UïTö^OsM D BRIEVEN UIT FRANKRIJK. De geheimzinnige treinroof. P NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Maandag 9 Februari 1925 Nederland op de tentoonstelling van decoratieve kunst Heden wordt de Engelsche nota aan Frankrijk inzake de schulden ge publiceerd. Ook China heeft de opium-conferentie verlaten. Weer een nieuw corruptie-schandaal in Duischland. Onder de Radio-berichten: Het Britsche plan voor de oplossing der Fransche schuldenkwestie. De Fransche regeering wil omtrent dit punt een nieuwe conferentie houden. Ex-kanselier Bauer betrokken bij het Barmat-schandaal. Gem. buitenl. berichten, DE LEVEND BEGRAVEN GEOLOOG. EEN BERUCHT ROOVER AANGE HOUDEN. De Regeering en de Olympische spelen BINNENLANDSCH NIEUWS. De toestand van Mr. Schokking. Op de kleintjes passen! Het koffie- en theehesluii FEUILLETON Toen ik enkele weken geleden eenige algemeene indrukken weergaf over de ten toonstelling van decoratieve- en industrieele kunst, dezen zomer in Parijs te houden, was het scheepje met materiaal voor ons Vader- landsche paviljoen op deze tentoonstelling nog onderweg. Op het terrein viel alleen de plek te ont dekken, waar eens de Hollandsche vlag zal wapperen. Thans is niet alleen dat scheepje veilig de Parijsche haven binnengevaren, en er gelost de materialen zijn reeds grooten- deels verwerkt en statig verheft zich de romp van ons paviljoen aan de oevers van de Seine. Inderdaad, Holland op z'n vlugst.- Met den ijverigen Regeeringscommissaris, den heer de Bie Leuveling Tjeenk, zijn. wij ons eerste bezoek gaan brengen aan dat tem peltje van moderne kunst, waaraan Holland sche kunstenaars in ééndrachtige samen werking hun talenten geven en waarvan de Hollandsche arbeiders den opbouw voltrek ken. Zonder chauvinisme durven wij zeggen, dat Nederland op heel bijzondere wijze voor den dag zal komen. De gedachte waarvan de Ned. Commissie bij den opzet is uitgegaan is hierop ongetwij feld van grooten invloed. Men heeft op het aesthetische meer dan op het commercieele den nadruk willen leggen, omdat de hooge Fransche invoerrechten de handelsbelangen voor ons land niet groot doen zijp, terwijl juist de meest artistieke uiting van tbegepaste kunst, het aanzien van Nederland in het bui tenland kan verhoogen. De belangstelling in de moderne kunstbeweging van Holland ontbreekt hier zeker niet. Men behoeft op dit punt slechts de vaklitteratuur een blik te gunnen. Deze tentoonstelling kan en zal die be langstelling nog doen groeien. Dat andere landen een andere meening hebben en net commercieele op den voorgrond plaatsen, valt niet te loochenen. Dit is trouwens hun goed recht het Fran sche program laat in deze vele wegen open. Maar of hierdoor de schoonheid wordt be vorderd, is een vraag, al te gemakkelijk te beantwoorden bij een vluchtige wandeling over de terreinen. Schorten wij echter ons oordeel hieromtrent op tot later. Het is te betreuren, dat elk land zijn inzending over zooveel verschillende plaatsen moet verdee- len. I n het bijzonder voor kleine landen, als Nederland, die met bescheiden ruimte en middelen moeten woekeren, is deze verbrok keling over 3 a 4 plaatsen niet in het voordeel. Zeker zou de eventueele inzending als geheel een beteren indruk maken, wanneer zij samengevoegd kan worden. De Franschen hebben den opzet nu een maal zoo gemaakt. Niets aan te doen. Hoe uitgestrekt de tentoonstellingsterreinen ook zijn, voor het Ned. paviljoen kon slechts een oppervlakte van 170 M2. ter beschikking worden gesteld. Deze was te klein om een expositie-ruimte te scheppen. De Ned. Com missie heeft dan ook de goede gedachte ge had dit paviljoen niet als zoodanig te benut ten, dit alweer in tegenstelling met de meeste landen, die overeenkomstig de beschrijving van de Fransche ontwerpers, deze paviljoens voor collectieve inzendingen hebben bestemd. Zonder twijfel zal men dan ook in breeden kring vreemd staan tegenover het Holland sche paviljoen, dat op zichzelf alleen uit drukking wil geven aan schoonheid van toegepaste kunst en geen dienst zal doen als het mogelijk de kunstwerken te toonen daar» waar ze gedacht zijn. En voor deze werken werden dan ook speciale opdrachten gegeven. Doe moeilijke taak van zaalschikking is opgedragen aan den architect Wijdeveld. Hoogst belangrijk beloven de inzendingen van beeldhouwwerk, bouw-beeldhouwwerk en kleine plastiek, te worden, al kunnen uit den aard der zaak de werken, die aan de gebouwen zijn uitgevoerd, alleen in gipsafgietsel worden getoond. Ook de glas-in-lood-ramen en wandschil deringen moeten noodwendig aan beteekenis verliezen, waar zij buiten de bestemming dienen beoordeeld. Maar aan deze bezwaren zal door kundige en artistieke leiders voor een groot deel worden tegemoet gekomen, door schepping van een milieu dat in zijn geheel aan de in zendingen zich zal aanpassen. Is de afdeeling meubelen in de laatste weken belangrijk versterkt, volgens onzen Regeeringscommissaris, in de afdeeling der graphische kunsten, boekkunst, ceramiek, textiel en bewerkt metaal zijn de aanmeldin gen zeer talrijk, zoodat de jury veel zal moeten afwijzen. Hoe belangrijk al die afdeelingen ook zul len zijn, het Paviljoen zal niettemin het middelpunt der belangstelling uitmaken. De architect Staal heeft er naar gestreefd bij den bouw, met zijn medewerkers, de beeldhouwers en decoratieve kunstenaars tot één geheel te komen. En voor zoover wij ons nu reeds een oordeel kunnen vormen, komt het ons voor, dat hij daarin uitnemend zal slagen. Op zich zelf krijgt het Ned. Paviljoen reeds een bijzonder en geheel eigen cachet, waar bijna allé overige 80 paviljoens en het meerendeel der gebouwen op deze tentoon stelling evenals de hoofdingang van stuc.- werk ^vorden. In een dergelijke omgeving valt de schit terende kleur van ons nationale, rooden bak steen materiaal direct op. De glans en de gloed die er van uitstralen zijn een lust der oogen. En de aannemer, de firma Alberts, zoowel als de Hollandsche metselaars verdienen een pluimpje voor de wijze waarop zij dit materiaal weten te ver werken. Een paar vijvers zijn ontworpen vóór den voorgevel van het paviljoen, terwijl een mo numentale bank aan de entree van het ter- reintje zal worden geplaatst, als drager van onze Vaderlandsche driekleur. Die vijvers vooral kunnen de architectonische werking van dit gebouwtje verhoogen en de schoon heid beter doen uitkomen. Hoewel het een van zelf sprekende eisch lijkt, dat bij het maken van de ontwerpen in de eerste plaats gelet wordt op de omgeving, hier in het bijzonder de boomen, valt het op dat slechts weinig architecten dit begepen hebben. Ook niet onze naaste buren Tsjecho- Slowakije en Polen. Reeds nu is te zien, dat de kapvorm van het Ned. Paviljoen zich prachtig tegen de boomenrijen zal aansluiten. In het interieur zal de lichtwerking, dank zij de breede vensters in lood een zeer bij zondere worden. Waar kort geleden bepaald is dat de ten toonstelling ook des avonds geopend zal blijven, heeft ook de electrische verlichting een punt van ernstige bestudeering uit- expositie-lokaal of artistieke bergplaats van gemaakt, meubelen. De oplossing schijnt reeds op zeer vernuf- De zalen, die daartoe zulien dienen, zijn tige wijze gevonden, op eenigen afstand in het „Grand Palais" Tot slot de verzekering, dat het Ned. gelegen, terwijl ook aan de overzijde van de Paviljoen op 15 April a.s. den openingsdag, Seine nog een zaal in gebruik zal worden geheel gereed zal zijn. genomen. Vooropgesteld, dat toegepaste kunst in tentoonstellingszalen feitelijk uit den booze is, wordt er naar gestreefd de inzendingen dusdanig te plaatsen, dat zij nog het aller minst aan hun oorspronkelijke bestemming! beantwoorden. Alleen aan het paviljoen is Ook hierin zal het boven vele andere uit blinken. Eer het zoover gekomen is, komen wij nog wel op de expositie terug. Parijs, 4 Februari 1925. Mr. P. v. S. L//- - De quaestie der interge- allieerde schulden. De Britsche ambassadeur te Parijs heeft tiet Engelsche antwoord inzake de schul- denquaestie Zaterdagmiddag 4 uur aan Herriot overhandigd. Het is in zeer vriend- schappelijken toon gesteld en de inhoud zou afwijken van de reeds door verschillende buiteniandsche agentschappen gepubliceerde overzichten. Het zal heden te Parijs en Lon den worden gepubliceerd. De opiumconferentie. De Chineesche delegatie heeft in een brief aan den president der opiumconferentie medegedeeld, dat zij eveneens zich terug trekt wegens de onmogelijkheid om tot overeenstemming te komen inzake de quaes tie van de toebereide opium. De Chineesche delegatie woonde de och tendzitting reeds niet meer bij. In de plenaire zitting der opiumconferentie deed Zaterdag de president voorlezing van de brieven der Amerikaansche en der Chi neesche delegatie nopens haar terugtrekking van de conferentie, doch hij sprak de hoop uit, dat deze niettemin haar werkzaamheden tot een goed einde zou kunnen brengen. Loudon (Ned.) verklaarde, dat het ver trek der Amerikaansche delegatie het gevolg was van een misverstand, dat reeds in 1923 was ontstaan in de adviseerende commissie voor het opium. De onmogelijkheid om tot overeenstemming te komen was nog toege nomen door de omstandigheid, dat de Ame rikaansche delegatie vaste instructies heeft zonder eenige soepelheid. De conferentie moet onvermijdelijk mislukken indien een der partijen met een imperatief mandaat komt om haar wil aan de andere op te leg gen onder bedreiging met een afbreken der besprekingen. De toestand is nog verergerd, doordat Porter nimmer de moeite heeft ge nomen zijn standpunt uiteen te zetten of de argumenten zijner tegenstanders te be antwoorden. Loudon acht het incident te be treuren maar meent, dat het de zaak van den Volkenbo ld niet kan benadeelen. Lord Cecil betreurde eveneens het vertrek der Amerikaansche delegatie. Maar ook zon der haar, aldus spr., zullen wij het werk voortzetten, in het Vertrouwen dat het recht zal zegevieren. Daladier, de Fransche minister van kolo niën, sloot zich hierbij aan. Hij betreurde verder, dat China niet heeft geantwoord op zijn scherp omlijnde vragen inzake de opiumcultuur, maar eveneens de conferentie heeft verlaten. Ik ben overtuigd, aldus spr., dat de opiumproduceerende landen er voor taan krachtig naar zullen streven de cultuur van opium voor onwettige doeleinden te controleeren, te beperken en ten slotte vol komen te onderdrukken. De Berlijnsche schandalen. Steeds duidelijk begint het te worden, dat de affaire van de Depositen und Handels bank geen heel mooi zaakje is. Men weet, dat de beide directeuren van deze instelling in den inflatietijd er ondanks hun slechte reputatie in geslaagd waren door het rijks- postministerie in casu den rijkspostmi- nister dr. Höfle met den aankoop van goud te worden belast. Tot dat einde had den zij zeer groote credieten van het rijks- postministerie gekregen. Voor dit geld koch ten ze niet onmiddellijk goud, doch zij leen den het eerst tegen woekerrente uit. Op de ze wijze hadden zij bij herhaling meer dan een half millioen goudmark per dag ver diend. Niet tevreden met deze verdienste waren ze er in geslaagd het rijksministerie van ver keer te bewegen hen in Nederland goud te laten koopen. Op 17 December 1923 hebben ze bij het rijksministerie van verkeer een factuur ingediend, waarop voor deze 1000 kilo goud een bedrag van 5.4 trillioen mark in rekening werd gebracht. Dit goud werd echter nooit geleverd. Nadat de beide directeuren met medene ming van zeer aanzienlijke middelen naar het buitenland waren gevlucht, werd de „Geheimer Hof- und FinanzratWeber de later beruchte „Spritweber belast met de reorganisatie der bank. Deze reor ganisatie bestond in het opnemen van een nieuw crediet bij de rijkspost van 5 millioen goudmark. Naar een Berlijnsch correspondentiebu reau meldt, hebben de directeuren Wolpen en Klikottka bovendien het geheele op de rijkspostcredieten betrekking heobende ma teriaal mee naar Nederland genomen, en zou Klikottka zich zelfs als Nederlander hebben naturaliseeren. Het „Berliner Tageblatt" maakt melding van een nieuw regeeringsschandaal. Onmid- delijk na de bezetting van het Ruhrgebied zou het rijksministerie van economie uit een „hulpkas" enorme bedragen aan de groot industrie hebben geleend. Toen de industrie tengevolge van de Ruhractie met steeds groo- ter moeilijkheden te kampen had, zijn uit deze hulpkas geweldige credieten gegeven, die echter niet op een waardevasten grond slag werden berekend. Op deze wijze zou reeds destijds door de rijks regeering meer dan twee milliard goudmark aan de Ruhr- industrie zijn geschonken. Het „Tageblatt" dringt er op aan, dat een nauwgezet onder zoek zal worden ingesteld. Weken en wekenlang duren nu al de ont hullingen over de Duitsche corruptieschan dalen voort. En het is niet veel moois wat daarbij aan het licht komt, al is het dan ook wel zeker dat er bij deze onhullingen heel veel is, dat alleen grond vindt in de be geerte om politieke tegenstanders te com- promitteeren en hun partij daardoor afbreuk te doen. Met een door partijhaat ten zeerste geprikkelden ijver maken de conservatieven, en de communisten aan den anderen kant, van de zaak Barmat (zooals te voren van die van Kutisker) gebruik om de socialisten een duchtigen klap toe te brengen en hun pres tige bij het volk te ondermijnen. Daaraan is geen twijfel. Maar zoo langzamerhand blijkt het, dat er in hun beschuldigingen toch ook veel waarheid is en dat de socialisten geenszins zoo zuiver zijn, als deze zelf wel beweren. Zij hebben blijkbaar hun voor vele socialistische voormannen bezwarend ma teriaal aanvankelijk achter gehouden, ten einde tegenspraken en ontkenningen uit te lokken, die ze dan weer kunnen weerleggen met de bewijsstukken welke ze nog achter de hand hebben. Zoo treft de steek die men den tegenstander wil toebrengen dieper. Zeker is het onbillijk om de fouten en te kortkomingen van enkelingen aan een ge heele partij te verwijten. Maar de socialisten die in de propaganda tegen hun tegenstan ders gewoonlijk evenmin heel kieskeurig zijn in hun middelen en bij fouten van deze ook gaarne generaliseeren, hebben al heel wei nig recht zich te beklagen nu deze strijdme- thode ook tegen hen wordtt oegepast. Het geen natuurlijk niet wegneemt, dat deze me thoden te veroordeelen zijn. Bij den feilen partijstrijd in Duitschland echter gelden deze overwegingen" met. Men gaat elkaar te lijf, zonder zich angstvallig af te vragen hoe. In den aanval op de socialisten hebben, nu de rechtschen een succes te boeken. De heer Gti t.iv Bauer, sociaal-democratisch afgevaar digde, oud-minister van financiën en oud- rijkskanse'ier is in politieken zin geguilloti neerd. Hij is in de zaak-Barmat ernstig ge compromitteerd en heeft thans nu de „Lokal Anzeiger" met de bewijzen voor den dag is gekomen moeten erkennen, dat hij de vorige week voor de commissie van onder zoek uit den Pruisischen Landdag onwaar heid sprak, toen hij ontkende eenig gelde lijk voordeel van zijn relatiën met Bar mat te hebben genoten. Bauer heeft zijn mandaat als lid van den Rijksdag neerge legden zijn politieke ro! zal wel uitge speeld zijn. De eerste Maar ook de eenige, die als slachtoffer van de na-oorlogsche corruptie zal vallen? Wie weet welke verdere onaan gename verrassingen nog in petto worden gehouden. Bauer, die voor den oorlog in de vakbewe ging een «voorname plaats innam, trad in Oc tober 1918 in het kabinet van prins Max van t Baden als minister van arbeid op. Na de re volutie behield hij dit ambt. In 1919 toen de heer Scheidemann, die liever zon hand liet verdorren dan het verdrag van Versailles te teekenen, aftrad, volgde Bauer dezen op als rijkskanselier. Niet wellicht omdat hij door zijn bekwaamheden hiervoor de aangewezen man was, maar wijl hij bereid was de verant woordelijkheid voor de aanvaarding van het Vredesverdrag te dragen. In het ministerie van Hermann Muller en later in 1921 nog in het kabinet-Wirth trad Bauer als minister van financiën op. Hij, de in 1870 geboren politicus zou in een democratisch Duitsch land wellicht nog een schoone toekomst voor zich gehad hebben hij was althans een der weinige socialisten die over regeeringserva- ringen beschikten. Aan deze loopbaan is nu echter een einde gemaakt. KARDINAAAL DUBOIS OVER DE VERHOUDING TOT HET VATIKAAN. Tegenover een medewerker van de „Excel sior" heeft kardinaal Dubois, Aartsbisschop van Parijs, eenige opmerkingen gemaakt over de opheffing van het Fransche gezant schap bij het Vatikaan en het handhaven van een vertegenwoordiger te Rome ter be hartiging van de speciale belangen van El- zas-Lotharingen. De kardinaal zeide dat er in de diploma tieke geschiedenis geen precedent is van het afschaffen van een gezantschap, wanneer de souverein, waarbij de gezant geaccrediteerd is, niet een onvriendelijke daad jegens het betrokken land heeft gepleegd. Indien het concordaat de regeering ten opzichte van Elzas-Lotharingen in moeilijkheden bracht, dan zou juist het gezantschap bij het Vati kaan een geschikt lichaam zijn geweest om met den Heiligen Stoel te onderhandelen. In art. 17 van het Concordaat van 1801 werd bepaald dat iri geval de opvolgers van den Eersten Consul (Bonaparte) geen Roomsch-Katholieken zouden zijn, de benoe ming in de bisdommen door een nieuwe conventie zou worden geregeld. Indien de Paus van dit artikel gebruik zou willen ma ken, zou hij de Fransche regeering de voor deelen van het Concordaat kunnen ontne men en zelf de bisschoppen in Elzas en Lo tharingen benoemen. Kardinaal Dubois verklaarde, dat de poli tiek der Fransche regeering tegenover de Kerk oprechtheid mist. DE FRANSCHE GRAAN- EN BROOD VOORZIENING. Het door de Fransche regeering ingediende wetsontwerp inzake de graaiivoqrziening be paalt dat de graanproducenten verplicht zijn de voorraden graan, welke zij in hun bezit hebben, op te geven. De producenten en ver- koopers zijn allen onderworpen aan controle van de agenten van cjpn staat. Het ontwerp voorziet, in geval dit niet geschiedt of in dien er een valsche verklaring wordt afge legd, in boeten, terwijl de rechtbank de le vering van het graan kan verordenen vol gens de bij decreet vastgestelde voorwaar den. Het wetsontwerp voorziet voorts in een eventueel verbod van het gebruik van meel en gist voor banketbakkerijen en het sluiten der bakkerijen op één dag in de week. Het machtigt teneinde de voorziening van het land te verzekeren, tot den aankoop van in- landsche granen tegen door het ministerie vastgestelde prijzen. Dit ministerie kan doen overgaan tot het aankoopen van buiten- landsch graan of graan uit de koloniën, als mede tot de verdeeling er van, en kan alle maatregelen nemen, bestemd om den invoer van broodgraan te vergemakkelijken. Het wetsontwerp machtigt tot het openen van een crediet van 100 millioen francs voor den aanleg van een graanvoorraad, en het bepaalt dat de toepassing der wet den 15en Augustus 1925 zal eindigen. DE VERONGELUKTE VLIEGER VAN SAINT-PIERRE-VAA ST. Een maand geleden werd, naar men zich herinnert, in het bosch van Saint-Pierre-Vaast in het gebied van de Somme, onder de over blijfselen van een vliegtuig het geraamte van een vliegofficier gevonden. In dit tot een onherbergzaam oord veranderde bosch, waar in den oorlog gedurende vele weken met on gekende felheid is gevochten, was tot voor kort niemand meer doorgedrongen. Met behulp van enkele voorwerpen, die zich op het geraamte bevonden, kon de iden titeit worden vastgesteld. Het is de 30-jarige vlieger Franfois Roman, bestuurder van een Nieuwpoort-vliegtuig, dat den 24en Sep tember 1916 na een botsing met een Duitsch vliegtuig neerstortte. Ör> eenigen afstand werd inderdaad ook het Duitsche vliegtuig met het lijk van den bestuurder gevonden. ONSCHULDIG VEROORDEELD. In het jaar 1909 werd te Neuhof, nabij Münsterberg, een meisje -sermoord. Tyans is gebleken, dat de beruchte massamoorde naar Denkë haar gedood moet hebben het geen men afleidt uit de wijze waarop toen het lijk verminkt was.) In 1909 werd een slager als dader veroor deeld tot 15 jaar tuchthuis. De man fce;ft al tijd zijn onschuld volgehouden. Later draadlooze berichten meiden weer dat Floyd Collins die door instorting van een grot in Kentucky levend werd begraven, nog leeft maar nog steeds niet is bevrijd. Vijfenzeventig personen zouden bezig zijn een nieuwe tunnel te graven om hem te be reiken. Door de kleine opening die reeds ge maakt is zou men hem met een hond voedsel hebben toegezonden. Te Hamburg is volgens de Duitsche bla- hoop op algeheel herstel volstrekt niet te worden opgegeven meldt het blad. De Rijksbijdrage van een millioen. Thans is ingediend het reeds aangekondig de wetsontwerp tot verhooging van 't hoofd hoofdstuk der begrooting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor 1925, strekkende tot het verleenen van een bii- drage van 250.000 aan het Ned. Olympisch Comité in de kosten van de voorbereiding» en het doen houden van de Olympische Spe len in 1928 te Amsterdam In de Memorie van Toelichting -wordt op gemerkt, dat het Internationaal Olymoisch Comité dit jaar van 26 tot 28 .Mei te Praag bijeenkomt en daar tevens een congres zal houden waar de afgevaardigden van alle staten de definitieve regeling der Negerde Olympiade te Amsterdam zullen vaststellen. De Nederlandsche afgevaardigden zullen aldaar de namens Nederland in 1923 te Rome gedane toezegging hebben gestand ie doen en de verklaring hebben af fe leggen, i 6 liclIilUUrg lh VUlgUllP V-AC- L/IUI.'UUC Ulh UV/tll vu »v»niun«;, 1 i de:i de beruchte Roemeensche rooverhoofd- dat Nederland bij machte is. zoowel de tech- 11fn z-. /-> I - - H/-> 1 z tn r? nn ticIÏ man Terente, die geruimen tijd de Do- broedsja onveilig maakte en over Bulgarije wist te ontkomen, gearresteerd op het oogen- blik, dat hij zich aan boord van een schip, I dat naar Amerika vertrok, wilde begeven. DE RUSSISCHE PLVV. MINISTER VAN OORLOG. Tot plaatsvervanger van den Russischen volkscommissaris van oorlog en marine is Unschücht benoemd. (Unschlicht was reeds van 1918 tot 1920 militair bevelhebber op verschillende punten.) DE CHINEESCHE EENHEIDSCON FERENTIE. De zoogenaamde conferentie voor de een nische als de financieele regeling op zich te nemen. Minister De Visser zegt. dat de voorbe reiding der Olympiade een zaak van groote nationale beteekenis is en dat daarom mét de verleening-van regeeringssteun zeer groo te b'elangen gemoeid zijn. De kosten zijn beraamd op twee millioen gulden. Een rijksbijdrage op de helft van dit bedrag acht de regeering alleszins gerecht vaardigd. Deze bijdrage kan verdeeld wor den over de jaren 19251928, telkens tot een gelijk bedrag. Vandaar het voorstel om op de slaatsbegrooting voor 1925 voor dit doel een subsidie van 250.000 gulden uit te trekken. Deze jaarlijksche som is te beschou wen als een maximum. Zij zal niet ten volle besteed behoeven te worden, wanneer de bijdragen van andere zijde, waaromtrent tot dusver nog geen zekerheid bestaat, de ra- JL>e zoogenaamue cumeicnuc vuui uo dusver nog geen zekerlieid Bestaat, de ra- heid van China te Peking, waardoor men 1 m;ng der ontvangsten ten goede zullen ko- hoopte een eind te maken aan de inwendige men. geschillen in het rijk, is blijkens een draad loos bericht voor zij goed en wel georga niseerd was op groote oneenigheid uitge jloopen. De volgelingen van dr Soen Yat ^"^indschrijVen'gezönden aan de 1 Sen, het hoofd der regeenag van Zt hoo{den van dienst, waarin het departement j China, weigerden er aan deel_te nemen om- med(>_dec]{_ door de AiÉemeene Rekenkamer i dat het plan van dr. Soen Yat Sen inzake j een „volksconferentie" niet tot grondslag was genomen. DE MOORD OP DEN SIRDAR. j Uit Kairo wordt gemeld, dat de gerech- telijke geneeskundige constateerde dat van de bij de twee onlangs gearresteerde verdach ten gevonden wapens een revolver bij den moord op den Sirdar een rol speelde. VRIJLATING VAN DUIZEND VER OORDEELDEN. Uit Kaapstad wordt volgens een draadloos bericht gemeld, dat Zaterdag duizend veroor deelden uit de Zuid-Afrikaansche gevange nissen zijn ontslagen. De minister van justi tie, Tielman Roos, heeft bevel gegeven aan alle gevangenissen om onmiddellijk alle ge vangenen vrij te laten, die vóór 31 December veroordeeld werden tot van drie tot zes maan den gevangenisstraf wegens overtreding der drankwetten. De gevangenisambtenaren wa ren zeer verbaasd maar genoopt het bevel op te volgen. VRIJM AKING DER SLAVEN IN NEPAL Gemeld wordt, dat de Maharadja van Nepal, een der grensstaten van Indië, 85.000 pond sterling heeft gegeven voor de vrijmaking der slaven in Nepal, wier aantal meer dan 50.000 bedraagt. Naar nog draadloos uit Londen gemeld wordt is de slavenhandel in Nepal thans ver boden. De tegenwoordige slaven zullen bij gedeelten worden vrijgelaten. Hun eigenaars zullen tegen den „marktprijs" uit de schat kist vergoeding krijgen. Na hun bevrijding blijven de gewezen slaven zeven jaar leer ling van hun vroegere eigenaars zij zullen voor hun werk worden betaald. EEN NIEUWE ROBIJNENMIJN IN BIRMA. Naar draadloos gemeld wordt is er te Upper Gurdu in het district Mogok in Bir ma een nieuwe robijnenmijn ontdekt, die prachtige steenen oplevert. Inboorlingen en vreemdelingen stroomen er heen als weleer naar Klondike. ONGELUK IN EEN FILMATELIER. In een filmatelier in New Jersey is een muur ingestort tengevolge van de ontplof fing van een reservoir gevuld met ammoniak, waarbij een persoon werd gedood en twintig werden gewond. De materieele schade wordt op een millioen dollar geschat. In 1923 bedroeg, volgens de laatste sta tistieken de brandschade in de V.S. meer dan 500 millioen dollar. In Oregon is door overstrooming in de buurt van Vale het verlies veroorzaakt van 3000 schapen en 500 runderen. De schade bedraagt ongeveer 250.000 dollar. Naar „DeNederlander" mededeelt, is de toestand van mr. Schokking vrijwel onver anderd gebleven. Al zal het ziekte-proces wel zeer geruimen tijd duren, behoeft de Het ministerie van Financiën heeft korte- mededeelt, door de Algemeene Rekenkamer er opmerkzaam op te zijn gemaakt, dat schoorsteenvegers bij circulaire lagere prij zen vragen dan 0.75 per schoorsteen. De aandacht is op deze belangrijke kwestie gevallen, doordat op een declaratie dit be drag van 0.75 in rekening was gebracht. In verband met deze vingerwijzing draagt de minister aan de hoofden van dienst op, bij voorkomende gelegenheden prijsopgaaf te verzoeken bij een drietal schoorsteen vegers, ter verkrijging van concurreerende aanbiedingen. Ook ambténaren wier dienst is gehuisvest in gebouwen zonder schoor steen, hebben exemplaren van deze mini- sterieele aanschrijving ontvangen. TOEPASSING DER WARENWET. In het Staatsblad is opgenomen het K. B. van 13 Januari, tot toepassing van de artt. 14 en 15 der Warenwet op koffie en thee. Aangeduid mag uitsluitend en moet wor den met den naam: Ongebrande koffie, de deugdelijke zaad kernen van sporten van het geslacht Coflea, Koffie of gebrande koffie, de gerooste deugdelijke zaadkernen van soorten van het geslacht Coffea. Bij of na het roosten mogen de in art. 8 onder 7 genoemde glansmidde len worden gebruikt. Koffie mag als coffeïnevrij worden aan geduid, zoo het gehalte aan coffeïne mindei bedraagt dan 0.01 pCt. Gemalen koffie of gruiskoffie, de gebrande koffie, welke in verkleinden toestand i» gebracht. Kofie-extract, het product, verkregen, door de koffie uit te trekken en na filtratie al of niet uit te dampen. Peekoffie, de al of niet onder toevoeging van geringe hoeveelheden spijsolie of vet, gerooste en vermalen, deugdelijke. voora. goed gereinigde wortels van Cichorim Inty- bus L. Cichorei, peekoffie, welke bereid is on der toevoeging van geringe hoeveelheden zetmeeistrocp. Eikelkoffie, de gerooste, deugdelijke, goert gereinigde zaadkernen van soorten van het geslacht Quercus. Moutkoffie, de gerooste, al of niet s®01 gekiemde, deugdelijke, goed gereinigi.a vruchten van tarwe, rogge haver of gerst. Koffiestroop, het product verkregen 1 1 het branden van huishoudstroop, keuken stroop, melasse en/of zeimeelstroop. Koffiesurrogaat of namaakkoffie, alle ar.- dere dan de onder 5 tot en met 9 genOemc waren, alsmede mengsels van de onder 5 tt i en met 10 genoemde waren, die in den har del voorkomen, met het doel om koffie l« vervangen of met (gemaken) koffie ge mengd te worden gebruikt. Aangeduid mag uitsluiten en moet wor den met den naam: Thee, de bladknoppen en jonge blader van verschillende soorten van het geslacht Thea, welke op de gebruikelijke wijze door verflenzen, rollen, al of niet fermenteeren en roosten zijn toebereid. Theesurrogaat of namaakthee. het product, dat in den handel wordt gebracht, kennelijk met het doel, om thee te vervangen, of met thee gemengd te worden gebruikt. Ten aanzien van de mengsels van thee met theesurrogaat, geldt evenals ten op zichte van de koffie, de bepaling, dat het percentage van'het mengsel duidelijk moet werden aangduid, bijv. „thee met 40 pCt. theesurrogaat". In het besluit is van ieder der bovenge noemde waren vermeld, aan welke eiscben zij moeten voldoen. Vrij naar het Engelsch. f9 i „En daar verloor je hem uit het oog, viel Barrett in. „Wacht even! Je weet nog niet, wat een vindingrijk persoon je hebt getrouwd, lieve Jimmie. De garage is op de laagste helling van den grond en aan die zijde is een hooge haag inplaats van 'n geheele omheining Aan het einde er van is een open plek met zeer veel pijnboomen. Ik sloop tusschen de boo men door en ging zoo dicht mogelijk langs de haag naar de andere zijde der garage. De haag is zoo dik, dat ik niet veel kon zien, maar ik stond dicht genoeg bij, om twee mannen met elkaar te hooren praten. Een hunner was de Cheddar-man ik kon hem aan zijn stem herkennen. De ander had een stem als van een zaag, welke door een stuk hout gaat en hij vloekte veel." „Kon je verstaan, wat ze zeiden?" „Niet alles. Maar zij hadden ruzie over iets dat was duidelijk genoeg. De vloe kende man zeide, dat er voor den drommel geen enkele reden was, om langer te wach ten; dat, als zij langer wachtten, er nog iets verloren zou worden. Toen zeiden zij beiden iets over „vogels". De Cha'War-man vroeg, of er ook vogels geweest waren en de ander zei: „Ja, een." Dan vloekte hij op een der den persoon, wiens naam echter niet ge noemd werd en van wien hij zeide, dat die persoon zelfs het kruit niet waard was, om hem naar dc andere wereld te helpen." „En dit alles viel voor, zooals je zei, bij de garage van een leeg huis?" informeerde Barrett. „Dat lijkt op zich zelf nog al ver dacht, vind je niet?" „Vrijwel! Maar er was meer. De vloeken de man zeide, dat hij het einde van zijn ge duld bereikt had; dat hij wilde weg gaan en „zijn aandeel opeischte", zonder verderen tijd te verliezen, alvorens iemand anders „verstandig werd en het zou komen halen." De Cheddar-man schold hem uit en zeide, dat hij te veel praatte, waarop de andere man nog erger ging vloeken en zeide, dat een van de „stedelijke honden" reeds rondge zworven had en vragen had gesteld, wiens auto in de garage stond en welk nummer zij had. Wat bedoelde bij met „honden", Jim mie?" „Politie. Zij zochten waarschijnlijk naar een gestolen auto. Was er nog iets meer?" „Nog iets. De Cheddar-man zeide, dat zij zouden wachten tot tien uur vanavond; dat zij de baan vrij konden maken voor morgen. Als om tien uur niet meer vogels waren bin nengekomen, zouden zij weg gaan. Maar het was vrij duidelijk, dat hij hoopte, dat er meer vogels zouden zijn." Barrett had zijn diner beëindigd en zette het Mad op zii „Als we op het rechte spoor zijn of al- thans op eenig spoor, is het verder de taak j van een man, dit zaakje op te knappen," zei hij vastberaden. „Als je_ mij even mijn klee- ren aan wilt geven.... „O, wacht even,", protesteerde zij. „Je hebt nog niet alles gehoord. Nadat zij tot eenige overeenstemming waren gekomen omtrent van avond en de ontevreden man nog vloekte over dit nieuwe uitstel, hoorde ik de garage-deur dichtslaan en ging de dikke man langs de andere zijde van de heg weg. Ik wachtte, tot ik er zeker van was, dat hij uit het gezicht was verdwenen en ging toen heen, zoo gauw ik kon, zeer ver heugd, dat ik naar Ögden om geld getele grafeerd had." „Zeker, omdat je nu detectives in den arm kon nemen, die hen beiden zou arrestee ren?" „Niets daarvan. Las je de courant niet van morgen?" „Jawel," zeide Barrett, nog denkende aan de koude rillingen, welke het lezen van het bericht hem bezorgd hadden. „Wel, weet je dan niet meer, dat een be looning van tienduizend dollars is uitgeloofd, voor je opsporing, voor de ontdekking van het geld of voor beide?' „Ik lees het nog, al zou ik mijn oogen dicht hebben," „Ik ook en ik meende, dat wij jij en ik beter die tienduizend dollars zouden kun nen gebruiken, dan welke detective ook. Daarom ging ik "aar een agentschao "an automobielen en kocht de mooiste auto, welke je ooit gezien hebt een „Stephen son". Ik zeide den man, dat hij haar 'dade lijk in orde moest maken, want dat we haar noodig hadden dat wij juist getrouwd wa ren en van plan waren, een huwelijksreisje te maken." „Om 's Hemels wil!" hijgde Barrett. „Wat ter wereld...." „Dat zou iedereen zeggen, niet waar?" viel zij 'hem bij. „Maar ik liet het niet bij het koopen van de auto. Ik haastte mij ver der naar een winkel in ijzerwaren en kocht de fraaiste revolvers, welke je ooit onder de oogen ghead heb, alsmede een electrische zaklantaarn. Ik beval den man, ze met de patronen in een kartonnen doos in te pak ken en aan hel hotel te bezorgen Ze zijn nu beneden in de garderobe." Tot hiertoe had Barrett zijn best gedaan, zooveel mogelijk te zwijgen, als iemand, die zijn leven heeft doorgebracht in beschaafde omgeving en die nu verwonderlijke avontu ren in courantenkolommen leest. Maar nu kon hij zich niet langer inhouden en zei: „Als er soms geschoten moet worden, zal ik zeker geen goed schutter zijn. Ik heb nog nooit van mijn leven een revolver afge vuurd," „Dat is voor de toekomst," zei zij ernstig. „Als we tijd hadden, zou ik het je kunnen leeren en dat zal ik den een of anderen dag ook wel doen. Maar op het oogenblik is er nog wat anders te bespreken. Nadat ik de auto «te revolvers dekn„ht had. haastte ik mij naar de menschen» die het huis te koop gezet hadden. Zij noemden mij den prijs en zoo meer wat wel van geen belang was, maar ik moest er naar luisteren en verklaarden, dat de garage tijdelijk verhuurd was aan een man uit Denver, die slechts voor enkele dagen een beschutting voor zijn auto wilde hebben. Men had hem voor eenigen tijd de beschikking over het huis zoowel als over de garage gegeven." „En toen?" „Toen keerde ik naar het hotel terug. Toen ik door de voorzaal ging, stapte de klerk achter zijn lessenaar Vandaan en vroeg, mij te mogen voorstellen aan zekeren Mr. Simmons. Én eerlijk waar, Jimmie, ik dacht, dat ik mijn bewustzijn verloor, toen ik zag, dat Mr. Simmons de detective was, waarover de klerk mij na dc lunch gespro ken had; de man, die jouw naam in het re gister had gevonden en zooveel vragen om trent jou gesteld had." „Dat kan ik mij heel goed begrijpen, dat je bijna Hauw viel," merkte Barrett op. „Wat moest hij van je hebben?" „Hij was zeer beleefd en verontschuldigde zich. Hij zeide, dat hij den naam van mijn echtgenoot in het register had gelezen en dat hij zich eiken dag verwonderd afge vraagd had, of mijn Mr, Baxter was de Jim mie Baxter, dien hij kende uit Chattanooga. Natuurlijk durfde ik hem niet te zeggen, dat jij dat niet was; hij zou mij den in een oogenblik tijds in de grootste verwarring hebben kunnen brengen. ilc dat gezegd ihad. Ik speelde dus mijn rol zoo goed, as. ik kon; ik zeide dus, dat je het was, dat je van Chattanooga afkomstig was; ofschoon je er nu a! geruimen tijd niet meer geweesi Was ik hoop, dat dit geen al te onbe schaamde leugen was en voegde er bij, dat het mij speet, dat je te ziek was, om iemand te ontvangen. Hij zeide, dat hij het ook betreurde, dat je ziek was, maar dat, als je zijn Jimmie Baxter was, hij er zeker van was, dat je hem een paar minuien zou willen ontvangen en hij je misschien wel wat op kon vroolijken. Ik zag, dat hij vastbesloten was tot het brengen van een bezoek en dat hij, als !/lj niet met eerlijke middelen zijn doel kon bereiken, hij andere wegen zou bewande len en waarschijnlijk met succes. Ik zeide hem dus, dat ik dacht, dat je sliep, maai dat, als je wakker werd en je je goed ge voelde later op den avond, ik het hem zou laten weten." Barrett zonk in dc kussens terug. „O Hemel, nu heeft alles afgedaan," zei hij. „Hij zal waarschijnlijk een portret van mij in zijn zak hebben. „Wacht nu," zeide zij weer. „Nadat hij mij bedankt had en gezegd, dat hij var avond op mij zou wachten, kwam ik in de lift op een idee en ging vervolgens weer langs de trap naar beneden en de straat op. Er is een drogisterij in het volgende blok huizen en daar vond ik. wat ik noodig had." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5