UïTö^OsM D
BRIEVEN UIT FRANKRIJK.
De geheimzinnige treinroof.
P
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Maandag 9 Februari 1925
Nederland op de tentoonstelling van decoratieve kunst
Heden wordt de Engelsche nota aan Frankrijk inzake de schulden ge
publiceerd. Ook China heeft de opium-conferentie verlaten. Weer
een nieuw corruptie-schandaal in Duischland.
Onder de Radio-berichten: Het Britsche plan voor de oplossing der
Fransche schuldenkwestie. De Fransche regeering wil omtrent dit punt
een nieuwe conferentie houden. Ex-kanselier Bauer betrokken bij het
Barmat-schandaal.
Gem. buitenl. berichten,
DE LEVEND BEGRAVEN GEOLOOG.
EEN BERUCHT ROOVER AANGE
HOUDEN.
De Regeering en de Olympische
spelen
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De toestand van Mr. Schokking.
Op de kleintjes passen!
Het koffie- en theehesluii
FEUILLETON
Toen ik enkele weken geleden eenige
algemeene indrukken weergaf over de ten
toonstelling van decoratieve- en industrieele
kunst, dezen zomer in Parijs te houden, was
het scheepje met materiaal voor ons Vader-
landsche paviljoen op deze tentoonstelling
nog onderweg.
Op het terrein viel alleen de plek te ont
dekken, waar eens de Hollandsche vlag zal
wapperen. Thans is niet alleen dat scheepje
veilig de Parijsche haven binnengevaren, en
er gelost de materialen zijn reeds grooten-
deels verwerkt en statig verheft zich de
romp van ons paviljoen aan de oevers van
de Seine. Inderdaad, Holland op z'n vlugst.-
Met den ijverigen Regeeringscommissaris,
den heer de Bie Leuveling Tjeenk, zijn. wij
ons eerste bezoek gaan brengen aan dat tem
peltje van moderne kunst, waaraan Holland
sche kunstenaars in ééndrachtige samen
werking hun talenten geven en waarvan de
Hollandsche arbeiders den opbouw voltrek
ken. Zonder chauvinisme durven wij zeggen,
dat Nederland op heel bijzondere wijze voor
den dag zal komen.
De gedachte waarvan de Ned. Commissie
bij den opzet is uitgegaan is hierop ongetwij
feld van grooten invloed. Men heeft op het
aesthetische meer dan op het commercieele
den nadruk willen leggen, omdat de hooge
Fransche invoerrechten de handelsbelangen
voor ons land niet groot doen zijp, terwijl
juist de meest artistieke uiting van tbegepaste
kunst, het aanzien van Nederland in het bui
tenland kan verhoogen. De belangstelling
in de moderne kunstbeweging van Holland
ontbreekt hier zeker niet. Men behoeft op
dit punt slechts de vaklitteratuur een blik
te gunnen.
Deze tentoonstelling kan en zal die be
langstelling nog doen groeien. Dat andere
landen een andere meening hebben en net
commercieele op den voorgrond plaatsen,
valt niet te loochenen.
Dit is trouwens hun goed recht het Fran
sche program laat in deze vele wegen open.
Maar of hierdoor de schoonheid wordt be
vorderd, is een vraag, al te gemakkelijk te
beantwoorden bij een vluchtige wandeling
over de terreinen. Schorten wij echter ons
oordeel hieromtrent op tot later. Het is te
betreuren, dat elk land zijn inzending over
zooveel verschillende plaatsen moet verdee-
len. I n het bijzonder voor kleine landen, als
Nederland, die met bescheiden ruimte en
middelen moeten woekeren, is deze verbrok
keling over 3 a 4 plaatsen niet in het voordeel.
Zeker zou de eventueele inzending als
geheel een beteren indruk maken, wanneer
zij samengevoegd kan worden.
De Franschen hebben den opzet nu een
maal zoo gemaakt. Niets aan te doen. Hoe
uitgestrekt de tentoonstellingsterreinen ook
zijn, voor het Ned. paviljoen kon slechts een
oppervlakte van 170 M2. ter beschikking
worden gesteld. Deze was te klein om een
expositie-ruimte te scheppen. De Ned. Com
missie heeft dan ook de goede gedachte ge
had dit paviljoen niet als zoodanig te benut
ten, dit alweer in tegenstelling met de meeste
landen, die overeenkomstig de beschrijving
van de Fransche ontwerpers, deze paviljoens
voor collectieve inzendingen hebben bestemd.
Zonder twijfel zal men dan ook in breeden
kring vreemd staan tegenover het Holland
sche paviljoen, dat op zichzelf alleen uit
drukking wil geven aan schoonheid van
toegepaste kunst en geen dienst zal doen als
het mogelijk de kunstwerken te toonen daar»
waar ze gedacht zijn.
En voor deze werken werden dan ook
speciale opdrachten gegeven. Doe moeilijke
taak van zaalschikking is opgedragen aan
den architect Wijdeveld. Hoogst belangrijk
beloven de inzendingen van beeldhouwwerk,
bouw-beeldhouwwerk en kleine plastiek, te
worden, al kunnen uit den aard der zaak de
werken, die aan de gebouwen zijn uitgevoerd,
alleen in gipsafgietsel worden getoond.
Ook de glas-in-lood-ramen en wandschil
deringen moeten noodwendig aan beteekenis
verliezen, waar zij buiten de bestemming
dienen beoordeeld.
Maar aan deze bezwaren zal door kundige
en artistieke leiders voor een groot deel
worden tegemoet gekomen, door schepping
van een milieu dat in zijn geheel aan de in
zendingen zich zal aanpassen.
Is de afdeeling meubelen in de laatste
weken belangrijk versterkt, volgens onzen
Regeeringscommissaris, in de afdeeling der
graphische kunsten, boekkunst, ceramiek,
textiel en bewerkt metaal zijn de aanmeldin
gen zeer talrijk, zoodat de jury veel zal moeten
afwijzen.
Hoe belangrijk al die afdeelingen ook zul
len zijn, het Paviljoen zal niettemin het
middelpunt der belangstelling uitmaken.
De architect Staal heeft er naar gestreefd
bij den bouw, met zijn medewerkers, de
beeldhouwers en decoratieve kunstenaars
tot één geheel te komen. En voor zoover wij
ons nu reeds een oordeel kunnen vormen,
komt het ons voor, dat hij daarin uitnemend
zal slagen.
Op zich zelf krijgt het Ned. Paviljoen
reeds een bijzonder en geheel eigen cachet,
waar bijna allé overige 80 paviljoens en het
meerendeel der gebouwen op deze tentoon
stelling evenals de hoofdingang van stuc.-
werk ^vorden.
In een dergelijke omgeving valt de schit
terende kleur van ons nationale, rooden bak
steen materiaal direct op.
De glans en de gloed die er van uitstralen
zijn een lust der oogen. En de aannemer,
de firma Alberts, zoowel als de Hollandsche
metselaars verdienen een pluimpje voor de
wijze waarop zij dit materiaal weten te ver
werken.
Een paar vijvers zijn ontworpen vóór den
voorgevel van het paviljoen, terwijl een mo
numentale bank aan de entree van het ter-
reintje zal worden geplaatst, als drager van
onze Vaderlandsche driekleur. Die vijvers
vooral kunnen de architectonische werking
van dit gebouwtje verhoogen en de schoon
heid beter doen uitkomen.
Hoewel het een van zelf sprekende eisch
lijkt, dat bij het maken van de ontwerpen in
de eerste plaats gelet wordt op de omgeving,
hier in het bijzonder de boomen, valt het op
dat slechts weinig architecten dit begepen
hebben.
Ook niet onze naaste buren Tsjecho-
Slowakije en Polen.
Reeds nu is te zien, dat de kapvorm van
het Ned. Paviljoen zich prachtig tegen de
boomenrijen zal aansluiten.
In het interieur zal de lichtwerking, dank
zij de breede vensters in lood een zeer bij
zondere worden.
Waar kort geleden bepaald is dat de ten
toonstelling ook des avonds geopend zal
blijven, heeft ook de electrische verlichting
een punt van ernstige bestudeering uit-
expositie-lokaal of artistieke bergplaats van gemaakt,
meubelen. De oplossing schijnt reeds op zeer vernuf-
De zalen, die daartoe zulien dienen, zijn tige wijze gevonden,
op eenigen afstand in het „Grand Palais" Tot slot de verzekering, dat het Ned.
gelegen, terwijl ook aan de overzijde van de Paviljoen op 15 April a.s. den openingsdag,
Seine nog een zaal in gebruik zal worden geheel gereed zal zijn.
genomen.
Vooropgesteld, dat toegepaste kunst in
tentoonstellingszalen feitelijk uit den booze
is, wordt er naar gestreefd de inzendingen
dusdanig te plaatsen, dat zij nog het aller
minst aan hun oorspronkelijke bestemming!
beantwoorden. Alleen aan het paviljoen is
Ook hierin zal het boven vele andere uit
blinken.
Eer het zoover gekomen is, komen wij
nog wel op de expositie terug.
Parijs, 4 Februari 1925.
Mr. P. v. S.
L//- -
De quaestie der interge-
allieerde schulden.
De Britsche ambassadeur te Parijs heeft
tiet Engelsche antwoord inzake de schul-
denquaestie Zaterdagmiddag 4 uur aan
Herriot overhandigd. Het is in zeer vriend-
schappelijken toon gesteld en de inhoud
zou afwijken van de reeds door verschillende
buiteniandsche agentschappen gepubliceerde
overzichten. Het zal heden te Parijs en Lon
den worden gepubliceerd.
De opiumconferentie.
De Chineesche delegatie heeft in een
brief aan den president der opiumconferentie
medegedeeld, dat zij eveneens zich terug
trekt wegens de onmogelijkheid om tot
overeenstemming te komen inzake de quaes
tie van de toebereide opium.
De Chineesche delegatie woonde de och
tendzitting reeds niet meer bij.
In de plenaire zitting der opiumconferentie
deed Zaterdag de president voorlezing van
de brieven der Amerikaansche en der Chi
neesche delegatie nopens haar terugtrekking
van de conferentie, doch hij sprak de hoop
uit, dat deze niettemin haar werkzaamheden
tot een goed einde zou kunnen brengen.
Loudon (Ned.) verklaarde, dat het ver
trek der Amerikaansche delegatie het gevolg
was van een misverstand, dat reeds in 1923
was ontstaan in de adviseerende commissie
voor het opium. De onmogelijkheid om tot
overeenstemming te komen was nog toege
nomen door de omstandigheid, dat de Ame
rikaansche delegatie vaste instructies heeft
zonder eenige soepelheid. De conferentie
moet onvermijdelijk mislukken indien een
der partijen met een imperatief mandaat
komt om haar wil aan de andere op te leg
gen onder bedreiging met een afbreken der
besprekingen. De toestand is nog verergerd,
doordat Porter nimmer de moeite heeft ge
nomen zijn standpunt uiteen te zetten of
de argumenten zijner tegenstanders te be
antwoorden. Loudon acht het incident te be
treuren maar meent, dat het de zaak van
den Volkenbo ld niet kan benadeelen.
Lord Cecil betreurde eveneens het vertrek
der Amerikaansche delegatie. Maar ook zon
der haar, aldus spr., zullen wij het werk
voortzetten, in het Vertrouwen dat het recht
zal zegevieren.
Daladier, de Fransche minister van kolo
niën, sloot zich hierbij aan. Hij betreurde
verder, dat China niet heeft geantwoord op
zijn scherp omlijnde vragen inzake de
opiumcultuur, maar eveneens de conferentie
heeft verlaten. Ik ben overtuigd, aldus spr.,
dat de opiumproduceerende landen er voor
taan krachtig naar zullen streven de cultuur
van opium voor onwettige doeleinden te
controleeren, te beperken en ten slotte vol
komen te onderdrukken.
De Berlijnsche schandalen.
Steeds duidelijk begint het te worden, dat
de affaire van de Depositen und Handels
bank geen heel mooi zaakje is. Men weet,
dat de beide directeuren van deze instelling
in den inflatietijd er ondanks hun slechte
reputatie in geslaagd waren door het rijks-
postministerie in casu den rijkspostmi-
nister dr. Höfle met den aankoop van
goud te worden belast. Tot dat einde had
den zij zeer groote credieten van het rijks-
postministerie gekregen. Voor dit geld koch
ten ze niet onmiddellijk goud, doch zij leen
den het eerst tegen woekerrente uit. Op de
ze wijze hadden zij bij herhaling meer dan
een half millioen goudmark per dag ver
diend.
Niet tevreden met deze verdienste waren
ze er in geslaagd het rijksministerie van ver
keer te bewegen hen in Nederland goud te
laten koopen. Op 17 December 1923 hebben
ze bij het rijksministerie van verkeer een
factuur ingediend, waarop voor deze 1000
kilo goud een bedrag van 5.4 trillioen mark
in rekening werd gebracht. Dit goud werd
echter nooit geleverd.
Nadat de beide directeuren met medene
ming van zeer aanzienlijke middelen naar
het buitenland waren gevlucht, werd de
„Geheimer Hof- und FinanzratWeber
de later beruchte „Spritweber belast
met de reorganisatie der bank. Deze reor
ganisatie bestond in het opnemen van een
nieuw crediet bij de rijkspost van 5 millioen
goudmark.
Naar een Berlijnsch correspondentiebu
reau meldt, hebben de directeuren Wolpen
en Klikottka bovendien het geheele op de
rijkspostcredieten betrekking heobende ma
teriaal mee naar Nederland genomen, en zou
Klikottka zich zelfs als Nederlander hebben
naturaliseeren.
Het „Berliner Tageblatt" maakt melding
van een nieuw regeeringsschandaal. Onmid-
delijk na de bezetting van het Ruhrgebied
zou het rijksministerie van economie uit een
„hulpkas" enorme bedragen aan de groot
industrie hebben geleend. Toen de industrie
tengevolge van de Ruhractie met steeds groo-
ter moeilijkheden te kampen had, zijn uit
deze hulpkas geweldige credieten gegeven,
die echter niet op een waardevasten grond
slag werden berekend. Op deze wijze zou
reeds destijds door de rijks regeering meer
dan twee milliard goudmark aan de Ruhr-
industrie zijn geschonken. Het „Tageblatt"
dringt er op aan, dat een nauwgezet onder
zoek zal worden ingesteld.
Weken en wekenlang duren nu al de ont
hullingen over de Duitsche corruptieschan
dalen voort. En het is niet veel moois wat
daarbij aan het licht komt, al is het dan ook
wel zeker dat er bij deze onhullingen heel
veel is, dat alleen grond vindt in de be
geerte om politieke tegenstanders te com-
promitteeren en hun partij daardoor afbreuk
te doen. Met een door partijhaat ten zeerste
geprikkelden ijver maken de conservatieven,
en de communisten aan den anderen kant,
van de zaak Barmat (zooals te voren van die
van Kutisker) gebruik om de socialisten een
duchtigen klap toe te brengen en hun pres
tige bij het volk te ondermijnen. Daaraan
is geen twijfel. Maar zoo langzamerhand
blijkt het, dat er in hun beschuldigingen toch
ook veel waarheid is en dat de socialisten
geenszins zoo zuiver zijn, als deze zelf wel
beweren. Zij hebben blijkbaar hun voor vele
socialistische voormannen bezwarend ma
teriaal aanvankelijk achter gehouden, ten
einde tegenspraken en ontkenningen uit te
lokken, die ze dan weer kunnen weerleggen
met de bewijsstukken welke ze nog achter de
hand hebben. Zoo treft de steek die men den
tegenstander wil toebrengen dieper.
Zeker is het onbillijk om de fouten en te
kortkomingen van enkelingen aan een ge
heele partij te verwijten. Maar de socialisten
die in de propaganda tegen hun tegenstan
ders gewoonlijk evenmin heel kieskeurig zijn
in hun middelen en bij fouten van deze ook
gaarne generaliseeren, hebben al heel wei
nig recht zich te beklagen nu deze strijdme-
thode ook tegen hen wordtt oegepast. Het
geen natuurlijk niet wegneemt, dat deze me
thoden te veroordeelen zijn. Bij den feilen
partijstrijd in Duitschland echter gelden deze
overwegingen" met. Men gaat elkaar te lijf,
zonder zich angstvallig af te vragen hoe. In
den aanval op de socialisten hebben, nu de
rechtschen een succes te boeken. De heer
Gti t.iv Bauer, sociaal-democratisch afgevaar
digde, oud-minister van financiën en oud-
rijkskanse'ier is in politieken zin geguilloti
neerd. Hij is in de zaak-Barmat ernstig ge
compromitteerd en heeft thans nu de
„Lokal Anzeiger" met de bewijzen voor den
dag is gekomen moeten erkennen, dat hij
de vorige week voor de commissie van onder
zoek uit den Pruisischen Landdag onwaar
heid sprak, toen hij ontkende eenig gelde
lijk voordeel van zijn relatiën met Bar
mat te hebben genoten. Bauer heeft zijn
mandaat als lid van den Rijksdag neerge
legden zijn politieke ro! zal wel uitge
speeld zijn.
De eerste Maar ook de eenige, die als
slachtoffer van de na-oorlogsche corruptie
zal vallen? Wie weet welke verdere onaan
gename verrassingen nog in petto worden
gehouden.
Bauer, die voor den oorlog in de vakbewe
ging een «voorname plaats innam, trad in Oc
tober 1918 in het kabinet van prins Max van
t Baden als minister van arbeid op. Na de re
volutie behield hij dit ambt. In 1919 toen de
heer Scheidemann, die liever zon hand liet
verdorren dan het verdrag van Versailles te
teekenen, aftrad, volgde Bauer dezen op als
rijkskanselier. Niet wellicht omdat hij door
zijn bekwaamheden hiervoor de aangewezen
man was, maar wijl hij bereid was de verant
woordelijkheid voor de aanvaarding van het
Vredesverdrag te dragen. In het ministerie
van Hermann Muller en later in 1921 nog in
het kabinet-Wirth trad Bauer als minister
van financiën op. Hij, de in 1870 geboren
politicus zou in een democratisch Duitsch
land wellicht nog een schoone toekomst voor
zich gehad hebben hij was althans een der
weinige socialisten die over regeeringserva-
ringen beschikten. Aan deze loopbaan is nu
echter een einde gemaakt.
KARDINAAAL DUBOIS OVER DE
VERHOUDING TOT HET VATIKAAN.
Tegenover een medewerker van de „Excel
sior" heeft kardinaal Dubois, Aartsbisschop
van Parijs, eenige opmerkingen gemaakt
over de opheffing van het Fransche gezant
schap bij het Vatikaan en het handhaven
van een vertegenwoordiger te Rome ter be
hartiging van de speciale belangen van El-
zas-Lotharingen.
De kardinaal zeide dat er in de diploma
tieke geschiedenis geen precedent is van het
afschaffen van een gezantschap, wanneer de
souverein, waarbij de gezant geaccrediteerd
is, niet een onvriendelijke daad jegens het
betrokken land heeft gepleegd. Indien het
concordaat de regeering ten opzichte van
Elzas-Lotharingen in moeilijkheden bracht,
dan zou juist het gezantschap bij het Vati
kaan een geschikt lichaam zijn geweest om
met den Heiligen Stoel te onderhandelen.
In art. 17 van het Concordaat van 1801
werd bepaald dat iri geval de opvolgers van
den Eersten Consul (Bonaparte) geen
Roomsch-Katholieken zouden zijn, de benoe
ming in de bisdommen door een nieuwe
conventie zou worden geregeld. Indien de
Paus van dit artikel gebruik zou willen ma
ken, zou hij de Fransche regeering de voor
deelen van het Concordaat kunnen ontne
men en zelf de bisschoppen in Elzas en Lo
tharingen benoemen.
Kardinaal Dubois verklaarde, dat de poli
tiek der Fransche regeering tegenover de
Kerk oprechtheid mist.
DE FRANSCHE GRAAN- EN BROOD
VOORZIENING.
Het door de Fransche regeering ingediende
wetsontwerp inzake de graaiivoqrziening be
paalt dat de graanproducenten verplicht zijn
de voorraden graan, welke zij in hun bezit
hebben, op te geven. De producenten en ver-
koopers zijn allen onderworpen aan controle
van de agenten van cjpn staat. Het ontwerp
voorziet, in geval dit niet geschiedt of in
dien er een valsche verklaring wordt afge
legd, in boeten, terwijl de rechtbank de le
vering van het graan kan verordenen vol
gens de bij decreet vastgestelde voorwaar
den.
Het wetsontwerp voorziet voorts in een
eventueel verbod van het gebruik van meel
en gist voor banketbakkerijen en het sluiten
der bakkerijen op één dag in de week. Het
machtigt teneinde de voorziening van het
land te verzekeren, tot den aankoop van in-
landsche granen tegen door het ministerie
vastgestelde prijzen. Dit ministerie kan doen
overgaan tot het aankoopen van buiten-
landsch graan of graan uit de koloniën, als
mede tot de verdeeling er van, en kan alle
maatregelen nemen, bestemd om den invoer
van broodgraan te vergemakkelijken.
Het wetsontwerp machtigt tot het openen
van een crediet van 100 millioen francs voor
den aanleg van een graanvoorraad, en het
bepaalt dat de toepassing der wet den 15en
Augustus 1925 zal eindigen.
DE VERONGELUKTE VLIEGER VAN
SAINT-PIERRE-VAA ST.
Een maand geleden werd, naar men zich
herinnert, in het bosch van Saint-Pierre-Vaast
in het gebied van de Somme, onder de over
blijfselen van een vliegtuig het geraamte van
een vliegofficier gevonden. In dit tot een
onherbergzaam oord veranderde bosch, waar
in den oorlog gedurende vele weken met on
gekende felheid is gevochten, was tot voor
kort niemand meer doorgedrongen.
Met behulp van enkele voorwerpen, die
zich op het geraamte bevonden, kon de iden
titeit worden vastgesteld. Het is de 30-jarige
vlieger Franfois Roman, bestuurder van een
Nieuwpoort-vliegtuig, dat den 24en Sep
tember 1916 na een botsing met een Duitsch
vliegtuig neerstortte.
Ör> eenigen afstand werd inderdaad ook
het Duitsche vliegtuig met het lijk van den
bestuurder gevonden.
ONSCHULDIG VEROORDEELD.
In het jaar 1909 werd te Neuhof, nabij
Münsterberg, een meisje -sermoord. Tyans
is gebleken, dat de beruchte massamoorde
naar Denkë haar gedood moet hebben het
geen men afleidt uit de wijze waarop toen
het lijk verminkt was.)
In 1909 werd een slager als dader veroor
deeld tot 15 jaar tuchthuis. De man fce;ft al
tijd zijn onschuld volgehouden.
Later draadlooze berichten meiden weer
dat Floyd Collins die door instorting van
een grot in Kentucky levend werd begraven,
nog leeft maar nog steeds niet is bevrijd.
Vijfenzeventig personen zouden bezig zijn
een nieuwe tunnel te graven om hem te be
reiken. Door de kleine opening die reeds ge
maakt is zou men hem met een hond voedsel
hebben toegezonden.
Te Hamburg is volgens de Duitsche bla-
hoop op algeheel herstel volstrekt niet te
worden opgegeven meldt het blad.
De Rijksbijdrage van een millioen.
Thans is ingediend het reeds aangekondig
de wetsontwerp tot verhooging van 't hoofd
hoofdstuk der begrooting van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen voor 1925,
strekkende tot het verleenen van een bii-
drage van 250.000 aan het Ned. Olympisch
Comité in de kosten van de voorbereiding»
en het doen houden van de Olympische Spe
len in 1928 te Amsterdam
In de Memorie van Toelichting -wordt op
gemerkt, dat het Internationaal Olymoisch
Comité dit jaar van 26 tot 28 .Mei te Praag
bijeenkomt en daar tevens een congres zal
houden waar de afgevaardigden van alle
staten de definitieve regeling der Negerde
Olympiade te Amsterdam zullen vaststellen.
De Nederlandsche afgevaardigden zullen
aldaar de namens Nederland in 1923 te
Rome gedane toezegging hebben gestand ie
doen en de verklaring hebben af fe leggen,
i 6 liclIilUUrg lh VUlgUllP V-AC- L/IUI.'UUC Ulh UV/tll vu »v»niun«;, 1 i
de:i de beruchte Roemeensche rooverhoofd- dat Nederland bij machte is. zoowel de tech-
11fn z-. /-> I - - H/-> 1 z tn r? nn ticIÏ
man Terente, die geruimen tijd de Do-
broedsja onveilig maakte en over Bulgarije
wist te ontkomen, gearresteerd op het oogen-
blik, dat hij zich aan boord van een schip,
I dat naar Amerika vertrok, wilde begeven.
DE RUSSISCHE PLVV. MINISTER
VAN OORLOG.
Tot plaatsvervanger van den Russischen
volkscommissaris van oorlog en marine is
Unschücht benoemd. (Unschlicht was reeds
van 1918 tot 1920 militair bevelhebber op
verschillende punten.)
DE CHINEESCHE EENHEIDSCON
FERENTIE.
De zoogenaamde conferentie voor de een
nische als de financieele regeling op zich
te nemen.
Minister De Visser zegt. dat de voorbe
reiding der Olympiade een zaak van groote
nationale beteekenis is en dat daarom mét
de verleening-van regeeringssteun zeer groo
te b'elangen gemoeid zijn.
De kosten zijn beraamd op twee millioen
gulden. Een rijksbijdrage op de helft van dit
bedrag acht de regeering alleszins gerecht
vaardigd. Deze bijdrage kan verdeeld wor
den over de jaren 19251928, telkens tot
een gelijk bedrag. Vandaar het voorstel om
op de slaatsbegrooting voor 1925 voor dit
doel een subsidie van 250.000 gulden uit te
trekken. Deze jaarlijksche som is te beschou
wen als een maximum. Zij zal niet ten volle
besteed behoeven te worden, wanneer de
bijdragen van andere zijde, waaromtrent tot
dusver nog geen zekerheid bestaat, de ra-
JL>e zoogenaamue cumeicnuc vuui uo dusver nog geen zekerlieid Bestaat, de ra-
heid van China te Peking, waardoor men 1 m;ng der ontvangsten ten goede zullen ko-
hoopte een eind te maken aan de inwendige men.
geschillen in het rijk, is blijkens een draad
loos bericht voor zij goed en wel georga
niseerd was op groote oneenigheid uitge
jloopen. De volgelingen van dr Soen Yat ^"^indschrijVen'gezönden aan de
1 Sen, het hoofd der regeenag van Zt hoo{den van dienst, waarin het departement
j China, weigerden er aan deel_te nemen om- med(>_dec]{_ door de AiÉemeene Rekenkamer
i dat het plan van dr. Soen Yat Sen inzake
j een „volksconferentie" niet tot grondslag
was genomen.
DE MOORD OP DEN SIRDAR.
j Uit Kairo wordt gemeld, dat de gerech-
telijke geneeskundige constateerde dat van
de bij de twee onlangs gearresteerde verdach
ten gevonden wapens een revolver bij den
moord op den Sirdar een rol speelde.
VRIJLATING VAN DUIZEND VER
OORDEELDEN.
Uit Kaapstad wordt volgens een draadloos
bericht gemeld, dat Zaterdag duizend veroor
deelden uit de Zuid-Afrikaansche gevange
nissen zijn ontslagen. De minister van justi
tie, Tielman Roos, heeft bevel gegeven aan
alle gevangenissen om onmiddellijk alle ge
vangenen vrij te laten, die vóór 31 December
veroordeeld werden tot van drie tot zes maan
den gevangenisstraf wegens overtreding der
drankwetten. De gevangenisambtenaren wa
ren zeer verbaasd maar genoopt het bevel
op te volgen.
VRIJM AKING DER SLAVEN IN NEPAL
Gemeld wordt, dat de Maharadja van
Nepal, een der grensstaten van Indië,
85.000 pond sterling heeft gegeven voor de
vrijmaking der slaven in Nepal, wier aantal
meer dan 50.000 bedraagt.
Naar nog draadloos uit Londen gemeld
wordt is de slavenhandel in Nepal thans ver
boden. De tegenwoordige slaven zullen bij
gedeelten worden vrijgelaten. Hun eigenaars
zullen tegen den „marktprijs" uit de schat
kist vergoeding krijgen. Na hun bevrijding
blijven de gewezen slaven zeven jaar leer
ling van hun vroegere eigenaars zij zullen
voor hun werk worden betaald.
EEN NIEUWE ROBIJNENMIJN IN
BIRMA.
Naar draadloos gemeld wordt is er te
Upper Gurdu in het district Mogok in Bir
ma een nieuwe robijnenmijn ontdekt, die
prachtige steenen oplevert. Inboorlingen en
vreemdelingen stroomen er heen als weleer
naar Klondike.
ONGELUK IN EEN FILMATELIER.
In een filmatelier in New Jersey is een
muur ingestort tengevolge van de ontplof
fing van een reservoir gevuld met ammoniak,
waarbij een persoon werd gedood en twintig
werden gewond. De materieele schade wordt
op een millioen dollar geschat.
In 1923 bedroeg, volgens de laatste sta
tistieken de brandschade in de V.S. meer
dan 500 millioen dollar.
In Oregon is door overstrooming in de
buurt van Vale het verlies veroorzaakt van
3000 schapen en 500 runderen. De schade
bedraagt ongeveer 250.000 dollar.
Naar „DeNederlander" mededeelt, is de
toestand van mr. Schokking vrijwel onver
anderd gebleven. Al zal het ziekte-proces
wel zeer geruimen tijd duren, behoeft de
Het ministerie van Financiën heeft korte-
mededeelt, door de Algemeene Rekenkamer
er opmerkzaam op te zijn gemaakt, dat
schoorsteenvegers bij circulaire lagere prij
zen vragen dan 0.75 per schoorsteen. De
aandacht is op deze belangrijke kwestie
gevallen, doordat op een declaratie dit be
drag van 0.75 in rekening was gebracht.
In verband met deze vingerwijzing draagt
de minister aan de hoofden van dienst op,
bij voorkomende gelegenheden prijsopgaaf
te verzoeken bij een drietal schoorsteen
vegers, ter verkrijging van concurreerende
aanbiedingen. Ook ambténaren wier dienst
is gehuisvest in gebouwen zonder schoor
steen, hebben exemplaren van deze mini-
sterieele aanschrijving ontvangen.
TOEPASSING DER WARENWET.
In het Staatsblad is opgenomen het K. B.
van 13 Januari, tot toepassing van de artt.
14 en 15 der Warenwet op koffie en thee.
Aangeduid mag uitsluitend en moet wor
den met den naam:
Ongebrande koffie, de deugdelijke zaad
kernen van sporten van het geslacht Coflea,
Koffie of gebrande koffie, de gerooste
deugdelijke zaadkernen van soorten van het
geslacht Coffea. Bij of na het roosten mogen
de in art. 8 onder 7 genoemde glansmidde
len worden gebruikt.
Koffie mag als coffeïnevrij worden aan
geduid, zoo het gehalte aan coffeïne mindei
bedraagt dan 0.01 pCt.
Gemalen koffie of gruiskoffie, de gebrande
koffie, welke in verkleinden toestand i»
gebracht.
Kofie-extract, het product, verkregen,
door de koffie uit te trekken en na filtratie
al of niet uit te dampen.
Peekoffie, de al of niet onder toevoeging
van geringe hoeveelheden spijsolie of vet,
gerooste en vermalen, deugdelijke. voora.
goed gereinigde wortels van Cichorim Inty-
bus L.
Cichorei, peekoffie, welke bereid is on
der toevoeging van geringe hoeveelheden
zetmeeistrocp.
Eikelkoffie, de gerooste, deugdelijke, goert
gereinigde zaadkernen van soorten van het
geslacht Quercus.
Moutkoffie, de gerooste, al of niet s®01
gekiemde, deugdelijke, goed gereinigi.a
vruchten van tarwe, rogge haver of gerst.
Koffiestroop, het product verkregen 1 1
het branden van huishoudstroop, keuken
stroop, melasse en/of zeimeelstroop.
Koffiesurrogaat of namaakkoffie, alle ar.-
dere dan de onder 5 tot en met 9 genOemc
waren, alsmede mengsels van de onder 5 tt i
en met 10 genoemde waren, die in den har
del voorkomen, met het doel om koffie l«
vervangen of met (gemaken) koffie ge
mengd te worden gebruikt.
Aangeduid mag uitsluiten en moet wor
den met den naam:
Thee, de bladknoppen en jonge blader
van verschillende soorten van het geslacht
Thea, welke op de gebruikelijke wijze door
verflenzen, rollen, al of niet fermenteeren en
roosten zijn toebereid.
Theesurrogaat of namaakthee. het product,
dat in den handel wordt gebracht, kennelijk
met het doel, om thee te vervangen, of met
thee gemengd te worden gebruikt.
Ten aanzien van de mengsels van thee
met theesurrogaat, geldt evenals ten op
zichte van de koffie, de bepaling, dat het
percentage van'het mengsel duidelijk moet
werden aangduid, bijv. „thee met 40 pCt.
theesurrogaat".
In het besluit is van ieder der bovenge
noemde waren vermeld, aan welke eiscben
zij moeten voldoen.
Vrij naar het Engelsch.
f9 i
„En daar verloor je hem uit het oog, viel
Barrett in.
„Wacht even! Je weet nog niet, wat een
vindingrijk persoon je hebt getrouwd, lieve
Jimmie. De garage is op de laagste helling
van den grond en aan die zijde is een hooge
haag inplaats van 'n geheele omheining Aan
het einde er van is een open plek met zeer
veel pijnboomen. Ik sloop tusschen de boo
men door en ging zoo dicht mogelijk langs
de haag naar de andere zijde der garage.
De haag is zoo dik, dat ik niet veel kon
zien, maar ik stond dicht genoeg bij, om
twee mannen met elkaar te hooren praten.
Een hunner was de Cheddar-man ik kon
hem aan zijn stem herkennen. De ander had
een stem als van een zaag, welke door een
stuk hout gaat en hij vloekte veel."
„Kon je verstaan, wat ze zeiden?"
„Niet alles. Maar zij hadden ruzie over
iets dat was duidelijk genoeg. De vloe
kende man zeide, dat er voor den drommel
geen enkele reden was, om langer te wach
ten; dat, als zij langer wachtten, er nog iets
verloren zou worden. Toen zeiden zij beiden
iets over „vogels". De Cha'War-man vroeg,
of er ook vogels geweest waren en de ander
zei: „Ja, een." Dan vloekte hij op een der
den persoon, wiens naam echter niet ge
noemd werd en van wien hij zeide, dat die
persoon zelfs het kruit niet waard was, om
hem naar dc andere wereld te helpen."
„En dit alles viel voor, zooals je zei, bij
de garage van een leeg huis?" informeerde
Barrett. „Dat lijkt op zich zelf nog al ver
dacht, vind je niet?"
„Vrijwel! Maar er was meer. De vloeken
de man zeide, dat hij het einde van zijn ge
duld bereikt had; dat hij wilde weg gaan en
„zijn aandeel opeischte", zonder verderen
tijd te verliezen, alvorens iemand anders
„verstandig werd en het zou komen halen."
De Cheddar-man schold hem uit en zeide,
dat hij te veel praatte, waarop de andere
man nog erger ging vloeken en zeide, dat een
van de „stedelijke honden" reeds rondge
zworven had en vragen had gesteld, wiens
auto in de garage stond en welk nummer zij
had. Wat bedoelde bij met „honden", Jim
mie?"
„Politie. Zij zochten waarschijnlijk naar
een gestolen auto. Was er nog iets meer?"
„Nog iets. De Cheddar-man zeide, dat zij
zouden wachten tot tien uur vanavond; dat
zij de baan vrij konden maken voor morgen.
Als om tien uur niet meer vogels waren bin
nengekomen, zouden zij weg gaan. Maar het
was vrij duidelijk, dat hij hoopte, dat er
meer vogels zouden zijn."
Barrett had zijn diner beëindigd en zette
het Mad op zii
„Als we op het rechte spoor zijn of al-
thans op eenig spoor, is het verder de taak j
van een man, dit zaakje op te knappen," zei
hij vastberaden. „Als je_ mij even mijn klee-
ren aan wilt geven....
„O, wacht even,", protesteerde zij. „Je
hebt nog niet alles gehoord. Nadat zij tot
eenige overeenstemming waren gekomen
omtrent van avond en de ontevreden
man nog vloekte over dit nieuwe uitstel,
hoorde ik de garage-deur dichtslaan en ging
de dikke man langs de andere zijde van de
heg weg. Ik wachtte, tot ik er zeker van was,
dat hij uit het gezicht was verdwenen en
ging toen heen, zoo gauw ik kon, zeer ver
heugd, dat ik naar Ögden om geld getele
grafeerd had."
„Zeker, omdat je nu detectives in den arm
kon nemen, die hen beiden zou arrestee
ren?"
„Niets daarvan. Las je de courant niet van
morgen?"
„Jawel," zeide Barrett, nog denkende aan
de koude rillingen, welke het lezen van het
bericht hem bezorgd hadden.
„Wel, weet je dan niet meer, dat een be
looning van tienduizend dollars is uitgeloofd,
voor je opsporing, voor de ontdekking van
het geld of voor beide?'
„Ik lees het nog, al zou ik mijn oogen
dicht hebben,"
„Ik ook en ik meende, dat wij jij en ik
beter die tienduizend dollars zouden kun
nen gebruiken, dan welke detective ook.
Daarom ging ik "aar een agentschao "an
automobielen en kocht de mooiste auto,
welke je ooit gezien hebt een „Stephen
son". Ik zeide den man, dat hij haar 'dade
lijk in orde moest maken, want dat we haar
noodig hadden dat wij juist getrouwd wa
ren en van plan waren, een huwelijksreisje
te maken."
„Om 's Hemels wil!" hijgde Barrett. „Wat
ter wereld...."
„Dat zou iedereen zeggen, niet waar?"
viel zij 'hem bij. „Maar ik liet het niet bij
het koopen van de auto. Ik haastte mij ver
der naar een winkel in ijzerwaren en kocht
de fraaiste revolvers, welke je ooit onder de
oogen ghead heb, alsmede een electrische
zaklantaarn. Ik beval den man, ze met de
patronen in een kartonnen doos in te pak
ken en aan hel hotel te bezorgen Ze zijn nu
beneden in de garderobe."
Tot hiertoe had Barrett zijn best gedaan,
zooveel mogelijk te zwijgen, als iemand, die
zijn leven heeft doorgebracht in beschaafde
omgeving en die nu verwonderlijke avontu
ren in courantenkolommen leest. Maar nu
kon hij zich niet langer inhouden en zei:
„Als er soms geschoten moet worden, zal
ik zeker geen goed schutter zijn. Ik heb nog
nooit van mijn leven een revolver afge
vuurd,"
„Dat is voor de toekomst," zei zij ernstig.
„Als we tijd hadden, zou ik het je kunnen
leeren en dat zal ik den een of anderen dag
ook wel doen. Maar op het oogenblik is er
nog wat anders te bespreken. Nadat ik de
auto «te revolvers dekn„ht had. haastte
ik mij naar de menschen» die het huis te
koop gezet hadden. Zij noemden mij den
prijs en zoo meer wat wel van geen belang
was, maar ik moest er naar luisteren en
verklaarden, dat de garage tijdelijk verhuurd
was aan een man uit Denver, die slechts
voor enkele dagen een beschutting voor zijn
auto wilde hebben. Men had hem voor
eenigen tijd de beschikking over het huis
zoowel als over de garage gegeven."
„En toen?"
„Toen keerde ik naar het hotel terug.
Toen ik door de voorzaal ging, stapte de
klerk achter zijn lessenaar Vandaan en
vroeg, mij te mogen voorstellen aan zekeren
Mr. Simmons. Én eerlijk waar, Jimmie, ik
dacht, dat ik mijn bewustzijn verloor, toen ik
zag, dat Mr. Simmons de detective was,
waarover de klerk mij na dc lunch gespro
ken had; de man, die jouw naam in het re
gister had gevonden en zooveel vragen om
trent jou gesteld had."
„Dat kan ik mij heel goed begrijpen, dat
je bijna Hauw viel," merkte Barrett op. „Wat
moest hij van je hebben?"
„Hij was zeer beleefd en verontschuldigde
zich. Hij zeide, dat hij den naam van mijn
echtgenoot in het register had gelezen en
dat hij zich eiken dag verwonderd afge
vraagd had, of mijn Mr, Baxter was de Jim
mie Baxter, dien hij kende uit Chattanooga.
Natuurlijk durfde ik hem niet te zeggen, dat
jij dat niet was; hij zou mij den in een
oogenblik tijds in de grootste verwarring
hebben kunnen brengen. ilc dat gezegd
ihad. Ik speelde dus mijn rol zoo goed, as.
ik kon; ik zeide dus, dat je het was, dat je
van Chattanooga afkomstig was; ofschoon je
er nu a! geruimen tijd niet meer geweesi
Was ik hoop, dat dit geen al te onbe
schaamde leugen was en voegde er bij,
dat het mij speet, dat je te ziek was, om
iemand te ontvangen. Hij zeide, dat hij het
ook betreurde, dat je ziek was, maar dat,
als je zijn Jimmie Baxter was, hij er zeker
van was, dat je hem een paar minuien zou
willen ontvangen en hij je misschien wel wat
op kon vroolijken.
Ik zag, dat hij vastbesloten was tot het
brengen van een bezoek en dat hij, als !/lj
niet met eerlijke middelen zijn doel kon
bereiken, hij andere wegen zou bewande
len en waarschijnlijk met succes. Ik zeide
hem dus, dat ik dacht, dat je sliep, maai
dat, als je wakker werd en je je goed ge
voelde later op den avond, ik het hem zou
laten weten."
Barrett zonk in dc kussens terug.
„O Hemel, nu heeft alles afgedaan," zei
hij. „Hij zal waarschijnlijk een portret van
mij in zijn zak hebben.
„Wacht nu," zeide zij weer. „Nadat hij
mij bedankt had en gezegd, dat hij var
avond op mij zou wachten, kwam ik in de
lift op een idee en ging vervolgens weer
langs de trap naar beneden en de straat op.
Er is een drogisterij in het volgende blok
huizen en daar vond ik. wat ik noodig had."
(Wordt vervolgd.)