is er, Peer
Toen klonk er een zware stem, ergens uit
de lucht „Zwijg 1" Peerk'-en-Els gehoor
zaamden bevend.
Peerke durfde nog schuw rondzien naar
dengene wien deze geweldige stem toebe
hoorde. En hij zag den eigenaar van het or
gaan. Het was een kabouter die nu veel groo
ter was dan hij en boven op den mierenhoop
stond. Het aardmannetje droeg een bruin
pak, roöde laarsjes, een rood mutsje en een
blauw omslagmanteltje. Hij Zag zeer streng
naar de beide dreumesen die hun oogen voor
hen neersloegen
Peerk'-en-Èls zagen talrijke donkere ope
ningen. holen, in den mierenhoop. Het
waren de ingangen die ze, toen ze nog gewone
kinderen waren, nooit hadden kunnen zien'.
Uit een der holen kwamen vier kabouters.
Ze gingen achter en naast Peerk'-en-Els
staan en begonnen hen zonder een woord
vooruit te duwen. Bang voor het vreemde dat
hen wachtte weerstonden de kleinen niet.
Ze begrepen dat ze naar het ho! werden ge
duwd waaruit de kabouters waren te voor
schijn gekomen Ze gingen binnen. Eerst
konden ze niets zien omdat hun oogen nog
te veel gewend waren aan het zonlicht. Lang
zaam aan echter werd het beter en in het
flauwe licht dat werd verspreid door eenige
limwormpjes die langs de wanden der gang
:ropen, zagen ze dat de gang meer naar om
laag glooide. Wel vijf of zes van die gangen
doorliepen ze. Ze daalden steeds verder af.
Peerk'- en -Els zagen elkaar aan. In beider
oogen lag de onuitgesproken vraag Wat
moet daarvan komen V
Aan het einde van de grootste gang die ze
hadden doorloopen, stonden twee kabouters
die hun den weg versperden. Eerst toen de
kabouters die hen voortduwden een teeken
hadden gegeven werden twee klapdeuren
die kunstig uit kastanjebladeren waren samen
gesteld, geopend en Peerk'- en- Els kwa
men in een vierkant vertrekje een soort
wachtkamer
Hier moesten ze eemgen tijd wachten.
Weer werden er twee klapdeuren geopend
en Peerk'- en- Els kwamen in een grootere
ruimte die wel zaal kan worden genoemd.
De wanden en het plafond waren dicht
met glimwormpjes bezet die een zacht licht
neerstraaklen. Aan het einde van de zaal was
een troontje opgericht waarop een klein man
netje zat met een sneeuwwitten baard, een
gouden kroontje op het hoofd en gekleed in
fluweel en zijde. Het was de kabouterkoning.
Peerk'enEls moesten op hun knieën
gaan liggen voor 's konings troon en ofschoon
Ze hun oogen nauwelijks durfden opslaan,
Zagen ze toch dat de koning hen heel streng
aankeek, dat een mieren koningin in de zaal
was en dat talrijke kabouters hen bewaakten.
De koning gaf een teeken met een gouden
sccptertje dat hij tot nu toe onder zijn kleeren
verborgen had gehouden. Een kabouter die
naast hem lag geknield, stond op. Deze was
bijna even kostbaar gekleed als de koning
zelf. Met plechtige stem begon hij
„Ziehier, o koning, voor u Peerke Richters
en Elsje Gevaarts. Zij werden door de mieren
gevangen genomen en voor uw rechterstoel
gebracht op grond dat zij de woning der mie
ren hebben verwoest en haar eieren geroofd
„Wie is de aanklager?" vroeg de koning.
„De koningin aller mieren
„Laat haar binnenkomen."
De klapdeuren gingen open en vergezeld
van haar hofstoet die geheel uit mieren be
stond, kwam de koningin in de zaal. Ze
bracht hulde aan den koning en na:n plaats
op een gouden zeteltje voor den troon Ze
klaagde Peerke'- en- Els aan
„Zie mij hier, o koning, u vragende om
recht voor het leed dat mijn onderdanen en
mij werd aangedaan door deze twee men-
schenkinderen, Peerke Richters en Elsje
Gevaarts. Voorloopig heb 'ik zelve hen ge
straft door hun deze kleine gestalte te geven
Hier heb ik een legkunstje met domino»
steenen.
We gebruiken daartoe alle 28 steenen
van 't dominospel.
Ik heb ze hier in mijn teekening even
voor je gelegd en ze vormen samen een
mooi vierkant. Sommige steenen liggen
echter omgekeerd of tafel voor me. De
steenen met de oogen naar boven moet ge
ook precies zoo leggen en daarna de ande
re eens ern naast plaatsen, maar wel zó-,
dat 't aantal oogen in alle richtingen, langs
dc horizontale, verticale en diagonale lijnen
steeds bij elkaar geteld, 't getal 21 voor
uitkomst geeft.
Probeer 't eens te vinden en schrijf de
oplossing eens op een briefje dan kun je ze
den volgenden keer met onze oplossing
vergelijken.
HISTORISCH.
Een politieagent houdt een vreemdeling
aan, die de politieverordening overtreedt.
Bij het opmaken van het proces-verbaal,
vraagt hij den vreemdeling „Hoe is uw
naam ?"De vreemdeling zwijgt.
„Verstaat ge dan geen Hollandsch?"
Een schokschouderen is het eenig ant
woord. 1
„Verstaat ge dan Fransch?"
Geen antwoord.
„Spreekt u Duitsch, misschien?"
Opnieuw haalt de vreemdeling de schou»'
ders op.
„Kunt u Engelsch verstaan?"
De vreemdeling moet nogmaals het ant
woord schuldig blijven. Ten einde raad be
duidt de agent met een handgebaar den
vreemdeling, dat hij kan gaan en schrijft in
zijn boekje „Een vreemdeling aangehou
den. Den man heb ik in vier talen aange
sproken, maar hij kon mij geen antwoord
geven."