m
De geheimzinnige treinroof.
Bij de Plaat.
NIEUWE
Tweede Blad
HAARLEMSCHE COURANT
Vrijdag 6 Februari 1925
;-'r
Gelegenheidstoiletjes.
ZaKenvrouwen in Amerika.
I@ts over azijn.
Het wegbergen van de
schoone wasch.
Patronen naar Maat. Cnemische middelen.
?A
V-
Het wasschen van fijn goed.
Het „wassen" van
overtrekken.
Wenken.
UIT DE MOPPENTROMMEL.
FEUILLETON
No. 120. De gewone pierrette costuums
maakt men in enkel wit en zwart. Zoo ook
dit origineele model. Men neemt als stof
witte satin grenadine. De robe is een ge
woon model waarvan de rok met een
ruimen overslag. Alleen het kleine wijd uit
staande overrokje wijkt eenigszins af. De
borst heeft een groote ingezette punt van
zwarte satin grenadine van welke stof ook
gemaakt is de omboording van het over
rokje, het masker en de calot. Om den
hals zien we den traditioneelen pierre-
tekraag van gaas of in verdunde goinoplos-
sing wat stijfgemaakte voile; een dergelijke
versiering zien we eveneens om de polsen.
De pompons fijn van zwarte zijde. Kousen
en schoenen zijn wit; de laatste van
satijn en met een zwarte pompon. Patroon
1.35
No. 121 is een modelletje, voorstellend
„de zomer" dat men gemakkelijk uit een
lichte effen zomerjapon kan maken. Ieder
een heeft wel iets dergelijks in rose, licht
blauwe, groene of lila voile, De bloemen
over de schouders en borst afhangend, zijn
kunstbloemen die men klaar kan koopen of
desgewenscht zelf van stof of crêpe papier
maakt. De bloem- en vruchtmotieven die
op de strooken van den rok voorkomen,
kan men op tweeërlei wijze aanbrengen:
le. door middel van applicatie mét pastel-
kleurige tinten zijde; 2e. door ze te schablo-
neeren. De laatste methode is het gemakke
lijkst en gaat het vlugst maar is niet zoo
algemeen bekend. Ook kan men een rand
gebloemde slof koopen en dien er in z'n ge
heel opnaaien. Het haar is getooid met een
haarband in de kleur der japon en een tuil
bloemen aan weerszijden. Het masker is
goud of zilver; schoenen en kousen bijpas
send van kleur. Patroon 1.35.
No. 122. Exotische modellen zijn ook zeer
gezocht en vooral in en om de Toet-Anch-
Amen periode is de Egyptische kleeder-
iracht favorite. Dit model bestaat uit een
rok van zwart satin grenadine met een
.uniek van licht steenrood. Het onderste
gedeelte dezer laatste is geplisseerd en vlak
daarboven rondom de heupen is een bijpas
sende band stof aangebracht met de zoo
veibekende Toet-Anch-Amen versiering en
die men nog gemakkelijk in vele winkels zal
kunnen vinden. Een zelfde versiering ziet
nen rondom het ondereinde der mouwen.
De ceintuur waaraan groote hanger, is van
de zwarte stof. De hanger zelf kan men
naken van karton dat men met bijpassende
Toet-Anch-Amen stof overtrekt en waaraan
van onderen nog een groote roode, zwarte
of gouden kwast gevoegd wordt. Van de
roofdbedekking worden de stijve deelen
weer van stof-overtrokken karton gemaakt
en de rest enkel van stoffen die men voor
het costuum gebezigd heeft. Kousen steen
rood; schoenen zwart. Patroon 1.35.
wit en lilar wit-rose, wit-licht blauw of licht
beige met bruin zijn. Voor deze laatste com
binatie hoeft men geen witte pruik te heb
ben, zooals bij de andere. Mouwen, kousen,
schoenen en linten, alles deelt in het tg kie
zen twee kleuren schema, zoodat bijv. de
linker-mouw wit, de rechter rose wordt enz.
Patroon 1.35,
No 124. Een pierrette fantasie. Het
costuum is van oranje satin, grenadine en
heeft op de borst blokken en op rok en
mouwen strooken in zwart en goud. Het
masker en de calot zijn van zwart satin, de
pompons van oranje zijde, de kraag van
gaas. Bij de schouders zien we nog twee
rijen zwarte stof-overtrokken knoopen,
waarvan een rij voor de sluiting. Om de heu
pen is een zwarte ceintuur door de stof ge
vlochten en in de zijden komen daaronder
vandaan twee groote bossen oranje linten
met wollen of zijden bolletjes in goud en
zwart. Kousen en schoenen bijpassend. Pa
troon 1 35.
Er zullen er onder U, geachte lezeressen,
wellicht gevonden worden, die zelf de gave
hebben iets te ontwerpen, iets oorspronke
lijks te maken, iets „aparts" te fantaseeren.
Zelfs de zoo bekende, traditioneele voor
stellingen kunnen nog een apart cachet heb
ben, dat wij door onze persoonlijkheid er
aan geven.
Om haar, die wel de handigheid hebben
om zoo'n costuumpje in elkaar te zetten,
maar wien de noodige fantasie ohtbreekt, op
weg te helpen, wil ik een paar gemakkelijk
te vervaardigen costuums beshcrijven.
Eerstens neem ik den herder en het her
derinnetje Het lieve verschijninkje, dat
mijn verbeelding mij geeft van het meisje,
verlokt mij er toe het eerst van haar een
beschrijving te geven.
Zij draagt een nauw-sluitend gebloemd
zijden lijfje en dito kort, wijd rokje. Het
lijfje is met een split van voren, dichtge-
haald door een zwart fluweeltje en aan den
hals met een strikje vastgemaakt. Zij draagt
korte, nauwe pofmouwtjes, eveneens met
zwarte fluweeltjes doorregen. In het rokje
kunnen eenige oprijgen gelegd worden, wat
wèl zoo aardig staat. Ze heeft witte kousen
en zwarte schoentjes met kruislinten aan.
Een groot gepl-strooien hoed bedekt haar
hoofd en een lange vlecht, vastgebonden
met een fluweelen lint, hangt op haar rug.
(Dames met polka-haar, de costumier ver
huurt ook pruiken, afgezien van het hygiëne-
vraagsluk!) Een stafje, met bloemen en lin
ten versierd, houdt zij in haar hand.
De herder draagt een koren-blauw buis
van glad, recht model met een wit lederen
riem om het middel. Een plat, wit boord en
een kleine, geplisseerde jabot, waaromheen
een zwart fluweeltje gestrikt is, steekt frisch
Tegenwoordig zijn er een aantal vrouwen
in Amerika, die, al verwerven zij ook in
handel en nijverheid niet precies millioenen
vermogens, toch leiding geven aan zaken,
waarvan de omzet honderdduizenden per
jaar bedraagt. Daar is in de eerste plaats
miss Carro Clark, de directrice en opricht
ster van Clark's Uitgeversmaatschappij te
Boston, die eenige jaren geleden, zonder dat
zij in den boekhandel was opgeleid en met
een zeer gering kapitaal, één van de be-
langrijkste uitgeverszaken van Amerika in
het leven heeft geroepen.
Genoemd dient voorts te séorden me
vrouw Mary Holliday, de voorzitster van de
spoorwegen van Saint-Louis. Door haar be
kwaamheid in zaken heeft zij het bezit aan
aandeelen, dat haar man haar heeft nagela
ten, tot een waarde van bijna 6 millioen
gulden doen toenemen.
Een ander aanzienlijke zakenvrouw, die
het spoorwegbedrijf tot het terrein van haar
werkzaamheden heeft gekozen, is mevrouw
Theodosia Beecham, die sedert eenige ja
ren een gemiddeld jaarlijksch inkomen van
96.000 tot 120.000 gulden uit de spoorwegen
trekt.
Door bekwaamheid in zaken onderscheid
de zich ook miss Hattie Coggin, die een farm
van 6000 acres beheert en er een bi-baantje
als directrice van een bloeiende bank, met
een kapitaal van 480.000 gulden bij heeft.
Van alle Amerikaansche vrouwen, die
succes in zaken hebben, trekt het meest d»
aandacht mevrouw Harriet White Fisher
Andrew, de „ijzeren vrouw van Amerika",
'ooals men haar genoemd heeft. In 1899,
toen haar man zie"k werd, nam zij de leiding
van diens ijzergieterij op zich en zij heeft
de onderneming tot zoodanige bloei
bracht dat zij thans aambeelden en oank-
schroeven naar alle deelen van de Vereenig-
de Staten levert
„Wij hebben hier te doen met fabrikaten
van zulk een volmaaktheid, dat wij daarbij
de sekse van den fabrikant moeten vergeten
en vergevenDit compliment' werd gege
ven aan hoar bewonderenswaardige ener
gie en bekwaamheid in zaken toen de ver-
eeniging van Amerikaansche fabrikanten
haar als lid aannam.
Haar vakkennis wordt algemeen erkend
en toen in 1912 de belanghebbenden bij den
Amerikaanschen ijzerhandel een congres
hielden, verzocht men mevrouw Andrew een
voordracht te houden.
Het merkwaardigste van mevr. Andrew
is misschien wel, dat zij niet alleen haar
onderneming zoo goed weet te leiden, maar
dat zij, als de gelegenheid zich er toe voor
doet, ook in de gieterij practisch kan wer
ken. Is er veel wérk dan ziet zij er niet
tegen op den hamer zelf ter hand te nemen
en met haar werklieden te wedijveren in het
maken van aambeelden.
„Ja," schrijft een Amerikaansch tijdschrift,
„er bestaat geen welk, van de bediening
van een koepelsmeltovcn af die veel spier
kracht eischt, tot de hanteering van de
door luchtdruk gedreven zaag toe, waarbij
hel aankomt op uiterste handigheid, dat zij
niet even goed kan doen als onverschillig
wie van haar werklieden, die zij in haar
dienst heeft
De gieterij van mevrouw Andrew ligt in
Trenton. Op een landgoed, 6lA K.M. daar
vandaan, woont zij. Om zes uur 's morgens
is zij reeds met haar toilet gereed. Dan rijdt
zij met haar automobiel naar de gieterij en
als de stoomfluit het sein geeft tot het be
gin van den arbeid, heeft zij de poorten
van de fabriek reeds geopend.
Toen haar man hopeloos ziek werd en zij
de leiding der fabriek op zich nam, lachte
men. Want zij had niet.het flauwste begrip
van het werk, dat in de fabriek werd gedaan,
maar spoedig dwong zij haar werklieden tot
Stap voor stap oefende zij zich in iedere
fase bij de vervaardiging van bankschroeven
en aambeelden en als thans een arbeider in
de fabriek zou ontbreken, zou zij dadelijk
op zi;n plaats kunnen gaan staan. Beklaagt
zich iemand bij haar, dat hij het werk, dat
zij van hem in een uur eischt, niet kan klaar
krijgen, dan steekt zij zelf de handen uit
de mouwen, werkt precies op de minuut een
uur lang en bewijst hem. dat zij in dat tijds
verloop zelf het werk kan verrichten, dat
zij hem heeft opgedragen.
Door haar vriendelijkheid en de persoon
lijke belangstelling, welke zij toont voor alle
arbeiders en hun gezinnen, heeft zij de ge
negenheid van haar ondergeschikten verwor
ven en de omzet van haar bedrijf bedraagt
thans viermaal zooveel als bij den dood van
haar man, die tien jaar geleden is gestor
ven.
Azijn bevordert het verteringsproces, ter
wijl hij de meest eiwithoudende voedings
stoffen oplost, de kleefstof, vezelstof en
lijmgevende weefsels doet opzwellen en al
dus voor de verteringssappen toegankelijk
maakt. Azijn maakt het vleesch „kort", het
bindweefsel zwelt op en de vezels vallen
uit. Daarom is het vleesch, waaraan azijn
toegevoegd, maar meer nog, het in azijn
kookte vleesch, gemakkelijker verteerbaar.
Het leguniine derpeulvruchten wordt ech
ter door azijn onoplosbaar gemaakt, wes
halve het geeue aanbeveling verdient, om
azijn bij erwten en boonen toe te voegen.
Daarentegen bevordert hij weder de verte
ring van het zetmeel en van de jonge plan
ten celstof, wier omzetting in suiker hij be
vordert, bijzonder, wanneer er tegelijk vet
bij aanwezig is, en daarom is het dan ook
als 't ware aangewezen, om salade met olie
en azijn te bereiden
Reeds ten tijde van Mozes* schijnt men
den wijn-azijn gekend te hebben, zooals ook
de drank, waarvan zich de oude Hebreeën
bediend hebben, uit azijn schijnt bestaan te
hebben De ouden verstonden wel de kunst
om azijn te maken uit wijn, maar de eigen
lijke zuivering door middel van distillatie,
ontdekten eerst de Arabieren.
De beste en sterkste azijn is ongetwijfeld
de wijnazijn, omdat de wijn tot die gegiste
vloeistoffen behoort, die veel alcohol be
vatten. Ofschoon hij, zooals wij reeds aan
gevoerd hebben, de spijsvertering bevordert
is een te rijkelijk of bovenmatig gebruik be
paald schadelijk voor de gezondheid, want
wordt de azijn in zulke hoeveelheden geno
men, dat de in de maag aanwezige spijzen
tot zijne verzadiging niet toereikend zijn,
zoo werkt zijne oplossende kracht ook op
de eiwitstoffen van het bloed, waardoor dit
laatste zijne voornaamste bestanddeelen en
eigenschappen verliest, tengevolge waarvan
de vertering gestoord wordt.
Vroeger jaren misschien tegenwoordig
nog! poogden vrouwen en meisjes, die niet
gaarne een roodc kleur op de wangen zien,
zich daarvan te ontdoen door het drinken
van azijn. Hiertegen kan niet genoeg ge
waarschuwd worden, omdat door het over
matig gebruik de bloedsomloop wordt be
lemmerd en de bloedvorming door de in
werking van de slijmvliezen zoodanig worüt
belet, dat allerlei ongesteldheden, als ko
liek, darmontsteking, enz. kunnen ontstaan.
De linnenkast moet vooral op een droge
plaats staan, omdat het goed van vocht
veel te lijden heeft.
Op de planken der kast moet bij voor
keur linnen bekleedsel' met een kant lig
gen; dit linnen moet dan de plank bedek
ken en kan ook vervangen worden door
wit papier, maar dit scheurt zoo spoedig.
Papieren patronen op maat gemaakt, kun
nen besteld worden onder toezending of
bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15
cent porto, aan het Comptoir des Patrons,
Molenstraat 48B, Den Haag De maten op
te geven volgens onderstaande teekening.
slijt en men ook nooit geel linnengoed in
de kast heeft. Het goed wordt soort bij
soort gelegd, zooveel mogelijk afzonderlijk.
Als het kan moet men voor lijfgoed en
linnengoed twee afzonderlijke kasten heb
ben.
Lakens worden om en om in de breedte
op de bovenste plank gelegd, dan volgen
tafelgoed en servetten, handdoeken, droog
doeken.
Huishoudgoed, dat veel gebruikt wordt,
zooals droogdoeken, enz. moet men het
meest vooraan leggen. Stapeltjes, waarvan
men niet dadelijk noodig heeft, kunnen met
gekleurde bandjes dichtgebonden worden.
In de linnenkast, waarin het lijfgoed op
geborgen wordt, legt men de stukken zóó.
dat bijv. nachtjaponnen en hemden met den
dichten kant naar voren en de plooien op
elkaar komen te liggen.
Verder zorgt men dat goed met borduur
sels het meest vooraan komt te liggen en
kousen, flanellen, onderrokken, enz. op de
onderste plank.
Aan te raden is het om onder ieder sta
peltje huishoudgoed een omgebogen wit
kaartje te legger, waarop de naam en het
aantal ervan vermeld staat.
In geval van ziekte b.v. kan dan een
een vreemde alles dadelijk vinden.
ilis I
No. 123. Een snoezig harlekijntje Louisaf bij de kleur van het buis. Verder heeft
XV. De japon is de primitieve vorm van een hij een wit satijnen (of liberty satinet) pof-
robe de style en bestaat uit Wasch- of Ja
ponzijde die men in een dunne gomoplossing
wat stijf gemaakt heeft. De ruiten kunnen hoed als het meisje
broek aan, witte kousen en zwarte punt
schoenen met gespen. Hij draagt een zelfde
bewondering, als zij zonder eenige hulp een
zeer groot aambeeld ophief en op een
vrachtwagen zette en als zij liet' zien, dat
zij zelf ieder werktuig even goed kon han-
teeren als bevel geven aan anderen.
Het goed moet altijd volkomen droog zijn
vóór het opgeborgen wordt.
Het schoone goed wordt onder het in de
kast aanwezige stapeltje gelegd, waardoor
alles geregeld gebruikt wordt, gelijkmatig
Onder „fijn goed" verstaat men gewoon
lijk de linnen overhemden, hoorden en
manchetten, die door de onoordeelkundige
behandeling der waschvrouwen ontzettend
véél te lijden hebben.
Tot het verwijderen van gele zweetstre-
pen aan boorden en manchetten wordt be
halve verschillende bijtende bestanddeelen
als chloor, enz. nog het boenen met scherpe
borstels toegepast, waardoor het linnen in
een minimum van tijd versleten is.
Daarom zal menige zuinige huisvrouw
gaarne een middel leeren kennen waardoor
zij met weinig moete bovenstaande goede
ren, onder eigen toezicht aan huis kan la
ten wasschen.
Men wascht de boorden enz. in lauw wa
ter zoolang totdat alle stijfseldeelen ver
dwenen of liever opgelost zijn, dan wringt
men het uit, en spreidt elk stuk glad op
een tafei of plank uit. Nu besmeert men
het goed met zachte salmoniakzeep, die
men bij den drogist koopt; de gele strepen
moeten extra dik besmeerd worden. Daarna
rolt men elk stuk stijf in elkander en legt
het in een ketel of pan, die met lauw wa
ter gevuld is, tot den volgenden dag. Nu
wordt de ketel langzaam aan de kook ge
bracht en na twintig minuten koken, zal
het goed mooi schoon zijn, zonder dat het
linnen iets geleden heeft.
Niets is onaangenamer dan het doorstui
ven van rugkussens, hoofdkussens en bed-
tijken en dekbedden, waardoor de kamers
een stoffig en onzindelijk aanzien krijgen;
en de kussens ten slotte onvoldoende ge
vuld zijn.
Om dit euvel te herstellen behoeft men
slechts de overtrekken te wassen.
Men neemt een overtrek van santinetle
percal of linnen naar verkiezing in wit of
gekleurd, spreidt dit op den verkeerden
kant, op een tafel uit. en bestrijkt het flink
met een stuk gele was.
Als dit gedaan is, keert men den zak om
en naait hem aan alle kanten dicht, tot op
een lengte van 20 c.M. na.
Men neemt nu het doorstuivende kussen
en tornt daarvan in één naad eveneens een
opening van 20 c.M. die men op de opening
,-an den nieuwen zak bevestigt; indien men
aldus den inhoud overschudt zal men wei
nig stof veroorzaken, het verdient niette
min overweging het overzetten van kussens
in een gesloten vertrek te bewerkstelligen
en zich een doek o«n het haar te knoopen;
om te voorkomen dat men het ontsnappen
de dons in het haar krijgt daar zulks uiterst
moeilijk te verwijderen is. f
Nadat al het dons in den nieüwen zak is
overgeschudt. wordt het oude overtrek
voorzichtig verwijderd, de opening dicht ge
naaid en het overtrek rondom met een
koord afgewerkt.
Inzonderheid is de. chemie onze getrouwe
bondgenoot bij het uitmaken van vlekken.
Dit laatste is, zooals ieder al zoo dikwijls
ondervonden heeft, lang zoo gemakkelijk
niet; vooreetst is het de stof, die soms niet
toelaat, dat er iets aan gedaan wordt; dik
wijls ook zijn de vlekken in 't geheel niet
weg te nemen, omdat de kleur van de stof
te helder is en die, door hetaan te wenden
middel zou benadeeld worden. In elk geval
ga men nooit tot het uitmaken van vlekken
uit kostbare zijden stoffen over, alvorens
men op een lapje de proef heeft genomen.
Benzine en zuivere terpentijnolie o.a. zijn
de voornaamste middelen tot het verwijde
ren van allerlei vet-, olie-, boter-, harst-,
lak- en 'teervlekken. Vetvlekken uit hout,
marmer en,andere lichamen, verwijdert men
door het gebruik maken van benzine-mag
nesia, zijnde een mengsel van koolzure of
gebrande magnesia, die men met zuivere
benzine tot een stevigen brij maakt.
Alkaliën, geest van salmoniak, koolzure
ammoniak of potasch verwijderen de vlek
ken uit alle stoffen, die vette bestanddee
len bevatten; zij dienen in het algemeen tot
het verwijderen van vlekken, die door cho
colade, eieren, melk, boter, room enz. ver
oorzaakt zijn. Men verzuime daarbij niet
van eene behoorlijke verdunning gebruik te'
maken en verder een herhaald uitspoelen
met schoon water toe te passen. De ge-
j noemde alkaliën kunnen eveneens bij alle
vlekken benuttigd worden, die door zuren
worden veroorzaakt, zooah van allerlei
vruchten, citroen enz.
Zeer hardnekkig zijn soms de vlekken van
inkt, ijzer en roest. Inktvlekken in vloeren
bevochtigt men met heet water, giet er
soda op en wascht met water na.
Van kronkelende draden hebben de dames
bij het naaien dikwijls last. Dit zal niet het
geval zijn, wanneer de c»aad met het afge
knipte eind in de naald gestoken wordt.
Doe een scheut citroensap in het kokenc
water, waarin ge wit linnengoed wascht. He
neemt de vlekken weg en maakt de witte
kleur intenser.'
Wanneer men gekleurde kleedingstukken
wegbergt: blouses, dassen, linten enz. moet
men die niet in wit papier pakken; dit doet
dc kleuren van de artikelen verbleeken.
Geel of bruin papier is beter, blauw papier
het beste.
De juiste manier cm uien te schillen is,
van onderen te beginnen; de oogen zullen
dan niet zoo gauw tranen. Ook wordt aan
geraden, een kurk tusschen de tanden f'e
nemen; het tranen moet dan geheel uitblij
ven.
Indien men nieuwe schoenen niet glanzenc,
kan poetsen, wrijve men ze in met een hal
ven citroen en late ze goed drogen. Zoo
noodig, herhale men deze behandeling.
Rieten stoelen, waarvan de gevlochtc,
zittingen slap zijn geworden, zoogenaamd
„uitgezeten" zijn, kan men op een eenvou
dige manier weer strak spannen, als men
op de slappe gedeelten van het vlechtwerk
zeer heete, natte doeken legt en die her
haaldelijk vernieuwt. Door deze eenvoudige
behandeling trekt het uitgerekte vlechtwerk
weer samen in zijn oorspronkelijke spanning,
vooral als men bet, om te drogen, op een
trek zet.
Het is heelemaal niet noodzakelijk om
donzen dekens le laten stoomen; wanneer
men dekens heeft van goede kwaliteit, kan
men ze best zelf reinigen. Men moet daar
een drogen winterdag voor kiezen, zoodat zij
snel kunnen drogen, want anders loopen de
kleuren uit en is de deken nooit meer goed
te krijgen
Maak een grooten bak met vet sunlight-
zeepsop; wasch eerst een hoekje en haal zoo
geleidelijk de geheele deken in het water.
Er moet vooral om gedacht worden, beide
zijden schoon te maken. Is de deken nu
overal goed schoon, spoel haar dan eenige
malen in warm water uit en haal haar dan
nog eens door den mangel, om er water uit
te persen. Schud en klop haar daarna ter
dege en hang haar langs den langen kant
met knippen buiten aan de drooglijn. Het
dons wil wel eens in knoebels gaan zitten;
daarom is het noodig om ook tijdens het
drogen de deken nu en dan te kloppen. Wil
men ze extra mooi hebben, strijk er dan
voorzichtig met een niet te heet strijkijzer
overheen.
DE PESSIMIST.
De jonge mevrouw Bruin zat zonder meid.
Zij kookte nu zelf en na eenige dagen vroeg
zij haar man:
„Luister eens, Willem, ik geloof, dat ik
het best zonder meid kan stellen en zelf
blijf koken. Ik spaar zoodoende het loor
van de meid uit. maar nu moest jij mi
iels extra's gevcn."^,
„Best," zei Willem, „je krijgt wat extra's.
Een rouwhoed met een rouwsluier, als js
nog langer kookt."
DE GEVATTE VISCHVROUW.
Een vischvrouw die al haar visch
had
verkocht, nam plaats in een tram. Haar leege
mand rook sterk naar de visch die er in
had gezeten.
Een jongmensch naast haar trok met een
benauwd gezicht zijn jas weg en toonde só*
openlijk zijn afkeer.
„U had zeker liever een heer naast u ge
had?" vroeg zij.
„Ta," antwoordde hij.
„Om u de waarheid te zeggen, ik ook
GENOEG.
Fotograaf „Ik zal een sprekende gelij
kenis van uw vrouw maken."
Echtgenoot„Liever alleen maar een ge
lijkenis
Vrij naar het Engelsch.
17
Uit deze woorden sprak, hoewel hij het
zelf misschien niet wist, een geheel andere
man, dan de James Barrett uit de kassiers-
kooi; de James Barrett, dien de Denver win
keliers in nouveauté's kenden als een lasii-
gen klant, wanneer hij tot de aardige en be-
angrijke bezigheid kwam, kleuren van zijn
te koopen sokken en dassen uit te zoeken.
Met het wachten was reeds bijna een uur
Koorbij gegaan, alvorens een gerucht in de
gang hem waarschuwde, dat het gordijn op
gehaald werd voor een nieuwe acte. Maar
nadat de deur geopend was, trad slechts
Delia binnen. Zij droeg een theeblad, waarop
de lunch voor een zieke stond, namelijk een
theepot en geroosterd brood, roet boter be
smeerd.
„Het kon niet anders," verontschuldigde
zij zich, terwijl zij het blad neerzette en zijn
kussens opschudde. „Je begrijpt, dat ik je niet
dadelijk genezen kon verklaren en je hon
ger als een wolf laten hebben. Dat zou niet
erg waarschijnlijk geleken hebben Maar
van avond zal ik voor diner iets voedzamers
binnensmokkelen. Zoo gauw ik het in een
restaurant gekocht heb, breng ik het onder
mijn arm hier. Dacht je soms, dat ik nooit
terug kwam?"
„Ja, en ik ben van plan voortaan altijd te
denken, dat iedere minuut, Welke ik niet bij
jou doorbreng, verloren is, vernietigd. En
wat het brood en de thee aangaat; „Beter
is een diner van kruiden, waar liefde is
„....Dan een os in den stal, waar haat
beerscht," voltooide zij lachend. „Eet je
brood en ik zal je ondertusschen vertellen,
wat ik ontdekt-heb. Maar vertel mij eerst,
hoeveel personen je middelsten naam ken
nen."
„Ik denk, dat jij de eenigste persoon bent
aan deze zijde van Ohio, die hem weet.
Waarom?"
„Ben je er geheel zeker van, dat niemand
in Denver hem kent?"
„Vrij zeker. Ik heb hem nooit gebruikt.
Het is de naam van fen oom van mij van
moeders zijde en ik heb altijd afschuw van
dien oom gehad
„Dat is tot zoover in orde Toen ik door
de voorzaal naar de eetzaal ging, kwam een
man van buiten en ging naar» den lessenaar,
waar het register lag. Geloof je in intuïtie en
zulke dingen?"
„Ik geloof in alles, waar jij aanspraak op
maakt. Ga verder."
„Nu dan, ik weet niet waarom, want de
man geleek toch niet een Sherloch Holmes
of zoo iemand. Ik deed, alsof ik een tijd
schrift inkeek en doodde aldus zoolang Sen
tijd, tot hij met den klerk gesproken had en
weg ging. Toen ging ik naar den lessenaar
en betooverde den klerk. Je wist zeker niet,
dat ik menschen kan betooveren, als ik dat
probeer?"
„De man is een detective?" vroeg Barrett
en hij voelde het brood in zijn mond ver
drogen.
„Het hotelpersoneel denkt, dat hij er een
is Hij is hier twee dagen, gaat het register
na en stelt vragen omtrent alle nieuwe na
men; die van jou was er een, waarnaar hij
vroeg.
De zeer gedienstige klerk vertelde hem-
dat je gisteravond met den Iaatsten trein
hier aangekomen bent, dat je ziek te bed
ligt en dat je mij vandaag getrouwd hebt.
Barrett zuchtte diep. „Als hij werkelijk
een detective is, zal hij zich niet tevreden
stellen met dergelijke aanwijzingen Hij zal
nu trachten, hier binnen te komen en mij
te zien te krijgen. En dan blijft er niets an
ders over, dan gearresteerd te worden.
De bruid van een uur zat op den rand van
het bed, met haar ellebogen op haar knieën
en haar gezicht leunende op haar handen.
„Als we je slechts op een of andere ma
nier konden vermommen," overwoog zij.
„Ah hij werkelijk achterdocht heeft, zal hij
den bediende van de gang. het kamermeis
je of i»mand anders, omkoopen en zijn kans
traphten waar te nemen, jou te zren. Heb je
ooit baard en snor gedragen, Jimmie?"
„Nooit," zei Barrett en hij herinnerde zich
hoe jaren geleden iedereen baard en snor
liet afscheren.
„Maar je wilt ze toch wel dragen om
mijnentwille - nietwaar?"
„Ik wil zelfs een varkenssnuit dragen, als
jij dat verlangt. Maar, lieve, baard en snor
groeien niet in een ommezien."
„Dat doet er niet toe. Vanmiddag houden
we de deur in elk geval op slot. Verder heb
ik nog nieuws van ander soort. Wat zou je
er wel van zeggen, als ik je vertelde, dat ik
een der roovers gevonden heb?"
„O, maar dat kun je niet, omdat je even
min als ik weet, wie zij zijn!"
„Stil. Ik geloof, dat ik een hunner gevon
den heb. Laten wij eens terug gaan naar dat
diner in den restauratiewagen. Je vertelde,
dat de man, die tegenover je zat, een dikke
man was. Had hij ook een roode gelaats-
j kleur?"
Barrett trachtte hel zich te herinneren.
„Ja, ik geloof het wel."
„En met een kleine kale plek op de kruin
van zijn hoofd?"
„Dat kan ik niet zeggen. Ik heb niet op de
kruin van zijn hoofd gelet."
„Glad geschoren?"
„Neen, hij droeg een zware, blonde snor.'!
„Precies. Toen ik zooeven de eetzaal bin
nen ging, keek ik rond, om te ontdekken,
of er ook een van de roovers was en op jou
wachtte. Er was echter niemand, tegen wien
ik achterdocht kon hebben; zelfs een dikke
man met rood gelaat, blonde snor en kleine
kale plek op het hoofd, zag er niet achter
dochtig uit.
Maar toen mijn oogen op hem vielen,
maakte zich een bijzondere gewaarwording
van mij meester, zoodat ik den kellner ver
zocht, mij een tafeltje te geven, waar ik den
man kon zien, als bij at. Hij was alleen en
hij zeidc of deed niets bijzonders tot op het
laatst, toen de kellner hem zijn pastei
bracht."
„En toen," zeide Barrett tragisch, terwijl
hij rechtop in bed ging zitten, „toen beval
hij den kellner, de kaas mee terug le nemen
en hem Cheddar kaas te brengen!"
„Dat deed hij precies, lieve Jimmie. Ik
verslikte mij bijna in mijn thee, toen ik hem
hoorde zeggen, brommende als een beer:
„Cheddar, Cheddar! Ik zeg je, breng mij
Cheddar kaas!" Eerlijk gezegd, benam het
mij den adem."
„Daar liet je het toch niet bij?" viel Bar
rett ongedufdig in.
„Dat deed ik zeker niet. Na de lunch,
terwijl het keuken-personeel je brood en
thee gereed maakte, had ik weer een klein
gesprek met den klerk, die het register ver
zorgt. Het is een aardige jongeman, Jimmie.
Ik geloof, dat hij mij de grootste geheimen
van zijn hart zou vèrtellen, als ik hem er
naar zou vragen.
Die dikke man, die zoo dol is op^Cheddar
kaas, is hier sinds laatstleden Dinsdagmor
gen Hij schijnt geïnteresseerd te zijn bij mij
nen en zegt, dat hij op iemand wacht, die
hem hier zal ontmoeten. Je zult misschien
zeggen, dat er geen bewijs is, dat hij de roo-
ver of een der roovers is. wat dan ook waar
is,
Maar toch, hij is de man, die zou kunnen
vertellen, wat er van jc geworden, is, na
dat je ie bewustzijn na het diner verlorei.
had. En niet alleen van jou, maar ook van jc
handkoffertje, dat je op den vloer tusschen
je voeten gezet had."
„Het zou beslist ongelooflijk zijn, als dat
geval van die kaas er niet was," zei Barrett.
„Maar nu schijnt de zaak zoo duidelijk mo
gelijk. Als ik slechts een paar minuten me!
dien kaasliefhebber alleen kon zijn, zou ik
hem wel dwingen, mij verschillende dingen
tc zeggen of ik zou het wel uit zijn dikke
lichaam slaan."
„Kalm blijven, lieve," waarschuwde zij.
„Laat het maar aan mij over en ik za^ alles
uitvinden, wat we noodig hebben. Jammer,
dat juist nu de detctive mij komt plagen.
We moeten ons van hem trachten te be
vrijden. En wc moeten vlug werken."
„Het is duidelijk genoeg voor mij, dat de
dikke man wacht in de hoop, dat jij hier in
Copah zult komen, opdat hij je dan aan het
gerecht kan overleveren. Maar hij kan niet
voor onbepaalden tijd wachten Daarenbo
ven zal vader over korten tijd terug komen
en we hebben heusch niet meer moeilijk
heden noodig, dan er reeds zijn."
„Hm!" zei Barrett, terwijl hij met kleine
teugjes zijn thee dronk. „Je herinnert mij
daar juist op tijd aan. Je vader zal mij ver
moorden en elke jury, boe zij ook is "sa
mengesteld, zal hem vrijspreken en te
recht ook! Hoe lang moet ik in bed blij
ven?"